Untitled - Ducati

Vertrek 2 - Ducati “Siluro 100” (Winnaar van 44 wereldrecords)
Vertrek 2
Ducati “Siluro 100” (Winnaar van 44 wereldrecords)
Gedurende de 50-er jaren waren alle motorfabrikanten druk bezig met het veroveren van de
populaire wereldrecords, aangezien deze grote invloed hadden op de commerciële verkoop van
productiemodellen.
Op 30 november 1956 presenteerden de motorcoureurs Mario Carini en Santi Ciceri zich op
het verhoogde circuit van Monza waar ze elkaar afwisselden aan het stuur van een “Siluro”
aangedreven door een 98 cc motor met een eenassige distributie, deze werd ook gebruikt voor
de Gran Sport voor circuit- en wegwedstrijden. Aan het einde van de sessie wisten ze in totaal
46 wereldrecords in de klasse 100, 125, 175 en zelfs 250 te veroveren.
De Marianna werd met slechts een aantal aanpassingen omgetoverd tot een recordvoertuig.
De enige echte wijziging bestond uit de toepassing van een Dell’Orto SS carburator met een
25 mm doorlaat in plaats van de doorgaans gebruikte 20 mm.
Nog belangrijker was de prachtig gestroomlijnde kuip van een lichte aluminiumlegering (met de
hand geslagen), ontworpen door de ingenieur Nardi voor maximale aerodynamische prestaties,
is veelbeduidend. De kuip was met een slank buisraamwerk en dempende rubber bussen
bevestigd aan het frame om te voorkomen dat er extra trillingen zouden ontstaan door de
beschadigingen aan het kuipwerk.
Het maximum vermogen van deze eenassige motor werd geschat op 12 pk bij 10.000 toeren.
Dat lijkt tegenwoordig niet veel, maar de Ducati “Siluro” bereikte tijdens de snelste ronde een
gemiddelde snelheid van 171,910 Km/h.
Deze fabuleuze wereldrecordsessie was gebaseerd op de verovering van wereldrecords op
afstanden van 50 kilometer tot ritten van zes uur. De sessie was dus een extra getuigenis voor
de betrouwbaarheid van deze kleine motor die in staat was om urenlang enorme belastingen
te weerstaan.
De twee recordmannen Ciceri en Carini bereidden het voertuig voor met hulp van Ducati
(Ducati werd op het circuit vertegenwoordigd door de ingenieur Fabio Taglioni en dokter
Cosimo Calcanile, die toentertijd tot de directie van de firma behoorden). Ciceri en Carini
waren dan wel geen toppiloten, maar toch waren ze goed: de eerste was kort daarvoor met de
motorsport begonnen, terwijl de tweede al een grote ervaring had in wedstrijden op het circuit
en regelmatigheidswedstrijden.
Marco Masetti
6