Studies (boeken) - 150 jaar in de voetsporen van Soren Kierkegaard

IN DE VOETSPOREN 21
van Søren Kierkegaard over waarheid en subjectiviteit, 2 dln. (Doct. scr. Godgeleerdheid
Katholieke Universiteit Nijmegen). 2002.
14 Bruyn, Goedele le: Over ironie en kennis van de waarheid bij S. Kierkegaard
beschouwd in Kierkegaards dissertatie: Over het begrip ironie in voortdurende
verwijzing naar Socrates en toegepast in twee werkjes van Kierkegaards pseudoniem
Johannes Climacus: Johannes Climacus of Men moet aan alles twijfelen: een
vertelling, Wijsgerige kruimels. (Eindverhandelingen Universiteit Antwerpen).
Antwerpen, 2005. 153 p. (UA-FILO. vol. 2005: 23)
15 Caes, Myriam: Angst, zonde en vrijheid: Sören Kierkegaard in gesprek met de traditie
en met de rationalisten van zijn tijd. (Diss. lic. HIW, Kath. Univ. Leuven). s. n.,
Leuven, 2002. 126, V p.
16 Capel, M. E.: Het demonische in relatie tot het ethisch-religieuze aspect in de
pseudonieme werken van Kierkegaard. (Doct. scr. Wijsbegeerte Katholieke
Universiteit Brabant). Tilburg, 1996. 93 p., 30x21 cm.
17 Cruysberghs, Paul: De ethiek van Søren Kierkegaard. (Diss. lic. Wijsbegeerte,
Katholieke Universiteit Leuven). Leuven, 1966. xii-233 p., 30x21 cm.
18 Dokter, Taeke: De structuur van Kierkegaard's oeuvre. (Proefschrift Rijksuniversiteit
Groningen). Van Gorcum, Assen, 1936. 164 p., 24x16 cm.
19 Doedens, Udo Gerhardus Martin: Het eenvoudige leven. Volgens Søren Kierkegaard.
(Met een samenvatting in het Engels). (Proefschrift Universiteit Leiden). Ten Have,
Baarn, 1999. 565 p., 24x16 cm.
20 Doude van Troostwijk, Christiaan Hendrik: Tragisch schaduwtheater: Kierkegaard over
tragiek als belichting van geloof. (Doct. scr. Godgeleerdheid, Universiteit van
Amsterdam). Amsterdam, 1989. 148 p., 30x21 cm.
21 Du Toit, Andries Bernhardus: Die tyd as antropologiese kategorie by Kierkegaard.
(M.A. skripsie Universiteit van Stellenbosch). Stellenbosch, 1962. 339 bl., 34 cm.
22 Du Toit, Petrus Jacobus: Die transendensie-begrip by Kierkegaard. (M.A. verhandeling
Universiteit van Stellenbosch). Stellenbosch, 1970. v-161 blaaie, 30 cm.
23 Du Toit, Andrew Pieter: Die kategorie van die enkeling by Søren Kierkegaard en Max
Stirner. (M.A. Filosofie Universiteit van Pretoria). Pretoria, 1971. iv-113 p., 31 cm.
24 Du Toit, Andrew Pieter: Die verhouding tussen die etiese en die religieuse stadiums by
Søren Kierkegaard. (Proefschrift Universiteit van Pretoria). Pretoria, 1977. ii-199 p.,
21 cm.
25 Eberhard-Dercksen, Leontien: De betekenis van de subjectiviteit bij Hegel en
Kierkegaard. (Doct. scr. Godgeleerdheid, Universiteit van Amsterdam). Amsterdam,
1973. 82 p., 30x21 cm.
26 Elst, Annette van der: Drie filosofen op zoek naar één: Kierkegaard, Wittgenstein en
Lacan over de grenzen van het denken, het onzegbare en de passie. (Diss. lic. Vrije
Universiteit Brussel). VUB, Brussel, 2002. 117 p.
27 Engelbrecht, Barend Jacobus: Die tydsstruktuur in die gedagtekompleks Hegel-Kierkegaard-Barth.
(Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen). "Groninger Schrijfkamer",
Groningen, 1949. 83 p., 35½x21½ cm.
28 Ewijk, Trees van: Het gelijk van het verlangen: de werkelijkheid van Kierkegaard.
(Doct. scr. Wijsbegeerte, Universiteit van Amsterdam). Amsterdam, 1981. 49 p.,
30x21 cm.
29 Fetter, Johan Carel Antonie: Henrik Ibsen: onderzoek naar zijn godsdienstig gemoedsbestaan
en zijn verhouding tot het Christendom in de eerste periode van zijn leven
(1828-1873) (Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen). J. Ploegsma, Zwolle, 1917.