01.05.2013 Views

centrale keuring Bunschoten - KWPN

centrale keuring Bunschoten - KWPN

centrale keuring Bunschoten - KWPN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Fokwaarden<br />

Iedere prestatie van een paard kan worden gezien als een optelsom van<br />

aanleg (genetische aanleg van het paard) en omgevingsinvloeden<br />

(training, ruiter, gezondheidszorg, etc.). Voor de fokkerij gaat het om de<br />

aanleg want alleen dat wordt doorgegeven aan de nakomelingen.<br />

Een fokwaarde is een schatting van die genetische aanleg. Het <strong>KWPN</strong><br />

berekent fokwaarden voor de kenmerken dressuur, springen,<br />

aangespannen sport en exterieur.<br />

De gemiddelde aanleg in de populatie en daarmee de gemiddelde<br />

fokwaarde, is gesteld op 100 punten. Voor de sportkenmerken geldt dat<br />

tweederde van alle paarden zich tussen de 80 en 120 punten bevindt<br />

(spreiding = 20 pnt.). Een fokwaarde boven 120 mag dus bovengemiddeld<br />

genoemd worden.<br />

Bij de berekening van fokwaarden worden drie verschillende groepen<br />

informatie gebruikt: informatie gemeten aan de ouders van het paard<br />

(inclusief alle familieleden), informatie gemeten aan het paard zelf en<br />

informatie gemeten aan de nakomelingen.<br />

Als van een paard alleen ouderinformatie bekend is, dit is meestal het<br />

geval bij jonge paarden, dan wordt een verwachtingswaarde (VW)<br />

berekend. De verwachtingswaarde van een paard is het gemiddelde van<br />

de fokwaarden van de vader en de moeder.<br />

Als blijkt dat ook van de moeder geen fokwaarde bekend is dan kan<br />

worden teruggevallen op de stamboomindex. Met behulp van de<br />

fokwaarden van vader, moedersvader en moedersmoedersvader wordt<br />

dan de genetische aanleg van het paard ingeschat. We spreken dan van<br />

een stamboomindex over drie generaties (SI3). Is van<br />

moedersmoedersvader geen fokwaarde bekend dan wordt de<br />

stamboomindex over twee generaties (SI2) berekend.<br />

Als er onvoldoende gegevens zijn om een stamboomindex over twee<br />

generaties (SI2) te berekenen, dan wordt geen fokwaarde afgedrukt.<br />

Hoe hoger de betrouwbaarheid is, die bij iedere fokwaarde wordt<br />

afgedrukt, hoe groter de kans is dat de geschatte genetische aanleg<br />

overeenkomt met de werkelijke genetische aanleg van het paard.<br />

De betrouwbaarheid van een VW ligt in de <strong>KWPN</strong>-populatie meestal rond<br />

de 30%. De betrouwbaarheid van een SI2 of SI3 ligt daar wat onder. Zodra<br />

een paard zelf gaat presteren (sport, EPTM) dan wordt informatie<br />

toegevoegd aan de ouderinformatie die al beschikbaar was. Nog weer<br />

later kunnen de nakomelingen van een paard informatie toevoegen. De<br />

betrouwbaarheid van de schatting stijgt bij meer informatie.<br />

Van de ouders van buitenlandse paarden is bij het <strong>KWPN</strong> meestal geen<br />

informatie beschikbaar. Dergelijke paarden starten dus met een<br />

“informatie-achterstand”. De door verschillende stamboeken gehanteerde<br />

fokwaarden zijn niet vergelijkbaar.<br />

Centrale Keuring 15 juli 2011 Regio Utrecht 8

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!