Sjema Israël Deel 17 De Feesten - Bet Echad

Sjawoeoth
Het feest der Weken is duidelijk verbonden aan de Sabbat. Alleen al dat
men begint te tellen na de zevende dag van Pesach, hetgeen ook nog
eens een Sabbatdag was. Dan na zeven sabbatten komt de 50 ste dag
welke eveneens gold als een volkomen rustdag. Deze dag werd
traditioneel verbonden aan de verbondssluiting op de berg Sinaï. G-d gaf
Zijn wetten en geboden en maakt de mens duidelijk dat Hij pas Zijn
goedkeuring en zegen kan geven aan de mens die ook zelf duidelijk dat
verbond met de Almachtige wil aangaan. Dan zal de geest van de
Almachtige op hem of haar zijn en wordt je gerekend tot Zijn volk.
Precies de boodschap van Pinksteren.
De zevende maand
In deze maand zijn die hoogtepunten. De eerste dag werd de dag der
bazuinen genoemd, waarop de mens in herinnering gebracht werd voor
G-d. De mens riep door de bazuin naar de Almachtige om Zijn verbond
in gedachten te brengen en om ons als mens te komen verlossen. Je
had nog tien dagen om alles in orde te maken met je Almacht. Dit was
de enige eerste dag van welke maand dan ook die gevierd moest
worden door iedereen, als een volkomen Sabbat.
Dan op de tiende dag van die zevende maand brak in de avond van de
negende dag de Grote Verzoendag aan. Een dag van totale overgave
aan de Almachtige. Je vraagt vergeving voor alles wat je dat afgelopen
jaar hebt verkeerd gedaan en hoopt dat de Here je opnieuw zal
inschrijven in het boek des Levens. Een echte ontzagwekkende dag
want wie is er zonder fouten of gebreken?
Na volledige toewijding opnieuw aangegaan te zijn met de Almachtige
kan de mens pas werkelijk feest vieren. Zeven dagen zou een volheid
zijn, maar daarom gaf de Almachtige ons er acht. Hij doorbreekt alles en
gaat ons als Zijn kinderen bevrijden. Soekot is feitelijk het
bevrijdingsfeest zoals deze ook in Zacharia 14 wordt beschreven:
Zacharia 14: 16-19 “Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die
tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om
zich neer te buigen voor de Koning, de Here der heerscharen, en het
Loofhuttenfeest te vieren. Maar wie uit de geslachten der aarde niet naar
Jeruzalem zal heentrekken om zich voor de Koning, de Here der
heerscharen, neder te buigen, op hem zal geen regen vallen, en indien
het geslacht der Egyptenaren niet zal heentrekken en komen, op wie
geen regen valt, dan zal toch komen de plaag waarmee de Here de
volken treffen zal, die niet heentrekken om het Loofhuttenfeest te vieren.
Dit zal de straf zijn van de Egyptenaren en van alle volken die niet
heentrekken om het Loofhuttenfeest te vieren.”
9