Protocol Legionella - Facilicom

PROTOCOL LEGIONELLA
Welke maatregelen moeten er worden genomen wanneer op een object Legionella is
geconstateerd?
1. De opdrachtgever / eigenaar van het gebouw c.q. installatie waar schoongemaakt wordt is
verantwoordelijk voor de desinfectie van de desbetreffende waterinstallatie. Totdat de
waterinstallatie aantoonbaar is gedesinfecteerd zal deze niet gebruikt mogen worden.
2. De operationeel leidinggevende moet de schoonmakers die op de locatie of in de desbetreffende
ruimten hebben gewerkt per direct informeren en voorlichten. Wanneer zij griepachtige
verschijnselen vertonen of gaan vertonen moeten zij zich naar huisarts of bedrijfsarts begeven
en aangeven dat zij mogelijk in aanraking zijn gekomen met de Legionella bacterie. Dit is van
groot belang omdat, wanneer een besmetting uitloopt in een geval van veteranenziekte, een
juiste en tijdige diagnose in het uiterste geval levens kan redden.
3. Mocht het zo zijn, dat medewerkers gewaar worden dat er op een werklocatie Legionella is
geconstateerd, maar dat de schoonmaak niet is geïnformeerd moet de operationeel
leidinggevende de opdrachtgever hier op een beleefde en correcte manier op aanspreken. Het
doel is hierover een afspraak te maken met de opdrachtgever, zodat dit voortaan wel gebeurd.
Natuurlijk moeten de desbetreffende schoonmaakmedewerkers alsnog worden geïnformeerd en
voorgelicht.
4. De operationeel leidinggevende moet per direct de VGWM-coördinator telefonisch of per email
informeren over het feit dat er op zijn object Legionella is geconstateerd.
5. Wanneer er bij de medewerkers behoefte is aan meer voorlichting over Legionella, kan contact
worden opgenomen met de preventiemedewerker binnen het district.
4 juli 2007 Bladzijde 4 van 4