12.07.2015 Views

Stativari 35: DE ECONOMISCHE SLAGKRACHT ... - Vlaanderen.be

Stativari 35: DE ECONOMISCHE SLAGKRACHT ... - Vlaanderen.be

Stativari 35: DE ECONOMISCHE SLAGKRACHT ... - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

27C. Solvabiliteitsratio’s9. ZelffinancieringsgraadIn 2003, was de historische rendabiliteit het hoogst in de rand van de regionale steden. Dezelffinancieringsgraad <strong>be</strong>droeg er 10,3%, wat een toename was van 1,3%-punt tegenover 2002. Ookhet buitengebied scoort hoog (9,5%). In de grootsteden (2,8%) en de Vlaamse Rand (4,1%) is deindicator merkbaar lager.Over de periode 1999 tot 2003 is de indicator in elk RSV-gebied gestegen. Vooral sinds 2002 lijkt degroei in een hogere versnelling te zijn overgeschakeld.De kloof tussen de regionale en de grootsteden en hun randgebieden werd over de <strong>be</strong>schouwde periodegroter.10. SchuldgraadDe schuldgraad noteerde in 2003 het hoogst in de grootsteden (72,9%). In de overige gebieden<strong>be</strong>reikte het vreemd vermogen geen 70% van het totale vermogen. De randgebieden van de regionalesteden lieten de laagste score optekenen (68,4%).De schuldgraad daalde overal tussen 1999 en 2003, en was steeds het hoogst in de grootsteden.VASTSTELLINGENDe mediaanonderneming in het buitengebied doet het vrij goed. De ar<strong>be</strong>idsproductiviteit is er matig,doch de investeringen liggen op een relatief hoog peil. Daarmee samenhangend is ze kapitaalintensiefin vergelijking met andere RSV–gebieden.Verder is de personeelskost in de middelste onderneming uit het buitengebied laag.De middelste onderneming uit het buitengebied genereert daarenboven een hoge winst uit het eigenvermogen. De schuldgraad kan relatief laag genoemd worden.De grootsteden (Gent en Antwerpen) zetten de minst fraaie prestaties neer: de ar<strong>be</strong>idsproductiviteit iser eerder laag, en de loonkost is aan de hoge kant. De bruto toegevoegde waardemarge is gering. Deinvesteringen zijn er relatief het laagst evenals de kapitaalintensiteit. Ook op het vlak van dewinstgevendheid scoort dit gebied zwak. Daarenboven is de historische rendabiliteit laag en kampende <strong>be</strong>drijven in de grootsteden doorgaans met de hoogste schuldgraad.De grootstedelijke rand zet <strong>be</strong>tere prestaties neer. De bruto toegevoegde waarde per werknemer is erhoog in vergelijking met de andere RSV-gebieden. Ondanks de hoge personeelskost per werknemerkan ze er toch voor zorgen dat de vergoeding voor de andere productiefactoren relatief goed is.Tegenover de andere RSV-gebieden genereert de middelste onderneming uit de grootstedelijke randveel winst op het eigen vermogen. Het gebied <strong>be</strong>vindt zich in de middenmoot wat de schuldgraad ende investeringen <strong>be</strong>treft.De middelste onderneming uit de kleinstedelijke gebieden heeft een lage bruto toegevoegde waardeper werknemer in vergelijking met de andere RSV-gebieden. Doch ook de personeelskost is er laag.De rendabiliteit voldoet. Op de overige indicatoren onderscheidt het kleinstedelijk gebied zich noch inzwakke,nochinsterkezin. <strong>Stativari</strong>a <strong>35</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!