Romans - Literatuur in Zeeland

mentalisten vanwege het thema van
een genomineerde film, maar Minnaar
twijfelt en volgt een ander spoor.
Vlissingen (Walcheren); Middelburg
(Walcheren); verhalen
Hartog, de, Jan
De kleine ark / 2008
Spannend jongensverhaal, over twee
Indische pleegkinderen van een
Zeeuwse dominee, die de ramp met
een aantal dieren, overleven in een
kleine woonboot. Ze worden opgepikt
door Urker vissers, en komen later
terecht op een hospitaalschip
(gebaseerd op De Hartogs eigen ervaringen
hiermee in het rampjaar).
De roman toont de wanhoop, het
woeste water en de drijvende lijken.
De auteur heeft ook oog voor de
chaos rond de hulpverlening en het
transport van doodskisten, maar
andere zaken blijven ongenoemd.
Oorspronkelijke uitgave 1953.
Zeeland; Watersnoodramp (1953);
verhalen
Haspels, G.F.
Zee en heide / 1902
Schouwen-Duiveland; romans
Hazeu, Wim
Duitse honden bijten / 1972
Domburg (Walcheren); romans
Heijnsdijk, Denice
Heijnsdijk, Jan / 2010
Knielen in de klei
Daan, een gereformeerde Zeeuws-
Vlaming, ontworstelt zich na de dood
van zijn moeder aan het religieuze
en sociale milieu van zijn jeugd.
Met grote spanningen als gevolg. Na
een wetenschappelijke studie, een
12
loopbaan aan een universiteit, een
huwelijk en een scheiding bezoekt
hij na dertig jaar voor het eerst het
graf van zijn moeder. Daar wordt
hij geconfronteerd met zijn zoon,
geboren uit een kortstondige liefdes -
relatie in zijn jeugd. De geschiedenis
van Daan is een metafoor voor de
massale geloofsafval, zoals die na
de jaren zestig van de 20 ste eeuw
plaatsvond.
Zeeuws-Vlaanderen; verhalen
Heijnsdijk, Jan
Polderkolder / 2011
Vertelt het verhaal van een politiekjournalist
uit Den Haag die teruggaat
naar zijn Zeeuwse polder-roots.
De wereld daar is veranderd, hij vindt
zijn verleden niet terug, maar belandt
in een misdrijf dat zijn leven volledig
ontwricht. Het wat gekunstelde
verhaal kabbelt lang voort en krijgt
pas tegen het eind van het boek
een uitnodigend plot.
Zeeland; journalisten; politiek;
verhalen
Heg, van de, Lisette
Mara / 2009
Het is 1931. Om haar zwangerschap
te verbergen wordt Maria (16) door
haar stiefvader, een streng gereformeerde
dominee, verbannen naar
haar tante op het platteland. Daar
wacht ze op haar ongewenste kind,
liefdevol verzorgd door haar tante,
met als enig contact met de buitenwereld
Ryer, de vriendelijke jonge
dominee van het dorp. Langzamerhand
wordt duidelijk dat Maria misbruikt
is door haar stiefvader en dat
de baby van hem is. Toch leert ze
van het kind te houden en is wanhopig