A. 1 Korte inhoud van scène 1 t/m 7 A. 2 Het eerste deel van ... - Jingo

A. 3 De beschrijving van alle resterende scènes van het tekstboek.
Scène 8
In deze scène zien we hoe de plaaggeesten uit de klas hun meester op een alternatieve
wijze gaan wekken. In plaats van de meester vinden ze echter een briefje in de tent. Hierop
staat geschreven ‘Jullie meester is in mijn handen. Mijn wraak zal zuur zijn. Getekend B.B.B.
IJSTER’.
Scène 9
Nadat de kinderen Het zoeklied hebben gezongen komt de boswachter op. De kinderen
vertellen wat er gebeurd is. De boswachter constateert dat de ontvoering is veroorzaakt
door de plek waar de tent staat: bovenop ‘Het spoor van Bijster’. Na een korte uitleg
omtrent dit geheimzinnige fenomeen belt de boswachter het plaatselijke detectivebureau
op. Alléén de detectives Seep kunnen de ontvoering oplossen.
Scène 10
In deze scène komen de drie detectives op. In aansluiting op ‘Engels op de basisschool’
spreken deze lieden Engels. Gelukkig blijken ze ook Nederlands te praten. Na een snelle
kennismaking gaan de detectives en de kinderen op pad om de meester op te sporen.
Scène 11
We komen terecht in een ander bosgedeelte. De boswachter hangt een briefje en een
fototoestel aan een boom. Het publiek begrijpt er niets van. Even later, nadat de boswachter
lachend (!) is verdwenen, komt de eerste zoekploeg op. Ze zien het briefje en lezen de
opdracht. Eén ding is zeker: de boswachter heeft er iets mee te maken ……
Scène 12
In deze scène moeten de zoekers de tweede opdracht uitvoeren. Deze laat vier volwassenen
op het speelvlak komen. Dit kan verrassend zijn of van te voren zijn afgesproken.
Scène 13
Deze korte scène laat de derde groep de laatste opdracht uitvoeren; binnen twee minuten
tent en bagage inpakken! Daarna naar de pomp lopen ……
Scène 14
We komen terecht bij het boswachtershuis. Daar zijn de meester en de boswachter.
Uit hun samenspraak en het lied ‘De Basicschool-blues’ wordt de bedoeling van de
‘geheimzinnige
ontvoering’ duidelijk.
Scène 15
De ontknoping. De drie zoekploegen komen tegelijk bij het boswachtershuis aan. Daar staat
de pomp waar ze naar toe moesten lopen. Er zit ook iemand de kracht te lezen. Als ze aan
deze persoon vragen of ze bij het boswachtershuis zijn antwoordt hij bevestigend. Het blijkt
de meester te zijn. De ontstelde kinderen horen uit de lachende monden van de meester, de
boswachter en drie Seeps hoe de gebakken poets in elkaar zit. Nadat de meester constateert
dat de buschauffeur rijkelijk laat is voor de terugreis, zingen de kinderen in het slotlied
‘Overstappen’ dat aan deze reis een einde is gekomen en dat zij niet meer teruggaan naar
de basisschool ……