Reglementering bestemd voor Radioamateurs
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Belgisch Instituut van Postdiensten en Telecommunicatie 2011_01<br />
tot elektrisch materiaal <strong>bestemd</strong> <strong>voor</strong> gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen, echter zonder toepassing<br />
van de spanningsgrens;<br />
2° de apparatuur voldoet aan de doelstelling van de regelgeving met betrekking tot elektromagnetische<br />
compatibiliteit;<br />
3° de apparatuur is zo geconstrueerd dat zij het to egewezen spectrum <strong>voor</strong> grond- en ruimtecommunicatie<br />
en de satellietcapaciteit efficiënt gebruikt zonder schadelijke storingen te veroorzaken.<br />
Je mag slechts apparatuur hebben (of verkopen) -al dan niet commerciële apparatuur- indien rekening<br />
is gehouden met: gezondheid, veiligheid, EMC, en geen schadelijke storingen (zie art 2) worden<br />
veroorzaakt<br />
§ 3. Onverminderd de bepalingen van §§ 1 en 2, mag apparatuur slechts gehouden en gecommercialiseerd<br />
worden indien zij voldoet aan de volgende <strong>voor</strong>waarden:<br />
1° de apparatuur wordt onderworpen aan een gepaste procedure waarbij de conformiteit van de apparatuur<br />
met de onder §§ 1 en 2 toepasselijke basisvereisten wordt vastgesteld;<br />
2° de apparatuur is <strong>voor</strong>zien van een CE-merkteken v an conformiteit en van de andere van toepassing zijnde<br />
opschriften;<br />
3° bij de apparatuur wordt de nodige informatie gev oegd over de <strong>voor</strong>waarden inzake de ingebruikname en<br />
de werking van de apparatuur.<br />
De Koning, na advies van het Instituut, bepaalt de nadere regels inzake <strong>voor</strong>noemde <strong>voor</strong>waarden.<br />
§ 4. Radioapparatuur die gebruik maakt van frequentiebanden waarvan het gebruik in de Europese Unie niet<br />
is geharmoniseerd, wordt <strong>voor</strong> het op de markt brengen aan het Instituut genotificeerd.<br />
De Koning, na advies van het Instituut, bepaalt de nadere regels.<br />
Het gaat hier over vereisten die men niet "basisvereisten" noemt: in het bijzonder gaat het over de CEmarkering.<br />
Hier ook kan de Koning bijkomende <strong>voor</strong>waarden opgeven (dus in een KB).<br />
Op het eerste zicht zegt de wet niets over de vrijstelling van zelfbouw en gemodificeerde toestellen. Dit<br />
is wegen een fout in de wet (een fout in de verwijzing van de artikels): Art 34 (zie verder) verwijst in<br />
zijn aanvang naar art 40. Dit moet Art 32 zijn!<br />
Art. 33. § 1. Het is verboden de volgende apparatuur te houden, te commercialiseren of te gebruiken:<br />
1° apparatuur waarvan het gebruik onverenigbaar is met één of meerdere van de volgende bepalingen:<br />
a) de artikelen 41 en 124;<br />
b) de artikelen 259bis en 314bis van het Strafwetboek;<br />
c) artikel 1, § 6, van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig te land,<br />
de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen<br />
2° radioapparatuur, met inbegrip van soorten radioa pparatuur, die schadelijke storingen veroorzaakt.<br />
Indien het Instituut redelijkerwijze kan aannemen dat bepaalde radioapparatuur schadelijke storingen kan<br />
veroorzaken met bestaande of geplande diensten, neemt het alle nodige maatregelen teneinde die<br />
schadelijke storingen te vermijden, dit met inbegrip van een verbod op of een verwijdering van de markt van<br />
de betreffende radioapparatuur.<br />
§ 2. De bepaling onder § 1, 2°, is niet van toepassing wanneer:<br />
1° het een zendtoestel <strong>voor</strong> radiocommunicatie betre ft dat uitsluitend wordt besteld, opgesteld en gebruikt om<br />
te verhinderen dat op het domein van penitentiaire instellingen radiocommunicatie mogelijk is. Dergelijk<br />
zendtoestel mag enkel gebruikt worden wanneer dit noodzakelijk is <strong>voor</strong> de openbare orde of de bestrijding<br />
van de criminaliteit, en<br />
2° het een zendtoestel <strong>voor</strong> radiocommunicatie betre ft dat is vergund overeenkomstig artikel 39, § 1;<br />
3° de indienststelling van het onder 1° vermelde ze ndtoestel ten minste 90 dagen <strong>voor</strong>af wordt gemeld aan<br />
de operatoren van wie de dienstverlening zal worden verhinderd, en<br />
4° de precieze datum van de indienststelling van he t onder 1° vermelde zendtoestel <strong>voor</strong>afgaandelijk aa n het<br />
Instituut wordt gemeld, en<br />
5° bij de indienststelling door het Instituut wordt onderzocht of het betreffende zendtoestel buiten het domein<br />
van de penitentiaire inrichting schadelijke storingen veroorzaakt. Indien dit het geval zou zijn, wordt de<br />
indienststelling onmiddellijk stopgezet.<br />
De rechten van operatoren inzake het gebruik van frequenties worden beperkt ingeval van het gebruik van<br />
zendtoestellen die voldoen aan de <strong>voor</strong>waarden die in deze paragraaf vervat zijn.<br />
Na de indienststelling overeenkomstig onderdeel 5°, onderzoekt het Instituut regelmatig, al dan niet op eigen<br />
initiatief en al dan niet aangekondigd, of het betreffende zendtoestel buiten het domein van de penitentiaire<br />
inrichtingen schadelijke storingen veroorzaakt. Indien dit het geval is, wordt hen onmiddellijk toegang<br />
verschaft tot de penitentiaire inrichting in kwestie en wordt het zendtoestel onder hun toezicht stilgelegd.<br />
Wederindienststelling moet overeenkomstig de bepalingen van § 2, 1°, 2°, 4° en 5° van dit artikel<br />
geschieden.<br />
8