Artikel - Instortgeleiding essentieel voor succesvol bandtransport (3)

22-23-24-25_Instortgeleiding:22-23-24-25 08-09-09 12:15 Pagina 25
Afb. 3 Het ProLoad-beladingssysteem van SGT-Promati voor een stofvrije instort van stortgoederen op transportbanden
als gevolg van de verder naar buiten gelegen zijrollen
van de driedelige rolstellen van de bandondersteuning.
De beschikbare doorsnede is hier
0,11 m2 , zodat de beschikbare capaciteit voor
100% wordt benut. Voorwaarde is dat de dynamische
taludhoek minimaal 15o bedraagt. Bij een
vlakkere dynamische taludhoek zal er minder
stortgoed kunnen worden toegevoerd maar blijft
het maximaal haalbare resultaat gewaarborgd.
Beste resultaat
Een smallere instortgeleiding bij gelijke volumetrische
doorsnede resulteert in een grotere laagdikte,
wat de vorming van een talud stimuleert.
Welke van de hier voorgestelde oplossingen voor
een specifiek product het beste resultaat geeft, is
afhankelijk van verschillende factoren. Bij een vrijstromend
product met een geringe dynamische
taludhoek is weinig winst te behalen middels instorten
via een dieptrog of vijfdelig trogstel. Vanwege
de geringe interne wrijving is voor dit materiaal
een conventionele instortgeleiding minder
aan te bevelen i.v.m. de optredende weerstand
waarmee de versnelling wordt vertraagd. Het Pro-
Load systeem biedt hier goede resultaten, zeker
in combinatie met een diepere trog voor het verdere
traject. Bij een stortgoed met een hoge interne
wrijving (zoals breuksteen), geeft een dieptrog
overgaand in een 30 graden trogstel goede
resultaten. Voor het verdere traject is een dieptrog
situatie vanuit
inloopgeleiding
naar driedelige
bandondersteuning
met troghoek
niet aan te bevelen wegens de grote krachten die
bij het passeren van het stortgoed op de opstaande
zijrollen worden opgewekt. In de instort
met dicht op elkaar geplaatste rollen of glijdondersteuning
speelt dit probleem niet. Het opgeworpen
talud blijft in een vlakkere trog goed intact.
Opvoerende band
Bij een instortgeleiding op een opvoerende band
is een optimaal contact met de band gewenst.
Contact met de niet meebewegende, opstaande
wanden moet juist worden vermeden. De langere
versnellingsweg en grote laagdikte in het begin
van het versnellingsgebied pleiten voor een diepe
trog resp. een groot beschikbaar volume. Een vijfdelige
trog of dieptrog in het instortgebied geeft
hier de beste resultaten.
Bij een conventionele instortgeleiding is het stortgoed
tot aan de uitloop in wrijvend contact met
de zijwanden en de afdichting van de instortgeleiding.
Dit contact reduceert de versnelling van
het stortgoed. Bij de hier behandelde instortmethoden
heeft het stortgoed alleen aanvankelijk
een wrijvend contact met de instortgeleiding, afhankelijk
van het volume bepaald door de beginsnelheid.
De gereduceerde of eventueel volledig
opgeheven weerstand zorgt voor een optimale
versnelling van het stortgoed, waardoor het onder
een steilere hoek kan worden opgevoerd.
beladingshoogte in
mm
doorsnede
zonder
taludhoek
in m 2
doorsnede
met 15º
taludhoek
in m 2
Introglengte
De genoemde instortmethoden brengen met zich
mee dat de transportband een zekere mate van
vervorming ondergaat en dat de band daarom
niet te stijf moet zijn. Een vuistregel is dat de introglengte
voor textiel weefselbanden minimaal
acht maal het hoogteverschil tussen trogband en
bandrand moet zijn. Voor staalkoord banden moet
hiervoor een factor zestien worden aangehouden.
Verder moeten de randspanningen worden gecontroleerd
waarbij de veiligheidsfactoren van de
opgerekte bandranden niet mogen worden overschreden
of bandspanningen in het centrale deel
van de band zelfs negatief worden. De veiligheidsmarge
moet voor de randspanningen in de
meest extreme situatie boven de 3,5 blijven. BULK
[1] Johan Brands, ‘Instortgeleiding essentieel voor succesvol
bandtransport (2)’, Bulk nr. 4, p. 24-26, juni 2009
uitwisseling
vlakken in m 2
uitwisseling
vlakken in %
benutting
beschikbare
doorsnede
1
driedelig 30º 30º 118 0,068 0,110 0,000 0,0 62,0%
2
driedelig 45º 30º 155 0,083 0,110 0,011 12,8 75,5%
3 ProLoad 25º 140 0,091 0,102 0,007 7,7 89,2%
4 vijfdelig trogstel 30º 175 0,092 0,110 0,018 19,6 83,6%
5 ProLoad 30º 155 0,100 0,110 0,008 7,8 90,9%
6 ProLoad 45º 166 0,108 0,121 0,007 6,5 89,3%
7 driedelig dieptrog 30º 230 0,110 0,110 0,028 25,5 100,0%
Afb. 4 Vergelijking van instortgeleidingen voor 1000 mm brede transportbanden
VERVOLG-ARTIKEL OVER DE
INSTORTGELEIDING
In een volgende uitgave van Vakblad Bulk zal het vierde
deel van de artikelenserie over het ontwerp van de instortgeleiding
worden gepubliceerd. In dit deel wordt de
weerstand behandeld die het stortgoed ondervindt als gevolg
van het contact met de instortgeleiding. Deze weerstand
is er de oorzaak van dat de gemiddelde snelheid van
het product dat de instortgeleiding verlaat, lager is dan de
bandsnelheid. Tevens oefent deze weerstand een negatieve
invloed uit op de versnelling van het stortgoed.
2425
BULK5/6
September
2009