29.09.2013 Views

Brochure - Stichting WCL Winterswijk

Brochure - Stichting WCL Winterswijk

Brochure - Stichting WCL Winterswijk

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Pilot<br />

Gemeenschappelijk<br />

Landbouw<br />

Beleid<br />

Dit project is (mede)gefinancierd door de<br />

Europese Gemeenschap


2<br />

Wat, hoe, waarom...<br />

Voorzitter Gert Jan te Gronde van de <strong>Stichting</strong> <strong>WCL</strong> <strong>Winterswijk</strong>:<br />

“Dit is een geweldige opsteker voor <strong>Winterswijk</strong>. De inzet van vele mensen<br />

wordt door toekenning van deze pilot beloond. Het kleinschalige<br />

landschap van <strong>Winterswijk</strong> is bij uitstel geschikt om deze pilot uit te voeren.<br />

Nationaal Landschap, Natura 2000 en de Ecologische Hoofdstructuur<br />

(EHS) maken het de boeren in <strong>Winterswijk</strong> niet altijd even gemakkelijk.<br />

Nu kunnen we door middel van deze pilot boeren belonen voor het<br />

werken in en het instandhouden van ons geliefde landschap”.<br />

De pilot GLB (Gemeenschappelijk Landbouw Beleid)<br />

De <strong>Stichting</strong> Waardevol Cultuurlandschap <strong>Winterswijk</strong> (St. <strong>WCL</strong>) is samen met Water, Land en Dijken,<br />

Noordelijke Friese Wouden en Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen door het Ministerie van<br />

EL & I (voorheen LNV) gevraagd om een voorstel te maken voor de invulling van de pilot in het kader<br />

van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB).<br />

Het gehanteerde puntensysteem vanuit het project Boeren met landschap en natuur in <strong>Winterswijk</strong> was<br />

de aanleiding van het ministerie om de St. <strong>WCL</strong> te vragen om mee te doen.<br />

Wat gaat er bij de Landbouw-inkomenssteun veranderen?<br />

Naar verwachting wordt het totale landbouwbudget verlaagd terwijl steeds meer EU landen steun<br />

krijgen. Daarnaast is de EU voornemens om landbouwsteun meer te koppelen aan maatschappelijke<br />

prestaties en niet meer zo aan de geleverde productie. Gevolg zal zijn dat de directe inkomenssteun<br />

(eerste pijler) zal worden verlaagd. De verwachting is dat er onder de tweede pijler (meer) geld beschikbaar<br />

komt voor het belonen van maatschappelijke prestaties.<br />

Hoe ziet de GLB toekomst er mogelijk uit in Nederland?<br />

Standpunt kabinet: Het toekomstige GLB moet zich richten op de beloning van bestaande en nieuwe<br />

maatschappelijke wensen op het gebied van landschap, natuur (biodiversiteit en gebruiksnatuur) en milieu<br />

(bodem, water, lucht klimaat en waterbeheer). Hiervoor is al in 2009 de Houtskoolschets gemaakt.


Kleinschalige percelen:<br />

Wat wil de St. <strong>WCL</strong> van deze pilot die loopt in 2011 en 2012 leren?<br />

De St. <strong>WCL</strong> wil organisatorisch klaar zijn om tijdens de volgende GLB periode 2014 –2020 als ge-<br />

biedspartij op te kunnen treden.<br />

Waarom kleinschaligheid als insteek van deze pilot?<br />

Een reden van de St. <strong>WCL</strong> om met deze pilot mee te doen is het vergoeden van kleinschaligheid in het<br />

gebied. Zoals bekend is de kleinschaligheid van het gebied een kostprijsverhogende factor voor de<br />

gangbare landbouw. Maar het is tevens een kans voor het gebied.<br />

Welke rol speelt biodiversiteit in deze pilot?<br />

Onder de noemer biodiversiteit is het toegestaan om tijdens deze pilot-GLB vergoedingen aan boeren<br />

en landgoedeigenaren te betalen. Voor St. <strong>WCL</strong> staat behoud kleinschaligheid gelijk aan behoud biodiversiteit<br />

en diensten gelijk aan het versterken van de biodiversiteit. Waterkwaliteit is echter ook een<br />

belangrijk item in deze pilot voor EL & I, maar ook voor <strong>Winterswijk</strong>.<br />

Welk gebied komt in aanmerking?<br />

In principe wordt de pilot voor heel <strong>Winterswijk</strong> opengesteld.<br />

Waarom deze pilot?<br />

Onderzoeken hoe in een nieuw GLB-periode (periode 2014 -2020) gewerkt kan worden via overeenkomsten<br />

met boerencollectieven. Daarvoor zijn inspirerende voorbeelden nodig van de manier waarop<br />

ondernemerschap op gebiedsniveau effectief aangewend wordt voor de gewenste vermaatschappelijking<br />

van het GLB. Effectiever betekent in deze zin een beter doelbereik door samenhang van maatregelen,<br />

betere en duurzamer deelname en vermindering van controlelasten. Ook is inzicht nodig in de<br />

juridische (on)mogelijkheden van collectieven als begunstigde bij de uitvoering van het GLB. Hiervoor<br />

wordt een overeenkomst gesloten tussen de St. <strong>WCL</strong> (het collectief) en het Ministerie van Economie,<br />

Landbouw en Innovatie ( EL & I) (voorheen LNV).<br />

3


4<br />

Vergoedingen:<br />

Welke te vergoeden diensten worden aangeboden?<br />

Thema biodiversiteit:<br />

B1 Instandhouding kleinschaligheid<br />

B1-1 Instandhouding bouwlandkundig gebruik kleine percelen perceel tot 1 ha<br />

B1-2 Graslandverzorging naast houtwallen / singels en bos<br />

B2 Ortolanenpakket<br />

B2-1 Traditionele graanteelt op de essen<br />

B2-2 Akkerfaunaranden<br />

ingezaaid met een zaadmengsel<br />

niet geoogst graandeel<br />

B2-3 Graanstoppelvelde<br />

B3 Soortenrijk grasland<br />

B3-1 Kruidenrijk grasland<br />

B3-2 Instandhouding oud grasland (> 10 jaar)<br />

B3-3 Bonte weiderand<br />

B3-4 Grasklaverweiden<br />

B4 Landschapspakketten<br />

B4-1 Bosjes < ½ ha<br />

B4-2 Solitaire bomen of boomgroep<br />

B4-3 Steilrand<br />

B4–4 Hoogstamboomgaard<br />

Thema waterkwaliteit<br />

W1 Vanggewassen<br />

Thema openstelling<br />

O1 Educatie<br />

O2 Wandelpad over boerenland<br />

Opmerking<br />

perceel 1 – 2 ha<br />

perceel 2 – 3 ha<br />

1. Diensten B1-1 en B1-2 zijn aan elkaar gekoppeld. Een vergoeding voor graslandverzorging langs<br />

houtopstanden kan alleen wanneer het perceel aan de kleinschaligheidscriteria van omzoming en<br />

≤ 3 ha voldoet.<br />

2. Bij te grote belangstelling voor de diensten kan een verplichte koppelingen ingesteld worden.


Meedoen?<br />

Welke kleinschalige percelen kunnen meedoen?<br />

Gras- en landbouwgronden die maximaal 3 ha groot zijn en geheel omsloten zijn door een omzo-<br />

ming. Omzomingen kunnen zijn: bos, houtwal, sloot, steilrand en/of een berm van een wegrand. Ook<br />

komen percelen in aanmerking die aan 3 zijden zijn omzoomd en waarvan de 4de (niet omzoomde)<br />

zijde grenst aan een perceel die eigendom is van een andere eigenaar cq. in gebruik is door een<br />

andere gebruiker.<br />

Het streven is dat minimaal 60% van de deelnemende kleinschalige percelen in meerdere groepjes<br />

bijéén liggen (clusters).<br />

Uitzondering: deze maximale oppervlakte geldt niet voor de dienst Ortolanenpakket (B2)<br />

Wat is een cluster van kleinschalige percelen?<br />

Clusters kunnen bestaan uit meerdere kleine percelen die tezamen minimaal 10 ha groot zijn. Kleine<br />

percelen en/of hun omzoming die grenzen aan gebieden (percelen) die al een goede basisbiodiversi-<br />

teit hebben gelden ook als cluster.<br />

Gebieden met een goede basis biodiversiteit zijn: percelen binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS),<br />

percelen binnen Natura 2000 gebieden, percelen van Gelders Landschap, van Staatsbosbeheer en<br />

van Natuurmonumenten, percelen binnen NSW-landgoederen, percelen die grenzen aan ecologisch<br />

onderhouden bermen en tot slot percelen die grenzen aan kleinschalige gebieden in Duitsland.<br />

Bij de dienst Ortolanenpakket (B2) heeft het de voorkeur om met clusters te werken, dit is echter - in<br />

2011 - geen harde voorwaarde.<br />

Wat is de relatie tussen de dienst Instandhouding kleinschaligheid (B1-1) en de ove-<br />

rige diensten?<br />

Het in beheer hebben van een omzoomd kleinschalig perceel, die aan de gestelde voorwaarden vol-<br />

doet, is een basis vereiste voor het afnemen van de overige diensten.<br />

Wie kunnen er meedoen?<br />

Eigenaren en gebruikers van landbouwpercelen, u dient wel een BRS (Basis Registratie Systeem)<br />

nummer te hebben.<br />

5


6<br />

Meedoen?<br />

Hoelang duurt de pilot?<br />

De St. <strong>WCL</strong> dient al medio 2011 de eerste ervaringen aan het ministerie van EL & I te melden.<br />

Het vergoedingssysteem zal gaan lopen in 2011 en 2012.<br />

Wat is het totale budget voor de pilot?<br />

Maximaal € 900.000, verwachting is dat er € 300.000 - € 350.000 per jaar voor alle diensten<br />

beschikbaar is.<br />

Worden er voorwaarden of een ondergrens gehanteerd?<br />

Ja, u kunt meedoen indien u, naast de dienst Instandhouding kleinschaligheid (B1), ook één of meerdere<br />

andere diensten afneemt. Hierbij wordt een ondergrens van minimaal € 500 / jaar aan vergoeding<br />

gehanteerd.<br />

Wat gebeurt er indien de totale vraag naar diensten groter is dan het aanbod?<br />

Bij overschrijding van het beschikbare budget is het Dagelijks Bestuur van de <strong>WCL</strong> bevoegd om<br />

aanvullende regels te hanteren zoals:<br />

• clustervorming gaat boven losse percelen<br />

• verplichte koppeling van bepaalde diensten met een kleinschalig perceel<br />

• een bovengrens instellen aan het maximaal aantal in te brengen oppervlakten, stuks of lengtes per<br />

dienst en per bedrijf<br />

• een maximum bedrag aan het totaal van vergoedingen per bedrijf<br />

• systeem: wie zich het eerst aanmeldt gaat voor<br />

• goede verdeling van de diverse diensten<br />

Welke partijen werken mee (deels) achter de schermen aan deze pilot?<br />

• Coöperatieve vereniging PAN aanmelden/begeleiding deelnemers<br />

• Plant Research International Wageningen UR (PRI) monitoring<br />

• Dienst Landelijk Gebied (DLG) begeleiding pilotproces<br />

• Aequator groen & ruimte bv regelen formaliteiten


Meldingen:<br />

Waaraan verplicht u zich bij deelname?<br />

1. zich houden zich aan goede landbouwpraktijk<br />

2. het onderteken van een machtiging zodat de St. <strong>WCL</strong> voor u de vergoeding in ontvangst mag nemen<br />

3. het ondertekenen van een verklaring dat u voor het betreffende perceel geen andere<br />

Rijks – en/of provinciale subsidie ontvangt.<br />

4. meewerken aan monitoring (administratie)<br />

5. aanwezig zijn bij een jaarlijkse schouw<br />

Hoe kunt u zich opgeven en tot wanneer?<br />

Tijdens de inloopbijeenkomst en tot eind maart 2011<br />

Mogelijk komt er bij een tegenvallende deelname een extra inschrijfperiode.<br />

Waar zijn de aanvraagformulieren te verkrijgen?<br />

Verkrijgbaar op het gemeentekantoor: Stationsstraat 25<br />

Te downloaden op de <strong>WCL</strong> website: www.wclwinterswijk.nl<br />

Wanneer krijgt u bericht?<br />

We streven er naar om u binnen 2 weken, nadat wij uw aanmelding hebben ontvangen, bericht te<br />

doen.<br />

GLB kalender:<br />

medio 2011 Europese Commissie presenteert de nieuwe wetgevingsvoorstellen<br />

m.b.t. GLB voor de periode 2014 -2020<br />

najaar 2012 Europese Commissie stelt beleid vast<br />

2013 Nederland stelt nationale invulling vast en regelt de uitvoering.<br />

2014 Begin nieuwe EU periode (2014 – 2020)<br />

7


8<br />

Meldingen:<br />

Is er tot slot nog iets te melden?<br />

ja, (4 punten)<br />

1. Er worden in Nederland in 4 gebieden verschillende GLB-pilots gehouden. Het kan daarom zijn dat<br />

het toegepaste systeem vanaf in de periode 2014 -2020 anders is als deze proef. Dit hangt af van<br />

wat in Brussel en Den Haag wordt beslist.<br />

2. Het jaar 2013 wordt een overbruggingsjaar naar een ander systeem. Op dit moment beschikken wij<br />

niet over financiële middelen voor 2013.<br />

3. Dit proefproject heeft geen invloed op de huidige GLB-toeslagrechten.<br />

4. Deelname aan dit proefproject heeft ook geen invloed op uw huidige en uw toekomstige<br />

GLB-toeslag.


Overzicht en toelichting diensten<br />

GLB pilot <strong>Winterswijk</strong><br />

Biodiversiteit<br />

B1 Instandhouding kleinschaligheid<br />

B1-1 Instandhouding landbouwkundig gebruik kleine percelen<br />

B1-2 Graslandverzorging naast houtwallen/singels en bos<br />

B2 Ortolanenpakket<br />

B2-1 Traditionele graanteelt op de essen<br />

B2-2 Akkerfaunarand<br />

B2-2a Ingezaaid met een zaadmengsel<br />

B2-2b Niet geoogst graandeel<br />

B2-3 Graanstoppelveld<br />

B3 Soortenrijk grasland<br />

B3-1 kruidenrijk grasland<br />

B3-2 Instandhouding oud grasland<br />

B3-3 Bonte weiderand<br />

B3-4 Grasklaverweiden<br />

B4 Landschapspakketten<br />

B4-1 Bosjes < 1/2 ha<br />

B4-2 Solitaire bomen of boomgroep<br />

B4-3 Steilrand<br />

B4-4 Hoogstamboomgaard<br />

B4-5 Poel<br />

Waterkwaliteit<br />

W1 Vanggewassen<br />

Openstelling<br />

O1 Educatie<br />

O2 Wandelpad over boerenland<br />

Vergoedingen zijn deels mogelijk voor aanleg (inzaai van bonte weideranden) en/of beheer (snoeien<br />

en rasteren solitaire bomen) of ingezette uren (educatie)<br />

9


10<br />

Thema biodiversiteit:<br />

B1 Instandhouding kleinschaligheid<br />

Doel van de vergoeding voor kleinschaligheid<br />

Ecologische gezien is het kleinschalige cultuurlandschap van <strong>Winterswijk</strong> een waardevol gebied met<br />

een grote diversiteit aan planten en dieren, door de afwisseling van verschillende biotopen op korte<br />

afstand (akkers, graslanden, bossen, beken en houtwallen en heggen), maar ook diversiteit in de<br />

ondergrond (kalk, keileem, veen en zand) en variatie in de hydrologie. Behoud van het landschap met<br />

zijn kleinschaligheid is tevens het behoud van de biodiversiteit..<br />

In vergelijking met landbouwgebieden waar schaalvergroting wel heeft plaats gevonden en lijnvormige<br />

landschapselementen zijn verdwenen, moeten bedrijven in <strong>Winterswijk</strong> meer kosten maken (o.a. arbeid<br />

en grond) om tot dezelfde opbrengsten te komen. Enerzijds doordat kleine percelen moeilijker te<br />

bewerken zijn, zijn de bewerkingskosten hoger en anderzijds zorgen beplantingen langs de percelen<br />

voor beschaduwing, bladval en onttrekking van vocht. Landbouw-gewassen groeien langs deze<br />

landschapselementen minder goed en het vergt extra arbeid in de graslandverzorging (opruimen van<br />

blad en takken). Percelen die kleiner of gelijk aan 3 ha zijn en aan 4 zijden omzoomd komen in<br />

aanmerking voor een vergoeding voor de extra arbeid die het bewerken van kleinschalige percelen<br />

met zich meebrengt. Ook komen percelen in aanmerking die aan 3 zijden zijn omzoomd en waarvan<br />

de 4de (niet omzoomde) zijde grenst aan een perceel die eigendom is van een andere eigenaar cq. in<br />

gebruik is door een andere gebruiker.<br />

B2 Ortolanenpakket<br />

Veel typische akkervogels, zoals de Ortolaan zijn als broedvogel uit het <strong>Winterswijk</strong>se landschap<br />

verdwenen of zijn sterk in aantal afgenomen. Dit akkerfaunapakket heeft als doel het biotoop voor<br />

akkervogels te verbeteren en de graanteelt en de teelt van alternatieve gewassen (anders dan maïs en<br />

gras) te stimuleren. Essen zijn in <strong>Winterswijk</strong> belangrijke waardevolle cultuurhistorische elementen en<br />

zeer kenmerkend voor het landschap. Van oudsher werden op deze bouwlanden granen verbouwd,<br />

afgewisseld met hakvruchten.<br />

Bij dit akkerfaunapakket is het essentieel dat meerdere boeren in een gebied meedoen. Daarbij is<br />

het niet noodzakelijk dat de percelen voldoen aan de ‘kleinschaligheidscriteria” van 3 ha en aan<br />

4 zijden omzoomd. Alleen in samenwerking (collectief) het is mogelijk om daadwerkelijk het<br />

leefgebied voor akkervogels te verbeteren. Wanneer in een bepaald aaneengesloten gebied zoveel<br />

mogelijk ondernemers mee doen ontstaat er een mozaïek van bouwlanden met granen, aardappelen<br />

en andere gewassen, gecombineerd met maatregelen als (ingezaaide) akkerfaunaranden die samen<br />

met stoppelvelden dienen voor (winter)voedsel en dekking.<br />

Omdat het niet reëel is, gezien de tijd van het jaar, het bouwplan nog aan te passen vervalt in 2011<br />

de collectiviteiteis bij graanteelt (B 2-1) .


Thema biodiversiteit:<br />

Doelstelling<br />

• Broed- en voedselgebieden te creëren voor akkervogels als Ortolaan, Patrijs en Geelgors (en<br />

alle andere akkervogels die meeliften)<br />

• De akkerfaunaranden en graanstoppelvelden bieden niet alleen voedsel voor vogels, maar ook<br />

vlinders, andere insecten en zoogdieren.<br />

• Het op regionale schaal stimuleren van een grotere verscheidenheid aan gewassen op de oude<br />

bouwlanden (de essen), vooral de teelt van granen en hakvruchten. Daarmee worden de<br />

cultuurhistorisch waardevolle oude essencomlexen weer geaccentueerd. Het areaal, voor<br />

landschap en natuur minder aantrekkelijke gewassen als snijmaïs en gras, wordt verkleind.<br />

• Het verminderen van de milieubelasting. gangbaar geteelde granen zijn minder milieubelastend<br />

dan gangbaar geteelde maïs.<br />

• Afwisseling in het bouwplan op regionale schaal is landschappelijk aantrekkelijker, dat<br />

verhoogd de belevingswaarde voor fietsers en wandelaars.<br />

11


12<br />

Thema biodiversiteit:<br />

B2-1 Traditionele graanteelt op de essen<br />

Beheersvoorschriften<br />

• De bouwlanden voor de teelt van granen zijn bij voorkeur typische essen (enkeerdgronden met<br />

een dikke (>50cm) minerale eerdlaag), echter worden ander akkercomplexen niet uitgesloten van<br />

deelname.<br />

• Een groot bouwlandperceel mag ook opgedeeld worden, waarbij op een deel van het perceel<br />

maar graan wordt geteeld.<br />

• Het gebruik van mechanische en chemische onkruidbestrijding is na 1 juni niet meer toegestaan,<br />

uitgezonderd de pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, akkerwinde of kleefkruid.<br />

B2-2 Akkerfaunarand<br />

Een akkerfaunarand type A is een rand die jaarlijks wordt ingezaaid met een zaadmengsel van<br />

granen en kruiden. Het biedt dekking en voedsel voor tal van akkervogels zoals patrijs, geelgors en<br />

veldleeuwerik (en allerlei andere akkervogels die meeliften). Muizen en andere kleine zoogdieren<br />

profiteren eveneens van het voedselaanbod en trekken vervolgens uilen en andere predatoren aan.<br />

De bloeiende kruiden trekken vlinders en andere insecten aan die in sommige gevallen een rol<br />

kunnen spelen bij de natuurlijke bestrijding van plagen (functionele agrobiodiversiteit: bijv. natuurlijke<br />

luizenbestrijding door lieveheersbeestjes in granen). Deze bonte faunaranden verhogen ook nog eens<br />

de belevingswaarde van het landschap voor fietsers en wandelaars. Doordat de faunaranden niet<br />

worden geoogst bieden ze voedsel in de winter voor doortrekkende en overwinterende akkervogels.<br />

Een akkerfaunarand type B bestaat uit een niet geoogst deel van een graanperceel. Het niet<br />

geoogste graan dient als wintervoedsel voor doortrekkende en overwinterende akkervogels.<br />

Beheersvoorschriften<br />

• De randen zijn alleen mogelijk op bouwlanden.<br />

• De faunaranden dient minimaal 6 m breed en 100 m lang te zijn.<br />

• De faunaranden zijn bij voorkeur gesitueerd langs sloten of houtopstanden en daarbij, indien<br />

mogelijk op het zuiden gericht.<br />

• Faunarand A bestaat uit een jaarlijks ingezaaide rand met een door de PAN voorgeschreven<br />

zaadmengsel van granen en kruiden dat niet geoogst wordt en de winter over blijft staan.<br />

• Faunarand A blijft onbemest.<br />

• Het gebruik van mechanische en chemische onkruidbestrijding is in faunarand A niet toegestaan,<br />

uitgezonderd de pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, akkerwinde of kleefkruid.<br />

• Faunarand B bestaat uit een niet geoogst deel van het graan dat de winter over blijft staan als<br />

wintervoedsel.<br />

• De gewasresten van beide typen faunaranden dienen na de winter te worden gefreesd of te<br />

worden onder geploegd.


Thema biodiversiteit:<br />

B2-3 Graanstoppelveld<br />

De onbespoten graanstoppel blijft in de winter staan als voedsel (achtergebleven graankorrels en<br />

zaden van de gras- en onkruidvegetatie) voor vogels. Dit betekent dat op bedrijven die doorgaans<br />

geen stoppel laten staan er niet in de winter, maar pas in het voorjaar kan worden gezaaid. Op<br />

bedrijven die de stoppel al wel laten staan dat de stoppel niet mag worden bespoten. Hierdoor is er<br />

in het voorjaar, c.q. in het volggewas, een grotere onkruiddruk en moet een extra onkruidbestrijding<br />

plaatsvinden. Ook zal er zodanige hoeveelheid biomassa aan onkruidbegroeiing en opgeslagen<br />

graan op het perceel staan, dat freezen in het voorjaar noodzakelijk zal zijn.<br />

Beheersvoorschriften<br />

• De graanstoppel blijft gedurende de winter staan als voedsel voor vogels.<br />

• Het gebruik van mechanische en chemische onkruidbestrijding is tussen 1 juni en 15 februari niet<br />

toegestaan, uitgezonderd de pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, akkerwinde<br />

of kleefkruid.<br />

13


14<br />

Thema soortenrijk grasland:<br />

B3-1 Kruidenrijk grasland<br />

Het betreft hier graslanden op zandgronden met een grote diversiteit aan plantensoorten. Door deze<br />

verscheidenheid aan grassen en kruiden is er in deze graslanden tevens een grote verscheidenheid aan<br />

insecten te vinden. Ook bieden deze graslanden rust- en schuilgelegenheid voor haas, konijn en ree.<br />

De variatie in kleur door de bloeiende grassen en kruiden draagt bij een aantrekkelijk landschap voor<br />

recreanten. Enige organische bemesting vormt een essentieel onderdeel van het instandhoudingsbeheer<br />

van dit type graslanden. De graslanden blijven vervolgens in landbouwkundig gebruik. Het ruwvoer<br />

van de licht bemeste graslanden is goed inpasbaar in de melkveehouderij.<br />

Doelstelling<br />

Het vergroten van het areaal kruidenrijk grasland.<br />

Beheersvoorschriften<br />

• Het aangeboden perceel zal vooraf beoordeeld worden door de PAN of het in aanmerking komt<br />

voor deze dienst.<br />

• Het landbouwperceel is minimaal 0,5 ha groot.<br />

• Vooraf aan het inzaaien mogen geen egalisatiemaatregelen (kilveren) worden uitgevoerd die het<br />

eventueel aanwezige microreliëf in het perceel doet verdwijnen.<br />

• De percelen mogen alleen ingezaaid worden met een door de PAN voorgeschreven<br />

natuurzaadmengsel.<br />

• Bij massale opkomst van eenjarige akkerkruiden mag er na opkomst een keer geklepeld/gebloot<br />

worden.<br />

• Het maaisel van de eerste snede dient te worden afgevoerd.


Thema soortenrijk grasland:<br />

B3-2 Instandhouding oud grasland<br />

Graslanden ouder dan 10 jaar herbergen een grote verscheidenheid aan grassoorten en<br />

graslandplanten en zijn vaak structuurrijk, wat belangrijk is voor insecten. In tegenstelling tot recent<br />

ingezaaid productiegrasland, komen in oude graslanden soorten voor die indicatief zijn de heersende<br />

milieuomstandigheden, verschillen in vochtvoorziening, zuurgraad of voedselrijkdom uiten zich in de<br />

soortensamenstelling. Vaak herbergen oude graslanden gras- en klavervariëteiten die in de huidige<br />

weidemengsels niet meer voorkomen. Het behoud van deze genenpool is niet alleen belangrijk<br />

uit oogpunt van natuurbehoud maar kan ook van belang zijn voor veredeling van grassen. Ook<br />

de bodembiodiversiteit is in deze weinig verstoorde bodems vaak heel groot in vergelijking met<br />

graslandpercelen die regelmatig worden gescheurd en geploegd. Vaak gaat het om wat kleinere<br />

percelen die niet al te intensief bemest worden en alleen gemaaid of beweid worden met jongvee of<br />

paarden.<br />

Doelstelling<br />

Het zodanig ecologische beheren van grasland, dat de botanische diversiteit wordt gehandhaafd.<br />

Beheersvoorschriften<br />

• Graslandvernieuwing (in- of doorzaai) heeft de laatste 10 jaar niet plaats gevonden.<br />

• Het graslandperceel is minimaal 0,5 ha groot.<br />

• De percelen mogen niet worden gescheurd, er vindt geen herinzaai, doorzaai plaats.<br />

• Percelen mogen worden beweid en/of gemaaid.<br />

• Onkruidbestrijding vindt niet plaats met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van lastige<br />

of giftige graslandplanten (akkerdistel, ridderzuring, brandnetelhaarden en Jacobskruiskruid)<br />

hetzij mechanische (uitsteken) hetzij met een herbicide.<br />

B3-3 Bonte weiderand<br />

Een onbemeste bonte weiderand heeft een meerledig doel. Naast een ecologisch doel, biotoop voor<br />

planten en dieren (insecten vooral) kan het ook een milieutechnisch doel dienen. Onbemeste bonte<br />

weideranden kunnen langs watergangen als bufferstrook fungeren om af- en uitspoeling van meststoffen<br />

naar de beek te voorkomen. Daarnaast vergroten de bonte weideranden de landschappelijke<br />

aantrekkelijkheid. Wanneer de randen niet vanuit een milieukundig aspect worden aangelegd, worden<br />

deze randen bij voorkeur in het zicht, langs wandel- en fietspaden aangelegd.<br />

Beheersvoorschriften<br />

• De bonte weiderand dient minimaal 3 m breed en 50 m lang te zijn.<br />

• De bonte weiderand dient bij voorkeur aangelegd te worden langs watergangen, aan de zonzijde<br />

van houtwallen of bosjes.<br />

• De perceelsranden mogen alleen ingezaaid worden met een door de PAN voorgeschreven<br />

natuurzaadmengsel.<br />

• De bonte weiderand wordt niet bemest.<br />

15


16<br />

Thema soortenrijk grasland:<br />

• Bij massale opkomst van eenjarige akkerkruiden mag er na opkomst een keer geklepeld/gebloot<br />

worden.<br />

• Het maaisel van de eerste snede dient te worden afgevoerd.<br />

• Lastige of giftige graslandplanten (akkerdistel, ridderzuring, brandnetel-haarden en Jacobskruiskruid<br />

mogen alleen pleksgewijs worden bestreden) hetzij mechanische (uitsteken) hetzij met een herbicide.<br />

B3-4 Grasklaverweiden<br />

De natuurlijke stikstofbinding van vlinderbloemigen maakt aanvullende kunstmestgiften in deze<br />

graslanden vrijwel overbodig. Daarmee draagt klaver bij aan het verminderen van de broeikasemissie<br />

(N 2 O en CO 2 ) bij de productie en distributie van kunstmest. Deze bedraagt 10,7 kg CO 2 eq. per kg<br />

kunstmest-N in de vorm van ammoniumnitraat. Klaver draagt tevens bij aan een grotere biodiversiteit<br />

in deze graslanden. Bijen, hommels en vlinders bezoeken graag deze graslanden wanneer de klaver<br />

bloeit, om er hun nectar te verzamelen.<br />

De voorwaarden zijn:<br />

• Het betreft geen percelen met oud grasland (ouder dan 10 jaar).<br />

• Per bedrijf komt maximaal 3 ha voor graslandvernieuwing in aanmerking.<br />

Thema Landschapspakketten:<br />

Kleine bosjes, solitaire bomen en steilranden (essen) zijn typische <strong>Winterswijk</strong>se elementen en<br />

hebben grote ecologische en landschappelijke waarde. Zo fungeren solitaire bomen als broed- en<br />

uitkijkplaats voor vogels en kunnen beschutting(schaduw) geven aan het vee (dierwelzijn). Steilranden<br />

accentueren de essen, van oudsher zijn ze in geplant met bomen en struiken. Ze vormen gradiënten<br />

met verschillende groeiomstandigheden, dit biedt een biotoop voor verschillende plantensoorten. Veel<br />

van deze kleine bosjes, solitaire bomen en steilranden dreigen in verval te raken en te verdwijnen,<br />

omdat ze niet adequaat worden onderhouden of onvoldoende zijn afgerasterd tegen weidend vee of<br />

landbouwkundige activiteiten.


Thema Landschapspakketten:<br />

B4-1 Bosjes < ½ ha<br />

Bosjes kleiner dan een ½ ha zijn vrij liggende elementen en karakteristiek voor het <strong>Winterswijk</strong>se<br />

landschap.<br />

Beheersvoorschriften<br />

• Bosjes zijn kleiner dan een ½ ha.<br />

• Het zijn vrijliggende boselementen.<br />

• De uitgesnoeide takken mogen worden versnipperd en het uitgezaagde hout dient te worden afgevoerd.<br />

• Het boselement dient afgerasterd te zijn wanneer het gelegen is in de nabijheid van weidend vee.<br />

• Aan de zuidzijde dienen wat inhammen te worden vrijgemaakt om de bosrand aantrekkelijker te<br />

maken voor vlinders.<br />

B4-2 Solitaire bomen of boomgroep<br />

Solitaire bomen en boomgroepen zijn vaak zeer beeldbepalend in het landschap. Zo ook in <strong>Winterswijk</strong><br />

waar solitaire bomen en boomgroepen vaak een relict vormen van houtwallen of singels uit het verleden.<br />

Maar in veel gevallen zijn ze bewust aangeplant als grensmarkering van percelen.<br />

Beheersvoorschriften<br />

• Alleen bomen met een<br />

stamdiameter van minimaal<br />

50 cm komen in aanmerking.<br />

• Een boomgroep mag<br />

maximaal uit 3 bomen<br />

bestaan.<br />

• De uitgesnoeide takken<br />

dienen te worden afgevoerd.<br />

• De solitaire boom dient<br />

afgerasterd te worden met<br />

gekloofde eikenhouten<br />

palen en met houten liggers<br />

om beschadiging door<br />

weidend vee of<br />

landbouwkundige<br />

activiteiten (ploegen) te<br />

voorkomen.<br />

17


18<br />

Thema Landschapspakketten:<br />

B4-4 Steilrand<br />

Essen zijn in <strong>Winterswijk</strong> belangrijke waardevolle cultuurhistorische elementen en zeer kenmerkend<br />

voor het landschap. De vaak scherpe overgang van akker naar de omliggende percelen, de esranden<br />

accentueren het hoogteverschil in het landschap. Deze steilranden kennen veelal een opgaande<br />

begroeiing, maar in veel gevallen zijn deze verdwenen en zijn de steilranden slechts begroeid met<br />

gras, maar is het hoogteverschil nog intact gebleven.<br />

Doelstelling<br />

Behoud van de ecologisch, de aardkundige (morfologie), de landschappelijke en cultuurhistorische<br />

waarden. Steilranden zijn lijnvormige hoogteverschillen, van oorsprong altijd in combinatie met<br />

opgaande beplantingen.<br />

Beheersvoorschriften<br />

• Een steilrand is minimaal 25 meter lengte en heeft een minimaal hoogteverschil van 1 meter.<br />

• Een steilrand heeft een gemiddelde breedte van 4 meter.<br />

• de steilrand dient ter bescherming van het element voor weidend vee (vertrapping) van de<br />

aangrenzende percelen te zijn afgerasterd.<br />

• de steilrand wordt niet beweid, wel mag het vee van onder de heining de steilrand afgrazen.<br />

• de steilrand wordt niet bemest.<br />

• pleksgewijs mogen probleemonkruiden als akkerdistel, ridderzuring en Jacobskruiskruid bestreden<br />

worden.<br />

• De delen met gras worden minimaal één per jaar maaien en het maaisel wordt afgevoerd.<br />

• De aanwezige struiken en bomen worden afgezet of teruggesnoeid en het snoeihout wordt afgevoerd


12<br />

Thema Openstelling:<br />

O1 Educatie<br />

De voornaamste reden voor educatie op landbouwbedrijven is om het contact met burgers, consumenten<br />

en de maatschappij aan te gaan. Educatie is de ideale manier om kinderen én volwassenen kennis bij<br />

te brengen over de herkomst van voedsel en het draagt bij aan de beleving van de natuur. Ook het<br />

imago en het maatschappelijk draagvlak van het landbouwbedrijf wordt daarmee vergroot.<br />

Educatie op het landbouwbedrijf kan ook een rol vervullen in vermaatschappelijking van het toekomstige<br />

GLB beleid.<br />

O2 Wandelpad over boerenland<br />

Deze paden verhogen de belevingswaarde met name in en rondom de kleinschalige percelen. Door<br />

het bekijken en beleven van het landschap en de aanwezige natuur neemt ook de waardering toe.<br />

Beheersvoorschriften<br />

• Het wandelpad heeft een gemiddelde breedte van 3 meter.<br />

• Gemiddeld wordt twee keer per jaar het pad gemaaid, waarbij het maaisel wordt afgevoerd.<br />

• De wandelvoorzieningen (hekken, borden en overstappen e.d.) dienen op orde te zijn.<br />

Vragen of opmerking?<br />

Waar kunt u met vragen / opmerking terecht?<br />

Gebiedsloket Coöperatieve Vereniging PAN<br />

(voor algemene vragen (voor aanmelden deelname)<br />

email: gebiedsloket@winterswijk.nl email: info@agrarischenatuurverenigingpan.nl<br />

telefoon: 0543 543543 telefoon: 0543 569808<br />

Aan deze brochure kunt u geen rechten ontleden.<br />

Bij verschil van mening beslist het Dagelijks Bestuur van de <strong>Stichting</strong> <strong>WCL</strong>.<br />

Het Dagelijks Bestuur van de <strong>Stichting</strong> <strong>WCL</strong> is gemachtigd om,<br />

indien nodig, aanvullende criteria te stellen en/of criteria aan te passen.


Erratum:<br />

Aanvullingen Pilot Gemeenschappelijk Landbouw Beleid<br />

pagina 4 Welke te vergoeden diensten worden aangeboden? (aanvulling)<br />

Bij B1 wordt een extra categorie toegevoegd: percelen 0,5 ha of kleiner<br />

pagina 6 Wat is het totale budget voor de pilot? (mogelijke verandering)<br />

We moeten mogelijk rekening houden met een verlaging van ons totale budget.<br />

pagina 7 Waaraan verplicht u zich bij deelname? (aanvulling)<br />

Deelnemers dienen zelf hun urenadministratie, die betrekking hebben op de diensten,<br />

goed bij te houden. Wanneer zaken zijn uitbesteed als loonwerk, dienen facturen te<br />

kunnen worden overlegd.<br />

Deelnemers blijven zelf verantwoordelijk voor de juistheid van hun (bedrijfs)gegevens<br />

en dienen op het contract te ondertekenen dat zij op de hoogte zijn van de algemene<br />

voorwaarden.<br />

Hoe kunt u zich op geven en tot wanneer? (verandering)<br />

De aanmeldingsprocedure voor de St. <strong>WCL</strong> is vanuit het ministerie EL&I enigszins<br />

veranderd; we mogen werken met algemene opgavenformulieren (naam deelnemer +<br />

adres + telefoon + email + BRS-nummer + handtekening).<br />

Er mogen vanaf het moment dat de St. <strong>WCL</strong> zich zelf bij het ministerie voor de pilot<br />

opgeeft (datum nog onbekend) geen nieuwe deelnemers meer meedoen. Nadien<br />

afmelden kan wel. Omdat de St. <strong>WCL</strong> het beschikbare budget moet verdelen, is het<br />

noodzaak dat het totaaloverzicht van alle door de deelnemers aangeboden diensten<br />

uiterlijk medio week 10 bekend is. Dan kunnen diegene die zich hebben aangemeld<br />

op korte termijn een antwoord van de St. <strong>WCL</strong> krijgen of hun aangemelde diensten<br />

gehonoreerd worden.<br />

pagina 9 Overzicht diensten (aanvulling en verandering)<br />

Voor faunaranden geldt een maximale breedte voor vergoeding van 12 meter en voor<br />

inzaai van een bonte weiderand maximaal 6 meter<br />

Dienst B-5 Poel wordt niet opengesteld.<br />

Voor alle diensten uit pakket B4 geldt dat deze diensten slechts één jaar mee kunnen;<br />

het betreft hierbij (achterstallige)onderhoudswerkzaamheden die in de herfst en winter<br />

van 2011 / 2012 uitgevoerd kunnen worden.<br />

pagina 14 Kruidenrijk grasland (aanvulling)<br />

Dit kan niet indien het een oud grasland (> 10 j.) betreft. Maximaal komt 2 ha per<br />

bedrijf voor deze dienst in aanmerking.<br />

pagina 19 Hoogstamboomgaard (aanvulling)<br />

Tot een maximum van 25 bomen wordt vergoed.<br />

pagina 20 Educatie (aanvulling)<br />

Tot een maximum van 2 dagdelen (8 uren) per jaar wordt vergoed.<br />

<strong>Stichting</strong> <strong>WCL</strong> 22 februari 2011


Erratum:<br />

Voorgestelde vergoedingen Diensten GLB pilot <strong>WCL</strong> <strong>Winterswijk</strong><br />

Biodiversiteit<br />

B1 Instandhouding kleinschaligheid<br />

B1-1 Instandhouding landbouwkundig gebruik kleine percelen<br />

Perceel > 3 ha geen vergoeding<br />

Perceel ≤ 3 ha en > 2 ha € 50,00 per ha<br />

Perceel ≤ 2 ha en > 1 ha € 125,00 per ha<br />

Perceel ≤ 1 ha en > ½ ha € 250,00 per ha<br />

Perceel ≤ ½ ha € 400,00 per ha<br />

B1-2 Graslandverzorging naast houtwallen/singels en bos<br />

€ 50,00 per 100 m 1 houtopstand<br />

B2 Ortolanenpakket<br />

B2-1 Graanakkers als broed- en voedselbiotoop voor akkervogels<br />

€ 500,00 per ha (voorlopig gesteld op max. 2 ha per bedrijf)<br />

B2-2 Akkerfaunarand<br />

B2-2a Ingezaaid met een zaadmengsel<br />

€ 20,00 per are<br />

B2-2b Niet geoogst graandeel<br />

€ 14,00 per are<br />

B2-3 Graanstoppelveld<br />

€ 250,00 per ha (voorlopig gesteld op max. 2 ha per bedrijf)<br />

B3 Soortenrijk grasland<br />

B3-1 Kruidenrijk grasland (inzaai)<br />

€ 1.400,00 per ha (maximaal 2 ha per bedrijf)<br />

B3-2 Instandhouding oud grasland<br />

€ 50,00 per ha<br />

B3-3 Bonte weiderand (inzaai)<br />

€ 15,00 per are<br />

B3-4 Grasklaverweiden (inzaai)<br />

€ 250,0 per ha (maximaal 3 ha per bedrijf)<br />

B4 Landschapspakketten<br />

B4-1 Bosjes < 1/2 ha<br />

€ 50,00 per are<br />

B4-2 Solitaire bomen of boomgroep<br />

€ 50,00 per boom<br />

€ 100,00 voor het afrasteren per boom<br />

B4-3 Steilrand<br />

€ 50,00 per are<br />

B4-4 Hoogstamboomgaard<br />

€ 20,00 per boom (maximaal 25 bomen per bedrijf)<br />

Waterkwaliteit<br />

W1 Vanggewassen<br />

€ 250,00 per ha (voorlopig gesteld op max. 3 ha per bedrijf)<br />

Openstelling<br />

O1 Educatie<br />

€ 50,00 per uur (maximaal 2 dagdelen per bedrijf per jaar)<br />

O2 Wandelpad over boerenland<br />

€ 50,00 per 100 m 1 wandelpad<br />

<strong>Stichting</strong> <strong>WCL</strong> 22 februari 2011

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!