1lXkiYP

11
BuurtRangers goed van start
B E N E R W E E R W I J K K R A N T N I J M E G E N - O O S T E R H O U T B E N G O E D B E Z I G
De Nijmeegese BuurtRangers hebben dit jaar een goede start
gemaakt. In januari 2014 zijn er in totaal meer rondes gelopen en
meer zakken opgehaald dan in alle voorafgaande jaren. Dit komt
mede door de zachte winter, maar ook door het enthousiasme, de
motivatie en de inzet van de BuurtRangers en begeleiders.
Hoe kunnen kinderen BuurtRanger worden en wat zijn de
taken?
Alle kinderen in de leeftijd van ongeveer zeven tot elf jaar kunnen
BuurtRanger worden. Het enige wat kinderen hoeven te doen, is
andere kinderen uit de buurt vragen mee te doen en een begeleider
te zoeken. Een aantal kinderen samen kunnen zo een BuurtRangerteam
vormen. Het team moet bestaan uit minimaal drie kinderen
onder begeleiding van tenminste één volwassene. Nadat de begeleider
de groep op www.buurtrangers.nl heeft aangemeld, kan het
opruimen van zwerfafval beginnen.
BuurtRangers lopen bij voorkeur wekelijks een ronde in de wijk en
ruimen het zwerfafval op dat zij tegenkomen. Zo zorgen zij er mede
zelf voor dat hun eigen buurt schoon blijft en ze krijgen daarnaast
per BuurtRanger een keer per week een beloning van € 2.50 van
de gemeente Nijmegen.
Volwassen Buurtrangers: Vrienden van de wijk
Volwassenen kunnen ook een bijdrage leveren aan een schone
buurt. Zij kunnen zich registreren als vriend van de wijk op www.
vriendenvandewijk.nl. Als bewoners zich registreren als vriend van
de wijk, ontvangen zij van Dar het materiaal om zwerfafval op te
ruimen en zorgt Dar er ook voor dat de afvalzakken met zwerfafval
worden opgehaald.
Meer informatie of vragen?
Meer informatie is te vinden op www.buurtrangers.nl,
www.vriendenvandewijk.nl en www.dar.nl/educatie via
info@dar.nl of telefonisch via 024 - 371 6000.
Zwerfvuil in de speeltuin
en in de wadi
Participatiemaatschappij
Elk jaar heeft zijn eigen hoogte- en dieptepunten,
bijzondere evenementen, nieuwe
ontwikkelingen en ook zijn eigen nieuwe
woorden. In 2013 is er door de overheid
een nieuw woord geïntroduceerd waar
we volgens hen allemaal wat mee moeten,
namelijk: participatiemaatschappij.
De tijd vliegt ook. ‘Is het alweer 2014’
bedenk ik me dan als ik
ergens een datum moet
opschrijven of iets in mijn
agenda plan. Dit jaar moet
volgens sommigen ook het jaar
gaan worden dat we er ‘met
z’n allen’ weer op vooruit
gaan. Je ziet het ook aan
de aantrekkende huizenmarkt en de voorzichtige
tekenen van economische groei.
Ook hier in de Waalsprong en de dorpen
in de buurt verdwijnen af en toe de ‘te
koop-bordjes’ uit de tuinen. Onze premier
probeerde ons ook economisch te activeren
met kreten als “durf nou eens die nieuwe
auto te kopen, durf weer te vertrouwen”.
Maar in dat proces van groei, van weer
durven dromen van betere tijden, moesten
we vooral elkaar helpen. Verwacht het
niet teveel van de regering maar doe het
zelf. Participatiemaatschappij. Veel mensen
vonden het een andere term voor los-hetmaar-lekker-zelf-op-maatschappij.
Mensen
voelden zich misleid en achtergelaten bijna.
Ik begreep dit niet. Misschien is het wel
goed, dacht ik. Vroeger stopten we onze
grootouders ook niet in tehuizen weg
omdat we geen zin in ze hadden, hielpen
we de mensen uit de straat, stonden we
voor elkaar klaar. Er was meer sociale
controle, meer gemeenschapsgevoel. Ik
geloof ook dat het vanuit de regering uit
een economische nood is ontstaan, maar
dit biedt ook mogelijkheden. Gelukkig zie je
ook steeds meer buurtinitiatieven ontstaan,
meer mensen die een eigen onderneming
beginnen, meer mensen die behoefte hebben
aan een levende gemeenschap waar
ze wonen. Een nieuw jaar met nieuwe
mogelijkheden, zeg ik. Hoe je het ook
noemt of niet, de maatschappij: dat ben
jij. Correctie, dat zijn wij!
Randy Karsemakers