2e JAARGANG - nummer 6 van 23 augustus t/m 3 oktober 2008
2e JAARGANG - nummer 6 van 23 augustus t/m 3 oktober 2008
2e JAARGANG - nummer 6 van 23 augustus t/m 3 oktober 2008
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Vijf broden<br />
en twee<br />
vissen<br />
Jezus ging naar de overkant <strong>van</strong><br />
het meer <strong>van</strong> Galilea, bij Tiberias.<br />
Veel mensen gingen met hem<br />
mee, omdat ze wisten dat hij<br />
mensen beter kon maken. Jezus<br />
ging op de berg zitten met zijn<br />
vrienden. Het was bijna Pasen, het grote<br />
Joodse feest. Toen Jezus rondkeek zag hij<br />
dat er veel mensen met hem waren meegegaan.<br />
Hij vroeg aan Filippus: “Hoe<br />
kunnen we genoeg brood kopen om al<br />
deze mensen te eten te geven” Hij<br />
vroeg dit om te kijken wat Filippus zou<br />
zeggen, want Jezus wist zelf al wat hij<br />
zou doen. Filippus zei: “Zelfs als we voor<br />
tweehonderd denariën brood kopen,<br />
kunnen we iedereen maar een klein<br />
stukje geven.” Eén <strong>van</strong> Jezus vrienden,<br />
Andreas, de broer <strong>van</strong> Petrus, vertelde:<br />
“Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden<br />
en twee vissen, maar dat is<br />
natuurlijk niet genoeg.”<br />
Maar Jezus zei: “Laat de mensen gaan<br />
zitten.” Er was namelijk veel gras.<br />
Iedereen ging zitten, er waren alleen al<br />
vijfduizend mannen. Toen pakte Jezus<br />
de broden en dankte God. Hij liet de<br />
broden en vissen uitdelen aan alle mensen,<br />
en ze aten zoveel ze maar wilden.”<br />
Toen iedereen genoeg had gehad, zei<br />
Jezus tegen zijn vrienden: “Haal de rest<br />
<strong>van</strong> het eten op, zodat we niets hoeven<br />
weg te gooien.” Ze haalden wel twaalf<br />
manden met de resten <strong>van</strong> het brood.<br />
Toen de mensen dat zagen, zeiden ze<br />
tegen elkaar: “Dit moet wel de profeet<br />
zijn op wie we al zo lang wachten.”<br />
Omdat Jezus begreep dat ze hem wilden<br />
meenemen om hem koning te maken,<br />
ging hij terug naar de bergen – helemaal<br />
alleen.<br />
Uit: Lieve Meneer God, uitg. Van Holkema & Warendorf<br />
20