Lees verder.. - Philips Pensioenfonds

26
de kunst die Jan maakt, is grofweg in te delen in twee soorten
werken: de esthetische kunstwerken en de maatschappelijk
relevante kunstwerken. In de esthetische werken toont Jan zich
een ware romanticus. Het zijn veelal beelden van dansers en
musici in brons en natuursteen. Zijn maatschappijkritische
houding is terug te vinden in werken waarin hij thema’s als
kapitalisme, overbevolking, religie en mechanisatie van de
mens verbeeldt in marmer en staal. Zijn inspiratiebron is
de maatschappij met daarin de mens als het centrale punt.
de enorme invloed van de mens op het milieu heeft Jan
ervaren tijdens zijn vele reizen voor Philips en later dHV.
Prima broodheer
de geboren Helmonder doorliep zijn middelbare opleiding op
de Philips-school. “Ik volgde er een opleiding tot chemiciën”,
vertelt Jan. “In 1958 begon ik op het Keramisch lab in eindhoven.
Ik werkte daarna onder meer op de productieafdeling voor
batterijen en op het ontwikkelcentrum voor halffabrikaten bij
elcoma, het bedrijfsonderdeel dat componenten produceerde.
Naast mijn werk volgde ik nog aanvullende opleidingen en op
mijn 25-ste studeerde ik af als chemisch technoloog. Bij elcoma
deed ik mijn eerste ervaring op met milieuzaken. In die tijd
wilde de heer frits Philips dat het bedrijf op een nette, minder
milieubelastende manier ging produceren. Ik onderzocht hoe
Philips haar industriële processen kon verbeteren. Milieu was
nog totaal onontgonnen gebied en ik vond het fantastisch.”
Negen jaar lang was Jan binnen het ‘Architecten- en
Ingenieursbureau’ (AIB) belast met het doorlichten van de
productieprocessen van Philips en het bedenken van
milieutechnische oplossingen. “deze oplossingen moest ik
toepassen bij bedrijven in Nederland, europa en het Verre
oosten”, vervolgt Jan. “Bij het AIB heb ik me het beste
thuisgevoeld. Het werken en reizen heb ik met veel plezier
gedaan. onderlinge cultuurverschillen werden met humor en
begrip tegemoet getreden en ik voelde me overal zeer
gewaardeerd. Philips was een prima broodheer. Het bedrijf is
zo groot, je kunt er alle kanten op. Ik had er graag de rest van
mijn werkzame leven doorgebracht”. Toen Philips zich echter
meer op zijn kerntaken ging richten, werd het AIB verkocht
aan het ingenieursbureau dHV. daar werkte Jan in dezelfde
branche tot zijn pensionering.
Scheppen van ideeën
Rond zijn 50-ste zag Jan dat er in het leven meer bestond
dan alleen werken. “Mijn vader was timmerman, een echte
handige vakman. Zijn handen konden maken wat zijn ogen
zagen. Hij was een ware meester in het scheppen van dingen.
In zijn vrije tijd schilderde hij graag”, vertelt Jan. Na zijn
overlijden erfde ik zijn schildersspullen en werd mijn interesse
in kunst gewekt. In het schilderen kon ik echter mijn ei niet
kwijt. Ik denk ruimtelijk en kwam zo bij het beeldhouwen
terecht.” Jan volgde lessen bij beeldhouwers in Nederland,
België en Italië. Hij leerde er de techniek van het
beeldhouwambacht en het creëren van zijn ideeën in steen.
Kunstgeschiedenis en anatomie studeerde hij thuis in zijn
vrije tijd en tekenen aan de Kunstacademie in Turnhout.
Tijdens reizen naar het Italiaanse Carrara, het mekka van de
beeldhouwkunst, bekwaamde hij zich in het bewerken van
marmer. Voor zijn eerste werken liet Jan zich vooral inspireren
door Michelangelo en Picasso, maar ook door enkele
Nederlandse beeldhouwers. langzamerhand ontwikkelde hij