Bestemmingsplan Buitengebied, 1e herziening ... - Diekendaal
Bestemmingsplan Buitengebied, 1e herziening ... - Diekendaal
Bestemmingsplan Buitengebied, 1e herziening ... - Diekendaal
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Verantwoording toelaatbaarheid van tijdelijke ontgronding.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat het te ontgronden gebied<br />
natuurwaarden kent, ondanks het uiterlijk van een<br />
"grootschalig kaal landbouwgebied”. De aanwezige<br />
natuurwaarden ondervinden echter geen significant<br />
negatief effect van de grondstofwinning.<br />
Hiervoor zijn de volgende aanwijzingen:<br />
1. enkele soorten komen tevens voor ter plaatse van<br />
de reeds uitgevoerde ontgronding. De soorten waren<br />
vóór aanvang van deze ontgronding aanwezig (in<br />
1993) en zijn dat nog altijd;<br />
2. soorten die bij eerdere inventarisaties (1993) in het<br />
plangebied voorkwamen, onder meer patrijs, kunnen<br />
in 2002 en 2003 reeds niet meer tot de actuele biodiversiteit<br />
van het plangebied worden gerekend;<br />
3. het biotoop van een aantal soorten wordt kwalitatief<br />
versterkt na grondwaterstandverhoging. Dit geldt<br />
voor amfibieën en vissen in de Roode Beek aan de<br />
rand van deelgebied A en dit gaat tevens op voor het<br />
Habitat- en Vogelrichtlijnengebied Roobeek;<br />
4. een aantal soorten profiteren rechtstreeks van een<br />
ontgronding. Dit geldt voor de oeverzwaluw, terwijl de<br />
uitgangssituatie na ontgronding ook voor de rugstreeppad<br />
gunstig is;<br />
5. een aantal soorten broeden in deelgebied A. Het<br />
verdwijnen van broedplaatsen leidt echter niet tot een<br />
verslechtering van de “gunstige staat van instandhouding”<br />
van de betreffende soorten in Limburg of Nederland<br />
en evenmin van een grote populatie;<br />
6. onderzoek toont aan dat het gebied niet als actueel<br />
leefgebied wordt gebruikt door de Das. Deze constatering<br />
wordt ondersteund door partijen met belangen<br />
op het gebied van bescherming van de das. Deze<br />
constatering staat haaks op de aanwijzing van het<br />
plangebied als dassenleefgebied in het Dassenbeschermingsplan.<br />
Bovendien mogen de landschapselementen 1, 2 en 3<br />
niet worden verwijderd tijdens het broedseizoen.<br />
17