Jaarboekje 2006 - IJsclub Vlietland
Jaarboekje 2006 - IJsclub Vlietland
Jaarboekje 2006 - IJsclub Vlietland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Leo Derksen<br />
IJsheilige<br />
33<br />
‘Hallo! Hallo meneer! Ja, u daar, kunt u misschien even hier komen? Zo ja,<br />
dank u. Mag ik u iets vragen? Hoe gaat het?’<br />
‘Hoe bedoelt u: hoe gaat het?’<br />
‘Met schaatsen.’<br />
‘Hoezo schaatsen?’<br />
‘U bent toch aan het schaatsen?’<br />
‘Ik? Aan het schaatsen? Wie heeft u dat wijsgemaakt?’<br />
‘Nou dat dacht ik. U hebt schaatsen onder en u kwam daar over het ijs<br />
aanrijden, zo hierheen.’<br />
‘Heb ik schaatsen onder? Nee maar! Dat is ook wat. Dat moet Truus weer<br />
hebben gedaan toen ik sliep.’<br />
‘Truus?’<br />
‘Mijn vriendin, ja. Die heet Truus. Mooi hoor. Zo heeft een kerel toch niks<br />
meer over zichzelf te zeggen.’<br />
‘U bedoelt dat uw vriendin dat zij…?’<br />
‘Schaatsen heeft ondergebonden. Fraai, hoor! Zulke dingen flikt ze nou altijd,<br />
hè. Als ik even niet oplet, haalt ze weer iets uit. Vorige week nog. Word ik<br />
wakker en heeft ze m’n haar geknipt. En drie weken geleden liep ik ineens de<br />
honderd meter horden zonder dat ik het wist.’<br />
‘Maar u hebt een schaatspak aan!’<br />
‘Da’s niet waar. Verrek! Ik heb een schaatspak aan!’<br />
‘En u hebt een ijsmuts op.’<br />
‘Heb ik die ook al op? Tjee. Het is dat u me dat vertelt, anders had ik er geen<br />
erg in gehad. Maar dat heeft Truus natuurlijk gedaan toen ik nog sliep. Vorig<br />
jaar lag ik ineens in m’n zwembroekje in het water: Nederlandse<br />
kampioenschappen zwemmen heren.’<br />
‘Weet u dan niet waar we hier zijn?’<br />
‘Geen flauw idee. Is dat een camera? Bent u van de televisie? Mag ik dan<br />
misschien even wat in die camera zeggen? Hè Truus, als je soms thuis zit te<br />
kijken, je wordt bedankt, hoor. Maar vanavond pak ik je terug.’<br />
‘U bent hier in Bartlehiem.’<br />
‘In wát? Wat is dat?’<br />
‘Zo heet die plaats hier.’<br />
‘Bartlehiem? Nooit van gehoord.’<br />
‘Maar u hebt al ruim honderdvijftig kilometer geschaatst.’<br />
‘Nee toch! Ik? Ik dacht al wel: Willem, wat ben je toch steeds raar met je<br />
benen aan het smijten. Dát is het dus: ik ben aan het schaatsen.’