terneuzen - Aquariumvereniging De Albino Zwaarddrager

--- De Voelspriet ---
Ledenavond 14 september.
Het houden en kweken van dwergcichliden is onderwerp van deze avond.
Dhr. Robert van Mossevelde lid van “ A.V. Aquarianen Gent” neemt ons mee in de wereld
van deze prachtige vissen. Wie denkt dat hij alleen maar visliefhebber is heeft het mis.
Fotografie is zoals hij het noemt zijn hoofdhobby, het aantal dia’s in zijn verzameling
bedraagt 26.000 stuks. Voor het digitaliseren van die dia’s heeft dhr. van Mossevelde zelf een
toestel gebouwd. Daarnaast doet hij ook nog aan modelbouw van zowel schepen als
vliegtuigen. En als redactielid van “Aquariumwereld” – het blad van de Belgische
aquariumbond BBAT- levert hij ook hier zijn bijdrage.
Een groot aantal mensen heeft gehoor gegeven aan de convocatie voor een 30-tal aanwezigen
begint dhr. van Mossevelde zijn verhaal.
Dwergcichliden zien we regelmatig als bewoners in gezelschapsbakken ze bevolken daar de
onderste waterlagen. Ze worden vaak gehouden samen met barbelen toch komt de combinatie
met discussen ook veel voor. De meest bekende van de dwergcichliden is natuurlijk de
kersenbuikcichlide of wel Pelvicachromis pulcher. De namen van de verschillende soorten
veranderen van tijd tot tijd omdat ze aan de hand van bepaalde kenmerken in een andere of
nieuwe groep worden ingedeeld. Binnen onze club blijken enkele kenners aanwezig dit blijkt
wanneer er over enkele namen enige twijfel is dan worden vrijwel meteen de juiste namen
gemeld. Voor de kweek van dwergcichliden kent men 2 groepen namelijk de
schuilsubstraatbroeders en opensubstraatbroeders.
Bij de kweek schuilsubstraatbroeders heeft men kleine bakjes nodig met vele schuilplaatsen.
Een uitgeholde kokosnoot of een stenen bloempot zijn hiervoor prima middelen dhr. van
Mossevelde gebruikt ook wel stenen mosterdpotjes.
Wanneer men gebruik maakt van een uitgeholde kokosnoot moet deze eerst worden
uitgekookt en ingewaterd om drijven te voorkomen.
De opensubstraatbroeders gebruiken vlakke stenen om hun eieren op af te zetten.
Het aantal eieren bij schuilsubstraatbroeders komt meestal niet boven de 100 terwijl
opensubstraatbroeders 200 tot 300 eieren afzetten.
De broedzorg is een van de bekendste kenmerken van de cichliden soms worden de jongen
plotseling door de ouders opgegeten. Dit hebben we op onze laatste tentoonstelling ook zien
gebeuren. Ook de zogenaamde plaagdieren kwamen aan de orde dit zijn organismen dit die
eieren en jongbroed opeten een voorbeeld hiervan zijn de hydra’s die met levendvoer
meekomen. Om dit soort narigheden te voorkomen kun je het gevangen voer beter eerst
invriezen. Aan de hand van prachtige opnamen reisden we deze avond verschillende keren
van Zuid-Amerika naar Afrika waar zich de biotopen van de dwergcichliden bevinden.
Op de afbeelding het zelfgebouwde toestel voor het digitaliseren van dia’s. Bram Jansen
5