GEMEENTE DE PANNE Algemeen Gemeentelijk Politiereglement
GEMEENTE DE PANNE Algemeen Gemeentelijk Politiereglement
GEMEENTE DE PANNE Algemeen Gemeentelijk Politiereglement
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Art. 187: De bootjes moeten zeewaardig zijn en voldoen aan de wettelijke voorgeschreven<br />
veiligheidsnormen inzake boten en bemanning.<br />
Art. 188: Alle opvarenden moeten steeds en effectief een reddingsgordel dragen en minstens één<br />
opvarende moet een minimum aan ondervinding hebben.<br />
Art. 189: Vaartbewegingen.<br />
a) De bootjes mogen enkel in zee steken en stranden in de voorbehouden strook.<br />
b) Buiten de gevallen van overmacht is het verboden het strand te naderen op een<br />
afstand van 200 m vanaf de laagwaterlijn, behalve in de strook voorbehouden voor<br />
het in zee steken. Die LW- lijn is een vaste lijn zoals aangeduid op de officiële<br />
Belgische zeekaarten (grote schaal).<br />
c) De scheepvaart en de strandreddingsboten mogen niet gehinderd worden.<br />
Art. 190: Bovenstaande bepalingen in de art. 185 t.e.m. 189 zijn niet van toepassing voor de<br />
strandreddingsboten.<br />
AF<strong>DE</strong>LING 24: VER<strong>DE</strong>ELAPPARATEN EN AN<strong>DE</strong>RE AUTOMATISCHE<br />
APPARATEN.<br />
Art. 191: Alle buitenstaande verdeelapparaten en andere automatische apparaten moeten voor<br />
22 uur binnengehaald worden. Ze mogen slechts vanaf 7 uur terug buiten geplaatst<br />
worden.<br />
Art. 192: De bepaling van art. 191 is niet van toepassing voor stevig verankerde toestellen. De<br />
automatische toestellen moeten vanaf 22 uur buiten gebruik gesteld worden.<br />
Art. 193: De plaatsing van verdeelapparaten zal afhankelijk worden gesteld van een vergunning van<br />
de burgemeester.<br />
AF<strong>DE</strong>LING 25: AANLEGGEN VAN ELEKTRISCHE AFSLUITINGEN.<br />
Art. 194: Het is elk persoon, eigenaar of gebruiker, verboden zonder voorafgaandelijke toelating van<br />
de burgemeester een elektrische afsluiting te plaatsen langs zijn eigendom of deze door<br />
hem gebruikt.<br />
Art. 195: Een elektrische afsluitingen of een geheel van elektrisch verbonden elektrische afsluitingen,<br />
mag slechts door een enkele spanningsgever gevoed worden.<br />
Art. 196: Elektrische afsluitingen mogen enkel op de grens van een eigendom of van verpachte<br />
percelen aangelegd worden, mits toestemming van de betrokken eigenaars of huurders. Zo<br />
niet moeten zij op minstens 0,50 meter afstand van de grens geplaatst worden.<br />
Art. 197: De elektrische afsluitingen gelegen langsheen het openbaar domein moeten voldoen aan de<br />
volgende voorwaarden:<br />
Voor elke onder spanning staande draad van de afsluiting wordt een schutdraad<br />
aangebracht die niet onderspanning is en die gelegen is in een verticaal vlak dat minstens<br />
0,25 m vanonder spanning zijnde draad is verwijderd. Deze schutdraad mag zich niet meer<br />
dan 0,10 meter onder of boven de onder spanning zijnde draad bevinden. Die schutdraad<br />
wordt geplaatst op de kant van het openbaar domein zonder uitstek op dit domein.<br />
Art. 198: De aanwezigheid van elektrische afsluitingen moet worden aangeduid door<br />
waarschuwingsborden uit duurzaam materiaal van minstens 0,20 m op 0,10 m, welke aan<br />
de afsluiting zelf bevestigd worden en welke aan beide zijden duidelijk leesbaar en<br />
weervast, het opschrift dagen: "Elektrische schrikdraad" of "Elektrische afsluiting" in zwarte<br />
letters op gele achtergrond.<br />
Art. 199: De in art. 198 voorziene waarschuwingsborden dienen op de gehele lengte van de afsluiting<br />
aangebracht, de onderlinge afstand mag hoogstens 50 meter bedragen, tevens dienen zij<br />
aangebracht in de onmiddellijke omgeving van de plaatsen waar de afsluiting hoeken vormt<br />
en aan weerszijden van die hoeken.<br />
Art. 200: Indien de spanning aan de stroombron, waaraan de spanningsgever van de afsluiting<br />
aangesloten is, 24 volt overtreft moet het model van de spanningsgever goedgekeurd<br />
worden door de Minister van Economische Zaken.<br />
Art. 201: De spanningsgever wordt aan een stroombron verbonden waarvan de nominale spanning<br />
gelijk is aan de nominale spanning waarvoor de spanningsgever zelf voorzien is.<br />
Art. 202: Indien de spanningsgever verbonden is aan een accumulatorenbatterij mag het laden van<br />
deze batterij niet geschieden wanneer de afsluiting aan de spanningsgever verbonden is.<br />
Art. 203: In geval de voedingslijn (draad of kabel) over of onder het openbaar domein loopt, wordt dit<br />
gedeelte der installatie uitgevoerd overeenkomstig de op de laagspanningslijnen<br />
toepasselijke voorschriften die het voorwerp uitmaken van het regentbesluit dd. 29<br />
28