Handboek Oevers en Waterberging - Waterschap Hollandse Delta
Handboek Oevers en Waterberging - Waterschap Hollandse Delta
Handboek Oevers en Waterberging - Waterschap Hollandse Delta
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2 Aandachtspunt<strong>en</strong> bij keuze type inrichting<br />
<strong>Waterberging</strong><br />
• Keuze tuss<strong>en</strong> natte berging (plas/dras) of droge berging (max 30 cm bov<strong>en</strong> waterpeil);<br />
• Peil waterberging vaststell<strong>en</strong> op basis van toetsnorm;<br />
• Berging direct gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>d aan hoofdwatergang;<br />
• Berging onder vrij verval, dus niet oppomp<strong>en</strong> ed;<br />
• Bij voorkeur verwerv<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>dom door WSHD;<br />
• Berging te all<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong> bruikbaar, dus ge<strong>en</strong> ingewikkelde waarschuwings- of toestemmingsprocedures;<br />
• In geval van riooloverstort: aanleghoogte lager dan de laagste overstortdrempel in hetzelfde peilgebied;<br />
• <strong>Waterberging</strong>scapaciteit veiligstell<strong>en</strong> door afvoer van maaisel <strong>en</strong> bagger;<br />
• Berging opnem<strong>en</strong> in legger.<br />
Natuurwaard<strong>en</strong><br />
• Taluds vanaf de waterbodem tot bov<strong>en</strong>aan de insteek zo flauw mogelijk (1:10 of schuiner);<br />
• Ge<strong>en</strong> beschoeiing toepass<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het waterpeil. Onderwaterbeschoeiing alle<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> noodzakelijk voor het<br />
in standhoud<strong>en</strong> van de oever <strong>en</strong> dan om de 100 meter fauna-uittreedplaats<strong>en</strong>;<br />
• Bestaande goed ontwikkelde vegetatie zoveel mogelijk in stand houd<strong>en</strong> of terugplant<strong>en</strong>;<br />
• Bij voorkeur ge<strong>en</strong> inplant maar bestaande rietwortels terugzett<strong>en</strong> zodat deze weer kunn<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong>;<br />
• Natuurtechnisch ontgrav<strong>en</strong>, dus met microreliëf <strong>en</strong> taluds in 1 keer trekk<strong>en</strong>. Niet glad afstrijk<strong>en</strong>;<br />
• Let op lage winterpeil<strong>en</strong> (droogvall<strong>en</strong> oever, kapotvriez<strong>en</strong> organism<strong>en</strong>);<br />
• Bij lange natuurvri<strong>en</strong>delijke oevers: ook hoogteverschill<strong>en</strong> in de l<strong>en</strong>gterichting aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>;<br />
• Vrijkom<strong>en</strong>d maaisel <strong>en</strong> bagger mag ge<strong>en</strong> schade toebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> aan de natuurwaard<strong>en</strong>. Reserveer ruimte voor het<br />
verwerk<strong>en</strong> ervan of maak afsprak<strong>en</strong> met de aanligg<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>aar;<br />
• Plan opstell<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die lokaal bek<strong>en</strong>d zijn met natuurwaard<strong>en</strong>/landschap;<br />
• Let op bodemtype. Zand is voedselarmer dan klei, dus meer kans<strong>en</strong> voor schraalgrasland. Ve<strong>en</strong> bevat veel<br />
kiemkrachtige zad<strong>en</strong> van water- <strong>en</strong> oeverplant<strong>en</strong>;<br />
• Plas/dras eilandjes voor de Noordse Woelmuis;<br />
• Buit<strong>en</strong> het doorstroomprofiel overwinteringsplaats<strong>en</strong> voor viss<strong>en</strong> aanlegg<strong>en</strong> (diepte >1,50m);<br />
• Indi<strong>en</strong> van toepassing: geïsoleerde poel<strong>en</strong> voor amfibieën, evt. met “overloop” om overtollig water af te voer<strong>en</strong>.<br />
Verbetering waterkwaliteit<br />
• Taluds zo flauw mogelijk;<br />
• Bij drooglegging > 1m <strong>en</strong> beperkte ruimte: plasberm aanlegg<strong>en</strong> in plaats van flauwe oever;<br />
• Altijd nagaan of bestaande watergang<strong>en</strong> verbreed <strong>en</strong> verdiept kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>;<br />
• Overgang oever-op<strong>en</strong> water: waterdiepte ca 40cm (onderwaterbeschoeiing kan noodzakelijk zijn);<br />
• In grotere plass<strong>en</strong> <strong>en</strong> poel<strong>en</strong> minimale waterdiepte 1 m;<br />
• Visoverwinteringsplaats<strong>en</strong> zo mogelijk 1.50 m diep;<br />
• Plasberm niet horizontaal aanlegg<strong>en</strong>, maar onder afschot (zie stap 3);<br />
• Drainage buit<strong>en</strong> de oever lat<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong> (bv scheidingssloot);<br />
• Voorkom bladval <strong>en</strong> beschaduwing;<br />
• Afrastering plaats<strong>en</strong> waar vee loopt. Plaatsing op kost<strong>en</strong> van het waterschap, onderhoud op kost<strong>en</strong> perceelseig<strong>en</strong>aar;<br />
• Bij beschoeiing<strong>en</strong>: niet tot de bodem doortrekk<strong>en</strong> zodat uitwisseling van water mogelijk blijft;<br />
• Doorsnede duikers minimaal 80-100 cm <strong>en</strong> max. 80% onder water;<br />
• Ge<strong>en</strong> doodlop<strong>en</strong>de watergang<strong>en</strong> (stilstaand water);<br />
• Bij voorkeur ge<strong>en</strong> inplant. Rietwortels terugzett<strong>en</strong> zodat deze weer kunn<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong>.<br />
Landschappelijke inpassing<br />
• Overleg over landschappelijke inpassing met lokale deskundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> sluit aan bij landschapsbeleidsplann<strong>en</strong>;<br />
• Let op e<strong>en</strong> "logische" verhouding tuss<strong>en</strong> waterbreedte <strong>en</strong> oeverbreedte bij krek<strong>en</strong>;<br />
• Zo mogelijk multifunctionele inrichting: naast berging ook natuur, viswater, recreatie <strong>en</strong> agrarisch (ext<strong>en</strong>sieve beweiding);<br />
• Aanplant van ‘aaibare’ bloei<strong>en</strong>de oever- <strong>en</strong> moerasplant<strong>en</strong> kan de belevingswaarde vergrot<strong>en</strong>;<br />
• Langs weiland is e<strong>en</strong> flauw talud vaak pass<strong>en</strong>der dan e<strong>en</strong> plasberm.<br />
Onderhoudbaarheid<br />
• Robuust ontwerp<br />
• Taluds bij hoofdwatergang<strong>en</strong> minimaal 1:2 wanneer het onderhoud vanaf de kant kan geschied<strong>en</strong> (bij overige<br />
watergang<strong>en</strong> minimaal 1:1,5). Taluds minimaal 1:5 wanneer er over de taluds gered<strong>en</strong> mag/moet word<strong>en</strong>;<br />
• Maximaal te onderhoud<strong>en</strong> breedte vanaf de kant wordt bepaald door het soort onderhoudsmaterieel. Hoe breder de oever,<br />
hoe groter <strong>en</strong> zwaarder het onderhoudsmaterieel. Hiervoor zijn onderhoudspad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> drooglegging van minimaal 30<br />
cm bov<strong>en</strong> zomerpeil noodzakelijk (afhankelijk van bodemgesteldheid);<br />
• Bereikbaar vanaf e<strong>en</strong> verharde of op<strong>en</strong>bare weg.<br />
• Bij onderhoud vanaf het water: verzamel- <strong>en</strong> laadlocaties aanwijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> inricht<strong>en</strong> voor vrijkom<strong>en</strong>d maaisel <strong>en</strong> bagger;<br />
• Plaats<strong>en</strong> aanwijz<strong>en</strong> waar bagger <strong>en</strong> maaisel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geborg<strong>en</strong>;<br />
• Onderhoudsplan opstell<strong>en</strong> in overleg met ecoloog <strong>en</strong> waterbeheerder;<br />
• Vastlegg<strong>en</strong> ontvangstplicht maaisel <strong>en</strong> bagger <strong>en</strong> evt. vergoeding<strong>en</strong> van de aanligg<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>aar;<br />
• Bij éénzijdige aanleg van natuurstrok<strong>en</strong> is de watergang bereikbaar met de baggerkraan. Als bij tweezijdige aanleg van<br />
natuurstrok<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gde kraan kan word<strong>en</strong> ingezet, moet bij voorkeur word<strong>en</strong> gebaggerd d.m.v. zuig<strong>en</strong> (met depot).
Change language