download pdf - Anders dan anders

THAMBILI & KuRuNDu
op de rotswand werden aangebracht. De sierlijke schilderingen stellen
halfnaakte godinnen en hof courtisanes voor. Ook de spiegelwand getuigt
van authentieke kunstzinnigheid, vooral omdat de rots destijds
werd geglazuurd met een mengsel van wilde honing, limoenen en
eiwit. Even hogerop bewaken een paar reusachtige leeuwenklauwen
de steile trappengang, die leidt naar de restanten van de vesting van
de wrede maar bouwkundig geniale koning Kasapa. Bij helder weer
hebben we vanop de top een prachtig uitzicht over de vallei. In de namiddag
maken we een safaritocht per jeep in een nationaal park dat
naast haar migrerende populatie van 200 olifanten eveneens bekend
staat om haar sambarherten, zo’n 25 reptielensoorten en meer dan
160 vogelsoorten. Nagenieten doen we tijdens het diner in ons hotel,
waar we opnieuw dineren en overnachten. (O,L,D)
Dag 7 DAMBuLLA - NALANDA - ALuVIHARE - KANDY
Na het ontbijt brengt onze bus ons naar Nalanda, waar we naar
de enige Sri Lankaanse tempel met tantrische invloeden wandelen.
Nadien wacht ons een interessant bezoek aan een kruidentuin.
Eeuwenlang was er een bloeiende specerijenhandel met Europa en
ook nu nog is dit eiland een kruidenparadijs. Een grote verscheidenheid
aan tropische kruiden groeit hier in de meest bizarre vormen.
Hun verse smaak komt meestal ietwat bevreemdend over. Vervolgens
rijden we naar de botanische tuinen van Peradeniya, waar zo’n 4000
tropische plantensoorten groeien. Rond dit park stroomt de machtige
Mahaweli-rivier, de grootste rivier van Sri Lanka. In een uniek natuurdecor
wandelen we langs een orchideeënhuis en prachtige dreven
met metershoge palmen. Nadien rijden we verder naar Kandy voor
een korte wandeling. We verblijven hier in het enige vijfsterrenhotel
van de stad, het luxueuze EARLS REGENcY. Later op de avond worden
we getrakteerd op een voorstelling van Kandyaanse dansen. Deze
ceremonie ter ere van de god Kohomba wordt opgevoerd door de
befaamde Ves-dansers en is een acrobatische dansstijl op het ritme
van trommels. (O,L,D)
Dag 8 KANDY: MAHIYANGANA
Na het ontbijt rijden we naar Mahiyangana, waar nog enkele honderden
oorspronkelijke inwoners van Sri Lanka huizen. De jagerverzamelaars
houden zich vast aan hun eeuwenoude gewoontes en
noemen zichzelf ‘veddha’ of ‘zij die van het woud zijn’. Hun dieet
bestaat voornamelijk uit vlees afkomstig van konijn, schildpad of watervaraan.
Veddha’s jagen echter niet op jonge of drachtige dieren.
Honing speelt een belangrijke rol in het leven van deze woudmensen
en wordt zelfs gevierd in hun zang en dans. Barbecue-lunch in het
dorp. In de namiddag genieten we van de prachtige vergezichten
tijdens de terugrit naar ons hotel. Diner en overnachting in het hotel.
(O,BBQ-lunch,D)
KANEEL & KARDEMOM
De heerlijke Sri Lankaanse keuken heeft een uitgebreid palet aan aroma’s en kruiden. Vooral kaneel, kardemom, peper, kruidnagel,
nootmuskaat, korianderzaden, kokos, sjalot, curry en limoengras worden gebruikt. Een groot deel van deze kruiden wordt op het eiland
zelf gekweekt. Er zijn twee bekende inheemse soorten: het zogenaamde Ceylon-kaneel (Cinnamonum verum) en kardemom (Elettaria
Cardamomum). De kaneelhandel kwam tot ontwikkeling nadat de Portugezen in het begin van de 16de eeuw de zoetgeurende bast
van de wilde kaneelboom introduceerden op de internationale specerijenmarkt. Deze lucratieve overzeese handel werd later door de
Hollanders overgenomen en nog later gemonopoliseerd door de Engelsen. Op de kaneelplantages ontstond de speciale kaste van de
kaneelschillers, de zogenaamde chaliya’s. Zij specialiseerden zich in de kunst van het zorgvuldig ontbasten van de kaneelboom. Gebroken
stukjes bast of chips leverden namelijk minder op dan lange rollen kaneel of cinnamon. Kardemom wordt gebruikt om de minder aangename
geur van look te neutraliseren en groeit enkel in de hooglanden. Het gros van de Sri Lankaanse kardemom is bestemd voor de inlandse
markt, het andere deel wordt geëxporteerd. Arabieren kruiden er hun koffie mee en in Europa vinden we kardemom op kerstgebakjes.