Toyota Toyota Touch & Go - PZ490-00331-*0 - Toyota Touch & Go - Toyota Touch & Go Plus - Dutch - mode d'emploi
Toyota Toyota Touch & Go - PZ490-00331-*0 - Toyota Touch & Go - Toyota Touch & Go Plus - Dutch - mode d'emploi
Toyota Toyota Touch & Go - PZ490-00331-*0 - Toyota Touch & Go - Toyota Touch & Go Plus - Dutch - mode d'emploi
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
"<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong>"<br />
"<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong> <strong>Plus</strong>"<br />
Instructieboekje
Voorwoord<br />
Voorwoord<br />
ALGEMENE AFBEELDINGEN VOOR ALLE VOERTUIGMODELLEN<br />
In deze handleiding werden illustraties voor de typische “<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong> (<strong>Plus</strong>)”<br />
lay-out, USB-poort en locatie van de achteruitkijkcamera, enz. gebruikt. Het actuele<br />
design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />
Voor de correcte locatie van deze items kunt u terecht in Sectie 3 en de<br />
beeldindex van de “Gebruikershandleiding”.<br />
NAMEN EN MODI VAN DE MOTORSCHAKELAAR<br />
Deze handleiding werd geschreven met een voertuig met een benzinemotor<br />
(zonder een slim invoer- & startsysteem) als voorbeeld. Voor voertuigen met<br />
een slim invoer- en startsysteem en hybride voertuigen, zie de volgende tabel<br />
om de naam en modus van de motorschakelaar te bevestigen.<br />
Voertuigsysteem<br />
Voertuigen zonder<br />
een slim invoer- &<br />
startsysteem<br />
Naam en modus van de schakelaar<br />
Motorschakelaar ACC ON OFF (LOCK)<br />
Voertuigen met een<br />
slim invoer- & startsysteem<br />
“ENGINE START<br />
STOP”-schakelaar<br />
ACCESSORY<br />
IGNITION<br />
ON<br />
OFF<br />
Hybride voertuigen<br />
“POWER”-schakelaar<br />
ACCESSORY ON OFF<br />
i
Voorwoord<br />
IN AFBEELDINGEN GEBRUIKTE SYMBOLEN<br />
Veiligheidssymbool<br />
Het symbool van een cirkel met een streep door betekent “Niet doen”,<br />
“Doe dit niet”, of “Laat dit niet gebeuren”.<br />
Pijlen die een actie aangeven<br />
Geeft de actie aan (drukken, draaien, enz.)<br />
die nodig is om de knoppen en andere<br />
apparaten te bedienen.<br />
Geeft het resultaat van de actie aan<br />
(bv. deksel gaat open).<br />
HOE DEZE HANDLEIDING LEZEN<br />
Nr. Naam Beschrijving<br />
Actieontwerpen<br />
Hoofdacties<br />
Verwante acties<br />
Informatie<br />
Het ontwerp van een actie wordt uitgelegd.<br />
De stappen van een actie worden uitgelegd.<br />
Bijkomende acties bij de hoofdactie worden beschreven.<br />
Nuttige informatie voor de gebruiker wordt beschreven.<br />
ii
Voorwoord<br />
iii
Voorwoord<br />
iv
INHOUDSTAFEL<br />
INHOUDSTAFEL<br />
1 BEKNOPTE HANDLEIDING 9<br />
2 NAVIGATIESYSTEEM 19<br />
3 TOEPASSING 79<br />
4 AUDIOSYSTEEM 99<br />
5 Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM 145<br />
6 SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM 175<br />
7 VOERTUIGINFORMATIE 179<br />
8 SETUP 185<br />
9 ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM 205<br />
INDEX 213<br />
1
Inleiding<br />
Inleiding<br />
“<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong> (<strong>Plus</strong>)”-GEBRUIKERSHANDLEIDING<br />
Deze handleiding verklaart de bediening van het “<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong> (<strong>Plus</strong>)”. Lees<br />
voor correct gebruik deze handleiding aandachtig door. Bewaar deze handleiding<br />
te allen tijde in uw voertuig.<br />
De schermafdrukken in dit document en de feitelijke schermen van het “<strong>Touch</strong><br />
& <strong>Go</strong> (<strong>Plus</strong>)” verschillen al naargelang de functies en/of er een contract bestond<br />
en de kaartgegevens die op het tijdstip waarop dit document werd opgesteld,<br />
beschikbaar waren.<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
Het Navigatiesysteem is één van de meest technologisch geavanceerde voertuigaccessoires<br />
die ooit zijn ontwikkeld. Het systeem ontvangt satellietsignalen van<br />
het Globale Positioneringssysteem (GPS) dat door het ministerie van Defensie<br />
van de VS wordt geëxploiteerd. Door gebruik te maken van deze signalen en<br />
andere voertuigsensoren geeft het systeem uw huidige locatie aan en helpt het<br />
u bij het lokaliseren van een gewenste bestemming.<br />
Het navigatiesysteem is ontworpen om efficiënte routes van uw huidige startlocatie<br />
tot uw bestemming te selecteren. Het systeem is eveneens ontworpen om<br />
u op een efficiënte manier naar een voor u onbekende bestemming te brengen.<br />
Het systeem is ontwikkeld door “Harman International” door gebruik te maken<br />
van “Navteq”-kaarten. De berekende routes zijn niet noodzakelijk de kortste<br />
noch de meest verkeersvrije. Uw persoonlijke lokale kennis of “kortere weg”<br />
kunnen soms sneller zijn dan de berekende routes.<br />
De databank van het navigatiesysteem bevat Nuttige Plaatsen (= POI, Point Of Interest)<br />
waardoor u gemakkelijk bestemmingen zoals restaurants en hotels kunt<br />
selecteren. Als de bestemming niet in de databank zit, kunt u het adres of een<br />
groot kruispunt in de buurt ingeven, en het systeem zal u in de juiste richting leiden.<br />
Het systeem voorziet zowel een visuele kaart als gesproken instructies. De gesproken<br />
instructies kondigen de resterende afstand en de richting waarin u bij<br />
een kruispunt moet inslaan, aan. Deze gesproken instructies helpen u om uw<br />
ogen op de weg te houden en zijn getimed zodat u genoeg tijd heeft om te manoeuvreren,<br />
van rijstrook te veranderen of te vertragen.<br />
Gelieve er rekening mee te houden dat alle huidige voertuignavigatiesystemen<br />
bepaalde begrenzingen hebben die hun correcte werking kunnen beïnvloeden.<br />
De accuraatheid van de positie van het voertuig is afhankelijk van de toestand<br />
van de satelliet, de wegconfiguratie, de toestand van het voertuig en andere<br />
omstandigheden. Voor meer informatie over de begrenzingen van het systeem<br />
kunt u terecht op pagina 73.<br />
2
Inleiding<br />
BELANGRIJKE INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING<br />
Om veiligheidsredenen geeft deze handleiding items die bijzondere aandacht<br />
vereisen, met de volgende tekens aan.<br />
WAARSCHUWING<br />
● Dit is een waarschuwing voor alles wat verwondingen aan mensen kan veroorzaken als<br />
de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt op de hoogte gebracht van wat u moet of<br />
niet moet doen om het risico op verwondingen aan uzelf en anderen te beperken.<br />
BERICHT<br />
● Dit is een waarschuwing voor alles wat schade aan het voertuig of de uitrusting kan veroorzaken<br />
als de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt op de hoogte gebracht van wat<br />
u moet of niet moet doen om het risico op schade aan uw voertuig of de uitrusting te vermijden<br />
of te beperken.<br />
3
Inleiding<br />
VEILIGHEIDSINSTRUCTIE<br />
Volg alle veiligheidstips hieronder op om<br />
het systeem op een zo veilig mogelijke<br />
manier te gebruiken.<br />
Dit systeem is bedoeld om u te helpen uw<br />
bestemming te bereiken en kan dit doen<br />
indien het correct wordt gebruikt. De bestuurder<br />
is als enige verantwoordelijk voor<br />
het veilige gebruik van het voertuig en de<br />
veiligheid van de passagiers.<br />
Gebruik geen enkele functie van dit systeem<br />
in die mate dat uw aandacht erdoor<br />
wordt afgeleid en de veiligheid tijdens het<br />
rijden in gevaar komt. Tijdens het rijden<br />
moet het veilige gebruik van het voertuig<br />
altijd de eerste prioriteit zijn. Houd u tijdens<br />
het rijden aan alle verkeersregels.<br />
Voordat u dit systeem daadwerkelijk gaat<br />
gebruiken, moet u eerst leren hoe het<br />
werkt en goed vertrouwd zijn met alle functies<br />
van het systeem. Lees de volledige<br />
gebruikershandleiding van “<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong><br />
(<strong>Plus</strong>)” om zeker te zijn dat u de werking<br />
van het systeem begrijpt. Sta niet toe dat<br />
anderen dit systeem gebruiken voordat ze<br />
de instructies in deze handleiding gelezen<br />
en begrepen hebben.<br />
Voor uw veiligheid zijn sommige functies<br />
mogelijk niet beschikbaar tijdens het rijden.<br />
Onbeschikbare schermtoetsen worden<br />
dof weergegeven.<br />
WAARSCHUWING<br />
● Uit veiligheidsoverwegingen mag de<br />
bestuurder het navigatiesysteem niet<br />
bedienen tijdens het rijden. Onvoldoende<br />
aandacht voor de weg en het<br />
verkeer kan een ongeval veroorzaken.<br />
● Houd u tijdens het rijden altijd aan de<br />
verkeersregels en houd steeds rekening<br />
met de verkeerssituatie. Als een verkeersbord<br />
is gewijzigd, is het mogelijk<br />
dat de routebegeleiding niet beschikt<br />
over de geüpdatete informatie zoals de<br />
rijrichting van een eenrichtingsstraat.<br />
Luister tijdens het rijden zoveel mogelijk<br />
naar de gesproken instructies en bekijk het<br />
scherm kortstondig en alleen wanneer dit<br />
veilig is. Vertrouw echter niet blindelings<br />
op de gesproken begeleiding. Gebruik ze<br />
gewoon als hulpmiddel. Als het systeem<br />
de huidige positie van het voertuig niet<br />
juist kan bepalen, bestaat de kans dat de<br />
gesproken instructies onjuist zijn of te laat<br />
of helemaal niet worden gegeven.<br />
De gegevens in het systeem kunnen soms<br />
onvolledig zijn. Wegomstandigheden, inclusief<br />
rijbeperkingen (verbod om links af<br />
te slaan, afgesloten straten, enz.), veranderen<br />
regelmatig. Kijk daarom, voordat u<br />
een instructie van het systeem volgt, of dit<br />
veilig kan gebeuren en in overeenstemming<br />
is met de verkeersregels.<br />
Dit systeem kan u niet waarschuwen voor<br />
zaken als de veiligheid van een bepaald<br />
gebied, de toestand van wegen of de beschikbaarheid<br />
van hulpdiensten. Rijd niet<br />
in een gebied als u niet zeker weet dat dit<br />
veilig is. Dit systeem vervangt geenszins<br />
het persoonlijke oordeel van de bestuurder.<br />
Gebruik dit systeem alleen op plaatsen<br />
waar dit wettelijk is toegestaan.<br />
4
Inleiding<br />
5
INHOUDSTAFEL<br />
1 BEKNOPTE HANDLEIDING<br />
1. BEDIENINGSELEMENTEN<br />
EN FUNCTIES ............................... 10<br />
OVERZICHT KNOPPEN ....................... 10<br />
INDEX SYSTEEMFUNCTIES ............... 12<br />
BEDIENING AANRAAKSCHERM......... 14<br />
2 NAVIGATIESYSTEEM<br />
1. BEDIENING NAVIGATIE................. 20<br />
SNELLE REFERENTIE......................... 20<br />
INDEX<br />
NAVIGATIESYSTEEMFUNCTIES ..... 22<br />
BEDIENING KAARTSCHERM .............. 24<br />
KAARTICONEN .................................... 28<br />
2. BESTEMMING ZOEKEN................. 35<br />
BESTEMMING ZOEKEN ...................... 35<br />
3. ROUTEBEGELEIDING.................... 43<br />
ROUTEBEGELEIDING STARTEN........ 43<br />
ROUTEBEGELEIDING ......................... 45<br />
DE ROUTE INSTELLEN<br />
EN VERWIJDEREN............................ 47<br />
4. MIJN BESTEMMINGEN .................. 55<br />
EEN INVOER REGISTREREN ............. 55<br />
DE INVOERINFORMATIE<br />
WEERGEVEN EN BEWERKEN......... 61<br />
OPGESLAGEN CONTACTPERSONEN<br />
NAAR EEN USB-GEHEUGEN<br />
STUREN ............................................. 63<br />
5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN .......... 65<br />
KAARTINSTELLINGEN ........................ 65<br />
ROUTE-INSTELLINGEN....................... 69<br />
INSTELLINGEN VOOR<br />
VERKEERSBERICHTEN ................... 71<br />
6. INFORMATIE INZAKE<br />
HET NAVIGATIESYSTEEM.......... 73<br />
BEPERKINGEN VAN HET<br />
NAVIGATIESYSTEEM........................ 73<br />
UPDATES IN DE<br />
KAARTENDATABANK........................ 75<br />
KAARTINFORMATIE............................. 76<br />
3 TOEPASSING<br />
1. BEDIENING TOEPASSINGEN ....... 80<br />
SNELLE REFERENTIE ......................... 80<br />
FOTOSLIDESHOW ............................... 81<br />
E-MAIL................................................... 83<br />
KALENDER ........................................... 85<br />
2. AANGESLOTEN SERVICE ............ 86<br />
OVERZICHT AANGESLOTEN<br />
SERVICE ............................................ 86<br />
VÓÓR EEN AANGESLOTEN<br />
SERVICE TE GEBRUIKEN................. 89<br />
NAVIGATIEFUNCTIE BEDIENEN<br />
DOOR MIDDEL VAN<br />
AANGESLOTEN SERVICE ................ 92<br />
EEN TOEPASSING BEDIENEN<br />
DOOR MIDDEL VAN<br />
AANGESLOTEN SERVICE ................ 96<br />
4 AUDIOSYSTEEM<br />
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM..... 100<br />
SNELLE REFERENTIE ....................... 100<br />
BASISINFORMATIE ............................ 102<br />
RADIOBEDIENING.............................. 104<br />
BEDIENING CD-SPELER ................... 108<br />
BEDIENING USB-GEHEUGEN/iPod.... 114<br />
BEDIENING AUX-APPARAAT ............ 121<br />
BEDIENING Bluetooth ® -AUDIO .......... 123<br />
STUURKNOPPEN............................... 131<br />
BEDIENINGSTIPS VOOR HET<br />
AUDIOSYSTEEM.............................. 134<br />
6
5<br />
Bluetooth ® -<br />
HANDSFREESYSTEEM<br />
1. BASISINFORMATIE VÓÓR<br />
HET IN WERKING STELLEN ..... 146<br />
SNELLE REFERENTIE ....................... 146<br />
HANDSFREESYSTEEM...................... 150<br />
EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />
AANSLUITEN.................................... 153<br />
EEN INVOER REGISTREREN............ 157<br />
2. BEDIENING VAN<br />
DE TELEFOON ........................... 162<br />
BELLEN MET EEN<br />
Bluetooth ® -TELEFOON..................... 162<br />
OPROEPEN ONTVANGEN MET<br />
EEN Bluetooth ® -TELEFOON ............ 166<br />
PRATEN AAN EEN<br />
Bluetooth ® -TELEFOON..................... 167<br />
3. FUNCTIE VOOR<br />
KORTE BERICHTEN .................. 170<br />
FUNCTIE VOOR KORTE<br />
BERICHTEN...................................... 170<br />
8 SETUP<br />
1. BEDIENING SETUP...................... 186<br />
SNELLE REFERENTIE....................... 186<br />
ALGEMENE INSTELLINGEN ............. 187<br />
INSTELLINGEN WEERGEVEN .......... 190<br />
Bluetooth ® -INSTELLINGEN................ 193<br />
TELEFOONINSTELLINGEN ............... 200<br />
AUDIO-INSTELLINGEN...................... 201<br />
VOERTUIGINSTELLINGEN................ 204<br />
9<br />
ACHTERUITKIJKMONITOR-<br />
SYSTEEM<br />
1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
..................................................... 206<br />
WERKING VAN HET<br />
ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
.......................................................... 206<br />
VOORZORGSMAATREGELEN<br />
BIJ HET RIJDEN<br />
(MET RICHTLIJNEN VOOR<br />
DE ACHTERUITKIJKMONITOR) ..... 210<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
6<br />
SPRAAKOPDRACHTEN-<br />
SYSTEEM<br />
INDEX<br />
8<br />
1. BEDIENING VAN HET<br />
SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />
..................................................... 176<br />
SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM .... 176<br />
1. ALFABETISCHE INDEX ............... 214<br />
9<br />
7 VOERTUIGINFORMATIE<br />
1. VOERTUIGINFORMATIE ............. 180<br />
SNELLE REFERENTIE ....................... 180<br />
BRANDSTOFVERBRUIK .................... 181<br />
WAARSCHUWINGSSYSTEEM VOOR<br />
BANDENSPANNING......................... 183<br />
7
8
1<br />
BEKNOPTE HANDLEIDING<br />
1<br />
2<br />
1<br />
BEDIENINGSELEMENTEN EN<br />
FUNCTIES<br />
1. OVERZICHT KNOPPEN................ 10<br />
2. INDEX SYSTEEMFUNCTIES ........ 12<br />
3. BEDIENING<br />
AANRAAKSCHERM ................... 14<br />
BEDIENING INVOERSCHERM ............ 14<br />
BEDIENING LIJSTSCHERM................. 17<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
9
1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />
1. OVERZICHT KNOPPEN<br />
• Het actuele design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />
Voor details, zie sectie 3 van de “Gebruikershandleiding”.<br />
Nr. Naam Functie Pagina<br />
Aanraakscherm<br />
Cd-sleuf<br />
Afstemmings-/<br />
scrolknop<br />
-knop<br />
“CAR”-knop*<br />
“SETUP”-knop<br />
“MAP NAV”-knop<br />
Door het scherm met uw vinger aan te raken, kunt<br />
u de geselecteerde functies controleren.<br />
Steek een cd in deze sleuf. De cd-speler start automatisch.<br />
Draai aan deze knop om radiostation, groepen,<br />
nummers en bestanden te selecteren. De knop kan<br />
ook worden gebruik om een keuze uit de lijstweergave<br />
te maken.<br />
Druk op deze knop om het Bluetooth ® -handsfreesysteem<br />
en de -toepassingen te openen.<br />
Druk op deze knop om het voertuiginformatiesysteem<br />
te openen.<br />
Druk op deze knop om de functie-instellingen te<br />
personaliseren.<br />
Druk op deze knop om het navigatiesysteem te<br />
openen.<br />
14<br />
108<br />
102<br />
79, 145<br />
179<br />
185<br />
19<br />
10
1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />
Nr. Naam Functie Pagina<br />
Zoek-/Nummerknop<br />
“MEDIA”-knop<br />
-knop*<br />
-knop<br />
Druk op de “ ”- of “ ”-knop om omhoog of omlaag<br />
een radiostation te zoeken, of om een gewenst<br />
nummer of bestand af te spelen.<br />
Druk op deze knop om het audiosysteem te openen.<br />
Het audiosysteem wordt geopend in de laatst<br />
gebruikte modus.<br />
Druk op deze knop om het afspelen van de muziek<br />
te pauzeren of te hervatten.<br />
Druk op deze knop om het audiosysteem aan en uit<br />
te zetten en draai om het volume aan te passen.<br />
105, 110,<br />
112, 117,<br />
129<br />
100, 102,<br />
103<br />
-knop Druk op deze knop om een cd uit te werpen. 108<br />
—<br />
102<br />
1<br />
BEKNOPTE HANDLEIDING<br />
*: Indien uitgerust<br />
11
1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />
2. INDEX SYSTEEMFUNCTIES<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
Om het navigatiesysteem te openen, drukt<br />
u op de “MAP NAV”-knop. Elke keer u op<br />
“MAP NAV”-knop drukt, verandert het<br />
scherm tussen het kaartscherm en het<br />
“Navigatie”-menuscherm. Voor details, zie<br />
pagina 19.<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
Om het audiosysteem te openen, drukt u op<br />
de “MEDIA”-knop. Het audiobedieningsscherm<br />
wordt weergegeven. Audiobronnen:<br />
radio, cd's, iPod, USB, AUX en Bluetooth ® -<br />
audio. Voor details, zie pagina 99.<br />
TOEPASSINGSSYSTEEM<br />
Om het toepassingssysteem te openen,<br />
drukt u op de -knop. Elke keer u op<br />
-knop drukt, verandert het scherm<br />
tussen het “Telefoon”-menuscherm en het<br />
“Extra's”-menuscherm. De bestuurder kan<br />
de toepassingen gebruiken. Voor details,<br />
zie pagina 79.<br />
Bluetooth ®<br />
-HANDSFREESYSTEEM<br />
Om het Bluetooth ® -handsfreesysteem te<br />
openen, drukt u op de -knop. Elke<br />
keer u op -knop drukt, verandert<br />
het scherm tussen het “Telefoon”-menuscherm<br />
en het “Extra's”-menuscherm. De<br />
bestuurder kan bellen of oproepen ontvangen<br />
zonder zijn handen van het stuurwiel<br />
te halen. Voor details, zie pagina 145.<br />
12
1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />
SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />
Om het spraakopdrachtensysteem te activeren,<br />
drukt u op de -knop op het<br />
stuurwiel. De bestuurder kan het “touchscreen”<br />
bedienen door een opdracht te<br />
geven. Voor details, zie pag. 175.<br />
SETUP<br />
Om de functie-instellingen te personaliseren,<br />
drukt u op de “SETUP”-knop. Vanuit<br />
het setupmenu kunt u ook de interfacetaal<br />
veranderen. Voor details, zie pagina 185.<br />
1<br />
BEKNOPTE HANDLEIDING<br />
VOERTUIGINFORMATIE<br />
(INDIEN UITGERUST)<br />
Om het voertuiginformatiesysteem te openen,<br />
drukt u op de “CAR”-knop. U kunt het<br />
brandstofverbruik en de bandenspanning<br />
controleren. Voor details, zie pagina 179.<br />
ACHTERUITKIJKMONITOR-<br />
SYSTEEM<br />
Als u naar “R”-positie schakelt, wordt automatisch<br />
het zicht achter het voertuig op het<br />
scherm getoond. Voor details, zie pagina 205.<br />
13
1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />
3. BEDIENING AANRAAKSCHERM<br />
Het systeem wordt hoofdzakelijk door<br />
de schermtoetsen bediend.<br />
• Om schade aan het scherm te voorkomen,<br />
raakt u de schermtoetsen zachtjes aan met<br />
uw vinger. Als u een schermtoets aanraakt,<br />
weerklinkt een piepgeluid. (Om een piepgeluid<br />
in te stellen, zie pagina 187).<br />
• Gebruik enkel uw vinger om het scherm<br />
aan te raken.<br />
BERICHT<br />
● Om te voorkomen dat de batterij van 12<br />
volt leeg raakt, laat u het systeem best<br />
niet langer dan nodig aan als de motor<br />
niet draait.<br />
BEDIENING INVOERSCHERM<br />
Als u een adres of naam zoekt, kunt u<br />
letters en cijfers via het scherm invoeren.<br />
LETTERS EN CIJFERS<br />
INGEVEN<br />
1 Raak de toetsen rechtstreeks aan om<br />
letters of cijfers in te geven.<br />
INFORMATIE<br />
● Als het systeem niet reageert op een<br />
aanraking van een schermtoets, haalt u<br />
uw vinger van het scherm en raakt u het<br />
opnieuw aan.<br />
● Dof weergegeven schermtoetsen kunnen<br />
niet worden bediend.<br />
● Wrijf vingerafdrukken af met een glasreinigende<br />
doek. Gebruik geen chemische<br />
reinigingsmiddelen om het aanraakscherm<br />
te reinigen.<br />
● Het weergegeven beeld kan donker worden<br />
en bewegende beelden kunnen licht<br />
worden vervormd als het scherm koud is.<br />
● Onder extreem koude omstandigheden<br />
is het mogelijk dat het scherm niet wordt<br />
weergegeven en dat de gegevens, die<br />
door een gebruiker zijn ingevoerd, worden<br />
verwijderd. De schermtoetsen kunnen<br />
ook harder dan normaal zijn om in te<br />
drukken.<br />
● Als u door gepolariseerd materiaal, zoals<br />
een gepolariseerde zonnebril, naar het<br />
scherm kijkt, is het scherm mogelijk donker<br />
en moeilijk te zien. Kijk in dat geval<br />
vanuit verschillende hoeken naar het<br />
scherm of pas de scherminstellingen aan<br />
(Zie “INSTELLINGEN WEERGEVEN” op<br />
pagina 190), of neem uw zonnebril af.<br />
: Druk om één letter te verwijderen.<br />
Druk en houd ingedrukt om letters te blijven<br />
verwijderen.<br />
2 Raak “OK” aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Als een karakter wordt ingegeven, verschijnt<br />
een tip die een mogelijke overeenkomst<br />
voor het te zoeken woord<br />
weergeeft.<br />
● Op dit moment onbeschikbare schermtoetsen<br />
worden dof weergegeven.<br />
● Als een invoer te lang is om in het<br />
invoerveld te worden weergegeven,<br />
wordt het laatste deel van de ingegeven<br />
tekst weergegeven en wordt het begindeel<br />
als “...” weergegeven.<br />
14
1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />
■WISSELEN TUSSEN KLEINE LET-<br />
TERS EN HOOFDLETTERS<br />
1 Raak of aan.<br />
: Druk om een kleine letter in te geven.<br />
■SYMBOLEN INGEVEN<br />
1 Raak ( ) of<br />
aan.<br />
( ) lay-out van het toetsenbord<br />
1<br />
BEKNOPTE HANDLEIDING<br />
: Druk om een hoofdletter in te geven.<br />
lay-out van het toetsenbord<br />
• Elke keer u of aanraakt,<br />
wisselt de invoer tussen hoofdletter en<br />
kleine letter.<br />
INFORMATIE<br />
● In de volgende situaties wisselt de<br />
invoermodus automatisch tussen hoofdletter<br />
en kleine letter.<br />
• Als de lay-out van het toetsenbord<br />
naar de invoer van hoofdletters verandert,<br />
zal de lay-out automatisch<br />
naar de invoer van kleine letters<br />
overschakelen nadat één letter werd<br />
ingegeven.<br />
•Als u “/”, “&”, “.” of “(” ingeeft, zal<br />
de lay-out van het toetsenbord automatisch<br />
naar de invoer van hoofdletters<br />
overschakelen.<br />
• Als alle karakters worden verwijderd,<br />
zal de lay-out van het toetsenbord<br />
automatisch naar de invoer van<br />
hoofdletters overschakelen.<br />
2 Raak de symbooltoetsen rechtstreeks<br />
aan om symbolen in te geven.<br />
15
1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />
■DE LAY-OUT VAN HET TOETSEN-<br />
BORD VERANDEREN<br />
1 Raak aan.<br />
INGEVEN VANUIT DE LIJST<br />
MET MOGELIJKE OVEREEN-<br />
KOMSTEN<br />
Op bepaalde schermen wordt een kandidaat-invoertekst<br />
of woordvoorspelling<br />
op basis van de ingevoerde letters,<br />
weergegeven. Het gewenste item kan<br />
worden geselecteerd en ingevoerd.<br />
1 Geef letters in.<br />
2 Raak het gewenste item aan.<br />
• Als een kandidaat-invoertekst die in het<br />
invoerveld wordt weergegeven, het<br />
gewenste is, raakt u “OK” aan.<br />
( ): Latijnse karakters, “ABC”-<br />
lay-out<br />
( ): Latijnse karakters,<br />
“QWERTY”-lay-out<br />
( ): Latijnse karakters,<br />
“QWERTZ”-lay-out<br />
( ): Latijnse karakters,<br />
“AZERTY”-lay-out<br />
• Door aan te raken, wordt de lijst<br />
met kandidaat-invoerteksten weergegeven.<br />
Het aantal overeenstemmende items<br />
wordt getoond. Er kunnen tot 300 items<br />
worden weergegeven.<br />
• De lijst wordt automatisch weergegeven<br />
als het aantal overeenstemmende invoermogelijkheden<br />
5 of minder is.<br />
2 Raak het gewenste item aan.<br />
( ): Cyrillische karakters<br />
( ): Griekse karakters<br />
16
1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />
BEDIENING LIJSTSCHERM<br />
Als een lijst wordt weergegeven, kunt u<br />
de corresponderende schermtoets gebruiken<br />
om door de lijst te scrollen.<br />
SPRINGTOETSEN VOOR<br />
KARAKTERS IN LIJSTEN<br />
Sommige lijsten bevatten karaktertoetsen,<br />
“A-C”, “D-F” enz., die u de mogelijkheid<br />
bieden om direct naar de<br />
ingevoerde gegevens met dezelfde letter<br />
als de karaktertoets te springen.<br />
1 Raak één van de karaktertoetsen aan.<br />
1<br />
BEKNOPTE HANDLEIDING<br />
of : Druk om naar de volgende of<br />
vorige pagina over te gaan.<br />
• Door deze schermtoets aan te raken en<br />
ingedrukt te houden, kunt u omhoog of<br />
omlaag scrollen. Het scrollen stopt automatisch<br />
als u het begin/einde van de lijst<br />
bereikt.<br />
: Dit geeft de positie van het weergegeven<br />
scherm aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Elke keer u dezelfde karaktertoets aanraakt,<br />
wordt de lijst die begint met het<br />
daaropvolgende karakter, weergegeven.<br />
17
1 BEDIENING NAVIGATIE<br />
1. SNELLE REFERENTIE.................. 20<br />
2. INDEX<br />
NAVIGATIESYSTEEMFUNCTIES<br />
..................................................... 22<br />
3. BEDIENING KAARTSCHERM ...... 24<br />
OM KAARTSCHERM<br />
WEER TE GEVEN.............................. 24<br />
BEDIENING KAARTSCHERM .............. 24<br />
4. KAARTICONEN............................. 28<br />
VERSCHILLENDE<br />
INFORMATIE OP DE KAART<br />
WEERGEVEN .................................... 28<br />
ICONEN VOOR NUTTIGE<br />
PLAATSEN*........................................ 29<br />
VERKEERSBERICHTEN ...................... 32<br />
2 BESTEMMING ZOEKEN<br />
3 ROUTEBEGELEIDING<br />
1. ROUTEBEGELEIDING<br />
STARTEN.................................... 43<br />
SCHERM VOOR HET STARTEN<br />
VAN DE ROUTEBEGELEIDING......... 43<br />
DE ROUTE INSTELLEN........................ 44<br />
2. ROUTEBEGELEIDING ................. 45<br />
ROUTEBEGELEIDINGSSCHERM........ 45<br />
GESPROKEN BEGELEIDING............... 46<br />
3. DE ROUTE INSTELLEN EN<br />
VERWIJDEREN .......................... 47<br />
INSTELLEN VIA HET<br />
“Opties”-SCHERM............................... 47<br />
BESTEMMINGEN TOEVOEGEN.......... 50<br />
EEN SEGMENT OP DE ROUTE<br />
OMLEIDEN ......................................... 52<br />
DE ROUTE HERBEREKENEN<br />
VIA DE VERKEERSBERICHTEN ....... 54<br />
1. BESTEMMING ZOEKEN ............... 35<br />
BESTEMMING ZOEKEN VIA HET<br />
“Bestemming”-SCHERM..................... 35<br />
BESTEMMING ZOEKEN VIA HET<br />
“Bestemming”-SCHERM..................... 37<br />
18
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
1<br />
2<br />
4 MIJN BESTEMMINGEN 5 NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />
1. EEN INVOER REGISTREREN...... 55<br />
EEN NIEUWE INVOER<br />
REGISTREREN .................................. 55<br />
2. DE INVOERINFORMATIE<br />
WEERGEVEN<br />
EN BEWERKEN.......................... 61<br />
DE INVOERINFORMATIE<br />
WEERGEVEN EN BEWERKEN ......... 61<br />
3. OPGESLAGEN<br />
CONTACTPERSONEN NAAR<br />
EEN USB-GEHEUGEN<br />
STUREN...................................... 63<br />
OPGESLAGEN<br />
CONTACTPERSONEN NAAR EEN<br />
USB-GEHEUGEN STUREN ............... 63<br />
1. KAARTINSTELLINGEN ................ 65<br />
DE KAART INSTELLEN........................ 65<br />
2. ROUTE-INSTELLINGEN ............... 69<br />
DE ROUTEOPTIES<br />
INSTELLEN ........................................ 69<br />
3. INSTELLINGEN VOOR<br />
VERKEERSBERICHTEN ............ 71<br />
INSTELLINGEN VOOR<br />
VERKEERSBERICHTEN ................... 71<br />
6<br />
INFORMATIE INZAKE HET<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
1. BEPERKINGEN VAN HET<br />
NAVIGATIESYSTEEM ................ 73<br />
2. UPDATES IN DE<br />
KAARTENDATABANK ............... 75<br />
KAART UPDATEN ................................ 75<br />
3. KAARTINFORMATIE .................... 76<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.<br />
*: Nuttige Plaats = POI<br />
19
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
1. SNELLE REFERENTIE<br />
Om het “Navigatie”-menuscherm weer te geven, raakt u “NAV” op de kaart aan of<br />
drukt u op de “MAP NAV”-knop. Als u “NAV” aanraakt of op de “MAP NAV”-knop<br />
drukt, keert u terug naar het scherm dat het laatst werd weergegeven. Raak<br />
aan om het “Navigatie”-menuscherm weer te geven. Vanuit dit scherm kunnen bestemmingen<br />
worden ingegeven en kunnen routegerelateerde instellingen worden<br />
gewijzigd.<br />
“Navigatie”-menuscherm<br />
Nr. Functie Pagina<br />
Druk om het “Bestemming”-scherm weer te geven.<br />
U kunt een bestemming ingeven door een item van de lijst van opgeslagen<br />
bestemmingen, laatste bestemmingen of adressen uit het telefoonboek<br />
35<br />
van de aangesloten telefoon te selecteren.<br />
Druk om het “Bestemming”-scherm weer te geven.<br />
U kunt een bestemming ingeven via het adres, een Nuttige Plaats of<br />
door gebruik te maken van geavanceerde opties. De bestemming kan<br />
37, 50<br />
ook als een Viapunt naar een bestemming worden toegevoegd.<br />
Druk om het “Verkeersberichten”-scherm weer te geven.<br />
Het bevat een lijst van verkeersberichten met betrekking tot de ingestelde<br />
32<br />
route, alle verkeersberichten en waarschuwingen.<br />
Druk om het “Route-opties”-scherm weer te geven.<br />
De routevoorkeuren en ontwijkingscriteria kunnen worden ingesteld.<br />
69<br />
Raak het corresponderende icoontje aan om het “Bestemming”, “Bestemming”,<br />
“Verkeersberichten” of “Route-opties”-scherm te wijzigen.<br />
32, 35, 37,<br />
50, 69<br />
20
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
Overzicht begeleidingsscherm<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
Nr. Functie Pagina<br />
Dit symbool geeft een kaartlay-out aan. Door dit symbool aan te raken,<br />
verandert u de kaartlay-out.<br />
Toont de afstand, de geschatte reistijd tot de bestemming, of de geschatte<br />
aankomsttijd op de bestemming.<br />
26<br />
45<br />
Toont verkeersinformatie op de route. 34<br />
Toont de afstand tot de volgende bocht met een pijl die de draairichting<br />
aangeeft.<br />
45<br />
Druk om het “Opties”-scherm weer te geven. 47<br />
Toont de huidige straatnaam. 45<br />
Druk om het “Navigatie”-menuscherm weer te geven. 20<br />
Druk om de gesproken begeleiding te horen en/of het volume van de<br />
gesproken begeleiding aan te passen.<br />
46<br />
Druk om de schaal van de kaart te wijzigen. 26<br />
21
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
2. INDEX NAVIGATIESYSTEEMFUNCTIES<br />
Kaart<br />
Kaarten weergeven<br />
Pagina<br />
Kaartscherm bekijken 24<br />
Huidige positie van het voertuig weergeven 24<br />
Buurtkaart van de huidige positie van het voertuig bekijken 25<br />
Schaal wijzigen 26<br />
Kaartlay-out wijzigen 26<br />
Uiteenlopende informatie op de kaart weergeven 28<br />
Iconen voor Nuttige Plaatsen weergeven 29<br />
Verkeersberichten bekijken 32<br />
Bestemming zoeken<br />
Pagina<br />
Bestemming zoeken 35<br />
In het systeem geregistreerde invoer als de bestemming instellen 35<br />
Routebegeleiding<br />
Vóór de routebegeleiding te starten<br />
Pagina<br />
Route herberekenen 44<br />
Alternatieve routes bekijken 43<br />
Routebegeleiding starten 43<br />
Vóór de routebegeleiding te starten of tijdens de routebegeleiding<br />
Pagina<br />
Route bekijken 47<br />
Bestemmingen toevoegen 50<br />
Route herberekenen 48<br />
Scherm voor geschatte reis-/aankomsttijd wijzigen 67<br />
Tijdens de routebegeleiding<br />
Pagina<br />
Routebegeleiding stoppen 47<br />
Volume van de routebegeleiding aanpassen 46<br />
Volledige routekaart weergeven 47<br />
22
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
Geheugenpunt<br />
Geheugenpunt<br />
Pagina<br />
Invoer registreren 55<br />
Invoer bewerken 61<br />
Invoer vanuit externe apparaten laden 59<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
23
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
3. BEDIENING KAARTSCHERM<br />
OM KAARTSCHERM WEER<br />
TE GEVEN<br />
1 Druk op de “MAP NAV”-knop.<br />
BEDIENING KAARTSCHERM<br />
SCHERM MET HUIDIGE<br />
VOERTUIGPOSITIE<br />
Als het navigatiesysteem wordt gestart,<br />
wordt eerst de huidige positie<br />
weergegeven. Het scherm toont de<br />
huidige voertuigpositie en een kaart<br />
van het omliggende gebied.<br />
• Als u op de “MAP NAV”-knop drukt, wordt<br />
één van de “Navigatie”-schermen weergegeven,<br />
druk nogmaals op de “MAP NAV”-<br />
knop.<br />
2 Raak “Bevestigen” aan.<br />
• Het teken voor de huidige voertuigpositie<br />
verschijnt in het midden van het<br />
kaartscherm.<br />
• Na enkele seconden schakelt het waarschuwingsscherm<br />
automatisch over naar<br />
het kaartscherm.<br />
INFORMATIE<br />
● Het waarschuwingsscherm zal worden<br />
weergegeven als het scherm voor de<br />
eerste keer nadat de motorschakelaar in<br />
de “ACC”- of “ON”-positie is gezet, naar<br />
het kaartscherm overschakelt.<br />
INFORMATIE<br />
● Tijdens het rijden staat het teken van de<br />
huidige voertuigpositie vast en beweegt<br />
de kaart.<br />
● De huidige positie wordt automatisch<br />
ingesteld als het voertuig signalen van<br />
de GPS (Globaal Positioneringssysteem)<br />
ontvangt. Als de huidige positie<br />
niet correct is, zal die automatisch worden<br />
verbeterd nadat het voertuig signalen<br />
van de GPS ontvangt.<br />
● Na het loskoppelen van de batterij van<br />
12 volt, of op een nieuw voertuig, is het<br />
mogelijk dat de positie niet correct is.<br />
Zodra het systeem signalen van de GPS<br />
ontvangt, wordt de correcte, huidige<br />
positie weergegeven.<br />
24
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
■HUIDIGE LOCATIE<br />
EN GPS-INFORMATIE<br />
Huidige locatie, geo-coördinaten en<br />
GPS-informatie worden weergegeven.<br />
1 Raak “Opties” op de kaart aan.<br />
2 Raak "Locatie en GPS-informatie"<br />
aan.<br />
3 Een informatiescherm verschijnt.<br />
• Op dit scherm wordt de volgende informatie<br />
weergegeven.<br />
Nr.<br />
Informatie<br />
De getoonde informatie varieert<br />
al naargelang de weg waarop u<br />
momenteel rijdt, een autoweg of<br />
een straat is.<br />
Breedtegraad en lengtegraad<br />
Aantal beschikbare satellieten<br />
en de hoogte.<br />
HOE SCROLLEN PER SCHERM<br />
Als u een punt op de kaart aanraakt,<br />
beweegt dat punt naar het midden van<br />
het scherm en wordt het door de cursor<br />
aangetoond .<br />
• Als u uw vinger op het scherm houdt, zal<br />
de kaart in die richting blijven scrollen tot u<br />
uw vinger verwijdert.<br />
• Er wordt een straatnaam of geo-coördinaten<br />
getoond, afhankelijk van de schaal<br />
van de kaart.<br />
• Nadat het scherm is gescrold, blijft de<br />
kaart op de geselecteerde locatie gecentreerd<br />
tot er een andere functie wordt<br />
geactiveerd. Het teken van de huidige<br />
voertuigpositie blijft langs uw huidige route<br />
bewegen en kan zelfs van het scherm verdwijnen.<br />
Als u aanraakt, keert het<br />
teken van de huidige voertuigpositie terug<br />
naar het midden van het scherm. De kaart<br />
beweegt naarmate het voertuig de aangeduide<br />
route volgt.<br />
• Als u de scrolfunctie gebruikt, kan het<br />
teken van de huidige voertuigpositie van<br />
het scherm verdwijnen. Raak aan<br />
om de huidige voertuigpositie op het<br />
kaartscherm weer te geven.<br />
• Als u “<strong>Go</strong>” aanraakt, wordt het scherm<br />
voor het starten van de routebegeleiding<br />
weergegeven. (Zie pagina 43.)<br />
• Als u “Bewaar” aanraakt, wordt de<br />
plaats in de “Opgesl.”-lijst op het<br />
“Bestemming”-scherm geregistreerd.<br />
(Zie pagina 57.)<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
25
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
KAARTCONFIGURATIES<br />
De volgende kaartconfiguraties kunnen<br />
worden geselecteerd.<br />
■KAARTSCHAAL<br />
1 Raak “+” of “-” aan om de schaal van<br />
het kaartscherm te wijzigen.<br />
■KAARTLAY-OUT<br />
De kaartlay-out kan worden gewijzigd<br />
vanuit “3D richting”, “2D richting” of<br />
“2D noord”.<br />
1 Raak of aan.<br />
2 Raak de gewenste kaartlay-out aan.<br />
INFORMATIE<br />
● De schaal varieert van 10 m tot 500 km.<br />
● Nadat de schaal is gewijzigd, wordt de<br />
nieuwe schaalindicator een tijdje bovenaan<br />
links op het scherm weergegeven.<br />
“3D richting”: Druk om de 3D-kaart weer<br />
te geven. De richting waarin het voertuig<br />
rijdt, is altijd naar boven.<br />
“2D richting”: Druk om de 2D-kaart weer<br />
te geven. De richting waarin het voertuig<br />
rijdt, is altijd naar boven.<br />
“2D noord”: Druk om de 2D-kaart weer te<br />
geven. Ongeacht de richting waarin het<br />
voertuig rijdt, het noorden is altijd naar boven.<br />
26
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
3D-richting<br />
2<br />
2D-richting<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
2D noord<br />
• De kaartlay-out kan ook worden gewijzigd<br />
via “Kaartinstellingen”. (Zie pagina 65.)<br />
27
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
4. KAARTICONEN<br />
VERSCHILLENDE<br />
INFORMATIE OP DE KAART<br />
WEERGEVEN<br />
Op de kaart kan verschillende informatie<br />
worden weergegeven.<br />
■HISTORISCHE MONUMENTEN IN 3D<br />
(INDIEN UITGERUST)<br />
Historische monumenten kunnen in 3D<br />
op de kaart worden weergegeven.<br />
■SNELHEIDSBEPERKINGEN<br />
De snelheidsbeperking van de weg<br />
waarop u momenteel rijdt, kan worden<br />
weergegeven.<br />
■SNELHEIDSCAMERA'S<br />
Snelheidscamera's kunnen als iconen<br />
op de kaart worden weergegeven.<br />
■GEBOUWEN IN 3D<br />
(INDIEN UITGERUST)<br />
Gebouwen kunnen in 3D op de kaart<br />
worden weergegeven.<br />
• Het weergeven van de bovenstaande<br />
items kan worden uitgeschakeld. (Zie<br />
pagina 65.)<br />
INFORMATIE<br />
● De bovenstaande items zullen afhankelijk<br />
van de kaartschaal worden weergegeven.<br />
● De bovenstaande items zullen afhankelijk<br />
van de beschikbare kaartgegevens worden<br />
weergegeven.<br />
28
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
ICONEN VOOR NUTTIGE<br />
PLAATSEN<br />
■LIJST VAN ICONEN VOOR<br />
NUTTIGE PLAATSEN<br />
Openbaar<br />
ICONEN VOOR NUTTIGE<br />
PLAATSEN WEERGEVEN<br />
Nuttige Plaatsen zoals tankstations en<br />
restaurants kunnen op het kaartscherm<br />
worden weergegeven. Hun locatie<br />
kan ook als bestemming worden<br />
ingesteld.<br />
• Iconen voor Nuttige Plaatsen worden op<br />
de kaart weergegeven.<br />
Icoon<br />
Bibliotheek<br />
Naam<br />
Hogeschool/Universiteit<br />
School<br />
Toeristische dienst<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
Kerkhof, begrafenisondernemer<br />
Overheidsgebouw, instituut, stadhuis,<br />
gemeenschapsgebouw<br />
Gemeenschap<br />
• U kunt een bepaald soort Nuttige Plaats<br />
dat op het scherm wordt weergegeven,<br />
selecteren. (Zie pagina 65.)<br />
Rechtbank<br />
Gebedshuis<br />
Accommodatie, hotel/motel<br />
Apotheek<br />
Congrescentrum, tentoonstellingscomplex<br />
Financiering, bank<br />
Geldautomaat<br />
Postkantoor<br />
Zaken, algemeen, gebouw<br />
29
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
Icoon<br />
Naam<br />
Icoon<br />
Naam<br />
Medisch, doctor, gezondheidszorg<br />
Autoverhuur, -faciliteit, -parking<br />
Ambulance, ziekenhuis/polikliniek<br />
Ferryterminal<br />
Brandweer<br />
Parking, open parking, algemene<br />
parking<br />
Politie<br />
Parkeergarage<br />
Telefoon, communicatie<br />
Open parking P+R (Park & Ride)<br />
Tandarts<br />
Picknickterrein<br />
Dierenarts<br />
Motororganisatie, autoclub<br />
Verkeer<br />
Verhuizer, verhuisbedrijf<br />
Icoon<br />
Naam<br />
Autodealer/hersteller, herstelfaciliteit,<br />
algemene herstellingen,<br />
carwash, bandenherstel<br />
Uitgaansleven<br />
Motordealer<br />
Autodealer<br />
Uitrit autoweg<br />
Luchthaven, vertrek/aankomst, terrein,<br />
internationaal, nationaal<br />
Bus, terminal, bushalte, transport,<br />
openbaar transport halte, algemeen<br />
transport<br />
Station<br />
Icoon<br />
Naam<br />
Meerdere Nuttige Plaatsen<br />
Café, nachtleven<br />
Ontspanning, cultureel centrum,<br />
theater, muziekcentrum, concertzaal<br />
Bioscoop<br />
Metro<br />
Casino<br />
Tankstation<br />
Café/bar, café<br />
30
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
Icoon<br />
Naam<br />
Icoon<br />
Naam<br />
Sport<br />
Icoon<br />
Restaurant, Frans, Belgisch,<br />
Chinees, Duits, Grieks, vegetarisch,<br />
fastfood, grill, zeevruchten,<br />
broodjes, steak, ...<br />
Naam<br />
Sport, sport algemeen, sportactiviteiten<br />
<strong>Go</strong>lfterrein<br />
Renbaan<br />
Toeristenattracties, belangrijke toeristenattracties<br />
Park/recreatiedomein<br />
Jachthaven, haven<br />
K<strong>amp</strong>eerterrein<br />
Kruidenier<br />
Historisch monument<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
Stadion, sportcentrum, hippodroom<br />
Woonwagenterrein,<br />
k<strong>amp</strong>eerterrein<br />
Watersporten<br />
Boekenwinkel<br />
Bowling<br />
Kapper<br />
& schoonheidsspecialiste<br />
Skigebieden<br />
Fotografie<br />
Ontspanning<br />
Icoon<br />
Naam<br />
Schoenwinkel<br />
Wijn & sterkedrank<br />
Recreatiepark<br />
Wijndomein<br />
Kledij<br />
Reinigen & wassen<br />
Museum<br />
Shopping, markt, winkelcentrum,<br />
fabriekswinkel<br />
Winkel, warenhuis, drankwinkel<br />
31
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
INFORMATIE INZAKE NUTTIGE<br />
PLAATSEN WEERGEVEN<br />
1 Raak het icoontje van de gewenste<br />
Nuttige Plaats op de kaart aan.<br />
2 Raak aan.<br />
Eén Nuttige Plaats<br />
VERKEERSBERICHTEN<br />
VERKEERSBERICHTEN<br />
WEERGEVEN<br />
1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak “Verkeersberichten” aan.<br />
aan<br />
Meerdere Nuttige Plaatsen<br />
3 Informatie inzake Nuttige Plaatsen zal<br />
worden weergegeven.<br />
• Het “Verkeersberichten”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van<br />
de “Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
3 Raak “Op route”, “Alles” of<br />
“Waarsch.” aan om de gewenste lijst<br />
te selecteren.<br />
• Als u “<strong>Go</strong>” aanraakt, wordt het scherm voor<br />
het starten van de routebegeleiding weergegeven.<br />
(Zie pagina 43.)<br />
• Als u "Bewaar" aanraakt, wordt de plaats in<br />
de “Opgesl.”-lijst op het “Bestemming”-<br />
scherm geregistreerd. (Zie pagina 57.)<br />
• Als u aanraakt, wordt het geregistreerde<br />
telefoonnummer gebeld.<br />
“Op route”: Tijdens de routebegeleiding<br />
worden de verkeersberichten met betrekking<br />
tot de ingestelde route weergegeven.<br />
“Alles”: Alle verkeersberichten worden<br />
weergegeven.<br />
“Waarsch.”: De verkeersberichten met<br />
waarschuwingen worden weergegeven.<br />
32
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
4 Raak het gewenste bericht aan.<br />
5 Het verkeersbericht wordt weergegeven.<br />
2<br />
• Op dit scherm wordt de volgende informatie<br />
weergegeven.<br />
Nr.<br />
Wegnummer<br />
Informatie<br />
Routesegment<br />
Als het routesegment niet beschikbaar<br />
is, wordt informatie zoals<br />
huisnummer, stad, regio of<br />
land weergegeven.<br />
: Icoon voor een incident<br />
of : Druk om het volgende of vorige<br />
verkeersbericht weer te geven.<br />
∗<br />
• Als u aanraakt, wordt het verkeersbericht<br />
voorgelezen. Om deze<br />
functie te annuleren, raakt u<br />
aan.<br />
• Raak “Omweg” aan om om te rijden of<br />
om de omleiding te annuleren. (Zie<br />
pagina 53.)<br />
∗<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
: Icoon voor een incident<br />
op de route<br />
: Icoon voor een incident<br />
op de omgeleide route<br />
Afstand tot incident<br />
∗ : Indien uitgerust<br />
33
1. BEDIENING NAVIGATIE<br />
■LIJST VAN ICONEN VOOR VER-<br />
KEERSBERICHTEN<br />
Icoon<br />
Naam<br />
Glad<br />
Slecht weer<br />
Wind<br />
Sneeuw<br />
Verkeer<br />
File<br />
Ongeval<br />
Wegenwerken<br />
Versmalde rijstrook<br />
Waarschuwing<br />
Geen inrit<br />
Veiligheidscontrolepunt<br />
Informatie<br />
34
2. BESTEMMING ZOEKEN<br />
1. BESTEMMING ZOEKEN<br />
BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />
HET “Bestemming”-SCHERM<br />
Er zijn verschillende manieren om een<br />
bestemming te zoeken.<br />
(a)Bestemming zoeken via opgeslagen<br />
bestemmingen<br />
(b)Bestemming zoeken via laatste bestemmingen<br />
(c)Bestemming zoeken via het telefoonboek<br />
van de aangesloten telefoon<br />
1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />
“Bewaard”<br />
Bestemmingen kunnen worden geselecteerd<br />
uit de bestemmingen die in<br />
het systeem zijn geregistreerd. Om<br />
deze functie te gebruiken, is het noodzakelijk<br />
om de invoer te registeren.<br />
(Zie pagina 55.)<br />
1 Raak “Bewaard” op het “Bestemming”-scherm<br />
aan.<br />
2 Raak de gewenste invoer aan.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak “Bestemming” aan.<br />
aan<br />
• Druk op om de invoerinformatie<br />
weer te geven en te bewerken.<br />
(Zie pagina 61.)<br />
• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
3 Raak de tabtoets aan voor de gewenste<br />
methode.<br />
3 Het scherm voor het starten van de<br />
routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />
(Zie pagina 43.)<br />
INFORMATIE<br />
● Als “Thuis” niet is geregistreerd, zal<br />
een bericht worden weergegeven en<br />
zal het instellingsscherm automatisch<br />
verschijnen. (Zie pagina 56.)<br />
• Gelieve de volgende pagina's te raadplegen<br />
voor een beschrijving van elke handeling.<br />
35
2. BESTEMMING ZOEKEN<br />
BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />
“Vorige”<br />
Een bestemming kan worden geselecteerd<br />
uit de lijst van vorige bestemmingen.<br />
1 Raak “Vorige” op het “Bestemming”-<br />
scherm aan.<br />
2 Raak de gewenste invoer aan.<br />
BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />
“Telefoonboek”<br />
Een bestemming kan worden ingesteld<br />
door het adres van een contactpersoon<br />
uit het telefoonboek van een aangesloten<br />
gsm te gebruiken.<br />
Vóór u deze functie kunt gebruiken,<br />
moet u een Bluetooth ® -telefoon met<br />
een telefoonprofiel aansluiten.<br />
(Zie pagina 194.)<br />
Als een contactpersoon geen opgeslagen<br />
adres heeft, zal de invoer dof worden<br />
weergegeven.<br />
1 Raak “Telefoonboek” op het “Bestemming”-scherm<br />
aan.<br />
2 Raak de gewenste invoer aan.<br />
• Druk op om de invoerinformatie<br />
weer te geven en te bewerken.<br />
(Zie pagina 61.)<br />
3 Het scherm voor het starten van de<br />
routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />
(Zie pagina 43.)<br />
INFORMATIE<br />
● De lijst kan maximaal 100 ingevoerde<br />
bestemmingen bevatten. Als het maximum<br />
bereikt is, wordt de oudste<br />
bestemming verwijderd, waardoor<br />
plaats wordt gemaakt voor de nieuwe<br />
bestemming die in de lijst wordt opgeslagen.<br />
• Raak “Contact zoeken” aan om via de<br />
naam van de contactpersoon te zoeken.<br />
• Druk op om de invoerinformatie<br />
weer te geven en te bewerken.<br />
(Zie pagina 61.)<br />
3 Het scherm voor het starten van de<br />
routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />
(Zie pagina 43.)<br />
36
2. BESTEMMING ZOEKEN<br />
BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />
HET “Bestemming”-SCHERM<br />
Er zijn verschillende manieren om een<br />
bestemming te zoeken.<br />
(a)Bestemming zoeken via adres<br />
(b)Bestemming zoeken via Nuttige<br />
Plaatsen<br />
(c)Bestemming zoeken via geavanceerd<br />
1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />
“Adres”<br />
Een bestemming kan worden gezocht<br />
via de naam van een stad of postcode.<br />
1 Raak “Adres” op het “Bestemming”-<br />
scherm aan.<br />
2 Raak “Land” aan.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak “Bestemming” aan.<br />
aan<br />
3 Geef het gewenste land in.<br />
• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
3 Raak de tabtoets aan voor de gewenste<br />
methode.<br />
4 Raak “Plaats” of “Code” aan om de<br />
naam van de stad of de postcode in te<br />
geven.<br />
• Gelieve de volgende pagina's te raadplegen<br />
voor een beschrijving van elke handeling.<br />
• Als een “Plaats” of “Code” wordt ingegeven,<br />
wordt de andere automatisch ingegeven.<br />
37
2. BESTEMMING ZOEKEN<br />
5 Raak “Straat” aan om de straatnaam<br />
in te geven.<br />
6 Raak “Nr.” of “Kruispunt” aan om<br />
een huisnummer of naam van een<br />
kruispunt in te geven.<br />
• Het is niet mogelijk om tezelfdertijd een<br />
huisnummer en kruispunt in te geven.<br />
7 Raak “Start berekening” aan.<br />
8 Het scherm voor het starten van de<br />
routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />
(Zie pagina 43.)<br />
INFORMATIE<br />
● “Start berekening” kan worden geselecteerd<br />
zodra er een “Plaats” of<br />
“Code” werd ingegeven. Als u “Start<br />
berekening” aanraakt als enkel een<br />
“Plaats” of “Code” werd ingegeven,<br />
start een routezoektocht met het centrum<br />
van de ingegeven stad als bestemming.<br />
● Als u<br />
aanraakt, zullen<br />
ingevoerde gegevens behalve “Land”<br />
worden verwijderd.<br />
BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />
“POI”<br />
Nuttige Plaatsen in een bepaald gebied<br />
kunnen worden gezocht via categorie,<br />
naam of op de kaart.<br />
■“Op categorie” ZOEKEN<br />
1 Raak “POI” op het “Bestemming”-<br />
scherm aan.<br />
2 Raak “Op categorie” aan.<br />
3 Raak het gewenste item aan om het<br />
gebied te doorzoeken. (Zie pagina 40.)<br />
4 Raak de gewenste categorie aan.<br />
38
2. BESTEMMING ZOEKEN<br />
5 Raak aan voor het gewenste item.<br />
• Als u het gewenste item hebt aangeraakt,<br />
wordt het scherm voor het starten van de<br />
routebegeleiding onmiddellijk weergegeven.<br />
(Zie pagina 43.)<br />
6 Raak “<strong>Go</strong>” aan.<br />
■“Op naam” ZOEKEN<br />
1 Raak “POI” op het “Bestemming”-<br />
scherm aan.<br />
2 Raak “Op naam” op het “POI”-scherm<br />
aan.<br />
3 Raak het gewenste item aan om het<br />
gebied te doorzoeken. (Zie pagina 40.)<br />
4 Geef de naam van de Nuttige Plaats in.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
• Als u “Bewaar” aanraakt, wordt de<br />
plaats in de “Bewaar”-lijst op het<br />
“Bestemming”-scherm geregistreerd.<br />
(Zie pagina 57.)<br />
• Als u aanraakt, wordt het geregistreerde<br />
telefoonnummer gebeld.<br />
7 Het scherm voor het starten van de<br />
routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />
(Zie pagina 43.)<br />
INFORMATIE<br />
● De lijst met zoekresultaten voor Nuttige<br />
Plaatsen wordt gerangschikt op afstand tot<br />
de Nuttige Plaats. De afstand kan op de<br />
volgende manieren worden gerangschikt:<br />
• Als het zoekgebied op “Op huidige<br />
positie”, “Rond” of “Langs de<br />
route” wordt ingesteld, wordt de<br />
afstand berekend van de huidige positie<br />
tot de Nuttige Plaats.<br />
• Als het zoekgebied op “Op bestemming”<br />
wordt ingesteld, wordt de<br />
afstand berekend van de bestemming<br />
tot de Nuttige Plaats.<br />
5 Raak “OK” aan.<br />
6 Volg de stappen “Via “Op categorie”<br />
ZOEKEN” vanaf “STAP 5”.<br />
(Zie pagina 38.)<br />
■“Op de kaart” ZOEKEN<br />
1 Raak “POI” op het “Bestemming”-<br />
scherm aan.<br />
2 Raak “Op de kaart” op het “POI”-<br />
scherm aan.<br />
3 Raak het gewenste item aan om het gebied<br />
te doorzoeken. (Zie pagina 40.)<br />
4 Raak het icoontje van de gewenste Nuttige<br />
Plaats op de kaart aan.<br />
5 Volg de stappen “Via “Op categorie” ZOE-<br />
KEN” vanaf “STAP 5”. (Zie pagina 38.)<br />
INFORMATIE<br />
● Afhankelijk van de huidige schaal van<br />
de kaart zijn niet alle icoontjes voor<br />
Nuttige Plaatsen beschikbaar om te<br />
worden geselecteerd.<br />
39
2. BESTEMMING ZOEKEN<br />
■HET ZOEKGEBIED SELECTEREN<br />
1 Raak “Op categorie”, “Op naam” of<br />
“Op de kaart” aan.<br />
“Omstreeks”-gebied selecteren<br />
Als u “Bewaar” selecteert, raakt u<br />
“Definiëren” aan om het gewenste<br />
zoekgebied te selecteren.<br />
1 Raak “Land” aan om een land te selecteren.<br />
2 Raak het gewenste item aan om het<br />
gebied te doorzoeken.<br />
2 Raak “Plaats” of “Code” aan om de<br />
naam of postcode in te geven.<br />
3 Raak “Definiëren als zoekgebied”<br />
aan.<br />
“Op huidige positie”: In de buurt van de<br />
huidige positie.<br />
“Rond”: In de buurt van het gedefinieerde<br />
land (Zie pagina 40.)<br />
“Op bestemming”: In de buurt van de<br />
hoofdbestemming<br />
“Langs de route”: Langs de huidige route<br />
INFORMATIE<br />
● Als een “Plaats” of “Code” wordt ingegeven,<br />
wordt de andere automatisch<br />
ingegeven.<br />
● Als u<br />
aanraakt, zullen<br />
ingevoerde gegevens behalve “Land”<br />
worden verwijderd.<br />
INFORMATIE<br />
● Als de routebegeleiding niet wordt<br />
gebruikt, kunnen “Op bestemming” en<br />
“Langs de route” niet worden geselecteerd.<br />
● Als u “Op bestemming” selecteert, zullen<br />
Nuttige Plaatsen in de buurt van de<br />
bestemming worden gezocht. Nuttige<br />
Plaatsen in de buurt van viapunten zullen<br />
niet worden gezocht.<br />
40
2. BESTEMMING ZOEKEN<br />
BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />
“Meer”<br />
1 Raak “Meer” op het “Bestemming”-<br />
scherm aan.<br />
2 Raak de gewenste manier om de bestemming<br />
te zoeken, aan.<br />
• Gelieve de volgende pagina's te raadplegen<br />
voor een beschrijving van elke handeling.<br />
■PUNT OP DE KAART SELECTEREN<br />
1 Raak “Selecteer punt op de kaart”<br />
op het “Meer”-scherm aan.<br />
2 Raak het gewenste punt op de kaart<br />
aan.<br />
• Als u “Bewaar” aanraakt, wordt de<br />
plaats in de “Bewaard”-lijst op het<br />
“Bestemming”-scherm geregistreerd.<br />
(Zie pagina 57.)<br />
4 Het scherm voor het starten van de<br />
routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />
(Zie pagina 43.)<br />
■GEO-COÖRDINATEN INGEVEN<br />
Geo-coördinaten kunnen in DMS-formaat<br />
(Graden°, Minuten’, Seconden”)<br />
worden ingegeven. Enkel coördinaatwaarden<br />
die mogelijk bestaan, kunnen<br />
worden ingegeven. Onmogelijke coördinaatwaarden<br />
en hun relevante<br />
schermtoetsen zullen dof worden<br />
weergegeven.<br />
1 Raak “Coördinaten invoeren” op het<br />
“Geavanceerd”-scherm aan.<br />
2 Raak “N” of “S” aan.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
3 Raak “<strong>Go</strong>” aan.<br />
3 Geef de breedtegraad in (Graden°, Minuten’,<br />
Seconden”).<br />
4 Raak “W” of “E” aan.<br />
5 Geef de lengtegraad in (Graden°, Minuten’,<br />
Seconden”).<br />
6 Raak “OK” aan.<br />
41
2. BESTEMMING ZOEKEN<br />
7 Raak “<strong>Go</strong>” aan.<br />
• Als u “Bewaar” aanraakt, wordt de<br />
plaats in de “Bewaard”-lijst op het<br />
“Bestemming”-scherm geregistreerd.<br />
(Zie pagina 58.)<br />
8 Het scherm voor het starten van de<br />
routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />
(Zie pagina 43.)<br />
INFORMATIE<br />
● Als er een bestemming wordt ingegeven<br />
die niet op een weg is gelegen, zal het<br />
voertuig worden begeleid naar een<br />
plaats op een weg die het dichtste bij de<br />
bestemming ligt.<br />
■ONLINE ZOEKEN<br />
Een bestemming kan worden geselecteerd<br />
via een aangesloten service.<br />
Voor gedetailleerde informatie over<br />
aangesloten services, zie pagina 86.<br />
42
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
1. ROUTEBEGELEIDING STARTEN<br />
SCHERM VOOR HET STAR-<br />
TEN VAN DE ROUTEBEGE-<br />
LEIDING<br />
Nadat u de bestemming hebt gezocht, wordt<br />
het scherm voor het starten van de routebegeleiding<br />
weergegeven.<br />
Naargelang de instelling zal ofwel het normale<br />
scherm of het scherm met routealternatieven<br />
worden weergegeven. (Zie pagina 69.)<br />
WAARSCHUWING<br />
● Zorg ervoor dat u de verkeersreglementen<br />
opvolgt en houd tijdens het rijden rekening met<br />
de wegomstandigheden. Als een verkeersbord<br />
op de weg werd gewijzigd, is het mogelijk dat<br />
de routebegeleiding dergelijke gewijzigde informatie<br />
niet aangeeft.<br />
NORMAAL SCHERM<br />
De aanbevolen route wordt op de kaart<br />
weergegeven.<br />
1 Raak “<strong>Go</strong>” aan.<br />
INFORMATIE<br />
● De standaard aanbevolen route kan worden<br />
gewijzigd. (Zie pagina's 44 en 69.)<br />
● De aankomsttijd of de resterende tijd wordt<br />
in de rechterbovenhoek van de kaart weergegeven.<br />
Elke keer het gebied wordt aangeraakt,<br />
wisselt het scherm tussen de<br />
aankomsttijd en de resterende tijd.<br />
● De afstand van de volledige route wordt op<br />
de kaart weergegeven.<br />
● Het scherm voor het starten van de routebegeleiding<br />
wordt altijd in 2D Noord weergegeven.<br />
SCHERM MET ROUTEALTER-<br />
NATIEVEN<br />
Op de kaart worden drie aanbevolen<br />
routes weergegeven.<br />
1 Raak één van de drie aanbevolen routes<br />
aan om ze te selecteren.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
• “Voorkeuren”: Druk om de routevoorkeuren aan<br />
te passen vóór de routebegeleiding te starten.<br />
(Zie pagina 44.)<br />
• “Vermijd”: Druk om de ontwijkingscriteria aan te<br />
passen vóór de routebegeleiding te starten. (Zie<br />
pagina 44.)<br />
2 Start de routebegeleiding.<br />
(Zie pagina 45.)<br />
• “Vermijd”: Druk om de ontwijkingscriteria<br />
aan te passen vóór de routebegeleiding<br />
te starten. (Zie pagina 44.)<br />
2 Start de routebegeleiding.<br />
(Zie pagina 45.)<br />
INFORMATIE<br />
● De aankomsttijd en afstand van de volledige<br />
route worden in de lijst weergegeven.<br />
● Het scherm voor het starten van de routebegeleiding<br />
wordt altijd in 2D Noord<br />
weergegeven.<br />
43
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
DE ROUTE INSTELLEN<br />
DE ROUTEVOORKEUREN<br />
INSTELLEN<br />
1 Raak “Voorkeuren” op het scherm<br />
voor het starten van de routebegeleiding<br />
aan.<br />
DE ONTWIJKINGSCRITERIA<br />
INSTELLEN<br />
1 Raak “Vermijd” op het scherm voor<br />
het starten van de routebegeleiding<br />
aan.<br />
2 Raak het gewenste item aan.<br />
2 Raak het gewenste item aan.<br />
“Snelle route”: Druk om de snelste route<br />
te berekenen.<br />
“Korte route”: Druk om de kortste route te<br />
berekenen.<br />
“Ecologische route”: Druk om een ecologische<br />
route te berekenen.<br />
3 De route wordt herberekend.<br />
“Snelwegen vermijden”: Druk om<br />
snelwegen te vermijden.<br />
“Tolwegen vermijden”: Druk om tolwegen<br />
te vermijden.<br />
“Tunnels vermijden”: Druk om tunnels<br />
te vermijden.<br />
“Veerboot / autotrein vermijden”:<br />
Druk om veerboten / autotreinen vermijden.<br />
3 Raak aan.<br />
4 De route wordt herberekend.<br />
INFORMATIE<br />
● Het instellen van de routevoorkeuren en<br />
ontwijkingscriteria kan ook worden<br />
gewijzigd via het “Route-opties”-scherm.<br />
(Zie pagina 69.)<br />
44
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
2. ROUTEBEGELEIDING<br />
ROUTEBEGELEIDINGS-<br />
SCHERM<br />
Terwijl de route wordt begeleid, wordt<br />
het volgende scherm weergegeven.<br />
■WEGWIJZERS<br />
Als u een bocht nadert, wordt automatisch<br />
een wegwijzer weergegeven.<br />
2<br />
• Op dit scherm wordt de volgende informatie<br />
weergegeven.<br />
Nr.<br />
Informatie<br />
■AANBEVOLEN RIJSTROOK<br />
Als u een manoeuvre nadert, wordt de<br />
aanbevolen rijstrook automatisch<br />
weergegeven.<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
Afstand en reis-/aankomsttijd tot de<br />
bestemming<br />
Verkeersbericht op de route (Zie pagina<br />
34.)<br />
Het gekleurde deel van de balk vermindert<br />
naarmate het voertuig de<br />
volgende bocht nadert<br />
Afstand tot de volgende bocht met<br />
een pijl die de draairichting aangeeft<br />
Naam van de weg waarop u momenteel<br />
rijdt<br />
Huidige positie<br />
Begeleidingsroute<br />
■AUTOMATISCHE ZOOM<br />
Bij het naderen van een kruispunt zal<br />
de kaart automatisch inzoomen.<br />
INFORMATIE<br />
● Als het voertuig van de begeleide route<br />
afwijkt, wordt de route herberekend.<br />
● Voor bepaalde gebieden werden de<br />
wegen niet volledig in onze databank<br />
gedigitaliseerd. Vandaar dat de routebegeleiding<br />
een weg kan selecteren<br />
waarop u beter niet rijdt.<br />
● De bovenstaande items zullen afhankelijk<br />
van de kaartschaal worden weergegeven.<br />
● Het weergeven van de bovenstaande<br />
items kan worden uitgeschakeld. (Zie<br />
pagina 65.)<br />
45
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
GESPROKEN BEGELEIDING<br />
De gesproken begeleiding geeft verschillende<br />
berichten naarmate u een<br />
kruispunt, of een andere plaats waar u<br />
een manoeuvre moet uitvoeren, nadert.<br />
• Als u aanraakt terwijl de routebegeleiding<br />
actief is, wordt de laatste navigatieaankondiging<br />
herhaald.<br />
• Nadat u hebt aangeraakt, raakt u<br />
“+” of “-” aan om het volumeniveau van<br />
de navigatieaankondigingen aan te passen.<br />
• Nadat u “+” of “-” hebt aangeraakt, wordt<br />
er kort en hoorbaar informatie gegeven<br />
om het huidige volumeniveau te controleren<br />
(bv. luider/stiller).<br />
INFORMATIE<br />
● Het is mogelijk dat de gesproken begeleiding<br />
door de beperkingen van de<br />
tekst-naar-spraak-functie bepaalde<br />
straatnamen niet correct of duidelijk kan<br />
uitspreken.<br />
● Op autowegen, internationale wegen of<br />
andere snelwegen met hogere snelheidsbeperkingen<br />
zal de gesproken<br />
begeleiding vroeger gebeuren dan op<br />
stadswegen zodat u meer tijd hebt om<br />
een manoeuvre uit te voeren.<br />
● Als het systeem niet in staat is om de<br />
huidige positie van het voertuig correct<br />
te bepalen (in geval van een slechte ontvangst<br />
van GPS-signalen) kan de<br />
gesproken begeleiding te vroeg of te<br />
laat gebeuren.<br />
WAARSCHUWING<br />
● Zorg ervoor dat u de verkeersreglementen<br />
opvolgt en houd rekening met de<br />
wegomstandigheden, vooral als u op<br />
wegen rijdt die nog niet volledig in onze<br />
databank zijn gedigitaliseerd. Het is<br />
mogelijk dat de routebegeleiding nog<br />
niet over de geüpdatete informatie,<br />
zoals de richting van een eenrichtingsstraat,<br />
beschikt.<br />
KNOOPPUNTWEERGAVE<br />
• Bij het naderen van een knooppunt op een<br />
snelweg kan het knooppunt weergegeven<br />
worden.<br />
46
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
3. DE ROUTE INSTELLEN EN VERWIJDEREN<br />
Routes kunnen tijdens de routebegeleiding<br />
worden gecontroleerd, gewijzigd<br />
en herberekend.<br />
Nr.<br />
Functie<br />
Druk om de instelling van de kaart te<br />
wijzigen. (Zie pagina 65.)<br />
INSTELLEN VIA HET<br />
“Opties”-SCHERM<br />
Het controleren en instellen van routes<br />
gebeurt meestal op het “Opties”-<br />
scherm.<br />
1 Raak “Opties” aan.<br />
2 Raak de gewenste items aan.<br />
Druk om de huidige routebegeleiding<br />
te stoppen.<br />
Druk om de routevoorkeuren en ontwijkingscriteria<br />
voor de routeberekening<br />
in te stellen. (Zie pagina 48.)<br />
Druk om een lijst met de verschillende<br />
segmenten van de route weer te<br />
geven. Het is ook mogelijk om een<br />
omleiding te definiëren. (Zie pagina<br />
48.) (De huidige status wordt rechts<br />
van het item weergegeven.)<br />
Druk om de volledige route weer te<br />
geven.<br />
Druk om een vaste afstand op de af<br />
te leggen weg te blokkeren. (Zie pagina<br />
49.) (De huidige status wordt<br />
rechts van het item weergegeven.)<br />
Druk om de huidige locatie, geo-coördinaten<br />
en GPS-informatie weer te geven.<br />
(Zie pagina 25.)<br />
Druk om de informatie van de bestemming<br />
weer te geven. (Zie pagina<br />
49.)<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden uitgevoerd.<br />
47
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
ROUTEVOORKEUREN OF<br />
ONTWIJKINGSCRITERIA<br />
INSTELLEN<br />
1 Raak “Route-opties voor huidige<br />
route” op het “Opties”-scherm aan.<br />
2 Raak het gewenste item om de routeinstelling<br />
te wijzigen, aan.<br />
DE ROUTELIJST WEERGEVEN<br />
Een lijst met de verschillende segmenten<br />
van de route kan worden weergegeven.<br />
1 Raak “Routelijst” op het “Opties”-<br />
scherm aan.<br />
2 Raak het gewenste item aan om het<br />
segment weer te geven.<br />
“Voorkeuren”: Druk om de routevoorkeuren<br />
aan te passen. (Zie pagina 44.)<br />
“Vermijd”: Druk om de ontwijkingscriteria<br />
aan te passen. (Zie pagina 44.)<br />
3 De route wordt herberekend.<br />
• Begeleidingspijl, straatnaam, afstand tot<br />
de plaats worden weergegeven.<br />
3 Het detail van het segment wordt weergegeven.<br />
of : Druk om het volgende of vorige<br />
segment weer te geven.<br />
• Raak “Omweg” aan om het gewenste<br />
segment om te leiden. (Zie pagina 52.)<br />
48
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
AF TE LEGGEN WEGBLOKKE-<br />
RING<br />
Een vaste afstand op de af te leggen<br />
weg kan worden geblokkeerd.<br />
1 Raak “Deze weg blokkeren” op het<br />
“Opties”-scherm aan.<br />
2 Raak het gewenste item aan om de gewenste<br />
omleidingsafstand te selecteren.<br />
INFORMATIE OVER DE BE-<br />
STEMMING WEERGEVEN<br />
Informatie over de bestemming wordt<br />
weergegeven.<br />
1 Raak “Bestemmingsinformatie” op<br />
het “Opties”-scherm aan.<br />
2 Het scherm met de informatie over de<br />
bestemming verschijnt.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
“Wegblokkering uitschakelen”: Druk om<br />
de functie te deactiveren.<br />
“Volgende 2 km blokkeren” ~ “Volgende<br />
20 km blokkeren”: Druk om de volgende<br />
2 km ~ 20 km van de huidige route<br />
(weg) om te leiden.<br />
• “Wegblokkering uitschakelen” kan worden<br />
geselecteerd als het blokkeren van de<br />
af te leggen weg is geactiveerd.<br />
3 De route wordt herberekend.<br />
• Een geblokkeerde route zal op de kaart<br />
worden aangeduid.<br />
• Nadat de geblokkeerde route is omgeleid,<br />
zal het blokkeren van de af te leggen weg<br />
automatisch worden gedeactiveerd.<br />
• Op dit scherm wordt de volgende informatie<br />
weergegeven.<br />
Nr.<br />
Informatie<br />
Adres van bestemming<br />
Geselecteerde routevoorkeur<br />
Geselecteerde ontwijkingscriteria<br />
Aankomsttijd, resterende tijd en<br />
afstand tot bestemming<br />
Adres van elke tussenstop (indien<br />
ingegeven)<br />
49
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
BESTEMMINGEN TOEVOE-<br />
GEN<br />
Bestemmingen kunnen worden toegevoegd<br />
en de route wordt dienovereenkomstig<br />
gewijzigd.<br />
1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak “Bestemming” aan.<br />
aan<br />
Als u de bestemming via “Voer adres<br />
in” zoekt<br />
5 Raak “Tussenstop toevoegen” aan.<br />
Als u de bestemming via “Selecteer<br />
punt op de kaart” of “Coördinaten invoeren”<br />
zoekt<br />
5 Raak “Toevoegen” aan.<br />
Als u de bestemming via andere manieren<br />
zoekt<br />
5 Raak de gewenste invoer aan.<br />
6 Raak “Tussenstop invoegen” aan<br />
om de positie van de tussenstop te selecteren.<br />
• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
3 Raak “Viapunt” op het “Bestemming”-scherm<br />
aan.<br />
4 Raak de gewenste manier om de bestemming<br />
te zoeken, aan.<br />
7 De route wordt herberekend.<br />
INFORMATIE<br />
● Naast de hoofdbestemming kunnen<br />
maximaal 4 tussenstops worden ingesteld.<br />
● De hoofdbestemming wordt aangeduid<br />
door<br />
, de tussenstops worden aangeduid<br />
door .<br />
• Voor gedetailleerde informatie over het<br />
zoeken naar de bestemming op de kaart,<br />
zie pagina 35.<br />
50
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
BESTEMMINGEN BEWERKEN Nr. Functie<br />
1 Raak “Toon bestemminglijst” op het<br />
“Viapunt”-scherm aan.<br />
Druk om de plaats in de “Bewaard”-<br />
lijst op het “Bestemming”-scherm te<br />
registreren. (Zie pagina 58.)<br />
Druk om de volgorde van de bestemmingen<br />
te wijzigen. Raak<br />
2<br />
2 Raak de bestemming die u wenst te<br />
bewerken, aan.<br />
of aan om de bestemming naar<br />
boven of naar onder in de volgorde<br />
die op het volgende scherm wordt<br />
weergegeven, te bewegen.<br />
Druk om de bestemming te verwijderen.<br />
Druk om alle tussenstops te verwijderen.<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
3 Raak het gewenste item aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Als de hoofdbestemming wordt verwijderd,<br />
wordt de laatste tussenstop vóór<br />
de verwijderde bestemming de nieuwe<br />
hoofdbestemming.<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden uitgevoerd.<br />
51
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
EEN SEGMENT OP DE ROUTE<br />
OMLEIDEN<br />
EEN SEGMENT VAN DE ROU-<br />
TELIJST OMLEIDEN<br />
■HET OMGELEIDE SEGMENT ANNULEREN<br />
1 Toon de routelijst. (Zie pagina 48.)<br />
2 Raak “Detours” aan.<br />
Als u een segment omleidt, kan de omleidingsroute<br />
worden gewijzigd.<br />
■HET SEGMENT OMLEIDEN<br />
1 Toon de routelijst. (Zie pagina 48.)<br />
2 Raak het segment dat u wenst om te<br />
leiden, aan.<br />
3 Raak “Omweg uit” aan.<br />
3 Raak “Omweg” aan.<br />
• Als er meer dan één plaats om om te leiden<br />
is, wordt een lijst van plaatsen om om<br />
te leiden, weergegeven. Selecteer plaatsen<br />
uit de lijst om het omleiden ervan te<br />
annuleren.<br />
4 De route wordt herberekend.<br />
of : Druk om het volgende of vorige<br />
segment weer te geven.<br />
4 De route wordt herberekend.<br />
52
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
EEN SEGMENT UIT EEN LIJST<br />
VAN VERKEERSBERICHTEN<br />
OMLEIDEN<br />
Als een verkeersbericht betrekking<br />
heeft op de route waarop u zich bevindt,<br />
kan het gewenste segment worden<br />
omgeleid.<br />
■HET SEGMENT OMLEIDEN<br />
1 De lijst met verkeersinformatie weergeven.<br />
(Zie pagina 32.)<br />
2 Raak “Op route” aan.<br />
3 Raak het segment dat u wenst om te<br />
leiden, aan.<br />
5 De route wordt herberekend.<br />
• Het teken van het TMC op het “Op route”-<br />
scherm verandert in .<br />
■HET OMGELEIDE SEGMENT ANNULEREN<br />
1 Raak het omgeleide segment op het<br />
“Op route”-scherm aan.<br />
2 Raak “Omweg uit” aan.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
of : Druk om het volgende of vorige<br />
bericht weer te geven.<br />
4 Raak “Omweg” aan.<br />
• Als u<br />
∗<br />
aanraakt, wordt het verkeersbericht<br />
voorgelezen. Om deze<br />
functie te annuleren, raakt u<br />
aan.<br />
3 De route wordt herberekend.<br />
• Het teken van het TMC op het “Op route”-<br />
scherm verandert in .<br />
∗<br />
of : Druk om het volgende of vorige<br />
bericht weer te geven.<br />
∗<br />
• Als u aanraakt, wordt het verkeersbericht<br />
voorgelezen. Om deze<br />
functie te annuleren, raakt u<br />
aan.<br />
∗<br />
∗ : Indien uitgerust<br />
53
3. ROUTEBEGELEIDING<br />
DE ROUTE HERBEREKENEN<br />
VIA DE VERKEERSBERICH-<br />
TEN<br />
• Als u op "Toon omweg" drukt, wordt visuele<br />
informatie over uw omleidingsroute<br />
gegeven. Bovenaan wordt informatie over<br />
de tijdsbesparingen en de omleiding (in<br />
km) gegeven.<br />
Op de route wordt u op de hoogte gebracht<br />
van relevante verkeersberichten<br />
door een pop-upscherm.<br />
Een pop-upscherm kan verschillen<br />
naargelang de instellingen van de verkeersberichten.<br />
(Zie pagina 71.)<br />
ALS U “Automatisch” SELEC-<br />
TEERT<br />
1 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />
2 De route wordt automatisch herberekend.<br />
ALS U “Handmatig” SELEC-<br />
TEERT<br />
1 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />
54
4. MIJN BESTEMMINGEN<br />
1. EEN INVOER REGISTREREN<br />
EEN NIEUWE INVOER REGIS-<br />
TREREN<br />
5 Geef het invoeradres in. (Zie pagina<br />
37.)<br />
Met dit systeem kunt u tot 200 bestemmingen<br />
registreren.<br />
2<br />
REGISTREREN VANUIT HET<br />
“Bestemming”-SCHERM<br />
1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak “Bestemming” aan.<br />
aan<br />
6 Raak “Bewaar nieuw item” aan.<br />
7 Geef de invoernaam in.<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
3 Raak “Bewaard” op het “Bestemming”-scherm<br />
aan.<br />
4 Raak “Nieuw item maken” aan.<br />
8 Raak “OK” aan.<br />
9 De invoer wordt opgeslagen in de “Bewaard”-lijst.<br />
• Raak aan om de invoerinformatie<br />
weer te geven en te bewerken. (Zie<br />
pagina 61.)<br />
55
4. MIJN BESTEMMINGEN<br />
■“Thuis” REGISTREREN<br />
Als “Thuis” nog niet is geregistreerd,<br />
kunt u door “Thuis” aan te raken, een<br />
thuisadres registreren.<br />
1 Raak “Thuis” aan.<br />
2 Raak “Ja” aan.<br />
Als u de bestemming via “Voer adres<br />
in” zoekt<br />
4 Raak “Thuisadres opslaan” aan.<br />
Als u de bestemming via “Selecteer<br />
punt op de kaart” of “Coordinaten invoeren”<br />
zoekt<br />
4 Raak “Bewaar” aan.<br />
Als u de bestemming via andere manieren<br />
zoekt<br />
4 Raak de gewenste invoer uit de lijst<br />
aan.<br />
5 De invoer wordt geregistreerd als<br />
“Thuis” in de “Bewaard”-lijst.<br />
• Raak aan om de invoerinformatie<br />
weer te geven en te bewerken. (Zie<br />
pagina 61.)<br />
3 Raak de gewenste manier om de<br />
plaats te zoeken, aan.<br />
• Voor gedetailleerde informatie over het<br />
zoeken naar de plaats op de kaart, zie<br />
pagina 35.<br />
56
4. MIJN BESTEMMINGEN<br />
REGISTREREN VAN OP DE<br />
KAART<br />
1 Raak de gewenste plaats op de kaart<br />
aan.<br />
2 Raak “Bewaar” aan.<br />
3 Volg de stappen “REGISTREREN<br />
VANUIT HET “Bestemming”-SCHERM”<br />
vanaf “STAP 7”. (Zie pagina 55.)<br />
REGISTREREN VANUIT DE<br />
LIJST<br />
■REGISTREREN VANUIT DE LIJST<br />
OP HET “Vorige”- OF “Telefoonboek”-SCHERM<br />
1 Zoek de plaats via “Laatste” of “Telefoonboek”.<br />
(Zie pagina 36.)<br />
2 Raak aan naast het gewenste<br />
item.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
REGISTREREN VANUIT NUTTI-<br />
GE PLAATSEN<br />
1 Zoek de plaats via “POI”. (Zie pagina's<br />
32 en 38.)<br />
2 Raak “Bewaar” aan.<br />
3 Raak “Toevoegen aan bewaarde<br />
contacten” aan.<br />
3 Volg de stappen “REGISTREREN<br />
VANUIT HET “Bestemming”-SCHERM”<br />
vanaf “STAP 7”. (Zie pagina 55.)<br />
4 Volg de stappen “REGISTREREN<br />
VANUIT HET “Bestemming”-SCHERM”<br />
vanaf “STAP 7”. (Zie pagina 55.)<br />
INFORMATIE<br />
● Als de contactinformatie een adres en<br />
telefoonnummer bevat, worden deze<br />
opgeslagen in de “Bewaard”-lijst op het<br />
“Bestemming”-scherm en “Contacten”-<br />
scherm. (Zie pagina's 55 en 157.)<br />
57
4. MIJN BESTEMMINGEN<br />
■REGISTREREN VANUIT DE LIJST<br />
MET BESTEMMINGEN<br />
1 Toon het “Toon bestemminglijst”-<br />
scherm. (Zie pagina 51.)<br />
2 Raak de gewenste bestemming aan.<br />
REGISTREREN VANUIT GEO-<br />
COÖRDINATEN<br />
1 Zoek de plaats via “Coördinaten invoeren”.<br />
(Zie pagina 41.)<br />
2 Raak “Bewaar” aan.<br />
3 Raak “Toevoegen aan bewaarde<br />
contacten” aan.<br />
3 Volg de stappen “REGISTREREN<br />
VANUIT HET “Bestemming”-SCHERM”<br />
vanaf “STAP 7”. (Zie pagina 55.)<br />
4 Volg de stappen “REGISTREREN<br />
VANUIT HET “Bestemming”-SCHERM”<br />
vanaf “STAP 7”. (Zie pagina 55.)<br />
58
4. MIJN BESTEMMINGEN<br />
REGISTREREN VANAF EEN<br />
EXTERN APPARAAT<br />
Met “CSI” geformatteerde gegevens<br />
kunnen vanaf een USB-geheugen<br />
naar dit systeem worden overgezet.<br />
Overgezette adressen en nummers<br />
worden opgeslagen in de “Bewaard”-<br />
lijst op het “Bestemming”-scherm en<br />
“Contacten”-scherm. (Zie pagina's 55<br />
en 157.)<br />
■ADRESSEN LADEN VIA EEN USB-<br />
GEHEUGEN<br />
1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />
en sluit een USB-geheugen aan.<br />
3 Raak “Bestemming” aan.<br />
• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
4 Raak “Meer” op het “Bestemming”-<br />
scherm aan.<br />
5 Raak “Contacten laden vanaf USB”<br />
aan.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />
instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />
of handschoenkastje, enz. De locatie<br />
en het design verschillen naargelang het<br />
voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />
van de “Gebruikershandleiding”.<br />
2 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
aan<br />
6 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />
terwijl de gegevens worden geladen.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />
“Annuleren” aan.<br />
59
4. MIJN BESTEMMINGEN<br />
7 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />
als het laden is afgelopen.<br />
8 De invoer wordt geregistreerd in de<br />
“Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-<br />
scherm en het “Contacten”-scherm.<br />
(Zie pagina's 55 en 157.)<br />
■ADRESSEN VANUIT EEN SERVER<br />
LADEN<br />
Adressen en nummers kunnen worden<br />
toegevoegd door ze van een internetserver<br />
te downloaden. Ze worden<br />
opgeslagen in de “Bewaard”-lijst op<br />
het “Bestemming”-scherm en het<br />
“Contacten”-scherm. (Zie pagina's 55<br />
en 157.) Voor gedetailleerde informatie<br />
over aangesloten services, zie pagina<br />
86.<br />
BERICHT<br />
● Schakel de motor niet uit tijdens het<br />
downloaden.<br />
INFORMATIE<br />
● Het downloaden is in de volgende gevallen<br />
mogelijk niet correct beëindigd:<br />
• Als de motorschakelaar tijdens het<br />
downloaden werd uitgeschakeld<br />
• Als het USB-geheugen werd verwijderd<br />
vooraleer het downloaden werd<br />
beëindigd<br />
● Als een bericht zoals het onderstaande<br />
wordt weergegeven, verwijder X item(s)<br />
in de “Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-scherm<br />
of het “Contacten”-<br />
scherm om plaats te maken voor de<br />
nieuwe bestemming(en). (Zie pagina's<br />
61 en 159.)<br />
60
4. MIJN BESTEMMINGEN<br />
2. DE INVOERINFORMATIE WEERGEVEN EN BEWERKEN<br />
DE INVOERINFORMATIE<br />
WEERGEVEN EN BEWERKEN<br />
Het scherm met invoeropties van de<br />
“Telefoonboek”-lijst.<br />
Gedetailleerde informatie van de invoer<br />
in de lijst kan worden weergegeven<br />
of bewerkt.<br />
2<br />
1 Raak naast het gewenste item<br />
op het “Bestemming”-scherm aan.<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden uitgevoerd.<br />
Nr.<br />
Functie<br />
Druk om de details van de invoerinformatie<br />
weer te geven. (Zie<br />
pagina 62.)<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
Het scherm met invoeropties van de<br />
“Bewaard”-lijst.<br />
Het scherm met invoeropties van de<br />
“Vorige”-lijst.<br />
Druk om de invoernaam te wijzigen.<br />
(Zie pagina 62.)<br />
Druk om het adres te bewerken.<br />
(Zie pagina 62.)<br />
Druk om de invoer te verwijderen.<br />
Druk om alle ingevoerde gegevens<br />
te verwijderen.<br />
Druk om de invoer in de “Bewaard”-lijst<br />
op het “Bestemming”-<br />
scherm en het “Contacten”-<br />
scherm te registreren. (Zie pagina<br />
57.)<br />
61
4. MIJN BESTEMMINGEN<br />
TOON DETAILS VAN DE IN-<br />
VOER<br />
1 Raak “Toon details” aan.<br />
2 Dit scherm wordt weergegeven.<br />
HET ADRES BEWERKEN<br />
1 Raak “Adres bewerken” aan.<br />
2 Geef het nieuwe adres in. (Zie pagina<br />
37.)<br />
• Het adres wordt aangeduid op de kaart.<br />
• Het adres en, indien beschikbaar, een foto<br />
van de contactpersoon uit het telefoonboek<br />
van het systeem wordt weergegeven.<br />
• Als u “<strong>Go</strong>” aanraakt, wordt het scherm<br />
voor het starten van de routebegeleiding<br />
weergegeven.<br />
3 Raak “Wijzigingen opslaan” aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Als een invoer die uit een gsm is overgezet,<br />
wordt bewerkt, zal die wijziging<br />
effect hebben op de “Bewaard”-lijst op<br />
het “Bestemming”-scherm en het “Contacten”-scherm.<br />
(Zie pagina's 55 en 157.)<br />
DE INVOERNAAM WIJZIGEN<br />
1 Raak “Hernoem XX” aan.<br />
2 Geef de nieuwe naam in.<br />
3 Raak “OK” aan.<br />
62
4. MIJN BESTEMMINGEN<br />
3. OPGESLAGEN CONTACTPERSONEN NAAR EEN USB-GEHEUGEN STUREN<br />
OPGESLAGEN CONTACT-<br />
PERSONEN NAAR EEN USB-<br />
GEHEUGEN STUREN<br />
3 Raak “Algemeen” aan.<br />
De invoergegevens die in de “Bewaard”-lijst<br />
op het “Bestemming”-<br />
scherm en het “Contacten”-scherm zijn<br />
opgeslagen (Zie pagina's 55 en 157),<br />
kunnen naar een USB-geheugen worden<br />
overgezet.<br />
1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />
en sluit een USB-geheugen aan.<br />
4 Raak “Backup opgesl. cont. op<br />
USB” aan.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />
instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />
of handschoenkastje, enz. De locatie<br />
en het design verschillen naargelang het<br />
voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />
van de “Gebruikershandleiding”.<br />
2 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
5 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />
terwijl de gegevens worden verstuurd.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />
“Cancel” aan.<br />
6 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />
als het versturen van de gegevens<br />
naar het USB-geheugen afgelopen is.<br />
63
4. MIJN BESTEMMINGEN<br />
INFORMATIE<br />
● Het downloaden is in de volgende gevallen<br />
mogelijk niet correct beëindigd:<br />
• Als de motorschakelaar tijdens het<br />
downloaden werd uitgeschakeld<br />
• Als het USB-geheugen werd verwijderd<br />
vooraleer het downloaden werd<br />
beëindigd<br />
64
5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />
1. KAARTINSTELLINGEN<br />
DE KAART INSTELLEN<br />
1 Raak “Opties” aan.<br />
2<br />
2 Raak “Kaartinstellingen” aan.<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden ingesteld.<br />
Nr.<br />
Functie<br />
Druk om de lay-out van de kaart<br />
te wijzigen. (Zie pagina 26.)<br />
Druk om het scherm met de<br />
icooncategorieën van de Nuttige<br />
Plaatsen in te stellen.<br />
(Zie pagina 66.)<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
3 Raak het item aan dat moet worden ingesteld.<br />
Druk om het scherm naar de<br />
“Dag” of “Nacht”-kaart te wijzigen.<br />
(Zie pagina 67.)<br />
Druk om de geschatte tijd tussen<br />
“Aankomstinformatie” en<br />
“Resterende tijd” tot de bestemming<br />
te wisselen.<br />
(Zie pagina 67.)<br />
Druk om de functie voor snelheidsbeperkingen<br />
in te stellen.<br />
(Zie pagina 68.)<br />
Druk om het weergeven van het<br />
automatisch inzoomen op de<br />
kaart aan of uit te zetten. (Zie pagina<br />
45.)<br />
Druk om het weergeven van de<br />
routebegeleidingspijl aan of uit te<br />
zetten. (Zie pagina 45.)<br />
Druk om het weergeven van de<br />
naam van de straat waarop u<br />
momenteel rijdt, aan of uit te zetten.<br />
(Zie pagina 45.)<br />
65
5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />
Nr. Functie NUTTIGE PLAATSEN OP DE<br />
Druk om het weergeven van gebouwen<br />
KAART<br />
in 3D aan of uit te zetten.<br />
*<br />
(Zie pagina 28.)<br />
De categorieën van Nuttige Plaatsen<br />
die op de kaart worden weergegeven,<br />
kunnen worden geselecteerd.<br />
*<br />
Druk om het weergeven van historische<br />
monumenten aan of uit<br />
te zetten. (Zie pagina 28.)<br />
Druk om het weergeven van<br />
wegwijzers aan of uit te zetten.<br />
(Zie pagina 45.)<br />
Druk om de knooppuntweergave<br />
te tonen. (Zie pagina 46.)<br />
Druk om het weergeven van de<br />
aanbevolen rijstrook aan of uit te<br />
zetten. (Zie pagina 45.)<br />
1 Raak “POI's op de kaart” op het<br />
“Kaartinstellingen”-scherm aan.<br />
2 Selecteer de categorieën van Nuttige<br />
Plaatsen.<br />
*: Indien uitgerust<br />
Druk om het weergeven van de<br />
iconen van verkeersberichten<br />
aan of uit te zetten.<br />
(Zie pagina 45.)<br />
Druk om het weergeven van de<br />
iconen van snelheidscamera's<br />
aan of uit te zetten.<br />
(Zie pagina 28.)<br />
INFORMATIE<br />
● De huidige instelling van elk item wordt<br />
rechts ervan weergegeven.<br />
● Het aan te kruisen vakje van het geselecteerde<br />
item zal veranderen in<br />
als het item is geselecteerd. Alle geselecteerde<br />
items worden simultaan geactiveerd.<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden uitgevoerd.<br />
Nr.<br />
3 Raak aan.<br />
Functie<br />
Druk om alle categorieën weer te<br />
geven.<br />
Druk om alle iconen te verbergen.<br />
Druk om de geselecteerde iconen<br />
weer te geven.<br />
66
5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />
DAG-/NACHTKAART<br />
Het scherm kan worden veranderd in<br />
dagmodus of nachtmodus.<br />
1 Raak “Dag-/nachtmodus” op het<br />
“Kaartinstellingen”-scherm aan.<br />
2 Raak het gewenste item aan.<br />
INFORMATIE INZAKE<br />
AANKOMST<br />
De geschatte tijd tot de bestemming<br />
kan worden veranderd van aankomsttijd/afstand<br />
naar resterende tijd/afstand.<br />
Het kan ook worden<br />
uitgeschakeld.<br />
1 Raak “Aankomstinformatie” op het<br />
“Kaartinstellingen”-scherm aan.<br />
2 Raak het gewenste item aan.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
“Automatisch”: Druk om het scherm te<br />
veranderen in dag- of nachtmodus afhankelijk<br />
van de positie van de kopl<strong>amp</strong>knop.<br />
“Dag”: Druk om de kaart altijd in dagmodus<br />
weer te geven.<br />
“Nacht”: Druk om de kaart altijd in nachtmodus<br />
weer te geven.<br />
3 Raak aan.<br />
“Uit”: Druk om de geschatte tijd/afstand<br />
uit te schakelen.<br />
“Aankomsttijd/afstand”: Druk om de<br />
aankomsttijd in de rechterbovenhoek van<br />
de kaart weer te geven. De afstand tot de<br />
bestemming wordt ook weergegeven.<br />
“Resterende tijd/afstand”: Druk om de<br />
resterende tijd tot de bestemming in de<br />
rechterbovenhoek van de kaart weer te<br />
geven. De afstand tot de bestemming<br />
wordt ook weergegeven.<br />
3 Raak aan.<br />
67
5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />
SNELHEIDSBEPERKINGEN<br />
De functies inzake snelheidsbeperkingen<br />
kunnen worden gewijzigd.<br />
1 Raak “Maximumsneelheid” op het<br />
“Kaartinstellingen”-scherm aan.<br />
2 Raak het gewenste item aan.<br />
“Toon op de kaart”: Druk om de snelheidsbeperkingen<br />
op de kaart weer te geven.<br />
“Signaal bij overschrijden limiet met”:<br />
Druk om een gesproken waarschuwing te<br />
ontvangen, ingeval de snelheidsbeperking<br />
met een zeker bereik wordt overschreden.<br />
68
5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />
2. ROUTE-INSTELLINGEN<br />
DE ROUTEOPTIES<br />
INSTELLEN<br />
4 Raak het gewenste item aan.<br />
DE ROUTEBEREKENING<br />
INSTELLEN<br />
2<br />
De routevoorkeuren voor de routeberekening<br />
kunnen worden ingesteld.<br />
1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak “Route-opties” aan.<br />
aan<br />
• Het “Route-opties”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
3 Raak “Voorkeuren” aan.<br />
“Type route”: Druk om het routetype te<br />
selecteren uit “Snelle route”, “Korte route”<br />
en “Ecologische route”.<br />
“Gebruik verkeerspatronen”*: Druk om<br />
de verkeersinformatie in de routeberekening<br />
op te nemen.<br />
“Toon alternatieve routes”: Druk om 3<br />
routes (snelste, kortste en ecologisch) op<br />
de kaart na een routeberekening weer te<br />
geven.<br />
“Een rondreis maken”: Druk om de route<br />
automatisch te herberekenen naar het<br />
startpunt nadat de ingevoerde bestemming<br />
werd bereikt.<br />
• Ingevoerde tussenstops zullen ook op de<br />
weg terug naar het startpunt in beschouwing<br />
worden genomen.<br />
5 Raak aan.<br />
INFORMATIE<br />
● “Toon alternatieve routes” en “Een<br />
rondreis maken” kunnen niet tezelfdertijd<br />
worden geselecteerd.<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
∗ : Indien uitgerust<br />
69
5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />
DE ONTWIJKINGSCRITERIA<br />
VOOR DE ROUTEBEREKENING<br />
INSTELLEN<br />
4 Raak het gewenste item aan.<br />
De ontwijkingscriteria voor de routeberekening<br />
kunnen worden ingesteld.<br />
1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak “Route-opties” aan.<br />
aan<br />
“Snelwegen vermijden”: Druk om snelwegen<br />
te vermijden.<br />
“Tolwegen vermijden”: Druk om tolwegen<br />
te vermijden.<br />
“Tunnels vermijden”: Druk om tunnels te<br />
vermijden.<br />
“Veerboot / autotrein vermijden”: Druk<br />
om veerboten / autotreinen te vermijden.<br />
5 Raak aan.<br />
• Het “Route-opties”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
3 Raak “Vermijd” aan.<br />
70
5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />
3. INSTELLINGEN VOOR VERKEERSBERICHTEN<br />
INSTELLINGEN VOOR<br />
VERKEERSBERICHTEN<br />
1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak “Verkeersberichten” aan.<br />
aan<br />
“Radiusfilter” INSTELLEN<br />
Als de radiusfilter is ingesteld, worden<br />
enkel verkeersberichten binnen de radius<br />
in de lijst met verkeersberichten<br />
weergegeven.<br />
1 Raak “Radiusfilter” op het “TMC inst.”-scherm<br />
aan.<br />
2 Raak het gewenste item aan.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
• Het “Verkeersberichten”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van<br />
de “Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
3 Raak “TMC inst.” aan.<br />
“Uit”: Druk om de functie te deactiveren.<br />
“10 km” ~ “100 km”: Druk om de radius<br />
in te stellen tussen 10 km en 100 km.<br />
3 Raak aan.<br />
• Gelieve de volgende pagina's te raadplegen<br />
voor een beschrijving van elke instelling.<br />
71
5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />
“Dynamische nieuwe route”<br />
INSTELLEN<br />
De manier van omleiden kan worden<br />
ingesteld.<br />
1 Raak “Dynamische nieuwe route”<br />
op het “TMC inst.”-scherm aan.<br />
2 Raak het gewenste item aan.<br />
“TMC-radiostation” INSTELLEN<br />
De afstelling van het TMC-radiostation<br />
kan worden ingesteld.<br />
1 Raak “TMC-radiostation” op het<br />
“TMC inst.”-scherm aan.<br />
2 Raak het gewenste item aan.<br />
“Uit”: Druk om het ontvangen van verkeersberichten<br />
uit te schakelen en er<br />
wordt geen omleiding berekend.<br />
“Automatisch”: Druk om relevante verkeersberichten<br />
op de route als pop-upscherm<br />
weer te geven en activeer de<br />
automatische omleidingsberekening.<br />
“Handmatig”: Druk om relevante verkeersberichten<br />
op de route als pop-upscherm<br />
weer te geven maar deactiveer de<br />
automatische omleidingsberekening. De<br />
gebruiker beslist of een omleidingsberekening<br />
al dan niet wenselijk is.<br />
3 Raak aan.<br />
“Automatisch”: Druk om het systeem automatisch<br />
op het TMC-station met de beste<br />
ontvangst af te stellen.<br />
“Handmatig”: Druk om het TMC-station<br />
manueel af te stellen door of aan<br />
te raken.<br />
INFORMATIE<br />
● Als het manueel gekozen station niet<br />
langer kan worden ontvangen, wordt het<br />
station met de beste ontvangst geselecteerd<br />
en wordt het manueel afgestelde<br />
station dof weergegeven. Als het<br />
manueel afgestelde station opnieuw kan<br />
worden ontvangen, wordt het als TMCsta-tion<br />
gebruikt.<br />
72
6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />
1. BEPERKINGEN VAN HET NAVIGATIESYSTEEM<br />
Dit navigatiesysteem berekent de huidige<br />
positie van het voertuig door gebruik<br />
te maken van satellietsignalen,<br />
verschillende voertuigsignalen, kaartgegevens,<br />
enz. Het is echter mogelijk<br />
dat er geen accurate positie kan worden<br />
getoond naargelang de satellietomstandigheden,<br />
wegconfiguratie,<br />
toestand van het voertuig of andere<br />
omstandigheden.<br />
Het Globale Positioneringssysteem<br />
(GPS), ontwikkeld en beheerd door het<br />
Amerikaanse ministerie van Defensie,<br />
geeft een accurate, huidige positie van het<br />
voertuig weer en gebruikt hiervoor normaal<br />
gezien 4 of meer satellieten en in<br />
sommige gevallen 3 satellieten. Het GPSsysteem<br />
heeft een zekere mate van onnauwkeurigheid.<br />
Hoewel deze meestal<br />
door het navigatiesysteem worden gecompenseerd,<br />
zijn occasionele positiefouten<br />
tot 100 m te verwachten. Over het algemeen<br />
worden positiefouten binnen enkele<br />
seconden gecorrigeerd.<br />
Een fysieke belemmering van het GPSsignaal<br />
kan een onnauwkeurige weergave<br />
van de positie van het voertuig op de kaart<br />
veroorzaken. Tunnels, hoge gebouwen,<br />
vrachtwagens of zelfs de aanwezigheid<br />
van voorwerpen op het dashboard kunnen<br />
GPS-signalen belemmeren.<br />
Ten gevolge van reparaties of verbeteringen<br />
aan GPS-satellieten is het mogelijk<br />
dat deze tijdelijk geen signalen uitzenden.<br />
Ook als het navigatiesysteem zuivere<br />
GPS-signalen ontvangt, kan in sommige<br />
gevallen de positie van het voertuig onnauwkeurig<br />
worden weergegeven of kan<br />
de routebegeleiding onjuist zijn.<br />
BERICHT<br />
● Getinte ruiten kunnen GPS-signalen<br />
belemmeren. De meeste getinte ruiten<br />
bevatten metaal, waardoor de ontvangst<br />
van GPS-signalen door de antenne<br />
wordt verstoord. Wij raden het gebruik<br />
van getinte ruiten af voor voertuigen die<br />
zijn uitgerust met een navigatiesysteem.<br />
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat<br />
de huidige positie van het voertuig niet<br />
accuraat wordt weergegeven:<br />
• Als u over een smalle hoekige weg in de<br />
vorm van een Y rijdt.<br />
• Als u over een weg met haarspeldbochten<br />
rijdt.<br />
• Als u over een gladde weg zoals zand,<br />
gravel, sneeuw, enz. rijdt.<br />
• Als u over een lange rechte weg rijdt.<br />
• Als een snelweg en straat parallel lopen.<br />
• Als u zich op een overzetboot of voertuigdrager<br />
bevindt.<br />
• Als een lange route wordt gezocht terwijl<br />
u aan hoge snelheid rijdt.<br />
• Als u rijdt zonder de huidige positiekalibrering<br />
correct in te stellen.<br />
• Na het herhalen van een verandering<br />
van richting door vooruit en achteruit te<br />
rijden, of door te draaien op een draaiplaat<br />
in een parkeerplaats.<br />
• Als u een overdekte parkeerplaats of<br />
parkeergarage verlaat.<br />
• Als een bagagedrager op het dak is<br />
geïnstalleerd.<br />
• Als u met sneeuwkettingen rijdt.<br />
• Als de banden versleten zijn.<br />
• Na het vervangen van één of meerdere<br />
banden.<br />
• Als u banden gebruikt die smaller of breder<br />
zijn dan de fabrieksspecificaties.<br />
• Als de bandendruk in een van de vier<br />
banden niet correct is.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
73
6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />
• In de volgende gevallen kan onnauwkeurige<br />
routebegeleiding optreden:<br />
• Als u op een kruispunt de aangewezen<br />
routebegeleiding verlaat.<br />
• Als u meer dan één bestemming instelt,<br />
maar er één van overslaat, zal de automatische<br />
omleiding een route weergeven<br />
die leidt naar de bestemming die<br />
werd overgeslagen.<br />
• Als u op een kruispunt, waarvoor geen<br />
routebegeleiding is, afslaat.<br />
• Als u op een kruispunt, waarvoor geen<br />
routebegeleiding is, passeert.<br />
• Tijdens het automatisch omleiden is het<br />
mogelijk dat de routebegeleiding voor de<br />
volgende bocht naar rechts of links niet<br />
beschikbaar is.<br />
• Het kan lang duren om het automatisch<br />
omleiden te bedienen als u met hoge<br />
snelheid rijdt. Bij automatisch omleiden<br />
kan een omleidingsroute worden weergegeven.<br />
• Na het automatisch omleiden kan de<br />
route niet worden gewijzigd.<br />
• Een onnodige bocht van 180° kan worden<br />
weergegeven of aangekondigd.<br />
• Een locatie kan meerdere namen hebben<br />
en het systeem kondigt een of meerdere<br />
aan.<br />
• Sommige routes worden niet gezocht.<br />
• Als de route naar uw bestemming gravel,<br />
onverharde wegen of stegen bevat, is<br />
het mogelijk dat de routebegeleiding niet<br />
wordt getoond.<br />
• Uw bestemming kan aan de andere kant<br />
van de straat worden weergegeven.<br />
• Als een deel van de route aan reglementen<br />
is onderworpen waardoor de toegang<br />
per voertuig tijdelijk of per seizoen<br />
of wegens andere redenen verboden is.<br />
• De in het navigatiesysteem opgeslagen<br />
weg- en kaartgegevens zijn mogelijk niet<br />
volledig of niet de meest recente versie.<br />
INFORMATIE<br />
● Dit navigatiesysteem gebruikt bandomwentelingsgegevens<br />
en is ontworpen<br />
om met fabrieksgespecificeerde banden<br />
voor het voertuig te werken. Het<br />
installeren van banden die breder of<br />
smaller zijn dan de origineel uitgeruste<br />
diameter kunnen een onjuiste weergave<br />
van de huidige voertuigpositie veroorzaken.<br />
De bandendruk beïnvloedt eveneens<br />
de diameter van de banden. Zorg<br />
er dus voor dat de bandendruk van alle<br />
vier banden correct is.<br />
74
6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />
2. UPDATES IN DE KAARTENDATABANK<br />
KAART UPDATEN<br />
2 Raak “Ja” aan.<br />
Kaartgegevens kunnen worden geüpdatet<br />
door gebruik te maken van een<br />
USB-geheugen dat kaartupdates bevat.<br />
Voor meer details kunt u terecht bij een<br />
<strong>Toyota</strong>-dealer of surf naar de portaalsite<br />
van <strong>Toyota</strong> (www.my.toyota.eu).<br />
1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />
en sluit een USB-geheugen aan.<br />
3 Raak “Bevestigen” aan.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
4 Het updaten zal starten.<br />
• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />
instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />
of handschoenkastje, enz. De locatie<br />
en het design verschillen naargelang het<br />
voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />
van de “Gebruikershandleiding”.<br />
• Het volgende scherm wordt automatisch<br />
weergegeven als de gegevens voor het<br />
updaten van de kaart worden gevonden.<br />
BERICHT<br />
● Zorg ervoor dat u de volgende voorzorgsmaatregelen<br />
naleeft als u de kaartgegevens<br />
updatet.<br />
• Verwijder het media-apparaat met de<br />
updategegevens niet tot het updateproces<br />
afgelopen is.<br />
• Schakel de motorschakelaar niet uit tot<br />
het updateproces afgelopen is.<br />
INFORMATIE<br />
● De tijd die nodig is om het updateproces<br />
af te ronden, hangt af van de grootte van<br />
de gegevens.<br />
75
6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />
3. KAARTINFORMATIE<br />
VOORWAARDEN EINDGEBRUIKER<br />
De gegevens (“Data”) zijn enkel voor persoonlijk,<br />
intern gebruik en niet voor de<br />
wederverkoop. Ze worden beschermd<br />
door copyright en zijn onderworpen aan de<br />
volgende voorwaarden die enerzijds door u<br />
en anderzijds door Harman (“Harman”) en<br />
zijn licentiegevers (inclusief hun licentiegevers<br />
en leveranciers) worden overeengekomen.<br />
© 2011 NAVTEQ B.V., © Bundesamt für<br />
Eich- und Vermessungswesen, © Euro-<br />
Geographics, source: © IGN 2009 - BD<br />
TOPO ® , Die Grundlagendaten wurden mit<br />
Genehmigung der zustaendigen Behoerden<br />
entnommen, Contains Ordnance Survey<br />
data © Crown copyright and database<br />
right 2010 Contains Royal Mail data ©<br />
Royal Mail copyright and database right<br />
2010, Copyright Geomatics Ltd., Copyright<br />
© 2003; Top-Map Ltd., La Banca Dati Italiana<br />
è stata prodotta usando quale riferimento<br />
anche cartografia numerica ed al<br />
tratto prodotta e fornita dalla Regione Toscana.,<br />
Copyright © 2000; Norwegian Mapping<br />
Authority, Source: IgeoE – Portugal,<br />
Información geográfica propiedad del<br />
CNIG, Based upon electronic data Ó National<br />
Land Survey Sweden., Topografische<br />
Grundlage: Ó Bundesamt für Landestopographie..<br />
Alle rechten voorbehouden.<br />
VOORWAARDEN<br />
GELIEVE DEZE LICENTIEOVEREEN-<br />
KOMST AANDACHTIG TE LEZEN<br />
VOORALEER DE NAVTEQ-DATABANK<br />
TE GEBRUIKEN<br />
BERICHT AAN DE GEBRUIKER<br />
DIT IS EEN LICENTIEOVEREENKOMST -<br />
EN GEEN OVEREENKOMST VOOR VER-<br />
KOOP - TUSSEN U EN NAVTEQ B.V.<br />
VOOR UW KOPIE VAN DE NAVIGEERBA-<br />
RE KAARTENDATABANK VAN NAVTEQ,<br />
INCLUSIEF VERWANTE COMPUTER-<br />
SOFTWARE, MEDIA EN VERKLARENDE,<br />
DOOR NAVTEQ GEPUBLICEERDE,<br />
SCHRIFTELIJKE DOCUMENTATIE (GEZA-<br />
MENLIJK “DE DATABANK”). DOOR GE-<br />
BRUIK TE MAKEN VAN DE DATABANK<br />
AANVAARDT U ALLE VOORWAARDEN<br />
VAN DEZE LICENTIEOVEREENKOMST<br />
VOOR DE EINDGEBRUIKER (“OVEREEN-<br />
KOMST”) EN GAAT U ERMEE AKKOORD.<br />
ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DE<br />
VOORWAARDEN VAN DEZE OVEREEN-<br />
KOMST, STUURT U DE DATABANK, SA-<br />
MEN MET ALLE ANDERE<br />
VERGEZELLENDE ITEMS, TERUG NAAR<br />
UW LEVERANCIER VOOR EEN TERUG-<br />
BETALING.<br />
EIGENDOM<br />
De databank en de copyrights en intellectuele<br />
eigendom of naburige rechten zijn het<br />
eigendom van NAVTEQ of zijn licentiegevers.<br />
De media waarop de databank zijn<br />
vervat, zijn eigendom van NAVTEQ en/of<br />
uw leverancier tot u de verschuldigde bedragen<br />
aan NAVTEQ en/of uw leverancier<br />
volledig hebt betaald overeenkomstig deze<br />
overeenkomst of gelijkaardige overeenkomst(en)<br />
waaronder de goederen aan u<br />
worden geleverd.<br />
76
6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />
TOEKENNEN VAN LICENTIE<br />
NAVTEQ kent u een niet-exclusieve licentie<br />
toe om de databank voor persoonlijk gebruik<br />
of, indien van toepassing, voor het gebruik bij<br />
interne operaties in uw zaak, te gebruiken.<br />
Deze licentie omvat niet het recht om sublicenties<br />
toe te kennen.<br />
BEPERKINGEN OP HET GEBRUIK<br />
Het gebruik van de databank wordt beperkt<br />
tot het specifieke systeem waarvoor hij werd<br />
gecreëerd. Indien expliciet toegelaten door<br />
dwingend recht (bv. nationale wetten op basis<br />
van de Europese Softwarerichtlijn (91/<br />
250) en de databankrichtlijn (96/6)), mag u<br />
geen substantiële onderdelen van de inhoud<br />
van de databank aanhalen of opnieuw gebruiken.<br />
U mag ook geen enkel onderdeel<br />
van de databank weergeven, kopiëren, wijzigen,<br />
aanpassen, vertalen, disassembleren,<br />
decompileren, reverse engineer. Als u informatie<br />
inzake interoperabiliteit, zoals bedoeld<br />
in (de nationale wetten op basis van) de Europese<br />
Softwarerichtlijn wenst te bekomen,<br />
zult u NAVTEQ een redelijke gelegenheid<br />
toekennen om dergelijke informatie te verschaffen<br />
volgens redelijke voorwaarden, inclusief<br />
kosten, die door NAVTEQ worden<br />
bepaald.<br />
OVERDRAGEN VAN DE LICENTIE<br />
U mag de databank niet overdragen aan derde<br />
partijen, behalve indien geïnstalleerd in<br />
het systeem waarvoor hij werd gecreëerd of<br />
als u geen kopie van de databank behoudt,<br />
en op voorwaarde dat de overnemer akkoord<br />
gaat met alle voorwaarden van deze<br />
overeenkomst en dit schriftelijk aan NAV-<br />
TEQ bevestigt. Sets met meerdere schijven<br />
mogen enkel worden overgedragen of verkocht<br />
als een volledige set zoals die door<br />
NAVTEQ worden voorzien en niet als een<br />
deelverzameling ervan.<br />
BEPERKTE WAARBORG<br />
NAVTEQ garandeert dat, behoudens de<br />
waarschuwingen hieronder, gedurende een<br />
periode van 12 maanden na aankoop van<br />
uw kopie van de databank, hij substantieel<br />
zal presteren in overeenstemming met de<br />
Criteria voor Accuraatheid en Volledigheid<br />
van NAVTEQ, die van kracht waren op de<br />
dag dat u de databank aankocht; deze criteria<br />
zijn op uw verzoek beschikbaar bij NA-<br />
VTEQ. Als de databank niet presteert in<br />
overeenstemming met deze beperkte waarborg<br />
zal NAVTEQ redelijke inspanningen leveren<br />
om uw niet in overeenstemming zijnde<br />
kopie van de databank te herstellen of vervangen.<br />
Als deze inspanningen niet leiden<br />
tot een prestatie van de databank in overeenstemming<br />
met de hier vermelde waarborgen,<br />
heeft u de keuze om ofwel een<br />
redelijke terugbetaling voor de prijs die u<br />
voor de databank heeft betaald, te ontvangen,<br />
of om deze overeenkomst ongedaan te<br />
maken. Dit is de volledige aansprakelijkheid<br />
van NAVTEQ en uw enige maatregel tegen<br />
NAVTEQ. Indien uitdrukkelijk vermeld in<br />
deze sectie, geeft NAVTEQ geen garanties<br />
noch maakt het opmerkingen inzake het gebruik<br />
van de resultaten van het gebruik van<br />
de databank wat zijn juistheid, accuraatheid,<br />
betrouwbaarheid of ander betreft. NAVTEQ<br />
garandeert niet dat de databank foutloos is of<br />
zal zijn. Geen enkele mondelinge of schriftelijke<br />
informatie of mondeling of schriftelijk advies<br />
door NAVTEQ, uw leverancier of<br />
eender welke persoon zal een garantie creëren<br />
of op een of andere manier de reikwijdte<br />
van de hierboven beschreven garantie uitbreiden.<br />
De beperkte garantie die in deze<br />
overeenkomst wordt beschreven, heeft geen<br />
invloed op noch berokkent ze schade aan<br />
eender welk statutaire wettelijke bevoegdheid<br />
die u volgens de wettelijke garantie tegen<br />
verborgen defecten hebt.<br />
2<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
77
6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />
Als u de databank niet rechtstreeks van<br />
NAVTEQ heeft verkregen, hebt u statutaire<br />
rechten tegen de persoon van wie u<br />
de databank hebt verkregen, naast de<br />
rechten die hieronder in overeenstemming<br />
met de wetgeving van uw rechtsgebied<br />
door NAVTEQ worden toegekend.<br />
De bovenstaande garantie van NAVTEQ<br />
zal geen invloed hebben op dergelijke<br />
statutaire rechten en u mag dergelijke<br />
rechten, naast de garantierechten die<br />
hier worden toegekend, opeisen.<br />
BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID<br />
De prijs van de databank omvat geen enkele<br />
tegenprestatie voor de aanname<br />
van risico van gevolgschade, onrechtstreekse<br />
of onbeperkte rechtstreekse<br />
schade die kan optreden in verband met<br />
het gebruik van de databank. Dienovereenkomstig<br />
zal NAVTEQ in geen enkel<br />
geval aansprakelijk zijn voor gevolgschade<br />
of indirecte schade, inclusief<br />
zonder beperking, verlies van inkomsten,<br />
gegevens, of gebruik die werd veroorzaakt<br />
door u of een derde partij als<br />
gevolg van het gebruik van de databank,<br />
hetzij bij de uitvoering van het contract of<br />
in een onrechtmatige daad of gebaseerd<br />
op een garantie, zelfs als NAVTEQ op<br />
de hoogte werd gebracht van de mogelijkheid<br />
van dergelijke schade. In elk geval<br />
is de aansprakelijkheid van NAVTEQ<br />
voor directe schade beperkt tot de prijs<br />
van uw kopie van de databank.<br />
DE BEPERKTE GARANTIE EN BE-<br />
PERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID<br />
DIE IN DEZE OVEREENKOMST WOR-<br />
DEN BESCHREVEN, HEBBEN GEEN<br />
INVLOED OP NOCH BEROKKENEN<br />
ZE SCHADE AAN UW STATUTAIRE<br />
RECHTEN ALS U DE DATABANK AN-<br />
DERS DAN BIJ DE UITOEFENING VAN<br />
EEN COMMERCIËLE ACTIVITEIT<br />
HEBT AANGEKOCHT.<br />
WAARSCHUWINGEN<br />
De databank kan onjuiste of onvolledige<br />
informatie bevatten als gevolg van het<br />
verstrijken van tijd, veranderende omstandigheden,<br />
gebruikte bronnen en de<br />
manier waarop alomvattende geografische<br />
gegevens werden verzameld, wat<br />
allemaal kan leiden tot onjuiste resultaten.<br />
De databank bevat geen informatie<br />
noch geeft hij informatie over - onder andere<br />
- buurtveiligheid; rechtshandhaving;<br />
noodhulp; wegenwerken; afsluiten<br />
van wegen of rijstroken; voertuig- of<br />
snelheidsbeperkingen; hellingen; brughoogte,<br />
-gewicht of andere beperkingen;<br />
weg- of verkeersomstandigheden; speciale<br />
gebeurtenissen; files; of reistijd.<br />
TOEPASSELIJK RECHT<br />
Deze overeenkomst ressorteert onder de<br />
wetten van het rechtsgebied waar u op de<br />
datum van aankoop van de databank verblijft.<br />
Als u op dat moment buiten de Europese<br />
Unie of in Zwitserland woont, is de wet<br />
van het rechtsgebied binnen de Europese<br />
Unie of Zwitserland waar u de databank<br />
kocht, van toepassing. In alle andere gevallen,<br />
of als het rechtsgebied waar u de databank<br />
kocht, niet kan worden gedefinieerd,<br />
zijn de wetten van Nederland van toepassing.<br />
De bevoegde rechtbanken in uw residentie<br />
op het moment dat u de databank<br />
kocht, hebben jurisdictie over eender welk<br />
dispuut dat volgt uit, of betrekking heeft tot<br />
deze overeenkomst, zonder afbreuk te doen<br />
aan het recht van NAVTEQ om klacht neer te<br />
leggen in uw toenmalige plaats van verblijf.<br />
78
3<br />
TOEPASSING<br />
1<br />
2<br />
1 BEDIENING TOEPASSINGEN 2 AANGESLOTEN SERVICE<br />
1. SNELLE REFERENTIE................. 80<br />
2. FOTOSLIDESHOW ....................... 81<br />
DE FOTO'S WEERGEVEN.................... 81<br />
FOTOSLIDESHOWS<br />
AFSPELEN.......................................... 82<br />
3. E-MAIL .......................................... 83<br />
POP-UPSCHERM VOOR<br />
EEN NIEUWE E-MAIL......................... 83<br />
E-MAILS LEZEN .................................... 83<br />
4. KALENDER................................... 85<br />
KALENDER CONTROLEREN ............... 85<br />
1. OVERZICHT AANGESLOTEN<br />
SERVICE ..................................... 86<br />
2. VÓÓR EEN AANGESLOTEN<br />
SERVICE TE GEBRUIKEN ......... 89<br />
EEN PORTAALSITEACCOUNT<br />
VERKRIJGEN..................................... 89<br />
INLOGPROCES AANGESLOTEN<br />
SERVICES.......................................... 91<br />
3. NAVIGATIEFUNCTIE BEDIENEN<br />
DOOR MIDDEL VAN<br />
AANGESLOTEN SERVICE......... 92<br />
ONLINE ZOEKEN ................................. 92<br />
ADRESSEN LADEN.............................. 94<br />
4. EEN TOEPASSING BEDIENEN<br />
DOOR MIDDEL VAN<br />
AANGESLOTEN SERVICE......... 96<br />
EEN TOEPASSING DOWNLOADEN<br />
NAAR HET SYSTEEM ....................... 96<br />
EEN TOEPASSING BEDIENEN ........... 97<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.<br />
79
1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />
1. SNELLE REFERENTIE<br />
De toepassingen kunnen worden geopend door op de<br />
-knop te drukken.<br />
Elke keer u op -knop drukt, verandert het scherm tussen het “Telefoon”-menuscherm<br />
en het “Extra's”-menuscherm.<br />
Als u op de -knop drukt, keert u terug naar het scherm dat het laatst werd<br />
weergegeven. Raak aan om het “Extra's”-menuscherm weer te geven.<br />
“Extra's”-menuscherm<br />
Nr. Functie Pagina<br />
Druk om toegang te krijgen tot het online zoeken. 92<br />
Druk om foto's op een USB-geheugen te bekijken. 81<br />
* Druk om de e-mails van de aangesloten telefoon weer te geven. 83<br />
*<br />
Druk om de kalender, taken en aantekeningen van de aangesloten telefoon<br />
te openen.<br />
85<br />
Druk om de toepassingen te openen. 97<br />
*: Indien uitgerust<br />
80
1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />
2. FOTOSLIDESHOW<br />
Als het voertuig stilstaat, kunnen de foto's<br />
die op een USB-geheugen zijn opgeslagen,<br />
worden bekeken.<br />
2 Druk op de -knop om het<br />
“Extra's”-menuscherm weer te geven.<br />
3<br />
INFORMATIE<br />
● Tijdens het rijden kunnen de foto's niet<br />
worden bekeken.<br />
● Als het voertuig start terwijl er foto's worden<br />
bekeken, verschijnt een popupscherm<br />
en kunnen de foto's niet worden<br />
weergegeven. Raak “Vorig” aan<br />
om naar het vorige scherm terug te<br />
keren.<br />
● Beschikbaar gegevensformaat voor<br />
foto's: JPEG, PNG en BMP<br />
• Als het “Extra's”-menuscherm niet wordt weergegeven,<br />
drukt u op -knop tot het<br />
wordt weergegeven.<br />
3 Raak “Afbeeldingen” aan.<br />
TOEPASSING<br />
DE FOTO'S WEERGEVEN<br />
1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />
en sluit een USB-geheugen aan.<br />
4 De slideshow start automatisch.<br />
: Druk om de slideshow te stoppen.<br />
• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />
instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />
of handschoenkastje, enz. De locatie<br />
en het design verschillen naargelang het<br />
voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />
van de “Gebruikershandleiding”.<br />
INFORMATIE<br />
● Alle leesbare foto's op het apparaat worden in<br />
chronologische volgorde weergegeven. De slideshow<br />
wordt herhaald als hij ten einde is.<br />
● De foto's veranderen om de zoveel seconden.<br />
81
1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />
FOTOSLIDESHOWS<br />
AFSPELEN<br />
U kunt een slideshow afspelen, pauzeren<br />
en u kunt de gewenste foto's selecteren.<br />
INFORMATIE<br />
● Als de slideshow aan het afspelen is,<br />
verdwijnen de pauzetoets en de toets<br />
voor het overslaan van het scherm automatisch<br />
na enkele seconden.<br />
1 Raak aan.<br />
2 De bedieningstoetsen worden weergegeven.<br />
: Druk om de slideshowopties te<br />
sluiten.<br />
: Druk om de slideshow te pauzeren.<br />
: Druk om de slideshow opnieuw<br />
af te spelen.<br />
: Druk om de vorige foto weer te<br />
geven.<br />
: Druk om de volgende foto weer<br />
te geven.<br />
82
1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />
3. E-MAIL ∗ 1 Druk op de -knop om het<br />
Inkomende e-mails naar een<br />
aangesloten Bluetooth ® -telefoon<br />
kunnen worden gedownload. Vóór u<br />
deze toepassing kunt gebruiken, moet<br />
u een Bluetooth ® -telefoon met een<br />
telefoonprofiel aansluiten.<br />
(Zie pagina 194.)<br />
E-MAILS LEZEN<br />
“Extra's”-menuscherm weer te geven.<br />
3<br />
INFORMATIE<br />
● Afhankelijk van de telefoon is het<br />
mogelijk dat deze toepassing niet<br />
beschikbaar is.<br />
● Met deze functie kunnen geen e-mails<br />
worden verstuurd.<br />
● Het downloaden wordt mogelijk niet<br />
correct beëindigd als de<br />
motorschakelaar tijdens het downloaden<br />
wordt uitgeschakeld.<br />
• Als het “Extras”-menuscherm niet wordt<br />
weergegeven, drukt u op de -<br />
knop tot het verschijnt.<br />
2 Raak “E-mails” aan.<br />
TOEPASSING<br />
POP-UPSCHERM VOOR EEN<br />
NIEUWE E-MAIL<br />
Als er een nieuwe e-mail binnenkomt,<br />
verschijnt er een pop-upscherm op het<br />
scherm.<br />
• Als het downloaden van een e-mail is<br />
beëindigd, wordt de lijst met e-mails<br />
weergegeven.<br />
3 Raak de gewenste e-mail aan.<br />
• Deze functie kan “Aan” of “Uit” worden<br />
gezet. (Zie pagina 200.)<br />
∗ : Indien uitgerust<br />
83
1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />
• De status van een e-mail wordt door de<br />
volgende icoontjes weergegeven.<br />
: Ongelezen e-mail<br />
: Gelezen e-mail<br />
: Belangrijke e-mail<br />
4 De tekst van de e-mail wordt<br />
weergegeven.<br />
• Als u aanraakt, wordt het e-<br />
mailbericht voorgelezen. Om deze<br />
functie te annuleren, raakt u<br />
aan.<br />
84
1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />
4. KALENDER ∗<br />
Kalendernotities, taken en<br />
aantekeningen van een aangesloten<br />
Bluetooth ® -telefoon kunnen worden<br />
gedownload. Vóór u deze toepassing<br />
kunt gebruiken, moet u een Bluetooth ® -<br />
telefoon met een telefoonprofiel<br />
aansluiten. (Zie pagina 194.)<br />
• Als het “Extras”-menuscherm niet wordt<br />
weergegeven, drukt u op de -<br />
knop tot het verschijnt.<br />
2 Raak “Kalender” aan.<br />
3<br />
INFORMATIE<br />
● Afhankelijk van de telefoon is het<br />
mogelijk dat deze toepassing niet<br />
beschikbaar is.<br />
● Met deze functie kunnen de<br />
kalendernotities niet worden bewerkt.<br />
● Het downloaden is mogelijk niet correct<br />
beëindigd als de motorschakelaar tijdens<br />
het downloaden wordt uitgeschakeld.<br />
• Als het downloaden van de kalender<br />
beëindigd is, worden de kalendernotities<br />
van de actuele dag weergegeven.<br />
3 Als u een weergegeven notitie<br />
aanraakt, wordt de gedetailleerde<br />
informatie van de notitie weergegeven.<br />
TOEPASSING<br />
KALENDER CONTROLEREN<br />
1 Druk op de -knop om het<br />
“Extra's”-menuscherm weer te geven.<br />
: Druk om het programma van de<br />
vorige dag weer te geven.<br />
: Druk om het programma van de<br />
volgende dag weer te geven.<br />
: Druk om de taken van de actuele<br />
dag weer te geven.<br />
: Druk om de aantekeningen weer te<br />
geven.<br />
∗ : Indien uitgerust<br />
85
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
1. OVERZICHT AANGESLOTEN SERVICE<br />
De volgende services zijn beschikbaar als u het navigatiesysteem met een gsm via<br />
het internet op de portaalsite van <strong>Toyota</strong> aansluit.<br />
• Online zoeken: Nieuwe etablissementen, zoals restaurants, bars, enz., die niet in<br />
het navigatiesysteem zijn geregistreerd, kunnen als bestemming worden ingesteld.<br />
• Plaatsen importeren: Etablissementen die door middel van een computer werden<br />
gezocht, kunnen als bestemming worden ingesteld en kunnen in de “Bewaard”-lijst<br />
op het “Bestemming”-scherm en het “Contacten”-scherm worden geregistreerd. (Zie<br />
pagina's 55 en 157.)<br />
• Toepassing: Verschillende functies kunnen worden toegevoegd door via een USBgeheugen<br />
toepassingen te downloaden.<br />
Online zoeken<br />
Nr. Naam Actie<br />
Navigatie<br />
<strong>Toyota</strong>-centrum<br />
Geef een sleutelwoord in.<br />
Het sleutelwoord wordt naar de zoekmachine gestuurd, de resultaten<br />
worden ontvangen en daarna naar het navigatieformaat<br />
omgezet.<br />
86
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
Geheugenpunten importeren: Downloaden via een gsm<br />
3<br />
Geheugenpunten importeren: Downloaden van een USB-geheugen<br />
TOEPASSING<br />
Nr. Naam Actie<br />
Uw persoonlijke computer<br />
en de portaalsite*<br />
van <strong>Toyota</strong><br />
<strong>Toyota</strong>-centrum<br />
Navigatie<br />
USB-geheugen<br />
De portaalsite openen en Nuttige Plaatsen zoeken.<br />
De Nuttige Plaatsen worden in het <strong>Toyota</strong>-centrum opgeslagen.<br />
Via het internet worden de Nuttige Plaatsen naar het navigatiesysteem<br />
gedownload.<br />
Via de USB worden de Nuttige Plaatsen naar het navigatiesysteem<br />
gedownload.<br />
De Nuttige Plaatsen worden op een USB opgeslagen.<br />
*: Voor details over de portaalsite van <strong>Toyota</strong> kunt u terecht op www.my.toyota.eu.<br />
87
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
Toepassing<br />
Nr. Naam Actie<br />
Uw persoonlijke computer<br />
en de portaalsite*<br />
van <strong>Toyota</strong><br />
USB-geheugen<br />
Navigatie<br />
Inhoudaanbieder<br />
De portaalsite openen en de toepassing downloaden.<br />
De gedownloade toepassing wordt op een USB opgeslagen.<br />
Via de USB wordt de toepassing naar het navigatiesysteem<br />
gedownload.<br />
Activeert toepassingen op het navigatiesysteem.<br />
Via gsm ontvangen inhoud.<br />
*: Voor details over de portaalsite van <strong>Toyota</strong> kunt u terecht op www.my.toyota.eu.<br />
88
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
2. VÓÓR EEN AANGESLOTEN SERVICE TE GEBRUIKEN<br />
EEN PORTAALSITEACCOUNT<br />
VERKRIJGEN<br />
Vóór u aangesloten services gebruikt,<br />
moet u eerst via een persoonlijke computer<br />
de portaalsite van <strong>Toyota</strong><br />
(www.my.toyota.eu) openen en een<br />
account aanmaken.<br />
Om een account aan te maken, zijn het<br />
identificatienummer van het toestel en<br />
van het voertuig (VIN) vereist. Controleer<br />
de identificatienummers vóór u de<br />
portaalsite van <strong>Toyota</strong> opent.<br />
• Om deze service te gebruiken, heeft u een<br />
Bluetooth ® DUN/PAN geschikte gsm met<br />
een geldig gegevensplanabonnement<br />
nodig.<br />
• Bij het gebruik van de aangesloten services<br />
kunnen, afhankelijk van uw telefoonabonnement,<br />
verwante kosten van<br />
toepassing zijn.<br />
• Als u een gsm gebruikt om te roamen (als<br />
u zich buiten het geografische dekkingsgebied<br />
van een mobiele netwerkprovider<br />
bevindt) zullen de aansluitingskosten<br />
hoger liggen.<br />
INFORMATIE<br />
● Dit systeem ondersteunt de volgende<br />
service.<br />
• Bluetooth ® Specificatie<br />
Ver. 1.1 of hoger<br />
(Aanbevolen: Ver. 2.1 + EDR of hoger)<br />
• Profielen<br />
HFP (Hands Free Profile)<br />
Ver. 1.0 of hoger<br />
(Aanbevolen: Ver. 1.5 of hoger)<br />
DUN (Dial-Up Networking Profile)<br />
Ver. 1.1 of hoger<br />
PAN (Personal Area Network)<br />
Ver. 1.0<br />
PBAP (Phone Book Access Profile)<br />
Ver. 1.0 of hoger<br />
MAP (Message Access Profile)<br />
• Toepassing<br />
PIM (Personal Information Manager)<br />
● Als uw gsm geen HFP ondersteunt, kunt<br />
u de Bluetooth ® -telefoon niet registreren<br />
of DUN/PAN of PBAP-profielen individueel<br />
gebruiken.<br />
● Als de aangesloten Bluetooth ® -telefoonversie<br />
ouder is dan aanbevolen of<br />
incompatibel is, kan deze functie niet<br />
worden gebruikt.<br />
3<br />
TOEPASSING<br />
89
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
■APPARAATIDENTIFICATIE<br />
CONTROLEREN<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
• “Kopieer naar USB”: Druk om de systeeminformatie<br />
naar het op het toestel<br />
aangesloten USB-geheugen te kopiëren.<br />
■HET VOERTUIGIDENTIFICATIE-<br />
NUMMER CONTROLEREN<br />
Voor details, zie de voertuigspecificaties<br />
van de “Gebruikershandleiding”.<br />
2 Raak “Algemeen” aan.<br />
3 Raak “Systeeminformatie” aan.<br />
4 De identificatie van het apparaat wordt<br />
weergegeven.<br />
90
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
INLOGPROCES AANGESLO-<br />
TEN SERVICES<br />
4 Raak “Wachtwoord” aan.<br />
1 Raak de gewenste provider voor online<br />
zoeken of “Adressen laden vanaf<br />
server” aan. (Zie pagina's 92 en 94.)<br />
• Als het waarschuwingsscherm voor kosten<br />
of roamen wordt weergegeven, raakt u<br />
“Verdergaan” aan. Deze functie kan aan<br />
of uit worden gezet. (Zie pagina 199.)<br />
2 Raak “Gebruikersnaam” aan.<br />
5 Geef het paswoord van de server in en<br />
raak “OK” aan.<br />
6 Raak “Inloggegevens bevestigen”<br />
aan.<br />
3<br />
TOEPASSING<br />
• Als “Wachtwoord onthouden” aan is, wordt<br />
de ingevoerde inloginformatie van de<br />
gebruiker onthouden voor elk inlogproces.<br />
3 Geef de gebruikersnaam van de server<br />
in en raak “OK” aan.<br />
91
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
3. NAVIGATIEFUNCTIE BEDIENEN DOOR MIDDEL VAN AANGESLOTEN SERVICE<br />
ONLINE ZOEKEN<br />
Een bestemming kan worden geselecteerd<br />
via een aangesloten service.<br />
Online zoeken is niet in alle landen beschikbaar.<br />
Vóór u deze functie kunt gebruiken, moet u<br />
een Bluetooth ® -telefoon met een internetprofiel<br />
aansluiten. (Zie pagina 194.)<br />
1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
• Als er meer dan één provider voor online<br />
zoeken beschikbaar is, worden deze providers<br />
weergegeven.<br />
• Als u “Providers updaten” aanraakt,<br />
worden beschikbare providers aan de lijst<br />
toegevoegd.<br />
• Als “Online zoeken” wordt weergegeven,<br />
raakt u “Online zoeken” aan en selecteert<br />
u de provider voor online zoeken.<br />
• De gewenste provider voor online zoeken<br />
kan worden geselecteerd op het “Extra's”-<br />
menuscherm. (Zie pagina 80.)<br />
5 Inloggen op aangesloten services. (Zie<br />
pagina 91.)<br />
6 Raak “Zoekgebied” aan.<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak “Bestemming” aan.<br />
aan<br />
7 Selecteer het gewenste zoekgebied.<br />
• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
3 Raak “Meer” op het “Bestemming”-<br />
scherm aan.<br />
4 Druk om de gewenste provider, “Online<br />
zoeken op G”, enz. te selecteren.<br />
92<br />
“Op huidige positie”: Druk om het gebied<br />
op de huidige positie te definiëren.<br />
“Defineren”: Druk om het gebied via de<br />
naam van de stad te definiëren. Geef de<br />
naam van de stad in en raak “OK” aan.<br />
“Van kaart”: Druk om het gebied op de<br />
kaart te definiëren. Raak de gewenste stad<br />
op de kaart aan en raak daarna “Selecteer”<br />
aan.<br />
“Op bestemming”: Druk om het gebied<br />
rond de hoofdbestemming te definiëren.<br />
Als de routebegeleiding niet wordt ge-
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
bruikt, kan “Op bestemming” niet worden<br />
geselecteerd.<br />
11Raak “<strong>Go</strong>” aan.<br />
8 Raak “Zoekterm invoeren” op het<br />
scherm voor online zoeken aan.<br />
9 Geef de zoekterm in en raak “OK”<br />
aan.<br />
10De zoekresultaten worden weergegeven.<br />
Raak het gewenste item aan.<br />
“Details”: Druk om de details van de<br />
plaatsinformatie weer te geven.<br />
: Druk om het geregistreerde telefoonnummer<br />
te bellen.<br />
12Het scherm voor het starten van de<br />
routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />
(Zie pagina 43.)<br />
3<br />
TOEPASSING<br />
INFORMATIE<br />
• Bij het uitvoeren van een onlinezoekopdracht<br />
worden tot 20 items gezocht.<br />
“Ad:”: Toont gesponsorde links<br />
“Meer downloaden”: Druk om tot 20<br />
nieuwe items te zoeken. Tot 60 niet-gesponsorde<br />
links kunnen worden gedownload.<br />
“Vorige resultaten”: Druk om het vorige<br />
resultaat weer te geven.<br />
“Volgende resultaten”: Druk om het volgende<br />
resultaat weer te geven.<br />
● geeft aan of de onlineverbinding<br />
actief is of niet. Na een time-out van 1<br />
minuut wordt een actieve onlineverbinding<br />
automatisch beëindigd.<br />
93
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
ADRESSEN LADEN<br />
Adressen en nummers kunnen worden<br />
toegevoegd door ze van een internetserver<br />
te downloaden. Ze worden<br />
opgeslagen in de “Bewaard”-lijst op<br />
het “Bestemming”-scherm en het<br />
“Contacten”-scherm. (Zie pagina's 55<br />
en 157.)<br />
Vóór u deze functie kunt gebruiken,<br />
moet u een Bluetooth ® -telefoon met<br />
een internetprofiel aansluiten. (Zie pagina<br />
194.)<br />
DOWNLOADEN VIA EEN GSM<br />
1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />
op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />
3 Raak “Meer” op het “Bestemming”-<br />
scherm aan.<br />
4 Raak “Adressen laden vanaf server”<br />
aan.<br />
5 Inloggen op aangesloten services. (Zie<br />
pagina 91.)<br />
6 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />
terwijl de gegevens worden geladen.<br />
wordt weergegeven, raakt u<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak “Bestemming” aan.<br />
aan<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />
“Annuleren” aan.<br />
7 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />
als het laden is afgelopen.<br />
• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />
8 De invoer wordt geregistreerd in de<br />
“Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-<br />
scherm en het “Contacten”-scherm.<br />
(Zie pagina's 55 en 157.)<br />
94
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
BERICHT<br />
● Schakel de motor niet uit tijdens het<br />
downloaden.<br />
DOWNLOADEN VAN EEN USB-<br />
GEHEUGEN<br />
Voor details inzake downloaden van<br />
een USB-geheugen, zie pagina 59.<br />
INFORMATIE<br />
● Het downloaden is mogelijk niet correct<br />
beëindigd als de motorschakelaar tijdens<br />
het downloaden werd uitgeschakeld.<br />
● Als de “Auto. download van adressen”-<br />
functie aan is, worden de adressen van<br />
de server automatisch gedownload. (Zie<br />
pagina 199.)<br />
● Als een bericht zoals het onderstaande<br />
wordt weergegeven, verwijder X item(s)<br />
in de “Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-scherm<br />
of het “Contacten”-<br />
scherm om plaats te maken voor de<br />
nieuwe bestemming(en). (Zie pagina's<br />
61 en 159.)<br />
3<br />
TOEPASSING<br />
95
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
4. EEN TOEPASSING BEDIENEN DOOR MIDDEL VAN AANGESLOTEN SERVICE<br />
EEN TOEPASSING DOWN-<br />
LOADEN NAAR HET<br />
SYSTEEM<br />
Om een toepassing te downloaden, is<br />
een USB-geheugen dat de toepassing<br />
bevat, vereist. Voor details over een toepassing<br />
kunt u terecht op de portaalsite<br />
van <strong>Toyota</strong> (www.my.toyota.eu).<br />
1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />
en sluit een USB-geheugen aan.<br />
3 Raak “Bevestigen” aan.<br />
• Het downloaden zal starten.<br />
4 Als het downloaden is afgelopen, verschijnt<br />
een pop-upscherm. Raak “OK”<br />
aan.<br />
• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />
instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />
of handschoenkastje, enz. De locatie<br />
en het design verschillen naargelang het<br />
voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />
van de “Gebruikershandleiding”.<br />
• Het volgende scherm wordt automatisch<br />
weergegeven als de toepassingsgegevens<br />
worden gevonden.<br />
2 Raak “Ja” aan.<br />
• Het scherm keert terug naar het vorige<br />
scherm.<br />
• De gedownloade toepassingen worden op<br />
het “Extra's”-menuscherm weergegeven.<br />
BERICHT<br />
● Schakel de motor niet uit tijdens het<br />
downloaden.<br />
INFORMATIE<br />
● Het downloaden is in de volgende gevallen<br />
mogelijk niet correct beëindigd:<br />
• Als de motorschakelaar tijdens het<br />
downloaden werd uitgeschakeld<br />
• Als het USB-geheugen werd verwijderd<br />
vooraleer het downloaden werd<br />
beëindigd<br />
96
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
EEN TOEPASSING BEDIENEN<br />
Vóór u gedownloade toepassingen kunt gebruiken,<br />
moet u de Bluetooth ® -telefoon met<br />
een internetprofiel aansluiten. (Zie pagina<br />
194.) Als een Bluetooth ® -verbinding met een<br />
internetprofiel op dit moment niet actief is, zullen<br />
de gedownloade toepassingen dof worden<br />
weergegeven.<br />
Voor details over het bedienen van de toepassing<br />
kunt u terecht op www.my.toyota.eu.<br />
EEN TOEPASSING OPENEN<br />
1 Druk op de -knop om het<br />
“Extra's”-menuscherm weer te geven.<br />
3 De toepassing wordt geopend.<br />
(op sommige toepassingen): Druk om<br />
de gegevens te updaten.<br />
: Druk om de bedieningstoets weer te<br />
geven.<br />
: Druk om de toepassing te sluiten.<br />
3<br />
TOEPASSING<br />
• Als het “Extra's”-menuscherm niet wordt<br />
weergegeven, drukt u op -knop<br />
tot het wordt weergegeven.<br />
2 Raak de gewenste toepassing aan.<br />
97
2. AANGESLOTEN SERVICE<br />
EEN TOEPASSING VERWIJDE-<br />
REN<br />
1 Raak aan de rechterkant van de<br />
te verwijderen toepassing aan.<br />
2 Het volgende bevestigingsscherm<br />
wordt weergegeven. Raak “Ja” aan.<br />
• De geselecteerde toepassing wordt verwijderd<br />
en u keert terug naar het “Extra's”-<br />
menuscherm.<br />
98
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
1<br />
1 BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
1. SNELLE REFERENTIE............... 100<br />
2. BASISINFORMATIE ................... 102<br />
HET AUDIOSYSTEEM AAN- OF<br />
UITZETTEN....................................... 102<br />
BEDIENINGEN DOOR<br />
MIDDEL VAN DE<br />
AFSTEMMINGS-/SCROLKNOP ....... 102<br />
AUDIOBRON VERANDEREN ............. 103<br />
3. RADIOBEDIENING ..................... 104<br />
OVERSCHAKELEN<br />
NAAR RADIOMODUS....................... 104<br />
EEN STATION VOORINSTELLEN...... 104<br />
EEN STATION SELECTEREN ............ 105<br />
RDS (RADIO DATA SYSTEM) ............ 106<br />
4. BEDIENING CD-SPELER ........... 108<br />
EEN CD INBRENGEN<br />
OF UITWERPEN............................... 108<br />
OVERSCHAKELEN<br />
NAAR CD-MODUS............................ 109<br />
EEN AUDIOCD AFSPELEN ................ 109<br />
EEN MP3/WMA-SCHIJF<br />
AFSPELEN........................................ 111<br />
5. BEDIENING<br />
USB-GEHEUGEN/iPod ............ 114<br />
EEN USB-GEHEUGEN OF<br />
iPod AANSLUITEN............................ 114<br />
OVERSCHAKELEN NAAR<br />
USB- OF iPod-MODUS ..................... 115<br />
EEN USB-GEHEUGEN<br />
OF iPod AFSPELEN ......................... 115<br />
6. BEDIENING AUX-APPARAAT ... 121<br />
EEN DRAAGBAAR AUDIOAPPARAAT<br />
AANSLUITEN ................................... 121<br />
OVERSCHAKELEN NAAR<br />
AUX-MODUS.................................... 122<br />
EEN DRAAGBAAR<br />
AUDIOAPPARAAT AFSPELEN ....... 122<br />
7. BEDIENING<br />
Bluetooth ® -AUDIO ................... 123<br />
OVERSCHAKELEN NAAR<br />
Bluetooth ® -AUDIOMODUS............... 124<br />
Bluetooth ® -AUDIO AANSLUITEN....... 124<br />
Bluetooth ® -AUDIO AFSPELEN........... 127<br />
8. STUURKNOPPEN ....................... 131<br />
STUURKNOPPEN<br />
(MET STUURKNOP<br />
IN TWEE RICHTINGEN) .................. 131<br />
STUURKNOPPEN<br />
(MET STUURKNOP<br />
IN VIER RICHTINGEN) .................... 132<br />
9. BEDIENINGSTIPS VOOR HET<br />
AUDIOSYSTEEM ...................... 134<br />
RADIO-ONTVANGST ......................... 134<br />
iPod ..................................................... 135<br />
USB-GEHEUGEN ............................... 136<br />
ZORG DRAGEN VOOR<br />
UW CD-SPELER EN CD'S ............... 136<br />
MP3/WMA-BESTANDEN .................... 138<br />
CD-R- EN CD-RW-SCHIJVEN............ 139<br />
VOORWAARDEN ............................... 139<br />
Gracenote ® ......................................... 141<br />
Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
99
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
1. SNELLE REFERENTIE<br />
Om het audiosysteem te openen, drukt u op de “MEDIA”-knop. Het audiosysteem<br />
wordt geopend in de laatst gebruikte modus.<br />
• Het actuele design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />
Voor details, zie sectie 3 van de “Gebruikershandleiding”.<br />
Nr. Naam Functie Pagina<br />
Scherm voor de<br />
audiobediening<br />
Cd-sleuf<br />
Steek een cd in deze sleuf. De cd-speler start automatisch.<br />
“Signaalbron”/<br />
Afstemmings-<br />
/scrolknop<br />
Draai om radiostation, groepen, nummers en bestanden<br />
te selecteren. De knop kan ook worden<br />
gebruik om een keuze uit de lijstweergave te maken.<br />
Zoek-/Nummerknop<br />
Een geselecteerde audiobron wordt weergegeven.<br />
Het kan worden bediend met de bedieningstoetsen<br />
van het aanraakscherm.<br />
Druk om uw gewenste audiobronnen te selecteren.<br />
Het scherm voor het selecteren van de audiobron<br />
zal worden weergegeven.<br />
Druk op de “ ”- of “ ”-knop om omhoog of omlaag<br />
een station te zoeken, of om een gewenst nummer<br />
of bestand af te spelen.<br />
—<br />
108<br />
103<br />
102<br />
105, 110,<br />
112, 117,<br />
129<br />
100
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
Nr. Naam Functie Pagina<br />
“MEDIA”-knop<br />
-knop*<br />
-knop<br />
Druk om het audiobedieningsscherm weer te geven.<br />
Het audiosysteem wordt geopend in de laatst<br />
gebruikte modus.<br />
Druk om het afspelen van de muziek te pauzeren<br />
of te hervatten.<br />
Druk om het audiosysteem aan en uit te zetten en<br />
draai om het volume aan te passen.<br />
102, 103<br />
—<br />
102<br />
-knop Druk om een cd uit te werpen. 108<br />
*: Indien uitgerust<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
101
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
2. BASISINFORMATIE<br />
Deze sectie beschrijft een aantal basiskenmerken<br />
van het audiosysteem.<br />
Sommige informatie is niet van toepassing<br />
op uw systeem.<br />
Uw audiosysteem wordt geactiveerd<br />
als de motorschakelaar in de “ACC”- of<br />
“ON”-positie wordt gezet.<br />
BERICHT<br />
● Om te voorkomen dat de batterij van 12<br />
volt leeg raakt, laat u het audiosysteem<br />
best niet langer dan nodig aan als de<br />
motor niet draait.<br />
BEDIENINGEN DOOR<br />
MIDDEL VAN DE AFSTEM-<br />
MINGS-/SCROLKNOP<br />
Radiomodus<br />
Met deze knop kunt u manueel radiostations<br />
zoeken.<br />
Andere modi dan radio<br />
Met deze knop kunt u nummers of bestanden<br />
selecteren.<br />
HET AUDIOSYSTEEM AAN-<br />
OF UITZETTEN<br />
“MEDIA”-knop: Druk op deze knop om de<br />
schermtoetsen voor het audiosysteem<br />
weer te geven.<br />
-knop: Druk op deze knop om het audiosysteem<br />
aan of uit te zetten. Draai aan<br />
deze knop om het volume aan te passen.<br />
Het systeem wordt geopend in de laatst<br />
gebruikte modus.<br />
Als een lijst wordt weergegeven<br />
Als een lijst op het scherm wordt weergegeven,<br />
draait u aan de Afstemmings-/<br />
Scrolknop om de cursor te bewegen om<br />
een gewenst item uit de lijst te selecteren.<br />
Als u op de knop drukt, zal het nummer<br />
worden gespeeld. Het nummer dat wordt<br />
gespeeld, wordt helder weergegeven.<br />
INFORMATIE<br />
● Als het volume wordt aangepast terwijl<br />
de muziek gepauzeerd of gedempt is,<br />
wordt de pauze of demping geannuleerd.<br />
102
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
AUDIOBRON VERANDEREN<br />
3 Raak de gewenste audiobron aan.<br />
1 Druk op de “MEDIA”-knop.<br />
• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />
laatst gebruikte modus.<br />
2 Raak “Signaalbron” of<br />
aan of druk op de “MEDIA”-knop om<br />
het selectiescherm voor audiobronnen<br />
weer te geven.<br />
USB-geheugen-/iPod- en Bluetooth ® -<br />
audiomodi<br />
INFORMATIE<br />
● Dof weergegeven schermtoetsen kunnen<br />
niet worden geselecteerd. Sluit het<br />
audioapparaat aan vóór u het selecteert.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
Andere modi dan USB-geheugen/iPod<br />
en Bluetooth ® -audio<br />
103
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
3. RADIOBEDIENING<br />
OVERSCHAKELEN NAAR<br />
RADIOMODUS<br />
1 Druk op de “MEDIA”-knop.<br />
EEN STATION VOORINSTEL-<br />
LEN<br />
1 Stem de radio af op het gewenste station.<br />
2 Raak één van de kanaalselectietoetsen<br />
(1-6) aan en houd deze ingedrukt<br />
tot u een piepgeluid hoort. Dit stelt de<br />
vooringestelde frequentie op de<br />
schermtoets in. De frequentie van het<br />
station wordt op de schermtoets weergegeven.<br />
• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />
laatst gebruikte modus.<br />
2 Raak “Signaalbron” of<br />
aan of druk op de “MEDIA”-knop om het<br />
selectiescherm voor audiobronnen weer<br />
te geven.<br />
• Om het vooringestelde station naar een<br />
ander station te veranderen, volgt u<br />
dezelfde procedure.<br />
3 Raak “AM” of “FM” op het scherm aan.<br />
• Als uw voertuig met een digitaal audio-uitzendsysteem<br />
is uitgerust, verschijnt “DAB*”<br />
en kan het worden geselecteerd.<br />
*: DAB-radio vereist een DAB-tuner.<br />
Neem contact op met uw <strong>Toyota</strong>-dealer<br />
of -hersteller, of een andere gekwalificeerde<br />
professional.<br />
104
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
EEN STATION SELECTEREN<br />
Stem de radio af op het gewenste station<br />
op één van de volgende manieren.<br />
Afstemmen op een vooringesteld station:<br />
Raak één van de kanaalselectietoetsen<br />
aan om het gewenste station te<br />
selecteren. De schermtoets wordt helder<br />
weergegeven en de frequentie van het station<br />
verschijnt op het scherm.<br />
Manueel afstemmen: Zoek een gewenst<br />
radiostation door aan de Afstemmings-/<br />
Scrolknop te draaien.<br />
Zoeken: Druk op “ ” of “ ” van de Zoek-/<br />
Nummerknop. De radio zoekt naar boven<br />
of naar beneden naar een station met de<br />
dichtstbijzijnde frequentie en stopt als het<br />
station wordt gevonden. Elke keer u de<br />
knop indrukt, worden de stations automatisch<br />
één voor één gezocht.<br />
FM-stationlijst: Raak één van de kanaalselectietoetsen<br />
aan.<br />
FM-STATIONLIJST<br />
De FM-stationlijst zoekt automatisch<br />
naar FM-uitzendingen via een bandscan<br />
om zo een lijst van beschikbare<br />
radiostations op te stellen.<br />
1 Raak “Zenderlijst” aan.<br />
2 Raak één van de kanaalselectietoetsen<br />
aan.<br />
Met enkele tuner<strong>mode</strong>llen<br />
• FM-uitzendingen worden niet automatisch<br />
gezocht als er op een radiostation<br />
wordt afgestemd.<br />
• Om de FM-stationlijst te updaten, raakt u<br />
“Update” aan en houdt u deze ingedrukt<br />
tot u een piepgeluid hoort.<br />
• Als de FM-stationlijst geen bijkomende<br />
stations vindt, blijft de lijst dezelfde als<br />
vóór de update.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
• Om naar het scherm met voorinstellingen<br />
terug te keren, raakt u “vkz” aan.<br />
105
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
RDS (RADIO DATA SYSTEM)<br />
FM ALTERNATIEVE FREQUEN-<br />
TIE (AF)<br />
Het systeem zal automatisch op een<br />
betere ontvangstfrequentie van hetzelfde<br />
uitzendprogramma afstemmen<br />
als de huidige ontvangst slechter<br />
wordt.<br />
• Deze functie kan door de gebruiker worden<br />
veranderd naar “Aan” of “Uit” in de<br />
radio-instellingen. Zie “RADIO-INSTEL-<br />
LINGEN” op pagina 203.<br />
FM-VERKEERSBERICHTEN<br />
(TA)<br />
De radiotuner zoekt automatisch stations<br />
die regelmatig verkeersinformatie<br />
uitzenden alsook stations die enkel uitzenden<br />
als er verkeersinformatie is.<br />
• Deze functie kan door de gebruiker worden<br />
veranderd naar “Aan” of “Uit” in de<br />
radio-instellingen. Zie “RADIO-INSTEL-<br />
LINGEN” op pagina 203.<br />
VERANDERING IN REGIONALE<br />
CODE<br />
OFF-modus: Om over te schakelen naar<br />
een station in hetzelfde RDS-netwerk;<br />
handig om de juiste stations in een grote<br />
regio te volgen.<br />
ON-modus: Om over te schakelen naar<br />
een station binnen hetzelfde lokale programmanetwerk.<br />
• Deze functie kan door de gebruiker worden<br />
veranderd naar “On” of “Uit” in de<br />
radio-instellingen. Zie “RADIO-INSTEL-<br />
LINGEN” op pagina 203.<br />
■BIJ HET ONTVANGEN VAN FM-RA-<br />
DIO-UITZENDINGEN<br />
• “TP” (Verkeersprogramma) verschijnt op<br />
het scherm. In de TP-modus zoekt de<br />
radiotuner radiostations die verkeersinformatie<br />
uitzenden. Als de tuner een verkeersinformatieprogramma<br />
vindt, ver-schijnt<br />
de programmanaam op het scherm.<br />
• Als een TA-uitzending wordt ontvangen,<br />
schakelt de radio automatisch over naar<br />
die verkeersinformatie. Als het programma<br />
is afgelopen, keert de radio terug<br />
naar de gepauzeerde uitzending.<br />
EON (Enhanced Other Network)-systeem:<br />
Als een RDS-station (met EON-gegevens)<br />
dat u beluistert, in de TA-modus geen verkeersinformatieprogramma<br />
uitzendt, schakelt<br />
de radio automatisch over naar een<br />
verkeersinformatie-uitzending door middel<br />
van de EON AF-lijst. Als het verkeersinformatieprogramma<br />
is afgelopen, stemt de<br />
radio automatisch opnieuw af op de uitzending<br />
die u ervoor aan het beluisteren<br />
was.<br />
106
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
■ALS EEN ANDERE AUDIOMODUS<br />
ACTIEF IS<br />
• Zelfs als er cd's of iPod's worden afgespeeld,<br />
zoekt de tuner stations die verkeersinformatie<br />
uitzenden.<br />
• Als een verkeersbericht start, wordt het<br />
automatisch ontvangen en wordt de huidige<br />
audiomodus onderbroken. Als het<br />
verkeersbericht is afgelopen, wordt de<br />
gepauzeerde audio hernomen.<br />
■VOLUME VAN VERKEERSBERICH-<br />
TEN<br />
Het volumeniveau van een ontvangen<br />
verkeersbericht wordt in het geheugen<br />
opgeslagen.<br />
• Het bereik van het volumegeheugen is<br />
beperkt. Als het voorheen ontvangen<br />
volume onder het minimum ligt, zal het<br />
minimumvolume worden gebruikt.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
107
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
4. BEDIENING CD-SPELER<br />
De cd-speler kan audiocd's, cd text en<br />
MP3/WMA-schijven afspelen.<br />
(a)Audiocd, cd text (zie pagina 109)<br />
(b)MP3/WMA-schijf (zie pagina 111)<br />
Voor geschikte cd's voor deze speler,<br />
zie “BEDIENINGSTIPS VOOR HET<br />
AUDIOSYSTEEM” op pagina 134.<br />
EEN CD INBRENGEN OF UIT-<br />
WERPEN<br />
EEN CD INBRENGEN<br />
1 Breng een cd in met het label naar boven.<br />
BERICHT<br />
● Breng nooit twee cd's tezelfdertijd in, dit<br />
veroorzaakt schade aan de cd-speler.<br />
Breng altijd één cd per keer in.<br />
● Probeer nooit om een onderdeel van de<br />
cd-speler uit elkaar te halen of olie aan<br />
te brengen. Plaats geen andere voorwerpen<br />
dan een cd in de sleuf.<br />
EEN CD UITWERPEN<br />
1 Druk op de -knop.<br />
• Als een cd correct in de sleuf is ingebracht,<br />
zal de cd-speler automatisch het<br />
eerste nummer of het eerste bestand van<br />
de eerste map op een cd afspelen.<br />
INFORMATIE<br />
● Als het label naar beneden is gericht,<br />
verschijnt “Controleer cd” op het<br />
scherm.<br />
● De speler kan enkel worden gebruikt<br />
voor cd's van 12 cm. Om cd's van 8 cm<br />
af te spelen, hebt u een adapter nodig.<br />
• De cd wordt uitgeworpen.<br />
108
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
OVERSCHAKELEN NAAR<br />
CD-MODUS<br />
EEN AUDIOCD AFSPELEN<br />
1 Druk op de “MEDIA”-knop.<br />
• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />
laatst gebruikte modus.<br />
2 Raak “Signaalbron” of<br />
aan of druk op de “MEDIA”-knop om<br />
het selectiescherm voor audiobronnen<br />
weer te geven.<br />
• Als een CD-TEXT-schijf wordt ingebracht,<br />
wordt de titel van het nummer en cd, die<br />
op dit moment wordt afgespeeld, weergegeven.<br />
: Druk om het nummer te pauzeren.<br />
: Druk om het nummer verder af te spelen.<br />
INFORMATIE<br />
● De vooruitgangsbalkindicator komt niet<br />
altijd overeen met de actueel verstreken<br />
afspeelpositie.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
3 Raak “Disc” op het scherm aan.<br />
VOORUIT- EN TERUGSPOELEN<br />
1 Druk op “ ” of “ ” van de Zoek-/<br />
Nummerknop en houd deze ingedrukt<br />
om vooruit of terug te spoelen. Als u de<br />
knop loslaat, begint de speler vanaf<br />
deze positie af te spelen.<br />
INFORMATIE<br />
● Als er geen cd in de sleuf steekt, kan<br />
“Disc” niet worden geselecteerd.<br />
Plaats een cd in de sleuf.<br />
109
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
EEN GEWENST NUMMER<br />
SELECTEREN<br />
Selecteer een gewenst nummer op<br />
één van de volgende manieren.<br />
• Raak een gewenst nummer aan. De speler<br />
zal het geselecteerde nummer vanaf<br />
het begin afspelen.<br />
• Raak of aan om in de lijst te scrollen.<br />
Zoek-/Nummerknop: Druk op “ ” of “ ”<br />
van de Zoek-/Nummerknop om een gewenst<br />
nummer te selecteren.<br />
Afstemmings-/Scrolknop: Draai aan<br />
deze knop om een gewenst nummer te selecteren.<br />
De knop kan ook worden gebruikt<br />
om een keuze uit de lijstweergave te maken.<br />
Nummerlijst: Een gewenst nummer kan<br />
uit een lijst worden geselecteerd.<br />
• Als rechts van de titels verschijnt, zijn<br />
de volledige titels te lang om weer te<br />
geven. Raak deze schermtoets aan om in<br />
de titels te scrollen.<br />
• Raak “Nummers” op het scherm aan. De<br />
lijst wordt weergegeven.<br />
110
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
HERHALEN EN IN WILLEKEU-<br />
RIGE VOLGORDE AFSPELEN<br />
EEN MP3/WMA-SCHIJF AF-<br />
SPELEN<br />
(Herhaalmodus): Gebruik dit om<br />
automatisch het nummer, dat u op dit moment<br />
beluistert, opnieuw af te spelen.<br />
• De herhaalmodus verandert als volgt elke<br />
keer u de schermtoets aanraakt.<br />
: Het nummer herhalen<br />
:UIT<br />
(Willekeurige modus): Gebruik<br />
dit om de nummers automatisch willekeurig<br />
te selecteren.<br />
• De willekeurige modus verandert als volgt<br />
elke keer u de schermtoets aanraakt.<br />
: Nummers afspelen in willekeurige<br />
volgorde<br />
:UIT<br />
• De titel van het bestand en de map, die op<br />
dit moment wordt afgespeeld, wordt weergegeven.<br />
: Druk om het bestand te pauzeren.<br />
: Druk om het bestand verder af te spelen.<br />
INFORMATIE<br />
● De vooruitgangsbalkindicator komt niet<br />
altijd overeen met de actueel verstreken<br />
afspeelpositie.<br />
VOORUIT- EN TERUGSPOELEN<br />
1 Druk op “ ” of “ ” van de Zoek-/<br />
Nummerknop en houd deze ingedrukt<br />
om vooruit of terug te spoelen. Als u de<br />
knop loslaat, begint de speler vanaf<br />
deze positie af te spelen.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
111
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
EEN GEWENST BESTAND SE-<br />
LECTEREN<br />
Selecteer een gewenst bestand op<br />
één van de volgende manieren.<br />
EEN GEWENSTE MAP SELEC-<br />
TEREN<br />
1 Raak “Mappen” op het scherm aan.<br />
De maplijst wordt weergegeven.<br />
Zoek-/Nummerknop: Druk op “ ” of “ ” van<br />
de Zoek-/Nummerknop om een gewenst bestand<br />
te selecteren.<br />
Afstemmings-/Scrolknop: Draai aan deze<br />
knop om een gewenst bestand te selecteren.<br />
De knop kan ook worden gebruik om een keuze<br />
uit de lijstweergave te maken.<br />
Bestandslijst: Een gewenst bestand kan uit<br />
een lijst worden geselecteerd.<br />
• Raak “Bestand selecteren” op het scherm<br />
aan. De lijst wordt weergegeven.<br />
2 Raak de gewenste map uit de lijst aan.<br />
De bestandslijst van de map wordt<br />
weergegeven.<br />
• Als u een gewenst bestand aanraakt, zal<br />
de speler het bestand afspelen.<br />
• Raak of aan om in de lijst te scrollen.<br />
• Als rechts van de titels verschijnt, zijn<br />
de volledige titels te lang om weer te<br />
geven. Raak deze schermtoets aan om in<br />
de titels te scrollen.<br />
• Raak een gewenst bestand aan. De speler zal<br />
het geselecteerde bestand vanaf het begin<br />
afspelen.<br />
• Raak of aan om in de lijst te scrollen.<br />
• Als rechts van de titels verschijnt, zijn de<br />
volledige titels te lang om weer te geven.<br />
Raak deze schermtoets aan om in de<br />
titels te scrollen.<br />
112
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
HERHALEN EN IN WILLEKEU-<br />
RIGE VOLGORDE AFSPELEN<br />
(Herhaalmodus): Gebruik dit om<br />
automatisch het bestand of de map, die u<br />
op dit moment beluistert, opnieuw af te<br />
spelen.<br />
• De herhaalmodus verandert als volgt elke<br />
keer u de schermtoets aanraakt.<br />
: Het bestand herhalen<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
: De map herhalen<br />
:UIT<br />
(Willekeurige modus): Gebruik<br />
dit om de bestanden automatisch willekeurig<br />
te selecteren.<br />
• De willekeurige modus verandert als volgt<br />
elke keer u de schermtoets aanraakt.<br />
: Bestanden van de map in<br />
willekeurige volgorde afspelen<br />
:Bestanden van alle mappen<br />
in willekeurige volgorde<br />
afspelen<br />
:UIT<br />
113
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
5. BEDIENING USB-GEHEUGEN/iPod<br />
Het systeem geeft gebruikers de kans<br />
om te genieten van muziek op een<br />
USB-geheugen of iPod via de luidsprekers<br />
van het voertuig.<br />
WAARSCHUWING<br />
● Bedien de speler niet of sluit geen USBgeheugen<br />
of iPod aan terwijl u rijdt.<br />
EEN USB-GEHEUGEN OF<br />
iPod AANSLUITEN<br />
1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />
en sluit een USB-geheugen of<br />
een iPod met behulp van een iPod-kabel<br />
aan.<br />
BERICHT<br />
● Laat uw draagbare speler niet achter in<br />
het voertuig. De binnentemperatuur kan<br />
zodanig stijgen dat uw draagbare speler<br />
kan worden beschadigd.<br />
● Druk niet op de draagbare speler of<br />
oefen er geen onnodige druk op uit terwijl<br />
hij is aangesloten. Dit kan schade<br />
veroorzaken aan de draagbare speler of<br />
de aansluiting.<br />
● Breng geen vreemde voorwerpen in de<br />
USB-poort in. Dit kan schade veroorzaken<br />
aan de draagbare speler of de aansluiting.<br />
INFORMATIE<br />
● Het systeem beschikt over een oplaadfunctie<br />
voor iPod's.<br />
● Als het batterijniveau van een iPod heel<br />
laag is, is het mogelijk dat de iPod niet<br />
werkt. Indien dat het geval is, moet u de<br />
iPod vóór gebruik opladen.<br />
● Afhankelijk van de draagbare speler die op<br />
het systeem is aangesloten, zijn bepaalde<br />
functies mogelijk niet beschikbaar. Als een<br />
functie onbeschikbaar is wegens een storing,<br />
kan het afsluiten en opnieuw aansluiten<br />
van uw draagbare speler het probleem<br />
oplossen.<br />
● Als een iPod niet werkt, kunt u de software<br />
van de iPod naar de laatste versie updaten<br />
en opnieuw proberen. Voor ondersteunde<br />
<strong>mode</strong>llen en softwareversies, zie pagina<br />
135.<br />
● Dit systeem ondersteunt MPT-apparaten.<br />
• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />
instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />
of handschoenkastje, enz. De locatie<br />
en het design verschillen naargelang het<br />
voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />
van de “Gebruikershandleiding”.<br />
• Zet het USB-geheugen of iPod aan als dat<br />
nog niet is gebeurd.<br />
• Als een USB-geheugen of iPod wordt aangesloten,<br />
zal het automatisch beginnen<br />
afspelen. Zodra het klaar is om af te spelen,<br />
verschijnt het audiobedieningsscherm<br />
automatisch.<br />
114
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
OVERSCHAKELEN NAAR<br />
USB- OF iPod-MODUS<br />
1 Druk op de “MEDIA”-knop om het audiobedieningsscherm<br />
weer te geven.<br />
EEN USB-GEHEUGEN OF<br />
iPod AFSPELEN<br />
EEN LIED AFSPELEN<br />
De titel van het album, het lied en de<br />
naam van de artiest van het lied dat op<br />
dit moment wordt gespeeld, worden<br />
weergegeven.<br />
■AFSPELEN EN PAUZEREN<br />
4<br />
• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />
laatst gebruikte modus.<br />
2 Raak “Signaalbron” of<br />
aan of druk op de “MEDIA”-knop om<br />
het selectiescherm voor audiobronnen<br />
weer te geven.<br />
: Druk om het lied te pauzeren.<br />
: Druk om het lied verder af te spelen.<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
3 Raak “USB” of “iPod” aan.<br />
INFORMATIE<br />
● De vooruitgangsbalkindicator komt niet<br />
altijd overeen met de actueel verstreken<br />
afspeelpositie.<br />
● Enkel USB-geheugen: Als de gegevens<br />
van het lied geen ID3-tag bevatten,<br />
wordt de naam van het bestand en de<br />
map weergegeven in plaats van de titel<br />
van het lied en het album. Merk op dat<br />
de bestandsnaam niet de extensie van<br />
het bestand omvat.<br />
• Als er geen USB-geheugen of iPod is aangesloten,<br />
kan “USB” of “iPod” niet worden<br />
geselecteerd. Sluit een USBgeheugen<br />
of iPod aan op de USB-poort.<br />
115
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
■VOORUIT- EN TERUGSPOELEN<br />
1 Druk op “ ” of “ ” van de Zoek-/<br />
Nummerknop en houd deze ingedrukt<br />
om vooruit of terug te spoelen. Als u de<br />
knop loslaat, begint de speler vanaf<br />
deze positie af te spelen.<br />
3 Raak de gewenste lijst aan.<br />
• Raak het gewenste item aan om de lijst<br />
weer te geven. Blijf de toepasselijke<br />
schermtoets aanraken tot de liedjeslijst<br />
wordt weergegeven.<br />
4 Raak het gewenste lied aan.<br />
EEN GEWENST LIED SELEC-<br />
TEREN<br />
■EEN PLAYLIST SELECTEREN<br />
Liedjes kunnen worden gerangschikt<br />
en uit verschillende playlists worden<br />
geselecteerd.<br />
1 Raak “Opties” aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Enkel USB-geheugen: Bestanden die<br />
geen titel van het lied en/of albuminformatie<br />
bevatten, worden als “Onbekend”<br />
in de “Artiest”- en/of “Album”-lijst weergegeven.<br />
● Terwijl de media worden gesynchroniseerd,<br />
verschijnt een pop-upscherm. Als<br />
de synchronisatie is beëindigd, wordt<br />
een pop-upscherm weergegeven en is<br />
de functie beschikbaar. Raak “OK” aan<br />
om naar het vorige scherm terug te<br />
keren.<br />
2 Raak “Naar muziek zoeken” aan.<br />
116
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
■SELECTEREN OP TITELLIJST<br />
Het gewenste lied kan uit de huidige<br />
playlist worden geselecteerd.<br />
■EEN GEWENST LIED SELECTEREN<br />
MET DE ZOEK-/NUMMERKNOP OF AF-<br />
STEMMINGS-/SCROLKNOP<br />
1 Raak “Opties” aan.<br />
4<br />
2 Raak “Titellijst” aan.<br />
Zoek-/Nummerknop: Druk op “ ” of “ ”<br />
van de Zoek-/Nummerknop om een gewenst<br />
lied te selecteren.<br />
Afstemmings-/Scrolknop: Draai om een<br />
gewenst lied te selecteren.<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
3 Raak het gewenste lied aan.<br />
117
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
HOESFUNCTIE<br />
Het album, waarop het momenteel afgespeelde<br />
lied staat, wordt opgeroepen<br />
zodat een lied ervan kan worden geselecteerd.<br />
1 Raak de hoes aan.<br />
DE “Speel meer van dit”-<br />
FUNCTIE AFSPELEN<br />
(INDIEN UITGERUST)<br />
Het systeem creëert een nieuwe playlist<br />
met liedjes die lijken op het liedje<br />
dat op dit moment wordt beluisterd.<br />
1 Raak “Speel meer van dit” aan.<br />
2 Een lijst met alle liedjes van het album<br />
wordt weergegeven.<br />
• Tot de nieuwe playlist is gecreëerd, verschijnt<br />
er een pop-upscherm. Als u op<br />
scherm “Annuleren” aanraakt, wordt het<br />
creëren van een nieuwe playlist geannuleerd.<br />
3 Raak het gewenste lied aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Als een ander lied dan dat waar u op dit<br />
moment naar luistert, wordt geselecteerd,<br />
wordt de huidige lijst geüpdatet en<br />
zal ze alle liedjes van het beluisterde<br />
album bevatten.<br />
● Het kan even duren om de hoes van de<br />
iPod weer te geven. Enkel een iPodhoes<br />
die in JPEG-formaat werd opgeslagen,<br />
kan worden weergegeven.<br />
● Als u Audio book- of Podcast-afspeelmodi<br />
selecteert, is deze functie niet<br />
beschikbaar.<br />
118
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
■“Speel meer van dit”-INSTELLING<br />
De omvang van de playlist met gelijkaardige<br />
liedjes kan worden ingesteld.<br />
1 Raak “Opties” aan.<br />
HERHALEN EN WILLEKEURIG<br />
AFSPELEN<br />
De herhaal- en willekeurige afspeelfuncties<br />
zijn beschikbaar.<br />
■VANUIT HET AUDIOBEDIENINGS-<br />
SCHERM<br />
1 Raak of aan.<br />
4<br />
2 Raak “Speel meer van dit”-instellingen<br />
aan.<br />
(Herhaalmodus): Gebruik dit om automatisch<br />
het lied, dat u op dit moment beluistert,<br />
opnieuw af te spelen.<br />
• De herhaalmodus verandert als volgt elke<br />
keer u de schermtoets aanraakt.<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
3 Raak de gewenste omvang van de<br />
playlist aan.<br />
: Het lied herhalen<br />
:UIT<br />
4 Raak aan.<br />
(Willekeurige modus): Gebruik dit<br />
om de huidige playlist willekeurig te rangschikken.<br />
• De willekeurige modus verandert als volgt<br />
elke keer u de schermtoets aanraakt.<br />
: Liedjes afspelen in willekeurige<br />
volgorde<br />
:UIT<br />
119
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
■VANUIT HET “OPTIES” -SCHERM<br />
1 Raak “Opties” aan.<br />
2 Raak “Willekeurig” of “Track herhalen”<br />
aan.<br />
• Om de functies herhalen of willekeurige<br />
volgorde uit te schakelen, raakt u nogmaals<br />
“Willekeurig” or “Track herhalen”<br />
aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Als “Willekeurig” aan is, kunnen de<br />
liedjes van de huidige playlist in willekeurige<br />
volgorde worden afgespeeld.<br />
120
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
6. BEDIENING AUX-APPARAAT<br />
Het aansluiten van een draagbaar audioapparaat<br />
met de AUX-poort geeft<br />
gebruikers de kans om via de luidsprekers<br />
van het voertuig van muziek te genieten.<br />
WAARSCHUWING<br />
EEN DRAAGBAAR AUDIOAP-<br />
PARAAT AANSLUITEN<br />
1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />
en sluit een draagbaar audioapparaat<br />
aan.<br />
● Sluit geen draagbaar audioapparaat aan<br />
of bedien het apparaat niet tijdens het<br />
rijden.<br />
BERICHT<br />
4<br />
● Laat het draagbare audioapparaat niet<br />
achter in het voertuig. Hoge temperaturen<br />
in het voertuig kunnen het apparaat<br />
beschadigen.<br />
● Druk niet op het draagbare audioapparaat<br />
of oefen er geen onnodige druk op<br />
uit terwijl het is aangesloten. Dit kan<br />
schade veroorzaken aan het apparaat of<br />
de aansluiting.<br />
● Breng geen vreemde voorwerpen in de<br />
AUX-poort in. Dit kan schade veroorzaken<br />
aan het draagbare audioapparaat of<br />
de aansluiting.<br />
• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />
instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />
of handschoenkastje, enz. De locatie<br />
en het design verschillen naargelang het<br />
voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />
van de “Gebruikershandleiding”.<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
121
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
OVERSCHAKELEN NAAR<br />
AUX-MODUS<br />
1 Druk op de “MEDIA”-knop.<br />
INFORMATIE<br />
● Als er geen draagbaar audioapparaat<br />
werd aangesloten, kan “Aux” niet worden<br />
geselecteerd. Sluit het draagbare<br />
audioapparaat aan op de AUX-poort.<br />
EEN DRAAGBAAR AUDIOAP-<br />
PARAAT AFSPELEN<br />
• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />
laatst gebruikte modus.<br />
2 Raak “Signaalbron” of<br />
aan of druk op de “MEDIA”-knop om<br />
het selectiescherm voor audiobronnen<br />
weer te geven.<br />
• Enkel het volume kan worden aangepast<br />
met de bedieningselementen van het<br />
audiosysteem. De andere bedieningselementen<br />
moeten op het draagbare audioapparaat<br />
zelf worden bediend.<br />
3 Raak “Aux” op het scherm aan.<br />
122
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
7. BEDIENING Bluetooth ® -AUDIO<br />
Het Bluetooth ® -audiosysteem zorgt ervoor<br />
dat gebruikers via draadloze communicatie<br />
kunnen genieten van<br />
muziek van een draagbare speler via<br />
de luidsprekers van het voertuig.<br />
Als uw draagbare speler Bluetooth ®<br />
niet ondersteunt, zal het Bluetooth ® -<br />
audiosysteem niet werken.<br />
WAARSCHUWING<br />
● Bedien de speler niet of maak geen aansluiting<br />
op het Bluetooth ® -audiosysteem<br />
terwijl u rijdt.<br />
BERICHT<br />
● Laat het draagbare audioapparaat niet<br />
achter in het voertuig. Hoge temperaturen<br />
in het voertuig kunnen de draagbare<br />
audiospeler beschadigen.<br />
INFORMATIE<br />
● Onder de volgende omstandigheden is<br />
het mogelijk dat het systeem niet werkt.<br />
• De draagbare audiospeler staat uit.<br />
• De draagbare audiospeler is niet<br />
aangesloten.<br />
• De batterij van de draagbare<br />
audiospeler is bijna leeg.<br />
● Afhankelijk van de draagbare audiospeler<br />
die op het systeem is aangesloten,<br />
zijn bepaalde functies mogelijk niet<br />
beschikbaar.<br />
● Het kan even duren, de telefoonaansluiting<br />
wordt uitgevoerd tijdens het afspelen<br />
van Bluetooth ® -audio.<br />
Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />
van Bluetooth SIG, Inc.<br />
INFORMATIE<br />
● Draagbare audiospelers moeten voldoen<br />
aan de volgende specificaties om<br />
op het Bluetooth ® -audiosysteem te worden<br />
aangesloten. Merk echter op dat<br />
sommige functies, afhankelijk van het<br />
soort draagbare audiospeler, beperkt<br />
kunnen zijn.<br />
• Bluetooth ® Specificatie<br />
Ver. 1.1 of hoger<br />
(Aanbevolen: Ver. 2.1+EDR of hoger)<br />
• Profiel<br />
A2DP (Advanced Audio Distribution<br />
Profile) Ver. 1.0 of hoger<br />
(Aanbevolen: Ver. 1.2 of hoger)<br />
AVRCP (Audio/Video Remote Control<br />
Profile) Ver. 1.0 of hoger<br />
(Aanbevolen: Ver. 1.4 of hoger)<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
123
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
OVERSCHAKELEN NAAR<br />
Bluetooth ® -AUDIOMODUS<br />
1 Druk op de “MEDIA”-knop om het audiobedieningsscherm<br />
weer te geven.<br />
• Als er geen Bluetooth ® -audioapparaat is aangesloten,<br />
verschijnt het aansluitende Bluetooth<br />
® -audioscherm automatisch. (Zie pagina<br />
125.)<br />
Bluetooth ® -AUDIO AANSLUI-<br />
TEN<br />
• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />
laatst gebruikte modus.<br />
2 Raak “Signaalbron” of<br />
aan of druk op de “MEDIA”-knop om<br />
het selectiescherm voor audiobronnen<br />
weer te geven.<br />
3 Raak “Bluetooth” aan.<br />
Om het Bluetooth ® -audiosysteem te<br />
gebruiken, moet u een draagbare speler<br />
paren en het audioprofiel (A2DP) op<br />
het systeem aan te sluiten. (In deze<br />
handleiding verwijst paren naar een<br />
Bluetooth ® -apparaat dat op het systeem<br />
wordt aangesloten. Aansluiten<br />
verwijst naar het profiel (de profielen)<br />
van het gepaarde apparaat dat op het<br />
systeem wordt aangesloten.)<br />
Zodra u een apparaat met audioprofiel<br />
(A2DP) hebt aangesloten, kunt u op<br />
het audiosysteem van het voertuig genieten<br />
van uw muziek.<br />
Als u nog geen draagbare speler met<br />
audioprofiel (A2DP) hebt aangesloten,<br />
moet u eerst een draagbare speler met<br />
audioprofiel (A2DP) aansluiten en dat<br />
volgens de volgende procedures. Sluit<br />
uw draagbare speler met audioprofiel<br />
(A2DP) aan als het voertuig volledig<br />
stilstaat.<br />
• Zie “Bluetooth ® -INSTELLINGEN” op<br />
pagina 193 van bijkomende registratie<br />
bij het registreren.<br />
∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />
van Bluetooth SIG, Inc.<br />
124
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
Bluetooth ® -AUDIO AANSLUI-<br />
TEN<br />
5 Raak het apparaat dat moet worden gepaard,<br />
aan.<br />
■AANSLUITEN VANUIT HET SYSTEEM<br />
1 Overschakelen naar Bluetooth ® -audiomodus.<br />
(Zie pagina 124.)<br />
2 Raak “Bluetooth ∗ -Setup” aan.<br />
3 Raak “Zoek Bluetooth ∗ -Toestellen”<br />
aan.<br />
• Aansluitbare Bluetooth ® -apparaten worden<br />
op het scherm weergegeven.<br />
6 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
• Als er op dit moment een Bluetooth ® -<br />
apparaat is aangesloten, wordt een popupscherm<br />
weergegeven. Om het apparaat<br />
af te sluiten, raakt u “Ja” aan.<br />
∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />
van Bluetooth SIG, Inc.<br />
4 Tijdens het zoeken naar een Bluetooth ® -<br />
apparaat, wordt het volgende scherm<br />
weergegeven.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />
“Annuleren” aan.<br />
7 Bevestig de PIN.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />
Pairing) ondersteunt<br />
• Bevestig de PIN die op het scherm wordt<br />
weergegeven en raak daarna “Accepteren”<br />
aan.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />
Pairing) niet ondersteunt<br />
• Geef de op het scherm weergegeven PIN<br />
in op uw draagbare speler.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />
“Annuleren” aan.<br />
125
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
8 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />
als het koppelen is afgelopen.<br />
■AANSLUITEN VANUIT HET APPA-<br />
RAAT<br />
1 Overschakelen naar Bluetooth ® -audiomodus.<br />
(Zie pagina 124.)<br />
2 Raak “Bluetooth ∗ -Setup” aan.<br />
9 Het systeem wacht op aansluitingsverzoeken<br />
vanuit het gekoppelde apparaat.<br />
Alle verzochte profielen worden<br />
automatisch aangesloten.<br />
3 Raak “Maak dit systeem identificeerbaar”<br />
aan.<br />
• Als de automatische aansluiting mislukt,<br />
wordt het volgende scherm weergegeven.<br />
Raak “Verbinden voor muziek” aan.<br />
• Als er op dit moment een Bluetooth ® -<br />
apparaat is aangesloten, wordt een popupscherm<br />
weergegeven. Om het apparaat<br />
af te sluiten, raakt u “Ja” aan.<br />
4 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />
• Als een draagbare speler is aangesloten,<br />
wordt hij automatisch aangesloten zodra<br />
de motorschakelaar in de “ACC” of “ON”-<br />
positie wordt gezet.<br />
INFORMATIE<br />
● Voor details over het opsporen van een<br />
apparaat en de werking van een draagbare<br />
speler kunt u terecht in de handleiding<br />
die bij de draagbare audiospeler<br />
wordt geleverd.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />
“Annuleren” aan.<br />
∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />
van Bluetooth SIG, Inc.<br />
126
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
5 Bevestig de PIN.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />
Pairing) ondersteunt<br />
• Bevestig de PIN die op het scherm wordt<br />
weergegeven en raak daarna “Accepteren”<br />
aan.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />
Pairing) niet ondersteunt<br />
• Geef de op het scherm weergegeven PIN<br />
in op uw draagbare speler.<br />
Bluetooth ® -AUDIO AFSPELEN<br />
EEN LIED AFSPELEN<br />
De titel van het lied, het album en de<br />
naam van de artiest van het lied dat op<br />
dit moment wordt gespeeld, worden<br />
weergegeven.<br />
■AFSPELEN EN PAUZEREN<br />
Bluetooth ® -AUDIO OPNIEUW<br />
AANSLUITEN<br />
4<br />
Als een draagbare speler wordt afgesloten<br />
door een slechte ontvangst van<br />
het Bluetooth ® -netwerk als de motorschakelaar<br />
in de “ACC”- of “ON”-positie<br />
staat, zal het systeem de draagbare<br />
speler automatisch opnieuw aansluiten.<br />
• Als het Bluetooth ® -apparaat met opzet<br />
wordt afgesloten, bijvoorbeeld als het<br />
werd uitgeschakeld, gebeurt dit niet. Sluit<br />
het manueel opnieuw aan op één van de<br />
volgende manieren:<br />
• Selecteer opnieuw een draagbare speler.<br />
(Zie pagina 197.)<br />
• Sluit het audioprofiel aan. (Zie pagina<br />
198.)<br />
: Druk om het lied te pauzeren.<br />
: Druk om het lied verder af te spelen.<br />
INFORMATIE<br />
● De vooruitgangsbalkindicator komt niet<br />
altijd overeen met de actueel verstreken<br />
afspeelpositie.<br />
● Als de gegevens van het lied geen ID3-<br />
tag bevatten, wordt de naam van het<br />
bestand en de map weergegeven in<br />
plaats van de titel van het lied en het<br />
album. Merk op dat de bestandsnaam<br />
niet de extensie van het bestand omvat.<br />
● Het Bluetooth ® -audioscherm kan,<br />
afhankelijk van uw apparaat, verschillen.<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
127
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
■VOORUIT- EN TERUGSPOELEN<br />
1 Druk op “ ” of “ ” van de Zoek-/<br />
Nummerknop en houd deze ingedrukt<br />
om vooruit of terug te spoelen. Als u de<br />
knop loslaat, begint de speler vanaf<br />
deze positie af te spelen.<br />
3 Raak de gewenste lijst aan.<br />
• Raak het gewenste item aan om de lijst<br />
weer te geven. Blijf de toepasselijke<br />
schermtoets aanraken tot de liedjeslijst<br />
wordt weergegeven.<br />
4 Raak het gewenste lied aan.<br />
EEN GEWENST LIED SELEC-<br />
TEREN<br />
■EEN PLAYLIST SELECTEREN<br />
Liedjes kunnen worden gerangschikt<br />
en uit verschillende playlists worden<br />
geselecteerd.<br />
1 Raak “Opties” aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Bestanden die geen titel van het lied<br />
en/of albuminformatie bevatten, worden<br />
als “Onbekend” in de “Artiest”- en/of<br />
“Album”-lijst weergegeven.<br />
● Afhankelijk van uw draagbare audiospeler<br />
is deze functie mogelijk niet beschikbaar.<br />
2 Raak “Naar muziek zoeken” aan.<br />
128
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
■VIA LIJST SELECTEREN<br />
Het gewenste lied kan uit de huidige<br />
playlist worden geselecteerd.<br />
1 Raak “Opties” aan.<br />
■EEN GEWENST LIED SELECTE-<br />
REN MET DE ZOEK-/NUM-<br />
MERKNOP OF AFSTEMMINGS-/<br />
SCROLKNOP<br />
4<br />
2 Raak “Titellijst” aan.<br />
Zoek-/Nummerknop: Druk op “ ” of “ ”<br />
van de Zoek-/Nummerknop om een gewenst<br />
lied te selecteren.<br />
Afstemmings-/Scrolknop: Draai om een<br />
gewenst lied te selecteren.<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
3 Raak het gewenste lied aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Afhankelijk van uw draagbare audiospeler<br />
is deze functie mogelijk niet beschikbaar.<br />
129
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
HERHALEN EN WILLEKEURIG<br />
AFSPELEN<br />
■VANUIT HET “OPTIES” -SCHERM<br />
1 Raak “Opties” aan.<br />
De herhaal- en willekeurige afspeelfuncties<br />
zijn beschikbaar.<br />
■VANUIT HET AUDIOBEDIENINGS-<br />
SCHERM<br />
1 Raak of aan.<br />
2 Raak “Willekeurig” of “Track herhalen”<br />
aan.<br />
(Herhaalmodus): Gebruik dit om automatisch<br />
het lied, dat u op dit moment beluistert,<br />
opnieuw af te spelen.<br />
• De herhaalmodus verandert als volgt elke<br />
keer u de schermtoets aanraakt.<br />
: Het lied herhalen<br />
:UIT<br />
• Om de functies herhalen of willekeurige<br />
volgorde uit te schakelen, raakt u nogmaals<br />
“Willekeurig” or “Track herhalen”<br />
aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Als “Willekeurig” aan is, kunnen de<br />
liedjes van de huidige playlist in willekeurige<br />
volgorde worden afgespeeld.<br />
(Willekeurige modus): Gebruik dit<br />
om de huidige playlist willekeurig te rangschikken.<br />
• De willekeurige modus verandert als volgt<br />
elke keer u de schermtoets aanraakt.<br />
: Liedjes afspelen in willekeurige<br />
volgorde<br />
:UIT<br />
130
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
8. STUURKNOPPEN<br />
Sommige onderdelen van het audiosysteem<br />
kunnen worden aangepast<br />
met de knoppen op het stuurwiel.<br />
STUURKNOPPEN (MET<br />
STUURKNOP IN TWEE RICH-<br />
TINGEN)<br />
• Het design en de positie van de knop kunnen<br />
verschillen naargelang het voertuig.<br />
Voor details, zie de Beeldindex van de<br />
“Gebruikershandleiding”.<br />
• Details van de specifieke knoppen, bedieningselementen<br />
en kenmerken worden<br />
hieronder beschreven.<br />
Nr.<br />
Knop<br />
Volumebedieningsknop<br />
“ ” “ ” -knop<br />
“MODE”-knop<br />
Volumebedieningsknop<br />
• Druk op de “+”-kant om het volume te<br />
verhogen. Het volume blijft stijgen zolang<br />
u de knop blijft indrukken.<br />
• Druk op de “-”-kant om het volume te verlagen.<br />
Het volume blijft dalen zolang u de<br />
knop blijft indrukken.<br />
“ ” “ ”-knop<br />
Radio<br />
Om een vooringesteld station te selecteren:<br />
Druk op de “ ”- of “ ” -knop.<br />
Om een radiostation te zoeken: Druk op<br />
de “ ”- of “ ” -knop en houd deze ingedrukt<br />
tot u een piepgeluid hoort. Als u in de<br />
zoekmodus ofwel op de “ ”- of “ ” -knop<br />
drukt, wordt de zoekmodus geannuleerd.<br />
Cd-speler<br />
Om een gewenst nummer of bestand te<br />
selecteren: Druk op de “ ”- of “ ” -knop.<br />
Om een gewenste map (MP3/WMA) te<br />
selecteren: Druk op de “ ”- of “ ” -knop<br />
en houd deze ingedrukt tot u een piepgeluid<br />
hoort.<br />
USB-geheugen/iPod<br />
Om een gewenst lied te selecteren: Druk<br />
op de “ ”- of “ ” -knop.<br />
Vooruit- en terugspoelen: Druk op de<br />
“ ”- of “ ” -knop en houd deze ingedrukt<br />
tot u een piepgeluid hoort.<br />
Bluetooth ® -audiospeler<br />
Om een gewenst lied te selecteren: Druk<br />
op de “ ”- of “ ” -knop.<br />
Vooruit- en terugspoelen: Druk op de<br />
“ ”- of “ ” -knop en houd deze ingedrukt<br />
tot u een piepgeluid hoort.<br />
“MODE”-knop<br />
• Druk op de “MODE”-knop om een audiomodus<br />
te selecteren. Elke druk verandert<br />
de opeenvolgende modi als de gewenste<br />
modus gebruiksklaar is.<br />
• Om het audiosysteem aan te zetten, drukt<br />
u op de “MODE”-knop.<br />
• Druk op de “MODE”-knop en houd deze<br />
ingedrukt tot u een piepgeluid hoort en de<br />
muziek zal worden gepauzeerd of<br />
gedempt. Door dezelfde actie wordt de<br />
functie afgezet.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
131
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
STUURKNOPPEN (MET<br />
STUURKNOP IN VIER RICH-<br />
TINGEN)<br />
• Het design en de positie van de knop kunnen<br />
verschillen naargelang het voertuig.<br />
Voor details, zie de Beeldindex van de<br />
“Gebruikershandleiding”.<br />
• Details van de specifieke knoppen, bedieningselementen<br />
en kenmerken worden<br />
hieronder beschreven.<br />
Volumebedieningsknop<br />
• Druk op de “+”-kant om het volume te<br />
verhogen. Het volume blijft stijgen zolang<br />
u de knop blijft indrukken.<br />
• Druk op de “-”-kant om het volume te verlagen.<br />
Het volume blijft dalen zolang u de<br />
knop blijft indrukken.<br />
“ ” “ ” “ ” “ ”-knop<br />
Radio<br />
Om een vooringesteld station te selecteren:<br />
Druk op de “ ” of “ ” -kant van de<br />
knop. Herhaal dit om het volgende vooringestelde<br />
station te selecteren.<br />
132<br />
Nr.<br />
Knop<br />
Volumebedieningsknop<br />
“ ” “ ” “ ” “ ” -knop<br />
“MODE/HOLD”-knop<br />
Terug-knop<br />
Enter-knop<br />
Om een station te zoeken: Druk op de<br />
“ ”- of “ ”-kant van de knop en houd deze<br />
ingedrukt tot u een piepgeluid hoort. Herhaal<br />
dit om het volgende station te zoeken.<br />
Als één van de kanten van de knop tijdens<br />
de zoekmodus wordt ingedrukt, wordt het<br />
zoeken geannuleerd.<br />
Om de FM-stationlijstpagina te veranderen:<br />
De FM-stationlijstpagina kan worden<br />
veranderd door op de “ ”- of “ ”-kant<br />
van de knop te drukken.<br />
Cd-speler<br />
Om een gewenst nummer of bestand te<br />
selecteren: Druk op de “ ”- of “ ”-kant<br />
van de knop tot het gewenste nummer of<br />
af te spelen bestand wordt geselecteerd.<br />
Om terug te keren naar het begin van het<br />
huidige nummer of bestand, drukt u eenmaal<br />
snel op de “ ”-kant van de knop.<br />
Om een gewenste map (MP3/WMA) te<br />
selecteren: Druk op de “ ”- of “ ”-knop<br />
om naar de volgende of vorige map over te<br />
schakelen.<br />
USB-geheugen/iPod<br />
Om een gewenst lied te selecteren: Druk<br />
op de “ ”- of “ ”-knop tot het gewenste<br />
lied wordt geselecteerd.<br />
Vooruit- en terugspoelen: Druk op de<br />
“ ”- of “ ” -knop en houd deze ingedrukt<br />
tot u een piepgeluid hoort.<br />
Bluetooth ® -audiospeler<br />
Om een gewenst lied te selecteren: Druk<br />
op de “ ”- of “ ”-kant van de knop tot het<br />
gewenste lied wordt geselecteerd.<br />
Vooruit- en terugspoelen: Druk op de<br />
“ ”- of “ ” -knop en houd deze ingedrukt<br />
tot u een piepgeluid hoort.
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
“MODE/HOLD”-knop<br />
• Druk op de “MODE/HOLD”-knop om een<br />
audiomodus te selecteren. Elke druk verandert<br />
de opeenvolgende modi als de<br />
gewenste modus gebruiksklaar is.<br />
• Om het audiosysteem aan te zetten, drukt<br />
u op de “MODE/HOLD”-knop.<br />
• Druk op de “MODE/HOLD”-knop en houd<br />
deze ingedrukt tot u een piepgeluid hoort<br />
en de muziek zal worden gepauzeerd of<br />
gedempt. Door dezelfde actie wordt de<br />
functie afgezet.<br />
Terug-knop<br />
• Druk op de terug-knop om naar het vorige<br />
scherm terug te keren.<br />
4<br />
Enter-knop<br />
• In de radiomodus keert u met een druk op<br />
de enter-knop terug naar het scherm met<br />
voorinstellingen.<br />
• In de mediamodus keert u met een druk<br />
op de enter-knop terug naar het lijstscherm.<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
133
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
9. BEDIENINGSTIPS VOOR HET AUDIOSYSTEEM<br />
BERICHT<br />
● Om schade aan het audiosysteem te<br />
vermijden:<br />
• Pas op dat u geen drankjes op het<br />
audiosysteem morst.<br />
• Breng enkel geschikte cd's in de cdsleuf<br />
in.<br />
INFORMATIE<br />
● Het gebruik van een gsm in of bij het<br />
voertuig kan geluid uit de luidsprekers of<br />
uit het audiosysteem dat u beluistert,<br />
veroorzaken. Dit duidt echter niet op een<br />
storing.<br />
RADIO-ONTVANGST<br />
Een probleem met de radio-ontvangst<br />
betekent meestal niet dat er een probleem<br />
met uw radio is — dit is gewoon<br />
het resultaat van omstandigheden buiten<br />
het voertuig.<br />
Nabijgelegen gebouwen en terrein bijvoorbeeld<br />
kunnen de FM-ontvangst<br />
storen. Elektriciteitsleidingen of telefoonlijnen<br />
kunnen AM-signalen storen.<br />
En natuurlijk, radiosignalen hebben<br />
een beperkt bereik en hoe verder u van<br />
het station verwijderd bent, hoe zwakker<br />
het signaal zal zijn. En aangezien<br />
uw voertuig in beweging is, veranderen<br />
de ontvangstomstandigheden constant.<br />
Hieronder vindt u enkele vaak voorkomende<br />
ontvangstproblemen die waarschijnlijk<br />
niet wijzen op een probleem<br />
met uw radio.<br />
FM<br />
Wegvallende en afwijkende stations: Algemeen<br />
gesproken is het effectieve bereik van<br />
FM ongeveer 40 km. Eenmaal buiten dit bereik<br />
kunnen stations wegvallen en afwijken, wat<br />
toeneemt naarmate u zich verder van de radiozender<br />
bevindt. Dit komt vaak samen met storing<br />
voor.<br />
Multipad: FM-signalen zijn reflecterend waardoor<br />
het mogelijk is dat twee signalen tezelfdertijd<br />
uw antenne bereiken. Als dit gebeurt<br />
zullen beiden signalen elkaar annuleren, wat<br />
tijdelijke flutter of verlies van ontvangst veroorzaakt.<br />
Geruis en flutter: Dit komt voor als signalen<br />
door gebouwen, bomen of andere grote objecten<br />
worden geblokkeerd. Het basniveau verhogen<br />
kan geruis en flutter beperken.<br />
Stations wisselen: Als het FM-signaal waarnaar<br />
u luistert, wordt onderbroken of verzwakt<br />
en er is een ander sterk station op de FM-band<br />
in de buurt, is het mogelijk dat uw radio op het<br />
tweede station afstemt tot het originele signaal<br />
opnieuw kan worden opgepikt.<br />
AM<br />
Wegvallen: AM-uitzendingen worden door de<br />
bovenste atmosfeer gereflecteerd — vooral 's<br />
nachts. Deze gereflecteerde signalen kunnen<br />
de signalen die direct van een radiostation worden<br />
ontvangen, storen, waardoor het radiostation<br />
afwisselend hard en zacht klinkt.<br />
Stationinterferentie: Als een gereflecteerd<br />
signaal en een signaal dat direct van een radiostation<br />
wordt ontvangen, ongeveer dezelfde<br />
frequentie hebben, kunnen ze elkaar storen,<br />
waardoor het moeilijk wordt om de uitzending<br />
te beluisteren.<br />
Geruis: AM wordt gemakkelijk beïnvloed door<br />
externe bronnen van elektrisch geluid, zoals<br />
hoogspanningslijnen, bliksem of elektrische<br />
motoren. Dit resulteert in geruis.<br />
134
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
iPod<br />
• “Gemaakt voor iPod” en “Gemaakt voor<br />
iPhone” betekent dat een elektronisch<br />
accessoire werd ontworpen om specifiek<br />
op respectievelijk een iPod of iPhone aan<br />
te sluiten en dat het door de ontwikkelaar<br />
werd gecertificeerd om te voldoen aan de<br />
prestatienormen van Apple.<br />
• Apple is niet verantwoordelijk voor de werking<br />
van dit apparaat of het naleven van<br />
de veiligheids- en regelgevende normen.<br />
Merk op dat het gebruik van dit accessoire<br />
met een iPod of iPhone de draadloze<br />
prestatie kan beïnvloeden.<br />
• iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano en<br />
iPod touch zijn handelsmerken van Apple<br />
Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.<br />
COMPATIBELE MODELLEN<br />
De volgende iPod ® -, iPod nano ® -, iPod<br />
classic ® -, iPod touch ® - en iPhone ® -toestellen<br />
zijn compatibel met dit systeem.<br />
Gemaakt voor<br />
• iPod touch (4e generatie)<br />
• iPod touch (3e generatie)<br />
• iPod touch (2e generatie)<br />
• iPod touch (1e generatie)<br />
• iPod classic<br />
• iPod with video<br />
• iPod nano (6e generatie)<br />
• iPod nano (5e generatie)<br />
• iPod nano (4e generatie)<br />
• iPod nano (3e generatie)<br />
• iPod nano (1e generatie)<br />
• iPhone 4<br />
• iPhone 3GS<br />
• iPhone 3G<br />
• iPhone<br />
Afhankelijk van de verschillen tussen <strong>mode</strong>llen<br />
of softwareversies, enz. zijn sommige<br />
van de bovenstaande <strong>mode</strong>llen<br />
mogelijk niet compatibel met dit systeem.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
135
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
USB-GEHEUGEN<br />
• USB-geheugen dat kan worden gebruikt<br />
voor het afspelen van MP3 en WMA.<br />
• USB-communicatieformaten: USB 2.0<br />
FS (12 Mbps)<br />
• Bestandsformaten: FAT 16/32<br />
(Windows ® )<br />
• Correspondentieklasse: Massaopslagklasse<br />
ZORG DRAGEN VOOR UW<br />
CD-SPELER EN CD'S<br />
• Uw cd-speler kan enkel worden gebruikt<br />
voor cd's van 12 cm. Om cd's van 8 cm af<br />
te spelen, hebt u een adapter nodig.<br />
• Extreem hoge temperaturen kunnen<br />
ervoor zorgen dat uw cd-speler niet werkt.<br />
Op warme dagen gebruikt u best uw airconditioning<br />
om de binnenkant van uw<br />
voertuig af te koelen vóór u naar een cd<br />
luistert.<br />
• Hobbelige wegen of andere trillingen zorgen<br />
ervoor dat de cd-speler doorslaat.<br />
• Als er vocht in uw cd-speler terechtkomt,<br />
is het mogelijk dat u niets hoort alhoewel<br />
uw cd-speler lijkt te werken. Verwijder de<br />
cd uit de cd-speler en wacht tot het<br />
opdroogt.<br />
Audiocd's<br />
• Gebruik enkel de cd's met bovenstaande<br />
labels. De volgende producten kunnen<br />
mogelijk niet worden afgespeeld met uw<br />
cd-speler.<br />
•SACDs<br />
• dts CDs<br />
• Tegen kopie beschermde cd's<br />
• Videocd's<br />
Cd's in speciale vorm<br />
Transparante/doorschijnende cd's<br />
WAARSCHUWING<br />
● De cd-speler maakt gebruik van een<br />
onzichtbare laserstraal die blootstelling<br />
aan gevaarlijke straling kan veroorzaken<br />
als de laserstraal buiten de unit wordt<br />
gericht. Zorg ervoor dat u de cd-speler<br />
correct gebruikt.<br />
136
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
Cd's van slechte kwaliteit<br />
Juist<br />
Fout<br />
Gelabelde cd's<br />
BERICHT<br />
● Gebruik geen cd's met een speciale<br />
vorm, transparante/doorschijnende cd's,<br />
cd's van slechte kwaliteit of gelabelde<br />
cd's zoals op de afbeeldingen wordt<br />
getoond. Het gebruik van dergelijke cd's<br />
kunnen de speler beschadigen, of het is<br />
mogelijk dat de cd niet kan worden uitgeworpen.<br />
● Het systeem is niet ontworpen om Dual<br />
Disc te gebruiken. Gebruik Dual Disc<br />
niet omdat het uw speler kan beschadigen.<br />
• Wees voorzichtig met cd's, vooral als u ze<br />
inbrengt. Houd ze vast aan de rand en<br />
plooi ze niet. Vermijd vingerafdrukken op<br />
de cd, vooral op de heldere kant.<br />
• Vuil, krassen, vervormingen, gaatjes of<br />
andere beschadigingen aan uw cd kunnen<br />
ervoor zorgen dat uw cd-speler doorslaat<br />
of een deel van een nummer herhaalt.<br />
(Om gaatjes op te sporen, houdt u de cd<br />
tegen het licht.)<br />
• Verwijder cd's uit de cd-speler als u er niet<br />
naar luistert. Bewaar ze in hun plastic<br />
doosjes, weg van vocht, hitte en direct<br />
zonlicht.<br />
• Om een cd te reinigen: Wrijf erover met<br />
een zachte, pluisvrije doek die met water<br />
werd bevochtigd. Wrijf in een rechte lijn<br />
van het midden naar de rand van de cd<br />
(niet in een cirkel). Gebruik geen conventionele<br />
platenreiniger of antiruisapparaat.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
137
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
MP3/WMA-BESTANDEN<br />
• MP3 (MPEG Audio Layer 3) en WMA<br />
(Windows Media Audio) zijn audiocompressienormen.<br />
• De MP3/WMA-speler kan MP3- en WMAbestanden<br />
op cd-rom, cd-R- en cd-RWschijven<br />
afspelen.<br />
De unit kan schijfopnamen die compatibel<br />
zijn met ISO 9660 niveau 1,2 (Romeo<br />
Jolie) en het UDF (2.01 of lager)-<br />
bestandssysteem afspelen.<br />
• Bij het benoemen van een MP3- of WMAbestand,<br />
voegt u de juiste bestandsextensie<br />
toe (.mp3 of .wma).<br />
• De MP3/WMA-speler speelt bestanden<br />
met bestandsextensies .mp3 of .wma als<br />
MP3- of WMA-bestanden. Om geruis en<br />
afspeelfouten te voorkomen, moet u de<br />
juiste bestandsextensies gebruiken.<br />
• De speler kan met multisessiecompatibele<br />
cd's enkel de eerste sessie afspelen.<br />
• MP3-bestanden zijn compatibel met ID3<br />
Tag Ver. 1.0-, Ver. 1.1-, Ver. 2.2-, en<br />
Ver. 2.3-formaten. De unit kan de titel van<br />
de cd en het nummer en de naam van de<br />
artiest in andere formaten niet weergeven.<br />
• USB-geheugen: MP3-bestanden zijn compatibel<br />
met ID3 Tag Ver. 1.0-, Ver. 1.1-,<br />
Ver. 2.2-, Ver. 2.3-, en Ver. 2.4-formaten.<br />
De unit kan de titel van het nummer en de<br />
naam van de artiest in andere formaten<br />
niet weergeven.<br />
• WMA-bestanden kunnen een WMA-tag<br />
bevatten die op dezelfde manier als een<br />
ID3-tag wordt gebruikt. WMA-tags bevatten<br />
informatie zoals de titel van het nummer<br />
of de naam van de artiest.<br />
• De geluidskwaliteit van MP3/WMAbestanden<br />
verbetert algemeen gezien bij<br />
hogere bitsnelheden. Om een redelijk<br />
niveau van geluidskwaliteit te bereiken,<br />
worden bestanden die met een bitsnelheid<br />
van minstens 128 kbps werden opgenomen,<br />
aangeraden.<br />
SAMPLINGFREQUENTIE<br />
MP3-bestanden:<br />
MPEG 1 AUDIO LAYER 3 — 32, 44.1,<br />
48 kHz<br />
MPEG2 AUDIO LAYER3 — 16, 22.05,<br />
24 kHz<br />
WMA-bestanden voor WMA-speler:<br />
Ver. 7, 8, 9 CBR — 32, 44.1, 48 kHz<br />
WMA-bestanden voor USB-geheugen:<br />
Ver. 7, 8, 9 — HIGH PROFILE 32, 44.1,<br />
48 kHz<br />
AFSPEELBARE BITSNELHE-<br />
DEN<br />
MP3-bestanden voor MP3-speler:<br />
MPEG1 LAYER3 — 32 tot 320 kbps<br />
MPEG2 LSF LAYER3 — 8 tot 160 kbps<br />
MP3-bestanden voor USB-geheugen:<br />
MPEG 1 AUDIO LAYER 2, 3 — 32 tot<br />
320 kbps<br />
MPEG 2 AUDIO LAYER 2, 3 — 8 tot<br />
160 kbps<br />
WMA-bestanden voor WMA-speler:<br />
Ver. 7, 8 CBR — 48 tot 192 kbps<br />
Ver. 9 CBR — 48 tot 320 kbps<br />
WMA-bestanden voor USB-geheugen:<br />
Ver. 7, 8, 9 CBR — 48 tot 320 kbps<br />
• M3u-playlists zijn niet compatibel met de<br />
audiospeler.<br />
• MP3i- (MP3 interactive) en MP3PRO-formaten<br />
zijn niet compatibel met de<br />
audiospeler.<br />
• De speler is compatibel met VBR (Variable<br />
Bit Rate).<br />
• Bij het afspelen van bestanden die als<br />
VBR (Variable Bit Rate)-bestanden zijn<br />
opgenomen, zal de afspeeltijd niet correct<br />
worden weergegeven bij het vooruit- en<br />
terugspoelen.<br />
• Het is niet mogelijk om mappen te bekijken<br />
die geen MP3/WMA-bestanden<br />
bevatten.<br />
138
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
• MP3/WMA-bestanden in mappen tot 8<br />
niveaus diep kunnen worden afgespeeld.<br />
Het starten van het afspelen kan echter<br />
worden vertraagd als u cd's gebuikt die<br />
verschillende mapniveaus bevatten.<br />
Daarom raden we aan om cd's te maken<br />
met niet meer dan 2 mapniveaus.<br />
• WMA-bestanden Ver. 9 is afhankelijk van<br />
“Windows Media ® Audio Standard”.<br />
001.mp3<br />
002.wma<br />
Map 1<br />
003.mp3<br />
Map 2<br />
004.mp3<br />
005.wma<br />
Map 3<br />
006.mp3<br />
• De afspeelvolgorde van de cd met een<br />
structuur zoals hier links wordt voorgesteld,<br />
is als volgt:<br />
001. mp3 002. wma. . . 006. mp3<br />
• MP3/WMA-speler: Het is mogelijk om tot<br />
192 mappen of 255 bestanden op één cd<br />
af te spelen.<br />
• USB-geheugen:<br />
Maximaal aantal mappen in het apparaat:<br />
3000<br />
Maximaal aantal bestanden in één map:<br />
255<br />
Maximaal aantal bestanden in het apparaat:<br />
9999<br />
• De volgorde verandert naargelang de pc<br />
en MP3/WMA-codeersoftware die u<br />
gebruikt.<br />
CD-R- EN CD-RW-SCHIJVEN<br />
• Cd-R/cd-RW die nog niet zijn onderworpen<br />
aan het “afrondend proces” (een proces<br />
dat ervoor zorgt dat cd's op een<br />
conventionele cd-speler kunnen worden<br />
gespeeld) kunnen niet worden afgespeeld.<br />
• Het kan zijn dat het afspelen van cd-R/cd-<br />
RW-schijven die op een cd-recorder of<br />
personal computer zijn opgenomen, niet<br />
mogelijk is wegens schijfeigenschappen,<br />
krassen of vuil op de cd, of vuil, condensatie,<br />
enz. op de lens van de unit.<br />
• Het kan zijn dat het afspelen van cd's die<br />
op een personal computer zijn opgenomen,<br />
niet mogelijk is afhankelijk van de<br />
toepassingsinstellingen en de omgeving.<br />
Gebruik het juiste formaat bij het opnemen.<br />
(Voor details kunt u contact opnemen<br />
met de geschikte producenten van<br />
de toepassingen.)<br />
• Cd-R/cd-RW-schijven kunnen worden<br />
beschadigd door directe blootstelling aan<br />
zonlicht, hoge temperaturen of andere<br />
opslagomstandigheden. Het is mogelijk<br />
dat de unit sommige beschadigde schijven<br />
niet kan afspelen.<br />
• Als u een cd-RW-schijf in een MP3/WMAspeler<br />
steekt, begint het afspelen trager<br />
dan met een conventionele cd of cd-Rschijf.<br />
• Opnames op cd-R/cd-RW kunnen met het<br />
DDCD (Double Density CD)-systeem niet<br />
worden afgespeeld.<br />
VOORWAARDEN<br />
PAKKETSCHRIJVEN<br />
• Dit is een algemene term die het proces<br />
beschrijft van het op aanvraag schrijven<br />
van gegevens naar cd-R, enz., op<br />
dezelfde manier dat gegevens op diskettes<br />
of een harde schijf worden geschreven.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
139
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
ID3-TAG<br />
• Dit is een manier om nummergerelateerde<br />
informatie in een MP3-bestand op te<br />
slaan. Deze opgeslagen informatie kan de<br />
titel van het nummer, de naam van de<br />
artiest, de titel van het album, het muziekgenre,<br />
het jaar van productie, commentaar<br />
en andere gegevens bevatten. De<br />
inhoud kan vrij worden bewerkt door middel<br />
van software met ID3-tag-bewerkingsfuncties.<br />
Alhoewel de tags beperkt zijn<br />
qua aantal karakters, kan de informatie<br />
worden bekeken als het nummer wordt<br />
gespeeld.<br />
WMA-TAG<br />
• WMA-bestanden kunnen een WMA-tag<br />
bevatten die op dezelfde manier als een<br />
ID3-tag wordt gebruikt. WMA-tags bevatten<br />
informatie zoals de titel van het nummer<br />
of de naam van de artiest.<br />
MP3<br />
• MP3 is een audiocompressienorm die<br />
door een werkgroep (MPEG) van het ISO<br />
(International Standard Organization)<br />
werd bepaald. MP3 comprimeert audiogegevens<br />
tot ongeveer 1/10 van de grootte<br />
van conventionele cd's.<br />
WMA<br />
• WMA (Windows Media Audio) is een<br />
audiocompressieformaat dat door<br />
Microsoft ® werd ontwikkeld. Het comprimeert<br />
bestanden tot een grootte die kleiner<br />
is dan die van MP3-bestanden. De<br />
decodeerformaten voor WMA-bestanden<br />
zijn Ver. 7, 8, en 9.<br />
ISO 9660-FORMAAT<br />
• Dit is de internationale norm voor het formatteren<br />
van cd-rom-mappen en -bestanden.<br />
Voor het ISO 9660-formaat zijn er<br />
twee regelniveaus.<br />
• Niveau 1: De bestandsnaam is in 8.3-formaat<br />
(bestandsnaam van 8 karakters met<br />
een bestandsextensie van 3 karakters.<br />
Bestandsnamen moeten worden gevormd<br />
door hoofdletters en getallen van één<br />
byte. Het “_”-symbool kan ook worden<br />
inbegrepen.)<br />
• Niveau 2: De bestandsnaam kan tot 31<br />
karakters hebben (inclusief het leesteken<br />
“.” en de bestandextensie). Elke map mag<br />
niet meer dan 8 hiërarchieën bevatten.<br />
m3u<br />
• Playlists die werden opgesteld met behulp<br />
van “WINAMP”-software hebben een<br />
bestandsextensie voor playlists (.m3u).<br />
140
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
Gracenote ®<br />
• Gracenote ® levert de muziekherkenningstechnologie<br />
en verwante gegevens.<br />
Gracenote zet de industrienorm<br />
op het vlak van muziekherkenningstechnologie<br />
en het leveren van verwante<br />
inhoud. Voor meer informatie kunt u<br />
terecht op www.gracenote.com.<br />
• Gracenote ® -licentieovereenkomst<br />
voor de eindgebruiker<br />
Deze toepassing of dit toestel bevat<br />
software van Gracenote, Inc. uit<br />
Emeryville, California (“Gracenote”).<br />
Dankzij de software van Gracenote<br />
(de “Gracenote-software”) is deze<br />
toepassing in staat om een cd en/of<br />
een bestand te herkennen en muziekgerelateerde<br />
informatie op te roepen,<br />
zoals naam, artiest, nummer en titelinformatie<br />
(“Gracenote-gegevens”) vanuit<br />
onlineservers of ingesloten<br />
databanken (gezamenlijk “Gracenoteservers”)<br />
en om andere functies uit te<br />
voeren. U mag de Gracenote-gegevens<br />
enkel door middel van de bedoelde<br />
eindgebruikerfuncties van deze<br />
toepassing of dit toestel gebruiken.<br />
U stemt ermee in om de Gracenote-gegevens,<br />
de Gracenote-software en de Gracenote-servers<br />
enkel voor persoonlijke, nietcommerciële<br />
doeleinden te gebruiken. U<br />
stemt ermee in om de Gracenote-software<br />
of Gracenote-gegevens niet aan een derde<br />
partij over te dragen, te kopiëren, te<br />
overhandigen of door te geven. U STEMT<br />
ERMEE IN OM GRACENOTE-GEGE-<br />
VENS, DE GRACENOTE-SOFTWARE<br />
OF GRACENOTE-SERVERS NIET TE<br />
GEBRUIKEN OF TE BENUTTEN, BE-<br />
HALVE ZOALS UITDRUKKELIJK HIERIN<br />
VERMELD.<br />
U stemt ermee in dat uw niet-exclusieve licentie<br />
om de Gracenote-gegevens, de<br />
Gracenote-software en Gracenote-servers<br />
te gebruiken, wordt beëindigd als u deze<br />
bepalingen overtreedt. Als uw licentie<br />
wordt beëindigd, stemt u ermee in om elk<br />
gebruik van de Gracenote-gegevens, de<br />
Gracenote-software en Gracenote-servers<br />
te staken. Gracenote behoudt zich alle<br />
rechten van de Gracenote-gegevens, de<br />
Gracenote-software en de Gracenote-servers,<br />
inclusief alle eigendomsrechten,<br />
voor. Onder geen enkele omstandigheid is<br />
Gracenote aansprakelijk voor een betaling<br />
aan u voor informatie die u heeft verschaft.<br />
U stemt ermee in dat Gracenote, Inc. onder<br />
deze overeenkomst zijn rechten tegen<br />
u direct in eigen naam kan afdwingen.<br />
De Gracenote-dienst maakt gebruik van<br />
een uniek herkenningssysteem om, voor<br />
statistieke doeleinden, vragen op te volgen.<br />
Het doel van een willekeurig toegekend<br />
numeriek herkenningssysteem is om<br />
de Gracenote-dienst de mogelijkheid te<br />
bieden om vragen te tellen zonder te weten<br />
wie u bent. Voor meer informatie kunt<br />
u terecht op de website voor het Gracenote-privacybeleid<br />
voor de Gracenote-dienst.<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
141
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
De vergunning voor de Gracenote-software<br />
en voor elk item van de Gracenotegegevens<br />
wordt als “AS IS” aan u toegekend.<br />
Gracenote legt geen verklaring af<br />
en geeft geen garantie, uitdrukkelijk of<br />
impliciet, met betrekking tot de juistheid<br />
van Gracenote-gegevens in de Gracenote-servers.<br />
Gracenote behoudt zich<br />
het recht voor om gegevens uit de Gracenote-servers<br />
te verwijderen of om gegevenscategorieën<br />
te wijzigen voor<br />
eender welke reden die voor Gracenote<br />
toereikend is. Er wordt geen garantie gegeven<br />
dat de Gracenote-software of de<br />
Gracenote-servers foutloos zijn of dat de<br />
Gracenote-software of de Gracenoteservers<br />
ononderbroken zullen werken.<br />
Gracenote is niet verplicht om u nieuwe<br />
verbeterde of bijkomende gegevenstypes<br />
of -categorieën te verschaffen<br />
die Gracenote in de toekomst kan<br />
leveren en het staat Gracenote vrij om<br />
op eender welk moment zijn diensten<br />
stop te zetten.<br />
GRACENOTE NEEMT AFSTAND VAN<br />
ALLE UITDRUKKELIJKE OF IMPLICIE-<br />
TE GARANTIES, INCLUSIEF, MAAR<br />
NIET BEPERKT TOT GARANTIES IN-<br />
ZAKE VERHANDELBAARHEID, HET<br />
GESCHIKT ZIJN VOOR EEN BE-<br />
PAALD DOEL, TITEL EN NIET-IN-<br />
BREUK. GRACENOTE STAAT NIET IN<br />
VOOR DE RESULTATEN DIE U DOOR<br />
HET GEBRUIK VAN DE GRACENOTE-<br />
SOFTWARE OF EEN GRACENOTE-<br />
SERVER ZAL VERKRIJGEN. IN GEEN<br />
GEVAL ZAL GRACENOTE AANSPRA-<br />
KELIJK ZIJN VOOR GEVOLG- OF SE-<br />
CUNDAIRE SCHADE OF VOOR<br />
GEDERFDE WINSTEN OF GEDERF-<br />
DE INKOMSTEN.<br />
copyright © 2000 tot vandaag Gracenote<br />
142
1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />
4<br />
AUDIOSYSTEEM<br />
143
1<br />
BASISINFORMATIE VÓÓR HET<br />
IN WERKING STELLEN<br />
1. SNELLE REFERENTIE............... 146<br />
2. HANDSFREESYSTEEM ............. 150<br />
DE TELEFOONKNOP<br />
GEBRUIKEN ..................................... 151<br />
OVER HET TELEFOONBOEK<br />
IN DIT SYSTEEM.............................. 152<br />
ALS U UW WAGEN AFSTAAT............ 152<br />
3. EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />
AANSLUITEN ........................... 153<br />
EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />
AANSLUITEN.................................... 153<br />
4. EEN INVOER REGISTREREN.... 157<br />
EEN NIEUWE INVOER<br />
REGISTREREN ................................ 157<br />
DE INVOERINFORMATIE<br />
WEERGEVEN EN BEWERKEN ....... 159<br />
OPGESLAGEN CONTACTPERSONEN<br />
NAAR EEN USB-GEHEUGEN<br />
VERSTUREN .................................... 161<br />
144
5<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
1<br />
2 BEDIENING VAN DE<br />
1. BELLEN MET EEN Bluetooth ® -<br />
TELEFOON............................... 162<br />
DOOR HET NUMMER TE VORMEN .... 162<br />
VIA DE “Bewaard”-LIJST OP HET<br />
“Contacten”-SCHERM....................... 162<br />
VIA HET TELEFOONBOEK................. 163<br />
VIA OPROEPLIJSTEN ........................ 164<br />
BELLEN VIA EEN KORT BERICHT .... 165<br />
BELLEN VIA NUTTIGE PLAATSEN.... 165<br />
2. OPROEPEN ONTVANGEN MET<br />
EEN Bluetooth ® -TELEFOON .... 166<br />
3. PRATEN AAN EEN Bluetooth ® -<br />
TELEFOON............................... 167<br />
HET VOLUME VAN DE<br />
ONTVANGER AANPASSEN............. 168<br />
TOETSEN VERSTUREN..................... 168<br />
EEN TWEEDE NUMMER VORMEN ... 168<br />
3<br />
FUNCTIE VOOR KORTE<br />
BERICHTEN<br />
1. FUNCTIE VOOR KORTE<br />
BERICHTEN.............................. 170<br />
POP-UPSCHERM VOOR NIEUWE<br />
KORTE BERICHTEN<br />
(INDIEN UITGERUST) ..................... 170<br />
ONTVANGEN KORTE<br />
BERICHTEN LEZEN ........................ 170<br />
VERSTUURDE KORTE<br />
BERICHTEN LEZEN ........................ 171<br />
NIEUWE KORTE BERICHTEN<br />
VERSTUREN.................................... 172<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.<br />
*: Nuttige Plaats<br />
145
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
1. SNELLE REFERENTIE<br />
-knop te drukken, krijgt u toegang tot het “Telefoon”-menu-<br />
Door op de<br />
scherm.<br />
Elke keer u op -knop drukt, verandert het scherm tussen het “Telefoon”-menuscherm<br />
en het “Extra's”-menuscherm.<br />
Als u op de -knop drukt, keert u terug naar het scherm dat het laatst werd<br />
weergegeven. Raak aan om het “Telefoon”-menuscherm te tonen.<br />
“Telefoon”-menuscherm<br />
• Het actuele design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />
Voor details, zie sectie 3 van “Gebruikershandleiding”.<br />
Nr. Functie Pagina<br />
Druk om het “Kies nummer”-scherm weer te geven.<br />
U kunt iemand opbellen door het nummer te vormen.<br />
Druk om het “Contacten”-scherm weer te geven.<br />
U kunt een invoer uit de lijst van contactpersonen in het “Bewaard”-<br />
en “Telefoonboek”-scherm selecteren en opbellen.<br />
Druk om het “Bellijsten”-scherm weer te geven.<br />
U kunt een invoer uit de gemiste, ontvangen of opgebelde oproeplijst<br />
selecteren en opbellen.<br />
148, 162<br />
162, 163<br />
164<br />
146
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
Nr. Functie Pagina<br />
Druk om het “Berichten”-scherm weer te geven.<br />
Een lijst van ontvangen en verzonden korte berichten en een menu<br />
om nieuwe korte berichten te creëren, kan worden weergegeven.<br />
Druk om het “Telefoon”-menuscherm weer te geven. Elke keer u op<br />
deze knop drukt, verandert het scherm tussen het “Telefoon”-menuscherm<br />
en het “Extra's”-menuscherm.<br />
170<br />
—<br />
5<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
147
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
Om het scherm voor het vormen van een nummer weer te geven, raakt u “Kies<br />
nummer” op het “Telefoon”-menuscherm, of op één van de “Telefoon”-schermen<br />
aan. Het scherm voor het vormen van een nummer kan ook worden weergegeven<br />
door op de -knop op het stuurwiel te drukken.<br />
“Kies nummer”-scherm<br />
Nr. Naam Functie<br />
Sneltoetsen<br />
Telefoonnaam<br />
en provider<br />
Cijfertoetsen<br />
Schermtoets<br />
voor het opslaan<br />
van het nummer<br />
Deleteschermtoets<br />
“Van de haak”-<br />
schermtoets<br />
Raak het corresponderende icoontje aan om het “Kies nummer”-,<br />
“Contacten”-, “Bellijsten”- of “Berichten”-scherm te wijzigen.<br />
De telefoonnaam en provider weergeven. Afhankelijk van de telefoon<br />
is het mogelijk dat deze informatie niet wordt weergegeven.<br />
Druk om een telefoonnummer in te geven.<br />
Druk om een telefoonnummer te registreren.<br />
Druk om een ingevoerd telefoonnummer te verwijderen.<br />
Druk om te bellen.<br />
148
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
Nr. Naam Functie<br />
Het ontvangstgebied<br />
Resterende batterijlading<br />
Het ontvangstniveau<br />
“R” wordt weergegeven bij het ontvangen in een roamgebied.<br />
• Afhankelijk van de telefoon is het mogelijk dat het ontvangstgebied<br />
niet wordt weergegeven.<br />
De zes balkjes tonen het opladingsniveau van de telefoonbatterij.<br />
• De weergegeven hoeveelheid komt niet altijd overeen met de<br />
hoeveelheid die op de gsm wordt weergegeven. Afhankelijk van<br />
de telefoon is het mogelijk dat de hoeveelheid resterende batterijlading<br />
niet wordt weergegeven. Het systeem beschikt niet over<br />
een oplaadfunctie.<br />
• Als deze informatie niet beschikbaar is van de aangesloten telefoon,<br />
wordt het icoontje met een vraagteken getoond.<br />
De vijf balkjes tonen het ontvangstniveau.<br />
• Het ontvangstniveau komt niet altijd overeen met het niveau dat<br />
op de gsm wordt weergegeven.<br />
• Afhankelijk van de telefoon is het mogelijk dat het ontvangstniveau<br />
niet wordt weergegeven.<br />
• Als deze informatie niet beschikbaar is van de aangesloten telefoon,<br />
wordt het icoontje met een vraagteken getoond.<br />
5<br />
Bluetooth ® -aansluiting<br />
Informatie over<br />
korte berichten<br />
Informatie over<br />
gemiste oproepen.<br />
Het icoontje geeft een actieve BT-aansluiting aan.<br />
Toont informatie over korte berichten.<br />
Toont informatie over gemiste oproepen.<br />
INFORMATIE<br />
● In het instrumentenpaneel is een antenne voor de Bluetooth ® -aansluiting ingebouwd. Het<br />
systeem werkt mogelijk niet als u de Bluetooth ® -telefoon onder de volgende omstandigheden<br />
en op de volgende plaatsen gebruikt:<br />
• Als de gsm door bepaalde objecten wordt gehinderd (bijvoorbeeld als hij achter de zetel<br />
of in het handschoenkastje of in het middenpaneel zit).<br />
• Als de gsm metalen materialen aanraakt of erdoor wordt bedekt.<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
149
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
2. HANDSFREESYSTEEM<br />
Met het Bluetooth ® -handsfreesysteem<br />
kunt u, door uw gsm aan te sluiten, bellen<br />
of oproepen ontvangen zonder uw<br />
handen van het stuurwiel te halen.<br />
Dit systeem ondersteunt Bluetooth ® .<br />
Bluetooth ® is een draadloos gegevenssysteem<br />
waarmee u kunt bellen<br />
zonder dat uw gsm met een kabel of<br />
via een gsm-houder is aangesloten.<br />
Het bedienen van het systeem wordt in<br />
deze sectie uitgelegd.<br />
• Voor het registreren en instellen van de<br />
telefoon, zie “Bluetooth ® INSTELLIN-<br />
GEN” op pagina 193.<br />
WAARSCHUWING<br />
● Gebruik een gsm enkel of sluit de Bluetooth<br />
® -telefoon enkel aan als het veilig<br />
en toegestaan is.<br />
BERICHT<br />
● Laat uw gsm niet achter in het voertuig.<br />
De binnentemperatuur kan hoog<br />
oplopen en de telefoon beschadigen.<br />
● Als de Bluetooth ® -telefoon te dicht bij<br />
het systeem is, kan de geluidskwaliteit<br />
verslechteren en kunnen de aansluitingsomstandigheden<br />
afnemen.<br />
INFORMATIE<br />
● Als uw gsm Bluetooth ® niet ondersteunt,<br />
zal het systeem niet werken.<br />
● Afhankelijk van het gsm-<strong>mode</strong>l kunnen<br />
sommige functies beperkt zijn.<br />
● Onder de volgende omstandigheden is<br />
het mogelijk dat het systeem niet werkt.<br />
• De gsm staat uit.<br />
• De huidige positie ligt buiten het communicatiegebied.<br />
• De gsm is niet aangesloten.<br />
• De batterij van de gsm is bijna leeg.<br />
• Als het uitgaande wordt gecontroleerd<br />
door druk verkeer op de telefoonlijnen,<br />
enz.<br />
• Als de gsm zelf niet kan worden<br />
gebruikt<br />
• Als u de telefoonboekgegevens uit de<br />
gsm overzet<br />
● Als u Bluetooth ® -audio en handsfree<br />
tezelfdertijd gebruikt, kunnen de volgende<br />
problemen optreden.<br />
• De Bluetooth ® -aansluiting kan worden<br />
afgesloten.<br />
• Geruis kan worden gehoord bij het<br />
afspelen van Bluetooth ® -audio.<br />
● De Bluetooth ® -telefoonbatterij zal snel<br />
leeg raken als hij op Bluetooth ® is aangesloten.<br />
150
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
DE TELEFOONKNOP<br />
GEBRUIKEN<br />
Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />
van Bluetooth SIG, Inc.<br />
INFORMATIE<br />
● Dit systeem ondersteunt de volgende<br />
service.<br />
• Bluetooth ® Specificatie<br />
Ver. 1.1 of hoger<br />
(Aanbevolen: Ver. 2.1+EDR of hoger)<br />
• Profiel<br />
HFP (Hands Free Profile)<br />
Ver. 1.0 of hoger<br />
(Aanbevolen: Ver. 1.5 of hoger)<br />
DUN (Dial-Up Networking Profile)<br />
Ver. 1.1 of hoger<br />
PAN (Personal Area Network)<br />
Ver. 1.0<br />
• PBAP (Phone Book Access Profile)<br />
Ver. 1.0 of hoger<br />
MAP (Message Access Profile)<br />
• Toepassing<br />
PIM (Personal Information Manager)<br />
● Als uw gsm geen HFP ondersteunt, kunt<br />
u de Bluetooth ® -telefoon niet registreren<br />
of DUN/PAN of PBAP-profielen individueel<br />
gebruiken.<br />
● Als de aangesloten Bluetooth ® -telefoonversie<br />
ouder is dan aanbevolen of<br />
incompatibel is, kan deze functie niet<br />
worden gebruikt.<br />
Het actuele design en de positie van<br />
de knop kunnen verschillen naargelang<br />
het voertuig. Voor details, zie de<br />
Beeldindex van de “Gebruikershandleiding”.<br />
• Door op de telefoonknop te drukken, kunt<br />
u een oproep ontvangen of inhaken zonder<br />
uw handen van het stuurwiel te halen.<br />
5<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
• Door op de volumeknop te drukken, kunt u<br />
het volume aanpassen.<br />
151
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
OVER HET TELEFOONBOEK<br />
IN DIT SYSTEEM<br />
• Voor elke geregistreerde telefoon worden<br />
de volgende gegevens opgeslagen. Als er<br />
een andere telefoon wordt aangesloten,<br />
kunt u de geregistreerde gegevens niet<br />
lezen.<br />
• Telefoonboekgegevens<br />
• Alle voorgaande oproepen<br />
• Als u telefoneert, kunt u de microfoon<br />
gebruiken.<br />
INFORMATIE<br />
● De stem van de andere partij komt uit de<br />
luidspreker vooraan. Als u een oproep<br />
ontvangt of bij ontvangen stemoutput zal<br />
de audio van het audiosysteem worden<br />
gedempt.<br />
● Spreek afwisselend met de andere partij<br />
aan de telefoon. Als u tezelfdertijd<br />
spreekt, is het mogelijk dat uw stemmen<br />
elkaar niet bereiken. (Dit is geen defect.)<br />
● Houd het volume van de ontvangen<br />
stem laag. Anders weerklinkt een echo<br />
en kan de ontvangende stem buiten het<br />
voertuig worden gehoord. Als u telefoneert,<br />
moet u duidelijk in de richting van<br />
de microfoon spreken.<br />
● In de volgende situaties is het mogelijk<br />
dat uw stem de andere partij niet bereikt.<br />
• Op een onverharde weg rijden. (Te<br />
wijten aan verkeersgeluiden.)<br />
• Aan hoge snelheid rijden.<br />
• Er staat een raam open.<br />
• De luchtgaten van de airconditioning<br />
zijn naar de microfoon gericht.<br />
• Het geluid van de airconditioningventilator<br />
is luid.<br />
• Er is een effect van het gsm-netwerk.<br />
INFORMATIE<br />
● Als u de telefoon verwijdert, worden ook<br />
de bovenvermelde gegevens verwijderd.<br />
ALS U UW WAGEN AFSTAAT<br />
Als u het handsfreesysteem gebruikt,<br />
worden er veel persoonlijke gegevens<br />
geregistreerd. Als u uw wagen afstaat,<br />
moet u uw gegevens initialiseren. (Zie<br />
“PERSOONLIJKE GEGEVENS VER-<br />
WIJDEREN” op pagina 189.)<br />
• U kunt de volgende gegevens in het systeem<br />
initialiseren.<br />
• Telefoonboekgegevens<br />
• Gegevens inzake oproepgeschiedenis<br />
• Bluetooth ® -telefoongegevens<br />
• Volume-instelling<br />
• Bluetooth ® -instelling<br />
INFORMATIE<br />
● Als u het systeem initialiseert, komt de<br />
vroegere toestand nooit meer terug.<br />
Wees voorzichtig bij het initialiseren van<br />
de gegevens.<br />
152
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
3. EEN Bluetooth ® -TELEFOON AANSLUITEN<br />
EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />
AANSLUITEN<br />
Om het handsfreesysteem te gebruiken,<br />
moet u de telefoon paren en het<br />
telefoonprofiel (HFP) op het systeem<br />
aansluiten. (In deze handleiding verwijst<br />
paren naar een Bluetooth ® -apparaat<br />
dat op het systeem wordt<br />
aangesloten. Aansluiten verwijst naar<br />
het profiel (de profielen) van het gepaarde<br />
apparaat dat op het systeem<br />
wordt aangesloten.)<br />
Als het profiel is aangesloten, kunt u<br />
handsfree bellen.<br />
Als u nog geen enkele Bluetooth ® -telefoon<br />
met telefoonprofiel (HFP) hebt<br />
aangesloten, moet u eerst uw telefoon<br />
met telefoonprofiel (HFP) aansluiten<br />
en dat volgens de volgende procedure.<br />
Sluit uw Bluetooth ® -telefoon met telefoonprofiel<br />
(HFP) aan als het voertuig<br />
volledig stilstaat.<br />
• Zie “Bluetooth ® -INSTELLINGEN” op<br />
pagina 193 van bijkomende registratie<br />
bij het registreren.<br />
EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />
AANSLUITEN<br />
■AANSLUITEN VANUIT HET SYSTEEM<br />
1 Druk op de -knop.<br />
2 Raak “Bluetooth ∗ -Setup” aan.<br />
3 Raak “Zoek Bluetooth ∗ -Toestellen”<br />
aan.<br />
5<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
• Als er op dit moment een Bluetooth ® -<br />
apparaat is aangesloten, wordt een popupscherm<br />
weergegeven. Om het apparaat<br />
af te sluiten, raakt u “Ja” aan.<br />
∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />
van Bluetooth SIG, Inc.<br />
153
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
4 Tijdens het zoeken naar een<br />
Bluetooth ® -apparaat, wordt het<br />
volgende scherm weergegeven.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />
“Annuleren” aan.<br />
5 Raak het apparaat aan dat moet worden<br />
gepaard.<br />
7 Bevestig de PIN.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />
Pairing) ondersteunt<br />
• Bevestig de PIN die op het scherm wordt<br />
weergegeven en raak daarna “Accepteren”<br />
aan.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />
Pairing) niet ondersteunt<br />
• Geef de op het scherm weergegeven PIN<br />
in op de telefoon.<br />
8 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />
als het paren is afgelopen.<br />
• Aansluitbare Bluetooth ® -apparaten worden<br />
in de lijst weergegeven.<br />
6 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />
9 Het systeem wacht op aansluitingsverzoeken<br />
vanuit het gepaarde apparaat.<br />
Alle verzochte profielen worden automatisch<br />
aangesloten.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />
“Annuleren” aan.<br />
• Als de automatische aansluiting mislukt,<br />
wordt het volgende scherm weergegeven.<br />
Raak “Verbinden voor telefoon”<br />
aan.<br />
154
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
3 Raak “Maak dit systeem identificeerbaar”<br />
aan.<br />
• Als de Bluetooth ® -telefoon is aangesloten,<br />
wordt hij automatisch aangesloten zodra<br />
de motorschakelaar in de “ACC”- of “ON”-<br />
positie wordt gezet.<br />
INFORMATIE<br />
● Voor details over het opsporen van een<br />
apparaat en de werking van uw gsm, zie<br />
de handleiding die bij uw gsm wordt<br />
geleverd.<br />
• Als er op dit moment een Bluetooth ® -<br />
apparaat is aangesloten, wordt een popupscherm<br />
weergegeven. Om het apparaat<br />
af te sluiten, raakt u “Ja” aan.<br />
4 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />
5<br />
■AANSLUITEN VANUIT HET APPARAAT<br />
1 Druk op de -knop.<br />
2 Raak “Configuratie Bluetooth ∗ ” aan.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />
“Annuleren” aan.<br />
5 Bevestig de PIN.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />
Pairing) ondersteunt<br />
• Bevestig de PIN die op het scherm wordt<br />
weergegeven en raak daarna “Accepteren”<br />
aan.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />
Pairing) niet ondersteunt<br />
• Geef de op het scherm weergegeven PIN<br />
in op de telefoon.<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />
van Bluetooth SIG, Inc.<br />
155
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
DE Bluetooth ® -TELEFOON OP-<br />
NIEUW AANSLUITEN<br />
Als een Bluetooth ® -telefoon wordt afgesloten<br />
door een slechte ontvangst<br />
van het Bluetooth ® -netwerk als de motorschakelaar<br />
in de “ACC”- of “ON”-positie<br />
staat, zal het systeem de<br />
Bluetooth ® -telefoon automatisch opnieuw<br />
aansluiten.<br />
• Als de Bluetooth ® -telefoon met opzet<br />
wordt afgesloten, bijvoorbeeld als hij werd<br />
uitgeschakeld, gebeurt dit niet. Sluit hem<br />
manueel opnieuw aan op één van de volgende<br />
manieren:<br />
• Selecteer de Bluetooth ® -telefoon opnieuw.<br />
(Zie pagina 197.)<br />
• Sluit het telefoonprofiel aan. (Zie pagina<br />
198.)<br />
156
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
4. EEN INVOER REGISTREREN<br />
EEN NIEUWE INVOER REGIS-<br />
TREREN<br />
Met dit systeem kunt u tot 200 nummers<br />
registreren.<br />
4 Selecteer één van de 4 telefoontypes<br />
(“Mobiel”, “Thuis”, “Werk” of “Overige”)<br />
en geef een nummer in.<br />
REGISTREREN VANUIT HET<br />
“Contacten”-SCHERM<br />
1 Raak “Contacten” aan.<br />
: Druk om één nummer te verwijderen.<br />
Druk en houd ingedrukt om nummers<br />
te blijven verwijderen.<br />
• U kunt voor elke telefoontype een nummer<br />
ingeven.<br />
5<br />
• Het “Contacten”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Telefoon”-schermen aan te raken.<br />
2 Raak “Bewaard” op het “Contacten”-<br />
scherm aan.<br />
3 Raak “Nieuw item maken” aan.<br />
5 Raak aan.<br />
6 Geef de invoernaam in.<br />
7 Raak “OK” aan.<br />
8 De invoer wordt geregistreerd in de<br />
“Bewaard”-lijst.<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
• Druk op om de invoerinformatie<br />
weer te geven en te bewerken. (Zie<br />
pagina 159.)<br />
157
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
REGISTREREN VANUIT HET<br />
“Kies nummer”-SCHERM<br />
1 Raak “Kies nummer” op het “Telefoon”-menuscherm<br />
aan.<br />
• Het “Kies nummer”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Telefoon”-schermen aan te raken.<br />
• U kunt ook op de -knop op het stuurwiel<br />
drukken om het “Kies nummer”-<br />
scherm weer te geven.<br />
2 Geef de nummers in.<br />
3 Raak aan.<br />
4 Volg de stappen “REGISTREREN<br />
VANUIT HET “Contacten”-SCHERM”<br />
vanaf “STAP 6”. (Zie pagina 157.)<br />
INFORMATIE<br />
● Het telefoontype wordt geregistreerd als<br />
“Mobiel”.<br />
REGISTREREN VANUIT HET<br />
“Telefoonboek”-SCHERM<br />
1 Zoek de invoer via “Telefoonboek”.<br />
(Zie pagina 163.)<br />
2 Raak aan voor het gewenste<br />
item.<br />
3 Raak “Toevoegen aan Bewaarde<br />
telefoonnummers” aan.<br />
4 Volg de stappen “REGISTREREN<br />
VANUIT HET “Contacten”-SCHERM”<br />
vanaf “STAP 6”. (Zie pagina 157.)<br />
INFORMATIE<br />
● Het telefoontype wordt geregistreerd als<br />
“Mobiel”.<br />
● Als de contactinformatie een adres en<br />
telefoonnummer bevat, worden deze<br />
opgeslagen in de “Bewaard”-lijst op het<br />
“Bestemming”-scherm en “Contacten”-<br />
scherm. (Zie pagina's 55 en 157.)<br />
REGISTREREN VANUIT HET<br />
“Bellijsten”-SCHERM<br />
1 De invoer zoeken via “Bellijsten”. (Zie<br />
pagina 164.)<br />
2 Raak aan naast het gewenste<br />
item.<br />
3 Volg de stappen “REGISTREREN<br />
VANUIT HET “Contacten”-SCHERM”<br />
vanaf “STAP 6”. (Zie pagina 157.)<br />
INFORMATIE<br />
● Het telefoontype wordt geregistreerd als<br />
“Mobiel”.<br />
158
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
REGISTREREN VANAF EEN<br />
EXTERN APPARAAT<br />
Met “CSI” geformatteerde gegevens<br />
kunnen vanaf een USB-geheugen<br />
naar dit systeem worden overgezet.<br />
Overgezette adressen en nummers<br />
worden opgeslagen in de “Bewaard”-<br />
lijst op het “Bestemming”-scherm en<br />
“Contacten”-scherm. (Zie pagina's 55<br />
en 157.)<br />
DE INVOERINFORMATIE<br />
WEERGEVEN EN BEWERKEN<br />
Gedetailleerde informatie van de invoer<br />
in de lijst kan worden weergegeven<br />
of bewerkt.<br />
1 Raak naast de gewenste invoer<br />
op het “Contacten”-scherm aan.<br />
5<br />
Scherm met invoeropties van de “Bewaard”-lijst<br />
Scherm met invoeropties van de “Telefoonboek”-lijst<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden uitgevoerd.<br />
159
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
Nr.<br />
Functie<br />
Druk om de details van de invoerinformatie<br />
weer te geven.<br />
• Raak de gewenste invoer aan<br />
om op deze te bellen.<br />
Druk om de invoernaam te wijzigen.<br />
(Zie pagina 160.)<br />
Druk om telefoonnummers te bewerken.<br />
(Zie pagina 160.)<br />
Druk om de invoer te verwijderen.<br />
Druk om alle ingevoerde gegevens<br />
te verwijderen.<br />
TELEFOONNUMMERS BEWER-<br />
KEN<br />
1 Raak “Telefoonnummers bewerken”<br />
aan.<br />
2 Selecteer één van de 4 telefoontypes<br />
en geef een nummer in.<br />
Druk om de invoer in de “Bewaard”-lijst<br />
op het “Bestemming”-<br />
scherm en het “Contacten”-<br />
scherm te registreren. (Zie pagina<br />
158.)<br />
DE INVOERNAAM WIJZIGEN<br />
1 Raak “Hernoem XX” aan.<br />
2 Geef de invoernaam in.<br />
: Druk om één nummer te verwijderen.<br />
Druk en houd ingedrukt om nummers<br />
te blijven verwijderen.<br />
• U kunt voor elke telefoontype een nummer<br />
bewerken.<br />
3 Raak aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Als een invoer die uit een gsm is overgezet,<br />
wordt bewerkt, zal die wijziging<br />
effect hebben op de “Bewaard”-lijst op<br />
het “Bestemming”-scherm en het “Contacten”-scherm.<br />
(Zie pagina's 55 en<br />
157.)<br />
3 Raak “OK” aan.<br />
160
1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />
OPGESLAGEN CONTACT-<br />
PERSONEN NAAR EEN USB-<br />
GEHEUGEN VERSTUREN<br />
De invoergegevens die in de “Bewaard”-lijst<br />
op het “Bestemming”-<br />
scherm en het “Contacten”-scherm zijn<br />
opgeslagen, kunnen naar een USBgeheugen<br />
worden overgezet. (Zie pagina<br />
63.)<br />
5<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
161
2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />
1. BELLEN MET EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />
Nadat een Bluetooth ® -telefoon is aangesloten,<br />
kunt u bellen met behulp van<br />
het handsfreesysteem. Er zijn verschillende<br />
manieren waarop u kunt bellen.<br />
Deze worden hieronder beschreven.<br />
4 Het scherm om verbinding te maken,<br />
wordt weergegeven.<br />
DOOR HET NUMMER TE VOR-<br />
MEN<br />
U kunt bellen door het telefoonnummer<br />
in te geven.<br />
1 Druk op de -knop op het stuurwiel.<br />
• Het “Kies nummer”-scherm kan worden<br />
weergegeven door “Kies nummer” op<br />
het “Telefoon”-menuscherm of op<br />
één van de “Telefoon”-schermen aan te<br />
raken.<br />
2 Raak de gewenste toets aan om het telefoonnummer<br />
in te geven.<br />
• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />
“Einde gespr ...” aan.<br />
VIA DE “Bewaard”-LIJST OP<br />
HET “Contacten”-SCHERM<br />
U kunt bellen via de “Bewaard”-lijst op<br />
het “Contacten”-scherm. Om deze<br />
functie te gebruiken, is het noodzakelijk<br />
om de invoer te registreren. (Zie pagina<br />
157.)<br />
1 Raak “Contacten” aan.<br />
: Druk om één nummer te verwijderen.<br />
Druk en houd ingedrukt om nummers<br />
te blijven verwijderen.<br />
• Als u aanraakt, wordt het nummer<br />
in de “Bewaard”-lijst op het “Contacten”-<br />
scherm geregistreerd. (Zie pagina 158.)<br />
• Het “Contacten”-scherm kan worden<br />
weergegeven door op één van de<br />
“Telefoon”-schermen aan te raken.<br />
2 Raak “Bewaard” op het “Contacten”-<br />
scherm aan.<br />
3 Raak aan.<br />
162
2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />
3 Raak de gewenste invoer aan.<br />
• Druk op om de invoerinformatie<br />
weer te geven en te bewerken. (Zie<br />
pagina 159.)<br />
• Als er 2 of meer telefoonnummers zijn,<br />
raakt u het gewenste nummer in de lijst<br />
aan.<br />
VIA HET TELEFOONBOEK<br />
U kunt bellen via de telefoonboekgegevens<br />
van de aangesloten gsm. Het<br />
telefoonboek verandert naargelang de<br />
telefoon die is aangesloten.<br />
Als een contactpersoon geen opgeslagen<br />
telefoonnummer heeft, zal de invoer<br />
dof worden weergegeven.<br />
U kunt de telefoonboeklijst updaten.<br />
(Zie pagina 200.)<br />
1 Raak “Contacten” aan.<br />
5<br />
4 Het scherm om verbinding te maken,<br />
wordt weergegeven.<br />
• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />
“Einde gespr ...” aan.<br />
• Het “Contacten”-scherm kan worden<br />
weergegeven door<br />
op één van de<br />
“Telefoon”-schermen aan te raken.<br />
2 Raak “Telefoonboek” op het “Contacten”-scherm<br />
aan.<br />
3 Raak de gewenste invoer aan.<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
• Als er 2 of meer telefoonnummers zijn,<br />
raakt u het gewenste nummer in de lijst<br />
aan.<br />
• Raak “Contact zoeken” aan om via de<br />
naam van de contactpersoon te zoeken.<br />
• Druk op om de invoerinformatie<br />
weer te geven en te bewerken. (Zie<br />
pagina 159.)<br />
163
2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />
4 Het scherm om verbinding te maken,<br />
wordt weergegeven.<br />
• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />
“Einde gespr ...” aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Als een telefoon voor de eerste keer<br />
wordt aangesloten, moet het telefoonboek<br />
worden gedownload. Als het telefoonboek<br />
niet kan worden gedownload,<br />
verschijnt een pop-upscherm.<br />
VIA OPROEPLIJSTEN<br />
U kunt bellen door gebruik te maken<br />
van één van de 4 oproeplijstfuncties.<br />
1 Raak “Bellijsten” aan.<br />
2 Raak de gewenste lijst aan.<br />
“Alles”: Druk om alle nummers weer te<br />
geven (gemiste, ontvangen en opgebelde).<br />
“Gemist”: Druk om de gemiste oproepen<br />
weer te geven.<br />
“Ontvangen”: Druk om de ontvangen oproepen<br />
weer te geven.<br />
“Gebeld”: Druk om de gebelde nummers<br />
weer te geven.<br />
• De status van een oproep wordt door de<br />
volgende icoontjes weergegeven.<br />
: Gemist<br />
: Ontvangen<br />
: Gebeld<br />
• Het “Bellijsten”-scherm kan worden weergegeven<br />
door op één van de “Telefoon”-schermen<br />
aan te raken.<br />
• Als u aanraakt, wordt de invoer in<br />
de “Bewaard”-lijst op het “Contacten”-<br />
scherm geregistreerd. (Zie pagina 158.)<br />
3 Raak de gewenste invoer aan.<br />
4 Het scherm om verbinding te maken,<br />
wordt weergegeven.<br />
• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />
“Einde gespr ...” aan.<br />
164
2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />
BELLEN VIA EEN KORT BE-<br />
RICHT<br />
U kunt naar het telefoonnummer van<br />
de verzender van een kort bericht bellen.<br />
(Zie pagina 170.)<br />
1 Raak “Bel afzender” aan.<br />
BELLEN VIA NUTTIGE<br />
PLAATSEN<br />
U kunt een Nuttige Plaats opbellen als<br />
de gegevens op het scherm worden<br />
weergegeven. (Zie pagina's 32 en 38.)<br />
1 Raak aan.<br />
5<br />
2 Het scherm om verbinding te maken,<br />
wordt weergegeven.<br />
• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />
“Einde gespr ...” aan.<br />
2 Het scherm om verbinding te maken,<br />
wordt weergegeven.<br />
• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />
“Einde gespr ...” aan.<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
165
2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />
2. OPROEPEN ONTVANGEN MET EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />
Als u een oproep ontvangt, wordt dit<br />
scherm weergegeven en hoort u een<br />
geluid.<br />
Wachtende oproep<br />
2 Het lopende scherm wordt weergegeven.<br />
(Zie pagina 167.)<br />
1 Druk op de -knop op het stuurwiel.<br />
“Accepteren”: Druk om de oproep aan te<br />
nemen.<br />
“Weigeren”: Druk om de oproep te weigeren.<br />
• De lay-out van het scherm voor inkomende<br />
oproepen kan verschillen naargelang<br />
de informatie die beschikbaar is op<br />
de aangesloten telefoon.<br />
• De ringtoon en het volume van de ringtoon<br />
kunnen worden ingesteld. (Zie<br />
pagina's 187 en 200.)<br />
• De eerste oproep wordt in de wachtstand<br />
gezet en de informatie van de partij wordt<br />
dof weergegeven.<br />
• De informatie van de tweede oproep wordt<br />
onder de informatie van de eerste oproep<br />
weergegeven.<br />
INFORMATIE<br />
● Tijdens internationale oproepen is het<br />
mogelijk dat, afhankelijk van de gsm die<br />
u gebruikt, de naam van de andere partij<br />
niet correct wordt weergegeven.<br />
Enkele oproep<br />
2 Het lopende scherm wordt weergegeven.<br />
(Zie pagina 167.)<br />
166
2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />
3. PRATEN AAN EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />
Als u aan een Bluetooth ® -telefoon<br />
praat, wordt het lopende scherm weergegeven.<br />
Op dit scherm kunnen de<br />
hieronder vermelde acties worden uitgevoerd.<br />
Enkele oproep<br />
Nr.<br />
Functie<br />
Druk om uw stem te dempen.<br />
Om het dempen van uw stem te<br />
annuleren, raakt u “Geluid uit”<br />
aan.<br />
Druk om de oproep door te schakelen.<br />
Raak “Doorverbinden”<br />
aan om van een handsfreeoproep<br />
naar een gsm-oproep over<br />
te schakelen. Raak “Handsfreemodus”<br />
aan om van een gsmoproep<br />
naar een handsfreeoproep<br />
over te schakelen.<br />
Wachtende oproep<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden uitgevoerd.<br />
Nr.<br />
Functie<br />
Druk om de telefoon in te haken.<br />
• U kunt ook op de -knop op<br />
het stuurwiel drukken om de<br />
telefoon in te haken.<br />
Druk om een tweede nummer te<br />
vormen. (Zie pagina 168.)<br />
Druk om een toon te versturen.<br />
(Zie pagina 168.)<br />
Druk om een oproep in de wachtstand<br />
te zetten. Om deze functie<br />
te annuleren, raakt u “Gesprek<br />
in wacht” aan.<br />
Toont de duur van een oproep.<br />
Druk om het stemvolume van de<br />
andere partij aan te passen. (Zie<br />
pagina 168.)<br />
Toont de naam, het nummer en<br />
een foto van de andere partij. De<br />
hier getoonde informatie kan verschillen<br />
van de informatie op uw<br />
telefoon.<br />
Druk om partijen te veranderen.<br />
Druk om over te schakelen naar<br />
een conferentiegesprek.<br />
INFORMATIE<br />
● Als u van een gsm-oproep naar een<br />
handsfreeoproep overschakelt, wordt<br />
het handsfreescherm weergegeven en<br />
kan de oproep op het scherm worden<br />
bediend.<br />
● De manieren om oproepen door te schakelen,<br />
zullen verschillen naargelang het<br />
soort gsm u gebruikt.<br />
● Voor de bediening van uw telefoon, zie<br />
de handleiding die bij uw gsm wordt<br />
geleverd.<br />
5<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
167
2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />
HET VOLUME VAN DE ONT-<br />
VANGER AANPASSEN<br />
1 Raak aan.<br />
TOETSEN VERSTUREN<br />
1 Raak “Toetsen” aan.<br />
2 De nummers ingeven.<br />
2 Raak “-” of “+” aan om het stemvolume<br />
van de andere partij aan te passen.<br />
• Ingevoerde nummers worden onmiddellijk<br />
als tonen verstuurd.<br />
• Raak “Stop” aan om naar het vorige<br />
scherm terug te keren.<br />
EEN TWEEDE NUMMER VOR-<br />
MEN<br />
1 Raak “Kiezen” aan.<br />
• Het volume van de ontvanger kan ook<br />
via de knop op het stuurwiel worden<br />
aangepast.<br />
2 Raak de gewenste manier om te bellen,<br />
aan.<br />
Als u “Kies nummer” selecteert<br />
3 Geef het nummer in en raak aan.<br />
168
2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />
Als u “Kies uit bewaarde contacten”<br />
selecteert<br />
3 Raak eerst de gewenste manier en<br />
daarna de gewenste invoer aan.<br />
■PARTIJEN VERANDEREN<br />
1 Raak “Wissel gesprek” aan.<br />
• Elke keer u “Wissel gesprek” aanraakt,<br />
verandert de partij die in de wachtstand<br />
staat.<br />
■OVERSCHAKELEN NAAR EEN CONFE-<br />
RENTIEGESPREK<br />
1 Raak “Koppel gespr.” aan.<br />
Als u “Kies uit alle bellijsten” selecteert<br />
3 Raak eerst de gewenste lijst en daarna<br />
de gewenste invoer aan.<br />
INFORMATIE<br />
● Als uw gsm niet HFP Ver. 1.5 compatibel<br />
is, kan deze functie niet worden<br />
gebruikt.<br />
● Het onderbreken van oproepen kan verschillen<br />
naargelang uw telefoonmaatschappij<br />
en uw gsm.<br />
5<br />
4 Het scherm om verbinding te maken,<br />
wordt weergegeven.<br />
• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />
“Einde gespr ...” aan.<br />
5 Als een nieuwe oproep tot stand wordt<br />
gebracht, wordt het volgende scherm<br />
weergegeven.<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
• De eerste oproep wordt in de wachtstand<br />
gezet en de informatie van de partij wordt<br />
dof weergegeven.<br />
• De informatie van de tweede oproep wordt<br />
onder de informatie van de eerste oproep<br />
weergegeven.<br />
169
3. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />
1. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />
Ontvangen korte berichten kunnen van<br />
de aangesloten Bluetooth ® -telefoon<br />
worden doorgestuurd, waardoor u ze<br />
met dit systeem kunt lezen en beantwoorden.<br />
ONTVANGEN KORTE<br />
BERICHTEN LEZEN<br />
1 Raak “Berichten” aan.<br />
POP-UPSCHERM VOOR<br />
NIEUWE KORTE BERICHTEN<br />
(INDIEN UITGERUST)<br />
Als er een nieuw kort bericht binnenkomt,<br />
verschijnt er een pop-upscherm<br />
op het scherm.<br />
• Deze functie kan “Aan” of “Uit” worden<br />
gezet. (Zie pagina 200.)<br />
• Het “Berichten”-scherm kan worden weergegeven<br />
door op één van de “Telefoon”-schermen<br />
aan te raken.<br />
2 Raak “Postvak” op het “Berichten”-<br />
scherm aan.<br />
3 Raak het gewenste korte bericht aan.<br />
• De status van een bericht wordt door de<br />
volgende icoontjes weergegeven.<br />
: Nieuw bericht<br />
: Gelezen bericht<br />
: Ongelezen bericht<br />
170
3. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />
4 Het korte bericht wordt getoond.<br />
VERSTUURDE KORTE BE-<br />
RICHTEN LEZEN<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden uitgevoerd.<br />
Nr.<br />
Functie<br />
1 Raak “Berichten” op het “Telefoon”-<br />
menuscherm aan.<br />
• Het “Berichten”-scherm kan worden weergegeven<br />
door op één van de “Telefoon”-schermen<br />
aan te raken.<br />
2 Raak “Verz.” op het “Berichten”-scherm<br />
aan.<br />
3 Raak het gewenste korte bericht aan.<br />
Raak aan om het korte bericht<br />
te laten voorlezen. Om deze<br />
functie te annuleren, raakt u<br />
5<br />
aan.<br />
Druk om de zender te bellen.<br />
Druk om het korte bericht via<br />
vrije tekst te beantwoorden.<br />
Druk om het korte bericht via<br />
template te beantwoorden.<br />
KORTE BERICHTEN BEANT-<br />
WOORDEN<br />
1 Raak “Antw. vrije tekst” of “Antw.<br />
sjabloon” aan.<br />
2 Geef het korte bericht in.<br />
3 Raak “OK” aan.<br />
4 Het korte bericht wordt verstuurd.<br />
4 Het korte bericht wordt getoond.<br />
• Als u * aanraakt, wordt het korte<br />
bericht voorgelezen. Om deze functie te<br />
annuleren, raakt u * aan.<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
∗ : Indien uitgerust<br />
171
3. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />
NIEUWE KORTE BERICHTEN<br />
VERSTUREN<br />
1 Raak “Berichten” op het “Telefoon”-<br />
menuscherm aan.<br />
• Het “Berichten”-scherm kan worden weergegeven<br />
door op één van de “Telefoon”-schermen<br />
aan te raken.<br />
2 Raak “Nieuwe SMS” op het “Berichten”-scherm<br />
aan.<br />
3 Raak “Bericht opstellen” of “Sjabloon<br />
gebruiken” aan.<br />
6 Selecteer het gewenste nummer/de<br />
gewenste contactpersoon waarnaar<br />
het bericht moet worden verstuurd.<br />
• “Kies nummer”, “Contact selecteren” en<br />
een lijst van vorige ontvangers wordt<br />
weergegeven.<br />
Als u “Kies nummer” selecteert<br />
7 Geef het nummer in.<br />
4 Geef het korte bericht in. (Zie pagina<br />
173.)<br />
8 Raak aan.<br />
9 Het korte bericht wordt verstuurd.<br />
Als u “Contact selecteren” selecteert<br />
7 Raak de gewenste lijst aan.<br />
5 Raak “OK” aan.<br />
8 Raak de gewenste contactpersoon<br />
aan.<br />
9 Het korte bericht wordt verstuurd.<br />
172
3. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />
Als een ontvanger wordt geselecteerd<br />
7 Het korte bericht wordt onmiddellijk<br />
verstuurd.<br />
2 Bewerk het korte bericht.<br />
NIEUWE KORTE BERICHTEN<br />
CREËREN<br />
■VANUIT HET “Bericht opstellen”-<br />
SCHERM<br />
1 Geef het korte bericht in.<br />
2 Raak “OK” aan.<br />
■VANUIT HET “Sjabloon gebruiken”-<br />
SCHERM<br />
1 Raak de gewenste template aan.<br />
3 Raak “OK” aan.<br />
INFORMATIE<br />
● De positie van de cursor kan worden<br />
bewogen door de gewenste locatie op<br />
het invoerscherm aan te raken. Raak<br />
of aan om het invoerscherm<br />
omhoog of omlaag te scrollen.<br />
● Korte berichten kunnen tot 160 karakters<br />
bevatten. Als de ingevoerde tekst<br />
het voor één kort bericht beschikbare<br />
aantal karakters overschrijdt, begint er<br />
automatisch een nieuw kort bericht. Dit<br />
wordt aangegeven door een scheidingslijn<br />
en een icoontje in het invoerveld, dat<br />
wordt getoond zodra er slechts 10<br />
karakters overblijven voor een kort<br />
bericht.<br />
5<br />
Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />
: Druk om de template te verwijderen.<br />
• Er werden reeds 10 berichten op het<br />
berichttemplatescherm geregistreerd.<br />
● Het resterende aantal karakters voor<br />
een kort bericht wordt weergegeven.<br />
● Er kunnen achtereenvolgens maximaal<br />
6 korte berichten worden geschreven.<br />
● De functie voor het invoeren van tekst is<br />
niet beschikbaar terwijl het voertuig in<br />
beweging is.<br />
173
3. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />
NIEUWE TEMPLATES REGIS-<br />
TREREN<br />
U kunt nieuwe templates creëren. Er<br />
kunnen tot 15 templates worden geregistreerd.<br />
1 Raak “Sjabloonbericht maken” aan.<br />
2 Geef het korte bericht in.<br />
3 Raak “OK” aan.<br />
4 Het bericht wordt in de templatelijst op<br />
het “Sjabloon gebruiken”-scherm geregistreerd.<br />
174
6<br />
SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />
1<br />
1<br />
BEDIENING VAN HET<br />
SPRAAKOPDRACHTEN-<br />
SYSTEEM<br />
2<br />
3<br />
1. SPRAAKOPDRACHTEN-<br />
SYSTEEM.................................. 176<br />
HET SPRAAKOPDRACHTEN-<br />
SYSTEEM GEBRUIKEN .................. 176<br />
BEDIENING VAN HET<br />
SPRAAKOPDRACHTEN-<br />
SYSTEEM......................................... 177<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
175
1. BEDIENING VAN HET SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />
1. SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM ∗<br />
Dankzij het spraakopdrachtensysteem<br />
is het mogelijk om de navigatie-, audioen<br />
handsfree systemen via<br />
spraakopdrachten te bedienen.<br />
INFORMATIE<br />
● De taal van de stemherkenning kan<br />
worden gewijzigd. (Zie “EEN TAAL<br />
SELECTEREN” op pagina 188)<br />
● Deze functie is compatibel met de<br />
volgende talen:<br />
• Nederlands<br />
• Engels<br />
• Frans<br />
•Duits<br />
• Italiaans<br />
• Portugees<br />
•Russisch<br />
• Spaans<br />
• Zweeds<br />
STUURKNOPPEN VOOR HET<br />
SPRAAKOPDRACHTENSYSTE<br />
EM<br />
Type A (stuurknop in twee richtingen)<br />
Type B (stuurknop in vier richtingen)<br />
HET SPRAAKOPDRACHTEN-<br />
SYSTEEM GEBRUIKEN<br />
Het actuele design en de positie van<br />
de knop kunnen verschillen<br />
naargelang het voertuig. Voor details,<br />
zie de Beeldindex van de<br />
“Gebruikershandleiding”.<br />
Spreekknop<br />
• Druk op de spreekknop om het<br />
spraakopdrachtensysteem te starten.<br />
• Druk op de spreekknop en houd deze<br />
ingedrukt om het spraakopdrachtensysteem<br />
uit te schakelen.<br />
Terug-knop<br />
• Druk op de terug-knop om naar het vorige<br />
scherm terug te keren.<br />
∗ : Indien uitgerust<br />
176
1. BEDIENING VAN HET SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />
MICROFOON<br />
Het is niet nodig om direct in de<br />
microfoon te spreken als u een<br />
opdracht geeft.<br />
INFORMATIE<br />
● Wacht op de bevestigingspieptoon<br />
vooraleer u een opdracht geeft.<br />
● Het is mogelijk dat spraakopdrachten<br />
niet worden herkend als:<br />
• Ze te snel worden uitgesproken.<br />
• Ze te luid of te stil worden<br />
uitgesproken.<br />
• De ramen openstaan.<br />
• De passagiers praten als er een<br />
spraakopdracht wordt gegeven.<br />
• De airconditioning te hoog staat.<br />
• De luchtgaten van de airconditioning<br />
naar de microfoon gericht zijn.<br />
● Onder de volgende omstandigheden is<br />
het mogelijk dat het systeem de<br />
opdracht niet goed begrijpt en het<br />
gebruik van spraakopdrachten niet<br />
mogelijk is:<br />
• De opdracht is fout of onduidelijk. Merk<br />
op dat bepaalde woorden, accenten of<br />
spraakpatronen voor het systeem<br />
moeilijk te herkennen zijn.<br />
• Er is te veel achtergrondlawaai, zoals<br />
windgeruis.<br />
BEDIENING VAN HET<br />
SPRAAKOPDRACHTEN-<br />
SYSTEEM<br />
1 Druk op de spreekknop.<br />
• Het spraakopdrachtensysteem<br />
is geactiveerd.<br />
• Druk op de spreekknop om de huidige<br />
afgespeelde prompt te stoppen en naar<br />
de volgende dialoogstap over te gaan.<br />
• Ingeval een geactiveerde spraakherkenner<br />
op input wacht, drukt u op de<br />
spreekknop om de spraakherkenner<br />
opnieuw te starten. (De herkenner vergeet<br />
de vorige input en wacht op nieuwe<br />
input van de gebruiker.)<br />
2 Nadat het piepgeluid weerklinkt, geeft<br />
u de gewenste opdracht of raakt u de<br />
gewenste opdracht aan.<br />
: Dit icoontje wordt weergegeven als<br />
de gebruiker een opdracht geeft.<br />
: Druk om het volume van de<br />
gesproken begeleiding aan te passen.<br />
6<br />
SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />
177
1. BEDIENING VAN HET SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />
■HET OPDRACHTENLIJSTSCHERM<br />
WEERGEVEN<br />
Mediaopdrachten<br />
1 Zeg “Meer opdrachten” of raak<br />
“Meer opdrachten” aan op het<br />
hoofdmenuscherm van de<br />
spraakopdrachten.<br />
2 Geef de gewenste opdracht of raak de<br />
gewenste opdracht aan.<br />
3 Geef de gewenste opdracht of raak de<br />
gewenste opdracht aan.<br />
Navigatieopdrachten<br />
Telefoonopdrachten<br />
Radio-opdrachten<br />
• De opdrachtenlijst wordt voorgelezen en<br />
de overeenkomstige opdracht wordt<br />
helder weergegeven. Om deze functie te<br />
annuleren, drukt u op de spreekknop.<br />
178
7<br />
VOERTUIGINFORMATIE<br />
1<br />
2<br />
1 VOERTUIGINFORMATIE<br />
1. SNELLE REFERENTIE ............... 180<br />
2. BRANDSTOFVERBRUIK............ 181<br />
BRANDSTOFVERBRUIK<br />
(VOERTUIGEN MET EEN<br />
HYBRIDE SYSTEEM) ...................... 181<br />
BRANDSTOFVERBRUIK<br />
(VOERTUIGEN ZONDER<br />
HYBRIDE SYSTEEM) ...................... 181<br />
3. WAARSCHUWINGSSYSTEEM<br />
VOOR BANDENSPANNING ..... 183<br />
HET bandenspanningsscherm<br />
TONEN ............................................. 183<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
179
1. VOERTUIGINFORMATIE<br />
1. SNELLE REFERENTIE<br />
Informatie inzake brandstofverbruik en de Bandenspanningswaarden kunnen<br />
worden weergegeven. Om het voertuiginformatiesysteem te openen, drukt u op de<br />
“CAR”-knop.<br />
• Het actuele design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />
Voor details, zie sectie 3 van de “Gebruikershandleiding”.<br />
• Het hierboven afgebeelde “Informatie”-scherm wordt weergegeven als het voertuig is<br />
uitgerust met een waarschuwingssysteem voor zowel het brandstofverbruik als de<br />
bandenspanning.<br />
Nr. Naam Functie<br />
Pagina<br />
“Brandstofverbruik”*<br />
Toont het “Reisinformatie”-, “Eerdere gegevens”-<br />
en “Energiemonitor”-scherm.<br />
181<br />
“Bandenspanning”* Toont het “Bandenspanning”-scherm. 183<br />
“CAR”-knop*<br />
*: Indien uitgerust<br />
Druk op deze knop om het voertuiginformatiesysteem<br />
te openen.<br />
181,<br />
183<br />
180
1. VOERTUIGINFORMATIE<br />
2. BRANDSTOFVERBRUIK ∗<br />
BRANDSTOFVERBRUIK<br />
(VOERTUIGEN MET EEN<br />
HYBRIDE SYSTEEM)<br />
Het brandstofverbruik, zoals hieronder<br />
wordt afgebeeld, kan op het scherm<br />
worden weergegeven. Voor details, zie<br />
sectie 1-1 van de “Gebruikershandleiding”.<br />
• Energiemonitor<br />
• Reisverbruik<br />
• Vorig record<br />
BRANDSTOFVERBRUIK<br />
(VOERTUIGEN ZONDER<br />
HYBRIDE SYSTEEM)<br />
1 Druk op de “CAR”-knop.<br />
• Als het “Reisinformatie”-scherm niet wordt<br />
weergegeven, raakt u “Reisinformatie”<br />
aan.<br />
Nr.<br />
REISINFORMATIE<br />
Naam<br />
Gemiddelde snelheid<br />
Verstreken tijd<br />
Cruisebereik<br />
Vorig brandstofverbruik<br />
per minuut<br />
Huidig brandstofverbruik<br />
per minuut<br />
7<br />
2 Raak “Brandstofverbruik” aan.<br />
“Wissen”: Reisinformatiegegevens kunnen<br />
worden verwijderd door deze schermtoets<br />
aan te raken.<br />
“Eerdere gegevens”: Het “Eerdere gegevens”-scherm<br />
kan worden weergegeven<br />
door deze schermtoets aan te raken.<br />
INFORMATIE<br />
● Het reisinformatiescherm geeft de algemene<br />
rijomstandigheden aan. De accuraatheid<br />
varieert naargelang de<br />
rijgewoonten en de wegomstandigheden.<br />
VOERTUIGINFORMATIE<br />
• Het “Reisinformatie”- of “Eerdere gegevens”-scherm<br />
wordt weergegeven.<br />
• Het “Informatie”-scherm wordt niet weergegeven<br />
als het voertuig niet is uitgerust<br />
met een waarschuwingssysteem voor de<br />
bandenspanning.<br />
∗ : Indien uitgerust<br />
181
1. VOERTUIGINFORMATIE<br />
EERDERE GEGEVENS<br />
• Als het “Eerdere gegevens”-scherm niet<br />
wordt weergegeven, raakt u “Eerdere<br />
gegevens” aan.<br />
Nr.<br />
Naam<br />
Vorig<br />
brandstofzuinigheidsrecord<br />
Huidige brandstofzuinigheid<br />
Beste waargenomen<br />
brandstofzuinigheid<br />
• De gemiddelde brandstofverbruiksgeschiedenis<br />
wordt met kleur verdeeld in<br />
vorige gemiddelden en het gemiddelde<br />
brandstofverbruik sinds de laatste reset.<br />
“Wissen”: Vorige recordgegevens kunnen<br />
worden verwijderd door deze schermtoets<br />
aan te raken.<br />
“Update”: Reset het gemiddelde brandstofverbruik<br />
om het huidige brandstofverbruik<br />
opnieuw te meten.<br />
Voertuigen met multi-informatiescherm<br />
Als u “Update” aanraakt, wordt het gemiddelde<br />
brandstofverbruik dat op het<br />
multi-informatiescherm wordt weergegeven,<br />
tezelfdertijd gereset.<br />
“Reisinformatie”: Het “Reisinformatie”-<br />
scherm kan worden weergegeven door<br />
deze schermtoets aan te raken.<br />
182
1. VOERTUIGINFORMATIE<br />
3. WAARSCHUWINGSSYSTEEM VOOR BANDENSPANNING ∗<br />
Voertuigen die zijn uitgerust met een<br />
waarschuwingssysteem voor de bandendruk<br />
zullen naast een waarschuwingsindicator<br />
op de meter, een<br />
waarschuwingsscherm weergeven als<br />
de bandendruk te laag is. Voor informatie<br />
over het waarschuwingssysteem<br />
voor de bandendruk kunt u terecht in<br />
de “Gebruikershandleiding”.<br />
2 Raak “Bandenspanning” aan.<br />
3 De bandenspanningswaarde van elke<br />
band wordt weergegeven.<br />
Type A<br />
• Om de bandenspanningswaarden te<br />
bevestigen, raakt u “Ja” aan. Om te<br />
annuleren en naar het vorige scherm<br />
terug te keren, raakt u “Nee.” aan. (Dit<br />
scherm zal niet worden getoond als het<br />
bandenspanningsscherm al wordt weergegeven.)<br />
Type B<br />
7<br />
HET BANDENSPANNINGS-<br />
SCHERM TONEN<br />
De bandenspanningswaarde van elke<br />
band kan via het bandenspanningsscherm<br />
worden bevestigd.<br />
1 Druk op de “CAR”-knop.<br />
• Lage bandenspanningswaarden worden<br />
in het oranje weergegeven.<br />
• Het schermpatroon varieert naargelang<br />
het voertuig. Sommige voertuigen tonen<br />
de spanning in de reserveband niet.<br />
VOERTUIGINFORMATIE<br />
∗ : Indien uitgerust<br />
183
1. VOERTUIGINFORMATIE<br />
184
8<br />
SETUP<br />
1<br />
2<br />
1 BEDIENING SETUP<br />
1. SNELLE REFERENTIE ............... 186<br />
2. ALGEMENE INSTELLINGEN ..... 187<br />
SCHERMEN VOOR ALGEMENE<br />
INSTELLINGEN................................ 187<br />
3. INSTELLINGEN WEERGEVEN .... 190<br />
SCHERM UITZETTEN ........................ 190<br />
VERANDEREN TUSSEN DAG-<br />
EN NACHTMODUS .......................... 191<br />
CONTRAST/HELDERHEID<br />
AANPASSEN.................................... 191<br />
4. Bluetooth ® -INSTELLINGEN....... 193<br />
Bluetooth ® FUNCTIE AAN/UIT ........... 193<br />
EEN Bluetooth ® -APPARAAT<br />
PAREN ............................................. 194<br />
DE LIJST MET APPARATEN<br />
WEERGEVEN .................................. 197<br />
PIN INSTELLEN.................................. 198<br />
DE INTERNETAANSLUITING<br />
INSTELLEN ...................................... 199<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
5. TELEFOONINSTELLINGEN ....... 200<br />
6. AUDIO-INSTELLINGEN .............. 201<br />
GELUIDSINSTELLINGEN................... 201<br />
RADIO-INSTELLINGEN...................... 203<br />
7. VOERTUIGINSTELLINGEN ........ 204<br />
Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.<br />
185
1. BEDIENING SETUP<br />
1. SNELLE REFERENTIE<br />
Om de functie-instellingen te personaliseren, drukt u op de “SETUP”-knop.<br />
• Het actuele design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />
Voor details, zie sectie 3 van de “Gebruikershandleiding”.<br />
Nr. Naam Functie Pagina<br />
“Algemeen”<br />
“Bluetooth* 1 ”<br />
“Display”<br />
“Telefoon”<br />
“SETUP”-knop<br />
“Voertuig”* 2<br />
“Audio”<br />
Er zijn instellingen beschikbaar voor taalselectie,<br />
bedieningsgeluiden, enz.<br />
Het registreren, verwijderen, aansluiten en afsluiten<br />
van Bluetooth ® -apparaten en instellingen<br />
zijn beschikbaar voor Bluetooth ® .<br />
Er zijn instellingen beschikbaar voor contrast en<br />
helderheid van het scherm.<br />
Er zijn instellingen beschikbaar voor telefoongeluid,<br />
telefoonboek, enz.<br />
Druk op deze knop om het “Setup”-scherm<br />
weer te geven.<br />
Er zijn instellingen beschikbaar voor het personaliseren<br />
van uw voertuig.<br />
Er zijn instellingen beschikbaar voor geluidsaanpassingen<br />
en radio.<br />
187<br />
193<br />
190<br />
200<br />
187, 190, 193,<br />
200, 201, 204<br />
204<br />
201<br />
* 1 : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.<br />
* 2 : Indien uitgerust<br />
186
1. BEDIENING SETUP<br />
2. ALGEMENE INSTELLINGEN<br />
Er zijn instellingen beschikbaar voor<br />
taalselectie, bedieningsgeluiden, enz.<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
SCHERMEN VOOR ALGEME-<br />
NE INSTELLINGEN<br />
2 Raak “Algemeen” aan.<br />
3 Raak de items aan die moeten worden<br />
ingesteld.<br />
8<br />
• Op dit scherm zijn de volgende functies<br />
operationeel.<br />
Nr.<br />
Functie<br />
SETUP<br />
4 Raak “OK” aan.<br />
U kunt de taal veranderen. (Zie<br />
“TAAL SELECTEREN” op pagina<br />
188.)<br />
“Aan” of “Uit” kunnen worden<br />
geselecteerd om piepgeluiden te<br />
laten weerklinken.<br />
De persoonlijke gegevens kunnen<br />
worden verwijderd. (Zie<br />
“PERSOONLIJKE GEGEVENS<br />
WISSEN” op pagina 189.)<br />
187
1. BEDIENING SETUP<br />
Nr. Functie EEN TAAL SELECTEREN<br />
Druk om invoergegevens die de<br />
lang zijn om binnen het huidige<br />
veld te passen, automatisch van<br />
rechts naar links te scrollen.<br />
Druk om de afstandseenheid op<br />
“Kilometer” of “Mijl” in te stellen.<br />
Druk om het volume van de navigatieaanwijzingen<br />
in te stellen.<br />
De gewenste taal kan worden geselecteerd.<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
2 Raak “Algemeen” op het “Setup”-<br />
scherm aan.<br />
3 Raak “Taal” aan.<br />
Druk om het telefoonvolume in te<br />
stellen.<br />
Druk om het ringtoonvolume in te<br />
stellen.<br />
Druk om het spraakvolume in te<br />
stellen.<br />
De invoergegevens die in de<br />
“Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-scherm<br />
en het “Contacten”-scherm<br />
zijn opgeslagen (zie<br />
pagina's 55 en 157) kunnen naar<br />
een USB-geheugen worden<br />
overgezet. (Zie “OPGESLAGEN<br />
CONTACTPERSONEN NAAR<br />
EEN USB-GEHEUGEN STU-<br />
REN” op pagina 63.)<br />
Met “CSI” geformatteerde gegevens<br />
kunnen vanaf een USB-geheugen<br />
naar dit systeem worden<br />
overgezet. Overgezette adressen<br />
en nummers worden opgeslagen<br />
in de “Bewaard”-lijst op<br />
het “Bestemming”-scherm en<br />
“Contacten”-scherm.<br />
(Zie “ADRESSEN LADEN VIA<br />
EEN USB-GEHEUGEN” op pagina<br />
59.)<br />
4 Raak de gewenste schermtoets aan.<br />
• Het vorige scherm wordt weergegeven.<br />
5 Raak “OK” aan.<br />
Druk om de systeeminformatie<br />
weer te geven.<br />
188
1. BEDIENING SETUP<br />
PERSOONLIJKE GEGEVENS<br />
VERWIJDEREN<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
2 Raak “Algemeen” op het “Setup”-<br />
scherm aan.<br />
3 Raak “Persoonlijke gegevens wissen”<br />
aan.<br />
4 Raak “Wissen” aan.<br />
8<br />
INFORMATIE<br />
● De volgende persoonlijke gegevens<br />
kunnen worden verwijderd of terug naar<br />
hun originele instellingen worden gezet:<br />
• Telefoonboekgegevens<br />
• Gegevens inzake oproepgeschiedenis<br />
• Gegevens van Bluetooth ® -apparaten<br />
• Telefoongeluidsinstellingen<br />
•Bluetooth ® -instellingen<br />
• Audio-instellingen<br />
SETUP<br />
189
1. BEDIENING SETUP<br />
3. INSTELLINGEN WEERGEVEN<br />
U kunt het contrast en de helderheid<br />
van het scherm aanpassen. U kunt het<br />
scherm ook uitzetten.<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
SCHERM UITZETTEN<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
2 Raak “Display” op het “Setup”-<br />
scherm aan.<br />
3 Raak “Scherm uit” aan.<br />
2 Raak “Display” aan.<br />
• Het scherm wordt uitgezet. Om het aan te<br />
zetten, drukt u op de “MEDIA”-, “CAR”-<br />
of “SETUP”-knop.<br />
3 Raak de items aan die moeten worden<br />
ingesteld.<br />
• Gelieve voor elke instelling de volgende<br />
pagina's te raadplegen.<br />
190
1. BEDIENING SETUP<br />
VERANDEREN TUSSEN DAG-<br />
EN NACHTMODUS<br />
Afhankelijk van de positie van de kopl<strong>amp</strong>schakelaar<br />
verandert het scherm<br />
naar dag- of nachtmodus.<br />
1 Om het scherm in dagmodus weer te<br />
geven, zelfs met de kopl<strong>amp</strong>schakelaar<br />
op aan, raakt u “Dagmodus” op<br />
het aanpassingscherm voor helderheid<br />
en contrast aan.<br />
CONTRAST/HELDERHEID<br />
AANPASSEN<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
2 Raak “Display” op het “Setup”-<br />
scherm aan.<br />
3 Raak “Algemeen” of “Camera” aan,<br />
waarin u een aanpassing wilt aanbrengen.<br />
INFORMATIE<br />
● Als het scherm, met de kopl<strong>amp</strong>schakelaar<br />
op aan, op dagmodus is ingesteld,<br />
wordt dit onthouden, zelfs als de motor<br />
uit staat.<br />
4 Selecteer “Contrast” of “Helderheid”<br />
met of .<br />
8<br />
5 Pas het contrast of de helderheid aan<br />
met “+” of “-”<br />
SETUP<br />
Schermtoets<br />
“Contrast” “+”<br />
“Contrast” “-”<br />
“Helderheid” “+”<br />
“Helderheid” “-”<br />
Functie<br />
Versterkt het contrast<br />
van het scherm<br />
Verzwakt het contrast<br />
van het scherm<br />
Verheldert het scherm<br />
Verduistert het scherm<br />
191
1. BEDIENING SETUP<br />
6 Nadat u het scherm hebt aangepast,<br />
raakt u “OK” aan.<br />
192
1. BEDIENING SETUP<br />
4. Bluetooth ® -INSTELLINGEN<br />
Om een Bluetooth ® -apparaat in te stellen.<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
Bluetooth ® FUNCTIE AAN/UIT<br />
De Bluetooth ® -functie kan aan en uit<br />
worden gezet.<br />
1 Raak “Bluetooth ∗ aan” of “Bluetooth<br />
∗ uit” aan.<br />
2 Raak “Bluetooth ∗ ” aan.<br />
INFORMATIE<br />
● As de Bluetooth ® -functie is uitgezet,<br />
worden “Zoek Bluetooth*-Toestellen”,<br />
“Maak dit systeem identificeerbaar”,<br />
“Gekoppelde toestellijst”, “PIN<br />
instellen voor koppelen” en “Internetverbinding”<br />
dof weergegeven.<br />
3 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />
∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />
van Bluetooth SIG, Inc.<br />
8<br />
SETUP<br />
• Gelieve voor een beschrijving van elke<br />
instelling de volgende pagina's te raadplegen.<br />
193
1. BEDIENING SETUP<br />
EEN Bluetooth ® -APPARAAT<br />
PAREN<br />
3 Raak het apparaat aan dat moet worden gepaard.<br />
Er kunnen tot 4 Bluetooth ® -apparaten worden<br />
gepaard. Een gepaard apparaat kan op één van<br />
zijn ondersteunde profielen zoals telefoon<br />
(HFP), muziek (A2DP) en/of internet (DUN/<br />
PAN) worden aangesloten.<br />
AANSLUITEN VANUIT<br />
HET SYSTEEM<br />
1 Raak “Zoek Bluetooth ∗ -Toestellen”<br />
aan.<br />
• Aansluitbare Bluetooth ® -apparaten worden in de lijst<br />
weergegeven.<br />
4 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />
• Als er op dit moment een Bluetooth ® -apparaat is<br />
aangesloten, wordt een pop-upscherm weergegeven.<br />
Om het apparaat af te sluiten, raakt u “Ja”<br />
aan.<br />
2 Tijdens het zoeken naar een Bluetooth ® -<br />
apparaat, wordt het<br />
volgende scherm weergegeven.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u “Annuleren”<br />
aan.<br />
5 Bevestig de PIN.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple Pairing) ondersteunt<br />
• Bevestig de PIN die op het scherm wordt weergegeven<br />
en raak daarna “Accepteren” aan.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple Pairing) niet<br />
ondersteunt<br />
• Geef de op het scherm weergegeven PIN in op het<br />
apparaat.<br />
6 Het volgende scherm wordt weergegeven als<br />
het paren is afgelopen.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u “Annuleren”<br />
aan.<br />
∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van<br />
Bluetooth SIG, Inc.<br />
194
1. BEDIENING SETUP<br />
7 Het systeem wacht op aansluitingsverzoeken<br />
vanuit het gepaarde apparaat.<br />
Alle verzochte profielen worden automatisch<br />
aangesloten.<br />
• Het internetprofiel wordt niet automatisch<br />
aangesloten. Voor details over het aansluiten<br />
van een internetprofiel, zie<br />
“INLOGPROCES INTERNETINFORMA-<br />
TIE” op pagina 196.<br />
• Als de automatische aansluiting mislukt,<br />
wordt het volgende scherm weergegeven.<br />
Raak het profiel aan dat u wenst aan<br />
te sluiten.<br />
INFORMATIE<br />
● Voor details over het opsporen van een<br />
apparaat en de werking van uw Bluetooth<br />
® -apparaat, zie de handleiding die<br />
bij uw Bluetooth ® -apparaat wordt geleverd.<br />
● De muziekprofielen die het gepaarde<br />
apparaat ondersteunt, kunnen, als u dat<br />
wenst, individueel worden aangesloten.<br />
Voor sommige apparaten is het niet<br />
mogelijk om individuele profielen aan te<br />
sluiten. In dat geval verschijnt een popupscherm.<br />
8<br />
“Verbinding voor telefoon”: Druk om het<br />
telefoonprofiel aan te sluiten.<br />
“Verbinding voor muziek”: Druk om het<br />
muziekprofiel aan te sluiten.<br />
“Verbinden voor Internet”, “Meer”: Druk<br />
om het internetprofiel aan te sluiten. Het<br />
scherm schakelt over naar het inlogproces.<br />
(Zie pagina 196.)<br />
“Alle verbindingen”: Druk om alle ondersteunde<br />
profielen aan te sluiten.<br />
• Als u het Bluetooth ® -apparaat hebt aangesloten,<br />
wordt hij automatisch aangesloten<br />
zodra de motorschakelaar in de<br />
“ACC”- of “ON”-positie wordt gezet.<br />
SETUP<br />
195
1. BEDIENING SETUP<br />
AANSLUITEN VANUIT HET AP-<br />
PARAAT<br />
1 Raak “Maak dit systeem identificeerbaar”<br />
aan.<br />
INLOGPROCES VOOR INTER-<br />
NETPROFIEL<br />
Als u “Verbinden voor Internet” selecteert<br />
1 Raak “Verbinden voor Internet” aan.<br />
• Als er op dit moment een Bluetooth ® -<br />
apparaat is aangesloten, wordt een popupscherm<br />
weergegeven. Om het apparaat<br />
af te sluiten, raakt u “Ja” aan.<br />
2 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />
2 Raak de gewenste provider aan.<br />
• Dit scherm wordt enkel weergegeven als u<br />
voor het eerst de aansluiting maakt.<br />
Als u “Meer” selecteert.<br />
• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />
“Annuleren” aan.<br />
3 Bevestig de PIN.<br />
1 Raak “Meer” aan.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />
Pairing) ondersteunt<br />
• Bevestig de PIN die op het scherm wordt<br />
weergegeven en raak daarna “Accepteren”<br />
aan.<br />
Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />
Pairing) niet ondersteunt<br />
• Geef de op het scherm weergegeven PIN<br />
in op het apparaat.<br />
196
1. BEDIENING SETUP<br />
2 Raak “Wachtwoord onthouden” aan.<br />
DE LIJST MET APPARATEN<br />
WEERGEVEN<br />
Apparaten kunnen worden afgesloten en<br />
de status van elke profielverbinding kan<br />
met “Gekoppelde toestellijst” worden gewijzigd.<br />
U kunt tot 4 apparaten tezelfdertijd paren.<br />
• De inloginformatie van de gebruiker kan<br />
op dit scherm worden gewijzigd.<br />
INFORMATIE<br />
● Als u voor het eerst de aansluiting<br />
maakt, wordt “Meer” niet weergegeven.<br />
● Als de “Inloggegevens”-functie aan is,<br />
wordt de ingevoerde inloginformatie van<br />
de gebruiker voor elk inlogproces onthouden.<br />
(Zie pagina 199.)<br />
1 Raak “Gekoppelde toestellijst” aan.<br />
2 Raak het gewenste apparaat aan.<br />
8<br />
• De schakering van de icoontjes toont welke<br />
profielen door het apparaat worden ondersteund.<br />
(Dof weergegeven icoontjes zijn niet<br />
beschikbaar.)<br />
• De op dit moment aangesloten profielen van<br />
het apparaat worden helder weergegeven.<br />
3 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />
SETUP<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden uitgevoerd.<br />
197
1. BEDIENING SETUP<br />
DE NAAM VAN HET APPARAAT<br />
WIJZIGEN<br />
1 Raak “Hernoem XX” aan.<br />
2 Geef de naam van het apparaat in.<br />
3 Raak “OK” aan.<br />
PIN INSTELLEN<br />
Om de PIN te wijzigen.<br />
1 Raak “PIN instellen voor koppelen”<br />
aan.<br />
EEN GEPAARD APPARAAT<br />
VERWIJDEREN<br />
1 Raak “Verwijder koppeling” aan.<br />
2 Raak “Ja” aan.<br />
PROFIELEN AANSLUITEN OF<br />
AFSLUITEN<br />
2 Geef het gewenste nummer in.<br />
De profielen van een gepaard apparaat<br />
kunnen individueel worden aangesloten<br />
of afgesloten.<br />
1 Raak het profiel aan dat u wenst aan of<br />
af te sluiten.<br />
• Een PIN van 4 tot 8 cijfers kan worden<br />
geselecteerd.<br />
3 Raak “OK” aan.<br />
“Alle verbindingen”: Druk om alle ondersteunde<br />
profielen aan te sluiten.<br />
“Alle verbindingen verbreken”: Druk om<br />
alle ondersteunde profielen af te sluiten.<br />
198
1. BEDIENING SETUP<br />
DE INTERNETAANSLUITING<br />
INSTELLEN<br />
Om de internetinstellingen te wijzigen<br />
1 Raak “Internetverbinding” aan.<br />
2 Raak de items aan die u wenst in te<br />
stellen.<br />
Nr.<br />
Functie<br />
Druk om de functie voor het tonen<br />
van de kostenwaarschuwing<br />
aan of uit te zetten.<br />
Als deze functie is geactiveerd,<br />
verschijnt na het selecteren van<br />
ofwel laad adressen van de server<br />
of online zoeken, een popupscherm.<br />
Druk om de functie voor het tonen<br />
van de roamwaarschuwing<br />
aan of uit te zetten. Als deze<br />
functie is geactiveerd, verschijnt<br />
na het selecteren van ofwel laad<br />
adressen van de server of online<br />
zoeken, een pop-upscherm.<br />
Druk om de functie voor het onthouden<br />
van de inloginformatie<br />
van de gebruiker aan of uit te zetten.<br />
Als deze functie is geactiveerd,<br />
wordt de ingevoerde inloginformatie<br />
van de gebruiker voor elk<br />
inlogproces van de gebruiker<br />
onthouden.<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden ingesteld.<br />
Nr.<br />
Functie<br />
Druk om de functie voor het automatisch<br />
downloaden van adressen<br />
aan of uit te zetten.<br />
Als deze functie is geactiveerd,<br />
worden de adressen van de server<br />
automatisch gedownload en<br />
in de “Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-scherm<br />
en het “Contacten”-scherm<br />
opgeslagen. (Zie<br />
pagina's 55 en 157.) Als u deze<br />
functie selecteert, verschijnt een<br />
pop-upscherm. Raak “Verdergaan”<br />
aan om deze functie aan<br />
te zetten.<br />
Druk om de functie voor het automatisch<br />
synchroniseren met de<br />
serverinstellingen aan of uit te<br />
zetten.<br />
INFORMATIE<br />
● Als “Automatische download van<br />
adressen” is geactiveerd, worden “Toon<br />
kostenwaarschuwing” en “Toon<br />
roaming-waarschuwing” dof weergegeven.<br />
8<br />
SETUP<br />
199
1. BEDIENING SETUP<br />
5. TELEFOONINSTELLINGEN<br />
Er zijn instellingen beschikbaar voor<br />
de keuze van een ringtoon, het aankondigen<br />
van inkomende korte berichten<br />
en e-mails en “Opgeslagen”-lijsten.<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
2 Raak “Telefoon” aan.<br />
Nr.<br />
*<br />
*<br />
Functie<br />
Druk om een ringtoon te selecteren.<br />
Geen ringtoon, de ringtoon<br />
van de telefoon en de 4 ringtonen<br />
van het systeem kunnen<br />
worden geselecteerd.<br />
Druk om de aankondigingsfunctie<br />
voor inkomende korte berichten<br />
“Aan” of “Uit” te zetten.<br />
Druk om de aankondigingsfunctie<br />
voor inkomende e-mails<br />
“Aan” of “Uit” te zetten.<br />
Druk om het telefoonboek van de<br />
aangesloten telefoon te updaten.<br />
De geüpdatete lijst verwijst naar<br />
de “Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-scherm<br />
en het “Contacten”-scherm.<br />
(Zie pagina's 55<br />
en 157.)<br />
*: Indien uitgerust<br />
3 Raak de items aan die u wenst in te<br />
stellen.<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden ingesteld.<br />
200
1. BEDIENING SETUP<br />
6. AUDIO-INSTELLINGEN<br />
U kunt de geluidstoon en -balans aanpassen.<br />
Het niveau van de automatische geluidslevelizer<br />
kan worden ingesteld.<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
GELUIDSINSTELLINGEN<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
2 Raak “Audio” op het “Setup”-scherm<br />
aan.<br />
3 Raak “Geluidsinstellingen” aan.<br />
2 Raak “Audio” aan.<br />
4 Raak “Geluid” of de “DSP”-tab op het<br />
scherm aan.<br />
3 Raak de items aan die moeten worden<br />
ingesteld.<br />
8<br />
SETUP<br />
• Gelieve voor elke instelling de volgende<br />
pagina's te raadplegen.<br />
201
1. BEDIENING SETUP<br />
DSP-BEDIENING<br />
1 Raak de “DSP”-tab aan om dit scherm<br />
weer te geven.<br />
Zonder JBL-geluidssysteem<br />
■AUTOMATISCHE GELUIDSLEVELIZER<br />
(ASL)<br />
Afhankelijk van de snelheid van het<br />
voertuig maakt het systeem een aanpassing<br />
naar het optimale volume en<br />
de optimale toonkwaliteit om verhoogd<br />
voertuiglawaai te compenseren.<br />
Zonder JBL-geluidssysteem<br />
1 Raak “Hoog”, “Middentonen” of<br />
“Laag” voor “ASL automatische equalizer”<br />
aan.<br />
Met JBL-geluidssysteem<br />
2 Raak “OK” aan.<br />
Met JBL-geluidssysteem<br />
1 Raak “Aan” voor “ASL automatische<br />
equalizer” aan.<br />
2 Raak “OK” aan.<br />
2 Raak de gewenste schermtoets aan.<br />
■SURROUNDFUNCTIE<br />
(INDIEN UITGERUST)<br />
1 Raak “Aan” voor “Surround” aan.<br />
2 Raak “OK” aan.<br />
■TOON<br />
TOON EN BALANS<br />
Hoe goed een audioprogramma klinkt,<br />
wordt grotendeels bepaald door de mix<br />
van hoge tonen, middentonen en lage<br />
tonen. Het is zelfs zo dat verschillende<br />
soorten muziek en vocale programma's<br />
gewoonlijk beter klinken met een<br />
verschillende mix van hoge tonen,<br />
middentonen en lage tonen.<br />
202
1. BEDIENING SETUP<br />
■BALANS<br />
Een goede balans van de linker- en<br />
rechterstereokanalen en van de geluidsniveaus<br />
vooraan en achteraan is<br />
ook belangrijk.<br />
Houd er rekening mee dat bij het beluisteren<br />
van een stereo-opname of -<br />
uitzending het veranderen van de<br />
rechter-/linkerbalans het volume van<br />
één groep geluiden zal doen toenemen<br />
terwijl het volume van een andere<br />
groep zal afnemen.<br />
1 Raak de “Geluid”-tab aan om dit<br />
scherm weer te geven.<br />
RADIO-INSTELLINGEN<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
2 Raak “Audio” op het “Setup”-scherm<br />
aan.<br />
3 Raak “Radio-instellingen” aan.<br />
4 Raak de items aan die moeten worden<br />
ingesteld.<br />
2 Raak de gewenste schermtoets aan.<br />
“Hoge tonen” “+” of “-”: Om hoge tonen<br />
aan te passen.<br />
“Middentonen” “+” of “-”: Om medium<br />
tonen aan te passen.<br />
“Lage tonen” “+” of “-”: Om lage tonen<br />
aan te passen.<br />
“Voor” of “Achter”: Om de geluidsbalans<br />
tussen de luidsprekers vooraan en achteraan<br />
aan te passen.<br />
“L” of “R”: Om de geluidsbalans tussen<br />
de luidsprekers links en rechts aan te passen.<br />
3 Raak “OK” aan.<br />
INFORMATIE<br />
● De toon van elke modus kan worden<br />
aangepast.<br />
• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />
worden uitgevoerd.<br />
Nr.<br />
Functie<br />
“Aan” of “Uit” kunnen worden<br />
geselecteerd voor FM-verkeersberichten.<br />
“Aan” of “Uit” kunnen worden<br />
geselecteerd voor FM-alternatieve<br />
frequentie.<br />
“Aan” of “Uit” kunnen worden<br />
geselecteerd voor veranderingen<br />
in de regionale code.<br />
• Voor details van elke instelling, zie “RDS<br />
(RADIO DATA SYSTEM)” op pagina 106.<br />
5 Raak “OK” aan.<br />
8<br />
SETUP<br />
203
1. BEDIENING SETUP<br />
7. VOERTUIGINSTELLINGEN ∗<br />
De instellingen voor het personaliseren<br />
van het voertuig kunnen worden<br />
gewijzigd.<br />
1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />
2 Raak “Voertuig” aan.<br />
3 Raak de items aan die u wenst in te<br />
stellen.<br />
• Voor een lijst van instellingen die kunnen<br />
worden gewijzigd, zie de “Gebruikershandleiding”.<br />
4 Nadat u de instellingen hebt gewijzigd,<br />
raakt u “OK” aan.<br />
• Er verschijnt een bericht dat aangeeft dat<br />
de instellingen worden opgeslagen. Voer<br />
geen andere handelingen uit terwijl dit<br />
bericht wordt weergegeven.<br />
∗ : Indien uitgerust<br />
204
9<br />
ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
1<br />
2<br />
1 ACHTERUITKIJKMONITOR-<br />
SYSTEEM<br />
1. WERKING VAN HET<br />
ACHTERUITKIJKMONITOR-<br />
SYSTEEM.................................. 206<br />
RICHTLIJNEN VOOR DE<br />
ACHTERUITKIJKMONITOR<br />
(INDIEN UITGERUST) ..................... 207<br />
GEBIED DAT OP HET SCHERM<br />
WORDT WEERGEGEVEN............... 208<br />
DE ACHTERUITKIJKMONITOR-<br />
SYSTEEMCAMERA ......................... 208<br />
2. VOORZORGSMAATREGELEN<br />
BIJ HET RIJDEN<br />
(MET RICHTLIJNEN VOOR<br />
DE ACHTERUITKIJKMONITOR)<br />
................................................... 210<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
205
1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
1. WERKING VAN HET ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
Het achteruitkijkmonitorsysteem helpt<br />
de bestuurder door bij het achteruitrijden<br />
een beeld van het zicht achter het<br />
voertuig weer te geven.<br />
1 Om het zicht achteruit op het scherm<br />
weer te geven, is de versnellingspook<br />
in de “R”-positie als de motorschakelaar<br />
in de “ON”-positie staat.<br />
• Als u de versnellingspook uit de “R”-positie<br />
haalt, keert het scherm terug naar het<br />
vorige scherm.<br />
WAARSCHUWING<br />
● Vertrouw bij het achteruitrijden nooit volledig<br />
op het achteruitkijkmonitorsysteem.<br />
Wees er altijd zeker van dat uw<br />
geplande traject vrij is.<br />
Wees voorzichtig, net zoals bij het achteruitrijden<br />
met eender welk voertuig.<br />
● Rijd nooit achteruit terwijl u enkel naar<br />
het scherm kijkt. Het beeld op het<br />
scherm verschilt van de actuele omstandigheden.<br />
Afgebeelde afstanden tussen<br />
objecten en platte oppervlakten verschillen<br />
van de actuele afstanden. Als u achteruitrijdt<br />
terwijl u enkel naar het scherm<br />
kijkt, kunt u een voertuig, persoon of<br />
object raken. Zorg er bij het achteruitrijden<br />
voor dat u visueel achter en rond<br />
het voertuig en met uw spiegels controleert<br />
vóór u verdergaat.<br />
● Gebruik het systeem niet als de achterdeur,<br />
de koffer of de achterlaadbak niet<br />
volledig gesloten is.<br />
● Gebruik uw ogen om de omgeving van<br />
het voertuig te controleren. De weergegeven<br />
afbeelding kan namelijk wazig of<br />
donker worden, en bewegende beelden<br />
kunnen vervormd of niet volledig zichtbaar<br />
zijn als de buitentemperatuur laag<br />
is. Zorg er bij het achteruitrijden voor dat<br />
u visueel achter en rond het voertuig en<br />
met uw spiegels controleert vóór u verdergaat.<br />
● Gebruik het systeem niet in de volgende<br />
gevallen:<br />
• Op ijzige of gladde wegoppervlakten,<br />
of in sneeuw.<br />
• Als u met sneeuwkettingen of reservebanden<br />
rijdt.<br />
• Op een oneffen weg, zoals een helling.<br />
Met richtlijnen voor de achteruitkijkmonitor<br />
(indien uitgerust)<br />
• Controleer altijd de omgeving van het<br />
voertuig, aangezien de richtlijnen hulplijnen<br />
zijn.<br />
• De richtlijnen zijn hulplijnen en veranderen<br />
niet, zelfs niet als u aan het<br />
stuurwiel draait.<br />
206
1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
BERICHT<br />
● Als de achterkant van het voertuig wordt<br />
geraakt, kunnen de positie en montagehoek<br />
van de camera veranderen. Zorg<br />
ervoor dat u de positie en de montagehoek<br />
laat controleren door een geautoriseerde<br />
<strong>Toyota</strong>-dealer of door een<br />
andere gekwalificeerde en uitgeruste<br />
professional.<br />
● Aangezien de camera een waterdichte<br />
constructie heeft, mag u deze niet ontkoppelen,<br />
demonteren of modificeren.<br />
Dit zou een onjuiste werking kunnen<br />
veroorzaken.<br />
● Als de temperatuur snel verandert, zoals<br />
wanneer u bij koud weer warm water<br />
over het voertuig giet, is het mogelijk dat<br />
het systeem niet normaal functioneert.<br />
● Wrijf niet te hard over de cameralens.<br />
Als er een kras op de cameralens is, kan<br />
deze geen duidelijk beeld doorsturen.<br />
● Breng geen organisch oplosmiddel,<br />
autowas, raamreinigingsmiddel of glaslaag<br />
op de camera aan. Als dat toch<br />
gebeurt, moet u er dat zo snel mogelijk<br />
af wrijven.<br />
● Als de grootte van de banden verandert,<br />
kan het op het scherm weergegeven<br />
gebied veranderen.<br />
● Spuit bij het wassen van het voertuig<br />
geen intensieve waterstralen op of rond<br />
de camera. Dit kan ervoor zorgen dat de<br />
camera niet correct functioneert.<br />
INFORMATIE<br />
● Als de cameralens vuil wordt, kan ze<br />
geen duidelijk beeld doorsturen. Als er<br />
waterdruppels, sneeuw of modder op de<br />
lens komen, spoelt u ze best met water<br />
en wrijf ze af met een zachte doek. Als<br />
de lens extreem vuil is, wast u ze best<br />
met een milde reiniger en spoelt u ze af.<br />
RICHTLIJNEN VOOR DE<br />
ACHTERUITKIJKMONITOR<br />
(INDIEN UITGERUST)<br />
De richtlijnen worden op het scherm<br />
weergegeven.<br />
• De getoonde richtlijnen verschillen van<br />
deze die op het actuele scherm worden<br />
getoond.<br />
Richtlijnen voor de voertuigbreedte<br />
(blauw)<br />
• Deze lijnen geven de geschatte voertuigbreedte<br />
aan.<br />
Richtlijn voor de afstand (blauw)<br />
• Deze lijn geeft een positie op de grond<br />
aan die zich ongeveer 1 m achter de achterbumper<br />
van het voertuig bevindt.<br />
Richtlijn voor de afstand (rood)<br />
• Deze lijn geeft een positie op de grond<br />
aan die zich ongeveer 0,5 m achter de<br />
achterbumper van het voertuig bevindt.<br />
Richtlijnen voor het centrum van het<br />
voertuig (blauw)<br />
• Deze lijnen geven het geschatte centrum<br />
van het voertuig op de grond aan.<br />
207<br />
9<br />
ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM
1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
GEBIED DAT OP HET<br />
SCHERM WORDT WEERGE-<br />
GEVEN<br />
Het beeld wordt ongeveer waterpas op<br />
het scherm weergegeven.<br />
INFORMATIE<br />
● Het op het scherm weergegeven gebied<br />
kan verschillen naargelang de oriëntatie<br />
van het voertuig of de wegomstandigheden.<br />
DE ACHTERUITKIJKMONI-<br />
TORSYSTEEMCAMERA<br />
De achteruitkijkmonitorsysteemcamera<br />
bevindt zich zoals op de afbeelding<br />
wordt getoond.<br />
Hoeken van de bumper<br />
INFORMATIE<br />
● Het gebied dat door de camera wordt<br />
getoond, is beperkt. De camera ziet<br />
geen objecten die zich te dicht bij één<br />
van de hoeken van de bumper of onder<br />
de bumper bevinden.<br />
• De actuele cameralocatie kan, afhankelijk<br />
van het voertuig, verschillen. Voor details,<br />
zie de Beeldindex van de “Gebruikershandleiding”.<br />
208
1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
INFORMATIE<br />
● De camera maakt gebruik van een speciale<br />
lens. De afstand van het beeld dat<br />
op het scherm verschijnt, verschilt van<br />
de actuele afstand.<br />
● In de volgende gevallen kan het moeilijk<br />
zijn om de beelden op het scherm te<br />
zien, zelfs als het systeem functioneert.<br />
• In het donker (bijvoorbeeld 's nachts)<br />
• Als de temperatuur in de buurt van de<br />
lens hoog of laag is<br />
• Als er zich waterdruppels op de<br />
camera bevinden, of als de vochtigheid<br />
hoog is (bijvoorbeeld bij regen)<br />
• Als er zich vreemde materie (bijvoorbeeld<br />
sneeuw of modder) op de<br />
camera bevindt<br />
• Als er krassen of vuil op de camera<br />
zijn<br />
• Als de zon of de straal van kopl<strong>amp</strong>en<br />
direct in de cameralens schijnen<br />
● Als de camera wordt gebruikt onder fluorescerend<br />
licht, natriumlicht of kwiklicht,<br />
enz., lijkt het alsof de lichten en de verlichte<br />
gebieden flikkeren.<br />
Op sommige <strong>mode</strong>llen<br />
Als een helder licht (bijvoorbeeld zonlicht<br />
dat door de carrosserie wordt gereflecteerd)<br />
door de camera wordt waargenomen,<br />
kan het smeereffect* dat eigen is aan<br />
de camera, optreden.<br />
*: Smeereffect — Een fenomeen dat zich<br />
voordoet als een helder licht (bijvoorbeeld<br />
zonlicht dat door de carrosserie wordt gereflecteerd)<br />
door de camera wordt waargenomen;<br />
als de lichtbron door de camera<br />
wordt doorgestuurd, lijkt het alsof er een<br />
verticale streep boven en onder deze lichtbron<br />
is.<br />
9<br />
ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
209
1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
2. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET RIJDEN (MET RICHTLIJNEN VOOR DE ACHTERUITKIJKMONITOR)<br />
In de volgende situaties is er een foutenmarge<br />
tussen de richtlijnen op het<br />
scherm en de actuele afstand/traject<br />
op de weg.<br />
• Als de helling achter het voertuig scherp<br />
omlaaggaat, lijken objecten dichter dan ze<br />
in werkelijkheid zijn.<br />
• Als de helling achter het voertuig scherp<br />
omhooggaat, lijken objecten verder verwijderd<br />
dan ze in werkelijkheid zijn.<br />
• Als een deel van het voertuig doorzakt<br />
door het aantal passagiers of door de verdeling<br />
van de lading, is er een foutenmarge<br />
tussen de richtlijnen op het scherm<br />
en de actuele afstand/traject op de weg.<br />
210
1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
Ongeveer 0,5 m<br />
De afstand tussen driedimensionale voorwerpen<br />
(zoals voertuigen) en platte oppervlakten<br />
(zoals de weg) die op het scherm<br />
verschijnt, en de actuele afstand verschillen<br />
als volgt.<br />
• In werkelijkheid is = < ( en<br />
zijn even ver verwijderd; is verder<br />
dan en ). Op het scherm echter<br />
lijkt de situatie zo: < < .<br />
• Op het scherm lijkt het alsof de vrachtwagen<br />
ongeveer 0,5 m verwijderd is. Als<br />
u in werkelijkheid echter achteruitrijdt tot<br />
punt , zal u de vrachtwagen raken.<br />
9<br />
ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
211
1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />
212
INDEX<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
213
ALFABETISCHE INDEX<br />
ALFABETISCHE INDEX<br />
A<br />
Aangesloten service ................................. 86<br />
“Adres”...................................................... 37<br />
Adressen laden......................................... 94<br />
Afbeeldingen............................................. 81<br />
Afstandsbedieningen voor audio<br />
(stuurknoppen).................................... 131<br />
Afstemmings-/scrolknop ......................... 102<br />
Achteruitkijkmonitorsysteem................... 205<br />
“Algemeen”............................................. 187<br />
Algemene instellingen ............................ 187<br />
Als u uw wagen afstaat........................... 152<br />
“AM”........................................................ 104<br />
Audiobron veranderen............................ 103<br />
Audiosysteem........................................... 99<br />
B<br />
Bediening navigatie .................................. 20<br />
Bediening toepassingen ........................... 80<br />
Bedieningen door middel van<br />
de afstemmings-/scrolknop................. 102<br />
Bedieningstips voor het audiosysteem... 134<br />
Cd-R- en cd-RW-schijven ................... 139<br />
iPod..................................................... 135<br />
MP3/WMA-bestanden......................... 138<br />
Radio-ontvangst.................................. 134<br />
USB-geheugen ................................... 136<br />
Voorwaarden....................................... 139<br />
Zorg dragen voor uw cd-speler<br />
en cd's ............................................. 136<br />
Beknopte handleiding ................................. 9<br />
Bellen met een Bluetooth ® -telefoon ....... 162<br />
Bellen via een kort bericht................... 165<br />
Bellen via Nuttige Plaatsen ................. 165<br />
Door het nummer te vormen ............... 162<br />
Via de “Bewaard”-lijst op het<br />
“Contacten”-scherm......................... 162<br />
Via het telefoonboek ........................... 163<br />
Via oproeplijsten.................................. 164<br />
Bellen via Nuttige Plaatsen..................... 165<br />
“Bellijsten”............................................... 164<br />
Beperkingen van het navigatiesysteem.... 73<br />
“Bestemming” ............................... 35, 37, 55<br />
Bestemming zoeken ................................ 35<br />
Op het “Bestemming”-scherm ......... 35, 37<br />
Bestemmingen toevoegen........................ 50<br />
Bluetooth ® .............................. 123, 145, 193<br />
Bluetooth ® -audio .................................... 123<br />
Een Bluetooth ® -audiospeler<br />
aansluiten ........................................ 124<br />
Een Bluetooth ® -audiospeler<br />
afspelen ........................................... 127<br />
Geluidsinstellingen.............................. 201<br />
Overschakelen naar Bluetooth ®<br />
-audiomodus.................................... 124<br />
Bluetooth ® -audio aansluiten ................... 124<br />
Bluetooth ® -audio afspelen...................... 127<br />
Een gewenst liedje selecteren ............ 116<br />
Herhalen en in willekeurige<br />
volgorde afspelen ............................ 130<br />
Bluetooth ® -Handsfreesysteem ............... 145<br />
214
Bluetooth ® -instellingen ........................... 193<br />
Bluetooth ® -functie AAN/UIT................ 193<br />
De lijst met apparaten weergeven ...... 197<br />
Een Bluetooth ® -apparaat paren.......... 194<br />
Pin instellen......................................... 198<br />
Brandstofverbruik ................................... 181<br />
Reisinformatie..................................... 181<br />
C<br />
CAR-knop............................................... 180<br />
Cd........................................................... 108<br />
Contrast/helderheid aanpassen.............. 191<br />
D<br />
“Dag-/nachtmodus”................................... 65<br />
De Bluetooth ® -telefoon opnieuw<br />
aansluiten............................................ 156<br />
De invoerinformatie weergeven<br />
en bewerken ................................. 61, 159<br />
De route herberekenen via<br />
de verkeersberichten ............................ 54<br />
De route instellen..................................... 44<br />
De telefoonknop gebruiken..................... 151<br />
DSP-bediening ....................................... 201<br />
Automatische geluidslevelizer<br />
(ASL) ............................................... 201<br />
E<br />
Een audiocd afspelen ............................. 109<br />
Een gewenst nummer selecteren........ 110<br />
Herhalen en in willekeurige<br />
volgorde afspelen ............................ 111<br />
Een Bluetooth ® -telefoon aansluiten........ 153<br />
Een cd inbrengen of uitwerpen............... 108<br />
Een cd inbrengen................................ 108<br />
Een cd uitwerpen ................................ 108<br />
Een invoer registreren ...................... 55, 157<br />
De invoerinformatie weergeven<br />
en bewerken .............................. 61, 159<br />
Een nieuwe invoer registreren ...... 55, 157<br />
Opgeslagen contactpersonen naar<br />
een USB-geheugen versturen........... 63<br />
Een MP3/WMA-schijf afspelen ............... 111<br />
Een gewenst bestand selecteren........ 112<br />
Een gewenste map selecteren............ 112<br />
Herhalen en in willekeurige<br />
volgorde afspelen ............................ 113<br />
Een nummer vormen .............................. 162<br />
Een segment op de route omleiden.......... 52<br />
Een station selecteren ............................ 105<br />
Een station voorinstellen......................... 104<br />
Een taal selecteren ................................. 188<br />
215
ALFABETISCHE INDEX<br />
Een USB-geheugen/iPod afspelen......... 115<br />
Een gewenst liedje selecteren ............ 116<br />
Herhalen en in willekeurige<br />
volgorde afspelen............................ 119<br />
Eject-knop............................................... 108<br />
E-mail ...................................................... 83<br />
E-mail lezen ......................................... 83<br />
Pop-upscherm voor<br />
een nieuwe e-mail ............................ 83<br />
F<br />
“FM”........................................................ 104<br />
Fotoslideshow........................................... 81<br />
De foto's weergeven ............................. 81<br />
Fotoslideshows afspelen....................... 82<br />
Functie voor korte berichten................... 170<br />
Een nieuw kort bericht versturen ........ 172<br />
Ontvangen korte berichten lezen........ 170<br />
Pop-upscherm voor<br />
een nieuw kort bericht .................... 170<br />
Verstuurde korte berichten lezen........ 171<br />
Functie-index............................................ 12<br />
G<br />
“Geavanceerd”.......................................... 41<br />
Gesproken begeleiding............................. 46<br />
Gsm........................................................ 145<br />
H<br />
Het audiosysteem aan- of uitzetten ........ 102<br />
Het scherm voor de bandenspanning<br />
tonen ................................................... 183<br />
I<br />
Icoon voor Nuttige Plaatsen...................... 29<br />
Informatie”-scherm.................................. 180<br />
Instellingen voor verkeersberichten.......... 71<br />
Invoerscherm............................................ 14<br />
iPod................................................. 114, 135<br />
Compatibele <strong>mode</strong>llen ........................ 135<br />
iPod-hoes................................................ 118<br />
K<br />
Kaartendatabank updaten ........................ 75<br />
Kaart updaten........................................ 75<br />
Kaarticonen............................................... 28<br />
Iconen voor Nuttige Plaatsen................ 29<br />
Verkeersberichten ................................. 32<br />
Kaartinformatie ......................................... 76<br />
Kaartinstellingen ....................................... 65<br />
Kaartlay-out .............................................. 26<br />
Kaartscherm ............................................. 24<br />
“Kalender”................................................ 85<br />
Kalender controleren............................ 85<br />
Knop om in te zoomen.............................. 26<br />
Knop om uit te zoomen............................. 26<br />
216
L<br />
Lijstscherm ............................................... 17<br />
M<br />
“MAP NAV”............................................... 20<br />
“MEDIA” -knop........................................ 100<br />
MP3 ................................................ 111, 138<br />
MP3/WMA-bestanden ............................ 138<br />
Afspeelbare bitsnelheden ................... 138<br />
S<strong>amp</strong>lingfrequentie............................. 138<br />
N<br />
“Navigatie”-instellingen ............................. 65<br />
“Navigatie”-menuscherm .......................... 20<br />
Navigatiesysteem ..................................... 19<br />
O<br />
Om kaartscherm weer te geven................ 24<br />
Online zoeken........................................... 92<br />
Oproepen met de Bluetooth ®<br />
-telefoon ontvangen ............................ 166<br />
“Opties” -knop ........................................... 47<br />
Overschakelen naar AUX-modus ........... 122<br />
Overschakelen naar Bluetooth ®<br />
-audiomodus ....................................... 124<br />
Overschakelen naar cd-modus............... 109<br />
Overschakelen naar radiomodus............ 104<br />
Overschakelen naar USB- of<br />
iPod-modus......................................... 115<br />
Overzicht begeleidingsscherm.................. 21<br />
Overzicht knoppen en “Extra's”<br />
-menuscherm ........................................ 80<br />
P<br />
Persoonlijke gegevens verwijderen ........ 187<br />
“Pieptoon” ............................................... 187<br />
Play/Pauzeknop...................................... 100<br />
“POI” ......................................................... 29<br />
Praten aan een Bluetooth ® -telefoon....... 167<br />
Een tweede nummer vormen.............. 168<br />
Het volume van de ontvanger<br />
aanpassen....................................... 168<br />
Tonen versturen.................................. 168<br />
217
ALFABETISCHE INDEX<br />
R<br />
Radio-ontvangst ..................................... 134<br />
AM....................................................... 134<br />
FM....................................................... 134<br />
Radiogegevenssysteem ......................... 106<br />
RDS........................................................ 106<br />
Route-instellingen..................................... 69<br />
“Route-opties”........................................... 69<br />
Routebegeleiding...................................... 45<br />
Routebegeleidingsscherm........................ 45<br />
Routevoorkeuren................................ 44, 69<br />
S<br />
Setup ...................................................... 185<br />
SETUP-knop........................................... 186<br />
“Setup”-scherm....................................... 186<br />
Scherm uitzetten..................................... 190<br />
Scherm voor het starten van<br />
de routebegeleiding .............................. 43<br />
Schermen voor algemene instellingen ... 187<br />
Persoonlijke gegevens verwijderen .... 189<br />
Sms-bericht ............................................ 170<br />
Spraakopdrachtensysteem.................... 175<br />
Stuurknoppen ......................................... 131<br />
T<br />
“Taal” ...................................................... 187<br />
Telefoon.................................................. 145<br />
Telefoon (handsfreesysteem<br />
voor gsm) ............................................ 145<br />
Als u uw voertuig verkoopt<br />
of wegdoet....................................... 152<br />
De telefoonknop gebruiken ................. 151<br />
Over het telefoonboek in<br />
dit systeem ...................................... 152<br />
“Telefoon” ............................................... 146<br />
Telefoonboek.......................................... 163<br />
Telefoonboekgegevens .......................... 152<br />
Telefooninstellingen................................ 200<br />
Thuis......................................................... 55<br />
Thuis als de bestemming instellen............ 35<br />
Thuis registreren....................................... 55<br />
Toepassing downloaden........................... 96<br />
Toepassing bedienen............................ 97<br />
Toepassing downloaden ....................... 96<br />
Toon en balans....................................... 202<br />
Balans ................................................. 202<br />
Toon.................................................... 202<br />
Tussenstop ............................................... 50<br />
218
U<br />
USB-geheugen....................................... 136<br />
USB-geheugen/iPod............................... 114<br />
Een USB-geheugen of iPod<br />
aansluiten........................................ 114<br />
Een USB-geheugen/iPod afspelen ..... 115<br />
Geluidsinstellingen.............................. 201<br />
Overschakelen naar USB- of<br />
iPod-modus......................................... 115<br />
W<br />
WMA............................................... 111, 140<br />
Z<br />
Zoek-/Nummerknop ................................ 100<br />
V<br />
Verkeersberichten ............................ 32, 106<br />
Voertuiginformatie .................................. 179<br />
Volumeaanpassing................... 46, 168, 187<br />
Voorwaarden .......................................... 139<br />
ID3-tag ................................................ 140<br />
ISO 9660-formaat ............................... 140<br />
m3u..................................................... 140<br />
MP3..................................................... 140<br />
Pakketschrijven................................... 139<br />
WMA ................................................... 140<br />
WMA-tag............................................. 140<br />
Vorig record............................................ 182<br />
219
ALFABETISCHE INDEX<br />
220
Certificaat<br />
221
222
223
PZ49X00332EN<br />
PZ49X00332E<br />
PZ49X00332DE<br />
PZ49X00332P<br />
PZ49X00332DA<br />
PZ49X00332H<br />
PZ49X00332FR<br />
PZ49X00332C<br />
PZ49X00332IT<br />
PZ49X00332S<br />
PZ49X00332ES<br />
PZ49X00332R<br />
PZ49X00332PT<br />
PZ49X00332T<br />
Publication no. AOM 001 541-1<br />
PZ49X00332NL<br />
PZ49X00332B<br />
PZ49X00332NO<br />
www.toyota-europe.com<br />
PZ49X00332E<br />
Printed in UK