Lees - Bvvde

III.4.2. Renale complicaties 51
III.4.3. Cardiovasculaire complicaties 51
III.4.4. Complicaties ter hoogte van onderste ledematen 51
III.4.5. Wondzorgen 52
53
IV.1. Verband tussen toetreding tot de conventie en hospitalisatie 53
IV.2. Intrede in de diabetes conventie beïnvloedt het consump-tiepatroon van de diabetes patiënt 53
IV.3. Het consumptiepatroon van diabetici, die recent in conventie traden, evolueert in de richting
van dit van langdurig geconventioneerde patiënten 54
IV.4. Het consumptiepatroon van diabetici, die sinds enkele jaren geconventioneerd zijn, verschilt
grondig van dit van nooit geconventioneerde patiënten 55
IV.5. Hoe worden geconventioneerde en niet geconventioneerde insulinedependente diabetici
verzorgd en opgevolgd? 56
IV.6. Een niet geconventioneerde diabetes patiënt kost minder aan de ziekteverzekering dan een
geconventioneerde diabetes patiënt tenzij hij ouder is dan 80 jaar 57
IV.7. De totale populatie van insuline consumerende diabetici was in 2003 verantwoordelijk voor
bijna 4% van de totale ZIV uitgaven voor geneeskundige verzorging 57
! 57
V.1. Is de complementariteit tussen huisarts en conventiecentra optimaal ? 57
V.2. De preventieve maatregelen - zoals voorzien in de conven-tie – worden nog onvoldoende
uitgevoerd 58
V.3. De opvolging van niet geconventioneerde diabetes patiënten kan beter 58
V.4. Horen geconventioneerde diabetici, die bijna dagelijks een thuisverpleegkundige over de vloer
krijgen, thuis in de conventie ? 58
" # 59
VI.1. Revalidatieovereenkomst inzake zelfregulatie van diabetes-mellitus-patiënten (RIZIV) 59
VI.2. Inclusie- en exclusiecriteria 72
VI.2.1. Geselecteerde pseudo-nomenclatuurcodes 72
VI.2.2. Exclusie van minderjarige diabetici 72
VI.2.3. Exclusie van de zwangerschapsdiabetici 72
VI.2.4. Minimaal insulineverbruik 73
VI.3. Nomenclatuurcodes consumptie 74
VI.3.1. Consultaties bij huisarts, oftalmoloog en internist 74
VI.3.2. Hospitalisaties 78
VI.3.3. Diabetes gerelateerde medicatie 80
VI.3.4. Klinische biologie 84
VI.3.5. Thuisverpleegkunde 85
VI.4. Nomenclatuurcodes complicaties 86
VI.4.1. Oftalmologische complicaties 86
VI.4.2. Renale complicaties 86
VI.4.3. Cardiovasculaire complicaties 88
VI.4.4. Complicaties ter hoogte van de onderste ledematen 91
VI.4.5. Wondzorgen 94
VI.5. De populatiekarakteristieken van de restgroep 97
VI.5.1. De bestudeerde populatie 97
%