JGZ-richtlijn Opsporing visuele stoornissen de Samenvatting - NCj
JGZ-richtlijn Opsporing visuele stoornissen de Samenvatting - NCj
JGZ-richtlijn Opsporing visuele stoornissen de Samenvatting - NCj
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
INLEIdING 1<br />
1 INLEIDING<br />
1.1 Waarom een herziening van <strong>de</strong> standaard<br />
‘<strong>Opsporing</strong> <strong>visuele</strong> <strong>stoornissen</strong> 0-19 jaar’?<br />
<strong>de</strong> jeugdgezondheidszorg (<strong>JGZ</strong>) rekent het tot zijn taak afwijkingen in <strong>de</strong> ontwikkeling<br />
van kin<strong>de</strong>ren en jeugdigen zowel te voorkómen als vroegtijdig op te sporen. Het doel is<br />
om blijven<strong>de</strong> gevolgen van een gestoor<strong>de</strong> ontwikkeling te voorkómen of zoveel mogelijk<br />
te beperken door tijdig behan<strong>de</strong>ling en/of begeleiding in gang te zetten. dit geldt ook<br />
voor <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> oogfunctie. <strong>de</strong> <strong>JGZ</strong> tracht door systematisch on<strong>de</strong>rzoek<br />
afwijkingen aan het oog en het gezichtsvermogen vroegtijdig op te sporen vanuit <strong>de</strong><br />
overtuiging dat er gezondheidswinst behaald kan wor<strong>de</strong>n. Hiervoor is het nodig dat <strong>de</strong><br />
hiervoor ingezette on<strong>de</strong>rzoekers <strong>de</strong> juiste metho<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> juiste wijze hanteren. om dit te<br />
bevor<strong>de</strong>ren verscheen in 2002 <strong>de</strong> standaard ‘opsporing <strong>visuele</strong> <strong>stoornissen</strong> 0-19 jaar’. <strong>de</strong><br />
meeste gezondheidswinst is te behalen als on<strong>de</strong>rzoek op een gestandaardiseer<strong>de</strong> manier<br />
en volgens <strong>de</strong> meest recente wetenschappelijke inzichten, wordt uitgevoerd. daarom<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>richtlijn</strong>en (voorheen standaar<strong>de</strong>n genoemd) om <strong>de</strong> vijf jaar herzien.<br />
Bij <strong>de</strong> opsporing, advisering, controle en verwijzing zijn zowel artsen als verpleegkundigen<br />
en assistenten betrokken. In <strong>de</strong>ze herziene <strong>richtlijn</strong> komt het volledige oogheelkundige<br />
screeningsprogramma voor kin<strong>de</strong>ren en jeugdigen van nul tot negentien jaar aan <strong>de</strong><br />
or<strong>de</strong>. Enerzijds is gekeken of er in <strong>de</strong> literatuur nieuwe wetenschappelijke inzichten te<br />
vin<strong>de</strong>n zijn en an<strong>de</strong>rzijds is gekeken naar <strong>de</strong> dagelijkse praktijk van uitvoering.<br />
1.2 Op welke punten is <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />
standaard aangepast?<br />
• Ten tij<strong>de</strong> van het verschijnen van <strong>de</strong> standaard ‘opsporing <strong>visuele</strong> <strong>stoornissen</strong> 0-19<br />
jaar’ in 2002, was er in <strong>de</strong> literatuur twijfel te bespeuren over <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong><br />
behan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> stadia van amblyopie (Snowdon en Stewart-Brown,<br />
1997). Er is in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren meer bewijs gekomen, ook uit Ne<strong>de</strong>rlands on<strong>de</strong>rzoek<br />
(Groenewoud et al., 2005) voor <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> van regelmatige screening in<br />
<strong>de</strong> voorschoolse perio<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> vroegtijdige opsporing van amblyopie/amblyogene<br />
factoren.<br />
• Er zijn aanwijzingen dat vroegtijdige behan<strong>de</strong>ling een beter eindresultaat oplevert<br />
dan behan<strong>de</strong>ling in een latere fase (Simons, 2005; Williams et al., 2002).<br />
• over <strong>de</strong> gevolgen van <strong>visuele</strong> <strong>stoornissen</strong> zijn nieuwere inzichten opgenomen (Van<br />
Leeuwen et al., 2007; Webber en Wood, 2005).<br />
• Er is meer aandacht voor <strong>de</strong> opsporing van <strong>visuele</strong> <strong>stoornissen</strong> bij risicokin<strong>de</strong>ren, in<br />
het bijzon<strong>de</strong>r voor cerebrale <strong>visuele</strong> <strong>stoornissen</strong>, die moeilijk op te sporen zijn (dutton<br />
et al., 2006).<br />
7