Wanden van ruw beton bepalen de sfeer van het inwendige NUMMER 19 - JULI / AUGUSTUS 2008 63
PROJECT BELICHT VILLA IN DE DUINEN 11 bel-etage verdieping 6 8 2 9 4 begane grond door zachte vloerkleden, kleurrijke meubels, de eigen keuken en de eigen badkamer en de zorgvuldige afwerking. Hiervan getuigt bij<strong>voor</strong>beeld het lampje, dat subtiel in het plafond is verzonken. Terugkerend element De trap die vanuit de onderste bouwlaag naar de bel-etage voert, bestaat uit twee delen. Het eerste deel begint náást de hal, in een zeer nauwe nis die doet denken aan een bunkertoegang. Boven in de nis leidt een opening in de muur weer terug naar de hal. Daar begint het tweede, roodbruine deel van de trap, het deel dat vanuit de entreehal te zien is en als een sculptuur aan de muur hangt. Op ooghoogte, aan de wand tegenover, hangen twee grote schilderijen. De trapvoering van de bel-etage naar de slaapkamer op de derde verdieping is volgens hetzelfde principe uitgevoerd: een smal begin, dóór een muur en daarna een ruime <strong>voor</strong>tzetting. De nauwe bunkertoegang is naar boven toe een steeds terugkerend architectonisch element. De tweede bouwlaag, de bel-etage, is samen met de derde bouwlaag het dagelijks woondomein. Op de bel-etage bevinden zich de woonkamer, de eetkamer, de keuken, een kantoortje en een studio. Alle functies zijn gegroepeerd rondom de patio. De slaapkamer plus garderobe en badkamer bevinden zich in de derde woonlaag. Langs deze drie ruimtes ligt een langgerekt dakterras. 15 12 2 3 5 14 7 10 13 1 entreehal 2 garage 3 fietsenberging 4 washok 5 gastenverblijf / woonkamer 6 gastenverblijf / slaapkamer 7 gastenverblijf / entree 8 woonkamer 9 eetkamer 10 keuken 11 terras 12 patio 13 studio 14 kantoortje 15 vide entreehal 16 master bedroom 17 garderobe 18 badkamer 19 terras 20 bergruimte Zandbelt&vandenBerg wilde door wisselende ordeningen en wisselend materiaalgebruik iedere bouwlaag een totaal eigen sfeer geven. Daarom géén ruw beton en géén beperkt uitzicht in de bel-etage. Het dagelijks domein van de bewoners wordt gedomineerd door wit stucwerk en grote glaspartijen. De gewenste interactie tussen het landschap en de behuizing is hier duidelijk voelbaar: vanuit elk vertrek is er ruim uitzicht op het omringende landschap, er is een constante afwisseling van zichtlijnen. Met een gang rondom de patio ervaar je de hoogteverschillen in de duintuin. Vanuit de woonkamer is er toegang tot het halfoverdekte, met travertijn geplaveide terras en een luie trap biedt een directe verbinding met de lager gelegen tuin. De keuken aan de achterkant hangt meer dan drie meter boven een duinpan en twee grote schuifpuien bieden de mogelijkheid de keuken naar buiten te openen. De erker, die het uitzicht vanuit de eetkamer omlijst, is als een uitpandige loggia; het is een volkomen beschutte ruimte buiten de strikte lijnen van het woondomein. De slaapkamer, meer afgeschermd van de buitenwereld, heeft een gesloten sfeer. Een hooggeplaatst strookraam laat de ochtendzon toe. Door de hoge plaatsing van het raam lijkt het dak boven de kamer te zweven. Dwars door de garderobe loopt een slingerpad, het zogeheten slakkenhuis. Het verbindt de slaapkamer met de natte ruimte. Langs de hele slaapverdieping ligt een dakterras met een borstwering van dark red meranti. Tegen de slaapkamer, in de buitenlucht, is een gim- 64 ARCHITECTENWEB MAGAZINE 19 20 16 18 17