de bijlage - Vereniging ouders van Couveusekinderen

6
Stichting HEBI heeft besloten tot de herontwikkeling om de beperkingen van het huidige product
aan te pakken. Hierbij zijn de volgende aandachtspunten gedefinieerd:
Technologie: De huidige couveuse werkt op gloeilampen. Vanwege milieuoverwegingen in het
Westen zal de productie van gloeilampen gaan afnemen en op termijn zelfs helemaal verdwijnen.
Daarnaast is de fluctuerende stroomvoorziening in ontwikkelingslanden nog steeds een probleem.
Er moeten dus technische alternatieven gezocht worden voor de warmtebron en energievoorziening
van de couveuse.
Vormgeving: Doktoren in ontwikkelingslanden willen trots zijn op de producten waarmee zij werken.
Daarbij moet de esthetiek van de couveuse ouders geruststellen dat hun kind in goede handen is.
Assemblage en onderhoud: Assemblage van de couveuse wordt ter plaatse gedaan. Er is echter
nog geen onderzoek gedaan naar een handleiding die past in de locale culturele context. Verder wil
Stichting HEBI contacten met locale ziekenhuizen verbeteren om snel hulp te kunnen bieden bij het
leveren van reserveonderdelen.
Interactie: Sinds het ontstaan van de Van Hemel Baby Incubator zijn er veel nieuwe inzichten
verkregen over neonatale zorg. Hierbij is steeds meer de nadruk komen te liggen op de relatie tussen
ouders en het pasgeboren kind. Onderzoek is nodig naar ouder-kind relaties in ontwikkelingslanden
om de Van Hemel Baby Incubator beter aan te laten sluiten bij de locale culturele context.
Transport: De Van Hemel Baby Incubator wordt geproduceerd in Nederland en daarna getransporteerd
naar het land van bestemming. De hoge transportkosten zorgen voor een onwenselijke verdubbeling
van de prijs van de couveuse. Het gewicht van de huidige couveuse moet ook opnieuw bekeken
worden, omdat de Nederlandse ARBO wetgeving in de loop der tijd is veranderd en werknemers nu
niet meer dan 23 kg mogen tillen.
Communicatie: Stichting HEBI wil graag zoveel mogelijk bekendheid geven aan de Van Hemel Baby
Incubator om op die manier zoveel mogelijk kinderen het leven te kunnen redden. Daarnaast wil de
stichting de communicatie met de eindgebruikers verbeteren, zodat zij adequaat kunnen helpen bij
vragen en problemen van de gebruikers.