22.08.2013 Views

Astrid De Witte en Cathy Macharis Pendelen naar - Brussels Studies

Astrid De Witte en Cathy Macharis Pendelen naar - Brussels Studies

Astrid De Witte en Cathy Macharis Pendelen naar - Brussels Studies

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

www.brusselsstudies.be Nummer 37, 19 april 2010. ISSN 2031-0293<br />

Contact gegev<strong>en</strong>s :<br />

<strong>Astrid</strong> <strong>De</strong> <strong>Witte</strong>, +32(0)2 629 20 47<br />

<strong>Astrid</strong>.<strong>De</strong>.<strong>Witte</strong>@vub.ac.be<br />

<strong>Cathy</strong> <strong>Macharis</strong>, +32(0)2 629 22 86<br />

<strong>Cathy</strong>.<strong>Macharis</strong>@vub.ac.be<br />

Michel Hubert (réd. <strong>en</strong> chef.), +32(0)2 211 78 53 –<br />

+32(0)485 41 67 64 – hubert@fusl.ac.be<br />

<strong>Astrid</strong> <strong>De</strong> <strong>Witte</strong> <strong>en</strong> <strong>Cathy</strong> <strong>Macharis</strong><br />

P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel:<br />

hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer?<br />

Vertaling: Els Van de Perre<br />

Op het vlak van mobiliteit staat Brussel voor <strong>en</strong>orme uitdaging<strong>en</strong>, die – als ze niet word<strong>en</strong><br />

aangegaan – e<strong>en</strong> grote impact zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zowel op het milieu als op de economie. Met één<br />

voertuig voor minder dan twee inwoners behoort Brussel tot de sted<strong>en</strong> met de hoogste motoriseringsgraad<br />

in Europa. <strong>De</strong> voorbije ti<strong>en</strong> jaar hebb<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de Belgische sted<strong>en</strong> geëxperim<strong>en</strong>teerd<br />

met ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer, gebaseerd op het concept van het ‘derdebetalersysteem’,<br />

om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan te moedig<strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer te gebruik<strong>en</strong> in plaats van de wag<strong>en</strong>.<br />

Aan de hand van e<strong>en</strong> grootschalige <strong>en</strong>quête wil deze studie nagaan wat het modal-shiftpot<strong>en</strong>tieel<br />

is van die maatregel voor p<strong>en</strong>delaars in Brussel. Uit de resultat<strong>en</strong> blijkt dat er nog<br />

steeds e<strong>en</strong> marge is voor e<strong>en</strong> verdere modal shift t<strong>en</strong> nadele van het autogebruik. Om het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer echter aantrekkelijker te mak<strong>en</strong> voor wag<strong>en</strong>gebruikers zou de prijs die de<br />

p<strong>en</strong>delaar ervoor betaalt, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verminderd <strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> de kwaliteit <strong>en</strong> de capaciteit<br />

van de op<strong>en</strong>bare di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verbeterd. Ook zou het mobiliteitsbeleid van bedrijv<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast t<strong>en</strong> voordele van het op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />

<strong>Astrid</strong> <strong>De</strong> <strong>Witte</strong> is research associate aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Ze behaalde<br />

haar doctoraatstitel met ‘The impact of “free” transport on travel behaviour’ <strong>en</strong> nam deel aan<br />

verschill<strong>en</strong>de federale onderzoeksproject<strong>en</strong> over reisgedrag, op<strong>en</strong>baar vervoer, bedrijfswag<strong>en</strong>s<br />

<strong>en</strong> duurzame mobiliteit. Op dit mom<strong>en</strong>t werkt ze voor het Prospective Research for <strong>Brussels</strong>project,<br />

waarvoor ze e<strong>en</strong> diepteanalyse maakt van de keuze voor vervoersmodus <strong>en</strong> het reisgedrag<br />

binn<strong>en</strong>, van <strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel. Rec<strong>en</strong>te publicaties: www.vub.ac.be/MOSI-T<br />

<strong>Cathy</strong> <strong>Macharis</strong> is als hoogleraar verbond<strong>en</strong> aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Ze doceert<br />

transport <strong>en</strong> logistiek managem<strong>en</strong>t, duurzame mobiliteit <strong>en</strong> operationeel managem<strong>en</strong>t.<br />

Ze was betrokk<strong>en</strong> bij verschill<strong>en</strong>de Belgische <strong>en</strong> Europese onderzoeksproject<strong>en</strong> over locatieanalyse,<br />

intermodaal transport, het bevorder<strong>en</strong> van verkeersveiligheid door telematicatoepassing<strong>en</strong>,<br />

et cetera. Ze is voorzitter van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie. Rec<strong>en</strong>te publicaties:<br />

www.vub.ac.be/MOSI-T<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong> is gepubliceerd met steun van het IWOIB (Instituut ter bevordering van het<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek <strong>en</strong> de Innovatie van Brussel - <strong>Brussels</strong> Hoofdstedelijk Gewest)


1<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

Inleiding<br />

Uit data van de Algem<strong>en</strong>e Socio-economische Enquête 2001 blijkt dat in België 72<br />

proc<strong>en</strong>t van de p<strong>en</strong>delaars de wag<strong>en</strong> gebruikt om <strong>naar</strong> het werk te gaan <strong>en</strong> slechts<br />

6 proc<strong>en</strong>t de trein. Voor het p<strong>en</strong>delverkeer <strong>naar</strong> het <strong>Brussels</strong> Hoofdstedelijk Gewest<br />

is het aantal autogebruikers minder, maar het bedraagt nog steeds 63 proc<strong>en</strong>t. Het<br />

aantal treingebruikers is hier aanzi<strong>en</strong>lijk hoger (17 proc<strong>en</strong>t) dan het aantal treinp<strong>en</strong>delaars<br />

in België in het algeme<strong>en</strong> (Verhetsel et al., 2007). Als e<strong>en</strong> van de belangrijkste<br />

tewerkstellingsgebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed voorzi<strong>en</strong> van op<strong>en</strong>baar vervoer trekt Brussel<br />

meer treinp<strong>en</strong>delaars aan. Toch gebruikt nog steeds e<strong>en</strong> derde van de p<strong>en</strong>delaars<br />

die in e<strong>en</strong> bedrijf werk<strong>en</strong> met goede toegang tot het op<strong>en</strong>baar vervoer in het <strong>Brussels</strong>e<br />

Gewest de auto om zich <strong>naar</strong> het werk te verplaats<strong>en</strong> (CRB, 2007). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

behoort Brussel als stad – met één voertuig voor minder dan twee inwoners – tot de<br />

sted<strong>en</strong> met de hoogste motoriseringsgraad in Europa.<br />

Op het vlak van mobiliteit staat België voor grote uitdaging<strong>en</strong>, die – als ze niet word<strong>en</strong><br />

aangegaan – e<strong>en</strong> grote impact zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zowel op het milieu als op de<br />

economie. In Brussel is die opdracht zelfs nog belangrijker dan elders. <strong>De</strong> doelstelling<strong>en</strong><br />

van het ontwerp van het Iris 2-Plan ton<strong>en</strong> aan dat er e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de bezorgdheid<br />

bestaat voor de afhankelijkheid van de wag<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er tegelijkertijd e<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de erk<strong>en</strong>ning is door beleidsmakers <strong>en</strong> inwoners dat meer duurzame vervoersmodi<br />

zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangemoedigd <strong>en</strong> gebruikt. Volg<strong>en</strong>s het ontwerp<br />

van het Iris 2-Plan moet e<strong>en</strong> bijzonder groot aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ervan word<strong>en</strong> overtuigd<br />

hun wag<strong>en</strong> vaker thuis te lat<strong>en</strong> (prioriteit 3 van het ontwerp Iris 2-Plan: ‘E<strong>en</strong> rationeel<br />

gebruik van de wag<strong>en</strong> aanmoedig<strong>en</strong>’) of de wag<strong>en</strong> zelfs volledig op te gev<strong>en</strong>. Om<br />

dit te realiser<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> de noodzakelijke omstandighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecreëerd,<br />

door bijvoorbeeld alternatieve middel<strong>en</strong> met voldo<strong>en</strong>de capaciteit aan te<br />

bied<strong>en</strong>, vooral op<strong>en</strong>baar vervoer. Het ontwerp van het Iris 2-Plan stelt als doel om<br />

teg<strong>en</strong> 2020 het person<strong>en</strong>wag<strong>en</strong>verkeer met 20 proc<strong>en</strong>t te verminder<strong>en</strong> (in voertuig<strong>en</strong>-km<br />

in vergelijking met 1999). In het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (PRD/ROP)<br />

werd die doelstelling al bepaald voor 2010.<br />

<strong>De</strong> voorbije ti<strong>en</strong> jaar hebb<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de Belgische sted<strong>en</strong> geëxperim<strong>en</strong>teerd met<br />

‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer, gebaseerd op het concept van het derdebetalersysteem,<br />

om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan te moedig<strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer te gebruik<strong>en</strong> in plaats van de<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


2<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

wag<strong>en</strong>. Het derdebetalersysteem houdt in dat de kostprijs van het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

niet betaald wordt door de gebruiker of de leverancier, maar gedeeltelijk of volledig<br />

door e<strong>en</strong> derde partij. ‘Gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer is eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> vorm van inkomst<strong>en</strong>herverdeling<br />

<strong>en</strong> daarom wordt ‘gratis’ tuss<strong>en</strong> aanhalingstek<strong>en</strong>s geplaatst – uiteindelijk<br />

is er wel iemand die ervoor betaalt. Het doel van deze bijdrage is te onderzoek<strong>en</strong><br />

of het aanbod van ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer aantrekkelijk g<strong>en</strong>oeg is om<br />

meer p<strong>en</strong>delaars ervan te overtuig<strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer te gebruik<strong>en</strong> in plaats<br />

van de wag<strong>en</strong> om zich <strong>naar</strong> <strong>en</strong> van het <strong>Brussels</strong> Hoofdstedelijk Gewest te verplaats<strong>en</strong>.<br />

Het is dan ook belangrijk na te gaan of de prijs de keuze van de p<strong>en</strong>delaars<br />

voor e<strong>en</strong> bepaalde vervoersmodus mee bepaalt.<br />

Onderzoek <strong>naar</strong> het effect van ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer op de reisgewoont<strong>en</strong> van<br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft al duidelijk gemaakt dat ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer het gebruik ervan<br />

inderdaad aanmoedigt, maar dat er naast de prijs ook andere belangrijke factor<strong>en</strong><br />

zijn die het reisgedrag <strong>en</strong> de keuze voor e<strong>en</strong> bepaald vervoersmiddel beïnvloed<strong>en</strong><br />

(<strong>De</strong> <strong>Witte</strong> et al., 2006; <strong>Macharis</strong> et al., 2006; Ste<strong>en</strong>bergh<strong>en</strong> et al., 2006). In dit artikel<br />

wordt het effect van ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer op het reisgedrag verder onderzocht<br />

door te focuss<strong>en</strong> op p<strong>en</strong>delaars <strong>naar</strong> <strong>en</strong> van het <strong>Brussels</strong> Hoofdstedelijk Gewest.<br />

Daartoe werd e<strong>en</strong> grootschalige <strong>en</strong>quête uitgevoerd onder de doelpopulatie, namelijk<br />

p<strong>en</strong>delaars <strong>naar</strong> <strong>en</strong> van Brussel.<br />

<strong>De</strong> specifieke <strong>Brussels</strong>e context bepaalt het reisgedrag <strong>naar</strong> <strong>en</strong> van het <strong>Brussels</strong><br />

Hoofdstedelijk Gewest (BHG) (Hubert et al., 2009). Door de kleine omvang van België,<br />

de taalsituatie van het land <strong>en</strong> het hoge aantal resid<strong>en</strong>tiële huiseig<strong>en</strong>aars (ongeveer<br />

70 proc<strong>en</strong>t, waardoor bij de hoogste in Europa) is het aantal dagelijkse langeafstandsp<strong>en</strong>delaars<br />

hoger dan elders (Montulet et al., 2008). Het <strong>Brussels</strong> Hoofdstedelijk<br />

Gewest is het grootste tewerkstellingsgebied in België <strong>en</strong> voorziet werk voor<br />

650.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Minder dan de helft van die jobs wordt ingevuld door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die<br />

in het <strong>Brussels</strong> Gewest lev<strong>en</strong>. Het andere deel wordt ingevuld door p<strong>en</strong>delaars,<br />

waarvan het mer<strong>en</strong>deel in het Vlaams Gewest woont. In het totaal zijn er min of<br />

meer 360.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die elke weekdag <strong>naar</strong> <strong>en</strong> van het <strong>Brussels</strong> Hoofdstedelijk<br />

Gewest p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> voor hun werk (Copp<strong>en</strong>s, 2005).<br />

<strong>De</strong>ze bijdrage begint met e<strong>en</strong> beschrijving van het theoretische kader dat gehanteerd<br />

wordt om de factor<strong>en</strong> die de keuze voor de vervoersmodus beïnvloed<strong>en</strong> te<br />

categoriser<strong>en</strong> (paragraaf 2). In paragraaf 3 word<strong>en</strong> de onderzoeksvrag<strong>en</strong> voorgesteld.<br />

Paragraaf 4 gaat over de methodologie <strong>en</strong> paragraaf 5 beschrijft <strong>en</strong> bespreekt<br />

de resultat<strong>en</strong> van het onderzoek. Paragraaf 6 t<strong>en</strong> slotte pres<strong>en</strong>teert de besluit<strong>en</strong>.<br />

Theoretisch kader<br />

Om de factor<strong>en</strong>, waar we ons voor dit onderzoek <strong>naar</strong> het mogelijke effect van ‘gratis’<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer op p<strong>en</strong>delaars hebb<strong>en</strong> op gefocust, in te del<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we<br />

gekoz<strong>en</strong> voor het theoretische kader dat we ook bij het onderzoek <strong>naar</strong> het effect<br />

van ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer op stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in Brussel hebb<strong>en</strong> gehanteerd, namelijk<br />

het kader voorgesteld door Kaufmann (2002). Dit kader, de voordel<strong>en</strong> ervan <strong>en</strong> hoe<br />

het wordt toegepast om de factor<strong>en</strong> die de keuze voor e<strong>en</strong> bepaalde vervoersmodus<br />

bepal<strong>en</strong> in te del<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> al beschrev<strong>en</strong> in <strong>De</strong> <strong>Witte</strong> et al. (2006), <strong>Macharis</strong> et<br />

al. (2006) <strong>en</strong> Ste<strong>en</strong>bergh<strong>en</strong> et al. (2006). Kaufmann (2002) analyseerde mobiliteit als<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


Motiliteit<br />

Toegang<br />

Vaardighed<strong>en</strong><br />

Toe-eig<strong>en</strong>ing<br />

Figuur 1: Diagram van Kaufmanns concept van mobiliteit <strong>en</strong> motiliteit.<br />

Bron: Vertaling van Kaufmann, 2002<br />

3<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

e<strong>en</strong> breed f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, waarbij het reiz<strong>en</strong> afhankelijk is van de vervulling van verschill<strong>en</strong>de<br />

factor<strong>en</strong>, beschouwd als pot<strong>en</strong>tiële factor<strong>en</strong> die toelat<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> waarom<br />

e<strong>en</strong> bepaalde verplaatsing wel of niet werd gedaan. Die factor<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> het reispot<strong>en</strong>tieel<br />

van e<strong>en</strong> individu, dit is de zog<strong>en</strong>aamde ‘motiliteit’ van e<strong>en</strong> individu (Kaufmann,<br />

2002; Kaufmann et al., 2004; Flamm & Kaufmann, 2006; Canzler et al.,<br />

2008). Ze kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderverdeeld in drie categorieën (toegang, vaardighed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> toe-eig<strong>en</strong>ing) (Figuur 1).<br />

Toegang<br />

Verplaatsing<br />

Dit analysekader<br />

heeft het voordeel<br />

dat het niet focust<br />

op één verklar<strong>en</strong>de<br />

hoofdfactor voor het<br />

reisgedrag, maar<br />

dat het verschill<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong> reisgedrag<br />

onderzoekt<br />

door aandacht te<br />

bested<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />

ruime reeks factor<strong>en</strong><br />

die de vraag <strong>naar</strong><br />

e<strong>en</strong> bepaalde vervoersmodusbeïnvloed<strong>en</strong>.<br />

Toegangsfactor<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met de beschikbaarheid van verschill<strong>en</strong>de reisalternatiev<strong>en</strong>.<br />

Ze word<strong>en</strong> bepaald door de locatie <strong>en</strong> de toegankelijkheid van vervoersnetwerk<strong>en</strong><br />

op de verschill<strong>en</strong>de vertrek- <strong>en</strong> eindpunt<strong>en</strong> van de verplaatsing<br />

(Kaufmann, 2002). Naast beschikbaarheid zijn er ook financiële <strong>en</strong> tijdsgebond<strong>en</strong><br />

aspect<strong>en</strong>. Verschill<strong>en</strong>de studies ton<strong>en</strong> aan dat de vraag <strong>naar</strong> vervoer gerelateerd is<br />

aan het inkom<strong>en</strong> (Dijst & Van Wee, 2002). Gewoonlijk is er e<strong>en</strong> positieve relatie met<br />

wag<strong>en</strong>gebruik <strong>en</strong> e<strong>en</strong> omgekeerde relatie met het gebruik van op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />

Naarmate het inkom<strong>en</strong> hoger is, zull<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer auto’s kop<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal op hetzelfde<br />

mom<strong>en</strong>t hun vraag <strong>naar</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer afnem<strong>en</strong>. Vooral m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

lager inkom<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> meer bezorgd over de prijs van het vervoer (Hine & Scott,<br />

2000).<br />

<strong>De</strong> prijs van vervoersmodi, <strong>en</strong> bijgevolg van het reisbudget, is moeilijk in te schatt<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> wag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gewoonlijk onderschat in vergelijking met de prijs<br />

van het op<strong>en</strong>baar vervoer voor e<strong>en</strong>zelfde verplaatsing. Dit kan word<strong>en</strong> verklaard<br />

door het feit dat alle<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele variabele kost<strong>en</strong> in rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gebracht (vooral<br />

b<strong>en</strong>zine) als m<strong>en</strong> de prijs van de auto raamt (Hine & Scott, 2000; Fr<strong>en</strong>ay, 1994).<br />

Voor zover het tijdsbudget betreft, hebb<strong>en</strong> gebruikers beperkte tijdsbudgett<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de types van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> aan tijd. Het motief<br />

om te reiz<strong>en</strong> is ook belangrijk om de waarde van de reistijd in te schatt<strong>en</strong>: die waarde<br />

is het hoogst voor professionele verplaatsing<strong>en</strong>, lager voor woon-werkverplaatsing<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het laagst voor andere reismotiev<strong>en</strong> (Dijst & Van Wee, 2002).<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


4<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

Vaardighed<strong>en</strong><br />

Vaardighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door individu<strong>en</strong> ontwikkeld met betrekking tot mobiliteit <strong>en</strong> de<br />

verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> van vervoer. Die vaardighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> fysisch zijn, verworv<strong>en</strong><br />

of organisatorisch. Verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> verband met de k<strong>en</strong>nis die<br />

gebruikers hebb<strong>en</strong> ontwikkeld over de verschill<strong>en</strong>de beschikbare vervoersmogelijkhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> over de ruimte waarin de mobiliteit plaatsvindt. Die vaardighed<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />

het gebruik van de overwog<strong>en</strong> vervoersmodi makkelijker. Vaardighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook<br />

het gevolg zijn van organisatorische vermog<strong>en</strong>s die ontwikkeld werd<strong>en</strong> met het oog<br />

op tijd- <strong>en</strong> ruimteregeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> budgetmanagem<strong>en</strong>t (Kaufmann, 2002). <strong>De</strong> ruimtetijdbestedingsmethode<br />

onderzoekt de verschill<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> individu in<br />

zijn of haar dagelijkse lev<strong>en</strong> ontplooit (Kaufmann, 2002). E<strong>en</strong> andere methode gebruikt<br />

de notie van lev<strong>en</strong>swijze om het dagelijkse managem<strong>en</strong>t van bepaalde activiteit<strong>en</strong><br />

die e<strong>en</strong> verplaatsing vereis<strong>en</strong> te onderzoek<strong>en</strong> (Juan et al.: 1997; Petit: 2002;<br />

Flamm: 2004).<br />

Dagelijks reisgedrag wordt beïnvloed door de lev<strong>en</strong>sloopfase van e<strong>en</strong> persoon <strong>en</strong><br />

zijn of haar keuzes betreff<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong>swijze (Axhaus<strong>en</strong> et al., 2001). <strong>De</strong> lev<strong>en</strong>sloopfase<br />

hangt af van de leeftijd van de persoon. Keuzes betreff<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong>swijze zijn ondermeer<br />

beslissing<strong>en</strong> in verband met opleiding <strong>en</strong> beroep. Hogeropgeleide person<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> meer kans om in e<strong>en</strong> hogere inkom<strong>en</strong>sschaal te zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> om hun wag<strong>en</strong><br />

te gebruik<strong>en</strong> om <strong>naar</strong> het werk te gaan (Pickery, 2005; Dijst & Van Wee, 2002).<br />

Voor zover het beroep betreft, beïnvloedt het type werk het gebruik van <strong>en</strong> de nood<br />

aan e<strong>en</strong> wag<strong>en</strong>. Commerciële functies bijvoorbeeld veronderstell<strong>en</strong> heel wat verplaatsing<strong>en</strong><br />

tijd<strong>en</strong>s de dag, die het gebruik van e<strong>en</strong> auto noodzakelijk mak<strong>en</strong> voor<br />

de job. In Brussel wordt nochtans e<strong>en</strong> groot deel van de werkgeleg<strong>en</strong>heid gecreëerd<br />

door op<strong>en</strong>bare instanties <strong>en</strong> administraties die vaak dicht bij haltes van het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer gesitueerd zijn, wat het gebruik van e<strong>en</strong> auto minder ess<strong>en</strong>tieel<br />

maakt.<br />

Keuzes betreff<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong>swijze beïnvloed<strong>en</strong> ook keuzes die de toegang bepal<strong>en</strong> tot<br />

verschill<strong>en</strong>de transportalternatiev<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> woonplaats, werkplaats, et cetera.<br />

Die keuzes beïnvloed<strong>en</strong> de ontwikkeling van vaardighed<strong>en</strong> die verband houd<strong>en</strong> met<br />

verschill<strong>en</strong>de vervoersmodi. Bijvoorbeeld, als m<strong>en</strong> beslist waar m<strong>en</strong> gaat won<strong>en</strong>,<br />

dan is de manier van p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> e<strong>en</strong> van de factor<strong>en</strong> die meespel<strong>en</strong>. Op die manier is<br />

de huidige keuze voor e<strong>en</strong> bepaalde manier van p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> het resultaat van e<strong>en</strong><br />

keuze uit het verled<strong>en</strong>.<br />

Toe-eig<strong>en</strong>ing<br />

Toe-eig<strong>en</strong>ing wordt ontwikkeld door de ervaring<strong>en</strong> van de gebruiker, zijn of haar<br />

gewoont<strong>en</strong>, percepties <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de vervoersmodi <strong>en</strong> de ruimte in<br />

beschouwing te nem<strong>en</strong>. Dit beïnvloedt de manier waarop individu<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> toegang<br />

<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> inschatt<strong>en</strong> met betrekking tot de verschill<strong>en</strong>de vervoersmodi<br />

(Kaufmann, 2002). <strong>De</strong> wag<strong>en</strong> wordt gewoonlijk gezi<strong>en</strong> als heel positief, <strong>en</strong> daarom<br />

lijkt e<strong>en</strong> afhankelijkheid van de wag<strong>en</strong> te ontstaan. E<strong>en</strong> dergelijke afhankelijkheid van<br />

de wag<strong>en</strong> is niet gemakkelijk omkeerbaar. Zelfs als het inkom<strong>en</strong> afneemt, is er de<br />

neiging om de wag<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> (Dargay, 2007). Op<strong>en</strong>baar vervoer wordt<br />

negatiever beoordeeld (Flamm, 2004; Kaufmann, 2000; Petit, 2002; Kaufmann &<br />

Bassand, 1996).<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


5<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

<strong>De</strong> psychologische b<strong>en</strong>adering van gedragskeuzes maakt e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong><br />

twee types van gedrag: bered<strong>en</strong>eerd <strong>en</strong> automatisch gedrag (Dijst & Van Wee,<br />

2002). In het geval van bered<strong>en</strong>eerd gedrag maakt het individu zijn of haar keuze<br />

(voor e<strong>en</strong> bepaald vervoersmiddel) na zorgvuldig de voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de<br />

alternatiev<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> onderzocht. In het geval van automatisch gedrag<br />

is er ge<strong>en</strong> reflectie <strong>en</strong> doet het individu wat hij of zij gewoonlijk doet. Dit automatische<br />

gedrag treedt het vaakst op wanneer e<strong>en</strong> individu beslissing<strong>en</strong> moet nem<strong>en</strong><br />

die regelmatig terugkom<strong>en</strong>, zoals besliss<strong>en</strong> hoe hij of zij <strong>naar</strong> het werk gaat.<br />

Onderzoeksvrag<strong>en</strong><br />

<strong>De</strong> belangrijkste onderzoeksvrag<strong>en</strong> die in deze studie aan bod kom<strong>en</strong> zijn: is er nog<br />

ruimte voor e<strong>en</strong> verdere modal shift? Welke obstakels moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overwonn<strong>en</strong><br />

om het op<strong>en</strong>baar vervoer aantrekkelijker te mak<strong>en</strong>? Wat zijn de voordel<strong>en</strong> van<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer volg<strong>en</strong>s de p<strong>en</strong>delaars, <strong>en</strong> hoe kunn<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> uitgebuit? En<br />

radicaler gesteld, is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer aantrekkelijk g<strong>en</strong>oeg voor p<strong>en</strong>delaars<br />

om te kiez<strong>en</strong> voor het op<strong>en</strong>baar vervoer? Of zijn er andere belangrijke factor<strong>en</strong> die<br />

het reisgedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>?<br />

Methodologie<br />

E<strong>en</strong> kwantitatieve <strong>en</strong>quête, die papierwerk combineert met e<strong>en</strong> face-to-faceb<strong>en</strong>adering,<br />

werd gebruikt om data te verzamel<strong>en</strong>. <strong>De</strong> <strong>en</strong>quête werd getest door e<strong>en</strong><br />

steekproef bij led<strong>en</strong> van de doelpopulatie: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die buit<strong>en</strong> Brussel won<strong>en</strong> <strong>en</strong> die<br />

op regelmatige basis <strong>naar</strong> het gewest p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> voor hun werk. Er zijn ongeveer<br />

363.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in het Vlaams of Waals Gewest lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor hun werk <strong>naar</strong><br />

het <strong>Brussels</strong> Hoofdstedelijk Gewest p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> (Copp<strong>en</strong>s, 2005). Gebaseerd op de<br />

proporties geslacht <strong>en</strong> leeftijd van de actieve bevolking (NIS, 2002) kon de steekproef<br />

die voor de <strong>en</strong>quête werd geselecteerd, word<strong>en</strong> gestratificeerd. Het is belangrijk<br />

om hierbij te vermeld<strong>en</strong> dat het niet de bedoeling was om repres<strong>en</strong>tatief te zijn<br />

voor de vervoerswijze. Er wordt aandacht besteed aan twee belangrijke groep<strong>en</strong>:<br />

autogebruikers <strong>en</strong> treingebruikers. <strong>De</strong>ze laatste groep gebruikt mogelijk ook andere<br />

transportwijz<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> elk van die twee groep<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve streekproef<br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> <strong>en</strong>quêtes werd<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de maand<strong>en</strong> maart <strong>en</strong> april 2005 door stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Die <strong>en</strong>quêtes maakt<strong>en</strong> deel uit van e<strong>en</strong> taak voor hun marketing onderzoekscursus.<br />

<strong>De</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> de opdracht om de refer<strong>en</strong>tieproporties betreff<strong>en</strong>de<br />

geslacht <strong>en</strong> leeftijd, die overe<strong>en</strong>stemd<strong>en</strong> met de proporties van de p<strong>en</strong>delpopulatie,<br />

als richtlijn<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong>. Ze war<strong>en</strong> wel vrij om te besliss<strong>en</strong> waar ze hun<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zocht<strong>en</strong>. Zoals kon word<strong>en</strong> verwacht ging<strong>en</strong> sommig<strong>en</strong> van h<strong>en</strong><br />

postvatt<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> treinstation terwijl ander<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ondervroeg<strong>en</strong> die ze ontmoett<strong>en</strong><br />

dicht bij hun woonplaats, die hoofdzakelijk in Vlaander<strong>en</strong> was geleg<strong>en</strong>. Op<br />

die manier is de steekproef eerder regionaal geselecteerd. Uiteindelijk verzameld<strong>en</strong><br />

de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 1276 geldige <strong>en</strong>quêtes die kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt om e<strong>en</strong> analyse<br />

te mak<strong>en</strong> van de p<strong>en</strong>deldata: 536 exemplar<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ingevuld door wag<strong>en</strong>p<strong>en</strong>delaars<br />

(Nwag<strong>en</strong> = 536) <strong>en</strong> 740 door treinp<strong>en</strong>delaars (Ntrein = 740).<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


6<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

<strong>De</strong> <strong>en</strong>quête bevatte vrag<strong>en</strong> over het woon-werktraject (reisafstand, reistijd, vervoerswijze,<br />

bezit van bedrijfswag<strong>en</strong>, vergoeding<strong>en</strong>, red<strong>en</strong><strong>en</strong> om e<strong>en</strong> specifieke vervoerswijze<br />

te verkiez<strong>en</strong>, obstakels voor het gebruik van op<strong>en</strong>baar vervoer, et cetera)<br />

<strong>en</strong> over socio-demografische factor<strong>en</strong> (leeftijd, geslacht, beroep, inkom<strong>en</strong>schaal,<br />

aantal auto’s, woonplaats, et cetera). Met betrekking tot het woon-werktraject werd<br />

het concept van het hoofdtransportmiddel gebruikt, dit is de vervoerswijze die voor<br />

het grootste gedeelte van de af te legg<strong>en</strong> afstand werd gebruikt. Het analysestrami<strong>en</strong><br />

van Kaufmann werd gebruikt om de geanalyseerde factor<strong>en</strong> in te del<strong>en</strong>. Alle<br />

statistische data werd<strong>en</strong> uitgevoerd in SPSS 16.0 (SPSS inc., 2008).<br />

Resultat<strong>en</strong><br />

Voor we het modal-shiftpot<strong>en</strong>tieel van ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer besprek<strong>en</strong>, zal het<br />

motiliteitsconcept van Kaufmann word<strong>en</strong> gebruikt om de factor<strong>en</strong> in te del<strong>en</strong> die de<br />

keuze van de p<strong>en</strong>delaars voor e<strong>en</strong> bepaalde vervoerswijze beïnvloed<strong>en</strong>.<br />

Toepassing van het motiliteitsconcept<br />

In dit onderzoek richtte de analyse zich op de factor<strong>en</strong> die weergegev<strong>en</strong> zijn in tabel<br />

1. Het doel was om de variabel<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> die de keuze van de p<strong>en</strong>delaars<br />

voor e<strong>en</strong> bepaalde vervoersmodus beïnvloed<strong>en</strong>. Zoals eerder vermeld richtte dit<br />

onderzoek zich op twee hoofdgroep<strong>en</strong>: wag<strong>en</strong>gebruikers <strong>en</strong> treingebruikers. <strong>De</strong><br />

heel kleine groep p<strong>en</strong>delaars die e<strong>en</strong> andere vervoersmodus gebruikt, wordt buit<strong>en</strong><br />

beschouwing gelat<strong>en</strong>. Het theoretische kader aangereikt door Kaufmann werd gebruikt<br />

om deze factor<strong>en</strong> in drie categorieën onder te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>: toegang, vaardighed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> toe-eig<strong>en</strong>ing.<br />

Om tuss<strong>en</strong> deze factor<strong>en</strong> de variabel<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> die de keuze van<br />

vervoersmodus van de p<strong>en</strong>delaars voorspell<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> binomiale logistische regressies<br />

gebruikt omdat ze toelat<strong>en</strong> de variabel<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> die de waarschijnlijkheid<br />

voorspell<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> persoon p<strong>en</strong>delt met de auto of met de trein. In dit geval<br />

werd het model zo geformuleerd dat de waarschijnlijkheid dat de p<strong>en</strong>delaar de trein<br />

gebruikt contrasteert met de waarschijnlijkheid dat hij of zij de wag<strong>en</strong> gebruikt. Omdat<br />

binomiale logistische regressies alle<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast op numerieke<br />

of categorische onafhankelijke variabel<strong>en</strong> kon deze statistische analyse alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gebruikt voor de factor<strong>en</strong> die gecategoriseerd werd<strong>en</strong> onder toegang <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>.<br />

Voor<br />

de toe-eig<strong>en</strong>ings-<br />

Toegang Vaardighed<strong>en</strong> Toe-eig<strong>en</strong>ing<br />

factor<strong>en</strong> is de<br />

analyse eerder<br />

Beschikbaarheid van wag<strong>en</strong> Beroepssituatie Ervaring<strong>en</strong><br />

beschrijv<strong>en</strong>d.<br />

Woon-werkafstand Onderwijsniveau Gewoont<strong>en</strong><br />

Inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijs Leeftijd<br />

Tabel 1: Motiliteitsconcept van Kaufmann, met de factor<strong>en</strong> die in dit onderzoek word<strong>en</strong> geanalyseerd<br />

Bron: <strong>De</strong> <strong>Witte</strong> et al., 2008.<br />

Alle toegangs- <strong>en</strong><br />

vaardighed<strong>en</strong>factor<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetzelfde<br />

logistische regressiemodel<br />

gebracht om alle<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


7<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

variabel<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>. Aanvankelijk bevatte het model de volg<strong>en</strong>de<br />

variabel<strong>en</strong>: beschikbaarheid van e<strong>en</strong> (bedrijfs)wag<strong>en</strong>, woon-werkafstand <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong><br />

als toegangsfactor<strong>en</strong>; <strong>en</strong> beroepssituatie <strong>en</strong> onderwijsniveau <strong>en</strong> leeftijd als<br />

vaardighed<strong>en</strong>factor<strong>en</strong>. Daarbij werd<strong>en</strong> ook twee interactieterm<strong>en</strong> ingevoegd om<br />

pot<strong>en</strong>tiële relaties te controler<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> aan de <strong>en</strong>e kant <strong>en</strong> leeftijd <strong>en</strong> onderwijs<br />

aan de andere kant. Alle<strong>en</strong> de variabel<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> significanti<strong>en</strong>iveau lager<br />

dan 5 proc<strong>en</strong>t (p-waarde < 0.05) zull<strong>en</strong> in het model word<strong>en</strong> weerhoud<strong>en</strong>, omdat dit<br />

de variabel<strong>en</strong> zijn die op significante wijze bijdrag<strong>en</strong> tot het voorspell<strong>en</strong> van de kans<br />

of e<strong>en</strong> persoon zal p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> met de auto of met de trein.<br />

In de volg<strong>en</strong>de twee del<strong>en</strong> zal het resultaat van deze logistische regressie word<strong>en</strong><br />

gepres<strong>en</strong>teerd <strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. Hoewel de toegangs- <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>factor<strong>en</strong> in<br />

hetzelfde logistische regressiemodel werd<strong>en</strong> ondergebracht, werd voor de voorstelling<br />

van de resultat<strong>en</strong> beslist om de structuur aangereikt door Kaufmanns kader te<br />

handhav<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de factor<strong>en</strong> die verband houd<strong>en</strong><br />

met toegang <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>.<br />

Toegang<br />

<strong>De</strong> toegangsfactor<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> onderzocht als mogelijke factor<strong>en</strong> die de keuze<br />

van de vervoersmodus tuss<strong>en</strong> wag<strong>en</strong>- <strong>en</strong> treingebruikers bepal<strong>en</strong> zijn de beschikbaarheid<br />

van e<strong>en</strong> wag<strong>en</strong> (privé- zowel als bedrijfswag<strong>en</strong>), woonplaats in term<strong>en</strong> van<br />

woon-werkafstand <strong>en</strong> het netto-inkom<strong>en</strong> per maand van de respond<strong>en</strong>t. Tabel 2<br />

toont het resultaat van de logistische regressie, waarbij deze aan toegang gerelateerde<br />

variabel<strong>en</strong> verwerkt zijn in het regressiemodel als mogelijke predictors van de<br />

keuze van de p<strong>en</strong>delaar voor e<strong>en</strong> bepaalde vervoersmodus.<br />

<strong>De</strong> eerste kolom die we moet<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> is deg<strong>en</strong>e die SIG is g<strong>en</strong>oemd, omdat die<br />

aanduidt of de variabele significant bijdraagt tot de moduskeuze. Als de p-waarde in<br />

deze kolom minder is dan of gelijk aan e<strong>en</strong> significanti<strong>en</strong>iveau van 0.05, dan kan<br />

m<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> dat de toegangsfactor e<strong>en</strong> invloed uitoef<strong>en</strong>t op de moduskeuze van<br />

de p<strong>en</strong>delaar. Dit lijkt het geval te zijn voor het aantal auto’s in het huishoud<strong>en</strong>, voor<br />

de beschikbaarheid van e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de woon-werkafstand, maar niet<br />

voor het netto-inkom<strong>en</strong>.<br />

Nadi<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> we ons op de parameterschatting<strong>en</strong> die door de B-coëfficiënt<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> voorgesteld in de tabel. <strong>De</strong> B-coëfficiënt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> plus <strong>en</strong><br />

minus oneindig, waarbij 0 aanduidt dat de gegev<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>de variabele de keuze<br />

voor de <strong>en</strong>e transportwijze bov<strong>en</strong> de andere niet beïnvloedt, terwijl positieve of negatieve<br />

B-coëfficiënt<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong> dat de verklar<strong>en</strong>de variabele de waarschijnlijkheid<br />

om de trein te nem<strong>en</strong> bij het p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> vergroot of verkleint. Bijvoorbeeld met betrekking<br />

tot de beschikbaarheid van de auto hebb<strong>en</strong> beide variabel<strong>en</strong> (aantal auto’s<br />

in het huishoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bezit van e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong>) negatieve B-coëfficiënt<strong>en</strong>, die<br />

erop wijz<strong>en</strong> dat de beschikbaarheid van e<strong>en</strong> wag<strong>en</strong> de kans voor het p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> met<br />

de trein verkleint. Met betrekking tot de woon-werkafstand zijn de B-coëfficiënt<strong>en</strong><br />

voor woon-werkafstand<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de 30 km positief, wat erop wijst dat voor beide<br />

afstandscategorieën (31-60 km <strong>en</strong> > 60 km) de kans om te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> met de trein<br />

to<strong>en</strong>eemt in vergelijking met de refer<strong>en</strong>tiecategorie van afstand<strong>en</strong> kleiner dan of<br />

gelijk aan 30 km.<br />

<strong>De</strong> laatste kolom Exp (B) is de kansratio voor de verklar<strong>en</strong>de variabele. E<strong>en</strong> Exp(B)<br />

groter dan 1 betek<strong>en</strong>t dat de onafhankelijke variabele de kans op treingebruik ver-<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


8<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

Toegang B SIG. Exp(B)<br />

Beschikbaarheid van wag<strong>en</strong><br />

# wag<strong>en</strong>s in huishoud<strong>en</strong> -0,786 0,000 0,456<br />

Bedrijfswag<strong>en</strong> -3,435 0,000 0,032<br />

≤30 km<br />

Woon-werkafstand 31 – 60 km 1,696 0,000 5,451<br />

Netto-inkom<strong>en</strong><br />

> 60 km 2,137 0,000 8,472<br />

≤2000 €<br />

2001 – 3000 € 0,805<br />

3001 – 4000 € 0,680<br />

> 4000 € 0,205<br />

Tabel 2: Logistische regressieparameters voor toegangsfactor<strong>en</strong>. <strong>De</strong> refer<strong>en</strong>tiecategorie voor afstand<br />

wordt gesteld op ≤ 30 km <strong>en</strong> voor het netto-inkom<strong>en</strong> op ≤ 2000 euro.<br />

Bron: <strong>De</strong> <strong>Witte</strong> et al., 2008.<br />

• Beschikbaarheid van gezinswag<strong>en</strong><br />

hoogt. Als Exp(B)<br />

gelijk is aan 1,<br />

dan heeft de onafhankelijkevariabele<br />

ge<strong>en</strong> effect.<br />

Als Exp(B) kleiner<br />

is dan 1, dan<br />

vermindert de<br />

onafhankelijke<br />

variabele de kans<br />

op treingebruik.<br />

Voor de twee<br />

variabel<strong>en</strong> voor<br />

de beschikbaarheid<br />

van e<strong>en</strong><br />

wag<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> Exp(B)-waarde<br />

die lager is<br />

dan 1 dat de<br />

beschikbaarheid<br />

van e<strong>en</strong> wag<strong>en</strong><br />

de kans verkleint<br />

op treingebruik.<br />

In de steekproef voor dit onderzoek heeft de meerderheid van de huishoud<strong>en</strong>s toegang<br />

tot minst<strong>en</strong>s één wag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in vele gevall<strong>en</strong> tot meer dan één. Het bezit van<br />

e<strong>en</strong> wag<strong>en</strong> houdt verband met het inkom<strong>en</strong>, maar wordt ook bepaald door het aantal<br />

volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in het huishoud<strong>en</strong>: als volwass<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> nog thuis won<strong>en</strong>, is er<br />

e<strong>en</strong> situatie met meerdere chauffeurs <strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>ers in het huishoud<strong>en</strong>. Dit resulteert<br />

niet alle<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> stijging van het gezinsinkom<strong>en</strong>, maar vergroot ook de nood aan<br />

bijkom<strong>en</strong>de wag<strong>en</strong>s. Omdat het inkom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve invloed heeft op wag<strong>en</strong>vervoer,<br />

zijn deze stijg<strong>en</strong>de gezinsinkom<strong>en</strong>s ook verantwoordelijk voor e<strong>en</strong> hogere<br />

graad van wag<strong>en</strong>vervoer (Dargay, 2007). Hoe meer auto’s er beschikbaar zijn in e<strong>en</strong><br />

huishoud<strong>en</strong>, hoe waarschijnlijker de kans dat de respond<strong>en</strong>t p<strong>en</strong>delt met de auto.<br />

<strong>De</strong> analyse toont dat elke bijkom<strong>en</strong>de auto in e<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong> de kans verkleint dat<br />

de trein als vervoersmiddel wordt gebruikt om te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong>.<br />

Naast het aantal auto’s is ook de beschikbaarheid van e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> van belang.<br />

Het beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> beïnvloedt de keuze in p<strong>en</strong>delmodus<br />

t<strong>en</strong> voordele van de auto. In vergelijking met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong><br />

vermindert de kans op treingebruik bij person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong>. Bedrijfswag<strong>en</strong>s<br />

zijn in feite e<strong>en</strong> bijna ‘gratis’ vervoersalternatief, dat ook kan word<strong>en</strong> gebruikt<br />

voor privé- <strong>en</strong> woon-werkverplaatsing<strong>en</strong>. Die aspect<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> ervoor dat de eig<strong>en</strong>aars<br />

van e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> minder g<strong>en</strong>eigd zull<strong>en</strong> zijn om met de trein te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong>.<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


9<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

• Woon-werkafstand<br />

<strong>De</strong> woon-werkafstand<strong>en</strong> zijn onderverdeeld in drie categorieën: afstand<strong>en</strong> van 0 tot<br />

30 km, afstand<strong>en</strong> van 31 tot 60 km <strong>en</strong> afstand<strong>en</strong> van meer dan 60 km. Uit de resultat<strong>en</strong><br />

blijkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer g<strong>en</strong>eigd zijn om met de trein te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> als de afstand<br />

tuss<strong>en</strong> hun woonst <strong>en</strong> hun werk meer is dan 30 km. Dit verband wordt ook<br />

ondersteund door andere studies, die erop wijz<strong>en</strong> dat de auto de dominante vervoersmodus<br />

is voor p<strong>en</strong>delafstand<strong>en</strong> tot 30 km (Pickery, 2005). Bov<strong>en</strong> die afstand<br />

wordt de trein competitiever omdat die meer r<strong>en</strong>dabel is op langere afstand<strong>en</strong>.<br />

• Inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijs<br />

Zowel het bezit van e<strong>en</strong> auto als het gebruik van e<strong>en</strong> auto staan in relatie tot het<br />

inkom<strong>en</strong>: als het inkom<strong>en</strong> stijgt, dan wordt het makkelijker voor huishoud<strong>en</strong>s om<br />

auto’s te bezitt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong>s m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> auto heeft verworv<strong>en</strong>, blijft m<strong>en</strong> die gebruik<strong>en</strong><br />

nietteg<strong>en</strong>staande stijg<strong>en</strong>de gebruikskost<strong>en</strong>. Zowel het bezit van e<strong>en</strong> auto als het<br />

gebruik van e<strong>en</strong> auto zijn gevoeliger voor de aanschafkost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> auto dan voor<br />

de variabele kost<strong>en</strong> van het autogebruik, zoals b<strong>en</strong>zineprijz<strong>en</strong>. Autogebruik is echter<br />

gevoeliger voor verandering<strong>en</strong> in inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijs dan autobezit (Dargay, 2007;<br />

Kingham et al., 2001). Maar de analyses in dit onderzoek id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> niet<br />

als e<strong>en</strong> van de predictors voor de vervoerskeuze van de p<strong>en</strong>delaar. Dit kan te mak<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> met het feit dat in de meeste gevall<strong>en</strong> het niet de werknemer is, maar<br />

de werkgever die (e<strong>en</strong> deel van) de kost<strong>en</strong> van het p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> betaalt. Het mobiliteitsbeleid<br />

van e<strong>en</strong> bedrijf <strong>en</strong> meer bepaald hoe het bedrijf de terugbetaling van<br />

p<strong>en</strong>delkost<strong>en</strong> regelt, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invloed op de p<strong>en</strong>delkeuze van hun werknemers.<br />

Als e<strong>en</strong> bedrijf bedrijfswag<strong>en</strong>s of e<strong>en</strong> financiële vergoeding biedt, dan zull<strong>en</strong> de<br />

werknemers word<strong>en</strong> gestimuleerd om met hun auto te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong>. Als het bedrijf e<strong>en</strong><br />

beleid voert waarbij het gebruik van het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt aangemoedigd,<br />

dan zull<strong>en</strong> de werknemers waarschijnlijker gebruikmak<strong>en</strong> van het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

om te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de groep van de autogebruikers heeft 27 proc<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> krijgt 48 proc<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> financiële comp<strong>en</strong>satie voor het gebruik van<br />

hun auto. In de groep van de treingebruikers duidt 90 proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

aan dat hun treinabonnem<strong>en</strong>t volledig of gedeeltelijk betaald wordt door hun bedrijf.<br />

Vaardighed<strong>en</strong><br />

Met betrekking tot de vaardighed<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in<br />

het logistische regressiemodel: beroepssituatie, onderwijsniveau <strong>en</strong> leeftijd. Het<br />

werd ook nagegaan of onderwijs <strong>en</strong> leeftijd interager<strong>en</strong> met netto-inkom<strong>en</strong> door<br />

twee interactieterm<strong>en</strong> toe te voeg<strong>en</strong> die deze mogelijke relaties controler<strong>en</strong>. Het<br />

resultaat van de analyse staat in tabel 3.<br />

Beroepssituatie<br />

<strong>De</strong> invloed van keuzes aangaande lev<strong>en</strong>swijze houdt onder andere verband met het<br />

beroep van de respond<strong>en</strong>t. Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> zijn meer g<strong>en</strong>eigd om met de trein te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong><br />

in vergelijking met andere beroep<strong>en</strong>. Er zijn twee belangrijke verklaring<strong>en</strong> voor<br />

dit resultaat: t<strong>en</strong> eerste, e<strong>en</strong> heel aantal op<strong>en</strong>bare administraties ligg<strong>en</strong> dichtbij<br />

op<strong>en</strong>baarvervoerfaciliteit<strong>en</strong>, <strong>en</strong> t<strong>en</strong> tweede, sinds 2007 kunn<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> ‘gratis’<br />

gebruikmak<strong>en</strong> van het op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


10<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

Onderwijsniveau<br />

Naast beroepssituatie is ook het onderwijsniveau bepal<strong>en</strong>d voor de keuzes aangaande<br />

lev<strong>en</strong>swijze. Dit onderzoek onderscheidt twee categorieën: e<strong>en</strong> laag onderwijsniveau<br />

(lager <strong>en</strong> middelbaar onderwijs) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoger onderwijsniveau (universitair<br />

onderwijs korte type (drie jaar) <strong>en</strong> universitair onderwijs lange type (vijf jaar)). Uit de<br />

resultat<strong>en</strong> blijkt dat p<strong>en</strong>delaars die behor<strong>en</strong> tot de groep van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

lager onderwijsniveau meer g<strong>en</strong>eigd zull<strong>en</strong> zijn om de trein te gebruik<strong>en</strong> dan zij met<br />

e<strong>en</strong> hoger onderwijsniveau. Dit resultaat komt overe<strong>en</strong> met de resultat<strong>en</strong> van andere<br />

studies die concluder<strong>en</strong><br />

dat ho-<br />

Vaardighed<strong>en</strong> B SIG. Exp(B)<br />

Ambt<strong>en</strong>aar<br />

Bedi<strong>en</strong>de -1,032 0,000 0,356<br />

Beroepssituatie Arbeider -2,405 0,000 0,090<br />

Onderwijsniveau<br />

Zelfstandige -2,371 0,000 0,093<br />

Andere -1,335 0,006 0,236<br />

Lager onderwijsniveau 0,463 0,006 1,589<br />

Hoger onderwijsniveau<br />

18 tot 34<br />

Leeftijd 35 tot 44 -0,955 0,000 0,385<br />

45 tot 64 -0,579 0,002 0,560<br />

Leeftijd * Inkom<strong>en</strong> 0,693<br />

Onderwijs * Inkom<strong>en</strong> 0,352<br />

Tabel 3. Logistische regressieparameters voor vaardighed<strong>en</strong>factor<strong>en</strong>. <strong>De</strong> refer<strong>en</strong>tiecategorie voor beroepssituatie<br />

is bepaald op ambt<strong>en</strong>aar; voor onderwijsniveau op hoger onderwijsniveau; voor leeftijd<br />

op de jongste groep (18 tot 34)<br />

Bron: Gebaseerd op <strong>De</strong> <strong>Witte</strong> et al., 2008.<br />

Leeftijd<br />

geropgeleide<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer<br />

g<strong>en</strong>eigd zijn om<br />

te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> met<br />

de auto (Pickery,<br />

2005). Hogeropgeleide<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> over het<br />

algeme<strong>en</strong> hogere<br />

inkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />

bezitt<strong>en</strong> bijgevolg<br />

meer auto’s, wat<br />

uitlegt waarom zij<br />

eerder voor de<br />

wag<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> om<br />

te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong>.<br />

Hoewel e<strong>en</strong> interactietermtoegevoegd<br />

was om<br />

de interactie tuss<strong>en</strong><br />

opleiding <strong>en</strong><br />

inkom<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong>,<br />

werd die<br />

niet weerhoud<strong>en</strong><br />

in het finale model<br />

omdat die<br />

niet significant<br />

bijdroeg tot het<br />

model (SIG. ><br />

0,005) (tabel 3).<br />

<strong>De</strong> lev<strong>en</strong>sloopfase van e<strong>en</strong> persoon kan word<strong>en</strong> bepaald door zijn of haar leeftijd.<br />

<strong>De</strong> variabele leeftijd werd onderverdeeld in drie categorieën: van 18 tot 34 jaar oud,<br />

van 35 tot 44 jaar oud <strong>en</strong> van 45 tot 64 jaar oud. In vergelijking met de jongste<br />

groep war<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de andere categorieën minder g<strong>en</strong>eigd om met<br />

de trein te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong>. Dit kan word<strong>en</strong> uitgelegd door het feit dat verschill<strong>en</strong>de jonge<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet mete<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> wag<strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> door verschill<strong>en</strong> in gezinsinkom<strong>en</strong><br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


11<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

gedur<strong>en</strong>de de lev<strong>en</strong>sloop. Als het hoofd van e<strong>en</strong> gezin ouder wordt, dan is er e<strong>en</strong><br />

patroon van to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d autobezit <strong>en</strong> autogebruik (Dargay, 2007). Ook met betrekking<br />

tot leeftijd werd nagegaan of er e<strong>en</strong> interactie was met het inkom<strong>en</strong> die mogelijk<br />

het resultaat van de logistische regressie kon beïnvloed<strong>en</strong>. Die interactieterm liet<br />

m<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> voor het model omdat die niet significant bijdroeg tot het voorspell<strong>en</strong> van<br />

de keuze van de p<strong>en</strong>delaar voor e<strong>en</strong> bepaalde vervoersmodus (SIG.> 0,005) (tabel<br />

3).<br />

Toe-eig<strong>en</strong>ing<br />

Toe-eig<strong>en</strong>ing verwijst <strong>naar</strong> wat de gebruikers do<strong>en</strong> met de mobiliteitsopties die ze<br />

hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wordt ontwikkeld door de ervaring<strong>en</strong>, de gewoont<strong>en</strong>, percepties <strong>en</strong><br />

waard<strong>en</strong> van de gebruiker in verband met de vervoersmodi in beschouwing te nem<strong>en</strong>.<br />

Dit heeft e<strong>en</strong> invloed op hoe individu<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> toegang tot <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong><br />

voor de verschill<strong>en</strong>de vervoersmodi evaluer<strong>en</strong>. <strong>De</strong> toe-eig<strong>en</strong>ingsfactor<strong>en</strong> die hieronder<br />

besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zijn ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> gewoont<strong>en</strong>.<br />

• Ervaring<strong>en</strong><br />

<strong>De</strong> manier waarop gebruikers vervoersmodi hebb<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>, bepaalt hoe ze e<strong>en</strong><br />

bepaalde transportmodus evaluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe ze die modus <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> ervan<br />

percipiër<strong>en</strong>. Hoe positiever hun ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> percepties zijn, hoe groter de kans dat<br />

ze hun reisgedrag niet zull<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>. <strong>De</strong> meerderheid van de treingebruikers<br />

geeft aan dat ze tevred<strong>en</strong> (65 proc<strong>en</strong>t) tot heel tevred<strong>en</strong> (10 proc<strong>en</strong>t) zijn met het<br />

niveau van di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing van de trein. 19 proc<strong>en</strong>t reageert neutraal <strong>en</strong> slechts 5<br />

proc<strong>en</strong>t verklaart ontevred<strong>en</strong> te zijn met de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing van de trein. <strong>De</strong> meeste<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> dus vrij positieve ervaring<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> met de trein <strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

dus <strong>naar</strong> alle waarschijnlijkheid blijv<strong>en</strong> p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> met de trein. Hierbij moet<strong>en</strong> we wel<br />

vermeld<strong>en</strong> dat die ervaring<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> opgetek<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong> bij de treingebruikers, <strong>en</strong><br />

niet bedoeld zijn om e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> beeld van tevred<strong>en</strong>heid te schets<strong>en</strong> over het<br />

niveau van di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing van de trein. <strong>De</strong> m<strong>en</strong>ing van de autogebruikers, die misschi<strong>en</strong><br />

eerder treingebruikers war<strong>en</strong>, is hier niet weergegev<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die niet tevred<strong>en</strong><br />

zijn met de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing van de trein<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> wellicht gewoon besliss<strong>en</strong> er<br />

ge<strong>en</strong> gebruik van te mak<strong>en</strong>. Dit onderschrijft dan weer de veronderstelling dat slechte<br />

ervaring<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verandering in reisgedrag.<br />

Naast tevred<strong>en</strong>heid met de geleverde di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de hoofdred<strong>en</strong><strong>en</strong> om voor<br />

e<strong>en</strong> bepaalde vervoersmodus te kiez<strong>en</strong> ook positieve of negatieve ervaring<strong>en</strong> blootlegg<strong>en</strong><br />

die de beslissing voor de vervoersmodus beïnvloed<strong>en</strong>. Zowel auto- als treingebruikers<br />

werd<strong>en</strong> gevraagd om de hoofdred<strong>en</strong> voor hun vervoersmodus aan te<br />

duid<strong>en</strong> (tabel 4).<br />

Auto (N=536) Trein (N=740)<br />

1 Snelheid 22 % 1 Verkeersfiles vermijd<strong>en</strong> 22 %<br />

2 Slechte verbinding<strong>en</strong> OV 13 % 2 Goedkoop 18 %<br />

3 Bedrijfswag<strong>en</strong> 10 % 3 Snelheid 17 %<br />

4 Gebruiksvri<strong>en</strong>delijk 10 % 4 Gebruiksvri<strong>en</strong>delijk 16 %<br />

Tabel 4: Hoofdred<strong>en</strong><strong>en</strong> om voor de auto of voor de trein te kiez<strong>en</strong> bij het p<strong>en</strong>del<strong>en</strong><br />

Bron: <strong>De</strong> <strong>Witte</strong> et al., 2008 (OV = op<strong>en</strong>baar vervoer)<br />

Beide p<strong>en</strong>delgroep<strong>en</strong><br />

hanter<strong>en</strong><br />

zowel positieve<br />

als negatieve<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> om hun<br />

keuze te verklar<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> positieve<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> houd<strong>en</strong><br />

verband met de<br />

vervoersmodus<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


12<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

die ze op dit mom<strong>en</strong>t gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> de negatieve red<strong>en</strong><strong>en</strong> met het andere transportalternatief.<br />

Dit kan het resultaat zijn van e<strong>en</strong> negatieve ervaring of e<strong>en</strong> negatieve<br />

perceptie. E<strong>en</strong> slechte verbinding met het op<strong>en</strong>baar vervoer is de tweede red<strong>en</strong><br />

waarom autogebruikers voor hun auto kiez<strong>en</strong>. Verkeersfiles vermijd<strong>en</strong> is voor treingebruikers<br />

de hoofdred<strong>en</strong> om voor de trein te kiez<strong>en</strong>. Vermeld<strong>en</strong>swaardig is ook dat<br />

de positieve argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dezelfde zijn voor wag<strong>en</strong>- <strong>en</strong> treingebruikers: snelheid, prijs<br />

<strong>en</strong> gebruiksvri<strong>en</strong>delijkheid. Omdat de bedrijfswag<strong>en</strong> <strong>en</strong> goedkoop vervoer hoog<br />

gerangschikt zijn bij respectievelijk wag<strong>en</strong>- <strong>en</strong> treingebruikers, lijkt het erop dat de<br />

prijs e<strong>en</strong> belangrijke rol speelt in de keuze voor het vervoer: niet moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> of<br />

slechts gedeeltelijk moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> voor de transportkost<strong>en</strong>, door e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong><br />

of e<strong>en</strong> vergoeding van het treinticket, beïnvloedt de beslissing voor welk vervoer<br />

m<strong>en</strong> kiest.<br />

• Gewoont<strong>en</strong><br />

Automatisch gedrag komt het vaakst voor wanneer e<strong>en</strong> individu beslissing<strong>en</strong> moet<br />

nem<strong>en</strong> die regelmatig terugkom<strong>en</strong>, zoals besliss<strong>en</strong> hoe hij of zij gaat p<strong>en</strong>del<strong>en</strong>. Na<br />

e<strong>en</strong> tijdje zal de p<strong>en</strong>delaar gewoon zijn om met e<strong>en</strong> bepaalde vervoersmodus <strong>naar</strong><br />

zijn werk te gaan <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde route te nem<strong>en</strong>. <strong>De</strong> respond<strong>en</strong>t zal dit automatische<br />

gedrag niet aanpass<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij er zich e<strong>en</strong> drastische verandering voordoet die<br />

e<strong>en</strong> plotse positieve of negatieve invloed heeft op zijn of haar dagelijkse keuze voor<br />

woon-werkvervoer. E<strong>en</strong> positieve invloed kan bijvoorbeeld uitgaan van de aanleg<br />

van e<strong>en</strong> nieuwe weg of e<strong>en</strong> verbetering van e<strong>en</strong> treinverbinding; e<strong>en</strong> negatieve invloed<br />

kan bijvoorbeeld het resultaat zijn van e<strong>en</strong> wegversperring <strong>en</strong> verkeersfiles die<br />

te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met weg<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> of verandering<strong>en</strong> in het uurschema van het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer zodat verbinding<strong>en</strong> met andere vervoersmodi in de war zijn.<br />

Modal-shiftpot<strong>en</strong>tieel<br />

Het motiliteitsconcept helpt om de factor<strong>en</strong> in te del<strong>en</strong> die het reisgedrag van p<strong>en</strong>delaars<br />

beïnvloed<strong>en</strong>. <strong>De</strong> volg<strong>en</strong>de stap is nu om het modal-shiftpot<strong>en</strong>tieel van wag<strong>en</strong>gebruik<br />

<strong>naar</strong> het gebruik van op<strong>en</strong>baar vervoer te onderzoek<strong>en</strong>. Voor dit deel<br />

van het onderzoek werd<strong>en</strong> stated- prefer<strong>en</strong>cetechniek<strong>en</strong> gebruikt om informatie aan<br />

het licht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> over welke afweging<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> als ze geconfronteerd<br />

word<strong>en</strong> met bepaalde situaties (Button, 1993). Hoewel stated-prefer<strong>en</strong>ce-<strong>en</strong>quêtes<br />

stabiele voorkeurschatting<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>, is er ook evid<strong>en</strong>tie dat die voorkeur<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> afhang<strong>en</strong> van de context. Bijgevolg kan de gedragsint<strong>en</strong>tie soms afwijk<strong>en</strong><br />

van het eig<strong>en</strong>lijke gedrag (Fujii & Gärling, 2003).<br />

E<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête werd gebruikt om p<strong>en</strong>delaars te vrag<strong>en</strong> of hun reisgedrag beïnvloed<br />

zou word<strong>en</strong> als het op<strong>en</strong>baar vervoer ‘gratis’ werd. In dit deel wordt aandacht besteed<br />

aan de aantrekkelijkheid van ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer, aan de obstakels die<br />

wag<strong>en</strong>gebruikers belett<strong>en</strong> om de modal shift <strong>naar</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer te mak<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> of er nog e<strong>en</strong> ruimte is voor die omschakeling.<br />

<strong>De</strong> aantrekkelijkheid van ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

Zoals blijkt uit tabel 5 is de prijs e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> die p<strong>en</strong>delaars aangev<strong>en</strong> als<br />

ze gevraagd word<strong>en</strong> waarom ze p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> per trein of per auto. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> heeft het<br />

feit dat ze niet de volledige prijs van hun verplaatsing moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>, omwille van<br />

e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> vergoeding, e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke invloed op de keuze van hun<br />

vervoer. Omdat p<strong>en</strong>delaars dus gevoelig lijk<strong>en</strong> voor de prijs, rijst de vraag of het<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


Bereid om te schakel<strong>en</strong> Algeme<strong>en</strong> (N=533) Bedrijfswag<strong>en</strong><br />

(N=149)<br />

13<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

‘gratis’ mak<strong>en</strong> van het op<strong>en</strong>baar vervoer e<strong>en</strong> verdere modal shift teweeg zou br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> voordele van het op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />

Zoals tabel 5 aantoont, is er inderdaad <strong>en</strong>ige bereidheid om over te schakel<strong>en</strong> op<br />

het op<strong>en</strong>baar vervoer. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> lijkt de motivatie te word<strong>en</strong> beïnvloed door het<br />

bezit van e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong>. Omdat ze al e<strong>en</strong> ‘gratis’ auto ter beschikking hebb<strong>en</strong>,<br />

is het alternatief van ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer minder aantrekkelijk.<br />

Omdat het bezit van e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> de bereidheid voor e<strong>en</strong> verandering van<br />

vervoersmodus beïnvloedt, zal vanaf nu e<strong>en</strong> onderscheid word<strong>en</strong> gemaakt tuss<strong>en</strong><br />

eig<strong>en</strong>aars van e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eig<strong>en</strong>aars van e<strong>en</strong> privéwag<strong>en</strong>. Ti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t<br />

van de gebruikers van e<strong>en</strong> privéwag<strong>en</strong> duidt aan dat zij zeker zoud<strong>en</strong> overschakel<strong>en</strong><br />

op het op<strong>en</strong>baar vervoer als het ‘gratis’ werd gemaakt, 42 proc<strong>en</strong>t is niet zeker <strong>en</strong><br />

48 proc<strong>en</strong>t zou dit zeker niet do<strong>en</strong>. Voor wat de eig<strong>en</strong>aars van bedrijfswag<strong>en</strong>s betreft<br />

zou toch 7<br />

Obstakels<br />

Privéwag<strong>en</strong> (N=384)<br />

ja, zeker 9 % 7 % 10 %<br />

misschi<strong>en</strong> 39 % 30 % 42 %<br />

nee, zeker niet 52 % 63 % 48 %<br />

Tabel 5: Aantrekkelijkheid van ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

Bron: <strong>De</strong> <strong>Witte</strong> et al., 2008<br />

proc<strong>en</strong>t zeker<br />

kiez<strong>en</strong> voor ‘gratis’<br />

op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer, 30 proc<strong>en</strong>t<br />

is niet zeker,<br />

<strong>en</strong> de meerderheid<br />

van 63 proc<strong>en</strong>t<br />

voelt zich<br />

niet aangetrokk<strong>en</strong><br />

tot ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer.<br />

9 proc<strong>en</strong>t van de wag<strong>en</strong>gebruikers zou bereid zijn om van vervoersmodus te verander<strong>en</strong><br />

als het op<strong>en</strong>baar vervoer ‘gratis’ werd gemaakt. Welke obstakels moet<strong>en</strong> dan<br />

nog overwonn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het op<strong>en</strong>baar vervoer aantrekkelijker te mak<strong>en</strong> voor<br />

het rester<strong>en</strong>de 91 proc<strong>en</strong>t?<br />

Tabel 6 toont de vijf belangrijkste obstakels die wag<strong>en</strong>gebruikers teg<strong>en</strong>houd<strong>en</strong> om<br />

het op<strong>en</strong>baar vervoer te gebruik<strong>en</strong>. Het belangrijkste obstakel blijkt de slechte verbinding<strong>en</strong><br />

van het op<strong>en</strong>baar vervoer. Voor de eig<strong>en</strong>aars van bedrijfswag<strong>en</strong>s komt<br />

beschikbaarheid op de tweede plaats <strong>en</strong> snelheid op de derde plaats. Voor de eig<strong>en</strong>aars<br />

van pri-<br />

Algeme<strong>en</strong> (N=472) Bedrijfswag<strong>en</strong>(N=134) (N=134) Privéwag<strong>en</strong> (N=338)<br />

1 Verbinding<strong>en</strong> 57 % Verbinding<strong>en</strong> 47 % Verbinding<strong>en</strong> 61 %<br />

2 Snelheid 44 % Beschikbaarheid 40 % Snelheid 46 %<br />

3 Beschikbaarheid 39 % Snelheid 38 % Beschikbaarheid 38 %<br />

4 Uurregeling 31 % Comfort 24 % Uurregeling 37 %<br />

5 Frequ<strong>en</strong>tie 26 % Netwerk 18 % Frequ<strong>en</strong>tie 30 %<br />

Tabel 6: Obstakels voor op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

Source: <strong>De</strong> <strong>Witte</strong> et al., 2008<br />

véwag<strong>en</strong>s is die<br />

volgorde net omgekeerd.<br />

Om de<br />

top vijf van obstakels<br />

voor het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

te vervolledig<strong>en</strong>,<br />

vermeld<strong>en</strong> de<br />

eig<strong>en</strong>aars van<br />

e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong><br />

het comfort<br />

<strong>en</strong> het netwerk,<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


14<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

de eig<strong>en</strong>aars van privéwag<strong>en</strong>s verwijz<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de uurregeling <strong>en</strong> de frequ<strong>en</strong>tie van<br />

het op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />

Modal-shiftpot<strong>en</strong>tieel<br />

Er moet<strong>en</strong> nog heel wat belangrijke obstakels word<strong>en</strong> overwonn<strong>en</strong> om meer wag<strong>en</strong>gebruikers<br />

ervan te overtuig<strong>en</strong> hun vervoersmodus te verander<strong>en</strong>. Als aan de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd werd of ze de omschakeling zoud<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> als de vermelde<br />

obstakels werd<strong>en</strong> weggewerkt, duidde nog e<strong>en</strong>s 22 proc<strong>en</strong>t aan dat dit zeker<br />

e<strong>en</strong> invloed zou hebb<strong>en</strong> op hun vervoerskeuze. Zoals blijkt uit tabel 7 zijn – opnieuw<br />

– m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> makkelijker te overtuig<strong>en</strong>: slecht 16 proc<strong>en</strong>t<br />

van de gebruikers van e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> zou de omschakeling mak<strong>en</strong> in vergelijking<br />

met 25 proc<strong>en</strong>t van de gebruikers van e<strong>en</strong> privéwag<strong>en</strong>.<br />

Er is dus zeker nog pot<strong>en</strong>tieel voor e<strong>en</strong> modal shift vanuit het standpunt van de<br />

gebruiker. <strong>De</strong> prijs verminder<strong>en</strong> van het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> de kwaliteit ervan verbeter<strong>en</strong><br />

zijn twee acties die het op<strong>en</strong>baar vervoer aantrekkelijker zoud<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />

voor p<strong>en</strong>delaars. Met betrekking tot de op<strong>en</strong>baarvervoersbedrijv<strong>en</strong> zijn investering<strong>en</strong><br />

om de kwaliteit van het op<strong>en</strong>baar vervoer (frequ<strong>en</strong>tie, capaciteit, verbinding<strong>en</strong>, et<br />

cetera)<br />

Bereid om te schakel<strong>en</strong> Algeme<strong>en</strong> (N=472) Bedrijfswag<strong>en</strong> (N=134) Privéwag<strong>en</strong> (N=338)<br />

ja, zeker 22 % 16% 25 %<br />

misschi<strong>en</strong> 49 % 39 % 53 %<br />

nee, zeker niet 29 % 45 % 22 %<br />

Tabel 7: Model shift als de obstakels werd<strong>en</strong> weggeruimd<br />

Bron: <strong>De</strong> <strong>Witte</strong> et al., 2008<br />

noodzakelijk<br />

als<br />

ze e<strong>en</strong><br />

duurzaam<br />

<strong>en</strong><br />

efficiënt<br />

alternatief<br />

will<strong>en</strong><br />

bied<strong>en</strong><br />

voor de<br />

auto.<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


15<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

Conclusies<br />

P<strong>en</strong>delverkeer is heel specifiek <strong>en</strong> veroorzaakt <strong>en</strong>orme verkeersstrom<strong>en</strong> die leid<strong>en</strong><br />

tot zware congestie. Hoewel het op<strong>en</strong>baar vervoer heel geschikt is voor woonwerkverplaatsing<strong>en</strong>,<br />

gebruikt nog steeds één derde van de p<strong>en</strong>delaars die in e<strong>en</strong><br />

bedrijf werk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> goede toegang tot het op<strong>en</strong>baar vervoer in het <strong>Brussels</strong><br />

Gewest de wag<strong>en</strong> om te gaan werk<strong>en</strong>. <strong>De</strong> doelstelling<strong>en</strong> in het ontwerp van het Iris<br />

2-Plan ton<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de bezorgdheid bestaat over de afhankelijkheid van<br />

de wag<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er tegelijkertijd e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de erk<strong>en</strong>ning is door beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

burgers van het feit dat er meer duurzame transportmodi zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gestimuleerd <strong>en</strong> gebruikt. Om dit te bereik<strong>en</strong> zou het op<strong>en</strong>baar vervoer aantrekkelijker<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor de huidige wag<strong>en</strong>gebruikers. Over het algeme<strong>en</strong> zijn er<br />

twee manier om dit te do<strong>en</strong>: verminder de prijs van de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of verhoog de<br />

kwaliteit ervan. <strong>De</strong>ze studie onderzocht of ‘gratis’ p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> met de trein van <strong>en</strong> <strong>naar</strong><br />

Brussel e<strong>en</strong> aantrekkelijk alternatief is.<br />

Er zijn heel wat factor<strong>en</strong> die de keuze voor de vervoersmodus van p<strong>en</strong>delaars beïnvloed<strong>en</strong>.<br />

Ze kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderverdeeld in drie grote categorieën volg<strong>en</strong>s het<br />

motiliteitsconcept van Kaufmann: toegang, vaardighed<strong>en</strong>, toe-eig<strong>en</strong>ing. Factor<strong>en</strong><br />

zoals de beschikbaarheid van e<strong>en</strong> (bedrijfs)wag<strong>en</strong>, woon-werkafstand, beroepssituatie,<br />

lev<strong>en</strong>sloopfase, onderwijsniveau, vroegere ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> gewoont<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

invloed uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de keuze tuss<strong>en</strong> p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> met de auto of met de trein.<br />

Ook inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> kostprijs hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> effect, maar omdat de meerderheid van de<br />

p<strong>en</strong>delaars e<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie ontvang<strong>en</strong> voor hun woon-werkverplaatsing (zij het<br />

met op<strong>en</strong>baar vervoer of met bedrijfswag<strong>en</strong>s) id<strong>en</strong>tificeert de logistische regressie<br />

inkom<strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong> van de predictors die de keuze voor modus tuss<strong>en</strong> auto <strong>en</strong><br />

trein uitlegg<strong>en</strong>. Dit suggereert dat het mobiliteitsbeleid van het bedrijf ook e<strong>en</strong> invloed<br />

uitoef<strong>en</strong>t op de keuze van de p<strong>en</strong>delmodus van de werknemers. Als e<strong>en</strong> bedrijf<br />

bedrijfswag<strong>en</strong>s of e<strong>en</strong> financiële vergoeding aanbiedt, zull<strong>en</strong> de werknemers<br />

g<strong>en</strong>eigd zijn om hun auto te gebruik<strong>en</strong> voor het p<strong>en</strong>del<strong>en</strong>. Als het bedrijf e<strong>en</strong> beleid<br />

voert waarbij het gebruik van het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt aangemoedigd, dan zull<strong>en</strong><br />

de werknemers meer g<strong>en</strong>eigd zijn om te p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> met het op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />

<strong>De</strong> prijs speelt ook e<strong>en</strong> rol in de keuze voor de transportmodus. Maar zal ‘gratis’<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer aantrekkelijk g<strong>en</strong>oeg zijn voor wag<strong>en</strong>gebruikers om om te schakel<strong>en</strong><br />

op het op<strong>en</strong>baar vervoer? Neg<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegt van wel.<br />

<strong>De</strong> ander<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong> obstakels naast de prijs die h<strong>en</strong> verhinder<strong>en</strong> om de trein te<br />

gebruik<strong>en</strong>. <strong>De</strong> belangrijkste obstakels zijn slechte verbinding<strong>en</strong> van het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer, gevolgd door snelheid <strong>en</strong> beschikbaarheid, of zelfs de afwezigheid ervan.<br />

Nochtans zou – als die obstakels word<strong>en</strong> weggewerkt – nog e<strong>en</strong>s 22 proc<strong>en</strong>t bereid<br />

zijn om te schakel<strong>en</strong> op het op<strong>en</strong>baar vervoer. In beide gevall<strong>en</strong> waarbij wordt omgeschakeld<br />

<strong>naar</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer zou e<strong>en</strong> belangrijke to<strong>en</strong>ame van de capaciteit<br />

van het op<strong>en</strong>baar vervoer noodzakelijk zijn, vooral tijd<strong>en</strong>s de piekur<strong>en</strong>, om dit<br />

pot<strong>en</strong>tieel in verschuiving van vervoersmodus aan te kunn<strong>en</strong>.<br />

Het onderzoek toont aan dat p<strong>en</strong>delaars die over e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong><br />

minder snel bereid zijn om te verander<strong>en</strong> van vervoersmodus dan p<strong>en</strong>delaars die<br />

niet over e<strong>en</strong> bedrijfswag<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>. Op die manier zijn ook bedrijfswag<strong>en</strong>s obstakels<br />

die verhinder<strong>en</strong> om het op<strong>en</strong>baar vervoer te gebruik<strong>en</strong>. Meer nog, omdat ze<br />

in feite e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de vorm van ‘gratis’ transport zijn, die ter beschikking wordt<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


16<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

gesteld door de werkgever voor zowel professionele als voor privéverplaatsing<strong>en</strong>,<br />

kan word<strong>en</strong> verwacht dat ze e<strong>en</strong> invloed hebb<strong>en</strong> op de mobiliteit in het algeme<strong>en</strong>.<br />

Ondanks het bestaan van obstakels die het gebruik van het op<strong>en</strong>baar vervoer beïnvloed<strong>en</strong>,<br />

kunn<strong>en</strong> we besluit<strong>en</strong> dat er nog ruimte is voor e<strong>en</strong> verdere modal shift van<br />

wag<strong>en</strong>gebruik <strong>naar</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Om het op<strong>en</strong>baar vervoer aantrekkelijker te<br />

mak<strong>en</strong> voor wag<strong>en</strong>gebruikers zou de prijs die door p<strong>en</strong>delaars wordt betaald <strong>naar</strong><br />

omlaag moet<strong>en</strong>, de kwaliteit <strong>en</strong> de capaciteit van de voorzi<strong>en</strong>e op<strong>en</strong>bare di<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verbeterd <strong>en</strong> het mobiliteitsbeleid van de bedrijv<strong>en</strong> zou<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast t<strong>en</strong> gunste van het op<strong>en</strong>baar vervoer. Om e<strong>en</strong> groot<br />

aantal p<strong>en</strong>delaars ervan te overtuig<strong>en</strong> hun auto thuis te lat<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> de maatregel<strong>en</strong><br />

die g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het op<strong>en</strong>baar vervoer aantrekkelijker te mak<strong>en</strong>, vergezeld<br />

moet<strong>en</strong> gaan van maatregel<strong>en</strong> die het wag<strong>en</strong>gebruik ontmoedig<strong>en</strong>, zoals het<br />

reducer<strong>en</strong> van de parkeergeleg<strong>en</strong>heid in Brussel. E<strong>en</strong> ander besluit houdt verband<br />

met de beschikbaarheid <strong>en</strong> de nood aan data. Op dit mom<strong>en</strong>t zijn er ge<strong>en</strong> goede <strong>en</strong><br />

rec<strong>en</strong>te gegev<strong>en</strong>s beschikbaar over de mobiliteit <strong>naar</strong> <strong>en</strong> van Brussel. Die zijn noodzakelijk<br />

om e<strong>en</strong> meer gedetailleerde analyse te mak<strong>en</strong> van de verkeersstrom<strong>en</strong> <strong>naar</strong><br />

<strong>en</strong> van het <strong>Brussels</strong> Hoofdstedelijk Gewest <strong>en</strong> onmisbaar om adequate beleidsmaatregel<strong>en</strong><br />

te treff<strong>en</strong> om de huidige uitdaging<strong>en</strong> aangaande mobiliteit in Brussel<br />

aan te pakk<strong>en</strong>.<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


17<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

Bibliografie<br />

AXHAUSEN K.W., SCOTT D.M., KONIG A., <strong>en</strong> JURGENS C., (2001), ‘Locations,<br />

commitm<strong>en</strong>ts and activity spaces’. Paper voorgesteld op de Survive Workshop,<br />

Bonn, Duitsland.<br />

BUTTON K., (1994), Transport economics, Edward Edgar Publishing, Aldershot,<br />

269 p.<br />

CANZLER W., KAUFMANN V. <strong>en</strong> KESSELRING S., (2008), ‘Tracing Mobility: An<br />

Introduction’, in CANZLER W., KAUFMANN V. <strong>en</strong> KESSELRING S. (red.), Tracing<br />

Mobilities: Towards a Cosmopolitan Perspective (Aldershot: Ashgate).<br />

COPPENS H., (2005), ‘Vlaander<strong>en</strong> - Wallonië: wie werkt hoe <strong>en</strong> waar?’, Over.Werk,<br />

(4), pp. 9-16.<br />

C<strong>en</strong>trale Raad voor het Bedrijfslev<strong>en</strong> (CRB), (2007), Report: Diagnoseadvies betreff<strong>en</strong>de<br />

de woon-werkverplaatsing<strong>en</strong> van de werknemers. Brussel, 30 januari<br />

2007.<br />

DARGAY J., (2007), ‘The effect of prices and income on car travel in the UK’, Transportation<br />

Research part A: Policy and Practice, 41, pp. 949-960.<br />

DE WITTE A., MACHARIS C., POLAIN C., LANNOY P., VANDEWALLE S., STEEN-<br />

BERGHEN T., (2006), ‘The Impact Of "Free" Public Transport: The Case Of<br />

<strong>Brussels</strong>’, Transportation Research part A: Policy and Practice, 40 (8), pp. 671-<br />

689.<br />

DIJST M. <strong>en</strong> VAN WEE B., (2002), Verkeer <strong>en</strong> vervoer, Couthino, Bussum, 358 pp.<br />

FLAMM M., (2004), Compr<strong>en</strong>dre le choix modal – les déterminants des pratiques<br />

modales et des représ<strong>en</strong>tations individuelles des moy<strong>en</strong>s de transport. Ph.D.<br />

EPFL Lausanne, 304 p.<br />

FLAMM M. <strong>en</strong> KAUFMANN V., (2006), ‘Operationalising the Concept of Motility: A<br />

Qualitative Study’, Mobilities, 1(2), pp. 167-189.<br />

FRENAY P., (1994), ‘Transport de Personnes : Elém<strong>en</strong>ts de Choix Modal’. Réflexion<br />

pour la recherche d’un Usage Plus Sélectif de l’Automobile, Université Libre de<br />

Bruxelles – Institut d’Urbanisme et d’Aménagem<strong>en</strong>t du Territoire, Brussel, 41 pp.<br />

FUJII S. <strong>en</strong> GÄRLING T., (2003), ‘Application of attitude theory for improved predictive<br />

accuracy of stated prefer<strong>en</strong>ce methods in travel demand analysis’, Transportation<br />

Research part A: Policy and Practice, 37 (4), pp. 389-402.<br />

HINE J. <strong>en</strong> SCOTT J., (2000), ‘Seamless, accessible travel: users’ views of the public<br />

transport journey and interchange’, Transport Policy, 7 (3), pp. 217-226.<br />

HUBERT M., DOBRUSZKES C. & MACHARIS C., (2009), “Citiz<strong>en</strong>s’ forum of <strong>Brussels</strong>.<br />

Mobility to and from, around and about <strong>Brussels</strong>”, <strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Synopsis<br />

1, 5 januari 2009, pp. 1-13, www.brusselsstudies.be.<br />

JUAN S., LARGO-POIRIER A., ORAIN H. & POLTORAK J.-F., (1997), Les s<strong>en</strong>tiers<br />

du quotidi<strong>en</strong> : Rigidité, fluidité des espaces sociaux et trajets routiniers <strong>en</strong> ville.<br />

Parijs: L’Harmattan.<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be


18<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong><br />

het elektronisch wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel<br />

KAUFMANN V. <strong>en</strong> BASSAND M., (1996), ‘L’Automobile urbaine: une impasse’, in<br />

Voyé, L. (ed.) Ville et Transactions Sociales, L’Harmattan, Parijs, pp. 29-50.<br />

KAUFMANN V., (2000), Mobilité quotidi<strong>en</strong>ne et dynamiques urbaines – La question<br />

du report modal, Presses polytechniques et universitaires romandes, Lausanne,<br />

252 p.<br />

KAUFMANN V., (2002), Re-thinking Mobility: Contemporary Sociology, Aldershot,<br />

Ashgate, 118 p.<br />

KAUFMANN V., BERGMAN M. & JOYE D., (2004), ‘Motility: Mobility as Capital’,<br />

International Journal of Urban and Regional Research, 28 (4), pp. 745–765.<br />

KINGHAM S., DICKINSON J. <strong>en</strong> COPSEY S., (2001), ‘Travelling to work: will people<br />

move out of their cars’, Transport Policy, 8 (2001), pp. 151-160.<br />

MACHARIS C., DE WITTE A., STEENBERGHEN T., VANDEWALLE S., LANNOY P.<br />

<strong>en</strong> POLAIN C., (2006), ‘Impact and effectivity of “Free” Public Transport measures:<br />

lessons from the case study of <strong>Brussels</strong>’. European Transport/Trasporti<br />

Europei, Special Issue on: Pricing and subsidies in transport, (32), pp. 26-48.<br />

MONTULET B., HUYNEN P. & HUBERT M., (2008), ‘Belgium – A Society of Commuters’,<br />

in SCHNEIDER N.F., MEIL G. (eds.), Mobile Living Across Europe I.<br />

Relevance and Diversity of Job-Related Mobility in Six European Countries,<br />

Oplad<strong>en</strong> & Farmington Hills, Barbara Budrich Publishers, pp. 269-304.<br />

National Institute of Statistics (NIS), (2002), Enquête <strong>naar</strong> arbeidskracht<strong>en</strong>: actieve<br />

bevolking in België volg<strong>en</strong>s geslacht <strong>en</strong> leeftijd. [online]. Beschikbaar op :<br />

http://www.statbel.fgov.be/port/lab_nl.asp [cited 21 March 2007].<br />

PETIT J., (2002), La mobilité comme figure de l’expéri<strong>en</strong>ce sociale: conséqu<strong>en</strong>ces<br />

sur la caractérisation de la demande de transport, Recherche Transport Sécurité,<br />

Elsevier, Parijs, (76), pp.190-207.<br />

PICKERY J., (2005), ‘P<strong>en</strong>delgedrag <strong>en</strong> attitudes teg<strong>en</strong>over aspect<strong>en</strong> van het mobiliteitsbeleid<br />

in Vlaander<strong>en</strong>’, in: LEMAÎTRE J. <strong>en</strong> PICKERY J. (eds.) Vlaander<strong>en</strong><br />

gepeild, Ministerie van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap, Brussel, pp. 131-161.<br />

STEENBERGHEN T, LANNOY P. & MACHARIS C., (2006), Impact of ‘free’ public<br />

transport on travel behaviour: a case study. Final report Sci<strong>en</strong>tific Support Plan<br />

for a Sustainable <strong>De</strong>velopm<strong>en</strong>t Policy (SPSDII); Part 1: Sustainable production<br />

and consumption patterns. CP/63. 100 p. Januari 2006.<br />

VERHETSEL A., THOMAS I. & BEELEN M., (2007), Monografie van de p<strong>en</strong>del in<br />

België, Nationaal Instituut voor de Statistiek, Brussel.<br />

A. DE WITTE <strong>en</strong> C. MACHARIS, « P<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>naar</strong> Brussel: hoe aantrekkelijk is ‘gratis’ op<strong>en</strong>baar vervoer? »,<br />

<strong>Brussels</strong> <strong>Studies</strong>, Nummer 37, 19 april 2010, www.brusselsstudies.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!