'VARIA'

49. Gelegenheidsvers:” Musique enragée op den psalter slagh van thien snaeren ryms-gewys
verbeldende de thien kinderen voortgebraght van Franciscus Bosmans en Elisabeth Smets op den
halven jubilé van de noyt vol-prese vrouwe Mevrouwe Antonia BOSMANS abdisse vyf-en-twintigh jaeren
van het vermaert clooster der urbanisten binnen Mechelen”, 1745; druksel
50. Gelegenheidsvers en lied: “Zege-praal behaelt op zich zelf, den duyvel, de wereld en het vleesch
door den vromen en strydbaren heer Mynheer Petrus Franciscus Josephus DE KEESSCHIETER VAN
HAVEREN nu gen.amt Fr Ludovicus Nomine Jesu als hy zigh selven slag-offert aan Godt volgende
d'Evangelische raaden in 't order van de Eerweerdighe paters Lieve- Vrouw-Broeders binnen
Mechelen”, 1741; druksel
51. Gelegenheidsvers en lied: “De liefde Gods blykt hier krachtich in jouffrouw Jouffrouw Catharina
Josepha nu Zuster Carolina LOUYS, gebortig van Mechelen, haer oor plegtige belofte aen den heere
verbindende en tot dienst der arme Zieken opdraegende, in het Gasthuys tot Brussel”, 1805; druksel
52. Gelegenheidsvers en lied: “Vuerige naer volginge Jesu Christi uytgekondigt over Jacoba MOONS
(nu genaemt) Suster Agnes gebortig van Leest: uytsprekende haere dry solemnele beloftens in het
vermaerd klooster van Galileën, gezeyd de Zwerte-Zusters onder den regel van den H. Vader
Augustinus binnen de provincie van Mechelen”, 1784; druksel
53. Gelegenheidsvers en lied: “ 'T Telg-zwanger duyftjesn in 't vloed-schip verbeld door de deugd-ryke
en wereld-vliedende zuster, Theresia HEYLEN zig opdraegende aen haeren bruydegom door de
solemnele beloftens in het vermaert clooster der Zwarte-Zusters onder den regel van den H. en
Grooten Vader Augustinus binnen Mechelen”, 1779; druksel
54. Gelegenheidsvers en lied: “Zedelycke vyver, is hier lofkondig afgebeldt in de welberade ziele
Joanna Maria VAN DE VYVER (nu) genaemt jouffrouw Beatrix haer selven Godt opdraegende door de
dry wesentlycke beloften, onder de zegen-rycke vlagge van de H. Moeder Clara; (geseyt Urbanisten)
binnen Mechelen”, 1767; druksel
55. Gelegenheidsvers en lied:” De nieuwe Albertien. Af-gedruckt door de deught-rycke ende Godtminnende
bruydt, jouffrouw Albertina Catharina Joseph DU TRIEU, door solemnele beloften sigh verbindende
aen Christus Jesus bruydegom der maeghden, onder den Regel van den H. en Grooten Vader
Augustinus, in hetvermaert Clooster der Canoninckerssen Regulieren, geseyt: Thabor binnen
Mechelen”, 1765; druksel
56. Gelegenheidsredevoering: “Reformatie van proces ingestelt voor den Raede van Leliëndael binnen
Mechelen door de vernufte en rypsinnige jouffrouwe Jwe. Petronella VAN PETEGEM op den dag van
hare professie in 't selve vermaert klooster van Leliëndael”, 1713; druksel
57. Gelegenheidsvers en lied: “Liefde tot haeren beminden bruydegom uytschynende in de
godliefhebbende jouffrouw Jouff. Joanna Maria NAGELS doende haer professie op t'wyd vermaerd
Groot beggyn-hof binnen Mechelen”, 1781; druksel
58. Gelegenheidsvers en lied: “Ter eeren d'edele joufvrauwe Anna Maria nu Mevrauwe Aedmunda VAN
ERP in gedachtenisse van haere plechtige installatie tot bestierster, van't vermaert Clooster van den
honinck-vloeyenden Leeraer Bernardus geseyt Muysen binnen Mechelen”, 1728; druksel
59. Gelegenheidsvers en lied: “Roemgalm tot lof van den voorzigtigen en welpeyzenden heer Josephus
Michael CHEDEVILLE de eerste onbloedige Offerhande zynen Godt opdraegende”, 1794; druksel
60. Lofdicht en lied: “Lofdicht aen de zeer eerzame en deugdminnende zuster Maria, Anna Maria
NEUKERMANS, geboren te Liefferingen ter gelegenheid van haren vyftigjarigen Jubilé, in het klooster
der Zwarte zusters te Mechelen”, 1846; druksel
61. Gelegenheidsvers en lied: “De stemme des heeren gekent ende gevolgt door de welbedachte
jouffrouw Jw. Maria Elisabeth SCHAEPHERDERS, doende haere plegtige beloften op het groot en wyd
vermaert Beggyn-hof binnen Mechelen”, 1788; druksel
62. Gelegenheidsvers en lied: “De Jubel-trompet aenkondigende aen Israël het vyftigste jaer naer
synen ingang in het land van Chanaän, toegepast aen de Godtminnende Zuster APOLLONIA, vierende
het vyftigste jaer naer haere plegtige inwyding in het klooster van Galileën tot Mechelen”, 1818; druksel
63. Lofdicht en lied: “ Lofdicht opgedraegen aen de achtbaere dogter Elizabeth nu Ludovica
BRUYLANTS, doende haere Solemnele Professie in het vermaerd Klooster der Zwarte Zusters te
Mechelen” , 1832; druksel
64. Lofdicht en lied:” Lof-dicht tot eer, romm' en praal vanden deughd'samen ende god'vreesenden
frater Fr. Benedictus a Sta. Anna (eertyts genaemt) myn heer Franciscus Benedictus DE GRAVE
Stadsarchief Mechelen, Verzameling ‘Varia' 08.09.09
10