20.09.2013 Views

Alumni Nieuwsbrief 7 - Faculteit der Bewegingswetenschappen

Alumni Nieuwsbrief 7 - Faculteit der Bewegingswetenschappen

Alumni Nieuwsbrief 7 - Faculteit der Bewegingswetenschappen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Alumnus in het buitenland<br />

Ik begon in 1989 met de studie<br />

<strong>Bewegingswetenschappen</strong> aan de VU en ik<br />

ben in 1995 afgestudeerd met hoofdvakken<br />

inspanningsfysiologie en anatomie en bijvak<br />

psychologie.<br />

Carla Geurts<br />

Carla.geurts@gmail.com<br />

Omdat er destijds nog echte<br />

studiefinanciering was gebruikte ik de volle 6<br />

jaar om meer<strong>der</strong>e richtingen te doen. Ik vond<br />

alle vakken interessant, als het maar met de<br />

mens te maken had. Mijn eerste keuze was<br />

inspanningsfysiologie en na een jaar besloot<br />

ik ook anatomie als hoofdrichting te doen. Ik<br />

had ook psychologie als hoofdrichting willen<br />

doen maar aangezien ik me ook al had<br />

aangemeld bij de zwemclub “De Dolfijn”<br />

kwam ik tijd te kort. Fietsend tussen<br />

Uilenstede en het Sloterparkbad (goed voor<br />

zo’n 2.5 uur per dag) gecombineerd met 3.5<br />

uur zwemtraining en krachttraining leerde ik<br />

in boeken en aan den lijve van alles over het<br />

menselijk bewegen. De Dolfijn was destijds<br />

de beste club van Ne<strong>der</strong>land met oud-<br />

Olympiagangers Connie van Bentum en<br />

Jolanda de Rover. Geïnspireerd door deze en<br />

an<strong>der</strong>e zwemmers nam mijn internationale<br />

zwemcarrière een aanvang en zoals Dr.<br />

Hollan<strong>der</strong> bij mijn afstu<strong>der</strong>en opmerkte: ‘er<br />

was een hoge correlatie tussen mijn<br />

zwemtijden en mijn cijfers; beide gingen naar<br />

beneden’, wat in het zwemmen een goed<br />

teken was.<br />

Na mijn afstu<strong>der</strong>en in december 1995 wijdde<br />

ik het grootste deel van mijn dag aan het<br />

trainen voor de Olympische Spelen in Atlanta.<br />

De kennis die ik had opgestoken tijdens mijn<br />

studie gebruikte ik dagelijks, waarschijnlijk<br />

tot grote ergenis van de trainers. Deelname<br />

aan de Olypische Spelen was een geweldige<br />

gebeurtenis. Ik zwom finales op de 400m,<br />

800m en 4x200m vrije slag in een 10,000<br />

koppig stadion, iets dat bij het zwemmen<br />

weinig voorkomt en ik zwom mijn persoonlijk<br />

beste tijden in al mijn nummers. Na Atlanta<br />

ben ik naar Canada vertrokken om via het<br />

zwemmen wat van de wereld te zien. Ik<br />

leefde uit een koffer, zwervend over de hele<br />

wereld; op trainingskamp, naar wedstrijden;<br />

dan weer in Ne<strong>der</strong>land, dan weer in Canada.<br />

Ik was in feite een professioneel atleet,<br />

alleen zwaar on<strong>der</strong>betaald. Ik besloot in 2000<br />

dat ik er nog een keer voor wilde gaan. Na<br />

vele ‘ups & downs’ haalde ik de OS in Sydney,<br />

maar ditmaal echter met meer moeite. Ik was<br />

on<strong>der</strong>tussen 29 jaar en de kennis die ik had<br />

vergaard over het menselijk lichaam begon<br />

me tegen te werken. Mijn kennis over het<br />

effect van leeftijd op prestatie hielp niet in<br />

de voorbereiding. Toch haalde ik weer de<br />

finale in Sydney op de 400m vrije slag en<br />

zwom ik mijn persoonlijk beste tijd ditmaal<br />

op de 200m vrije slag.<br />

Na de OS wilde ik nog een jaar doortrainen<br />

om naar de Wereldkampioenschappen in<br />

Japan te gaan. Ik begon me ook te realiseren<br />

dat OS zwemmen leuk was maar dat aan het<br />

eind van een sollicitatiegesprek mensen toch<br />

vragen: ‘en wat heb je ver<strong>der</strong> nog gedaan?’.<br />

Ik ging daarom terug naar de universiteit<br />

(University of New Brunswick in Fre<strong>der</strong>icton)<br />

om een paar cursussen te doen. Een van mijn<br />

professoren haalde me over om een promotie<br />

on<strong>der</strong>zoek te doen. Na de WK in Fukuoka<br />

begon ik in september 2001 aan mijn nieuwe<br />

uitdaging: een interdisciplinary PhD in<br />

neurofysiologie en thermoregulatie. Ik<br />

on<strong>der</strong>zocht de vraag of mensen die<br />

regelmatig in de winter handenarbeid<br />

moesten leveren daar na verloop van tijd aan<br />

gingen wennen. Een erg toepasselijke vraag<br />

in een land waar het ’s winters -40°C kan<br />

worden. Ik volgde een groep electriciens die<br />

aan hoogspanningsdraden werkten bij<br />

temperaturen tussen de -10 en -40°C. Ik vond<br />

een kleine adaptatie aan temperatuur en<br />

gevoelstemperatuur maar geen adaptatie in<br />

de spieren of prestatie.<br />

Ik ben in 2003 getrouwd met een Canadees,<br />

in 2005 gepromoveerd en met mijn man naar<br />

Hamilton, Ontario verhuisd. Ik werk op het<br />

ogenblik in een Anatomie laboratorium op<br />

McMaster University in Hamilton. Ik fiets nog<br />

steeds naar mijn werk wat me in mid-winter<br />

met temperaturen van -15°C rare blikken<br />

oplevert. Ik zwem nog elke dag en ben steeds<br />

weer op zoek naar nieuwe uitdagingen. Ik<br />

ben net terug van het Wereldkampioenschap<br />

reddend zwemmen in Australie. Een sport<br />

waarmee ik afgelopen zomer begonnen ben en<br />

die weliswaar veel te maken heeft met<br />

zwemmen maar ook hele an<strong>der</strong>e kanten heeft<br />

zoals kayaken en paddelen. Menselijke<br />

prestaties blijven me fascineren en ik hoop ze<br />

nog lang persoonlijk en in mijn werk te kunnen<br />

blijven on<strong>der</strong>zoeken.<br />

Naschrift: per 1 juli treed ik in dienst van Brock<br />

University in St.Catherines, Ontario (vlak bij de<br />

Niagara watervallen) als Assistant Professor.<br />

Het leven na de studie<br />

<strong>Bewegingswetenschappen</strong><br />

Een noodzakelijke maar geslaagde<br />

loopbaanwending.<br />

Naam: Luc van Agt<br />

Jaar van afstu<strong>der</strong>en: 1987<br />

Afstudeerrichting: Inspanningsfysiologie<br />

In augustus 1981 toog ik als 25 jarige 1 e jaars<br />

student aan de Interfaculteit voor Lichamelijke<br />

Opvoeding naar Amsterdam, zon<strong>der</strong> een direct<br />

besef te hebben wat me te wachten stond.<br />

De keuze voor deze studie was weliswaar<br />

een bewuste, maar ook een noodzakelijke.<br />

Na mijn opleiding aan de Academie voor<br />

Lichamelijke Opvoeding, mijn militaire<br />

dienstplicht in Seedorf en an<strong>der</strong>half jaar<br />

docent lichamelijke oefening, stortte mijn<br />

wereld in, omdat ik door een chronische<br />

ernstige blessure afgekeurd werd voor het<br />

vak waar ik bewust en met volle overtuiging<br />

voor gekozen had.<br />

Omdat mijn wereld eigenlijk alleen maar om<br />

sport draaide, was de keuze voor een<br />

vervolgopleiding aan de IFLO min of meer<br />

logisch, iets an<strong>der</strong>s wilde ik niet en kon ik<br />

niet bedenken.<br />

Vreemd was het wel, stu<strong>der</strong>en aan een<br />

Universiteit in Amsterdam met veelal veel<br />

jongere jaargenoten terwijl ik als bagage een<br />

HBO opleiding en een strak gedisciplineerd<br />

militair avontuur meebracht. Bovendien<br />

trouwden mijn vrouw en ik in september en<br />

bleven we in Eindhoven wonen omdat mijn<br />

vrouw daar een leuke baan had en er ook<br />

nog dagelijks trainde.<br />

Kortom, wennen aan weer opnieuw stu<strong>der</strong>en,<br />

reizen en vooral een heel an<strong>der</strong>e manier van<br />

on<strong>der</strong>wijs dan dat ik op het HBO gewend<br />

was.<br />

Ik wist al zeker dat ik Inspanningsfysiologie<br />

als hoofdstudierichting zou kiezen, maar mijn<br />

eerst tentamen bij Peter Hollan<strong>der</strong> was een<br />

forse domper: een 4 !!<br />

Blijkbaar werkte het op de Universiteit<br />

an<strong>der</strong>s en uiteindelijk heb ik dat ook wel<br />

kunnen oppakken hetgeen resulteerde in<br />

mijn afstu<strong>der</strong>en in 1987 met in<strong>der</strong>daad<br />

hoofdrichting Inspanningsfysiologie. Ik ben<br />

Peter nog steeds dankbaar, maar heb hem<br />

ook vaak vervloekt om zijn eindeloze<br />

vraagtekens bij zaken die door mij vanuit de<br />

trainingsleer als zekerheid werden<br />

beschouwd.<br />

Hoewel ik destijds als trainer/coach van<br />

sprinters en meerkampers in de atletiek<br />

aktief was en dus niets had te maken met de<br />

anaerobe drempel, was het op dat moment<br />

een hot item bij vrijwel alle duursporters.<br />

Peter kon daar op zijn bekende welhaast<br />

cynische, maar nuchtere en humoristische<br />

wijze op reageren. Dit tot grote wanhoop van<br />

studenten zoals ik, we hadden het toch<br />

immers goed geleerd tijdens de<br />

trainerscursus. Toch wist Peter ons op grond<br />

van wetenschappelijke argumenten te<br />

overtuigen en die kritische denkwijze heeft<br />

hij er bij ons ingetimmerd.<br />

Tijdens de eindfase van mijn studie ben ik<br />

terecht gekomen bij PSV voetbal en<br />

behoudens een korte periode van twee jaar<br />

bij de GGD ben ik daar nu nog steeds<br />

werkzaam. Gedurende een periode van 10<br />

jaar heb ik mijn werk aldaar gecombineerd<br />

met een functie bij het St. Annaziekenhuis in<br />

Geldrop alwaar ik mede verantwoordelijk<br />

was voor de realisatie en het management<br />

van een Medisch Sportcentrum. Vanaf 1999<br />

ben ik full time werkzaam bij PSV als<br />

inspanningsfysioloog, conditie- en<br />

revalidatietrainer.<br />

Hoewel de inspanningsfysiologische<br />

begeleiding binnen het voetbal lang niet zo’n<br />

prominente rol vervult als bij sommige<br />

individuele sporten, is er de laatste jaren een<br />

schoorvoetende toena<strong>der</strong>ing tussen deze tak<br />

van de wetenschap en het voetbal te<br />

bespeuren.<br />

Naast het periodiek fysiek testen van spelers,<br />

het adviseren van de technische staf omtrent<br />

het plannen van trainingsblokken en het<br />

bewaken van de trainingsomvang en –<br />

intensiteit is er bij PSV een aantal<br />

interessante ontwikkelingen gaande.<br />

Samen met TNO wordt er binnen het project<br />

“Training van de Toekomst” gekeken in<br />

hoeverre het mogelijk is om het<br />

trainingsproces van voetballers beter te<br />

sturen als we gebruik kunnen maken van de<br />

huidige technologische mogelijkheden. Met<br />

name voor opleidingsdoeleinden is dit zeer<br />

interessant. Inmiddels kunnen we via het LPM<br />

systeem exact de positie van spelers tijdens<br />

training volgen gekoppeld aan real time<br />

metingen van de hartslag. Het is dus mogelijk<br />

om direct tijdens de training in te grijpen, als<br />

daar tenminste aanleiding toe is. Bovendien is<br />

er veel meer betrouwbare informatie<br />

beschikbaar over het effect van trainingen en<br />

kunnen deze direct na afloop van de training<br />

met spelers besproken worden Er bestaan<br />

nog veel meer vragen die binnen dit project<br />

mogelijk beantwoord kunnen worden.<br />

Daarbij wordt on<strong>der</strong> an<strong>der</strong>e ook<br />

samengewerkt met de Universiteit van<br />

Groningen (Koen Lemmink), waarbij ook<br />

zaken als kijkgedrag van spelers en<br />

talentherkenning aan de orde komen.<br />

Kortom een boeiend werkveld waarbij ik als<br />

voormalig gymnastiekleraar, atletiektrainer<br />

en IFLO er mijn ei volledig kwijt kan. Als je<br />

dan ook nog gevraagd wordt om voor de<br />

tweede maal (1998 en 2006) het ne<strong>der</strong>lands<br />

voetbalelftal te begeleiden op weg naar en<br />

tijdens het WK voel je je een bevoorrecht<br />

mens.<br />

Als pure atletiekman ben ik dus uiteindelijk<br />

als professional in het voetbal terechtkomen.<br />

Blijkbaar zijn onze drie kin<strong>der</strong>en ook met dit<br />

virus besmet, want ze voetballen met veel<br />

plezier bij de plaatselijke Veldhovense<br />

voetbalclub UNA. Onze dochter lijkt echter<br />

het voorbeeld van haar moe<strong>der</strong> te gaan<br />

volgen en heeft naast het voetbal haar eerste<br />

schreden gemaakt op de atletiekbaan. Er is<br />

misschien nog hoop.<br />

Hoewel onze kin<strong>der</strong>en geen<br />

bewegingswetenschappen zullen gaan<br />

stu<strong>der</strong>en, kan ik deze studie toch bij veel in<br />

sport en bewegen geïnteresseerde jongeren<br />

aanbevelen. Ik zou het opnieuw doen,<br />

waarbij ik moet aantekenen dat ik mijn<br />

huidige werk absoluut niet kon doen zon<strong>der</strong><br />

de achtergrond van gymnastiekleraar en de<br />

vele trainerscursussen. De opleiding aan de<br />

IFLO heeft naar mijn mening de zaak<br />

compleet gemaakt. De juiste mix van<br />

theoretisch inzicht, kritische grondhouding en<br />

praktische ervaring op het gebied van trainen<br />

en het omgaan met sporters in de echte<br />

praktijk, maakt het dat ik dit werk met<br />

ongelooflijk veel plezier doe.<br />

En wie had dat kunnen denken toen ik in<br />

1981 de VU binnenstapte.<br />

Alumnus nummer 19XX<br />

In het ka<strong>der</strong> van de afstudeerrichting<br />

psychomotorische therapie, hebben<br />

Daphne Teune en ik (Annelies<br />

Jonkman) on<strong>der</strong>zoek gedaan naar de<br />

motorische problemen van kin<strong>der</strong>en<br />

met een Autisme Spectrum Stoornis<br />

(ASS) in vergelijking met die van<br />

kin<strong>der</strong>en met een Developmental<br />

Coordination Disor<strong>der</strong> (DCD). Deze<br />

studie werd uitgevoerd als on<strong>der</strong>deel<br />

van een grootschaliger on<strong>der</strong>zoek naar<br />

het psychomotorisch functioneren van<br />

kin<strong>der</strong>en met een<br />

bewegingsachterstand en/of psychische<br />

problemen, het promotieon<strong>der</strong>zoek van<br />

drs. Claudia Emck.<br />

Onze on<strong>der</strong>zoeksstage vond plaats op<br />

de Bascule, een instelling voor kin<strong>der</strong>en<br />

jeugdpsychiatrie te Amsterdam.<br />

Voor het in kaart brengen van het<br />

psychomotorisch functioneren hebben<br />

we verschillende tests en instrumenten<br />

gebruikt. Bij de ou<strong>der</strong>s/verzorgers van<br />

het kind werden een gestructureerd<br />

interview en verschillende vragenlijsten<br />

afgenomen over het psychisch en<br />

sociaal functioneren van het kind. Ook<br />

de leerkracht van het kind diende een<br />

vragenlijst over de aanwezigheid van<br />

diverse problemen van het kind in te<br />

vullen. Bij het kind werden twee<br />

motorische tests afgenomen om de<br />

kwaliteit en de kwantiteit van de grove<br />

motoriek in kaart te brengen. Tevens<br />

werd een bewegingsobservatie<br />

uitgevoerd door de psychomotorisch<br />

therapeut van de Bascule. Tenslotte<br />

werd bij het kind ook een vragenlijst

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!