KWALITEIT EN SERVICE:

VAN BUURTWINKEL
TOT GERENOMMEERDE
ONDERNEMING
Vanaf 1934 start Leopold Meeuwissen (in de volksmond:“dikke Pol“) een “econema”
van de spoorwegen. In deze kruidenierswinkel kon het spoorwegpersoneel
destijds tegen verminderde prijzen koloniale waren inkopen. Deze winkels
kenden hun hoogtepunt vooral in de oorlogsjaren.
In de jaren 50 begon opa Meeuwissen een vishandel. Door de opkomst van
verpakte en opgelegde vis was dit een schot in de roos. De oude heer Devos
(van Devos&Lemmens) gaf hem de raad om, naast vis, ook mayonaise en dressings
in bokalen voor huishoudelijk gebruik te verkopen.
Met de opkomst van de frituren richtte dikke Pol zich ook op deze sterk groeiende
afzetmarkt. Ondertussen startte Moeke Meeuwissen een bescheiden
handel in vers roomijs. Niettegenstaande de concurrentie van Antwerpse firma’s
groeide de zaak al snel uit tot een bloeiende groothandel, die zich toelegt
op de belevering van de horeca in Limburg.
Onder impuls van dochter Misé Meeuwissen en haar echtgenoot Paul Van
Hout die intussen de zaak hebben overgenomen werd de oude spoorwegwinkel
omgebouwd tot magazijn en begint men met de productie van een assortiment
sauzen. Door het grote succes hiervan moest de productie al snel uitbesteed
worden aan een fabriek.
Vanaf dan moet de onderneming diverse malen verhuizen op het ritme van haar
nooit aflatende groei.Vandaag beschikt Van Hout over een magazijn van 7000 m 2
met een diepvriesruimte voor 1.000 paletten en 300 m 2 koelruimte. Intussen is
het assortiment aangegroeid tot bijna 10.000 food en non-food artikels.
Momenteel worden alle klantbestellingen opgeslagen in een gekoelde of diepvriesruimte,
om van hieruit naar de klant te vertrekken in vrachtwagens met
gescheiden koel- en vriescompartimenten.
3