Protocol: toiletruimte schoonmaken - Factor-E

Protocol
Toiletruimte schoonmaken
Voorbereiding
1. Zet alle benodigdheden klaar: emmer,
schoonmaakmiddel, twee werkdoekjes,
dweil, pedaalemmerzak.
2. Zet alle losse voorwerpen buiten de
toiletruimte.
Uitvoering
3. Sproei de toiletpot aan de binnenzijde
in met allesreiniger.
4. Borstel met de toiletborstel de
binnenkant van de toiletpot goed in.
Vergeet de onderkant van de toiletrand
niet.
5. Laat de toiletborstel in de toiletpot
staan.
6. Ga nu verder met de buitenkant van de
pot.
7. Leeg de pedaalemmer en doe er een
nieuwe pedaalemmerzak in.
8. Doe allesreiniger en handwarm water in
de emmer.
9. Maak het werkdoekje nat in de emmer
met sop en wring het uit. Maak eerst de
spiegel en het plankje onder de spiegel
schoon.
10. Maak nu de wasbak en de kraan
schoon.
11. Spoel het werkdoekje regelmatig uit in
de emmer met sop.
Je hebt dan alle benodigdheden bij de hand en
je kunt de handeling in één keer uitvoeren.
Zo kun je overal goed bij en staat er niets in de
weg.
De allesreiniger kan nu intrekken en de
werkzame stoffen kunnen hun werk doen.
Zo wordt het vuil losgeweekt.
De toiletborstel wordt dan ook schoon.
De allesreiniger in de toiletpot kan verder
inweken.
Een pedaalemmer die vol is, kan na enige tijd
erg gaan stinken.
Je hebt nu een sopje om de rest van de
toiletruimte schoon te maken.
De spiegel en het plankje onder de spiegel zijn
het minst vuil en je moet van het minst vuil naar
het vuilst toe werken.
Met een werkdoekje dat vies is, kun je niet
schoonmaken.
12. Maak nu de tegels schoon. Tegels achter de toiletpot maak je elke week
schoon, de rest hoef je maar één keer per
maand schoon te maken.
1 2010

13. Maak nu met het andere werkdoekje
het doorspoelmechanisme (de knop) en
de bril schoon (eerst het zitgedeelte,
daarna de onderkant van de bril en tot
slot het gedeelte waar de toiletbril op
rust).
14. Borstel nu nog een keer de toiletpot
goed door met de toiletborstel.
15. Spoel het toilet door en maak
gelijktijdig de borstel onder het
spoelwater schoon.
16. Maak een nieuw sopje en dweil hiermee
de vloer.
17. Maak tot slot de deurklinken en het
lichtknopje schoon.
18. Verschoon het toiletdoekje, vul
eventueel de toiletrollen aan en de
zeep.
19. Als de vloer droog is, zet je alle losse
voorwerpen weer terug.
Controle
20. Maak de materialen schoon en ruim ze
op.
Zo wordt er gewerkt van schoon naar vies.
De laatste restjes vuil zijn nu ook losgeweekt.
Het spoelwater is schoon en zo wordt ook de
borstel weer schoon.
Het water dat je eerst hebt gebruikt, is nu vuil.
Die worden vaak aangeraakt en worden dus
ook vuil.
Dan is er genoeg toiletpapier en heb je geen
kans dat het toiletpapier op is als je op het
toilet zit.
Ze zijn nu klaar voor een volgend gebruik.
2 2010