Staatsblad Moniteur - VVPW
Staatsblad Moniteur - VVPW
Staatsblad Moniteur - VVPW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MONITEUR BELGE — 10.02.2009 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 34. De gemeentelijke toezichthouders, de toezichthouders van intergemeentelijke verenigingen en de<br />
toezichthouders van politiezones oefenen, voor de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het Vlarem<br />
zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 2 en 3, voor de niet-ingedeelde inrichtingen en voor de vrijevelddelicten, het<br />
toezicht uit op de toepassing van :<br />
1° titel III van het decreet;<br />
2° de wet Luchtverontreiniging;<br />
3° de wet Oppervlaktewateren, wat de lozing van afvalwater en de opsporing van elke vorm van<br />
waterverontreiniging betreft;<br />
4° de wet Geluidshinder;<br />
5° artikelen 11, 12, 13, 14, 17, 18 en 20 van het Afvalstoffendecreet;<br />
6° het Grondwaterdecreet;<br />
7° het Milieuvergunningendecreet;<br />
8° de uitvoeringsbesluiten van de wetten en decreten, vermeld in punt 1° tot en met 7°;<br />
9° verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de<br />
ozonlaagafbrekende stoffen;<br />
10° verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling<br />
van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten;<br />
11° verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de<br />
persistente organische verontreinigde stoffen en tot wijziging van richtlijn 97/117/EEG;<br />
12° verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de<br />
overbrenging van afvalstoffen.<br />
Bij de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het Vlarem zijn ingedeeld als inrichtingen van<br />
klasse 1 kunnen zij, binnen het kader van de bovenvermelde wetten, decreten en verordeningen en hun<br />
uitvoeringsbesluiten, vaststellingen doen op basis van zintuiglijke waarneming en zaken onderzoeken als vermeld in<br />
artikel 16.3.14 van het decreet.<br />
Onderafdeling II. — Legitimatiebewijs<br />
Art. 35. De gewestelijke toezichthouders verkrijgen hun legitimatiebewijs overeenkomstig het besluit van de<br />
Vlaamse Regering van 10 juli 2008 betreffende de legitimatiekaarten van de personeelsleden van de diensten van de<br />
Vlaamse overheid die belast zijn met inspectie- of controlebevoegdheden.<br />
De overige toezichthouders verkrijgen vanwege de afdeling, bevoegd voor erkenningen hun legitimatiebewijs<br />
samen met het bekwaamheidsbewijs, vermeld in artikel 13. Dat legitimatiebewijs wordt opgemaakt naar het model van<br />
het legitimatiebewijs van de gewestelijke toezichthouders.<br />
Afdeling III. — Toezichtrechten<br />
Onderafdeling I. — Bepaling<br />
Art. 36. Elke categorie van toezichthouders, inclusief de waarnemende toezichthouders, beschikt over alle<br />
toezichtrechten, vermeld in artikel 16.3.10, eerste lid, van het decreet.<br />
Onderafdeling II. — Monsternemingen, metingen, beproevingen, analyses<br />
A. Algemeen<br />
Art. 37. Monsternemingen, metingen, beproevingen en analyses, hierna technische controles te noemen, worden<br />
uitgevoerd volgens de modaliteiten, vermeld in artikel 38 tot en met 56.<br />
B. Technische controles<br />
Art. 38. De technische controles op de lozing van afvalwater kunnen omvatten :<br />
1° het nemen van de volgende monsters en de analyse van die monsters :<br />
a) minstens één monster van het geloosde water;<br />
b) minstens één monster van het opgenomen oppervlaktewater als dat toepasselijk is;<br />
c) eventueel minstens één monster van het opgenomen grondwater;<br />
d) eventueel minstens twee monsters van het ontvangende water, minstens één stroomopwaarts van de<br />
lozing en minstens één stroomafwaarts van de lozing;<br />
2° het onderzoeken van door de lozing van afvalwater veroorzaakte schade aan mens, dieren, planten en<br />
materialen;<br />
3° de uitvoering van metingen ter plaatse van de emissies, stromen die de emissies kunnen beïnvloeden en<br />
immissies.<br />
Art. 39. De technische controles op de luchtverontreiniging, met inbegrip van geurhinder, kunnen bestaan in :<br />
1° het nemen van minstens één monster van de geloosde stoffen of van de verontreinigd geachte lucht en de<br />
analyse ervan;<br />
2° het onderzoeken van door luchtverontreiniging veroorzaakte schade aan mens, dieren, planten en materialen;<br />
3° de uitvoering van metingen ter plaatse van de emissies, gasstromen die de emissies kunnen beïnvloeden en<br />
immissies, met inbegrip van snuffelploegmetingen.<br />
8823