Gebruikershandleiding - Handleidingen
Gebruikershandleiding - Handleidingen
Gebruikershandleiding - Handleidingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Gebruikershandleiding</strong>
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES<br />
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28.<br />
Elektrische aansluiting<br />
Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.<br />
Opmerkingen over de veiligheid<br />
• Deze naaimachine is niet bedoeld voor gebruik door personen (ook kinderen) met verminderde lichamelijke,<br />
zintuiglijke of mentale functies, of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht<br />
staan of geïnstrueerd worden over het gebruik van de naaimachine door een persoon die verantwoordelijk<br />
is voor hun veiligheid.<br />
• Kinderen moeten onder toezicht staan, zodat ze niet met de naaimachine kunnen spelen.<br />
• Een naaimachine mag nooit zonder toezicht met de stekker in het stopcontact blijven staan.<br />
• Verwijder direct na gebruik en voordat u de machine schoonmaakt de stekker van de naaimachine uit het<br />
stopcontact.<br />
• Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald, zoals een<br />
draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, een andere naaivoet plaatsen en dergelijke.<br />
• Gebruik de naaimachine nooit als het snoer of de stekker beschadigd zijn.<br />
• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de<br />
naaimachinenaald.<br />
• Draag een veiligheidsbril.<br />
• Gebruik deze naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor de naaimachine bedoeld is en zoals<br />
die worden beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent zijn aanbevolen<br />
zoals in deze handleiding wordt beschreven.<br />
Bij het wegdoen van dit product moet u erop letten dat het op<br />
de juiste wijze wordt gerecycled volgens de nationale richtlijnen<br />
voor elektrische/elektronische producten. In geval van<br />
twijfel kunt u voor assistentie contact opnemen met uw dealer.
Van harte gefeliciteerd!<br />
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe PFAFF® naaimachine. Als naailiefhebster heeft u<br />
een naaimachine gekocht die het allernieuwste biedt op het gebied van design en technologie en<br />
waarmee u uw creatieve ideeën kunt verwezenlijken.<br />
Neem voordat u aan de slag gaat de tijd om deze handleiding door te lezen. U zult al snel<br />
ontdekken hoe u optimaal gebruik kunt maken van uw machine. Onze offi ciële PFAFF® dealers<br />
zullen u natuurlijk ook altijd met plezier willen adviseren.<br />
Met uw PFAFF® ambition naaimachine zult u zonder twijfel een compleet nieuwe dimensie<br />
van naaien ervaren!<br />
Let op: De naaimachinemodellen worden in deze handleiding genoemd met hun volledige naam of gewoon als 1.5 en 1.0.<br />
Inleiding 1:4<br />
Machineoverzicht ........................................................................ 1:4<br />
Accessoires .................................................................................... 1:6<br />
Stekenoverzicht ........................................................................... 1:7<br />
Alfabetten .....................................................................................1:10<br />
Voorbereidingen 2:1<br />
Uitpakken ....................................................................................... 2:1<br />
Aansluiten op de stroomvoorziening ................................. 2:1<br />
De machine opbergen na het naaien ................................ 2:1<br />
Vrije arm ......................................................................................... 2:2<br />
De basisplaat van de naaimachine waterpas zetten ... 2:2<br />
De naaimachine in een naaitafel monteren .................... 2:2<br />
Draadafsnijder ............................................................................. 2:2<br />
Garenpennen ................................................................................ 2:2<br />
De machine inrijgen .................................................................. 2:3<br />
Draadinsteker ............................................................... 2:4<br />
Een tweelingnaald inrijgen ........................................ 2:4<br />
Spoelen ........................................................................................... 2:5<br />
De spoel plaatsen ....................................................................... 2:6<br />
IDT (ingebouwd dubbel transport) .................................. 2:6<br />
Naaivoetdruk ................................................................................ 2:7<br />
Draadspanning ............................................................................ 2:7<br />
Naalden .......................................................................................... 2:8<br />
De naald vervangen ................................................................... 2:9<br />
De transporteur verzinken ...................................................... 2:9<br />
Naaivoetlichter ............................................................................. 2:9<br />
Een naaivoet verwisselen ......................................................... 2:9<br />
Toetsen van de ambition 1.5 naaimachine ............. 2:10<br />
Touch-screen van de ambition 1.5 naaimachine ....2:11<br />
Toetsen van de ambition 1.0 naaimachine ............. 2:12<br />
Grafi sch display van de ambition 1.0 naaimachine ....2:13<br />
Instellingen ..................................................................................2:14<br />
Inhoudsopgave<br />
Naaien 3:1<br />
Naaimodus - overzicht (1.5) .................................................. 3:1<br />
Een steek selecteren ..................................................... 3:1<br />
Naaimodus - overzicht (1.0) .................................................. 3:2<br />
Een steek selecteren ..................................................... 3:2<br />
Stekeninformatie ......................................................................... 3:2<br />
Aanpassingen aan steken ....................................................... 3:3<br />
Afhechtopties ................................................................................ 3:5<br />
Persoonlijke steek opslaan ..................................................... 3:6<br />
Een persoonlijke steek laden ................................................. 3:6<br />
Naaitechnieken ............................................................................ 3:7<br />
Genaaide zigzagsteek ................................................. 3:7<br />
Knoopsgaten ................................................................ 3:7<br />
Een knoop aannaaien .................................................. 3:8<br />
Stoppen en verstellen .................................................. 3:9<br />
Zomen naaien in dikke stof........................................ 3:9<br />
Quilten ........................................................................ 3:10<br />
Blindzomen ................................................................ 3:11<br />
Ritssluitingen naaien ................................................. 3:11<br />
Algemene naaipop-ups ..........................................................3:12<br />
Reeksen 4:1<br />
Overzicht ........................................................................................ 4:1<br />
Een reeks maken ........................................................................ 4:1<br />
Het alfabet gebruiken ..........................................4:2-4:3<br />
Steken aanpassen ......................................................... 4:4<br />
Steken of letters van een reeks verwijderen ............ 4:4<br />
Tekst combineren met decoratieve steken ............... 4:5<br />
Uw reeksen beheren .................................................................. 4:5<br />
Reeks opslaan ............................................................... 4:5<br />
Reeks laden ................................................................... 4:6<br />
Een reeks naaien ......................................................................... 4:6<br />
Onderhoud 5:1<br />
De naaimachine reinigen ........................................................ 5:1<br />
De steekplaat vervangen.......................................................... 5:1<br />
Problemen oplossen ................................................................. 5:2
Inleiding<br />
1:4<br />
Inleiding<br />
Machineoverzicht<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
Voorkant<br />
1. Klep met stekenoverzicht<br />
2. Draadinrijggleuven<br />
3. Snelheidsregelaar<br />
4. Draadafsnijder<br />
5. LED-lichten<br />
6. Ingebouwde draadinsteker<br />
7. Knoopsgathendel<br />
8. Naaldstang<br />
9. Steekplaat<br />
10. Spoelhuisdeksel<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
5<br />
17<br />
20<br />
11. Onderste draadgeleider<br />
12. Naaivoetlichter<br />
13. Naaldschroef<br />
14. Bovendraadgeleider<br />
15. Naaivoetstang en naaivoethouder<br />
16. Naaivoet<br />
17. Vrije arm<br />
18. Toetsen en touch-screen (ambition 1.5)<br />
19. Handwiel<br />
20. Toetsen en grafi sch display (ambition 1.0)<br />
18<br />
19
Onderdelen bovenkant<br />
21. Knop naaivoetdruk<br />
22. Draadgeleiders<br />
23. Garenschijven<br />
24. Gat voor extra garenpen<br />
25. Spoelgeleider en spoelas<br />
26. Draadhefboom<br />
27. Draadspanningsplaatjes<br />
28. Draadspanningswieltje<br />
29. Opspoelspanningsschijf<br />
30. Stylus (ambition 1.5)<br />
31. Onderdraadafsnijder<br />
Achterkant<br />
32. Hoofdschakelaar, aansluitingen voor netsnoer en<br />
voetpedaal<br />
33. Greep<br />
34. Naaivoetlichter<br />
35. IDT<br />
36. Schuif voor het verzinken van de transporteur<br />
Accessoiredoos<br />
In de accessoiredoos zitten speciale vakjes voor naaivoeten<br />
en spoeltjes, en er is ook ruimte voor naalden<br />
en andere accessoires. Berg de accessoires op in de<br />
doos zodat u ze altijd binnen handbereik heeft.<br />
37. Ruimte voor accessoires<br />
38. Uitneembaar bakje voor naaivoeten<br />
39. Uitneembare spoelhouder<br />
21<br />
26 27 28 29 30 31<br />
32<br />
22 23 24 25<br />
38<br />
39<br />
33<br />
34<br />
37<br />
36<br />
35<br />
1:5<br />
Inleiding
Inleiding<br />
1:6<br />
Accessoires<br />
Bijgeleverde accessoires<br />
40. Spoelen (5) (#416475801)<br />
41. Vilten onderlegger<br />
42. Schroevendraaier voor steekplaat<br />
43. Multifunctioneel gereedschap<br />
44. Garenschijf, groot (2)<br />
45. Garenschijf, klein<br />
46. Tornmesje en borsteltje (in één)<br />
47. Stylus (ambition 1.5)<br />
48. Geleider voor doorstikken/quilten<br />
49. Extra garenpen<br />
Niet afgebeelde bijgeleverde<br />
accessoires<br />
• Voetpedaal<br />
• Netsnoer<br />
• Naalden<br />
• Harde beschermkap<br />
Naaivoeten<br />
Standaardnaaivoet 0A met IDT systeem (op de naaimachine bevestigd bij levering)<br />
Deze naaivoet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met<br />
een steeklengte van meer dan 1,0 mm.<br />
Siersteekvoet 1A met IDT systeem<br />
Deze naaivoet wordt gebruikt voor decoratieve steken. De groef in de onderkant van<br />
de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.<br />
Siersteekvoet 2A<br />
Gebruik deze naaivoet bij het naaien van decoratieve steken of korte zigzagsteken<br />
en andere nuttige steken met een steeklengte van minder dan 1,0 mm. De groef in de<br />
onderkant van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.<br />
Blindzoomvoet 3 met IDT systeem<br />
Deze naaivoet wordt gebruikt voor blindzoomsteken. De teen op de naaivoet geleidt<br />
de stof. De rode geleider op de naaivoet moet langs de vouw van de zoomrand<br />
lopen.<br />
Ritsvoet 4 met IDT systeem<br />
Deze voet kan rechts of links van de naald op de machine worden geklikt, waardoor<br />
het eenvoudiger is om dicht bij de beide kanten van de tandjes van de rits te naaien.<br />
Verplaats de naaldpositie naar rechts of naar links om dichter langs de tandjes te<br />
naaien.<br />
Eenstaps knoopsgatvoet 5B<br />
Deze naaivoet heeft een ruimte in de achterkant waarmee de grootte van het knoopsgat<br />
kan worden ingesteld. De naaimachine naait een knoopsgat dat bij de grootte<br />
van die knoop past.<br />
Belangrijk: Controleer of het IDT systeem is uitgeschakeld als u naaivoet 2A, 5B gebruikt.<br />
40<br />
44<br />
47<br />
41<br />
45<br />
48<br />
42<br />
43<br />
46<br />
49
Stekenoverzicht<br />
Nuttige steken<br />
Steek Nummer Naam Beschrijving<br />
1.5 1.0<br />
1 1<br />
2 2<br />
3 3<br />
4 –<br />
5 4<br />
6 5<br />
7 6<br />
8 7<br />
9 8<br />
10 9<br />
11 –<br />
12 10<br />
13 11<br />
14 12<br />
15 13<br />
16 14<br />
17 15<br />
18 16<br />
19 17<br />
20 –<br />
21 18<br />
22 –<br />
23 19<br />
Rechte steek Voor aan elkaar naaien en doorstikken. Selecteer uit 29 verschillende<br />
naaldposities.<br />
Let op: Deze steek maakt een sterkere afhechting dan steek 46 (35 op de 1.0).<br />
Elastische drievoudige Versterkte naad Doorstikken.<br />
rechte steek<br />
Rechte steek achteruit Doorlopend achteruit naaien.<br />
Rijgsteek Enkele steek gebruikt om te rijgen. Druk op voetpedaal om één steek te naaien.<br />
Beweeg de stof met de hand naar de gewenste positie en druk opnieuw op het<br />
voetpedaal om nog een steek te naaien.<br />
Zigzagsteek Naden verstevigen, afwerken, elastisch naaien, kant inzetten.<br />
Zigzagsteek Naden verstevigen, afwerken, elastisch naaien.<br />
Z-zigzagsteek Applicatie, vastzetten, oogjes.<br />
Drievoudige zigzag<br />
stretchsteek<br />
Elastische steek voor decoratieve zomen of doorstikken.<br />
Genaaide zigzagsteek Elastiek naaien, stoppen, patchwork.<br />
Elastische steek Elastiek naaien, stoppen, patchwork.<br />
Drievoudige elastische<br />
steek<br />
Elastiek naaien, stoppen, patchwork en decoratief naaien.<br />
Honingraatsteek Decoratieve steek voor elastische stoffen en zomen. Ook gebruikt met elastisch<br />
garen op de spoel.<br />
Fagotsteek Stoffen en quiltvoering aan elkaar naaien, decoratieve steek voor quilten,<br />
ajoursteken.<br />
Elastische decoratieve<br />
fagotsteek<br />
Verbindingssteek voor ondergoed, badstof, leer, dikke lagen stof bij<br />
overlappende naden.<br />
Flanelsteek Elastische decoratieve zoom voor elastische stoffen.<br />
Blindzoomsteek Blindzomen naaien in geweven stoffen.<br />
Elastische<br />
blindzoomsteek<br />
Blindzomen naaien in elastische stoffen.<br />
Elastische tricotsteek Naden naaien in elastische stoffen.<br />
Gesloten overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.<br />
Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken.<br />
Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken met verstevigde rand.<br />
Elastische overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.<br />
Standaard<br />
overlocksteek<br />
Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken met verstevigde rand.<br />
1:7<br />
Inleiding
Inleiding<br />
1:8<br />
Steek Nummer Naam Beschrijving<br />
1.5 1.0<br />
24 –<br />
25 20<br />
26 –<br />
27 –<br />
28 –<br />
29 –<br />
30 –<br />
31 21<br />
32 22<br />
33 23<br />
34 24<br />
35 25<br />
36 26<br />
37 27<br />
38 28<br />
39 29<br />
40 30<br />
41 31<br />
42 32<br />
43 33<br />
44 34<br />
45 –<br />
Overlocksteek In één stap naaien en afwerken, patchwork, zomen.<br />
Gesloten overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.<br />
Overlocksteek elastische<br />
gebreide stoffen<br />
Versterkte<br />
overlocksteek<br />
Afgewerkte<br />
overlocksteek<br />
Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.<br />
Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken en verstevigen.<br />
Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken met verstevigde rand.<br />
Valse dekzoom Maak een overlockzoom in elastische stoffen die eruit ziet als een lockmachinedekzoom.<br />
Open overlock<br />
blindzoom<br />
Gesloten overlock<br />
blindzoom<br />
Maak een decoratieve overlock blindzoom in geweven stoffen.<br />
Maak een decoratieve overlock blindzoom in elastische stoffen.<br />
Linnenknoopsgat Knoopsgat voor blouses, overhemden en linnengoed.<br />
Standaardknoopsgat Basisknoopsgat voor blouses, overhemden en jasjes. Ook voor kussenslopen.<br />
Afgerond knoopsgat<br />
met lengtetrens<br />
Mantelknoopsgat met<br />
puntvormige trens<br />
Mantelknoopsgat met<br />
lengtetrens<br />
Knoopsgat voor kleding.<br />
Kleermakersknoopsgat of sierknoopsgat.<br />
Kleermakersknoopsgat voor jasjes en broeken.<br />
Afgerond knoopsgat Knoopsgat voor dunne kleding of jasjes.<br />
Elastisch knoopsgat Knoopsgat voor elastische stoffen.<br />
Knopen aannaaien Knopen aannaaien of rijgen.<br />
Oogje Nostalgische sierrand.<br />
Programmeerbare<br />
stopsteek<br />
Programmeerbare<br />
versterkte stopsteek<br />
Gaten of beschadigde stof repareren.<br />
Gaten of beschadigde stof verstevigd repareren.<br />
Trens Automatisch naden en zakken verstevigen.<br />
Jeanstrens Automatisch naden en zakken decoratief verstevigen.<br />
Siertrens Automatisch naden en zakken decoratief verstevigen.
Quiltsteken<br />
Steek<br />
1.5 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68<br />
1.0 35 - 36 37 38 - 39 - 40 - 41 42 43 44 45 - 46 47 48 - 49 - -<br />
Steek<br />
1.5 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83<br />
1.0 50 51 52 - 53 54 55 - 56 57 58 59 60 61 -<br />
Naaldkunststeken<br />
Steek<br />
1.5 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106<br />
1.0 62 - - 63 64 65 66 67 68 69 70 - 71 - 72 73 - 74 75 - - 76 77<br />
Steek<br />
1.5 107 108 109 110 111 112<br />
1.0 - 78 79 - - -<br />
Cordonsteken<br />
Steek<br />
1.5 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135<br />
1.0 80 81 - 82 - 83 84 - 85 86 - 87 - 88 89 90 91 - 92 93 94 - 95<br />
Decoratieve steken<br />
Steek<br />
1.5 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158<br />
1.0 - 96 - 97 98 - - 99 100 101 102 - - 103 104 105 106 107 - 108 - - 109<br />
Steek<br />
1.5 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181<br />
1.0 110 111 - 112 - - 113 114 115 116 - - 117 118 119 - 120 121 122 123 124 144 125<br />
Steek<br />
1.5 182 183 184 185 186 187 188 189<br />
1.0 126 - 127 - 128 129 - 130<br />
Naaitechnieksteken<br />
Steek<br />
1.5 190 191 192 193 194 195<br />
1.0 131 132 133 134 135 136<br />
1:9<br />
Inleiding
Inleiding<br />
1:10<br />
Alfabetten<br />
Block-letters<br />
Outline-letters (ambition 1.5)<br />
Script-letters (ambition 1.5)<br />
Cyrillic-letters
Voorbereidingen<br />
Uitpakken<br />
1. Plaats de doos op een stevige, vlakke ondergrond.<br />
Til de machine uit de doos, verwijder de<br />
buitenste verpakking en til de beschermkap eraf.<br />
2. Verwijder al het buitenste verpakkingsmateriaal<br />
en de plastic zak.<br />
Aansluiten op de<br />
stroomvoorziening<br />
Bij de accessoires vindt u ook de voedingskabel en<br />
het voetpedaal.<br />
Let op: Raadpleeg een erkende elektricien als u niet zeker<br />
weet hoe u de naaimachine op de stroomvoorziening moet<br />
aansluiten. Haal de stekker uit het stopcontact wanneer de<br />
machine niet wordt gebruikt.<br />
Voor deze naaimachine moet voetpedaal model<br />
C-9002 van het merk CHIENHUNG TAIWAN, LTD<br />
worden gebruikt.<br />
1. Sluit het snoer van het voetpedaal aan op het<br />
voorste contact rechts onder aan de machine (A).<br />
2. Sluit het netsnoer aan op het achterste contact,<br />
rechts onder aan de machine (B). Steek de stekker<br />
in het stopcontact.<br />
3. Zet de ON/OFF-schakelaar op ON om de voedingsspanning<br />
en het licht in te schakelen (C).<br />
De machine opbergen na het<br />
naaien<br />
1. Schakel de hoofdschakelaar uit.<br />
2. Haal de stekker van het netsnoer eerst uit het<br />
stopcontact en vervolgens uit de naaimachine.<br />
3. Haal de stekker van het voetpedaalsnoer uit de<br />
machine. Wikkel het snoer om het voetpedaal om<br />
het makkelijk op te kunnen bergen.<br />
4. Berg alle accessoires op in de accessoiredoos.<br />
Schuif de doos op de naaimachine om de vrije<br />
arm heen.<br />
5. Plaats het voetpedaal in de ruimte boven de vrije<br />
arm.<br />
6. Plaats de beschermkap op de machine.<br />
C<br />
A<br />
B<br />
2:1<br />
Voorbereidingen
Voorbereidingen<br />
2:2<br />
Vrije arm<br />
Om de vrije arm te gebruiken moet u de accessoiredoos<br />
verwijderen. Wanneer de doos is bevestigd, houdt een<br />
haak de accessoiredoos goed vast aan de machine. Schuif<br />
de doos naar links om hem te verwijderen.<br />
De basisplaat van de naaimachine<br />
waterpas zetten<br />
Om ervoor te zorgen dat uw naaimachine stevig op uw<br />
werkruimte staat, kunt u de hoogte van de basisplaat<br />
afstellen. Draai met de hand aan de stelschroef van de<br />
basisplaat (A). Draai de schroef naar rechts om de basisplaat<br />
lager te zetten en naar links om de basisplaat hoger<br />
te zetten.<br />
De naaimachine in een naaitafel<br />
monteren<br />
Er zitten twee gaten in de onderkant van de naaimachine<br />
waarmee deze in een naaitafel kan worden gemonteerd.<br />
Lijn de gaten (aangegeven op de afbeelding) uit met de<br />
bijbehorende gaten in de basis van de naaitafel. Bevestig<br />
de naaimachine met schroeven.<br />
Draadafsnijder<br />
Trek de draad zoals afgebeeld (B) van achteren naar voren<br />
om de draadafsnijder te gebruiken.<br />
Garenpennen<br />
Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een hoofdgarenpen<br />
en een extra garenpen. De garenpennen zijn<br />
geschikt voor veel soorten garen. De hoofdgarenpen is<br />
instelbaar en kan worden gebruikt in een horizontale<br />
positie (de draad wordt van het klosje afgerold) of in een<br />
verticale positie (het klosje draait). De horizontale positie<br />
kan worden gebruikt voor de meeste naai- en borduurgarens<br />
en de verticale positie kan worden gebruikt voor veel<br />
speciale garens.<br />
Horizontale positie<br />
Plaats een passende garenschijf en het klosje op de garenpen.<br />
Zorg ervoor dat de draad over de bovenkant wordt<br />
afgerold en schuif dan de tweede garenschijf op de pen.<br />
Gebruik een garenschijf die iets breder is dan het klosje.<br />
Gebruik bij smalle garenklosjes een kleinere garenschijf<br />
voor het klosje. Gebruik bij brede garenklosjes een grotere<br />
garenschijf voor het klosje.<br />
De platte zijde van de schijf moet stevig tegen de klos<br />
worden gedrukt. Er mag geen ruimte tussen de garenschijf<br />
en de klos zitten.<br />
Kleine garenschijf<br />
Grote garenschijf<br />
B<br />
A
Verticale positie<br />
Til de garenpen op tot in verticale positie. Schuif het<br />
grote schijfje erop en plaats een vilten onderlegger<br />
onder het klosje. Dit voorkomt dat het garen te snel<br />
van het klosje wordt afgewikkeld.<br />
Plaats geen garenschijf op de garenpen omdat het<br />
klosje dan niet meer kan draaien.<br />
Extra garenpen<br />
De extra garenpen wordt gebruikt wanneer u een<br />
spoeltje wilt opwinden vanaf een tweede garenklosje<br />
of voor een tweede klosje wanneer u met een tweelingnaald<br />
naait.<br />
Steek de extra garenpen in het gat bovenop de naaimachine<br />
(A). Schuif een grote garenschijf erop en<br />
plaats een vilten onderlegger onder het garenklosje.<br />
De machine inrijgen<br />
Zorg ervoor dat de naaivoet omhoog staat en de<br />
naald in de hoogste stand is.<br />
1. Schuif het garen op de garenpen en breng een<br />
passende garenschijf aan.<br />
2. Trek de draad van de achterkant naar de voorkant<br />
in de draadgeleiders (B). Trek de draad tussen<br />
de spanningsschijven (C).<br />
3. Rijg de draad omlaag door de rechter inrijggleuf<br />
en dan omhoog door de linker inrijggleuf.<br />
4. Breng de draad vanaf rechts door de draadhefboom<br />
(D) en naar beneden door de linker draadopening,<br />
naar de onderste draadgeleider (E) en<br />
naar de naalddraadgeleider (F).<br />
5. Rijg de bovendraad in.<br />
B<br />
D C<br />
Hoofdgarenpen in verticale positie.<br />
Extra garenpen.<br />
F<br />
A<br />
E<br />
2:3<br />
Voorbereidingen
Voorbereidingen<br />
2:4<br />
Draadinsteker<br />
Met de draadinsteker kunt u de draad automatisch<br />
in de naald steken. De naald moet in de hoogste<br />
positie staan om de ingebouwde draadinsteker te<br />
kunnen gebruiken. Druk op de toets voor naald<br />
omhoog/omlaag om zeker te weten dat de naald<br />
helemaal omhoog is gebracht.<br />
Bovendien raden wij u aan om de naaivoet te laten<br />
zakken.<br />
1. Gebruik de hendel om de draadinsteker helemaal<br />
omlaag te trekken. De inrijghaak (F)<br />
zwenkt door het oog van de naald.<br />
2. Leg de draad vanaf de achterkant over de haak<br />
(G) en onder de inrijghaak (F).<br />
3. Laat de draadinsteker voorzichtig terugdraaien.<br />
Het haakje trekt de draad door het oog van de<br />
naald en vormt een lus achter de naald. Trek de<br />
lus er achter de naald uit.<br />
Let op: De draadinsteker is ontworpen voor naalden nr.<br />
70-120. U kunt de draadinsteker niet gebruiken bij naalden<br />
van maat 60 of kleiner, een zwaardnaald of tweelingnaald.<br />
Er zijn ook enkele optionele accessoires waarbij u<br />
de draad met de hand moet insteken.<br />
Zorg ervoor wanneer u de draad handmatig in de naald<br />
steekt dat de draad van voren naar achteren door de naald<br />
wordt gestoken.<br />
De tweelingnaald inrijgen<br />
Vervang de normale naald door een tweelingnaald.<br />
Zorg ervoor dat de naaivoet omhoog staat en de<br />
naald in de hoogste stand is.<br />
1. Schuif het garen op de garenpen en breng<br />
een passende garenschijf aan. Breng de extra<br />
garenpen aan. Schuif een grote garenschijf en<br />
een vilten onderlegger op de pen. Schuif tweede<br />
naaigaren op de garenpen.<br />
2. Trek de draden van de achterkant naar de voorkant<br />
in de draadgeleiders (A). Trek de beide<br />
draden tussen de spanningsschijven (B).<br />
3. Rijg de draad omlaag door de rechter inrijggleuf<br />
en dan omhoog door de linker inrijggleuf.<br />
4. Breng de draden vanaf de rechterkant in de<br />
draadhefboom (C) en omlaag in de linker<br />
inrijggleuf. Breng de draden door de onderste<br />
draadgeleider (D). Breng één draad door de<br />
opening aan de linkerkant van naalddraadgeleider<br />
(E) en de andere draad door de opening aan<br />
de rechterkant van de naalddraadgeleider (F).<br />
Zorg er ook voor dat de draden niet in elkaar<br />
draaien.<br />
5. Rijg de draad door de naalden.<br />
C<br />
B<br />
F<br />
A<br />
E F<br />
G<br />
D
Spoelen<br />
1. Plaats het klosje op de garenpen in horizontale<br />
positie. Schuif een garenschijf stevig op het<br />
klosje.<br />
2. Haal de draad van achteren naar voren door de<br />
draadgeleider (A). Trek de draad linksom om de<br />
opspoelspanningsschijf (B) heen.<br />
3. Haal de draad van binnen naar buiten door het<br />
gaatje in de spoel (C).<br />
4. Plaats een lege spoel op de spoelas.<br />
5. Duw de spoelgeleider naar rechts. Er verschijnt<br />
een pop-up op het scherm die u laat weten dat<br />
het opspoelen actief is. Druk het voetpedaal in of<br />
druk op de start/stop-toets om het opspoelen te<br />
starten.<br />
Als de spoel vol is, vertraagt het spoelen en stopt<br />
dan automatisch. De pop-up wordt gesloten.<br />
Verwijder het spoeltje en snijd de draad af met<br />
behulp van de onderdraadafsnijder (D).<br />
A<br />
B<br />
D<br />
D<br />
C<br />
2:5<br />
Voorbereidingen
Voorbereidingen<br />
2:6<br />
De spoel plaatsen<br />
Zorg ervoor dat de naald helemaal omhoog staat en<br />
dat de naaimachine is uitgeschakeld voordat u de<br />
spoel aanbrengt of verwijdert. Open het spoelhuis<br />
met het ontgrendelknopje rechts (A). Verwijder het<br />
deksel (B).<br />
1. Breng de spoel aan in het spoelhuis, waarbij de<br />
draad linksom loopt.<br />
2. Trek de draad door de opening (C).<br />
3. Houd een vinger zachtjes bovenop de spoel en<br />
trek de draad bij de pijltjes in de draadgeleider<br />
van de steekplaat van (C) naar (D).<br />
4. Trek de draad bij de pijltjes in de draadgeleider<br />
van de steekplaat van (D) naar (E).<br />
5. Trek de draad terug over het mesje bij punt (E)<br />
om het overtollige draad af te snijden.<br />
6. Plaats het deksel weer op het spoelhuis.<br />
IDT systeem (ingebouwd dubbel<br />
transport)<br />
Voor een soepele verwerking van iedere stofsoort<br />
biedt de PFAFF®ambition naaimachine de ideale<br />
oplossing: het ingebouwde dubbele transport, het<br />
IDT systeem. Net als bij industriële machines zorgt<br />
het IDT systeem voor een gelijktijdig stoftransport<br />
zowel van onder als van boven. De stoffen worden<br />
nauwkeurig getransporteerd. Bij dunne stoffen<br />
zoals zijde of rayon voorkomt het Ingebouwd Dubbel<br />
Transport het rimpelen van de naad. Ruiten en<br />
strepen sluiten perfect aan door het IDT-systeem.<br />
Het IDT systeem zorgt ervoor dat alle lagen van<br />
quiltprojecten goed op elkaar blijven liggen, zodat de<br />
lagen niet verschuiven.<br />
Het IDT inschakelen<br />
Belangrijk: Gebruik voor al uw naaiwerk met het IDT<br />
naaivoeten met een uitsparing aan de achterzijde (F).<br />
Breng de naaivoet omhoog. Druk het IDT systeem<br />
omlaag totdat het vastklikt.<br />
Het IDT uitschakelen<br />
Breng de naaivoet omhoog. Houd het IDT met twee<br />
vingers bij de geribbelde greep vast. Trek het IDT<br />
omlaag en duw het vervolgens van u af en laat het<br />
IDT langzaam omhoog komen.<br />
1 2<br />
E<br />
D<br />
B<br />
3 4<br />
C<br />
A<br />
F
Naaivoetdruk<br />
De naaivoetdruk is vooraf ingesteld op de standaardwaarde<br />
"N". In de meeste gevallen hoeft u de naaivoetdruk<br />
niet aan te passen. Als u speciale technieken<br />
gebruikt, of bij het naaien op zeer dunne of dikke stof,<br />
kan het aanpassen van de druk het resultaat verbeteren.<br />
Verlaag bij zeer dunne stoffen de druk door de knop<br />
linksom te draaien.<br />
Let op: Als de knop te veel naar links wordt gedraaid, kunt<br />
u de knop eraf draaien. Als dit gebeurt, plaatst u de knop<br />
gewoon weer terug en draait u hem naar rechts totdat hij<br />
vast blijft zitten.<br />
Verhoog bij dikke stoffen de druk door de knop naar<br />
rechts te draaien.<br />
Let op: Als de knop naar rechts wordt gedraaid tot hij<br />
stopt, is de maximale druk bereikt. Probeer de knop niet<br />
verder te draaien!<br />
Draadspanning<br />
Om de draadspanning in te stellen, draait u aan het<br />
wieltje bovenop de naaimachine. Gebruik de op het<br />
scherm aanbevolen draadspanningsinstelling; zie<br />
pagina 3:4. Afhankelijk van de stof, de tussenvulling,<br />
het garen, enz., is het mogelijk dat de draadspanning<br />
moet worden aangepast.<br />
Zorg er voor de mooiste en meest duurzame steken<br />
voor dat de bovendraadspanning goed is afgesteld.<br />
Bij algemeen naaien komen de draden op gelijke<br />
afstand tussen de twee stofl agen samen.<br />
Als de onderdraad zichtbaar is op de bovenkant van<br />
de stof, is de bovendraadspanning te hoog. Verlaag<br />
de bovendraadspanning.<br />
Als de bovendraad zichtbaar is op de onderkant van<br />
de stof, is de bovendraadspanning te laag. Verhoog<br />
de bovendraadspanning.<br />
Voor decoratieve steken en knoopsgaten moet de bovendraad<br />
zichtbaar zijn op de onderkant van de stof.<br />
Voer enkele tests uit op een proefl apje van de stof die<br />
u gaat gebruiken en controleer de spanning.<br />
2:7<br />
Voorbereidingen
Voorbereidingen<br />
2:8<br />
Naalden<br />
De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol bij<br />
succesvol naaien. Gebruik alleen naalden van goede<br />
kwaliteit. Wij raden naalden van systeem 130/705H<br />
aan. In het naaldendoosje dat bij uw machine wordt<br />
geleverd, vindt u naalden in de meest gebruikte<br />
maten.<br />
Universele naald (B)<br />
Universele naalden hebben een iets afgeronde punt<br />
en zijn verkrijgbaar in veel verschillende maten. Voor<br />
algemeen naaien in veel verschillende stoftypen en<br />
-dikten.<br />
Stretchnaald (C)<br />
Stretchnaalden hebben een speciale las om overgeslagen<br />
steken te verwijderen wanneer er rek in de stof<br />
zit. Voor breisels, zwemkleding, fl eece en synthetische<br />
suède en leer. Gemarkeerd met een gele streep.<br />
Borduurnaald (D)<br />
Borduurnaalden hebben een speciale las, een iets<br />
afgeronde punt en een iets groter oog om schade aan<br />
het garen en de materialen te voorkomen. Gebruik<br />
de naald met metallic en andere speciale garens voor<br />
borduurwerk en decoratief naaien. Gemarkeerd met<br />
een rode streep.<br />
Denimnaald (E)<br />
Denimnaalden hebben een scherpe punt die door<br />
dichtgeweven stoffen kan prikken zonder dat de<br />
naald verbuigt. Voor canvas, denim, microfi bers.<br />
Gemarkeerd met een blauwe streep.<br />
Zwaardnaalden (F)<br />
De zwaardnaald heeft brede "vleugels" aan de zijkanten<br />
van de naald om gaten in de stof te prikken bij<br />
het naaien van entredeux en andere ajoursteken op<br />
natuurlijke stoffen. Verminder de steekbreedte voor<br />
de beste resultaten.<br />
Let op: Vervang de naald regelmatig. Gebruik altijd een<br />
rechte naald met een scherpe punt (G).<br />
Een beschadigde naald (H) kan ervoor zorgen dat er steken<br />
worden overgeslagen, dat de naald breekt of dat de draad<br />
afbreekt. Een kapotte naald kan ook de steekplaat beschadigen.<br />
Gebruik geen asymmetrische tweelingnaalden (I); uw naaimachine<br />
kan erdoor beschadigen.<br />
G<br />
H<br />
I<br />
B C D E F
De naald vervangen<br />
1. Gebruik het gat in het universele gereedschap om<br />
de naald vast te houden.<br />
2. Draai de naaldschroef los. Gebruik indien nodig<br />
de schroevendraaier.<br />
3. Verwijder de naald.<br />
4. Plaats de nieuwe naald met het gereedschap.<br />
Duw de nieuwe naald omhoog met de platte kant<br />
van u af totdat hij niet verder kan.<br />
5. Draai de schroef van de naald zoveel mogelijk<br />
aan.<br />
De transporteur verzinken<br />
U kunt de transporteur verzinken door de schakelaar<br />
op de achterkant van de vrije arm naar links te brengen.<br />
Breng de schakelaar naar rechts als u de transporteur<br />
omhoog wilt brengen.<br />
Let op: De transporteur gaat niet onmiddellijk omhoog<br />
wanneer de hendel wordt omgezet. Draai het handwiel één<br />
volledige slag om of begin te naaien om de transporteur<br />
weer in te schakelen.<br />
Naaivoetlichter<br />
Met de naaivoetlichter (A) wordt de naaivoet omlaag<br />
of omhoog gebracht. Als u dikke stof of meerdere<br />
lagen stof naait, kan de naaivoet verder omhoog<br />
worden gebracht om de stof makkelijker onder de<br />
naaivoet te kunnen leggen.<br />
Een naaivoet verwisselen<br />
De naaivoet verwijderen<br />
Duw de naaivoet omlaag totdat hij loskomt van de<br />
naaivoethouder.<br />
De naaivoet bevestigen<br />
Plaats de naaivoet onder de naaivoethouder (B) en<br />
zorg daarbij dat de gleuf (C) gelijk komt met de pennen<br />
(D).<br />
Als u de naaivoetlichter omlaag brengt, wordt de<br />
naaivoet vastgegrepen in de naaivoethouder.<br />
Let op: Controleer of de naaivoet goed is bevestigd door de<br />
naaivoetlichter omhoog te brengen.<br />
C<br />
B<br />
A<br />
D<br />
D<br />
D<br />
2:9<br />
Voorbereidingen
Voorbereidingen<br />
Toetsen van de ambition 1.5<br />
naaimachine<br />
Naald omhoog/omlaag met indicator (1)<br />
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag te<br />
brengen. De instelling van de naaldstoppositie wordt<br />
tegelijkertijd veranderd. De indicator brandt wanneer<br />
naald omlaag is ingeschakeld.<br />
Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken om<br />
de naald omhoog of omlaag te brengen.<br />
Steek opnieuw beginnen (2)<br />
Als u stopt met naaien in het midden van de steek,<br />
drukt u op 'steek opnieuw beginnen' om weer vanaf<br />
het begin van de steek verder te naaien zonder eventuele<br />
voorgaande speciale instellingen opnieuw te<br />
hoeven uitvoeren.<br />
Als u op de toets 'steek opnieuw beginnen' drukt<br />
tijdens het naaien wordt de steek afgemaakt, waarna<br />
de machine stopt.<br />
Onmiddellijk afhechten (3)<br />
Druk op de afhechttoets tijdens het naaien. Uw machine<br />
naait dan enkele afhechtsteken en stopt automatisch.<br />
Hendel snelheidsregeling (4)<br />
Met de snelheidsregelhendel kunt u de maximale<br />
naaisnelheid instellen. Om de naaisnelheid te verhogen<br />
schuift u de hendel naar rechts, om de naaisnelheid<br />
te verlagen schuift u de hendel naar links.<br />
Start/stop (5)<br />
Druk op deze toets om de naaimachine te starten en<br />
te stoppen zonder het voetpedaal te gebruiken. Druk<br />
eenmaal op de toets om te starten en nogmaals om te<br />
stoppen.<br />
2:10<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7 8<br />
9<br />
17<br />
15<br />
14<br />
16<br />
17<br />
15<br />
14<br />
16<br />
23<br />
18 19 20 21<br />
11<br />
12<br />
12<br />
13<br />
11<br />
10<br />
22<br />
24 25<br />
Achteruitnaaien (6) met indicator (7)<br />
Druk voordat u begint te naaien op de toets als u permanent<br />
achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-indicator<br />
(6) gaat branden en de machine naait achteruit<br />
totdat u opnieuw op de toets drukt.<br />
Als u tijdens het naaien op de toets drukt, naait de<br />
naaimachine achteruit zolang u de toets ingedrukt<br />
houdt. De achteruitnaai-indicator gaat branden wanneer<br />
de achteruitnaaitoets wordt ingedrukt.<br />
De achteruitnaaitoets wordt ook gebruikt bij het<br />
naaien van knoopsgaten, geprogrammeerde afhechtingen<br />
en stopsteken om tussen de delen van de steek<br />
heen en weer te gaan.<br />
Geprogrammeerde afhechtsteek (6) met<br />
indicator (8)<br />
De geprogrammeerde afhecht-indicator gaat branden<br />
om aan te geven dat er één of meerdere afhechtopties<br />
zijn geactiveerd. De indicator blijft branden totdat de<br />
afhechtopties niet meer worden gebruikt.
Touch-screen van de ambition 1.5<br />
naaimachine (9)<br />
Op het touch-screen kunt u al uw selecties en opties<br />
zien. De steken worden op ware grootte weergegeven.<br />
Aanraakwiel (10)<br />
Het aanraakwiel heeft diverse functies. In de naaimodus<br />
kunt u er de steekbreedte/-plaatsing en de<br />
steeklengte/-dichtheid mee aanpassen. Bij reeksen<br />
wordt het gebruikt om de cursor heen en weer te verplaatsen<br />
in de reeks en om steken aan te passen.<br />
Steekbreedte of plaatsing van de steek (11)<br />
Vergroot of verklein de steekbreedte met de pictogrammen<br />
rechts "+" en links "-" op het aanraakwiel.<br />
Gebruik voor rechte steken de pictogrammen rechts<br />
"+" en links "-" op het aanraakwiel om de positie van<br />
de steek te veranderen.<br />
Steeklengte of steekdichtheid (12)<br />
Vergroot of verklein de steeklengte met de pictogrammen<br />
omhoog "+" en omlaag "-" op het aanraakwiel.<br />
Gebruik voor cordonsteken de pictogrammen omhoog<br />
"+" en omlaag "-" op het aanraakwiel om de<br />
dichtheid van de geselecteerde steek te veranderen.<br />
Verlenging (13)<br />
Wanneer er een cordonsteek is geselecteerd, drukt u<br />
op het midden van het aanraakwiel om verlenging<br />
te activeren. Het pictogram verandert in een verlengingssymbool.<br />
Gebruik de pictogrammen rechts "+"<br />
en links "-" om de verlenging van de cordonsteek te<br />
veranderen.<br />
Reeksen (14)<br />
Druk hierop om reeksen te openen en te sluiten.<br />
Horizontaal spiegelen (15)<br />
Hiermee kunt u steken en stekenreeksen horizontaal<br />
spiegelen.<br />
Verticaal spiegelen (16)<br />
Hiermee kunt u steken en stekenreeksen verticaal<br />
spiegelen.<br />
Rechtstreekse selectie (17)<br />
Druk op het steeknummer in de linker bovenhoek<br />
van het scherm om het toetsenblok voor directe selectie<br />
te openen. Door op één of een combinatie van de<br />
pictogrammen 0 tot 9 te drukken, selecteert u de steek<br />
die bij dat nummer hoort.<br />
Tabs instellingen en functies<br />
Sommige hoofdfuncties van uw naaimachine zijn<br />
beschikbaar via de tabs aan de onderkant van het<br />
scherm.<br />
Naaimodus (18)<br />
Druk op deze tab om naar de naaimodus te gaan. De<br />
naaimodus is de eerste weergave op het touch-screen<br />
nadat u de naaimachine aanzet. Deze tab is ook actief<br />
wanneer u in 'reeksen' bent.<br />
Afhechtopties (19)<br />
Druk hierop om de afhechtopties in te stellen.<br />
Alfabetmodus (20)<br />
In de alfabetmodus kunt u tekstreeksen maken van<br />
verschillende tekens in vier verschillende lettertypes.<br />
Steekinformatie (21)<br />
Druk hierop om gedetailleerdere informatie over de<br />
huidige geselecteerde steek weer te geven.<br />
Menu Instellingen (22)<br />
Druk hierop om het menu voor naaimachine-instellingen<br />
te openen.<br />
Reeksen<br />
Persoonlijke steek of reeks laden (23)<br />
Druk hierop om een eerder opgeslagen steek of reeks<br />
te laden.<br />
Persoonlijke steek of reeks opslaan (24)<br />
Druk hierop om een steek of reeks op te slaan in het<br />
geheugen van de naaimachine.<br />
Verwijderen (25)<br />
Om steken in een reeks te verwijderen. Druk hier<br />
lang op om de hele reeks te verwijderen.<br />
2:11<br />
Voorbereidingen
Voorbereidingen<br />
Toetsen van de ambition 1.0<br />
naaimachine<br />
Naald omhoog/omlaag met indicator (1)<br />
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag te<br />
brengen. De instelling van de naaldstoppositie wordt<br />
tegelijkertijd veranderd. De indicator brandt wanneer<br />
naald omlaag is ingeschakeld.<br />
Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken om<br />
de naald omhoog of omlaag te brengen.<br />
Steek opnieuw beginnen (2)<br />
Wanneer u in het midden van een steek bent gestopt<br />
met naaien, drukt u op 'steek opnieuw beginnen' om<br />
weer vanaf het begin van de steek verder te naaien<br />
zonder eventuele voorgaande speciale instellingen<br />
opnieuw te hoeven uitvoeren.<br />
Als u op de toets 'steek opnieuw beginnen' drukt<br />
tijdens het naaien wordt de steek afgemaakt, waarna<br />
de machine stopt.<br />
Onmiddellijk afhechten (3)<br />
Druk op de afhechttoets tijdens het naaien. Uw machine<br />
naait dan enkele afhechtsteken en stopt automatisch.<br />
Hendel snelheidsregeling (4)<br />
Met de snelheidsregelhendel kunt u de maximale<br />
naaisnelheid instellen. Om de naaisnelheid te verhogen<br />
schuift u de hendel naar rechts, om de naaisnelheid<br />
te verlagen schuift u de hendel naar links.<br />
Start/stop (5)<br />
Druk op deze toets om de naaimachine te starten en<br />
te stoppen zonder het voetpedaal te gebruiken. Druk<br />
eenmaal op de toets om te starten en nogmaals om te<br />
stoppen.<br />
2:12<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7 8<br />
9 10 11 12 13 14 15<br />
16 17 18 19 20 21<br />
Achteruitnaaien (6) met indicator (7)<br />
Druk voordat u begint te naaien op de toets als u permanent<br />
achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-indicator<br />
(6) gaat branden en de machine naait achteruit<br />
totdat u opnieuw op de toets drukt.<br />
Als u tijdens het naaien op de toets drukt, naait de<br />
naaimachine achteruit zolang u de toets ingedrukt<br />
houdt. De achteruitnaai-indicator gaat branden wanneer<br />
de achteruitnaaitoets wordt ingedrukt.<br />
De achteruitnaaitoets wordt ook gebruikt bij het<br />
naaien van knoopsgaten, geprogrammeerde afhechtingen<br />
en stopsteken om tussen de delen van de steek<br />
heen en weer te gaan.<br />
Geprogrammeerde afhechtsteek (6) met<br />
indicator (8)<br />
De geprogrammeerde afhecht-indicator gaat branden<br />
om aan te geven dat er één of meerdere afhechtopties<br />
zijn geactiveerd. De indicator blijft branden totdat de<br />
afhechtopties niet meer worden gebruikt.<br />
Steeklengte of steekdichtheid (10)<br />
Vergroot of verklein de steeklengte met de toetsen "+"<br />
en "-".<br />
Gebruik voor cordonsteken de toetsen "+" en "-" om<br />
de dichtheid van de geselecteerde steek te veranderen.<br />
Steekbreedte of plaatsing van de steek (11)<br />
Vergroot of verklein de steekbreedte met de toetsen<br />
"+" en "-".<br />
Gebruik voor rechte steken de toetsen "+" en "-" om<br />
de steekpositie te veranderen.
Verlenging (12)<br />
Als er een cordonsteek is geselecteerd, drukt u op de<br />
toetsen "+" en "-" om de verlenging van de steek in te<br />
stellen.<br />
Wiel (13)<br />
Gebruik deze toetsen om u over het grafi sche display<br />
te bewegen. Het wiel heeft pijltoetsen omhoog en<br />
omlaag, pijltoetsen links en rechts en het midden van<br />
het wiel is een vinkje voor OK (14).<br />
Het wiel heeft verschillende functies. Met de pijltoets<br />
omhoog of omlaag bijvoorbeeld kunt u tussen steken<br />
stappen, de maat van een knoopsgat instellen en tussen<br />
opties bewegen in het instellingenmenu. Druk op<br />
omlaag totdat er een tab is geselecteerd en dan op de<br />
pijltoets naar links of rechts om de modus (22-26) te<br />
selecteren.<br />
OK-toets (14)<br />
Het midden van het wiel is een vinkje voor OK. Gebruik<br />
de OK-toets om uw selecties te bevestigen.<br />
Rechtstreekse selectie (15)<br />
Door op één of een combinatie van de toetsen 0 tot 9<br />
te drukken, selecteert u onmiddellijk de steek die bij<br />
dat nummer hoort.<br />
Horizontaal spiegelen (16)<br />
Hiermee kunt u steken en stekenreeksen horizontaal<br />
spiegelen.<br />
Verticaal spiegelen (17)<br />
Hiermee kunt u steken en stekenreeksen verticaal<br />
spiegelen.<br />
Persoonlijke steek of reeks laden (18)<br />
Druk op deze toets om een eerder opgeslagen steek of<br />
reeks te laden.<br />
Persoonlijke steek of reeks opslaan (19)<br />
Druk op deze toets om een steek of reeks op te slaan<br />
in het geheugen van de naaimachine.<br />
Verwijderen (20)<br />
Voor het verwijderen van steken van een reeks of<br />
reeksen die in het naaimachinegeheugen zijn opgeslagen.<br />
Reeksen (21)<br />
Druk op deze toets om 'reeksen' te openen.<br />
22 23 24 25 26<br />
Grafisch display van de ambition<br />
1.0 naaimachine (9)<br />
Op het grafi sche display kunt u al uw selecties en<br />
opties zien. De steken worden op ware grootte weergegeven.<br />
De toetsen op het wiel worden gebruikt om<br />
u over het grafi sche display te bewegen.<br />
Tabs instellingen en functies<br />
Sommige hoofdfuncties van uw naaimachine zijn<br />
toegankelijk via de tabs aan de onderkant van het<br />
scherm. Druk op de pijltoets omlaag totdat er een tab<br />
is gemarkeerd en stap dan heen en weer tussen de<br />
tabs met de pijltoets naar links of naar rechts (13).<br />
Om direct van de tab helemaal links naar de tab helemaal<br />
rechts te gaan, drukt u eenmaal op de pijltoets<br />
naar links. Om direct van de tab helemaal rechts naar<br />
de tab helemaal links te gaan, drukt u eenmaal op de<br />
pijltoets naar rechts.<br />
Naaimodus (22)<br />
De naaimodus is de eerste weergave op het grafi sche<br />
display nadat u de naaimachine aanzet.<br />
Afhechtopties (23)<br />
Selecteer dit om de afhechtopties in te stellen.<br />
Alfabetmodus (24)<br />
In de alfabetmodus kunt u tekstreeksen maken van<br />
verschillende tekens in twee verschillende lettertypes.<br />
Steekinformatie (25)<br />
Selecteer dit om gedetailleerdere informatie over de<br />
huidige geselecteerde steek weer te geven.<br />
Menu Instellingen (26)<br />
Selecteer dit om het menu voor naaimachine-instellingen<br />
te openen.<br />
2:13<br />
Voorbereidingen
Voorbereidingen<br />
Instellingen<br />
In het menu Instellingen kunt u de naaimachineinstellingen<br />
en de scherminstellingen aanpassen. Alle<br />
instellingen worden opgeslagen, zelfs wanneer de<br />
naaimachine wordt uitgezet.<br />
Menu Instellingen (1,5)<br />
Druk op de tab van het menu Instellingen (A) om het<br />
te openen. Het menu Instellingen is verdeeld in twee<br />
tabs. Selecteer een tab (1 of 2) door erop te drukken.<br />
Tweelingnaald<br />
Druk op het pictogram van de tweelingnaald om<br />
deze te activeren. Druk op "-" en op "+" om de breedte<br />
van de tweelingnaald in te stellen. De geselecteerde<br />
breedte staat in het tweelingnaaldpictogram.<br />
Wanneer het formaat van de tweelingnaald is geselecteerd,<br />
wordt de breedte van alle steken beperkt tot<br />
die naaldgrootte omdat de naalden anders kunnen<br />
breken.<br />
Er verschijnt een waarschuwingspop-up als u een<br />
steek selecteert die te breed is voor de ingestelde<br />
tweelingnaald.<br />
Als dit is geactiveerd wordt het tweelingnaaldpictogram<br />
weergegeven in de naaimodus.<br />
De instelling wordt behouden totdat u deze uitschakelt.<br />
Let op: Tweelingnaald en steekbreedtebeveiliging kunnen<br />
niet tegelijkertijd worden gebruikt. Er klinkt een waarschuwingsgeluid<br />
als u probeert beide instellingen in te schakelen.<br />
Steekbreedtebeveiliging<br />
Selecteer deze functie wanneer u een steekplaat of<br />
naaivoet voor rechte steken gebruikt, om de naaldpositie<br />
voor alle steken vast te zetten in het midden om<br />
beschadiging van de naald, de naaivoet of de steekplaat<br />
te voorkomen.<br />
Druk op het pictogram steekbreedtebeveiliging om<br />
dit te activeren. Als dit is geactiveerd wordt het<br />
steekbreedtebeveiligingspictogram weergegeven in<br />
de naaimodus.<br />
De instelling wordt behouden totdat u deze uitschakelt.<br />
Let op: Wanneer u de naaimachine opnieuw aanzet terwijl<br />
deze instelling ingeschakeld is en voor iedere steekselectie<br />
die geen rechte steek is, informeert een pop-upvenster u dat<br />
de naaimachine is ingesteld op een rechte steek.<br />
Tweelingnaald en steekbreedtebeveiliging kunnen niet tegelijkertijd<br />
worden gebruikt. Er klinkt een waarschuwingsgeluid<br />
als u probeert beide instellingen in te schakelen.<br />
2:14<br />
ambition 1.5<br />
Contrast van het display<br />
Druk op "-" en "+" om het contrast van het touchscreen<br />
aan te passen. De instelling wordt opgeslagen,<br />
zelfs wanneer de naaimachine wordt uitgezet.<br />
Kalibratie van het touch-screen<br />
Het is mogelijk dat het scherm gekalibreerd moet<br />
worden voor de manier waarop u op het scherm<br />
drukt. Druk op het kalibratiepictogram om een speciale<br />
weergave te openen voor de kalibratie van het<br />
touch-screen. Raak met de stylus eerst het midden<br />
van het kruisje in de linker bovenhoek aan en dan het<br />
midden van het kruisje in de rechter onderhoek. De<br />
kalibratieweergave wordt automatisch gesloten nadat<br />
u het tweede kruisje heeft aangeraakt.<br />
Taal<br />
Druk op "-" en op "+" om de taal van alle tekst van uw<br />
naaimachine te veranderen.<br />
Softwareversie<br />
Controleer de softwareversie van uw naaimachine.<br />
A
Menu Instellingen (1.0)<br />
Open dit door de tab van het menu Instellingen te<br />
selecteren. Stap heen en weer tussen de beschikbare<br />
instellingen met de pijltoetsen omhoog en omlaag op<br />
het wiel.<br />
Tweelingnaald<br />
Druk op OK (B) om dit te activeren. Er verschijnt een<br />
vinkje in het vakje. Gebruik de pijltoetsen naar links<br />
en naar rechts op het wiel om de breedte van de tweelingnaald<br />
in te stellen. De geselecteerde breedte staat<br />
op het display.<br />
Wanneer het formaat van de tweelingnaald is geselecteerd,<br />
wordt de breedte van alle steken beperkt tot<br />
die naaldgrootte omdat de naalden anders kunnen<br />
breken.<br />
Er verschijnt een waarschuwingspop-up als u een<br />
steek selecteert die te breed is voor de ingestelde<br />
tweelingnaald.<br />
Als dit is geactiveerd wordt het tweelingnaaldpictogram<br />
weergegeven in de naaimodus.<br />
De instelling wordt behouden totdat u deze uitschakelt.<br />
Let op: Tweelingnaald en steekbreedtebeveiliging kunnen<br />
niet tegelijkertijd worden gebruikt. Wanneer steekbreedtebeveiliging<br />
is geselecteerd, zijn de randen van het vakje<br />
tweelingnaald gestippeld.<br />
Steekbreedtebeveiliging<br />
Druk op OK (B) om dit te activeren.<br />
Selecteer deze functie wanneer u een steekplaat of<br />
naaivoet voor rechte steken gebruikt, om de naaldpositie<br />
voor alle steken vast te zetten in het midden om<br />
beschadiging van de naald, de naaivoet of de steekplaat<br />
te voorkomen.<br />
Als dit is geactiveerd wordt het steekbreedtebeveiligingspictogram<br />
weergegeven in de naaimodus.<br />
De instelling wordt behouden totdat u deze uitschakelt.<br />
Let op: Wanneer u de naaimachine opnieuw aanzet terwijl<br />
deze instelling ingeschakeld is en voor iedere steekselectie<br />
die geen rechte steek is, informeert een pop-upvenster u dat<br />
de naaimachine is ingesteld op een rechte steek.<br />
Steekbreedtebeveiliging en tweelingnaald kunnen niet<br />
tegelijkertijd worden gebruikt. Wanneer tweelingnaald is<br />
geselecteerd, zijn de randen van het vakje steekbreedtebeveiliging<br />
gestippeld.<br />
Contrast van het display<br />
Gebruik de pijltoetsen naar links en naar rechts om<br />
het contrast van het grafi sche display aan te passen.<br />
De geselecteerde waarde staat weergegeven op het<br />
display.<br />
ambition 1.0<br />
B<br />
Taal<br />
Druk op de pijltoetsen naar links en rechts om de taal<br />
van alle tekst in uw naaimachine te veranderen.<br />
Softwareversie<br />
Controleer de softwareversie van uw naaimachine.<br />
2:15<br />
Voorbereidingen
Voorbereidingen<br />
2:16
Naaien<br />
De naaimodus is de eerste weergave op het scherm nadat u de naaimachine aanzet. De geselecteerde steek<br />
wordt op ware grootte weergegeven in het stekengebied. Hier vindt u alle basisinformatie die u nodig heeft<br />
om te beginnen met naaien. Standaard is de rechte steek geselecteerd.<br />
Naaimodus - overzicht (1.5)<br />
1. Geselecteerd steeknummer en naam<br />
2. Stekenveld<br />
3. Reeksen<br />
4. Horizontaal spiegelen<br />
5. Verticaal spiegelen<br />
6. Aanbeveling - naaivoet<br />
7. Aanbeveling - versteviging<br />
8. Aanbeveling - Transporteur/ IDT<br />
9. Aanbeveling/instelling naald<br />
Ingesteld op tweelingnaald<br />
Zwaardnaald aanbevolen<br />
Ingesteld op steekbreedtebeveiliging<br />
10. Aanbevolen spanning<br />
11. Uitklapmenu stekenselectie<br />
12. Steekbreedte/steekpositie<br />
13. Steeklengte/dichtheid<br />
14. Aanraakwiel<br />
Let op: Niet alle symbolen en opties worden tegelijkertijd<br />
getoond.<br />
Een steek selecteren<br />
Druk op het steeknummer op het scherm (1) om het selectietoetsenblok<br />
te openen. Druk op 1-9 om de bijbehorende steek te<br />
selecteren. Druk snel achter elkaar op twee of drie cijfers om een<br />
steek van 10 of hoger te selecteren. Druk op het pictogram OK<br />
(15) om uw stekenselectie te bevestigen. Druk op het pictogram<br />
verwijderen (16) om het ingevoerde nummer te wissen. Druk op<br />
annuleren (17) om het toetsenblok te sluiten zonder een steek te<br />
selecteren.<br />
Als het steeknummer niet bestaat, hoort u een piep en wordt het<br />
eerst ingevoerde cijfer geselecteerd als steek.<br />
U kunt ook een steek selecteren door op de uitklaplijst voor<br />
stekenselectie (11) te drukken en een steek van de uitklaplijst te<br />
selecteren. Druk op de pijlen om omhoog en omlaag in de lijst te<br />
bladeren en druk op een steeknaam om die te selecteren.<br />
1<br />
2<br />
4<br />
3<br />
5<br />
6<br />
7 8 9 10<br />
A<br />
15<br />
17<br />
16<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
Let op: Als de aanbeveling voor de naaivoet een<br />
naaivoet weergeeft met een "+", is er een optionele<br />
naaivoet nodig voor de geselecteerde steek. Ga naar<br />
de steekinformatietab (A) voor meer informatie.<br />
3:1<br />
Naaien
Naaien<br />
3:2<br />
Naaimodus - overzicht (1.0)<br />
1. Geselecteerd steeknummer en naam<br />
2. Stekengebied<br />
3. Aanbeveling - versteviging<br />
4. Aanbeveling - naaivoet<br />
5. Aanbeveling - Transporteur/ IDT<br />
6. Aanbeveling/instelling naald<br />
Ingesteld op tweelingnaald<br />
Zwaardnaald aanbevolen<br />
Instellen op steekbreedtebeveiliging<br />
7. Aanbevolen draadspanning<br />
8. Steekbreedte/steekpositie<br />
9. Steeklengte/dichtheid<br />
Let op: Niet alle symbolen en opties worden tegelijkertijd<br />
getoond.<br />
Een steek selecteren<br />
Door op één van de directe selectietoetsen te drukken,<br />
selecteert u dat steeknummer onmiddellijk. Druk<br />
snel achter elkaar op twee of drie cijfers om een steek<br />
van 10 of hoger te selecteren. Als het steeknummer<br />
niet bestaat, hoort u een piep en wordt het eerst ingevoerde<br />
cijfer geselecteerd als steek.<br />
U kunt ook op de pijltoetsen omhoog en omlaag op<br />
het wiel drukken om tussen steken heen en weer te<br />
gaan. Druk op omhoog of omlaag om een uitklaplijst<br />
te openen. U kunt omhoog en omlaag in de lijst gaan<br />
met de pijltoetsen omhoog en omlaag op het wiel.<br />
Druk op OK (B) om een steek te selecteren.<br />
Stekeninformatie<br />
Selecteer de informatietab (A) om gedetailleerdere informatie,<br />
tips en hints voor de huidige geselecteerde<br />
steek te bekijken.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5 6 7<br />
8<br />
9<br />
Let op: Als de aanbeveling voor de naaivoet een<br />
naaivoet weergeeft met een "+", is er een optionele<br />
naaivoet nodig voor de geselecteerde steek. Ga naar<br />
de steekinformatietab (A) voor meer informatie.<br />
B<br />
A<br />
A
Aanpassingen aan steken<br />
Uw naaimachine stelt de beste instellingen in voor<br />
iedere geselecteerde steek en geeft daar ook aanbevelingen<br />
voor. U kunt uw eigen aanpassingen maken<br />
aan de geselecteerde steek.<br />
Alle veranderingen aan de instellingen, met uitzondering<br />
van de draadspanning, hebben alleen invloed op<br />
de geselecteerde steek en worden gereset op standaard<br />
als u een andere steek selecteert. De veranderde<br />
instellingen worden niet automatisch opgeslagen<br />
wanneer u de naaimachine uitzet.<br />
De ingestelde steekbreedte en steeklengte staan naast<br />
de pictogrammen voor alle aanpassingen. Wanneer<br />
u probeert de minimum- of maximuminstellingen te<br />
overschrijden, hoort u een waarschuwingsgeluid .<br />
Let op: De nummers worden gemarkeerd als de instelling is<br />
veranderd.<br />
Steekbreedte/ steekpositie (1)<br />
Gebruik "+" en "-" om de steekbreedte te verkleinen of<br />
te vergroten.<br />
Gebruik voor rechte steken "+" en "-" om de steekpositie<br />
naar links of naar rechts te verplaatsen. Als er<br />
een rechte steek is geselecteerd, verandert het pictogram<br />
(A) om aan te geven dat steekpositie actief is in<br />
plaats van steekbreedte.<br />
Steeklengte/ steekdichtheid (2)<br />
Gebruik "+" en "-" om de steeklengte te vergroten of<br />
te verkleinen.<br />
Voor cordonsteken kan de steekdichtheid worden<br />
aangepast. Dit wordt vaak gebruikt bij speciaal garen<br />
en als voor een minder dichte cordonsteek wordt<br />
gekozen. De steekdichtheid heeft geen invloed op de<br />
werkelijke lengte van de hele steek.<br />
Gebruik bij cordonsteken "+" en "-" om de steekdichtheid<br />
te vergroten of te verkleinen. Als er een cordonsteek<br />
is geselecteerd, verandert het pictogram (B) om<br />
aan te geven dat steekdichtheid actief is in plaats van<br />
steeklengte.<br />
ambition 1.5<br />
ambition 1.0<br />
1<br />
1<br />
2<br />
2<br />
2<br />
A<br />
1<br />
1<br />
2<br />
1<br />
2<br />
B<br />
3:3<br />
Naaien
Naaien<br />
3:4<br />
Verlenging (3)<br />
Verlenging wordt gebruikt om cordonsteken te verlengen.<br />
De hele steek wordt langer maar de dichtheid<br />
blijft gelijk.<br />
Voor 1.5: Druk op het midden van het aanraakwiel.<br />
Het pictogram verandert in een verlengingssymbool.<br />
Vergroot of verklein de verlenging van de cordonsteek<br />
met "+" en "-".<br />
Als verlenging niet beschikbaar is voor de geselecteerde<br />
steek, hoort u een waarschuwingsgeluid als u<br />
op het midden van het aanraakwiel drukt en verandert<br />
het pictogram niet.<br />
Voor 1.0: Druk op de "+" en de "-" op de verlengingstoets<br />
om de verlenging van de cordonsteek te vergroten<br />
of te verkleinen.<br />
Als verlenging niet beschikbaar is voor de geselecteerde<br />
steek, hoort u een waarschuwingsgeluid als u<br />
op de verlengingstoets drukt.<br />
Draadspanning (4)<br />
Uw naaimachine geeft de aanbevolen draadspanningsinstelling<br />
aan voor de geselecteerde steek. Zie<br />
pagina 2:7 over het instellen en aanpassen van de<br />
draadspanningsinstelling.<br />
Spiegelen<br />
Om steken of reeksen horizontaal te spiegelen, drukt<br />
u op horizontaal spiegelen (A). Om verticaal te spiegelen,<br />
drukt u op verticaal spiegelen (B).<br />
Let op: Knoopsgaten kunnen niet worden gespiegeld.<br />
ambition 1.5<br />
ambition 1.0<br />
ambition 1.5<br />
4<br />
A B<br />
ambition 1.0<br />
A B<br />
4<br />
3<br />
3
Afhechtopties<br />
Met de afhechtopties kunt u afhechtingen aan het begin<br />
(A) en het einde (B) van de steek programmeren.<br />
1. Ga naar afhechtopties (1).<br />
2. Selecteer de functies die u wilt gebruiken (A en/<br />
of B).<br />
3. U keert terug naar de naaimodus door de naaimodustab<br />
(2) te selecteren.<br />
Er verschijnen mini-afhechtpictogrammen (C) die<br />
aangeven welke afhechtfuncties zijn geselecteerd. De<br />
selecties blijven totdat u ze deselecteert.<br />
Let op: Voor onmiddellijk afhechten gebruikt u de afhechttoets<br />
op de voorkant van de naaimachine.<br />
Naaien met de afhechtopties geselecteerd<br />
1. Afhechten aan het begin (A) wordt uitgevoerd<br />
zodra u begint te naaien.<br />
2. Druk op de achteruitnaaitoets om afhechten aan<br />
het einde (B) te activeren. De geprogrammeerde<br />
afhechtindicator gaat branden. De naaimachine<br />
voltooit de steek en hecht af.<br />
3. Om de afhechtopties te deactiveren, gaat u zoals<br />
hierboven beschreven naar afhechtopties en deselecteert<br />
u de keuzevakjes.<br />
Achteruitnaaitoetsfuncties in afhechtopties<br />
• Stop met naaien en druk tweemaal op de achteruitnaaitoets<br />
om achteruitnaaien te activeren. De<br />
achteruitnaai-indicator gaat branden. Er wordt<br />
geen afhechting gemaakt.<br />
• Druk op de achteruitnaaitoets tijdens het achteruit<br />
naaien om afhechten aan het einde te activeren.<br />
Zowel de achteruitnaai-indicator als de geprogrammeerde<br />
afhechtindicator gaan branden.<br />
• Om weer vooruit te naaien, stopt u met achteruitnaaien<br />
en drukt u op de achteruitnaaitoets. Er<br />
gaan geen indicators branden en er worden geen<br />
afhechtingen gemaakt.<br />
ambition 1.5<br />
ambition 1.0<br />
C<br />
2<br />
2<br />
A<br />
1<br />
A<br />
1<br />
B<br />
C<br />
B<br />
3:5<br />
Naaien
Naaien<br />
3:6<br />
Persoonlijke steek opslaan<br />
U kunt een aangepaste steek in uw naaimachine<br />
opslaan met de toets 'opslaan'. Daarmee wordt het<br />
menu 'reeks opslaan' geopend. Zowel steken als reeksen<br />
kunnen worden opgeslagen in deze vier geheugens.<br />
Een steek opslaan werkt hetzelfde als het opslaan van<br />
een reeks. Zie pagina 4:5.<br />
Aanpassingen van de steeklengte, -breedte, -dichtheid<br />
en -spiegeling worden opgeslagen.<br />
Let op: Sommige speciale steken, zoals knoopsgaten, kunnen<br />
niet worden opgeslagen. Een pop-up laat u dit weten<br />
als u zo'n steek probeert op te slaan.<br />
Een persoonlijke steek laden<br />
Een steek laden werkt hetzelfde als het laden van een<br />
reeks. Open het menu 'reeks laden' door op de laadtoets<br />
te drukken. Selecteer de steek die u wilt laden.<br />
Zie pagina 4:6 voor meer informatie.<br />
ambition 1.5<br />
1.5<br />
ambition 1.5<br />
1.5<br />
ambition 1.0<br />
ambition 1.0
Naaitechnieken<br />
Genaaide zigzagsteek<br />
Steek nummer 9 (8 op de 1.0) kan worden gebruikt<br />
om knipranden af te werken. Controleer of de naald<br />
door de stof prikt aan de linkerkant en de rand afwerkt<br />
aan de rechterkant.<br />
Steek nummer 9 kan ook worden gebruikt als elastische<br />
steek om te zorgen dat naden kunnen meerekken<br />
bij het naaien van gebreide stoffen.<br />
Knoopsgaten<br />
De knoopsgaten van uw naaimachine zijn speciaal<br />
aangepast voor verschillende soorten stoffen en kledingstukken.<br />
In de stekentabel op pagina 1:8 van dit<br />
boek vindt u beschrijvingen van de knoopsgaten.<br />
De stof moet worden verstevigd op de plaats waar de<br />
knoopsgaten moeten worden genaaid.<br />
Eenstaps knoopsgatvoet 5B<br />
1. Markeer de positie van het knoopsgat op uw<br />
kledingstuk.<br />
2. Bevestig knoopsgatvoet 5B en trek de knoophouder<br />
uit. Breng de knoop aan. De knoop bepaalt de<br />
lengte van het knoopsgat.<br />
3. Zorg ervoor dat de draad door het gat in de naaivoet<br />
wordt getrokken en onder de naaivoet komt<br />
te liggen.<br />
4. Selecteer het knoopsgat dat u wilt naaien en pas<br />
de lengte en dichtheid naar wens aan.<br />
Let op: Naai altijd een testknoopsgat op een proefl apje.<br />
5. Leg uw kledingstuk onder de naaivoet zodat de<br />
markering op de stof gelijk ligt met het midden<br />
van de knoopsgatvoet.<br />
6. Trek de knoopsgathendel helemaal omlaag en<br />
duw de hendel van u af.<br />
7. Houd het uiteinde van de bovendraad vast en begin<br />
te naaien. De knoopsgaten worden vanaf de<br />
voorkant van de naaivoet naar achteren genaaid.<br />
8. Zodra de naaimachine het knoopsgat heeft genaaid,<br />
brengt u de naaivoet omhoog.<br />
1.5<br />
3:7<br />
Naaien
Naaien<br />
3:8<br />
Knoopsgat met inlegdraad (elastische stoffen)<br />
Bij het naaien van knoopsgaten in elastische stoffen<br />
raden we aan een inlegdraad te gebruiken voor meer<br />
stabiliteit en om te voorkomen dat het knoopsgat<br />
uitrekt.<br />
1. Maak een lus van dik garen of perlékatoen over<br />
het hieltje aan de achterkant van knoopsgatvoet<br />
5B. Trek de draaduiteinden onder de naaivoet<br />
naar de voorkant en maak ze dan vast om het<br />
hieltje aan de voorkant van de naaivoet.<br />
2. Naai een knoopsgat. De cordonsteken van de<br />
kolommen van het knoopsgat worden over de<br />
draad heen genaaid.<br />
3. Wanneer het knoopsgat klaar is, haalt u de draad<br />
van het hieltje af en trekt u de draad strak.<br />
4. Laat de draad kruisen voor de naald en rijg de<br />
uiteinden van de draad in een grote naald, trek<br />
ze naar de verkeerde kant en knoop de uiteinden<br />
vast voordat u de overtollige draad afknipt.<br />
5. Open het knoopsgat voorzichtig met het tornmesje.<br />
Een knoop aannaaien<br />
1. Om een knoop aan te naaien, verwijdert u de<br />
naaivoet en selecteert u de knoopaanzetsteek.<br />
2. Verzink de transporteur.<br />
3. Leg de knoop onder de naaivoethouder. Gebruik<br />
de spiegelfunctie om ervoor te zorgen dat de<br />
naald precies in de gaten van de knoop komt<br />
en dat de breedte geschikt is voor de gebruikte<br />
knoop. Pas indien nodig de steekbreedte aan om<br />
de breedte tussen de gaten te veranderen.<br />
4. U kunt het aantal steken waarmee de knoop op<br />
de stof wordt genaaid verhogen of verlagen in<br />
stappen van twee met de pijltoetsen links en<br />
rechts op het wiel.<br />
5. Begin met naaien. De naaimachine naait het programma<br />
voor u en hecht dan af en stopt.<br />
Let op: Gebruik het universele gereedschap om een "steeltje"<br />
te maken voor uw knoop. U kunt ook knoopaanzetvoet<br />
820 473-96 gebruiken, die als optioneel accessoire verkrijgbaar<br />
is.<br />
1.5
Stoppen en verstellen<br />
Een gaatje of scheurtje stoppen voordat het groter<br />
wordt kan een kledingstuk redden. Kies een draad in<br />
een kleur die zo dicht mogelijk bij de kleur van uw<br />
kledingstuk in de buurt komt.<br />
1. Leg stof of versteviging onder het gat of de<br />
scheur in uw kledingstuk.<br />
2. Selecteer een stopsteek.<br />
3. Begin te naaien boven het gat en er overheen.<br />
4. Wanneer u over het gat heeft genaaid, drukt u op<br />
de achteruitnaaitoets om de lengte van de steek<br />
in te stellen.<br />
Uw naaimachine maakt de steek automatisch af.<br />
5. De naaimachine is standaard ingesteld om<br />
dezelfde maat stopvierkant te herhalen, u kunt<br />
gewoon doorgaan met naaien.<br />
Om een andere lengte stopsteek in te stellen,<br />
selecteert u de steek opnieuw en gaat u door met<br />
de bovenstaande stappen 3 en 4.<br />
Let op: Stopsteken kunnen ook worden genaaid met<br />
knoopsgatvoet 5B. Stel de lengte van de stopsteek in door<br />
de knoophouder uit te trekken en breng de knoopsgathendel<br />
omlaag om de steek te naaien.<br />
Zomen naaien in dikke stof<br />
Als u over naden in zeer dikke stof of een zoom in<br />
spijkerstof naait, kan de voet kantelen wanneer de<br />
machine over de naad gaat. Gebruik het multifunctionele<br />
gereedschap om de hoogte van de naaivoet<br />
tijdens het naaien gelijk te houden.<br />
De ene kant van het multifunctionele gereedschap is<br />
dikker dan de andere kant. Gebruik de kant die het<br />
best bij de dikte van de zoom past.<br />
1.5<br />
3:9<br />
Naaien
Naaien<br />
Quilten<br />
Een quilt bestaat gewoonlijk uit drie lagen: twee<br />
lagen stof met een laag vulling ertussen.<br />
U kunt uit zeer veel verschillende steken en technieken<br />
kiezen om de drie lagen mee aan elkaar te naaien.<br />
Doorstikken in de naad<br />
Gebruik de Siersteekvoet 1A met IDT. Doorstikken<br />
in de naad betekent dat u de geleider op de naaivoet<br />
gebruikt om de naden in de quiltblokken te volgen.<br />
Speld eerst alle lagen aan elkaar met veiligheidsspelden<br />
- begin in het midden van uw quilt en werk dan<br />
naar buiten. Breng iedere 15-20 cm een speld aan.<br />
Let op: U kunt ook de optionele doorstikvoet met IDT<br />
820 925- 096 gebruiken.<br />
Crazy-quiltsteken<br />
Versier uw quilt met decoratieve steken. De steken<br />
kunnen in een bijpassende of een contrasterende<br />
kleur worden genaaid. Soms worden decoratieve<br />
garens gebruikt, zoals rayon borduurgaren of dikke<br />
katoenen garens.<br />
Meanderen uit de vrije hand<br />
Door te meanderen uit de vrije hand houdt u niet<br />
alleen de bovenkant, de vulling en de achterkant bij<br />
elkaar, maar voegt u ook structuur en karakter toe<br />
aan uw quilt.<br />
Meanderen uit de vrije hand doet u met de transporteur<br />
verzonken. U beweegt de stof met de hand om<br />
de steeklengte te bepalen.<br />
1. Stel uw naaimachine in op meanderen door de<br />
rechte steek nr. 1 te selecteren.<br />
2. Bevestig de optionele free-motionvoet met open<br />
teen 820 988-096.<br />
3. Verzink de transporteur.<br />
4. Speld uw quiltlagen vast met veiligheidsspelden<br />
en bereid uw quilt voor zoals hierboven is uitgelegd<br />
onder Doorstikken in de naad.<br />
Tip! Oefen het meanderen op stukjes stof met vulling. Door<br />
met een constante snelheid te naaien, kunt u de steken<br />
makkelijker gelijkmatig houden.<br />
5. Begin in het midden van de quilt. Naai één steek<br />
en trek de onderdraad naar de bovenkant van de<br />
quilt. Maak een aantal steken precies naast elkaar<br />
om de draden vast te zetten.<br />
6. Beweeg nu de quilt zodat allerlei krullen ontstaan.<br />
Het motief mag zichzelf niet kruisen en<br />
moet golvende bewegingen maken.<br />
3:10
Blindzomen<br />
De blindzoomsteek nummer 16 (14 op de 1.0) wordt<br />
gebruikt voor onzichtbare zomen in rokken, broeken<br />
en woningdecoratie. Gebruik naaivoet nummer 3 met<br />
IDT.<br />
1. Werk de kant van de zoom af.<br />
2. Sla de zoom om naar de verkeerde kant en pers.<br />
3. Vouw de zoom weer terug over zichzelf heen<br />
zodat ongeveer 1 cm van de afgewerkte rand<br />
buiten de vouw uitsteekt. De verkeerde kant van<br />
uw naaiwerk moet nu naar boven liggen.<br />
4. Leg de stof zo onder de naaivoet dat de vouw in<br />
de bovenlaag tegen geleider A ligt.<br />
5. Bij het insteken in de vouw mag de naald maar<br />
een klein beetje stof opnemen. Als de steken<br />
zichtbaar zijn op de goede kant van de stof, past<br />
u de geleider voor doorstikken en quilten A aan<br />
met stelschroef B totdat de steek die de zoom<br />
grijpt net zichtbaar is.<br />
Elastische blindzoomsteek<br />
De elastische blindzoomsteek nummer 17 (15 op de<br />
1.0) is speciaal geschikt voor rekbare materialen,<br />
omdat de zigzag in de steek ervoor zorgt dat de steek<br />
kan worden uitgerekt. De zoom wordt tegelijkertijd<br />
afgewerkt en genaaid. Bij de meeste gebreide stoffen<br />
is het niet nodig om eerst de onafgewerkte rand af te<br />
werken.<br />
Ritssluitingen naaien<br />
Er zijn verschillende manieren om ritsen in te zetten.<br />
Volg de aanwijzingen op uw patroon voor het beste<br />
resultaat.<br />
Voor elk type rits is het van belang dat u dichtbij de<br />
tanden van de rits naait. U kunt ritsvoet 4 vastklikken<br />
aan de linker- of de rechterkant van de naaivoetstang,<br />
afhankelijk van de manier waarop u de rits inzet.<br />
Stel de steekpositie zo in dat de naald dicht bij de<br />
rand van de tandjes insteekt. Gebruik daarvoor een<br />
van de 29 naaldposities die beschikbaar zijn voor<br />
de rechte steek. Als u de naaivoet vastklemt aan de<br />
rechterkant, mag de naald alleen naar rechts worden<br />
verplaatst. Als u de naaivoet vastklemt aan de<br />
linkerkant, mag de naald alleen naar links worden<br />
verplaatst.<br />
Blindzoomsteek nummer<br />
16 (14)<br />
A<br />
B<br />
Elastische blindzoomsteek<br />
nummer 17 (15)<br />
3:11<br />
Naaien
Naaien<br />
3:12<br />
Algemene naaipop-ups<br />
Spoel leeg (1.5)<br />
Wanneer de spoel bijna leeg is, stopt de machine automatisch<br />
en verschijnt er een pop-up op het scherm.<br />
Vervang de lege spoel door een volle en druk op OK<br />
om te bevestigen.<br />
Hoofdmotor overbelast<br />
Als u op zeer dikke stof naait of als de naaimachine<br />
geblokkeerd raakt tijdens het naaien, kan de hoofdmotor<br />
overbelast raken waardoor de machine stopt<br />
met naaien. De pop-up wordt gesloten wanneer de<br />
hoofdmotor en de stroomtoevoer veilig zijn.<br />
1.5
Reeksen<br />
Met de functie 'reeksen' op uw naaimachine kunt u tekens en letters combineren tot reeksen. U kunt tot 20<br />
steken en letters en toevoegen in dezelfde reeks. U kunt ook uw eigen steek maken door een bestaande steek<br />
aan te passen. U kunt uw eigen steken en reeksen opslaan op uw naaimachine en ze wanneer u maar wilt weer<br />
laden en naaien.<br />
Alle steken in uw naaimachine kunnen worden gebruikt voor reeksen, behalve knoopsgaten, stopsteken, knopen<br />
aannaaien en trenzen.<br />
Overzicht<br />
1. Huidig steeknummer en naam<br />
2. Stekengebied<br />
3. Cursor<br />
4. Reeksen openen<br />
5. Steek horizontaal spiegelen<br />
6. Steek verticaal spiegelen.<br />
7. Reeks laden<br />
8. Reeks opslaan<br />
9. Steek of hele reeks verwijderen<br />
10. Steekbreedte/steekpositie<br />
11. Steeklengte/dichtheid<br />
12. Cursor verplaatsen<br />
Een reeks maken<br />
• Druk op reeksen (4) om 'reeksen' te openen.<br />
• Selecteer de steek die u wilt gebruiken (zie pagina<br />
3:1-3:2 over hoe u een steek kunt selecteren).<br />
De steek verschijnt in het steekgebied.<br />
• Als u de volgende steek selecteert, verschijnt die<br />
rechts van de eerder ingevoerde steek.<br />
Cursor verplaatsen (12)<br />
De huidige positie in het steekgebied wordt gemarkeerd<br />
door een cursor (3). Ingevoegde steken worden<br />
op de plaats van de cursor gezet.<br />
Voor 1.5: Druk op het midden van het aanraakwiel.<br />
De cursor verandert in een verticale lijn. Beweeg door<br />
de reeks door op de pijlen links en rechts van het<br />
aanraakwiel te drukken.<br />
Voor 1.0: Verplaats de cursor door de reeks heen met<br />
de pijlen naar links en naar rechts op het wiel.<br />
ambition 1.5<br />
1<br />
2<br />
5<br />
4<br />
6<br />
7<br />
ambition 1.0<br />
1<br />
2<br />
8 9<br />
7 8 9 4 5 6<br />
3<br />
3<br />
12<br />
12<br />
10<br />
11<br />
10<br />
11<br />
4:1<br />
Reeksen
Reeksen<br />
4:2<br />
Het alfabet gebruiken (1.5)<br />
Overzicht alfabetmodus<br />
1. Lettertype selecteren/Voorbeeldweergave lettertype<br />
2. Naam van het geselecteerde lettertype<br />
3. Uitklaplijst selectie lettertype<br />
4. Stekengebied<br />
5. Toetsenbord<br />
6. Tekenset veranderen (hoofdletters/kleine letters,<br />
normale/speciale letters en symbolen)<br />
7. Cursor verplaatsen<br />
8. Steek of hele reeks verwijderen<br />
Een tekstreeks maken<br />
• Druk op de alfabetmodustab (A).<br />
• Druk op het lettertypesymbool in de linker<br />
bovenhoek (1) om een uitklaplijst te openen met<br />
beschikbare lettertypes. Selecteer het gewenste<br />
lettertype door erop te drukken. De uitklaplijst<br />
wordt gesloten.<br />
• Druk op de letters en de tekens op het toetsenbord<br />
(5) om uw reeks te maken. Iedere letter<br />
wordt op de positie van de cursor in het steekgebied<br />
geplaatst (4).<br />
Om de cursor door de reeks te verplaatsen, drukt u<br />
op de pijlen in de onderste hoeken van het toetsenbord<br />
op het scherm (7).<br />
Tekenset selecteren<br />
Om de tekenset te veranderen tussen hoofdletters<br />
en kleine letters, normale of speciale letters en cijfers<br />
en symbolen, drukt u op de pictogrammen van de<br />
tekens in de rechter onderhoek van het toetsenbord<br />
(6). Druk meerdere malen om af te wisselen tussen de<br />
tekensets.<br />
Let op: Tekens met kleine letters zijn alleen beschikbaar<br />
voor het lettertype Block.<br />
ambition 1.5<br />
1<br />
4<br />
5<br />
8<br />
7<br />
2<br />
A<br />
3<br />
6<br />
7
Het alfabet gebruiken (1.0)<br />
Overzicht alfabetmodus<br />
1. Lettertype selecteren/Voorbeeldweergave lettertype<br />
2. Naam van het geselecteerde lettertype<br />
3. Stekengebied<br />
4. Toetsenbord<br />
5. Tekenset veranderen (hoofdletters/kleine letters,<br />
normale/speciale symbolen)<br />
6. Verwijderen<br />
Een tekstreeks maken<br />
• Druk op de pijltoetsen naar links of naar rechts<br />
op het wiel om naar alfabetmodus (A) te gaan.<br />
• Druk op de pijltoets omhoog totdat de voorbeeldweergave<br />
van het lettertype (1) bovenaan het<br />
display is geselecteerd. Druk op OK (B) om een<br />
lijst met beschikbare lettertypes te openen. Ga<br />
naar het gewenste lettertype met de pijltoetsen en<br />
druk op OK (B) om het te selecteren.<br />
• Druk tweemaal op de pijltoets omlaag om naar<br />
het toetsenbord te gaan. U kunt zich over het<br />
toetsenbord verplaatsen met de pijltoetsen en<br />
op OK (B) drukken om een letter of teken aan<br />
de reeks toe te voegen. Iedere letter wordt op de<br />
positie van de cursor in het steekgebied geplaatst.<br />
Let op: De geselecteerde letter op het toetsenbord wordt<br />
gemarkeerd.<br />
• Om de cursor in de reeks te verplaatsen, gaat<br />
u met de pijltoetsen naar het steekgebied (3) en<br />
drukt u dan op de pijltoetsen naar links en naar<br />
rechts om de cursor heen en weer te verplaatsen<br />
in de reeks.<br />
Tekenset selecteren<br />
Druk op de pijltoetsen om naar de pictogrammen van<br />
de tekensets (5) te gaan. Druk op OK (B) om af te wisselen<br />
tussen de beschikbare tekensets: hoofdletters of<br />
kleine letters, normale of speciale letters en cijfers en<br />
symbolen.<br />
Let op: Tekens met kleine letters zijn alleen beschikbaar<br />
voor het lettertype Block.<br />
ambition 1.0<br />
2<br />
1<br />
3<br />
4<br />
6<br />
A<br />
B<br />
5<br />
4:3<br />
Reeksen
Reeksen<br />
4:4<br />
Steken aanpassen<br />
U kunt de geselecteerde steek spiegelen en de lengte,<br />
breedte, dichtheid en steekpositie ervan aanpassen.<br />
Als u een waarde heeft veranderd, worden de cijfers<br />
gemarkeerd om aan te geven dat het geen standaardwaarde<br />
is.<br />
Voor 1.5: Beweeg de cursor zoals beschreven op<br />
pagina 4:1. Plaats de cursor na de steek die u wilt<br />
aanpassen. Druk op het midden van het aanraakwiel.<br />
De steek wordt gemarkeerd. Pas de steek aan zoals<br />
wordt beschreven op pagina 3:3-3:4.<br />
Druk opnieuw op het midden van het aanraakwiel<br />
om de cursor te activeren.<br />
Voor 1.0: Gebruik de pijltoetsen naar links en naar<br />
rechts op het wiel om de steek te markeren die u wilt<br />
aanpassen.Pas de steek aan zoals wordt beschreven<br />
op pagina 3:3-3:4.<br />
Let op: De aanpassingen hebben alleen invloed op de<br />
gemarkeerde steek. Als u terugkeert naar de naaimodus,<br />
hebben alle aanpassingen die daar zijn gemaakt invloed op<br />
de hele reeks en worden ze niet opgeslagen.<br />
Steken of letters van een reeks<br />
verwijderen<br />
Om een steek te verwijderen, beweeg de cursor naar<br />
betreffende steek en druk op verwijderen (9).<br />
Om de hele reeks te verwijderen van het steekgebied,<br />
drukt u lang op verwijderen. Er verschijnt een popupbericht<br />
dat vraagt of u alle steken wilt verwijderen.<br />
Selecteer ja/OK. Het pop-upbericht gaat dicht en alle<br />
steken worden van het steekgebied verwijderd.<br />
1.5<br />
ambition 1.5 9 9<br />
Reeksen Alfabetmodus<br />
ambition 1.0<br />
9<br />
Reeksen Alfabetmodus<br />
9
Tekst combineren met decoratieve<br />
steken<br />
Om uw tekstreeks te combineren met decoratieve<br />
steken, keert u terug naar 'reeksen' door de naaimodustab<br />
(B) te selecteren.<br />
Beweeg de cursor door de tekst en voeg de decoratieve<br />
steken in naar wens.<br />
Uw reeksen beheren<br />
U kunt uw reeksen opslaan en opnieuw laden. Er zijn<br />
vier geheugens waarin u uw reeksen kunt opslaan.<br />
Reeks opslaan<br />
Selecteer opslaan (8) om het menu reeks opslaan te<br />
openen. Selecteer één van de vier geheugens. Er staat<br />
een omranding om het geselecteerde geheugennummer.<br />
Bevestig uw selectie met OK (C).<br />
Als het geheugen bezet is, verschijnt er een pop-up<br />
die vraagt of u de eerder opgeslagen steek wilt overschrijven<br />
met de nieuwe. Selecteer OK/ja (C) om te<br />
overschrijven of annuleren/nee (D) om de popup te<br />
sluiten zonder op te slaan.<br />
Voor 1.5: Om het menu 'reeks opslaan' te sluiten,<br />
drukt u op annuleren (D).<br />
Voor 1.0: Om het menu reeks opslaan te sluiten,<br />
drukt u op de toets opslaan (8),<br />
1.5<br />
B<br />
ambition 1.5<br />
8<br />
ambition 1.0 8<br />
C<br />
C D<br />
C<br />
D<br />
4:5<br />
Reeksen
Reeksen<br />
4:6<br />
Reeks laden<br />
Selecteer laden (7) om het menu reeks laden te openen.<br />
Selecteer de reeks die u wilt laden. Er staat een<br />
omranding om het geselecteerde geheugennummer.<br />
Bevestig uw selectie met OK (C).<br />
De reeks verschijnt in de naaimodus klaar om te worden<br />
genaaid.<br />
Voor 1.5: Om het menu 'reeks laden' te sluiten zonder<br />
te laden, drukt u op annuleren (D).<br />
Voor 1.0: Om het menu 'reeks laden' te sluiten zonder<br />
te laden, drukt u op de toets laden (7).<br />
Een reeks naaien<br />
Om de reeks te naaien, keert u terug naar de naaimodus<br />
door op de toets reeksen (4) te drukken of het<br />
voetpedaal in te drukken. Uw reeks is klaar om te<br />
worden genaaid. De reeks wordt doorlopend genaaid.<br />
Om uw reeks slechts eenmaal te naaien, voegt u een<br />
afhechting toe aan het einde, zie pagina 3:5.<br />
Let op: Aanpassingen die in de naaimodus worden gemaakt,<br />
hebben invloed op de hele reeks. Die veranderingen<br />
worden echter niet opgeslagen als u terugkeert naar<br />
reeksen.<br />
ambition 1.5<br />
7<br />
ambition 1.0<br />
ambition 1.5<br />
4<br />
7<br />
ambition 1.0<br />
4<br />
C<br />
C D
Onderhoud<br />
De naaimachine reinigen<br />
Maak uw machine regelmatig schoon om ervoor te zorgen dat uw machine goed blijft werken. De machine<br />
hoeft niet te worden gesmeerd (geolied).<br />
Neem de buitenkant van uw naaimachine af met een zachte doek om eventueel opgehoopt stof of textielresten<br />
te verwijderen.<br />
Neem het scherm af met een schone, zachte en vochtige<br />
doek.<br />
Het spoelhuis schoonmaken<br />
Let op: Breng de naald omhoog, verzink de transporteur<br />
en schakel de naaimachine uit.<br />
De naaivoet verwijderen. Duw het ontgrendelknopje<br />
van het spoelhuisdeksel (A) naar rechts en verwijder<br />
het spoelhuisdeksel (B) en de spoel. Gebruik de<br />
schroevendraaier om de twee schroeven (C) in de<br />
steekplaat te verwijderen. Til de steekplaat op.<br />
Maak de transporteur en het spoelhuis schoon met<br />
het borsteltje dat bij de accessoires zit.<br />
Het gedeelte onder het spoelhuis schoonmaken<br />
Maak het gedeelte onder het spoelhuis schoon na<br />
diverse naaiprojecten of wanneer u merkt dat zich<br />
textielresten in het spoelhuisgedeelte hebben opgehoopt.<br />
Verwijder het spoelhuis door dit op te tillen. Maak<br />
het hele gedeelte schoon met het borsteltje of met een<br />
droge doek.<br />
Plaats het spoelhuis terug in de grijperring, zodat de<br />
punt in de stopper (D) past.<br />
Let op: Blaas geen lucht in het spoelhuisgedeelte. Het stof<br />
en de pluisjes worden dan in uw machine geblazen.<br />
Steekplaat terugplaatsen<br />
Vervang met de transporteur omlaag de steekplaat<br />
en breng de twee schroeven van de steekplaat aan en<br />
draai ze vast. Plaats het deksel weer op het spoelhuis.<br />
C C<br />
B<br />
D<br />
A<br />
5:1<br />
Onderhoud
Onderhoud<br />
5:2<br />
Problemen oplossen<br />
In deze gids voor het oplossen van problemen vindt u oplossingen voor problemen die u kunt ondervinden<br />
met uw machine. Neem voor verdere informatie contact op met uw plaatselijke erkende PFAFF® dealer.<br />
Probleem/oorzaak Oplossing<br />
Algemene problemen<br />
Spoelsignaal werkt niet? (1.5) Verwijder textielresten uit het spoelgedeelte.<br />
Stof wordt niet getransporteerd? Controleer of de transporteur niet is verzonken.<br />
Verkeerde steek, onregelmatige of smalle steek? Schakel tweelingnaald of steekbreedtebeveiliging uit in<br />
het instellingenmenu.<br />
De naald breekt? Breng de naald op de juiste manier aan, zie pagina 2:9.<br />
Breng de juiste naald aan voor de stof.<br />
De machine naait niet? Controleer of alle stekkers goed in de machine en in het<br />
stopcontact zitten.<br />
Duw de spoelgeleider in de naaipositie.<br />
De functietoetsen van de naaimachine reageren De contacten en functietoetsen van de machine kunnen<br />
niet als u erop drukt?<br />
gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Als de toetsen<br />
niet op aanrakingen reageren, zet u de machine UIT en<br />
weer AAN. Neem contact op met uw erkende PFAFF®<br />
dealer als het probleem blijft bestaan.<br />
Worden de pictogrammen op het scherm niet Kalibreer het scherm. U vindt 'kalibreren' in het instel-<br />
geactiveerd wanneer u erop drukt? (1.5)<br />
lingenmenu.<br />
De naaimachine slaat steken over<br />
Heeft u de naald op de juiste wijze geplaatst? Breng de naald op de juiste manier aan, zie pagina 2:9.<br />
Heeft u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/750 H.<br />
Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.<br />
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen?<br />
Controleer hoe de machine is ingeregen.<br />
Wordt de juiste naaivoet gebruikt? Bevestig de juiste naaivoet.<br />
Is de naald te dun voor de draad? Controleer of de naald goed is voor het garen en de stof.<br />
De bovendraad breekt<br />
Heeft u de naald op de juiste wijze geplaatst? Breng de naald op de juiste manier aan, zie pagina 2:9.<br />
Heeft u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/750 H.<br />
Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.<br />
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen?<br />
Controleer hoe de machine is ingeregen.<br />
Is de naald te dun voor de draad? Plaats een naald die groot genoeg is voor de draad.<br />
Gebruikt u garen van slechte kwaliteit of garen Neem nieuw garen van betere kwaliteit dat u bij een of-<br />
dat is uitgedroogd?<br />
fi ciële PFAFF® dealer heeft gekocht.<br />
Wordt de juiste garenschijf gebruikt? Bevestig een garenschijf die de juiste maat heeft voor het<br />
gebruikte garenklosje.<br />
Staat de garenpen in de beste positie? Gebruik een andere garenpenpositie (verticaal of horizontaal)<br />
Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
De spoeldraad breekt<br />
Heeft u de spoel op de juiste wijze geplaatst? Controleer de onderdraad.<br />
Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.<br />
Is het spoelhuisgedeelte schoon? Verwijder textielresten uit het spoelgedeelte.<br />
Is de spoel goed opgewonden? Spoel garen op een ander spoeltje.<br />
De naad heeft ongelijke steken<br />
Is de draadspanning goed afgesteld? Controleer de bovendraadspanning en hoe de machine is<br />
ingeregen.<br />
Gebruikt u te dik draad of naaigaren van slechte Vervang het garen.<br />
kwaliteit?<br />
Is de onderdraad gelijkmatig opgewonden? Controleer het opwinden van de spoel.<br />
Wordt er een correcte naald gebruikt? Breng een geschikte naald op de juiste manier aan, zie<br />
pagina 2:9.<br />
De naaimachine transporteert niet of onregelmatig<br />
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingere- Controleer hoe de machine is ingeregen.<br />
gen?<br />
Zijn er pluisjes opgehoopt tussen de tanden van Verwijder de steekplaat en maak de transporteur met<br />
de transporteur?<br />
een borsteltje schoon.<br />
Laat uw naaimachine regelmatig door uw plaatselijke officiële PFAFF® dealer controleren!<br />
Als u deze aanwijzingen voor het oplossen van problemen heeft opgevolgd en nog steeds problemen heeft,<br />
breng de naaimachine dan naar uw dealer. Als er een specifi ek probleem is, is het erg handig om met het gebruikte<br />
garen en met een stukje van de gebruikte stof een proefl apje te maken en dat naar uw dealer te brengen.<br />
Een proefl apje geeft vaak nuttige informatie.<br />
Niet-originele onderdelen en accessoires<br />
De garantie geldt niet voor storingen of schade als gevolg van het gebruik van niet-originele accessoires of<br />
onderdelen.<br />
5:3<br />
Onderhoud
Index<br />
A<br />
Aanpassingen aan steken ................................. 3:3, 4:4<br />
Steekbreedte 3:3<br />
Steekdichtheid 3:3<br />
Steeklengte 3:3<br />
Steekpositie 3:3<br />
Aanraakwiel ............................................................ 2:11<br />
Aansluiten op de voedingsspanning .................... 2:1<br />
AAN/UIT .................................................................. 2:1<br />
Accessoiredoos ......................................................... 1:5<br />
Accessoires ................................................................ 1:5<br />
Achteruitnaai-indicator ................................ 2:10, 2:12<br />
Afhechten, geprogrammeerd ...................... 2:10, 2:12<br />
Afhechtopties ........................ 2:10, 2:11, 2:12, 2:13, 3:5<br />
Alfabetmodus .................................. 2:11, 2:13, 4:2, 4:3<br />
Alfabetten ................................................................ 1:10<br />
B<br />
Basisplaathoogte, aanpassen .................................. 2:2<br />
Blindzomen ............................................................. 3:11<br />
Borsteltje .................................................................... 1:6<br />
C<br />
Contrast van het display .............................. 2:14, 2:15<br />
Cordonsteken .............................................. 1:9, 3:3, 3:4<br />
D<br />
De basisplaat van de naaimachine waterpas<br />
zetten .......................................................................... 2:2<br />
Decoratieve steken ................................................... 1:9<br />
De machine inrijgen .......................................... 2:3–2:4<br />
Draadinsteker 2:3<br />
Een tweelingnaald inrijgen 2:4<br />
De machine opbergen na het naaien ..................... 2:1<br />
De naaimachine in een naaitafel monteren .......... 2:2<br />
Draadafsnijder .......................................................... 2:2<br />
Draadinsteker ........................................................... 2:3<br />
Draadspanning .................................................. 2:7, 3:4<br />
Aanpassen 2:7<br />
Knop/wieltje 2:7<br />
Dubbel transport ...................................................... 2:6<br />
E<br />
Een persoonlijke steek laden .................................. 3:6<br />
Een reeks maken....................................................... 4:1<br />
Een reeks naaien ....................................................... 4:6<br />
Eenstaps knoopsgatvoet 5B .................................... 3:7<br />
Een steek selecteren .......................................... 3:1, 3:2<br />
Een tekst maken ................................................ 4:2, 4:3<br />
Extra garenpen .................................................. 1:6, 2:3<br />
G<br />
Garenpennen ............................................................ 2:2<br />
Extra garenpen 2:3<br />
Horizontale positie 2:2<br />
Verticale positie 2:2<br />
Garenschijf .................................................. 1:6, 2:2–2:5<br />
Geheugen ......................................... 2:11, 2:13, 4:5, 4:6<br />
Geleider voor doorstikken/quilten ....................... 1:6<br />
Geluid, waarschuwing ............................ 2:14, 3:3, 3:4<br />
Genaaide zigzagsteek .............................................. 3:7<br />
Geprogrammeerd afhechten ................ 2:10, 2:12, 3:5<br />
Grafi sch display van de ambition 1.0<br />
naaimachine ............................................................ 2:13<br />
H<br />
Hoofdschakelaar ...................................................... 2:1<br />
Horizontaal spiegelen ................................... 2:11, 2:13<br />
I<br />
IDT systeem ............ 1:5, 1:6, 2:6, 3:1, 3:2, 3:10, 3:11<br />
Inschakelen 2:6<br />
Uitschakelen 2:6<br />
K<br />
Kalibratie van het touch-screen ........................... 2:14<br />
Knoop aannaaien ..................................................... 3:8<br />
Knoopsgat ................................................................. 3:7<br />
Knoopsgat met inlegdraad 3:8<br />
Knoopsgatvoet 5B 1:6, 3:7, 3:8, 3:9<br />
Knoopsgat met inlegdraad ..................................... 3:8<br />
Knopen, aanzetten ................................................... 3:8<br />
M<br />
Machineoverzicht ..................................................... 1:4<br />
Accessoiredoos 1:5<br />
Achterkant 1:5<br />
Bijgeleverde accessoires 1:5<br />
Naaivoeten 1:6<br />
Onderdelen bovenkant 1:5<br />
Voorkant 1:4<br />
Menu Instellingen ....................... 2:11, 2:13, 2:14, 2:15<br />
Multifunctioneel gereedschap ........... 1:6, 2:9, 3:8, 3:9<br />
N<br />
Naaimodus ..................................................... 2:11, 2:13<br />
Naaimodus - overzicht (1.0) ................................... 3:2<br />
Naaimodus - overzicht (1,5) ................................... 3:1<br />
Naaisnelheid .................................................. 2:10, 2:12
Naaitechnieken ................................................ 3:7–3:11<br />
Blindzomen 3:11<br />
Genaaide zigzagsteek 3:7<br />
Knoop aannaaien 3:8<br />
Knoopsgaten 3:7<br />
Quilten 3:10<br />
Ritssluitingen naaien 3:11<br />
Stoppen en verstellen 3:9<br />
Zomen naaien in dikke stof 3:9<br />
Naaitechnieksteken .................................................. 1:9<br />
Naaivoet<br />
Bevestigen 2:9<br />
Druk 2:7<br />
Veranderen 2:9<br />
Verwijderen 2:9<br />
Naaivoetdruk ............................................................ 2:7<br />
Naaivoeten ................................................................ 1:6<br />
Naaivoetlichter ......................................................... 2:9<br />
Naaivoet verwisselen .............................................. 2:9<br />
Naalden ..................................................................... 2:8<br />
Naaldkunststeken .................................................... 1:9<br />
Naald omhoog/omlaag ............................... 2:10, 2:12<br />
Naald vervangen ...................................................... 2:9<br />
Naald, vervangen ..................................................... 2:9<br />
Niet-originele onderdelen en accessoires ............. 5:3<br />
Nuttige steken.................................................... 1:7–1:8<br />
O<br />
OK-toets ................................................................... 2:13<br />
Omkeren ......................................................... 2:10, 2:12<br />
Onmiddellijk afhechten ......................... 2:10, 2:12, 3:5<br />
Optionele accessoires ................. 2:4, 3:1, 3:2, 3:8, 3:10<br />
Overbelasting motor .............................................. 3:12<br />
P<br />
Persoonlijke steek of reeks laden ................ 2:11, 2:13<br />
Persoonlijke steek of reeks opslaan ............ 2:11, 2:13<br />
Persoonlijke steek opslaan ...................................... 3:6<br />
Pop-ups .................................................................... 3:12<br />
Probleem/oorzaak ................................................... 5:2<br />
Problemen oplossen ................................................. 5:2<br />
Q<br />
Quilten ..................................................................... 3:10<br />
Quiltsteken ................................................................ 1:9<br />
R<br />
Rechtstreekse selectie ................................... 2:11, 2:13<br />
Reeks<br />
Laden 4:6<br />
Maken 4:1<br />
Naaien 4:6<br />
Opslaan 4:5<br />
Reeksen ........................................................... 2:11, 2:13<br />
Reeks laden ............................................................... 4:6<br />
Reeks opslaan ........................................................... 4:5<br />
Reeksoverzicht .......................................................... 4:1<br />
Ritsen ....................................................................... 3:11<br />
S<br />
Scherminstellingen ................................................. 2:14<br />
Schroevendraaier .............................................. 1:6, 5:1<br />
Seam ripper ............................................................... 1:6<br />
Snelheidsregelhendel .................................... 2:10, 2:12<br />
Softwareversie ............................................... 2:14, 2:15<br />
Spiegelen ................................................................... 3:4<br />
Spoelen....................................................................... 1:6<br />
Spoel leeg ................................................................. 3:12<br />
Spoel plaatsen ........................................................... 2:6<br />
Spoel, plaatsen ................................................... 2:4, 2:6<br />
Ssewing cabinet, mounting machine in ................ 2:2<br />
Start/stop ....................................................... 2:10, 2:12<br />
Steekbreedte ............................................ 2:11, 2:12, 3:3<br />
Steekbreedtebeveiliging ............................... 2:14, 2:15<br />
Steekdichtheid ........................................ 2:11, 2:12, 3:3<br />
Steeklengte .............................................. 2:11, 2:12, 3:3<br />
Steek opnieuw beginnen .............................. 2:10, 2:12<br />
Steekplaat .................................. 2:6, 2:8, 2:14, 2:15, 5:1<br />
Steekpositie ............................................. 2:11, 2:12, 3:3<br />
Steekselectie ....................................................... 3:1, 3:2<br />
Stekeninformatie .................................... 2:11, 2:13, 3:2<br />
Steken of letters van een reeks verwijderen ......... 4:4<br />
Stekenoverzicht ........................................................ 1:7<br />
Alfabetten 1:10<br />
Cordonsteken 1:9<br />
Decoratieve steken 1:9<br />
Naaitechnieksteken 1:9<br />
Naaldkunststeken 1:9<br />
Nuttige steken 1:7<br />
Quiltsteken 1:9<br />
Stoppen ...................................................................... 3:9<br />
Stylus .......................................................... 1:5, 1:6, 2:14
T<br />
Taal .................................................................. 2:14, 2:15<br />
Tabs ................................................................. 2:11, 2:13<br />
Tabs instellingen en functies ....................... 2:11, 2:13<br />
Tekenset .............................................................. 4:2, 4:3<br />
Tekenset selecteren .................................................. 4:2<br />
Tekst combineren met decoratieve steken ........... 4:5<br />
Tekst, maken ...................................................... 4:2, 4:3<br />
Toetsen<br />
Toetsen van de ambition 1.0 naaimachine 2:12<br />
Toetsen van de ambition 1.5 naaimachine 2:10<br />
Tornmesje ........................................................... 1:6, 2:9<br />
Touch-screen kalibreren ........................................ 2:14<br />
Touch-screen van de ambition 1.5<br />
naaimachine ............................................................ 2:11<br />
Transporteur verzinken .......................................... 2:9<br />
Transporteur, verzinken ......................................... 2:9<br />
Tweelingnaald<br />
Een tweelingnaald inrijgen 2:4<br />
Ingesteld op tweelingnaald 2:14, 2:15<br />
U<br />
Uitpakken .................................................................. 2:1<br />
Uw reeksen beheren ................................................ 4:5<br />
V<br />
Verlenging ............................................... 2:11, 2:13, 3:4<br />
Verstellen ................................................................... 3:9<br />
Verticaal spiegelen ........................................ 2:11, 2:13<br />
Verwijderen............................................. 2:11, 2:13, 4:4<br />
Vilten onderlegger ..................................... 1:6, 2:3, 2:4<br />
Voetpedaal ................................................................ 2:1<br />
Voetpedaal aansluiten ............................................. 2:1<br />
Vrije arm .................................................................... 2:2<br />
W<br />
Waarschuwingsgeluid ............................. 2:14, 3:3, 3:4<br />
Wiel .......................................................................... 2:13<br />
Z<br />
Zomen ........................................................................ 3:9
Wij behouden ons het recht voor zonder aankondiging<br />
vooraf veranderingen aan te brengen aan de machine,<br />
in het accessoireassortiment of aanpassingen te<br />
maken in de prestaties of het ontwerp.<br />
Dergelijke veranderingen zijn echter altijd ten gunste<br />
van de gebruiker van het product.<br />
Intellectueel eigendom<br />
PFAFF, AMBITION, IDT zijn handelsmerken van<br />
KSIN Luxembourg II, S.ar.l.
www.pfaff.com<br />
413 29 91-36B • Nederlands • InHouse • © 2011 KSIN Luxembourg II, S.ar.l. • All rights reserved • Printed in Sweden on environmentally-friendly paper