Begeleide zelfstudie Golven en Optica voor N (3BB40)

38 Real image Reeel beeld38 Refraction Breking39 Paraxial ray Paraxiale straal40 Critical angle Kritische hoek, grenshoek40 Object distance Voorwerpsafstand40 Image distance Beeldpundsafstand40 Total internal reflection Totale interne reflektie41 Cartesian surface Cartesisch oppervlak41 Conjugate points Geconjugeerde punten41 Isochronous rays Isochrone stralen42 Optical path length Optische weglengte43 Radius of curvature Kromtestraal43 Spherical mirror Sferische spiegel43 Spherical aberration Sferische aberratie43 Concave Concaaf (hol)43 Convex Convex (bol)44 Gaussian optics Gaussische (eerste orde) optica45 Focal length Brandpuntsafstand45 Sign convention Tekenafspraak50 Thin lens Dunne lens51 Lensmaker's formula Lenzenmakers formule54 Thin lens formula Dunne lens formule55 Diopter Dioptrie55 Refracting power P Brekend vermogen55 Vergence Vergentie57 Newtonian thin-lens equation Newtons dunne lens vergelijkingHuiswerkvragen1 Beschrijf/construeer de reflectie van een lichtstraal aan een sferisch oppervlak.2 Wat is de brandpuntsafstand van een sferische spiegel met kromtestraal R3 Hoe bepaal je de laterale vergroting van een object.4 Hoe bepaal/construeer je de breking van een lichtstraal door een sferisch oppervlak5 Hoe bepaal/construeer je de breking van een lichtstraal door een dunne lens.6 Hoe is de brandpuntsafstand van een dunne lens gerelateerd aan de kromtestralenvan het oppervlak en hoe aan de voorwerps- en beeldpuntsafstand.7 Welke drie lichtstralen kunnen het best gebruikt worden om een afbeeldinggevormd door een dunne lens te construeren? Hoeveel heb je er minimaal nodig?8 Wanneer is de brandpuntsafstand van een dunne lens aan beide kanten van de lensgelijk?A AltijdB NooitC Als de brekingsindex van het medium links en rechts gelijk isD Als de kromtestraal van de lens links en rechts gelijk is