Download hier de werklijsten van Cor Kint (pdf)

Opus 35. LE VIOLON CHANTE Morceaux faciles pour violon et piano.
Uitgave „Nieuwe Muziekhandel”, Amsterdam. Prijs ƒ 1,50.
„Beide werkjes behooren tot het beste wat op dat gebied verschenen is.”
Felice Togni in „Symphonia”.
„Ik wensch U van harte geluk met deze zeer geslaagde uitgave.”
w.g. Ferdinand Hellmann. 21
Opus 36. CONCERTINO NATIONAL pour violon et piano. 22 (manuscript).
Met gebruikmaking van eenige Ned. volksliederen in de 1e positie zeer goed speelbaar.
ÏÏÏ
MOEDERS WIEGELIED
Tekst van P. A. Bruinsma (manuscript).
. . . . Het stuk speelt omstreeks 1600. De schrijver heeft in dit zangspel aan den humor, de goedronde, Hollandsche oubolligheid,
een ruime plaats gegeven.
Toch loopt er door het stuk een ernstige draad, welke het leidmotief van het heele werk genoemd kan worden. Het 1e bedrijf
speelt op het marktplein eener groote stad tijdens de kermis, het tweede bedrijf ten huize van den barbier-chirurgijn-wonderdokter
Mr. Gijsbert, die door zijn handig en doordacht optreden alles ten goede leidt. Het derde bedrijf weer op het marktplein waar dan
eene middeleeuwsche klucht : „De sotternije van den Buskenblazer” vertoond wordt. [....]
Voorts zien we nog een tweede paartje : Hans en Liesbeth, vier zakkenrollers, een troepje schutters onder leiding van den
hopman (bas buffo), een komische figuur, een dikken dienstklopper, wiens gezwollen commando's doorspekt zijn met van anderen
afgesnoepte Latijnsche termen. [....] Voor den dichter en componist is het werk een groot succes geweest.
Uit Algemeen Handelsblad 19-2-'25.
„Frissche, origineele muziek, mooi solowerk met een pittig libretto maken dit werk tot een groote aanwinst in het operetterepertoire.”
Leeuwarder Courant 21-2-'25.
1.5 Werken zonder opusnummer
In bewerking, maar zie 2.2.
2. DATERINGEN
2.1 composities met opusnummer
2.2 composities zonder opusnummer
De lijsten 2.1 en 2.2 vormen een opzet naar de kennis van het ogenblik. Correcties en aanvullingen zullen nog nodig
blijken te zijn.
Kint stempelde verschillende manuscripten met naam, adres en (na ± 1930) telefoonnummer, zonder twijfel in
navolging van zijn eerste leermeesters J. P. Roda en R. G. Crevecoeur. De stempels geven een datering ante quem.
Zo houdt het stempel Frederik Hendrikplantsoen 66 in : geschreven vóór 16 Nov. 1921 ; Amaliastraat 22 : geschreven
vóór 4 Juni 1925.
Op 28 April 1906 heeft Kint, komende uit Enkhuizen, naar het schijnt een kamer gehuurd aan de Balthasar
Floriszstraat 32 in Amsterdam, per 28 Aug. 1906 vestigde het gezin van Pieter Kint, komende uit Enkhuizen, zich met
Cor aan de Van Boetzelaerstraat 28 I , per 31 Jan. 1908 Van Boetzelaerstraat 52 I , per 6 Mei 1911 Van Boetzelaerstraat
20 I . Dan gaat het gezin per 17 Dec. 1912 aan het Frederik Hendrikplantsoen 66 III wonen, welk adres Kint op vele mss
gestempeld heeft. Kint huwde Jenny Couperus op 9 Nov. 1921, verhuisde per 16 Nov. 1921 uit zijn ouderlijk huis
Fred. Hendrikplantsoen 66 naar Amaliastraat 22 I. en verhuisde van daar per 4 Juni 1925 naar Roelof Hartplein 9 III ,
alles in Amsterdam. 23 Per 1 Jan. 1940 verhuisde hij naar Hilversum ; stempels Diependaalse Drift 22 (1940-1942)
en Ruysdaellaan 35 (1942-1944) zijn niet aangetroffen, evenmin stempels van zijn eerdere adressen in Amsterdam.
Een stempel "C. K I N T, ENKHUIZEN." is aangetroffen in leerboeken, maar niet op composities.
21. Bedoeld is Ferdinand Helmann, 1916-1919 concertmeester van het Concertgebouworkest.
22. Hier staat Concertino nationale, in andere manuscripten Concertino nationaal, de a later bijgevoegd, en nationale, de e later bijgevoegd.
Frans zou zijn Concertino national, Italiaans Concertino nazionale. De partituur is gedateerd 28 Aug. 1928, terminus post quem voor deze
werklijst tenzij het tweede ms eerder te dateren is. Complicatie: De AMVJ-Feestmarsch draagt eveneens op.nr. 36 (zie lijst 2.1).
23. Amaliastraat 22 II in BS O II, Ed.Com. p. xxv is een drukfout. Kint woonde éénhoog.