Zorgstandaard CVA/TIA - Drechtzorg
Zorgstandaard CVA/TIA - Drechtzorg
Zorgstandaard CVA/TIA - Drechtzorg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
8<br />
2<br />
Specifieke<br />
<strong>CVA</strong> zorg<br />
De <strong>CVA</strong> zorg is gericht op herstel van zoveel mogelijk beschadigde functies, verbetering van de kwaliteit van<br />
leven en op het voorkómen van een recidief. In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk gaat het om de preventie<br />
van het <strong>CVA</strong> op het niveau van de vasculaire risicofactoren. In paragraaf 2.2 Diagnose draait het om het<br />
identificeren van een <strong>TIA</strong> of <strong>CVA</strong>, en vervolgens of het een hersenbloeding of herseninfarct betreft. Paragraaf<br />
2.3 gaat over het opstellen en de inhoud van het individueel zorgplan. In paragraaf 2.4 wordt de diagnostiek<br />
van problemen met bijbehorende behandelingen, begeleiding en revalidatie beschreven op de ICF domeinen<br />
- anatomische eigenschappen, lichaamsfuncties en activiteiten. In de praktijk bepalen de aard, de ernst en<br />
de hoeveelheid uitval op alle ICF domeinen, alsmede de comorbiditeit, omgevingsfactoren en persoonlijke<br />
wensen, zoals de thuissituatie en het beschikbare zorgaanbod, het zorgtraject. Dit geldt ook voor de prognose<br />
ten aanzien van het vermogen om in de toekomst zelfstandig te kunnen wonen. In de <strong>Zorgstandaard</strong> kan de<br />
samenhang tussen de ICF domeinen en het zorgtraject echter niet volledig beschreven worden. In de praktijk<br />
van de <strong>CVA</strong> zorg zullen zorgverleners uitgaan van een integrale benadering en oplossing van de problemen op<br />
alle ICF domeinen. Het zorgtraject wordt afgestemd op de persoonlijke noden, wensen en behoeften van de<br />
patiënt en naasten. In paragraaf 2.5 wordt de re-integratie en sociaal-maatschappelijke participatie beschreven;<br />
hierin worden ook de ICF domeinen participatie, persoonlijke en contextuele factoren beschreven. Tot slot staat<br />
in paragraaf 2.6 op welke wijze functionele achteruitgang voorkomen kan worden en wat de zorggerelateerde<br />
preventie na een <strong>CVA</strong>/<strong>TIA</strong> inhoudt. Iedere paragraaf eindigt met een kader waarin wordt weergegeven wat de<br />
patiënt en naaste op een specifiek probleemgebied aan <strong>CVA</strong> zorg mogen verwachten.<br />
2.1<br />
Preventie en vroegtijdige onderkenning<br />
…<br />
Preventie van een <strong>CVA</strong>/<strong>TIA</strong> is van groot belang: het voorkomen<br />
van deze ernstige ziekte kan veel menselijk leed en financiële<br />
kosten voorkomen. De risicofactoren voor een <strong>CVA</strong> kunnen<br />
onderverdeeld worden in niet-behandelbare en behandelbare<br />
factoren. Tot de eerstgenoemde groep behoren hogere leeftijd,<br />
mannelijk geslacht, negroïde ras en positieve familieanamnese.<br />
Belangrijke risicofactoren waarvoor wel behandeling bestaat,<br />
betreffen verhoogde bloeddruk, overgewicht, roken, te weinig<br />
beweging, diabetes mellitus, verhoogd cholesterolgehalte, doorgemaakte<br />
(coronaire) hartziekte, atriumfibrilleren en stenosering<br />
van de arteria carotis interna. Bij de geïndiceerde preventie van<br />
<strong>CVA</strong> gaat het om de diagnostiek, behandeling en follow-up van<br />
deze risicofactoren. 22 Dit staat beschreven in de <strong>Zorgstandaard</strong><br />
Vasculair Risicomanagement (VRM). 23 De zorggerelateerde preventie<br />
na een <strong>CVA</strong> wordt beschreven in paragraaf 2.6.