FICHE Nr. 281.16 WETTELIJKE VERGOEDINGEN WEGENS ...

BLIJVENDE ONGESCHIKTHEID INGEVOLGE ARBEIDSONGEVAL OF BEROEPSZIEKTE –
UITKERINGEN, TOELAGEN OF RENTEN
Welke
inkomsten ?
Beperking
van de te
vermelden
inkomsten
Gevallen
waarin GEEN
fiche 281.16
moet worden
opgesteld.
Extra-wettelijke
vergoedingen
Vermeld hier het brutobelastbaar bedrag van de wettelijke vergoedingen wegens
blijvende ongeschiktheid ingevolge arbeidsongeval of beroepsziekte.
Wanneer de genieter van de wettelijke uitkeringen in de loop van het jaar 2002
pensioengerechtigd is geworden, moet het hier te vermelden bedrag worden beperkt
tot het bedrag van de wettelijke uitkeringen, toelagen of renten die betrekking
hebben op de periode voorafgaand aan de datum van pensionering.
In volgende gevallen worden de wettelijke vergoedingen volledig van belasting
vrijgesteld en moet derhalve geen fiche worden opgesteld :
a) ofwel wanneer de verkrijger op 1.1.2002 een rust- of
overlevingspensioen ontvangt. Voor personen die in 2002, 66 jaar
of ouder zijn geworden mag zonder meer worden aangenomen dat
zij gepensioneerd zijn ;
b) ofwel wanneer de verkrijger op 1.1.2002 in dienst is en een normale
activiteitsbezoldiging ontvangt van zijn werkgever die ook de
vergoeding betaalt, inzonderheid in de openbare sector ;
c) ofwel wanneer het percentage arbeidsongeschiktheid niet meer dan
20 % bedraagt ;
d) ofwel wanneer de verkrijger de overlevende echtgenoot, de kinderen
of de ouders zijn van het slachtoffer dat overleden is ten gevolge
van het arbeidsongeval of de beroepsziekte.
Extra-wettelijke uitkeringen, toelagen of renten wegens blijvende ongeschiktheid
ingevolge arbeidsongeval of beroepsziekte MOETEN NIET op de fiche 281.16
worden vermeld, maar wel op een fiche 281.14.
Achterstallen Afzonderlijk belastbare achterstallen van wettelijke vergoedingen wegens blijvende
ongeschiktheid ingevolge arbeidsongval of beroepsziekte moeten niet hier worden
vermeld, maar tegenover de kenletter “Cb”.