prog2015
prog2015
prog2015
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
uitleg trampolinespringen<br />
Trampolinespringen is een bijzonder spectaculaire<br />
sport om te zien. Er gebeurt van alles tegelijk. En dat<br />
is nu net het probleem voor mensen die geen kennis<br />
van deze sport hebben. Dit stukje is dan ook bedoeld<br />
voor deze mensen. We leggen de belangrijkste regels<br />
kort uit, zodat u van het trampolinespringen kunt<br />
genieten en ook nog weet wat er gebeurt.<br />
Een trampolinewedstrijd bestaat uit drie oefeningen:<br />
een oefening met verplichte sprongfiguren en<br />
twee oefeningen die de springer helemaal zelf mag<br />
samenstellen. Iedere oefening bestaat dan weer uit<br />
tien sprongfiguren. Een springer begint met een aantal<br />
rechtstandige sprongen om hoogte te krijgen. Daarna<br />
volgen tien sprongfiguren met elk een combinatie van<br />
draaien en salto’s. Let op: ook buik- en ruglandingen<br />
tellen als sprong. Bij de beste springers zult u<br />
voornamelijk dubbele salto’s zien, gecombineerd met<br />
allerlei schroeven. En dat op een oppervlak van zo’n 2×4<br />
meter.<br />
De truc is om zo mooi mogelijk te springen, met zo weinig<br />
mogelijk uitvoeringsfouten. Oftewel: tenen strekken,<br />
goed spannen, rechte benen, op hoogte blijven en<br />
goed in het midden springen. Dat levert veel punten op.<br />
Daarnaast is het belangrijk om zo veel mogelijk salto’s te<br />
combineren met schroeven op verschillende momenten.<br />
En dan nog de vluchttijd erbij: sinds 2011 telt de tijd dat<br />
de springer in de lucht is mee voor het puntentotaal. Een<br />
relatief nieuw onderdeel, dat de uitslag zeker beïnvloedt.<br />
Het berekenen daarvan gebeurt gelukkig elektronisch.<br />
Onder de trampoline hangt een apparaatje dat meet<br />
wanneer de springer de trampoline verlaat (omhoog<br />
springt) en wanneer hij weer landt (omlaag). De tijd dat<br />
de springer in de lucht is, in secondes, wordt opgeteld bij<br />
het cijfer. Dit betekent dat er zomaar 18 punten bij een<br />
score opgeteld kunnen worden. Deze regel betekent<br />
dat de springer veel zal focussen op hoog springen.<br />
Hierdoor is er ook meer ruimte om de sprongen mooi<br />
uit te voeren. Maar het brengt tevens risico met zich<br />
mee: de balans is wat moeilijker te bewaren op grotere<br />
hoogte. Als de springer een hele moeilijke sprong gaat<br />
uitvoeren, legt de trainer soms een matje op de rand. Als<br />
er dan iets dreigt mis te gaan kan de trainer het matje<br />
op de trampoline schuiven om zo een eventuele val<br />
van de springer te breken. Gaat er wat mis, de springer<br />
mist bijvoorbeeld een vering helemaal, raakt de rand<br />
of komt op de valmat terecht, dan is de oefening gelijk<br />
afgelopen. Niks overnieuw beginnen of verdergaan,<br />
zoals dat bijvoorbeeld bij turnen wel mag, gewoon over<br />
en uit.<br />
Is de springer klaar met springen, al dan niet met een<br />
volledige oefening, dan bepaalt de jury het cijfer. Vijf<br />
juryleden beoordelen hoe mooi een springer gesprongen<br />
heeft, twee andere juryleden bepalen de moeilijkheid<br />
van de oefening. Daarnaast is er een hoofdjury die bij de<br />
trampoline staat en kijkt of de springer bijvoorbeeld de<br />
rand raakt. Dit jurylid is eindverantwoordelijk en geeft<br />
aan de andere juryleden door of ze extra aftrek toe<br />
moeten passen. En dan nu natuurlijk een jurylid dat de<br />
apparatuur bedient die de vluchttijd meet.<br />
Hopelijk heeft u zo een duidelijker beeld van wat er<br />
allemaal op die trampoline gebeurt. Waarom sommige<br />
dingen gebeuren en wat ze voor consequenties hebben.<br />
Tot zover het technische gedeelte. We raden u aan om<br />
nu vooral te gaan genieten, want dat is toch eigenlijk<br />
waarvoor u komt. Heel erg veel plezier gewenst en we<br />
hopen dat het een spectaculaire en spannende wedstrijd<br />
wordt.<br />
7