Sony DSC-WX1 - DSC-WX1 Istruzioni per l'uso Olandese
Sony DSC-WX1 - DSC-WX1 Istruzioni per l'uso Olandese
Sony DSC-WX1 - DSC-WX1 Istruzioni per l'uso Olandese
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Slim automatisch instellen<br />
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden<br />
aangepast.<br />
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Slim automatisch instellen).<br />
2 Neem op met de ontspanknop.<br />
Opmerking<br />
• De flitserfunctie is ingesteld op [Autom.] of [Uit].<br />
zOver de scèneherkenning<br />
De scèneherkenning werkt in de intelligente automatische instelfunctie. In deze functie<br />
herkent de camera automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch<br />
op.<br />
Pictogram van scèneherkenning<br />
(Gids)<br />
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),<br />
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro) of<br />
(Portretopname), en beeldt het betreffende pictogram en de gids af op het LCD-scherm<br />
nadat de scène is herkend.<br />
Voor verdere informatie, zie pagina 60.<br />
Inhoud<br />
Zoeken op<br />
bediening<br />
Zoeken in MENU/<br />
Instellingen<br />
Index<br />
zEen stilstaand beeld opnemen van een onderwerp<br />
waarop moeilijk scherpgesteld kan worden<br />
• De minimale opnameafstand is ongeveer 5 cm (W-kant), 50 cm (T-kant) (vanaf de lens).<br />
• Als de camera niet automatisch op het onderwerp kan scherpstellen, verandert de AE/AFvergrendelingsindicator<br />
naar langzaam knip<strong>per</strong>en en klinkt geen pieptoon. Stel de opname opnieuw<br />
samen of verander de scherpstellingsinstelling (pagina 56).<br />
In de volgende situaties kan het moeilijk zijn scherp te stellen:<br />
– Als het donker is en het onderwerp ver weg is.<br />
– Als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond slecht is.<br />
– Als het onderwerp door glas wordt opgenomen.<br />
– Als het onderwerp snel beweegt.<br />
– Bij reflecterend licht of glimmende op<strong>per</strong>vlakken.<br />
– Als het onderwerp van achteren wordt belicht of als er een zwaailicht in de buurt is.<br />
21 NL