16.09.2013 Views

Lagerweij - Vereniging Oud Scherpenzeel

Lagerweij - Vereniging Oud Scherpenzeel

Lagerweij - Vereniging Oud Scherpenzeel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Lidm. Woudenberg ca. 1698: Gijsbert <strong>Lagerweij</strong>.<br />

Lidm. Woudenberg ca. 1700: Aeltje van Voskuijlen; genoemd in lidm. lijst 1746: Aaltie van Voskuijl.<br />

Zij krijgt eind 1711 een zoon, naar haar zeggen van Gijsbrecht Lagerwey, proponent te Rhenen, zoon<br />

van Matthys Lagerwey, koster en schoolmeester te Woudenberg en Maria van Davelaar. Gijsbrecht<br />

ontkent het vaderschap, maar wordt toch gesuspendeerd . ” De jongen wordt Gijsbert Lagerwey<br />

genoemd, hetgeen kennelijk door de andere familieleden werd geaccepteerd. Hij werd gerechtsbode en<br />

substituut-schout van Woudenberg en liet kinderen Lagerwey na. In de lijst van huisgezinnen van<br />

Woudenberg uit 1748 staat onder nr. 33: ‘Aaltje Voskuijlen, woont in bij haar soon Gijsbert Lagerwey<br />

geregtsbode weduwnaar van Willemina Coudijs. Haar bestaan en hantering is Winckelier en Tapster. ‘t<br />

Huysgesin groot 6 parsoonen, twee Dogters boven de thien jaaren, 1 soon onder de thien jaaren’.<br />

Ned. Leeuw 1977, blz. 178: Het archief Classis Rhenen-Wijk van de Ned. Herv. Kerk, no. 182, bevat<br />

een groot aantal gegevens over de affaire Gijsbert Lagerwey en Aaltje Voskuyl. Een acte van 4 nov.<br />

1711 vermeldt dat de predikant van Woudenberg zich namens de kerkenraad tot de classis had gewend,<br />

in verband met een mededeling van Aaltje Voskuyl, dat zij een kind van Ds. Gijsbrecht verwachtte,<br />

maar redenen had aan te nemen dat deze zich ,,van haar scheen te willen onttrekken”. Gijsbrecht<br />

weigerde voor de kerkenraad te verschijnen en beweerde de oproep om te verschijnen nooit te hebben<br />

ontvangen. Te langen leste verscheen Gijsbrecht voor de classis, ontkende het vaderschap, ondanks de<br />

overgelegde ,,brieven van liefde”, maar werd toch gesuspendeerd als proponent, totdat hij zich<br />

gezuiverd zou hebben. De zaak bleef traineren: in het archief van de classis vond ik wel dat Aaltje in<br />

1717 weer tot het avondmaal in Woudenberg mocht worden toegelaten. Over Gijsbrecht vermeldt dit<br />

archief niet dat de zaak ooit in het reine is gekomen: hij bleef kennelijk gesuspendeerd. De conclusie is<br />

dan ook dat hij nimmer als predikant is beroepen.<br />

Lidm. reg. Renswoude 1722: Gijsbert <strong>Lagerweij</strong>, S.S. Min(ister) Cand(idatus) (kandidaat dienaar), op<br />

Engelaar, met attestatie van Amersfoort.<br />

In 1726 schenken Theunis Gerritsz Wildeman en Jannetje Isendoorn de ‘cremerswinkel en tapperye’<br />

aan Aaltje Voskuijl (Recht. Arch. Woudenberg 2346; 03-11-1726).<br />

IIIc<br />

Gijsbert <strong>Lagerweij</strong>, geb. eind 1711, ov. Woudenberg 12-12-1783, substituut-schout en<br />

gerechtsbode van Woudenberg, herbergier in het oude rechtshuis te Woudenberg, tr.<br />

Woudenberg 17-05-1733 Willemijntje Coudijs, ged. Woudenberg 19-05-1709, dr. van Jan<br />

Willemsz van Coudijs en Maagje Hendriks van Overeem<br />

Lidm. Woudenberg ca. 1736: Willemijntje Jansz Koudijs.<br />

Lidm. Woudenberg ca. 1740: Gijsbert <strong>Lagerweij</strong>.<br />

Lidm. reg. Woudenberg 1746 en 1768: Geijsbert <strong>Lagerweij</strong>.<br />

In 1764 verkopen Gerrit Ravesloot en Antonij Voskuijl, getrouwd met Maria Ravesloot verkopen aan<br />

Gijsbert <strong>Lagerweij</strong>, bode, een huis, hof en hofstede met een tabaksschuur daar achter aan noordzijde van<br />

de Voorstraat voor 1100 gulden. Oost: Gerrit en Cornelia Moesbergen, west: Dirk Jansen Versteegh,<br />

zuid: de Voorstraat, noord: Arien van Wittenbergh. Recht op drie schaar weidens op de meent. Een deel<br />

van de koopsom, 600 gulden, wordt omgezet in een hypotheek. Gijsbert <strong>Lagerweij</strong> neemt ook voor 300<br />

gulden ´staande en leggende plaaten´ over. Dit bedrag wordt ook omgezet in een hypotheek.<br />

Voorwaarde: de verkopers mogen er hun leven lang blijven wonen. Koopovereenkomst: 25-09-1763.<br />

(Recht. Arch. Woudenberg 2347, blz. 6, 7; 15-05-1764).<br />

In 1768 verkoopt Hendrik van Geijtenbeek, schepen, gemachtigde van Merritje Tijse van Wittenberg,<br />

wed. Dirk Gerritse van Welden aan Gijsbert <strong>Lagerweij</strong>, gerechtsbode een huis met kamer, tabaksschuur,<br />

klein schuurtje, schuurberg, hof en hofstede aan de zuidzijde van de Voorstraat. Laatst gebruikt door Jan<br />

Hannisse c.s. Oost: Antoni van Wittenberg n.v., west: Jan de Bree c.s.; zuid: de Schilt, noord: de<br />

Voorstraat. Recht op anderhalf schaar weidens op de meent. Procuratie op Hendrik van Geijtenbeek d.d.<br />

17-07-1767 voor het gerecht. Publiek verkocht op 15-10-1767. (Recht. Arch. Woudenberg 2347, blz.<br />

34; 17-05-1768).<br />

Gijsbert <strong>Lagerweij</strong>, bode, Hermanus Zeijl, zijn knecht en Willem van Vlastuin, daggelder, verklaren dat<br />

zij t.v.v. Willem Blom en Pieter Goedhart, kooplieden, vee publiek moesten verkopen. Zij ontdekten<br />

echter dat twee vaarzen een besmettelijke ziekte hadden ´thans alhier onder het rundvhee woedende´.<br />

De vaarzen waren bij Gijsbert <strong>Lagerweij</strong> gestald, samen met ander vee, waarvan de hoornnummers<br />

worden genoemd. Daarvan zijn vijf koeien ook dood gegaan. (Recht. Arch. Woudenberg 2347, blz. 134;<br />

18-02-1777).<br />

Adolph Gunborn, letterdienaar van de stad Utrecht, en zijn vrouw Anna Maria van Ekeris verkopen aan<br />

Willem <strong>Lagerweij</strong> sr., secretaris en Gijsbert <strong>Lagerweij</strong>, bode ruim 3 1/2 morgen tabaks- en bouwland,<br />

genaamd de Coevoetskamp, op de Wetering. Oost: de Weteringsendijk, west: Broederschapsland, zuid:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!