Februari
Februari
Februari
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1 Historiek<br />
Historiek: broodbakken en bakovens in Kortenberg<br />
De soorten brood<br />
Het vleesvat en het bakhuis waren de symbolen van<br />
een leefgemeenschap die autarkisch of zelfvoorzienend<br />
was. De beenhouwer en de bakker waren niet<br />
echt noodzakelijk in landelijke dorpen in de 19de<br />
eeuw. De landbouwer had zijn eigen graan en kon<br />
dus ook brood bakken. In 1800 kende men grofweg<br />
7 granen: tarwe, spelt, masteluin, rogge, gerst,<br />
haver en boekweit. Boekweit werd in de kempen<br />
gebruikt voor koeken en pap. Spelt werd in de Ardennen<br />
(Namen en Luik) gebruikt voor het bakken<br />
van brood. Van haver maakte men pap. Masteluin<br />
is een mengsel van twee schepels rogge en één<br />
schepel tarwe. Roggemeel zorgde voor zwart brood.<br />
In Erps-Kwerps at men in de Nederlandse periode<br />
(1815-1830) meestal ongebuild roggebrood. Tarwebrood<br />
en gebuild roggebrood kwamen weinig<br />
voor. Het was de tijd van het zwart brood. In Erps-<br />
Kwerps kende men in de 20ste eeuw brood op stenen<br />
gebakken en platenbrood. Het brood op stenen<br />
gebakken is bij de bakkerij Salens in Kwerps verdwenen<br />
in 1975. Met de nieuwe wagenovens kon<br />
men dit brood immers niet meer bakken.<br />
De ingrediënten van brood<br />
De ingrediënten voor wit tarwebrood zijn de volgende:<br />
- 12 kg bloem<br />
- 6 l water<br />
- 300 g gist<br />
- 200 g zout.<br />
Men bakte in pannen of ‘platines’. Er zijn pannen volgens<br />
de grootte van het brood: ½ kg, 1 kg, 1,5 kg,<br />
2 kg en 2,5 kg. In Meerbeek werd het brood niet<br />
gewogen. Men schatte het deeg op ‘het goed val<br />
het uit’.<br />
De standenverschillen<br />
In Erps was er rond 1890 een duidelijk standenverschil:<br />
ongebuild roggebrood of korenbrood voor de<br />
arme mensen, gebuild roggebrood voor de middengroep<br />
en wittebrood of tarwebrood voor de rijkeren.<br />
Louis Verheylewegen vertelde ons dat in Kwerps<br />
vóór 1914 bij rijke begrafenissen broden uitgedeeld<br />
werden aan de families die de begrafenis bijwoonden.<br />
Dat was verplicht vanaf de begrafenismissen<br />
van 10 u. De personen die op de armenlijst stonden<br />
kregen nog een brood extra.<br />
Het gistmiddel<br />
Men kende drie soorten gist: zuurdeeg, biergist en<br />
bakkersgist. Vroeger werd alleen zuurdeeg of ‘neef’<br />
gebruikt of het deeg van de vorige dag. Met biergist<br />
bekwam men een malser en smakelijker brood dan<br />
met zuurdesem. Voor kramiek en suikerbrood met<br />
Kwerps –kermis ging men vloeibare gist halen in<br />
de brouwerij De Wil-Abeloos . Bakkersgist of droge<br />
gist verscheen op het einde van de 18de eeuw. Het<br />
was een luxe en werd gebruikt voor wit brood.<br />
Men kocht bakkersgist bij de kruidenier. Deze sneed<br />
het met een garendraad.<br />
Het kneden was vrouwenwerk<br />
Het kneden van het deeg gebeurde in de bak-<br />
of deegtrog. Deze stond in de keuken of in het<br />
grotere bakhuis. Sommigen hadden een ‘moel’ op<br />
4 poten (baktrogtafel). De meesten hadden echter<br />
een ‘moel’, die op twee stoelen geplaatst werd<br />
(een deegtrog). Het deeg werd gesneden met een<br />
groot mes. De deeghak of krabber diende om de<br />
deegtrog uit te schrapen. Het jongste kind in een<br />
gezin in Erps-Kwerps wordt wel eens spottend ‘het<br />
schrapsel van de moel’ genoemd. Het deeg liet men<br />
rijzen in de baktrog. Een uur later werd het deeg<br />
verdeeld in porties van 1 kg. Deze porties werden<br />
dan gevormd of gebold. Deze bollen werden dan<br />
in voorgesmeerde broodpannen gelegd. Men<br />
liet dan het brood opnieuw 1 uur rijzen. Nieuwe<br />
pannen werden ingebakken, na eerst met liezevet<br />
ingestreken te zijn. Het bereiden van het deeg was<br />
vrouwenwerk.<br />
Het bakhuis<br />
Het bakhuis was een afzonderlijk bijgebouw waarin<br />
brood werd gebakken. Het was een éénkamerhuisje<br />
met schouw en daarachter de oven. Het bakhuis<br />
was meestal opgetrokken uit baksteen omwille van<br />
de brandveiligheid. Het stond op een afstand van<br />
het huis omwille van het brandgevaar.<br />
Het bakhuis was een huisje onder een zadeldak. De<br />
schoorsteen stak uit boven de achterpuntgevel. Het<br />
bakhuis had een gesloten onderbouw met een halve<br />
eivormige gemetselde ovenkap onder een lager<br />
zadeldak als oven. De ovenkap was uit baksteen<br />
en met leem bestreken. Het lager zadeldak staat in<br />
dezelfde nokrichting als het bakhuis.<br />
De houtoven is het prototype van de oven met een<br />
rechtstreekse verwarming. Het vuur wordt gestookt<br />
in dezelfde oven waar het brood wordt gebakken.<br />
In Everberg in de Dalemstraat, naast de Villa<br />
Wielemans bleef de hoeve met het bakhuis van<br />
Richard Hermans bewaard. In het Dijleland of in<br />
Midden-Brabant is er soms ook sprake van een bakoven<br />
voor twee of meer gezinnen, dikwijls gecombineerd