Groepsleidingswoordje - Chiro Lembeke

4. Je hebt autopech in het Zuiden van Spanje.
a. Je belt je papa in paniek en die komt je helpen.
b. Je hebt niemand nodig om te helpen, je lost dit gewoon
zelf op.
c. Je vraagt hulp aan mensen die je passeren/tegenkomen.
d. Je probeert te liften.
5. Je huisdier dat je al zolang lief hebt, ligt op sterven.
a. Je probeert je problemen te vergeten.
b. Je huilt en krijgt van papa een nieuw huisdier.
c. Je hebt veel verdriet en praat erover met je vrienden/vriendinnen.
d. Je zoekt troost bij een liefhebbend persoon en koopt dan zelf een nieuw huisdier.
6. Je wordt/maakt iemand onverwachts zwanger. Wat doe je?
a. Je maakt van je hart een steen en laat het kind adopteren omdat je te jong bent.
b. Je houdt het kind en je doet je best om van het kind te houden.
c. Je koopt jezelf uit de zaak. Je betaalt een ruim alimentatie.
d. Je accepteert het kind maar zal er altijd spijt van hebben.
7. Je bent op kamp en je hebt geen proper ondergoed bij. Wat zou jij doen?
a. Je leent een onderbroek van iemand
anders zonder het te vragen.
b. Je loopt de rest van het kamp met
dezelfde ondergoed.
c. Je loopt de rest van het kamp zonder
ondergoed.
d. Je vraagt hulp aan de leiding.
8. Stel: Je zit samen met de vrouw/man van je leven en je eigen moeder in de auto. Jullie
krijgen een ongeval. Jijzelf komt er met wat schrammen vanaf maar de andere twee zijn in
levensgevaar. Je staat in de positie dat je slechts één persoon kan redden. Wat doe je?
a. Je twijfelt zodanig lang dat je te laat bent en niemand hebt kunnen redden.
b. Je valt flauw en sterft van de shock.
c. Je kiest voor de vrouw/man van je leven want de papa is burgerlijk ingenieur en
heeft veel geld.
d. Je probeert je moeder te redden want er zullen nog genoeg vrouwen/mannen
komen.
1. A = Eline
5. A = Thomas
B = Eline
C = Laura
D = Filip
6. A = Eline
B = Filip