Herman Bernard Wiardi Beckman – deel 1 (juli ... - Kamp Amersfoort
Herman Bernard Wiardi Beckman – deel 1 (juli ... - Kamp Amersfoort
Herman Bernard Wiardi Beckman – deel 1 (juli ... - Kamp Amersfoort
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4<br />
verantwoording te dragen, zoolang de grondslagen van de maatschappij nog zoo absoluut met zijn<br />
principes in strijd zijn'. Daarom is 'Wibaut ( ... ) een van de meest typische vertegenwoordigers van een<br />
strooming, waar o.i. de toekomst van Europa van afhangt; de stroming, die wel wordt aangeduid als<br />
die van het constructief socialisme'.<br />
Naar de arbeidersbeweging<br />
Het voorzitterschap van de Leidse afdeling van de SDSC (Sociaal Democratische Studenten Club) werd<br />
beslissend voor zijn loopbaan in de socialistische beweging. Tot de leden van die afdeling hoorden o.a.<br />
Meia Albarda en Lietie Sannes. Meia was de dochter van ir. J. W. Albarda, die in 1925 na het sterven<br />
van Troelstra door de Tweede-Kamerfractie van de SDAP tot haar voorzitter was gekozen en<br />
daardoor meteen de politieke leider der partij werd. Lietie Sannes was de dochter van de jurist G. W.<br />
Sannes, voor de SDAP lid van de Tweede Kamer en totdat hij met zijn gezondheid ging sukkelen, ook een<br />
mogelijk opvolger van Troelstra. <strong>Beckman</strong> was vooral met Lietie Sannes bevriend, waarbij van haar<br />
kant meer genegenheid voor hem was dan andersom. De vriendschap met Meia en Lietie werd van<br />
groot belang toen <strong>Beckman</strong> via hen kennis kon maken met de nieuwe leider van de SDAP, Albarda.<br />
Die kennismaking vond Pinksteren 1926 plaats in Amsterdam, waar destijds een internationaal<br />
pinksterfeest was van socialistische jongeren. Namens de afdeling Leiden van de SDCS was daarbij<br />
<strong>Beckman</strong> met Meia en Lietie aanwezig.<br />
Enerverende dagen<br />
Als <strong>Beckman</strong> zijn vriend Van der Goes schrijft over dit pinksterfeest, uit hij zich zowel emotioneel, als<br />
zakelijk. Emotioneel als het gaat over het gevoelsmatige van zijn ervaringen op het feest en nogal zakelijk<br />
wanneer hij hun vorderingen belicht in de socialistische beweging. In deze dagen heb ik beseft, beleefd de<br />
stelling, die wij vroeger slechts verstandelijk poneerden: dat de vernieuwing van de wereld van<br />
onderen op moet komen. Tegenover deze elite van het proletariaat zijn wij zwakke, aarzelende,<br />
ethisch-redeneerende zonen van de ondergaande klasse, de zwakken en de geleiden! Ik schrijf onzin,<br />
geloof ik; van werken komt nog niets; ik ben helemaal gek: het Socialisme belijden deden wij altijd,<br />
hier hebben wij het Socialisme beleefd.' Vervolgens feliciteert hij Van der Goes met zijn werk voor de partij<br />
en ontmoeting met partijleider Albarda. Dan ook laat hij zijn vriend van zijn eigen vorderingen weten en met<br />
wie hij allemaal kennis maakt, zoals de familie van Lietie Sannes en de familie Albarda. Het zijn enerverende<br />
en belangrijke dagen voor <strong>Beckman</strong>.<br />
Kritiek op mede-studenten<br />
In twee artikelen (Het nummer van Virtus Concordia van 27 mei 1926 en dat van 28 januari<br />
1926, met de titel ‘Vrijheid en Verdraagzaamheid’) uit <strong>Beckman</strong> kritiek op personen die zich<br />
naar zijn visie wat betreft hun denken en opvattingen onttrekken aan hun<br />
verantwoordelijkheden. Met vrijheid bedoelt <strong>Beckman</strong> in dit artikel de geestelijke vrijheid,<br />
die inhoudt ‘...het recht, zelfs de plicht, zich los te maken van de vooroor<strong>deel</strong>en, die milieu<br />
of leermeesters hem hebben willen inprenten. Van den student mag men verwachten<br />
een eigen onafhankelijk oor<strong>deel</strong> over alle vragen van het leven. Misschien was het<br />
wel rustiger, toen anderen voor ons beslisten, welke opvattingen en idealen getolereerd<br />
werden en welke niet... Die ruimheid van geest, zij is naar mijn meening het hoogste,<br />
wat wij in Leiden zoeken moeten en bereiken kunnen. Helaas kan niet worden ontkend,<br />
dat er ook onder ons velen zijn, die behalve eenige gewone ontspanning, waarbij zij<br />
zich dan nog zorgvuldig ervoor wachten met hun vriendjes over iets belangrijks te praten,<br />
zich met niets anders bezighouden dan met examenwerk... Vrijheid van de geest; dat wil<br />
ook zeggen het begrijpen en waardeeren van opvattingen, die de onze niet zijn.’<br />
Verdraagzaamheid<br />
Van hieruit redenerend komt <strong>Beckman</strong> bij verdraagzaamheid, zijn andere onderwerp, en zegt dan eerst:<br />
'Niets is verderfelijker voor een samenleving <strong>–</strong> dus ook voor ons Corps <strong>–</strong> dan schotjespolitiek, dan een<br />
kliekjesgeest, waardoor menschen van eenzelfde politieke of godsdienstige overtuiging samenhokken en van<br />
omgang met anderen niet willen weten... Wie liever alleen met geestverwanten omgaat, en daarom buiten het<br />
Corps blijft, bewijst bang te zijn voor aanraking met anderer oor<strong>deel</strong>, en weet niet wat hij mist door aldus zijn<br />
kans om een ruim mensch te worden zeer gering te maken.'<br />
Verantwoordelijkheden<br />
In het artikel ‘Student en Politiek’ verwoordt <strong>Beckman</strong> het nog scherper. Hij wijst gesprekken over het<br />
droevig verval van de parlementaire zeden en over de vele kwade eigenschappen van den tegenwoordiger tijd<br />
zoals die volgens hem 'op de kroeg' worden gevoerd, als volslagen onbelangrijk af. <strong>Beckman</strong> gaat verder met<br />
het aldoor wijzen op de verantwoordelijkheden die genomen moeten worden in plaats van die te ontduiken en<br />
toe te geven aan een luie geest, aan laksheid en het zich afwenden van de problemen die er in de gezinnen<br />
zijn van de talloze werklozen en arbeiders.<br />
Voorrecht<br />
En dan komt de frontale aanval op zijn medestudenten, die de gemoederen 'op de kroeg' van het corps<br />
behoorlijk in beroering brengt: 'De jongen van 21 jaar uit de andere klassen, staat midden in het leven, moet<br />
voor zijn brood werken, verricht in de wereld productieve arbeid: Wij mogen studeeren en onze geest