13.07.2015 Views

Effecten van populatiebeheer op gedrag van ree, damhert, edelhert ...

Effecten van populatiebeheer op gedrag van ree, damhert, edelhert ...

Effecten van populatiebeheer op gedrag van ree, damhert, edelhert ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Benhaiem et al. (2008) vergeleken ruimtegebruik <strong>van</strong> <strong>ree</strong>ën binnen en buiten hetjachtseizoen, waarin drijfjachten werden uitgevoerd (“drive beats”). Er werd tijdens hetjachtseizoen gefoerageerd <strong>op</strong> locaties met een lagere voedselbeschikbaarheid en ietsverder <strong>van</strong> bewoning af. De onderzoekers leidden hieruit af dat de dieren veiligheidboven betere beschikbaarheid <strong>van</strong> voedsel verkozen.Wild zwijnMaillard and Fournier (1995) vonden alleen verschuivingen <strong>van</strong> de ligging <strong>van</strong> hetactiviteitsgebied <strong>van</strong> wilde zwijnen als er herhaaldelijk in hetzelfde terrein bejaagd werd(drijfjacht).Baubet et. al. (1998) laten zien dat de grootte <strong>van</strong> het activiteitsgebied beïnvloedt wordtdoor jacht. Zwijnen onderhielden relatief kleine territoria in rustige, onbejaagdegebieden. De activiteitsgebieden in bejaagde of anderszins verstoorde gebieden warengroter.Sodeikat & Pohlmeyer (2002) bepaalden de grootte <strong>van</strong> het leefgebied, hethabitatgebruik en de dag- en nachtactiviteit <strong>van</strong> wilde zwijnen door middel <strong>van</strong>radiotelemetrie. Ze deden dit ook tijdens 14 drijfjachten. Ondanks de hevige jachtdrukbleven 8 <strong>van</strong> de 10 gevolgde dieren binnen het oorspronkelijke leefgebied, maargedurende 6 drijfjachten verlieten de zwijnen hun kernleefgebieden en verplaatsten zichtot 6 km. Alle dieren keerden binnen 6 weken naar hun oorspronkelijke kernleefgebiedterug.Keuling et al. (2008) bestudeerden het effect <strong>van</strong> jacht <strong>op</strong> bewegingen, ruimtegebruik enactiviteitspatronen <strong>van</strong> wilde zwijnen met behulp <strong>van</strong> radiotelemetrie. Na drijfjacht kozende dieren andere rustplaatsen, verder <strong>van</strong> de plek waar gejaagd was, dan voor de jacht.De afstanden die de dieren aflegden direct na jacht of <strong>van</strong>gst namen sterk toe, maar dedieren bleven binnen het activiteitsgebied. Het ruimtegebruik was niet significant andersvoor en na drijfjachten.Scillitani et al. (2009) onderzochten gedurende twee jaren het effect <strong>van</strong> drijfjachten <strong>op</strong>groepen wilde zwijnen in de Noordelijke Apennijnen in Italië, door middel <strong>van</strong>radiotelemetrie voor, tijdens en na de jachtperiode. In het algemeen leiddenjachtactiviteiten tot een toename in ruimtelijke instabiliteit: rustplekken waren over eengroter gebied verdeeld, lagen verder uit elkaar en de afstand tussen <strong>op</strong> elkaar volgenderustplekken was groter tijdens de jachtperiode. Het waren echter alleen de groepen diebejaagd waren die echt hun <strong>gedrag</strong> veranderden. De niet bejaagde groepen warenrelatief tolerant voor de verstoring door jacht. De mate <strong>van</strong> impact <strong>van</strong> jacht was sterkafhankelijk <strong>van</strong> de jachtdruk en verschilde ook tussen individuele dieren.Tolon et al. (2009) bestudeerden hoe wilde zwijnen reageerden <strong>op</strong> tijdelijke bejaging metdrijfjacht in een gebied, omgeven door een veilig, want onbejaagd, natuurreservaat.Dieren met home-ranges die raakten aan het natuurreservaat verschoven hun12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!