Moi, VERONIQUE

8
VIII. HERFST-WINTER 2001-2002
Smoking: jas met satijnen reverskraag en broek met
opgestikte biezen in uitgerafelde stof; rolkraagtrui
waarvan de manchetten versierd zijn met pailletten.
Deze collectie bevatte een reeks smokings waarvan
de reverskraag telkens in een andere contrastkleur
werd uitgevoerd.
IX. LENTE-ZOMER 2002
Katoenen hemdjurk met een ceintuur in macramé
en versierd met houten kralen.
Macramé is een knooptechniek die erg in de mode was
in de jaren ‘70 en in deze periode vooral werd uitgevoerd
in dik ecru katoen.
X. HERFST-WINTER 2002-2003
Jurk in goudkleurig lurex met accenten in damast.
Geïnspireerd op kleding uit Afghanistan en India.
XI. LENTE-ZOMER 2003
Zijden top en transparante haltertop met gekruiste
rugversiering in zwarte glaskralen; lange katoenen
rok bedrukt met een tekening van twee pluizende
paardebloemen.
XII. HERFST-WINTER 2003-2004
Wollen jas waarvan de mouwen zijn uitgewerkt in
een cape en achteraan een opengewerkte siernaad;
de ceintuur loopt langs de achterkant door en creëert
een trompe-l’oeil effect; rolkraagtrui.
XIII. LENTE-ZOMER 2004
Zijden top en onderrok, afgewerkt met machinale kant,
geïnspireerd op lingerie; rok met geplooid voorpand;
transparante trenchcoat in plastic.
XIV. HERFST-WINTER 2004-2005
Jas in wax-katoen met pofmouwen en oversized gebreide
manchetten en tailleband; achteraan bewegingsplooien
aan de schouders (techniek die vaak gebruikt wordt
in manskleding); kraag in konijnenbont; lange jersey
rok met diepe split die samen gehouden wordt door
geknoopte linten; tule onderrok; rolkraagtrui en sjaaltje
versierd met pailletten.
XV. LENTE-ZOMER 2005
Wollen jas, geïnspireerd op Norfolk jas (mannengarderobe),
met ellebooglappen in zeemleer; rok versierd met
struisvogelveren en met een pand in voile; gebreide trui
met diagonaal verwerkte stukken in diverse materialen.
XVI. HERFST-WINTER 2005-2006
Wollen blouson met metalen knopen en versiering
met diagonale panden aan de ellebogen; broekrok
met trompe-l’oeil stolpplooi; er werden geen zijnaden
gebruikt maar het voorpand werd naar achter verlegd;
rolkraagtrui.
XVII. LENTE-ZOMER 2006
Zijden jurk, bovenaan afgewerkt met een tricot band en
achteraan een extra pand als cape; ceintuur in leder en
metaal. De jurk is bedrukt met een surreëel landschap.
De verschillende elementen zoals zonsondergang en
sterrenhemel kunnen nooit in één landschap voorkomen.
XVIII. HERFST-WINTER 2006-2007
Jas geïnspireerd op de jas van een rokkostuum en met een
fi jne metalen ketting als sluiting; ceintuur met vooraan
een korsetsluiting en achteraan de sluiting van een mansgilet;
rolkraagtrui; corsage in grof haakwerk (ananassteek);
rok in een wollen stof voor manskleding met een
pand in machinale kant en siertule en versierd met linten.
XIX. LENTE-ZOMER 2007
Jurk opgebouwd uit driehoekige panden en uitgevoerd
in fi jn tricot, materiaal dat traditioneel gebruikt wordt in
onderkleding.
XX. HERFST-WINTER 2007-2008
Loden jas met A-lijn model, pofmouwen en grote
opgezette zakken; zijden blouse versierd met strik en
volants en met een borststuk met doorstikte ruiten;
wollen broek.
9.
LINKS
CRANACH LUCAS D.Ä.
‘LUCRETIA’, 1532
37,5 cm x 24,5 cm
Courtesy Gemäldegalerie der Akademie
der bildenden Künste, Vienna; reproductie
MIDDEN
TOuTe NUe
RECHTS
JOHN CURRIN
‘NUDE WITH RAISED ARMS’, 1998
116,8 cm x 86,4 cm
© John Currin
Courtesy Gagosian Gallery; reproductie
3. LENTE-ZOMER 2000
Katoenen topje in schotse ruit, overtrokken met gefronste
tule; wollen rok met handgelegde plooien in een
zonnestraal; de coupe van de rok is geïnspireerd op jaren
’50 petticoats.
4. HERFST-WINTER 2005-2006
Deze collectie noemt Veronique Branquinho ook wel de
‘zwarte collectie’. Er is bijzonder sterk op coupe gewerkt
en er wordt gespeeld met het verleggen van fi guurnaden.
Rolkraagtrui in geschoren konijnenbont met inzetstukken
in breiwerk aan de zijkanten en mouwen; wollen broek
met versiering met diagonale panden aan de knieën.
5. HERFST-WINTER 2005-2006
Wollen jas met versiering met diagonale panden aan
de ellebogen, een dubbele rij metalen knopen, achteraan
een opengewerkte siernaad en een martingale versierd
met metalen knopen; wollen rok met achteraan een
trompe-l’oeil stolpplooi en een dubbele zoom.
6. HERFST-WINTER 2005-2006
Lange angora jas waarvan de kraag langs beide kanten
uitloopt in zakken.
7. HERFST-WINTER 2005-2006
Wollen trenchcoat met trompe-l’oeil effect waardoor
de jas achteraan een deux-pièce lijkt.
8. HERFST-WINTER 2006-2007
De collectie van herfst-winter 2006-2007 is geïnspireerd
op ceremoniële kleding. Er wordt enerzijds gebruik
gemaakt van zware, zwarte en zilverkleurige textielen,
typisch voor ceremoniële kleding, en anderzijds van
doffe, mannelijke textielen. Dit alles in combinatie
met ruw breiwerk. Ook in deze collectie wordt er sterk
gespeeld met de vermenging van elementen uit de mannen-
en vrouwengarderobe.
Spencer en extra lang gilet in een wollen stof voor manskleding;
zijden blouse met opstaande kraag en versierd
met linten, de onderkant van de mouwen loopt uit in
mitaines in machinale kant; wijde broek met verlaagd
kruis; sjaaltjes samengesteld uit metalen plaatjes.
9. HERFST-WINTER 2006-2007
Zijden blouse met opstaande kraag en versierd met
linten, de onderkant van de mouwen loopt uit in mitaines
in machinale kant; wollen rok met verlegde fi guurnaden,
het achterpand is geïnspireerd op de slippen van een rokkostuum,
de voorkant is geïnspireerd op de jas van een
rokkostuum en versierd met een fi jne metalen ketting.
10. HERFST-WINTER 2006-2007
Oversized wollen mantel; historisch geïnspireerde zijden
jurk bedrukt met luipaardmotief.
11. HERFST-WINTER 2006-2007
Lange fl uwelen jurk met een diep trompe-l’oeil rugdecolleté
met ritssluiting. Het lijkt als de draagster de jurk
vergat dicht te ritsen. Veronique Branquinho introduceert
wel vaker dergelijke ‘nonchalante’ details. Zo kan een
elegante jurk gecombineerd worden met een mantel die
te kort lijkt of met een oversized model geïnspireerd
op een mannenjas, alsof de draagster ervan in al haar
haast de verkeerde jas meegriste (zie ook n° 10).
12. HERFST-WINTER 2006-2007
Wollen ensemble geïnspireerd op een ceremonieel
kostuum; broek met plooidetails aan de kuiten; jasje
versierd met touw en op de kraag de cijfers ‘07’
geborduurd; rolkraagtrui.
13. LENTE-ZOMER 1999
Mouwloze, gestreepte zijden blouse met opstaande
kraag; wollen rok; cape-jurk in voile.
14. HERFST-WINTER 1998-1999
Lange lederen ‘plooirok’ met afzonderlijke, aan elkaar
gestikte panden; rolkraagtrui; cape en grote kap in tule.
Capes duiken vaak op in de collecties van Veronique
Branquinho. Hier is de cape bijzonder omwille van zijn
ambivalente karakter. Een cape wordt normaal gezien
gebruikt om het lichaam te verhullen, te onttrekken aan
nieuwsgierige blikken. Door zijn uitvoering in tule, een
transparant materiaal, verliest de cape zijn oorspronkelijke
functie en wordt het omgekeerde effect bereikt.
15. HERFST-WINTER 1998-1999
Lederen cape met kapmouw; rolkraagtrui.
Veronique Branquinho heeft een voorliefde voor natuurlijke
materialen zoals bv. leder. In 1998 tekent ze samen
met Raf Simons twee collecties voor het Italiaanse lederhuis
Ruffo Research (lente-zomer 1999 en herfst-winter
1999-2000). Hier zal ze haar kennis in het verwerken
van leder verder kunnen verfi jnen.
16. HERFST-WINTER 1998-1999
Gebreide V-halstrui met aangezette sjaal; felroze
rolkraagtrui; lederen ‘plooirok’ met afzonderlijke,
aan elkaar gestikte panden.
5