Richtlijn voor bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in ...

More documents

Recommendations

Info

5.8 Leidingen en afsluiters in de tankputProductleidingen en afsluiters die zich in de tankput bevinden moeten voldoen aan het gestelde inparagraaf 7.4. Dampretourleidingen en hun beveiligingen moeten voldoen aan het gestelde in paragraaf7.1.64. Het aantal op de opslagtank aangesloten leidingen moet zo beperkt mogelijk worden gehouden.65. Verbindingen (flensverbindingen, flexibele koppelingen en balgen) moeten zo veel mogelijk wordenvermeden. Het gebruik van slangen voor producttransport in de tankput is niet toegestaan.66. Afsluiters in leidingen in een tankput bestemd voor transport van vloeistoffen van de klassen 1 en 2moeten brandveilig zijn (minimaal de code ASME B16.5 [Ref. 11]). of gelijkwaardig De afsluitersmoeten zijn voorzien van productbestendige en brandveilige pakkingen. Aan de buitenzijde moetduidelijk zichtbaar zijn of een afsluiter geopend of gesloten is.67. Leidingen en de constructie daarvan ten behoeve van brandveiligheidssystemen moeten zijnvoorzien van passieve bescherming, bijvoorbeeld door een opschuimende coating.Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 29, 7 oktober 2008 Pagina 27/86
6 Opslagtanks6.1 Algemene eisen68. Nieuw te bouwen tanks moeten voldoen aan de Europese norm NEN EN 14015-1 [Ref. 70]. Voorafwijking van bovenstaande norm is goedkeuring vereist van een door het bevoegd gezaggeaccepteerde instantie.Toelichting.De tankinstallaties moeten, los van de milieubeheervergunning, ook voldoen aan de Regels voor toestellen onder druk.Volgens deze regels moet een onafhankelijke instantie bij nieuwbouw een bewijs van onderzoek en beproeving (BOB)afgeven.69. Bij de beoordeling of bestaande tanks nog geschikt zijn om hun primaire functie - het opslaan vaneen product - te kunnen vervullen (‘Fit-for-Purpose’ analyses), moeten de degradatielimieten zoalsgenoemd in de EEMUA publicatie Nr. 159 [Ref. 34] worden aangehouden.70. Reconstructie, verplaatsing, aanpassing of reparatie van een bestaande tank moeten inovereenstemming zijn met:− de code API 653 [Ref. 5], indien de tank is ontworpen volgens de code API 650 [Ref. 4];− de EEMUA-publicatie No. 159 [Ref. 34], indien de tank is ontworpen volgens de norm BS 2654[Ref. 22].71. De eenmaal gekozen norm of code moet consequent worden gehanteerd. Het is niet toegestaanvoor een tank verschillende normen of codes te gebruiken en daaruit de meest gunstigevoorschriften te kiezen.72. De lasmethode moet in overeenstemming zijn met de desbetreffende tankbouwnorm of EN 288-3[Ref. 37] en zijn goedgekeurd door een door het bevoegd gezag erkende controlerende instantievoordat met het lassen wordt begonnen. De lasuitvoering moet in overeenstemming zijn met degoedgekeurde lasmethode en geschieden door vooraf gekwalificeerde lassers.6.1.1 ConstructieBijlage A van deze richtlijn bevat aanbevelingen voor de fundering. Hiervoor bestaan geen andere normenof codes.Bijlage B van deze richtlijn bevat extra aanbevelingen voor de constructie van tanks, die de codesgenoemd in paragraaf 6.1 aanvullen.Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 29, 7 oktober 2008 Pagina 28/86
Page 1 and 2: 29Richtlijn voorbovengrondseopslag
Page 3 and 4: VoorwoordMet ingang van 1 juni 2004
Page 5 and 6: 6 Opslagtanks......................
Page 7 and 8: Referenties .......................
Page 9 and 10: 2 Doel, toepassingsgebied en gebrui
Page 11 and 12: 3 Definities en begrippen1. Aardoli
Page 13 and 14: 18. InstallatieVaste technische een
Page 15 and 16: 35. TankputEen terreingedeelte rond
Page 17 and 18: 4 Tankopslag, activiteiten en inric
Page 19 and 20: Beplanting6. Op het opslagterrein v
Page 21 and 22: 4.5 Elektrische installatie en aard
Page 23 and 24: 4.7 Waterstofsulfide31. Voor de ops
Page 25 and 26: 5.4.2 PutdijkenDijkhoogte38. De hoo
Page 27: 56. De capaciteit van de riolering
Page 31 and 32: 6.3 Tankuitrusting6.3.1 Beluchting
Page 33 and 34: 6.4 Niet destructief onderzoek aan
Page 35 and 36: 7.3 Overslag7.3.1 Algemene eisen94.
Page 37 and 38: 108. Tijdens het aan- en afkoppelen
Page 39 and 40: 120. In de inrichting mogen alleen
Page 41 and 42: 136. Bovengrondse geïsoleerde verb
Page 43 and 44: 8 Brandbestrijdingsvoorzieningen8.1
Page 45 and 46: 164. In geval van verminderde besch
Page 47 and 48: 8.4 Koelsystemen177. Behoudens in s
Page 49 and 50: 189. Tanks met een uitwendig drijve
Page 51 and 52: 9.2 Personeel: vakbekwaamheid, ople
Page 53 and 54: 9.4 Toezicht op de uitvoering210. B
Page 55 and 56: − de functie van en de instructie
Page 57 and 58: 10 Brandpreventie en veiligheidDit
Page 59 and 60: 10.3 Inspectieprogramma240. Het pro
Page 61 and 62: Het in onderstaande paragrafen besc
Page 63 and 64: 8. Controle van de aardingDe aardge
Page 65 and 66: 11.6 Documentatie en documentbeheer
Page 67 and 68: 13 Beëindiging en uitgebruiknameIn
Page 69 and 70: 26. Controlelijst voor binnenvaarts
Page 71 and 72: 74. NFPA 22, Standard for Water Tan
Page 73 and 74: Toelichting:Verder dient in de rapp
Page 75 and 76: −−−het type tankfundering (ge
Page 77 and 78: Bijlage B:Aanvullende aanbevelingen
Page 79 and 80:
Constructie-eisenOmtrekstoleranties
Page 81 and 82:
Plaat dikte, t [mm]Maximale afwijki
Page 83 and 84:
metaal;32 NEN 7089 Olie-afscheiders
Page 85 and 86:
Type tank Betrokken installatieonde
Page 87:
Plaatsing en afstanden voor bovengr
show all

Richtlijn voor bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in ...

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?