klimplanten - Van Goidsenhoven

limplanten
Groen en kleurrijk de hoogte in
Met klimplanten kan je zoveel doen. Het zijn
ideale versierders van gevels, klimzuilen of
pergola’s. Ze kunnen een oud schuurtje verbergen
of ze zijn de oplossing voor een straatgeveltuintje.
Omdat ze weinig ruimte innemen
op de grond, zijn klimplanten perfect voor kleine
tuinen.
Soorten en vormen
Klimplanten zijn overblijvende planten, ze gaan
dus jarenlang mee.
• De meeste soorten zijn bladverliezend en hebben
dus vooral in de zomer sierwaarde. Uitzonderingen
hierop zijn o.a. de klimop en sterjasmijn
en enkele Clematissoorten die het hele jaar
aantrekkelijk groen blijven.
• Echte klimplanten ontwikkelen allerlei typen
hechtranken waarmee ze zich kunnen verankeren
aan muren of takken. Zo hebben Clematis
en Campsis hechtranken. Andere zoals de
wilde wingerd hebben dan weer zuignappen
waarmee ze tegen een muur aankleven.
• Slingerplanten vormen zoekende ranken die
zich vervolgens om een geschikte steun winden
-zoals stammen en takken van andere planten-
en zich zo verankeren. Sommige soorten (zoals
de blauwe regen) hebben sterk verhoutende
stammen, andere slingerplanten behouden een
eerder fijn takkenstelsel (zoals de bruidsluier).
• Leiheesters zijn struiken met lange, slappe takken,
die stevig moeten worden aangebonden
omdat ze geen klimorganen hebben. Daarom
worden ze vaak gebruikt als begroeiing tegen
een muur of schutting. Een voorbeeld is de winterjasmijn
of de vuurdoorn.
Hoe kies ik een klimplant?
• Kies een klimplant in overeenstemming met de
lichteisen van de klimplant. Een zuidermuur met
veel zon is warmer dan een noordermuur met
veel schaduw.
• Wens je ook in de winter een groen effect (vb
Lonicera henryi)? Of hecht je meer belang aan
de bloemenpracht van een bladverliezende
soort (vb Clematis)?
• Bepaal wanneer je het meeste geniet van de
tuin, en zorg dat je een klimplant kiest die bloeit
in die periode.
• Wens je een zelfhechtende klimplant (zoals de
klimhortensia) of zorg je voor een hekwerk zodat
je meer keuze hebt?
• Combineer verschillende klimplanten. Zo kan je
bijna het jaar rond bloei hebben. Start het seizoen
met Clematis ‘Early Sensation’ en eindig
het jaar met winterjasmijn.
Hoe plant ik een klimplant?
• Maak een ruim plantgat van 40 bij 40 cm en verbeter
de bodem met Vivimus.
• Plant de klimplant centraal in het plantgat, zo
dicht mogelijk bij de muur of klimpaal.
• Vermeng voldoende organische meststof voor
klimplanten (DCM) in de grond en vul het plantgat
op.
• Vul de overblijvende ruimte met bodembedekkers.
Deze zorgen dat de voet van de klimplant
goed beschermd is.
• Leid de takken van de klimplant aan leidraden
of een rekwerk. Bevestig deze met zachte binddraad.
Enkel de zelfhechtende soorten kunnen
zonder hulp omhoog groeien.
• Sommige soorten hebben wat extra aandacht
nodig. Zo verlangt Clematis een heel luchtige
plantput en moeten de wortels met schors of
bodembedekkers afgeschermd worden tegen
felle zon.
Verzorgen
• De hoofdtak van je klimplant vormt de basisstructuur.
Leid deze op in de gewenste richting.
• Bemest jaarlijks 2 keer (direct na de winter en
begin juni) met organische meststof voor klimplanten
(DCM). Hierdoor krijg je een rijkelijke
bloei.
• Veel klimplanten hoef je niet of nauwelijks te
snoeien. Snoeien doe je voor de meeste soorten
best direct na de winter. Afhankelijk van de
soort verjong je de plant door enkele oude takken
weg te snoeien (vb klimrozen), of snoei je
de jonge takken terug tot de hoofdtak (vb blauwe
regen).
Tip
Met een druivelaar zorg je voor een eetbare tuin op
hoogte. Niet alleen zijn de bladeren en stam heel
decoratief, vanaf september pluk je je dessert van je
eigen gevel.
Passiflora caerulea Hydrangea anomala petiolaris Lonicera japonica ‘Halliana’ Trachelospermum jasminoides Parthenocissus tricuspidata ‘Veitchii’ Clematis ‘Nelly Moser’