Inrichting van bioscopen

figuur 6
Om de beeldvertekening schijnbaar op te
heffen kan een trapeziumvormig masker in de
projector worden toegepast. Dit masker moet
speciaal worden vervaardigd voor de
betreffende bioscoop.
De opening in dit masker moet aan de
bovenzijde smaller zijn dan aan de onderzijde.
Zou u een bestaand masker verbreden
(uitvijlen), dan komt een deel van de
geluidsstrook resp. de perforatie in het beeld.
Omdat het beeld tijdens de projectie wordt
omgekeerd, wordt hier dus een tegengestelde
trapeziumvorm toegepast.
De beeldranden worden hierdoor weer recht.
De vertekening verdwijnt echter niet. Ook hier
gaat een gedeelte van het beeld verloren.
Het zal slechts zelden voorkomen dat de
ligging van de cabine zodanig is, dat er schuin
omhoog moet worden geprojecteerd. In dat
geval moet het projectiescherm voorover
hellend worden opgesteld. Maar ook dan mag
de helling niet meer zijn dan de helft van de
neigingshoek van de projector.
Wanneer de cabine zich niet in de lengte-as
van de zaal bevindt, maar links of rechts
daarvan, dan zal eveneens beeldvertekening
optreden en wel ernstiger naarmate de
projectoren verder uit de lengte-as liggen.
Bioscoopzalen
Algemeen
Bij de inrichting van bioscoopzalen is het
goed om met allerlei factoren rekening te
houden:
De afmeting van het projectiescherm is
afhankelijk van de zaalafmetingen;
Het stoelenplan is weer afhankelijk van
het beeldformaat.
Het aantal luidsprekers en de plaatsing
daarvan hangen nauw samen met de
akoestische eigenschappen van de zaal, terwijl
de helling van de zaalvloer weer wordt
bepaald door de hoogte van de onderkant van
het beeld en de afstand tussen de projector en
het projectiescherm.
Wanneer er een nieuwe bioscoop wordt
gebouwd dan is het mogelijk om het ontwerp
zo te maken, dat één en ander volkomen op
elkaar is aangepast, waardoor de ideale
toestand zo dicht mogelijk wordt benaderd.
Bij het moderniseren van een bestaande
bioscoop zal echter zo goed als mogelijk is
gebruik moeten worden gemaakt van de
aanwezige mogelijkheden. De hierna volgende
punten kunnen hierbij een goed uitgangspunt
zijn.
Bouwaanwijzingen
Plaats van de projectiecabine
a - De plaats van de cabine moet zodanig zijn
dat bij gebruik van 1 projector de optische as
(= lijn van projectieobjectief naar het midden
van het beeld) loodrecht staat op de
horizontale hartlijn van het beeld. Bij gebruik
van twee projectoren moeten deze
symmetrisch t.o.v. bovengenoemde as kunnen
worden opgesteld.
b - Tevens moet de plaats zodanig zijn
bepaald dat de optische as zo mogelijk
horizontaal loopt. Een hellings-hoek tussen
maximaal 10 graden voorover of 5 graden
achterover is toegestaan.Grotere hoeken
geven ernstige beeldvertekening.
c - Tenslotte moet de plaats zodanig zijn dat
de onderkant van de lichtbundel zich op elk
punt van de zaal waar zich toeschouwers
kunnen bevinden, tenminste 2 meter boven de
zaalvloer bevindt en de bovenkant
van de lichtbundel overal tenminste 0,30
meter vrij blijft van het plafond en aan het
plafond bevestigde ornamenten.
Cabine-afmetingen
a - Hoogte minimaal 2,5 meter.
b - Diepte minimaal 2,5 meter.
c - Breedte minimaal 2 meter per projector.
Beeld
a - Beeldverhoudingen
Voor Cinemascope-films 1 : 2,35.
Voor widescreen-projectie bij voorkeur
1: 1,75.
b - Beeldsystemen
De bioscoop moet geschikt zijn voor projectie
van Cinemascope (C.S.) en Widescreen (W.S.)
films.