13.07.2015 Views

over publieke en private verantwoordelijkheden - Oapen

over publieke en private verantwoordelijkheden - Oapen

over publieke en private verantwoordelijkheden - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEIDvoorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>v 105<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong>verantwoordelijkhed<strong>en</strong>W. Derks<strong>en</strong>M. Ekel<strong>en</strong>kampF. J. P. M . Hoe fnagelM. Scheltema (red.)Sdu Uitgevers, D<strong>en</strong> Haag 1999


ISBN 90-399-1630-6


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>voorwoordDe <strong>over</strong>heid is er om het <strong>publieke</strong> belang te di<strong>en</strong><strong>en</strong>. Betek<strong>en</strong>t dit ook dat de<strong>over</strong>heid steeds de aangewez<strong>en</strong> instantie is om <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>?In deze tijd van verzelfstandiging <strong>en</strong> privatisering spreekt dat niet vanzelf.Ook <strong>private</strong> organisaties word<strong>en</strong> belast met de uitvoering van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> <strong>en</strong>binn<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid word<strong>en</strong> modell<strong>en</strong> voor de organisatie gekoz<strong>en</strong> die verwantzijn met <strong>private</strong> teg<strong>en</strong>hangers. Deze verandering<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong> soms succesvol <strong>en</strong>soms ook niet.Het is niet e<strong>en</strong>voudig e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>t beleid te formuler<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van devraag wanneer de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> taak kan toevertrouw<strong>en</strong> aan <strong>private</strong> organisaties<strong>en</strong> wanneer zij die aan zichzelf moet houd<strong>en</strong>. Vanuit verschill<strong>en</strong>de invalshoek<strong>en</strong><strong>en</strong> vanuit verschill<strong>en</strong>de wet<strong>en</strong>schappelijke disciplines word<strong>en</strong> hier<strong>over</strong> vaakteg<strong>en</strong>strijdige standpunt<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> gebracht. In het project ‘Publieke <strong>en</strong><strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>’ wil de wrr bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> lever<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> wel<strong>over</strong>wog<strong>en</strong>beleid op dit terrein. In het kader van dit project is e<strong>en</strong> aantal interne<strong>en</strong> externe studies verricht, waarin de problematiek vanuit drie invalshoek<strong>en</strong>wordt belicht: vanuit verschill<strong>en</strong>de wet<strong>en</strong>schappelijke disciplines, vanuit e<strong>en</strong>aantal verandering<strong>en</strong> die zich in de sam<strong>en</strong>leving voordo<strong>en</strong> <strong>en</strong> vanuit hetgezichtspunt van <strong>en</strong>kele sector<strong>en</strong> van <strong>over</strong>heidsbeleid.De studies die in deze bundel zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> acht de raad van e<strong>en</strong> zodanigekwaliteit <strong>en</strong> relevantie dat deze zijns inzi<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zelfstandige rol kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>in de wet<strong>en</strong>schappelijke <strong>en</strong> bestuurlijke discussie. De raad heeft derhalve beslot<strong>en</strong>tot aparte publicatie in de reeks Voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>.De kwaliteit van de bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> zegt nog weinig <strong>over</strong> de uiteindelijke architectuurvan het gebouw. Beide hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> waarde. Hetzelfde geldt voor derelatie tuss<strong>en</strong> deze voorstudie <strong>en</strong> het rapport aan de regering dat de raad <strong>over</strong><strong>en</strong>ige tijd hoopt uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Dit onderscheid houdt ook de verantwoordelijkhed<strong>en</strong>duidelijk: die van de auteurs voor hun bijdrage aan deze bundel <strong>en</strong> van deraad voor de definitieve rapportage.Prof. mr. M. ScheltemaVoorzitter wrr


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>inhoudsopgaveVoorwoord 31 Inleiding 9F.J.P.M. Hoefnagel1.1 Het bevorder<strong>en</strong> van het <strong>publieke</strong> belang 91.2 Te onderscheid<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sies 101.3 E<strong>en</strong> wrr-activiteit 131.4 Deze bundel152 Op zoek naar de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de staat: <strong>publieke</strong> verantwoordelijkheidtuss<strong>en</strong> contract <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsrecht 19A.L. Bov<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> C.N. Teulings2.1 Uitgangspunt<strong>en</strong> van de analyse 192.2 Organisatiewijze bezi<strong>en</strong> vanuit de economie 242.3 Publieke <strong>en</strong> <strong>private</strong> eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> 612.4 Organisatie <strong>en</strong> sturing in de <strong>publieke</strong> sector 892.5 Slotbeschouwing 1173 Rechtsstatelijke red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong> 137M.A.P. Bov<strong>en</strong>s <strong>en</strong> M. Scheltema3.1 Plan van aanpak 1373.2 E<strong>en</strong> afbak<strong>en</strong>ing van het terrein 1373.3 Rechtsstatelijke red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong> rond ppv 1413.4 Toetsing van de rechtsstatelijke red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> opzet 1473.5 Verzelfstandiging van e<strong>en</strong> beschikking<strong>en</strong>fabriek 1483.6 Verzelfstandiging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 1593.7 E<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da voor vernieuwing 1643.8 Epiloog 170


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>4 De <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkheid van de <strong>over</strong>heid;e<strong>en</strong> aantal Europeesrechtelijke beschouwing<strong>en</strong> 175J. W. de Zwaan4.1 Inleiding 1754.2 Het <strong>over</strong>heidsbegrip 1764.3 Mededinging 1804.4 Interne markt 1924.5 Gevolg<strong>en</strong> van niet-naleving 1954.6 Beknopte sam<strong>en</strong>vatting <strong>en</strong> slotopmerking<strong>en</strong> 1995 Informatie- <strong>en</strong> communicatietechnologie <strong>en</strong> de organisatie van<strong>publieke</strong> taakbehartiging 205F.J.P.M. Hoefnagel5.1 Het belang van informatie voor vrag<strong>en</strong> van op<strong>en</strong>baar bestuur 2055.2 Enige methodologische <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> 2065.3 Huidige ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> karakteristiek<strong>en</strong> van ict 2075.4 Feitelijk gebruik van ict door de <strong>over</strong>heid 2085.5 De gevolg<strong>en</strong> van ict voor bestuurlijke concepties <strong>en</strong> maatstav<strong>en</strong> vanop<strong>en</strong>baar bestuur 2095.6 ict <strong>en</strong> nieuwe vorm<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> taakbehartiging 2116 Concurr<strong>en</strong>tiebevordering in infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>.Over ideologische <strong>en</strong> intellectuele beweging<strong>en</strong> 217M.J.W. van Twist <strong>en</strong> E.F. t<strong>en</strong> Heuvelhof6.1 Inleiding 2176.2 Schuiv<strong>en</strong>de paradigma’s 2186.3 De maakbaarheid van de markt 2216.4 Dubbelzinnige praktijk<strong>en</strong> 2296.5 Vervag<strong>en</strong>de p<strong>en</strong>dules 2346.6 Vrag<strong>en</strong> met betrekking tot ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> sturing 2386.7 Slotconclusies <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting 248


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>7 Vernieuwing in het spoorvervoer 255I. van Enckevort7.1 Inleiding 2557.2 Spoorvervoer in historisch perspectief 2567.3 Publieke belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> spoorvervoer 2567.4 Beleidsvoornem<strong>en</strong>s voor de spoorwegsector 2577.5 Feitelijke red<strong>en</strong>ering 2637.6 Toets<strong>en</strong> van de feitelijke red<strong>en</strong>ering 2697.7 Gew<strong>en</strong>ste red<strong>en</strong>ering 2757.8 De vrag<strong>en</strong> 278


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>1 inleidingF.J.P.M. Hoefnagel 11.1 het bevorder<strong>en</strong> van het <strong>publieke</strong> belangHet onderscheid tuss<strong>en</strong> <strong>publieke</strong>, maatschappelijke <strong>en</strong> individuele belang<strong>en</strong> isniet altijd ev<strong>en</strong> helder. Dit komt mede doordat politieke, normatieve vrag<strong>en</strong> t<strong>en</strong>grondslag ligg<strong>en</strong> aan dit onderscheid. Vaak vall<strong>en</strong> individuele belang<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>met maatschappelijke belang<strong>en</strong>. Of dit het geval is, blijft e<strong>en</strong> kwestie van beoordeling:belang<strong>en</strong> zijn maatschappelijke belang<strong>en</strong> als hun behartiging voor desam<strong>en</strong>leving als geheel gew<strong>en</strong>st is.Zo wordt algeme<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> maatschappelijk belang is dat trein<strong>en</strong>rijd<strong>en</strong>, dijk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong>, strat<strong>en</strong> zijn verlicht, hygiëne wordtbetracht, vervuiling van het milieu wordt teg<strong>en</strong>gegaan, armoede wordt bestred<strong>en</strong>,individuele risico’s collectief word<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> individueleburgers hebb<strong>en</strong> hierbij immers belang, ook de sam<strong>en</strong>leving als geheel. De welvaartin zijn algeme<strong>en</strong>heid is gebaat bij collectieve verzekering<strong>en</strong>, bij arm<strong>en</strong>zorg<strong>en</strong> bij het rijd<strong>en</strong> van trein<strong>en</strong>; de veiligheid in haar algeme<strong>en</strong>heid is gebaat bij dijk<strong>en</strong>die <strong>over</strong>stroming teg<strong>en</strong>gaan <strong>en</strong> verlichting bij nacht <strong>en</strong> ontij; de gezondheidvan alle burgers is gebaat bij hygiëne <strong>en</strong> gezondheidszorg; de toekomstige sam<strong>en</strong>levingis in haar totaliteit gebaat bij het teg<strong>en</strong>gaan van milieuvervuiling in hethed<strong>en</strong>. In dat licht is het ook e<strong>en</strong> maatschappelijk belang dat er voldo<strong>en</strong>de broodis om te et<strong>en</strong>; zonder voldo<strong>en</strong>de voedsel zal e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving desintegrer<strong>en</strong>.9Waar sprake is van e<strong>en</strong> maatschappelijk belang, hoeft nog ge<strong>en</strong> sprake te zijn vane<strong>en</strong> publiek belang, e<strong>en</strong> noodzaak om publiek in te grijp<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de welvaartgroot g<strong>en</strong>oeg is <strong>en</strong> redelijk eerlijk wordt verdeeld <strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> schaarste heerstdoor buit<strong>en</strong>gewone omstandighed<strong>en</strong>, zal er meestal voldo<strong>en</strong>de brood zijn.De sam<strong>en</strong>leving zal niet op het spel staan door e<strong>en</strong> tekort aan brood, de marktzorgt daar zelf voor. Ev<strong>en</strong>min is er red<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heid om toe te zi<strong>en</strong> op dehygiëne van de (meeste) burgers. In de vorige eeuw red<strong>en</strong> zelfs trein<strong>en</strong> zonder<strong>en</strong>ige vorm van <strong>over</strong>heidsinm<strong>en</strong>ging. Dergelijke maatschappelijke belang<strong>en</strong>word<strong>en</strong> blijkbaar ook bevorderd zonder dat de <strong>over</strong>heid er de verantwoordelijkheidvoor neemt.Dat is echter niet altijd het geval. Soms word<strong>en</strong> maatschappelijke belang<strong>en</strong>alle<strong>en</strong> bevorderd indi<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid interv<strong>en</strong>ieert. Het bevorder<strong>en</strong> van diemaatschappelijke belang<strong>en</strong> wordt dan e<strong>en</strong> publiek belang. Deze interv<strong>en</strong>tie kan<strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s ook gew<strong>en</strong>st zijn omdat anders voor de bevordering van maatschappelijkebelang<strong>en</strong> te e<strong>en</strong>zijdig e<strong>en</strong> beroep op bepaalde burgers wordt gedaan.Van de dijk<strong>en</strong> aan de kust profiter<strong>en</strong> ook al deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die verderop won<strong>en</strong>.Niettemin: of er sprake is van e<strong>en</strong> publiek belang, of er red<strong>en</strong> is voor <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>van welke aard dan ook, blijft e<strong>en</strong> politieke vraag. Het zijn politiekedoel<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving ertoe br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> bepaalde maatschappelijke belang<strong>en</strong>ook als <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong>. Omdat maatschappij <strong>en</strong> politiek voortdur<strong>en</strong>d


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>verander<strong>en</strong>, is het antwoord op de vraag of iets e<strong>en</strong> publiek belang is, steeds aandiscussie onderhevig.Waar sprake is van e<strong>en</strong> publiek belang <strong>en</strong> waar derhalve red<strong>en</strong><strong>en</strong> aanwezigword<strong>en</strong> geacht voor <strong>over</strong>heidsinterv<strong>en</strong>tie, is het ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> dat <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong> geheel door de <strong>over</strong>heid zelf moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevorderd. Ook <strong>private</strong>partij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> immers trein<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong>, <strong>private</strong> instelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong>taak hebb<strong>en</strong> in de arm<strong>en</strong>zorg, <strong>private</strong> ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> bij aan de gezondheidvan de sam<strong>en</strong>leving als geheel. Om die red<strong>en</strong> wordt voor het bevorder<strong>en</strong>van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> veelal gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bepaalde mix van publiek <strong>en</strong>privaat. Overig<strong>en</strong>s is ook de vraag hoe verantwoordelijkhed<strong>en</strong> <strong>over</strong> publiek <strong>en</strong>privaat word<strong>en</strong> verdeeld bij het bevorder<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>, voortdur<strong>en</strong>daan discussie onderhevig. Het is immers niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> technische, maar ooke<strong>en</strong> politieke vraag.10In feite gaat het hier voor de <strong>over</strong>heid om de twee strategische vrag<strong>en</strong> die elkeorganisatie zich periodiek moet stell<strong>en</strong>: stell<strong>en</strong> we ons de juiste tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan dekwaliteit van de taakrealisatie verbeterd word<strong>en</strong>? Beide vrag<strong>en</strong> zijn logischgezi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> andere orde. Is de eerste vraag naar bevind<strong>en</strong> opgelost, dan ishiermee nog niets gezegd <strong>over</strong> de tweede. Het gaat om verschill<strong>en</strong>de niveausvan strategisch handel<strong>en</strong>: taakstelling <strong>en</strong> taakorganisatie. Onderneming<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>zich voor vergelijkbare vrag<strong>en</strong> gesteld. Wanneer e<strong>en</strong> onderneming heeftbeslot<strong>en</strong> prioriteit te gev<strong>en</strong> aan bepaalde eindproduct<strong>en</strong>, is daarmee nog nietsgezegd <strong>over</strong> de vervolgvraag of zij de tuss<strong>en</strong>product<strong>en</strong> zelf maakt dan wel opde markt inkoopt. De vraag of de onderneming het gehele productieprocesorganiseert op basis van het principe van hiërarchie, het geheel zelf in beheernem<strong>en</strong> van de productie dan wel op basis van horizontale marktrelaties,via in- <strong>en</strong> uitbesteding, is voor haar e<strong>en</strong> zelfstandige vraag.In deze bundel staat niet de taakstelling van de <strong>over</strong>heid, maar de taakorganisatiec<strong>en</strong>traal. Het gaat hier niet primair om de vraag welke belang<strong>en</strong> als <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedefinieerd. Het gaat om de vraag hoe die <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong> het beste kunn<strong>en</strong> bevorderd: welke mix van <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong>activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> is daartoe het meest geëig<strong>en</strong>d?1.2 te onderscheid<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>siesIn de praktijk zull<strong>en</strong> beide vrag<strong>en</strong> vaak sam<strong>en</strong> aan de orde zijn <strong>en</strong>, op zijn minst,niet helder word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Zo is in de geschied<strong>en</strong>is van het Nederlandse<strong>over</strong>heidsbeleid de discussie <strong>over</strong> het sociaal-economisch <strong>en</strong> het sociaalcultureelbeleid steeds beheerst door twee typ<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>: wat zijn <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> impliceert het aanmerk<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> dat de realisatieervan ook zonder meer in het kader van de staatshiërarchie moet word<strong>en</strong>georganiseerd? Politieke cons<strong>en</strong>sus <strong>over</strong> de eerste vraag betek<strong>en</strong>de vanouds ge<strong>en</strong><strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming <strong>over</strong> de tweede vraag.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>In het kader van de financiële beheersing <strong>en</strong> herschikking van de collectievesector, zoals die vanaf het begin van de jar<strong>en</strong> tachtig hun beslag hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>,zijn beide typ<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere figuratie dan de gebruikelijke, weeractueel geword<strong>en</strong>. Ging het eerder vooral om e<strong>en</strong> uitbreiding van de <strong>publieke</strong>sector, vanaf 1980 vond e<strong>en</strong> herschikking plaats die vooral <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>t<strong>en</strong> goede kwam. Aanvankelijk lag het acc<strong>en</strong>t vooral op het afstot<strong>en</strong>van tak<strong>en</strong> in het kader van deregulering <strong>en</strong> bezuiniging. Wat eerder nog alspubliek belang was geduid, was dat voortaan niet meer. Geleidelijk aan kreeg hettweede spoor e<strong>en</strong> steeds zwaarder gewicht: bij het bevorder<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> steeds vaker <strong>private</strong> actor<strong>en</strong> ingeschakeld.Twee vorm<strong>en</strong> van verwarring di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zich hierbij aan. Het was t<strong>en</strong> eerste langniet altijd duidelijk wat de aard van de herschikking was: viel zij onder de eerstedan wel onder de tweede lijn <strong>en</strong> werd de erbij pass<strong>en</strong>de, verschill<strong>en</strong>de logicaconsequ<strong>en</strong>t toegepast? Modieuze, niet e<strong>en</strong>duidige aanduiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> motivering<strong>en</strong>als ‘verzelfstandiging’, ‘marktwerking’ <strong>en</strong> ‘privatisering’ verschaft<strong>en</strong> weinighelderheid. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd de vraag van de reorganisatie, als onderdeel van hetproces van financiële herschikking, veel minder dan voorhe<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> zuiverpolitieke, normatieve vraag geformuleerd, maar eerst <strong>en</strong> vooral geplaatst in hettek<strong>en</strong> van doeltreff<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> doelmatigheid: de mate waarin, extern, hetgestelde doel wordt bereikt <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de mate waarin dit doel wordt gerealiseerdteg<strong>en</strong> de geringste kost<strong>en</strong>, in term<strong>en</strong> van geld, tijd <strong>en</strong> bestuurslast<strong>en</strong>,anderzijds. Doordat het organisatievraagstuk sterk gerelateerd werd aan debeoogde reductie van kost<strong>en</strong>, ging<strong>en</strong> <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> van bedrijfseconomischerationaliteit steeds meer <strong>over</strong>heers<strong>en</strong>.11Waar voor e<strong>en</strong> onderneming met doeltreff<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> doelmatigheid de belangrijkstemaatstav<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> zijn, is het de vraag of de <strong>over</strong>heid zich hiertoe magbeperk<strong>en</strong> <strong>en</strong> of hiermee de eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit van de <strong>over</strong>heid voldo<strong>en</strong>de wordtgehonoreerd. De vraag is niet of de <strong>over</strong>heid aan beide maatstav<strong>en</strong> moet voldo<strong>en</strong>wanneer zij met <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> het algeme<strong>en</strong> belang behartigt, maar of hiermeekan word<strong>en</strong> volstaan <strong>en</strong> welke andere afweging<strong>en</strong> in het licht van <strong>over</strong>igecriteria moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt.Nu het eig<strong>en</strong> karakter van de <strong>over</strong>heid hiermee in het geding is gebracht, di<strong>en</strong>te<strong>en</strong> derde relevante dim<strong>en</strong>sie zich aan. Deze dim<strong>en</strong>sie is niet zozeer politieknormatiefals wel juridisch-normatief van aard <strong>en</strong> betreft de beginsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eis<strong>en</strong>van de democratische rechtsstaat als zodanig. Te noem<strong>en</strong> zijn de volg<strong>en</strong>de,algeme<strong>en</strong> aanvaarde normatieve uitgangspunt<strong>en</strong>:a het beginsel van rechtszekerheid, de <strong>over</strong>heidszorg voor e<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong>drechtssysteem dat de burgers vrijwaart van willekeurig <strong>over</strong>heidshandel<strong>en</strong>,eis<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>baarheid van de regels <strong>en</strong> het verbod op terugwerk<strong>en</strong>dekracht van regels;b het beginsel van rechtsgelijkheid dat verhindert dat voor bepaalde burgersuitzondering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt op niet aan het recht ontle<strong>en</strong>de grond<strong>en</strong>;


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>cdhet beginsel van democratische legitimatie, zowel democratische sturing alsverantwoording;t<strong>en</strong> slotte geldt het beginsel van de di<strong>en</strong><strong>en</strong>de <strong>over</strong>heid: de <strong>over</strong>heid is er t<strong>en</strong>di<strong>en</strong>ste van de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> mag ge<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> belang nastrev<strong>en</strong>. Dit beginselgeeft de eis<strong>en</strong> van doeltreff<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> doelmatigheid bij de besteding vanmiddel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voor de <strong>over</strong>heid specifieke legitimatie.De organisatievraag k<strong>en</strong>t voor de <strong>over</strong>heid dus e<strong>en</strong> geheel eig<strong>en</strong> rationaliteit,die maar t<strong>en</strong> dele kan word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> vanuit het oogpunt van doeltreff<strong>en</strong>dheid<strong>en</strong> doelmatigheid. Dit geldt te meer daar in het recht de eerste drie normatievebeginsel<strong>en</strong> zijn uitgewerkt in e<strong>en</strong> uitgebreid sam<strong>en</strong>stel van formeel-organisatorischevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die specifiek voor de <strong>over</strong>heid geld<strong>en</strong>. Ook hier bestaat hetrisico van e<strong>en</strong> logische verwarring: de confrontatie van de bedrijfseconomische<strong>en</strong> juridische optiek wordt soms zwaarder aangezet dan nodig is. In de juridischered<strong>en</strong>ering wordt dan onvoldo<strong>en</strong>de onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> de beginsel<strong>en</strong><strong>en</strong> de meer tijdsgebond<strong>en</strong> organisatorische uitwerking ervan, waardoor ook deuitwerking te gemakkelijk ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s als e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>de juridische noodzakelijkheidwordt gezi<strong>en</strong>.12Toch lijkt het onverstandig het organisatievraagstuk binn<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid alle<strong>en</strong>te zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> confrontatie tuss<strong>en</strong> (bedrijfs)economische <strong>en</strong> juridische rationaliteit.Ondanks alle verschill<strong>en</strong> gaan zowel het economisch als het juridisch red<strong>en</strong>eerpatroonuit van e<strong>en</strong> aantal specifieke aannames die leid<strong>en</strong> tot prescriptievestellingnam<strong>en</strong> inzake de gew<strong>en</strong>ste organisatie van de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> deeig<strong>en</strong> discipline lang niet altijd geverifieerd word<strong>en</strong>. Juist hier kan de eig<strong>en</strong>inbr<strong>en</strong>g van andere, empirisch gerichte wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van politiek <strong>en</strong> bestuurals vierde dim<strong>en</strong>sie niet gemist word<strong>en</strong>; zij bied<strong>en</strong> ervaringsk<strong>en</strong>nis die verheldertonder welke omstandighed<strong>en</strong> deze economische <strong>en</strong> juridische aannamesgeloofwaardig zijn. Hierin ligt de kracht van wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> als politicologie <strong>en</strong>bestuurskunde. M<strong>en</strong> d<strong>en</strong>ke aan vrag<strong>en</strong> als: binn<strong>en</strong> welke condities is de juridischeaanname reëel dat het m<strong>en</strong>selijk gedrag kan word<strong>en</strong> geregeld door e<strong>en</strong>regelpatroon <strong>en</strong> in hoeverre lat<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich steeds leid<strong>en</strong> door het strev<strong>en</strong>naar maximalisatie van het eig<strong>en</strong> behoeftepatroon?In de sfeer van de diagnose br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> deze empirische wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> factor<strong>en</strong>aan het licht die buit<strong>en</strong> het bereik van de economische <strong>en</strong> juridische theorie vall<strong>en</strong>,zoals feitelijke machts- <strong>en</strong> informatiepatron<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heidsorganisatie.In de sfeer van de remedie kan hun inbr<strong>en</strong>g verhinder<strong>en</strong> dat bijgeblek<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> steeds naar oplossing<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetzelfde d<strong>en</strong>kregimewordt gezocht, zonder dat de eraan voorafgaande vooronderstelling<strong>en</strong> ter discussieword<strong>en</strong> gesteld. Dit geldt met name wanneer de beoogde verbeteringvan <strong>publieke</strong> taakbehartiging, als hoofddoel, is gekoppeld aan het middel vanorganisatorische verandering<strong>en</strong>. Juist omdat in deze empirische wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>het feitelijk gedrag van organisaties c<strong>en</strong>traal staat, hebb<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> beter oogvoor andere aangrijpingspunt<strong>en</strong> (bijv. van culturele aard) om de kwaliteit van<strong>publieke</strong> taakbehartiging te verbeter<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>T<strong>en</strong> slotte is er e<strong>en</strong> vijfde dim<strong>en</strong>sie van deze thematiek, die veel mindergebond<strong>en</strong> is aan één wet<strong>en</strong>schappelijke discipline <strong>en</strong> die niet zozeer de <strong>over</strong>heidals zodanig, maar veeleer de algem<strong>en</strong>e context waarbinn<strong>en</strong> zij moet operer<strong>en</strong>,betreft. Het gaat dan om algem<strong>en</strong>e maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong>, die zich inde toekomst steeds sterker zull<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog onvoldo<strong>en</strong>de in de verschill<strong>en</strong>dewet<strong>en</strong>schappelijke theorieën zijn verdisconteerd. Zij betreff<strong>en</strong> zekerook de eerste vraag van de taakstelling <strong>en</strong> regarder<strong>en</strong> ook de organisatievraag:e<strong>en</strong> ander speelveld vraagt e<strong>en</strong> ander type spelers. Drie ontwikkeling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>met name word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd:1 waar de internationalisering van maatschappelijke activiteit<strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong>afkalving van het traditionele onderscheid tuss<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>lands <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landsbeleid <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> zekere verwev<strong>en</strong>heid van de nationale <strong>en</strong> internationalerechtsorde, is de vraag hoe de <strong>over</strong>heid haar traditionele binn<strong>en</strong>landse tak<strong>en</strong>wil organiser<strong>en</strong>, zo niet formeel dan toch feitelijk, niet meer geheel e<strong>en</strong> zaakvan nationale beleidsautonomie;2 de verhoogde k<strong>en</strong>nisint<strong>en</strong>siviteit van de sam<strong>en</strong>leving leidt tot e<strong>en</strong> professionaliseringvan <strong>private</strong> <strong>en</strong> <strong>publieke</strong> organisaties <strong>en</strong> verandert de feitelijkezeggingsmacht binn<strong>en</strong> deze instelling<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>d;3 de revolutionaire ontwikkeling<strong>en</strong> van de informatie- <strong>en</strong> communicatietechnologie(ict) mak<strong>en</strong> bestaande aannames <strong>over</strong> kwantiteit, kwaliteit <strong>en</strong> dewijze van verdeling van informatie, die aan de bestaande organisatiemodell<strong>en</strong>t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>, obsoleet <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> variëteit aan nieuweorganisatiemodell<strong>en</strong> creër<strong>en</strong>.131.3 e<strong>en</strong> wrr-activiteitOver de inschakeling van <strong>private</strong> actor<strong>en</strong> bij <strong>publieke</strong> taakbehartiging is delaatste jar<strong>en</strong> veel geschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> het beleid verkeert al in hoge mate in de fase vanoperationele uitwerking. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geldt zowel voor de vraag van de taakstellingals voor de vraag van de taakorganisatie dat de uiteindelijke keuze e<strong>en</strong>zaak is van politieke afweging. Er zijn ev<strong>en</strong>wel goede red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de wrr omzich op dit mom<strong>en</strong>t met het onderwerp van <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>bezig te houd<strong>en</strong>. Het wrr-project Publieke <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>is in het voorjaar van 1998 gestart. Bij dit project gaat het om meer danhet opmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>tijdse balans van het lop<strong>en</strong>de beleid of het inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>van succes- <strong>en</strong> faalfactor<strong>en</strong>.De echte lacune in de beleidsvorming betreft niet zozeer de plausibiliteit van deverandering<strong>en</strong> in de afzonderlijke sector<strong>en</strong>, maar doet zich voor op e<strong>en</strong> meerfundam<strong>en</strong>teel niveau, waarbij de hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sies in sam<strong>en</strong>hangword<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong>. Deze sam<strong>en</strong>hang wordt in het beleid nog onvoldo<strong>en</strong>de onderk<strong>en</strong>d,waardoor de optiek van waaruit diagnose <strong>en</strong> remedie word<strong>en</strong> gesteld,te situationeel bepaald is <strong>en</strong> te weinig sector<strong>over</strong>stijg<strong>en</strong>d. Met name schort het ophet niveau van het algem<strong>en</strong>e regeringsbeleid aan e<strong>en</strong> goede ord<strong>en</strong>ing van <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>die beeldvorming, probleemstelling <strong>en</strong> probleemoplossing bepal<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>E<strong>en</strong> dergelijke ord<strong>en</strong>ing kan verzeker<strong>en</strong> dat datg<strong>en</strong>e wat het zwaarst moetword<strong>en</strong> gewog<strong>en</strong>, ook het verdi<strong>en</strong>de gewicht krijgt. Het huidige, verbrokkeldebeleidsproces heeft het risico dat met name <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> mindere matevan maatschappelijke pleitbezorging k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, buit<strong>en</strong> beeld blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hetbeleid zich wat e<strong>en</strong>zijdig fixeert op <strong>en</strong>kele desiderata.Juist op de ord<strong>en</strong>ing van relevante <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> meer algeme<strong>en</strong> niveauricht de wrr zijn specifieke bijdrage; zo’n multisectorale <strong>en</strong> multidim<strong>en</strong>sionaleb<strong>en</strong>adering van de thematiek correspondeert ook met de taakstelling van de raad.Bij dit onderwerp valt e<strong>en</strong> groot aantal relevante invalshoek<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met wet<strong>en</strong>schappelijkedisciplines, die vervolg<strong>en</strong>s met elkaar in verband word<strong>en</strong> gebracht.E<strong>en</strong> dergelijke ord<strong>en</strong>ing kan nader word<strong>en</strong> gedefinieerd als e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>dred<strong>en</strong>eerpatroon dat de besluitvorming eerder conditioneert dan dicteert. Zij richtzich meer op de kwaliteit van de besluitvorming dan op de uitkomst<strong>en</strong> ervan.Aldus blijft er ruimte voor e<strong>en</strong> variëteit aan mogelijke oplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt hetpolitiek-normatieve karakter van de uiteindelijke besluitvorming erk<strong>en</strong>d.14De opstelling van dit red<strong>en</strong>eerpatroon bevat zowel e<strong>en</strong> normatief als e<strong>en</strong>empirisch elem<strong>en</strong>t. Enerzijds gaat het om de keuze van relevante beginsel<strong>en</strong>,anderzijds om de verificatie van empirische aannames die de uitwerking van dezebeginsel<strong>en</strong> in concrete organisatiemodell<strong>en</strong> schrag<strong>en</strong>. Zijn de gedane aannamesreëel <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> zij ook <strong>over</strong>eind in e<strong>en</strong> meer toekomst gerichte b<strong>en</strong>adering?In het wrr-project is als eerste stap e<strong>en</strong> beoordelingskader voor de verschill<strong>en</strong>devorm<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> taakbehartiging ontwikkeld. De kern hiervan luidt datiedere vorm van <strong>publieke</strong> taakbehartiging, hetzij binn<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heidsorganisatie,hetzij met inschakeling van <strong>private</strong> actor<strong>en</strong>, moet voldo<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> vijftal ijkpunt<strong>en</strong>van goed bestuur, te wet<strong>en</strong> rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, democratischelegitimatie, doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid. Ook is het object vanonderzoek verder afgebak<strong>en</strong>d. Het project beperkt zich tot de meer structurele,blijv<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van publiek-<strong>private</strong> sam<strong>en</strong>werking, omdat hier de fundam<strong>en</strong>teleaspect<strong>en</strong> van deze thematiek het meest promin<strong>en</strong>t naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.Vervolg<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong> drietal typ<strong>en</strong> studie uitgezet:• wet<strong>en</strong>schappelijke disciplinaire studies die met name de theoretische bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong>voor het red<strong>en</strong>eerpatroon moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>: welke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> biedt debetreff<strong>en</strong>de wet<strong>en</strong>schap voor de keuze van de verschill<strong>en</strong>de organisatievorm<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de relevantie <strong>en</strong> uitwerking van de g<strong>en</strong>oemde vijf ijkpunt<strong>en</strong>van goed bestuur?• verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de studies van bredere bestuurlijke <strong>en</strong> maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong>,toegespitst op <strong>en</strong>kele onderwerp<strong>en</strong>, zoals het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d belang vande Europese rechtsorde <strong>en</strong> de informatie- <strong>en</strong> communicatietechnologie;• sectorstudies, die praktijkervaring<strong>en</strong> analyser<strong>en</strong> <strong>en</strong> (rec<strong>en</strong>te) voorstell<strong>en</strong> totreorganisatie onderzoek<strong>en</strong>. In deze studies wordt de in het feitelijke <strong>over</strong>heidsbeleidgebezigde red<strong>en</strong>ering beoordeeld op basis van de vijf ijkpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong>wordt e<strong>en</strong> mogelijke alternatieve red<strong>en</strong>ering ontwikkeld.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Begin februari 1999 zijn in e<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> confer<strong>en</strong>tie de bevinding<strong>en</strong> van deverschill<strong>en</strong>de studies met elkaar geconfronteerd, is e<strong>en</strong> eerste algem<strong>en</strong>e balansopgemaakt <strong>en</strong> is de fase van informatievergaring van het project afgerond.De raad acht <strong>en</strong>kele van de verrichte studies van zodanige kwaliteit <strong>en</strong> relevantiedat hij heeft beslot<strong>en</strong> om deze, vóór het uitbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> rapport van de raad<strong>over</strong> de onderhavige thematiek, in deze voorstudie te publicer<strong>en</strong>.1.4 deze bundelDe voorligg<strong>en</strong>de bundel is ingedeeld naar de hierbov<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> typ<strong>en</strong>studie.Wet<strong>en</strong>schappelijke disciplinaire studiesIn de bijdrag<strong>en</strong> van Bov<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> Teulings <strong>en</strong> van Bov<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Scheltema wordtnagegaan hoe in de economische theorie <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het geld<strong>en</strong>d (staats)rechtanderzijds de vijf ijkpunt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat hierbij het achterligg<strong>en</strong>dered<strong>en</strong>eerpatroon is. Wat betek<strong>en</strong>t dit voor de keuze van bepaalde organisatievorm<strong>en</strong><strong>en</strong> welke andere specifieke factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> condities spel<strong>en</strong> voor deze keuze inde betreff<strong>en</strong>de theorie verder e<strong>en</strong> rol? De eig<strong>en</strong> aard van de economische theorie<strong>en</strong> het rechtstatelijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> leidt ertoe dat de studies anders zijn opgezet.15De economische theorie richt zich primair op het feitelijk gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong>organisaties. Voordat de keuzevrag<strong>en</strong> zelf aan de orde zijn, gaan Bov<strong>en</strong>berg <strong>en</strong>Teulings eerst in op de c<strong>en</strong>trale economische mechanism<strong>en</strong> die het gedrag vande verschill<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> coördiner<strong>en</strong>, <strong>en</strong> op de meest doorslaggev<strong>en</strong>defactor<strong>en</strong> die het succes <strong>en</strong> fal<strong>en</strong> van deze mechanism<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>swordt op basis van de meest belangrijk geachte factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal refer<strong>en</strong>tiekadersontwikkeld aan de hand waarvan de keuze voor e<strong>en</strong> organisatievorm ine<strong>en</strong> specifieke situatie kan word<strong>en</strong> bepaald. E<strong>en</strong> aantal van deze factor<strong>en</strong> ligt ine<strong>en</strong> studie als de onderhavige voor de hand, zoals de pot<strong>en</strong>tiële concurr<strong>en</strong>tietuss<strong>en</strong> particuliere uitvoerders, de informatiepatron<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kwaliteit van deinformatie, alsmede de risicoaversiteit van partij<strong>en</strong>. Hiernaast wordt aandachtbesteed aan andere, relatief nieuwe, factor<strong>en</strong>, zoals het reputatiemechanisme.Deze besliskaders word<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s toegepast op e<strong>en</strong> aantal concrete beleidsveld<strong>en</strong>.Op grond hiervan concluder<strong>en</strong> de auteurs dat de economische wet<strong>en</strong>schapge<strong>en</strong> planmatige <strong>en</strong> deterministische theorie kan <strong>en</strong> wil gev<strong>en</strong>: gegev<strong>en</strong> de complexiteit<strong>en</strong> onzekerheid geleidt de theorie de beslissing, zij geeft e<strong>en</strong> richting aan.Deze op<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering, die ook ruimte biedt aan <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> die niet directdoor de economische theorie word<strong>en</strong> bestrek<strong>en</strong>, maakt de studie extra waardevol.De studie van Bov<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Scheltema gaat in eerste instantie uit van het geld<strong>en</strong>dNederlands (staats)recht <strong>en</strong> de plaats van de vijf ijkpunt<strong>en</strong> van goed bestuurdaarbinn<strong>en</strong>. Zij analyseert de uitwerking van de juridische waard<strong>en</strong> in het recht.De studie richt zich niet alle<strong>en</strong> op de juridische voorschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> beginsel<strong>en</strong> <strong>en</strong>is derhalve niet alle<strong>en</strong> van normatieve aard. Zij analyseert ook de achterligg<strong>en</strong>de


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>beleidstheorie die veelal aannames van verondersteld gedrag van organisatiesbevat. Meer dan in juridische beschouwing<strong>en</strong> gebruikelijk, word<strong>en</strong> deze aannamesgeëxpliciteerd <strong>en</strong> op hun realiteitsgehalte getoetst. Zo ontstaat ruimtevoor nieuwe inzicht<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de relatie tuss<strong>en</strong> juridische beginsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> hunorganisatorische uitwerking <strong>en</strong> blijkt de vanzelfsprek<strong>en</strong>dheid tuss<strong>en</strong> bepaaldebeginsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van organisatorische uitwerking minder e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d<strong>en</strong>oodzaak te zijn dan veelal wordt verondersteld.Juist wanneer m<strong>en</strong> ‘door de woord<strong>en</strong> he<strong>en</strong>kijkt’ <strong>en</strong> abstraheert van de taal dievoorvloeit uit de eig<strong>en</strong> aard van de economische <strong>en</strong> de juridische discipline,dan blijkt er sprake te zijn van meer converg<strong>en</strong>tie in de uitkomst<strong>en</strong> van beideb<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> dan veelal wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Op de meest wez<strong>en</strong>lijke punt<strong>en</strong>,zoals de noodzaak van disciplinering <strong>en</strong> verantwoording van machtsuitoef<strong>en</strong>ing,kom<strong>en</strong> beide studies tot globaal dezelfde conclusies. Hoezeer de onderbouwing<strong>en</strong> onderlinge weging van de vijf ijkpunt<strong>en</strong> in de studies ook mog<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>,belangrijker is dat in beide optiek<strong>en</strong> deze ijkpunt<strong>en</strong>, zeker op het niveau vanglobale beginsel<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> duidelijke kaderstell<strong>en</strong>de functie hebb<strong>en</strong>.16Verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de studiesDe twee volg<strong>en</strong>de studies, van de hand van respectievelijk De Zwaan <strong>en</strong>Hoefnagel, betreff<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> in de context die zich in de toekomst waarschijnlijksteeds sterker zull<strong>en</strong> do<strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>: de internationalisering van hetmaatschappelijk verkeer, toegespitst op het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d belang van de Europeserechtsorde voor de organisatie van het binn<strong>en</strong>lands beleid <strong>en</strong> het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>dbelang van de informatie- <strong>en</strong> communicatietechnologie. Waar deze studiesvooral in de toekomst te verwacht<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong>sterk verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d karakter. Duidelijk wordt dat deze toekomstige ontwikkeling<strong>en</strong>aangrijp<strong>en</strong> op factor<strong>en</strong> die blijk<strong>en</strong>s de twee eerste studies cruciaal zijn in deargum<strong>en</strong>tatie voor de te kiez<strong>en</strong> organisatievorm. Te noem<strong>en</strong> zijn de relatietuss<strong>en</strong> de Europese marktord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme <strong>en</strong> debeschikbaarheid, de verdeling <strong>en</strong> de kwaliteit van de informatie als nieuwebepal<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> voor feitelijke vorm<strong>en</strong> van zegg<strong>en</strong>schap, die om nieuwemodell<strong>en</strong> van organisatie <strong>en</strong> sturing vrag<strong>en</strong>.SectorstudiesDe twee laatste studies richt<strong>en</strong> zich op sector<strong>en</strong> waarin zich de laatste jar<strong>en</strong> vrijrevolutionaire ontwikkeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voorgedaan in de organisatie van de<strong>publieke</strong>-taakbehartiging, te wet<strong>en</strong> de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>. In hunanalyse van het beleidsveld als geheel kom<strong>en</strong> T<strong>en</strong> Heuvelhof <strong>en</strong> Van Twist tote<strong>en</strong> conclusie die, zij het implicieter, ook in de voorafgaande studies naar vor<strong>en</strong>kwam: er is ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige keuze tuss<strong>en</strong> ‘goede’ <strong>en</strong> ‘slechte’ oplossing<strong>en</strong>.Niet alle<strong>en</strong> de complexiteit <strong>en</strong> de onzekerheid <strong>over</strong> de context, maar vooral ookde aanwezigheid van meerdere, t<strong>en</strong> dele met elkaar conflicter<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong>waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>, leid<strong>en</strong> ertoe dat iedere paradigmatische veranderingeig<strong>en</strong> spanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> dilemma’s oproept. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> paradigmatischeverandering<strong>en</strong> slecht in term<strong>en</strong> van ‘meer of minder kunn<strong>en</strong>’ word<strong>en</strong> geduid.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Het gaat veel meer om kwalitatieve verandering<strong>en</strong> in de positie van actor<strong>en</strong>,zoals de <strong>over</strong>heid, <strong>en</strong> om kwalitatieve verandering<strong>en</strong> in de werking van instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,zoals regelgeving.Van Enckevort analyseert t<strong>en</strong> slotte het beleidsproces op één onderdeel van ditbeleidsveld, het spoorvervoer. Zij concludeert dat het beleid hier de ijkpunt<strong>en</strong>van maatschappelijke doeltreff<strong>en</strong>dheid, effici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> democratische legitimatieonvoldo<strong>en</strong>de honoreert. Gegev<strong>en</strong> de gestelde <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> heeft de <strong>over</strong>heidzich onvoldo<strong>en</strong>de gerealiseerd welke invloed zij moest behoud<strong>en</strong> om dezebelang<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>. Ook is te weinig rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met deincongru<strong>en</strong>tie van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> als leefbaarheid met de bedrijfseconomischebelang<strong>en</strong> van de uitvoer<strong>en</strong>de instelling. Deze studie maakt aannemelijk dathet refer<strong>en</strong>tiekader van de vijf ijkpunt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede methode kan bied<strong>en</strong> om hetbeleid in e<strong>en</strong> concrete sector te analyser<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> om tot alternatiev<strong>en</strong>te kom<strong>en</strong>. Duidelijk wordt hoe in e<strong>en</strong> sector de oorspronkelijke ratio van dereorganisatie, e<strong>en</strong> betere <strong>publieke</strong> taakbehartiging, in de loop van het procesdoor <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> van andere orde wordt verdrong<strong>en</strong>.17


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>not<strong>en</strong>1 Mr.dr. F.J.P.M. Hoefnagel is stafmedewerker van de Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor hetRegeringsbeleid.18


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>2 op zoek naar de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de staat:<strong>publieke</strong> verantwoordelijkheid tuss<strong>en</strong>contract <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsrechtA.L. Bov<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> C.N. Teulings 12.1 uitgangspunt<strong>en</strong> van de analyse2.1.1 probleemstellingDe collectieve sector is sinds de Tweede Wereldoorlog gegroeid t<strong>en</strong> opzichte vande marktsector. Die groei is niet zonder problem<strong>en</strong> geblev<strong>en</strong>. Het steeds omvangrijker<strong>publieke</strong> apparaat ontpopte zich als e<strong>en</strong> moeilijk stuurbare moloch. Er werd<strong>en</strong>steeds nadrukkelijker vrag<strong>en</strong> gesteld bij het maatschappelijke nut van al die<strong>publieke</strong> dad<strong>en</strong>drang. Sinds 1980 is de groei van de collectieve sector aan band<strong>en</strong>gelegd, met name door e<strong>en</strong> strikt begrotingsbeleid. In sommige sector<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> degr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de bezuiniging<strong>en</strong> in zicht omdat het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau dreigt teword<strong>en</strong> aangetast. Naarmate de mogelijkhed<strong>en</strong> voor bezuiniging<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>,begint de vraag naar e<strong>en</strong> effectieve <strong>en</strong> controleerbare organisatie van het <strong>over</strong>heidsapparaatmeer te klemm<strong>en</strong>. Dit geldt met name voor die sector<strong>en</strong> waarin <strong>publieke</strong>betrokk<strong>en</strong>heid onontkoombaar is. Bestaan er ge<strong>en</strong> andere middel<strong>en</strong> om het apparaatte stur<strong>en</strong> in de maatschappelijk gew<strong>en</strong>ste richting dan bezuiniging<strong>en</strong> waarvanhet voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau het slachtoffer dreigt te word<strong>en</strong>? In dit kader wordtsteeds meer geëxperim<strong>en</strong>teerd met vorm<strong>en</strong> van marktwerking binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan derand<strong>en</strong> van het <strong>over</strong>heidsapparaat. Waar vroeger budgetmechanisme <strong>en</strong> uitvoeringsmonopolieregel war<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de collectieve sector, zijn de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> talvan meer marktgeoriënteerde organisaties ontstaan. Ook deze innovaties k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>echter hun problem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> meer fundam<strong>en</strong>tele reflectie is daarom gew<strong>en</strong>st: watkan, mag, moet of zal juist niet in <strong>publieke</strong> hand<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke tak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> uitbesteed aan de particuliere sector? Het WRR-project Publieke <strong>en</strong> PrivateVerantwoordelijkhed<strong>en</strong> (ppv) beoogt deze vraag te beantwoord<strong>en</strong>. Daarbij word<strong>en</strong>verschill<strong>en</strong>de organisatieprincipes getoetst aan e<strong>en</strong> vijftal criteria: 2• doeltreff<strong>en</strong>dheid;• doel matigheid;• rechtsgelijkheid;• rechtszekerheid;• democratisch legitimatie.19In deze studie prober<strong>en</strong> wij aan de hand van de economische theorie helderheidte schepp<strong>en</strong> in de afweging tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de organisatieprincipes.Hierbij komt e<strong>en</strong> drietal vrag<strong>en</strong> aan de orde:1 Welke theoretische mechanism<strong>en</strong> zijn van belang voor de beoordeling van devoor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van de diverse organisatieprincipes?2 Onder welke omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> condities verdi<strong>en</strong>t ieder van deze organisatiewijz<strong>en</strong>de voorkeur?3 Welke sturingsmechanism<strong>en</strong> heeft de politiek ter beschikking in ieder vandeze organisatiewijz<strong>en</strong>?


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Het zal blijk<strong>en</strong> dat deze vrag<strong>en</strong> zich niet e<strong>en</strong>voudig lat<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>.We bevind<strong>en</strong> ons hier op e<strong>en</strong> terrein dat binn<strong>en</strong> de economische wet<strong>en</strong>schapnog sterk in ontwikkeling is <strong>en</strong> bijgevolg goeddeels ligt in het terra incognita.Simpele theoretische noties bied<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>de verklaring voor hetgebruik van organisatieprincipes. Pas wanneer meerdere complicaties tegelijkertijdin de beschouwing word<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>, ontstaat e<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>d kader voorde beantwoording van de drie bov<strong>en</strong>staande vrag<strong>en</strong>.Wij beginn<strong>en</strong> onze analyse met de uite<strong>en</strong>zetting van e<strong>en</strong> aantal uitgangspunt<strong>en</strong>,<strong>over</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> markt <strong>en</strong> hiërarchie (par. 2.1.2) <strong>en</strong> <strong>over</strong> de verhoudingtuss<strong>en</strong> markt, politiek <strong>en</strong> recht (par. 2.1.3). Het doel van deze uite<strong>en</strong>zetting is delezer e<strong>en</strong> eerste indruk te gev<strong>en</strong> van het bereik van onze analyse, zonder dat weieder begrip nauwkeurig definiër<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> in paragraaf 2.2 de voornaamstetheorieën <strong>en</strong> de daarvoor relevante begripp<strong>en</strong> meer in detail uitgewerkt.In paragraaf 2.3 wordt dit theoretisch kader toegepast op de vraag welke beslissing<strong>en</strong>de <strong>over</strong>heid kan <strong>over</strong>lat<strong>en</strong> aan de particuliere sector. Paragraaf 2.4 geeft e<strong>en</strong>typologie van omstandighed<strong>en</strong> waaronder specifieke organisatiewijz<strong>en</strong> prevaler<strong>en</strong>;ook word<strong>en</strong> hier de sturingsmogelijkhed<strong>en</strong> van de politiek geïnv<strong>en</strong>tariseerd.202.1.2 uitgangspunt<strong>en</strong>: markt <strong>en</strong> hiërarchieHiërarchie <strong>en</strong> markt: CoaseSmith’s onzichtbare hand is e<strong>en</strong> prachtige metafoor voor de belangrijkste kwaliteitvan het marktmechanisme: de doelmatigheid. De welvaartstheorie heeft inde loop van deze eeuw preciezer geformuleerd aan welke voorwaard<strong>en</strong> moetzijn voldaan, wil de markt leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> doelmatig resultaat. Deze randvoorwaard<strong>en</strong>(zoals volledige informatie, perfecte deelbaarheid van goeder<strong>en</strong>,volledige concurr<strong>en</strong>tie, goed gedefinieerde eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>, <strong>en</strong> afdwingbarecontract<strong>en</strong>) implicer<strong>en</strong> dat transactiekost<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>. In de praktijk wordtechter nooit aan deze randvoorwaard<strong>en</strong> voor kosteloze markttransacties voldaan.Dit impliceert dat andere organisatievorm<strong>en</strong> dan de markt efficiënterzoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn wanneer deze vorm<strong>en</strong> minder transactiekost<strong>en</strong> met zichmeebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Wie om zich he<strong>en</strong> kijkt, ziet inderdaad tal van grote onderneming<strong>en</strong>functioner<strong>en</strong>, waarbinn<strong>en</strong> de allocatie van productiemiddel<strong>en</strong> vooral ophiërarchische wijze georganiseerd is. Deze onderneming<strong>en</strong> <strong>over</strong>lev<strong>en</strong> in deconcurr<strong>en</strong>tiestrijd. Blijkbaar is hun keuze voor e<strong>en</strong> hiërarchische in plaats vane<strong>en</strong> marktconforme organisatie van de productie dus redelijk efficiënt.Vanuit deze gedachte formuleerde Coase (1937) zijn befaamde theorie <strong>over</strong> degr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de onderneming: e<strong>en</strong> onderneming kiest ervoor om bepaaldetuss<strong>en</strong>product<strong>en</strong> zelf te mak<strong>en</strong> dan wel op de markt in te kop<strong>en</strong> afhankelijk vande vraag wat goedkoper is. De keuze tuss<strong>en</strong> markt <strong>en</strong> hiërarchie is dus e<strong>en</strong>kwestie van kost<strong>en</strong>calculatie. Ook de <strong>over</strong>heid heeft te mak<strong>en</strong> met dergelijkekost<strong>en</strong>afweging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> markt <strong>en</strong> hiërarchie. In het geval van de <strong>over</strong>heid gaathet hierbij vaak om de relatieve kost<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> voortbr<strong>en</strong>ging.De keuze waarvoor de <strong>over</strong>heid hierbij staat, is dan ook niet zozeer e<strong>en</strong> kwestievan diepgrav<strong>en</strong>de principes maar eerder e<strong>en</strong> van kost<strong>en</strong>calculatie.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>De vloei<strong>en</strong>de <strong>over</strong>gang tuss<strong>en</strong> hiërarchie <strong>en</strong> marktIn de praktijk is de scheiding tuss<strong>en</strong> hiërarchie <strong>en</strong> markt minder scherp dan vaakwordt gedacht. Het volg<strong>en</strong>de rijtje illustreert dit:• het afdelingshoofd geeft de secretaresse opdracht het stuk te kopiër<strong>en</strong>;• de interne automatiseringsafdeling levert teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vaste verrek<strong>en</strong>prijs di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>aan werkmaatschappij<strong>en</strong>;• de chef van de werkmaatschappij bepleit het recht om extern computerdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>te mog<strong>en</strong> inkop<strong>en</strong> omdat dit goedkoper is; de c<strong>en</strong>trale rek<strong>en</strong>e<strong>en</strong>heidantwoordt dat zij binn<strong>en</strong>kort belangrijk lagere tariev<strong>en</strong> zal kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>weg<strong>en</strong>s effici<strong>en</strong>cyverbetering;• de directeur van de werkmaatschappij wordt ontslag<strong>en</strong> door de concerndirectievanwege ernstige verliez<strong>en</strong>;• de jaarlijkse vergadering van de directeur van de werkmaatschappij met deconcerndirectie gaat niet door; de resultat<strong>en</strong> van de werkmaatschappij zijnimmers uitstek<strong>en</strong>d;• de raad van bestuur pres<strong>en</strong>teert goede winstcijfers op de aandeelhoudersvergadering;• beurshandel drijft de koers van het aandeel op na e<strong>en</strong> persconfer<strong>en</strong>tie waaruitstek<strong>en</strong>de winstcijfers word<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd;• de consum<strong>en</strong>t koopt e<strong>en</strong> brood bij de bakker.21Het eerste voorbeeld is e<strong>en</strong> puur hiërarchische relatie, het laatste e<strong>en</strong> puremarktrelatie. Alle tuss<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geleidelijke <strong>over</strong>gangzi<strong>en</strong> van hiërarchische relaties naar marktrelaties. De meeste organisatievorm<strong>en</strong>k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> combinatie van markt- <strong>en</strong> hiërarchische elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarbij de sterkepunt<strong>en</strong> van beide besturingssystem<strong>en</strong> zoveel mogelijk word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut. Dit geldtzowel voor de <strong>over</strong>heid als voor het particuliere bedrijfslev<strong>en</strong>. Zo bestaat tuss<strong>en</strong>e<strong>en</strong> school <strong>en</strong> het ministerie van Onderwijs e<strong>en</strong> hiërarchische én e<strong>en</strong> marktrelatie.Het ministerie is berucht om het woud van voorschrift<strong>en</strong> waaraanschol<strong>en</strong> zich hebb<strong>en</strong> te conformer<strong>en</strong>. Tegelijkertijd word<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> echtergefinancierd op basis van leerling<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong>. De school die onvoldo<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong>weet aan te trekk<strong>en</strong>, krijgt minder geld, moet dus onderwijzers ontslaan<strong>en</strong> wordt vroeg of laat met opheffing bedreigd. Daarom organiser<strong>en</strong> schol<strong>en</strong>rond april op<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> met koffie <strong>en</strong> gebak om nieuwe leerling<strong>en</strong> te werv<strong>en</strong>.Het onderscheid tuss<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> voortbr<strong>en</strong>ging is dus vloei<strong>en</strong>derdan het dichotome d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> markt <strong>en</strong> hiërarchie suggereert. De <strong>publieke</strong>voortbr<strong>en</strong>ging maakt gebruik van vele marktelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Private voortbr<strong>en</strong>ging,waarin vele hiërarchische elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn te vind<strong>en</strong>, wordt mede door <strong>publieke</strong>randvoorwaard<strong>en</strong> beperkt.Bureaucratie <strong>en</strong> economische theorieDe vaagheid van de scheidslijn tuss<strong>en</strong> markt <strong>en</strong> hiërarchie heeft zich de afgelop<strong>en</strong>twintig jaar geleidelijk vertaald in de economische theorie van bureaucratieën,waarbij het gedrag van individu<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> organisaties wordt beschrev<strong>en</strong> ope<strong>en</strong> manier die vergelijkbaar is met de wijze waarop ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (burgers of


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>organisaties) zich op e<strong>en</strong> markt gedrag<strong>en</strong>: zij strev<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> belang na,hanter<strong>en</strong> daarbij doelbewuste strategieën <strong>en</strong> spann<strong>en</strong> zich in voor die onderwerp<strong>en</strong>in die mate dat zij voor die inspanning<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beloond, net zoals ope<strong>en</strong> markt. De ontwikkeling van deze theorie is mede geïnspireerd doordat hetmoeilijk bleek grote bureaucratieën (zowel binn<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> als bij de<strong>over</strong>heid) effectief te bestur<strong>en</strong>. Het bestuur van e<strong>en</strong> bureaucratie blijkt onvoldo<strong>en</strong>degeïnformeerd om tot de juiste beslissing<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kanhet hogere managem<strong>en</strong>t in e<strong>en</strong> bureaucratie de neiging niet onderdrukk<strong>en</strong> om– vaak t<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> bat<strong>en</strong> – te interv<strong>en</strong>iër<strong>en</strong> in de beslissing<strong>en</strong> van lager managem<strong>en</strong>t.Dit ondermijnt de prikkels voor efficiënte beslissing<strong>en</strong> op lager niveau(het hold-upprobleem) <strong>en</strong> leidt tot allerlei activiteit<strong>en</strong> bedoeld om de beslissing<strong>en</strong>op hoger niveau te beïnvloed<strong>en</strong> (influ<strong>en</strong>ce costs <strong>en</strong> r<strong>en</strong>tseeking).Marktfal<strong>en</strong> <strong>en</strong> het fal<strong>en</strong> van de hiërarchieMarkt<strong>en</strong> zijn alle<strong>en</strong> maximaal efficiënt als aan de door de welvaartstheoriegeformuleerde voorwaard<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de informatie, deelbaarheid, concurr<strong>en</strong>tie,eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> contract<strong>en</strong> is voldaan. In veel analyses is het dan vaak metgrote slag<strong>en</strong> snel thuis:22markt<strong>en</strong> zijn alle<strong>en</strong> efficiënt als aan die voorwaard<strong>en</strong> is voldaan; aan die voorwaard<strong>en</strong> is (bijna)nooit voldaan; dus is er sprake van marktfal<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee hebb<strong>en</strong> alle economische argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>over</strong> de effectiviteit van markt<strong>en</strong> afgedaan; vooral aan de veronderstelling van volledige informatieis bijna nooit voldaan; naarmate dat meer het geval is zijn hiërarchieën efficiënter dan markt<strong>en</strong>.De nieuwe economische theorie van bureaucratieën haalt bov<strong>en</strong>staande red<strong>en</strong>eringonderuit. E<strong>en</strong> bureaucratie werkt alle<strong>en</strong> soepel als alle informatie transparantis <strong>en</strong> wanneer het bestuur zich geloofwaardig kan bind<strong>en</strong> aan gedane beloft<strong>en</strong>.Dit zijn precies de voorwaard<strong>en</strong> waaronder ook de welvaartstheorie dedoelmatigheid van het marktmechanisme belooft. Deze voorwaard<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong>ideale organisatie zonder transactiekost<strong>en</strong> help<strong>en</strong> dus weinig om te discriminer<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> markt <strong>en</strong> hiërarchie. 3 Om te kunn<strong>en</strong> discriminer<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> beidearchetyp<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> nagegaan hoe markt <strong>en</strong> hiërarchie de transactiekost<strong>en</strong>beperk<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met gebrekkige informatie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gebrek aan geloofwaardigebeloft<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nuttige theorie moet dus niet zozeer lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat marktof hiërarchie onder specifieke omstandighed<strong>en</strong> niet maximaal doelmatig zijnmaar eerder onder welke omstandighed<strong>en</strong> welke organisatiewijze het minstinefficiënt is, door onvermijdelijke transactiekost<strong>en</strong> zo laag mogelijk te houd<strong>en</strong>.Zoals in paragraaf 2.2 zal blijk<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> dergelijke vergelijking alles behalve e<strong>en</strong>voudig.E<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>de theorie voor de relatieve efficiëntie van beide organisatiewijz<strong>en</strong>ontstaat pas op het kruispunt van e<strong>en</strong> aantal complicaties.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>2.1.3 uitgangspunt<strong>en</strong>: markt, politiek <strong>en</strong> rechtHerverdeling <strong>en</strong> marktIn subparagraaf 2.1.2 hebb<strong>en</strong> wij ons vooral bezig gehoud<strong>en</strong> met doelmatigheid,niet met rechtvaardigheid. De welvaartstheorie laat zi<strong>en</strong> dat markt<strong>en</strong> onderbepaalde voorwaard<strong>en</strong> doelmatig zijn (niemand kan bevoordeeld word<strong>en</strong> zonderiemand anders te b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>), maar niet dat markt<strong>en</strong> in rechtvaardige uitkomst<strong>en</strong>resulter<strong>en</strong> (iemand kan beter af word<strong>en</strong> als we bereid zijn iemand anders teb<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>). Doelmatigheid zegt iets <strong>over</strong> de effectiviteit van de voortbr<strong>en</strong>gingvan de welvaart, maar niets <strong>over</strong> de verdeling ervan. Veel <strong>over</strong>heidsingrijp<strong>en</strong>vloeit voort uit de politieke behoefte om welvaart anders dan conform de marktuitkomstte verdel<strong>en</strong>. Bij de keuze tuss<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> voortbr<strong>en</strong>gingspeelt de politieke vraag naar herverdeling van welvaart e<strong>en</strong> belangrijke rol,omdat herverdeling per definitie ingrijp<strong>en</strong> in het marktmechanisme vereist.Dat ingrijp<strong>en</strong> in het marktmechanisme kan vervolg<strong>en</strong>s op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong>.Vaak kunn<strong>en</strong> allerlei deeltak<strong>en</strong> in het herverdelingsproces opnieuw marktconformword<strong>en</strong> georganiseerd; d<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan de discussie <strong>over</strong> de uitbestedingvan de uitvoering van de Bijstandswet aan <strong>private</strong> partij<strong>en</strong>.Ge<strong>en</strong> ‘b<strong>en</strong>evol<strong>en</strong>t dictator’Totnogtoe sprak<strong>en</strong> wij onbezonn<strong>en</strong> <strong>over</strong> de <strong>over</strong>heid als e<strong>en</strong> actor die belangeloosde meest doelmatige voortbr<strong>en</strong>ging van maatschappelijke welvaartnastreeft. Deze belangeloosheid komt in het geding bij de politieke vraag naarherverdeling; herverdeling is immers altijd in het belang van e<strong>en</strong> specifiekegroep, t<strong>en</strong> koste van het belang van e<strong>en</strong> andere groep. Hiernaast speelt echtere<strong>en</strong> tweede probleem, namelijk dat het democratische proces niet volledig doelmatigis <strong>en</strong> dus ook te kamp<strong>en</strong> heeft met transactiekost<strong>en</strong>. Via het democratischeproces wordt het machtsmonopolie van de <strong>over</strong>heid aan deze of g<strong>en</strong>e elitegedelegeerd. De bevolking kiest e<strong>en</strong> elite, die belooft het machtsmonopolie inhet algeme<strong>en</strong> belang te zull<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>. Diezelfde bevolking is echter onvollediggeïnformeerd <strong>over</strong> het feitelijk gebruik van dit machtsmonopolie. Dit biedt deheers<strong>en</strong>de elite de mogelijkheid het machtsmonopolie in te zett<strong>en</strong> voor particulierebelang<strong>en</strong>. De discipliner<strong>en</strong>de werking van periodieke verkiezing<strong>en</strong>, waarbijde elite door de bevolking ter verantwoording wordt geroep<strong>en</strong>, beperkt de ruimtevoor dergelijk gedrag. De periodieke verkiezing<strong>en</strong> implicer<strong>en</strong> echter ook datde <strong>over</strong>heid zich in e<strong>en</strong> democratie slechts in beperkte mate aan beloft<strong>en</strong> kanbind<strong>en</strong>. Wie vandaag aan de macht is, hoeft dat morg<strong>en</strong> niet meer te zijn.E<strong>en</strong> realistische vergelijking van <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> particuliere voortbr<strong>en</strong>ging zalrek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met de imperfecties van het democratisch proces,die <strong>en</strong>erzijds ruimte lat<strong>en</strong> voor oneig<strong>en</strong>lijk gebruik van het machtsmonopolie <strong>en</strong>anderzijds de ruimte beperk<strong>en</strong> om geloofwaardige beloft<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>.23Recht als economisch verschijnselWat de <strong>over</strong>heid kan do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat contractpartij<strong>en</strong> al dan niet in huncontract<strong>en</strong> voor de wet afdwingbaar met elkaar <strong>over</strong>e<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, ligt vastin juridische principes, zoals rechtszekerheid <strong>en</strong> rechtsgelijkheid <strong>en</strong> de daarop


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>24gebaseerde wetgeving. Dit juridische kader speelt e<strong>en</strong> belangrijke rol in heteconomische verkeer, zowel tuss<strong>en</strong> burgers onderling als tuss<strong>en</strong> burgers <strong>en</strong><strong>over</strong>heid. Dit lijkt erop te duid<strong>en</strong> dat wij in de analyse apart rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong>houd<strong>en</strong> met deze juridische principes. Niet voor niets neemt de wrr deze principesop als onafhankelijke criteria om de voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> marktgewijzeorganisatie van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong>. Posner (1981) laat echter zi<strong>en</strong>dat veel juridische principes ge<strong>en</strong> zelfstandige criteria zijn maar voortvloei<strong>en</strong> uithet criterium van doelmatige voortbr<strong>en</strong>ging van welvaart. Zo regel<strong>en</strong> juridischeprincipes het eig<strong>en</strong>domsrecht in tal van onvoorzi<strong>en</strong>e situaties. Posner geeft alsvoorbeeld het verschil tuss<strong>en</strong> claneig<strong>en</strong>dom <strong>en</strong> individueel eig<strong>en</strong>dom.Claneig<strong>en</strong>dom is in primitieve sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer efficiënte juridischeord<strong>en</strong>ing, omdat de clan e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> groep vormt. Binn<strong>en</strong> deze groep kan e<strong>en</strong>onderlinge verzekering doelmatig word<strong>en</strong> georganiseerd, omdat de problem<strong>en</strong>van averechtse selectie <strong>en</strong> moreel gevaar door de scherpe groepsafbak<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> descherpe interne controle goed kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecontroleerd. Het nadeel vandeze constructie is echter dat de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> clan weinig prikkels hebb<strong>en</strong> voorinnovaties, omdat de vrucht<strong>en</strong> daarvan toevall<strong>en</strong> aan alle led<strong>en</strong> van de groep.Met de komst van alternatieve verzekeringsvorm<strong>en</strong> bleek het individueel eig<strong>en</strong>domdus veel efficiënter.Op dezelfde manier zijn de principes van rechtszekerheid <strong>en</strong> rechtsgelijkheidinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om het machtsmonopolie van de <strong>over</strong>heid aan gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> te bind<strong>en</strong>.De combinatie van democratische process<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze juridische principes biedtde maximale garantie dat het machtsmonopolie niet wordt misbruikt t<strong>en</strong> behoevevan particuliere belang<strong>en</strong>. Juridische principes word<strong>en</strong> dus niet als exog<strong>en</strong>erandvoorwaard<strong>en</strong> in de analyse meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar word<strong>en</strong> beschouwd alshet product van het strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> doelmatige voortbr<strong>en</strong>ging van welvaart,als correctie op de imperfecties in de democratische controle <strong>en</strong> als beschermingteg<strong>en</strong> het machtsmonopolie van de <strong>over</strong>heid.2.2 organisatiewijze bezi<strong>en</strong> vanuit de economie2.2.1 inleidingIn deze paragraaf besprek<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> aantal c<strong>en</strong>trale economische mechanism<strong>en</strong>die van belang zijn voor de keuze van de meest doelmatige organisatiewijze vane<strong>en</strong> bepaalde activiteit. Aan het <strong>en</strong>e uiterste staat het e<strong>en</strong>voudige model van demarkt als e<strong>en</strong> bloem<strong>en</strong>veiling zonder transactiekost<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> veilingmarktbeslist ieder individu voor zichzelf <strong>over</strong> de aanw<strong>en</strong>ding van de hem ter beschikkingstaande middel<strong>en</strong>. Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele individuele beslisser heeft invloed op debeslissing<strong>en</strong> dan wel het welzijn van e<strong>en</strong> andere partij op de markt. Alle interactiesvind<strong>en</strong> plaats via het onpersoonlijke prijsmechanisme, waardoor alle externeeffect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geïnternaliseerd. Aan het andere uiterste van het spectrumstaat de hiërarchie, waar de <strong>en</strong>e partij het recht heeft unilateraal beslissing<strong>en</strong> t<strong>en</strong>em<strong>en</strong> die directe gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor het welzijn van e<strong>en</strong> ander. De autoriteitwordt niet direct geconfronteerd met de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van deze beslissing<strong>en</strong>


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>(de ‘externe effect<strong>en</strong>’) voor zijn ondergeschikt<strong>en</strong>. In hiërarchieën geeft hetbeslissingsrecht de autoriteit macht <strong>over</strong> de ander <strong>en</strong> is bijgevolg ruimte voormachtsgebruik (of machtsmisbruik) wanneer de ondergeschikt<strong>en</strong> niet zonderkost<strong>en</strong> de organisatie kunn<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong>. In economische term<strong>en</strong> is dan sprake vanr<strong>en</strong>ts, die door de autoriteit naar believ<strong>en</strong> aan deze of g<strong>en</strong>e kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toebedeeld.Tuss<strong>en</strong> beide ideaaltyp<strong>en</strong> bestaat e<strong>en</strong> spectrum aan tuss<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong>.Dat het ideaaltype van de bloem<strong>en</strong>veiling in de meeste omstandighed<strong>en</strong> nietperfect functioneert, wil nog niet zegg<strong>en</strong> dat de hiërarchische organisatie te preferer<strong>en</strong>zou zijn bov<strong>en</strong> de markt. Enerzijds blijkt het marktmechanisme zeerinv<strong>en</strong>tief in het vind<strong>en</strong> van oplossing<strong>en</strong> voor tal van met transacties sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>deproblem<strong>en</strong>. Anderzijds heeft ook de hiërarchie te kamp<strong>en</strong> met transactiekost<strong>en</strong>.Er zijn allerlei tuss<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> waarin niet de beslissingsmacht integraalwordt toegek<strong>en</strong>d aan één van de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar waarbij vooraf e<strong>en</strong> aantalafsprak<strong>en</strong> in contractvorm wordt vastgelegd, <strong>en</strong> die zowel in theorie als in depraktijk e<strong>en</strong> efficiënte organisatievorm blijk<strong>en</strong> te zijn. De mechanism<strong>en</strong> die indit hoofdstuk de revue passer<strong>en</strong>, bepal<strong>en</strong> welk organisatieprincipe het meestpass<strong>en</strong>d is onder de gegev<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong>.De in dit hoofdstuk besprok<strong>en</strong> mechanism<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> ook de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van hetrecht. Private contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> publiek ingrijp<strong>en</strong> zijn gewoonlijk ingebed in e<strong>en</strong>wettelijk kader. Dit kader ontle<strong>en</strong>t zijn betek<strong>en</strong>is grot<strong>en</strong>deels aan de machtsmiddel<strong>en</strong>die word<strong>en</strong> ingezet voor wetshandhaving. Veel van de mechanism<strong>en</strong> diebepal<strong>en</strong>d zijn voor de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de markt, bepal<strong>en</strong> tegelijkertijd de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>van het domein van het recht. De vergaring van <strong>en</strong> de beschikking <strong>over</strong> informatieis e<strong>en</strong> cruciaal concurr<strong>en</strong>tievoordeel. Waar dergelijke informatie niet toegankelijkis voor derd<strong>en</strong>, zal de rechter veel van zijn beoordelingsvermog<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>te verliez<strong>en</strong>. Partij<strong>en</strong> zijn dan aangewez<strong>en</strong> op organisatieprincipes <strong>en</strong> contractvorm<strong>en</strong>die ook afdwingbaar zijn zonder de hulp van de rechterlijke macht.25In iedere subparagraaf komt e<strong>en</strong> specifiek mechanisme naar vor<strong>en</strong>. Deze sluit<strong>en</strong>elkaar <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet uit. In de praktijk spel<strong>en</strong> vaak meerdere mechanism<strong>en</strong> tegelijkertijd.De meest ingewikkelde organisatievorm<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> juist bij e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>loop van de verschill<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong> de transactiekost<strong>en</strong> toch zoveelmogelijk te beperk<strong>en</strong>. Veelal hang<strong>en</strong> deze mechanism<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantalc<strong>en</strong>trale begripp<strong>en</strong>. Als steun voor de lezer word<strong>en</strong> deze begripp<strong>en</strong> in box<strong>en</strong> gedefinieerd,zodat hierop bij verdere lezing gemakkelijk kan word<strong>en</strong> teruggegrep<strong>en</strong>.2.2.2 risicoaversie <strong>en</strong> het principal-ag<strong>en</strong>tmodelIn deze <strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de subparagraaf besprek<strong>en</strong> wij twee modell<strong>en</strong> die beidegebaseerd zijn op de idee dat de opdrachtgever niet goed in staat is vast te stell<strong>en</strong>in hoeverre e<strong>en</strong> opdrachtnemer zich inspant om zijn verplichting<strong>en</strong> na tekom<strong>en</strong>. Deze gebrekkige waarneming kan twee vorm<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerstekan het zijn dat de opdrachtnemer ziet hoeveel output is geproduceerd,maar niet weet hoeveel inspanning de opdrachtnemer hiervoor heeft geleverd.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>E<strong>en</strong> deel van de output kan net zo goed het gevolg zijn van goed geluk of vanmeetfout<strong>en</strong>. Dit mechanisme, dat in de literatuur wordt aangeduid als hetprincipal-ag<strong>en</strong>tmodel, komt in deze subparagraaf aan de orde. De tweede mogelijkheidis dat de opdrachtgever achteraf wel kan vaststell<strong>en</strong> hoeveel inspanningde opdrachtnemer heeft geleverd, maar dat hij deze k<strong>en</strong>nis nooit geloofwaardigmet derd<strong>en</strong> kan del<strong>en</strong>; derd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> hem op zijn woord gelov<strong>en</strong>. Dit mechanismekomt in paragraaf 2.2.3 aan de orde.Imperfecte informatieDe informatie <strong>over</strong> de toekomstige situatie is gebrekkig. We wet<strong>en</strong> wel welke toestand<strong>en</strong> theoretischmogelijk zijn, maar we wet<strong>en</strong> niet welke toestand zich feitelijk zal voordo<strong>en</strong>.Asymmetrische informatieTwee partij<strong>en</strong> zijn niet gelijkelijk geïnformeerd. De <strong>en</strong>e partij weet iets wat de ander niet weet.26Het <strong>en</strong>kelvoudige principal-ag<strong>en</strong>tmodelHet <strong>en</strong>kelvoudige principal-ag<strong>en</strong>tmodel (Milgrom <strong>en</strong> Roberts 1991 a, b) doetzich voor als e<strong>en</strong> opdrachtgever (de principal) <strong>en</strong> de opdrachtnemer (de ag<strong>en</strong>t)imperfect geïnformeerd zijn <strong>over</strong> bijvoorbeeld de marktomstandighed<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn opdrachtgever <strong>en</strong> opdrachtnemer asymmetrisch geïnformeerd<strong>over</strong> de inspanning van de opdrachtnemer. De opdrachtgever kan niet rechtstreekswaarnem<strong>en</strong> hoeveel inspanning e<strong>en</strong> opdrachtnemer verricht om deopdracht uit te voer<strong>en</strong>. De opdrachtgever ziet wel wat het uiteindelijke resultaatis (<strong>en</strong> dit resultaat is door e<strong>en</strong> derde partij te verifiër<strong>en</strong>) maar weet niet wat hiervanmoet word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> aan de inspanning van de opdrachtnemer <strong>en</strong>wat aan toevallige omstandighed<strong>en</strong> waarvoor de opdrachtnemer niet verantwoordelijkis (i.c. de marktomstandighed<strong>en</strong> of meetfout<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> typisch voorbeeldis de discussie tuss<strong>en</strong> concernstaf <strong>en</strong> werkmaatschappij of de teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>dewinst van de laatste te wijt<strong>en</strong> is aan de teg<strong>en</strong>zitt<strong>en</strong>de conjunctuur of aan e<strong>en</strong>gebrek aan inzet. De opdrachtgever kan met de opdrachtnemer <strong>over</strong>e<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>dat de beloning van de opdrachtnemer volledig wordt bepaald door de winst.In dat geval wordt de opdrachtnemer volledig gecomp<strong>en</strong>seerd voor zijn inspanning<strong>en</strong>(de opbr<strong>en</strong>gst van de marginale inspanning waarvoor hij verantwoordelijkis, valt hem namelijk volledig toe), maar hij draagt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de volle last vande marktonzekerheid, die geheel buit<strong>en</strong> zijn verantwoordelijkheid ligt.E<strong>en</strong> risiconeutrale opdrachtnemer heeft ge<strong>en</strong> last van deze onzekerheid, zolanghij gemiddeld maar goed wordt betaald. De opdrachtnemer spant zich in(als zgn. ‘residual claimant’: hij krijgt alles wat <strong>over</strong>blijft) conform het maatschappelijkoptimum. Hij krijgt immers de volledige marginale waarde van zijninspanning<strong>en</strong> uitbetaald, zodat zijn <strong>private</strong> afweging tuss<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> extra inspanning sam<strong>en</strong>valt met de maatschappelijke afweging tuss<strong>en</strong>deze kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong>. Er zijn dan ook ge<strong>en</strong> positieve externe effect<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>aan extra inspanning<strong>en</strong>; het is de opdrachtgever om het ev<strong>en</strong> hoe hard deopdrachtnemer zich inspant.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>E<strong>en</strong> risicoaverse opdrachtnemer, daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, waardeert e<strong>en</strong> nadeel als gevolgvan slechte marktomstandighed<strong>en</strong> zwaarder dan het voordeel als gevolg vangoede marktomstandighed<strong>en</strong>. Veronderstel nu dat de opdrachtgever risiconeutraalis, bijvoorbeeld omdat hij actief is in meerdere markt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de slechteomstandighed<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>e markt wegvall<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de goede omstandighed<strong>en</strong> inde andere markt. In dat geval is het voor de opdrachtgever aantrekkelijk om alsverzekeraar op te tred<strong>en</strong>, omdat de opdrachtnemer in ruil voor de minder risicovolleopbr<strong>en</strong>gst tevred<strong>en</strong> is met e<strong>en</strong> gemiddeld lagere opbr<strong>en</strong>gst. De risiconeutraleopdrachtgever incasseert als verzekeraar de lagere risicopremie in devorm van e<strong>en</strong> lagere gemiddelde beloning van de opdrachtnemer.Opdrachtgever <strong>en</strong> opdrachtnemer sluit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> contract <strong>over</strong> de vorm van debeloning: de opdrachtnemer krijgt e<strong>en</strong> vast bedrag, plus e<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage van deopbr<strong>en</strong>gst van zijn output. E<strong>en</strong> typisch voorbeeld van e<strong>en</strong> dergelijk contract isde verteg<strong>en</strong>woordiger, die e<strong>en</strong> vast basissalaris vermeerdert met e<strong>en</strong> commissie<strong>over</strong> zijn gerealiseerde verkop<strong>en</strong>. Het voordeel van e<strong>en</strong> dergelijk contract is datde opdrachtnemer slechts e<strong>en</strong> deel van de financiële gevolg<strong>en</strong> van de marktonzekerheiddraagt, zodat deze risicoaverse ag<strong>en</strong>t minder hoge eis<strong>en</strong> stelt aan dehoogte van de gemiddelde beloning om de kost<strong>en</strong> van dit risico, waarvoor hijniet verantwoordelijk is, te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Het nadeel van e<strong>en</strong> dergelijk contractis dat de opdrachtnemer niet alle vrucht<strong>en</strong> van zijn inspanning plukt. Omdate<strong>en</strong> gedeelte van deze vrucht<strong>en</strong> als positief extern effect toevall<strong>en</strong> aan deopdrachtgever, zal de opdrachtnemer zich dan ook niet optimaal inspann<strong>en</strong>.De trade-off tuss<strong>en</strong> verzekering <strong>en</strong> prikkels in het principal-ag<strong>en</strong>tmodel is e<strong>en</strong>variant op het aloude thema van de afweging tuss<strong>en</strong> doelmatigheid (d.w.z. voldo<strong>en</strong>deprikkels voor inspanning<strong>en</strong> waarvoor m<strong>en</strong> wel verantwoordelijk is) <strong>en</strong>rechtvaardigheid (d.w.z. voldo<strong>en</strong>de verzekering<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> pech waarvoor m<strong>en</strong>niet verantwoordelijk is). Deze spanning vindt zijn oorsprong in scheve informatie<strong>over</strong> waarvoor e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>t wel <strong>en</strong> waarvoor hij niet verantwoordelijk is.27Determinant<strong>en</strong> van het optimale perc<strong>en</strong>tageHet optimale contract weegt de voordel<strong>en</strong> van meer verzekering af teg<strong>en</strong> d<strong>en</strong>adel<strong>en</strong> van geringere prikkels voor inspanning. Het optimale perc<strong>en</strong>tage prestatiebeloningwordt bepaald door drie factor<strong>en</strong>:1 de mate van risicoaversie van de opdrachtnemer: hoe groter de risicoaversie,des te lager het optimale perc<strong>en</strong>tage prestatiebeloning; voor e<strong>en</strong> risiconeutraleopdrachtnemer is het optimale perc<strong>en</strong>tage gelijk aan 100 proc<strong>en</strong>t;2 de gevoeligheid van de inspanning<strong>en</strong> van de opdrachtnemer voor de mate vanprestatiebeloning: hoe gevoeliger de opdrachtnemer is voor prestatiebeloning,des te hoger het perc<strong>en</strong>tage moet zijn;3 de omvang van de informatie-imperfectie: hoe groter de onzekerheid is,des te kleiner is het deel van het risico dat de opdrachtnemer kan drag<strong>en</strong> <strong>en</strong>des te lager zal het prestatiebeloningsperc<strong>en</strong>tage zijn.De paradox van de principal-ag<strong>en</strong>trelatieDe paradox van dit type contract<strong>en</strong> is dat de ervar<strong>en</strong> opdrachtgever achteraf vrijgoed weet in hoeverre ev<strong>en</strong>tuele teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> te wijt<strong>en</strong> zijn aan


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>zitt<strong>en</strong>de marktomstandighed<strong>en</strong>. Hij weet namelijk hoeveel de opdrachtnemerzich zal inspann<strong>en</strong> als gevolg van de prikkels in het contract. Als de resultat<strong>en</strong>bek<strong>en</strong>d zijn, kan de opdrachtgever bepal<strong>en</strong> welk gedeelte van de gemet<strong>en</strong>resultat<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong> zijn aan de onvoorspelbare marktomstandighed<strong>en</strong>.Achteraf, nadat de opdrachtnemer zich heeft ingespann<strong>en</strong>, zou de opdrachtgeverde opdrachtnemer dus best volledig van risico kunn<strong>en</strong> vrijwar<strong>en</strong>. Zou deopdrachtnemer hierop echter anticiper<strong>en</strong>, dan zou hij zich niet inspann<strong>en</strong>.Daarom is het toch noodzakelijk de opdrachtnemer op pech af te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. 428Het meervoudige modelVeel relevanter is in de praktijk het geval dat e<strong>en</strong> opdrachtnemer meerdere tak<strong>en</strong>moet uitvoer<strong>en</strong> <strong>en</strong> de opdrachtgever dus <strong>over</strong> meerdere resultaatmaatstav<strong>en</strong>beschikt. E<strong>en</strong> typisch voorbeeld is de machinist die <strong>en</strong>erzijds moet zorg<strong>en</strong> datzijn machine produceert <strong>en</strong> anderzijds verantwoordelijk is voor het onderhoudvan die machine. Mogelijk zijn de inspanning<strong>en</strong> voor beide activiteit<strong>en</strong> voor deopdrachtgever niet perfect meetbaar. Dat geldt zeker voor het onderhoud.Slecht onderhoud wreekt zich immers pas na verloop van tijd. Storing van demachine is voor e<strong>en</strong> belangrijk deel e<strong>en</strong> kwestie van toeval. Behalve de drieeerder g<strong>en</strong>oemde determinant<strong>en</strong> van de optimale prestatiebeloning, is nu ook vanbelang de mate waarin de opdrachtnemer inspanning<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>detak<strong>en</strong> kan uitwissel<strong>en</strong>.In het algeme<strong>en</strong> wordt prestatiebeloning in deze situatie moeilijk, omdat deopdrachtnemer zijn <strong>en</strong>ergie zal bested<strong>en</strong> in de richting met het minste risico <strong>en</strong>het hoogst beloonde r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t. Stel bijvoorbeeld dat productie-inspanninggoed controleerbaar <strong>en</strong> min of meer risicovrij is. Om in die omstandigheid e<strong>en</strong>goede verhouding tuss<strong>en</strong> machineonderhoud <strong>en</strong> productie te bereik<strong>en</strong> is e<strong>en</strong>aantal oplossing<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar:1 het onderhoud kan ev<strong>en</strong>redig word<strong>en</strong> beloond: de opdrachtnemer wordt nietalle<strong>en</strong> verantwoordelijk voor de productie maar ook voor storing<strong>en</strong> van demachine. Dit resulteert echter in e<strong>en</strong> bijzonder risicovolle beloning voor deopdrachtnemer omdat hij volledig moet opdraai<strong>en</strong> voor de kost<strong>en</strong> die storing<strong>en</strong>van de machine met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> risicoaverse opdrachtnemerzal dan ook e<strong>en</strong> hoge risicopremie van de opdrachtgever eis<strong>en</strong> als comp<strong>en</strong>satievoor het gelop<strong>en</strong> risico;2 e<strong>en</strong> laag prestatiebeloningsperc<strong>en</strong>tage voor zowel onderhoud als productie,zodat de neiging om het machineonderhoud te verwaarloz<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunste vanproductiewerk wordt ingedamd. 5 Het nadeel van deze oplossing is dat deag<strong>en</strong>t weinig prikkels heeft om zich in te spann<strong>en</strong>;3 de kapitaalgoeder<strong>en</strong> in eig<strong>en</strong>dom gev<strong>en</strong> aan de opdrachtnemer, zodat hij degevolg<strong>en</strong> van slecht onderhoud draagt. In feite is dit e<strong>en</strong> extreme vorm van deeerste oplossing. Bouwgereedschap in eig<strong>en</strong>dom van de bouwvakker <strong>en</strong> nietvan de aannemer is echter alle<strong>en</strong> efficiënt indi<strong>en</strong> het financiële risico niet tegroot is. E<strong>en</strong> ander nadeel van deze oplossing is dat de opdrachtnemer <strong>over</strong>voldo<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> moet beschikk<strong>en</strong> (of moet kunn<strong>en</strong> l<strong>en</strong><strong>en</strong>) om het kapitaalgoedte kunn<strong>en</strong> aanschaff<strong>en</strong>;


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>4 e<strong>en</strong> functiescheiding tuss<strong>en</strong> productie <strong>en</strong> onderhoud (‘e<strong>en</strong>heid van taak’):het productiepersoneel heeft dan e<strong>en</strong> hoog perc<strong>en</strong>tage prestatiebeloning,het onderhoudspersoneel e<strong>en</strong> vast basisloon. Deze oplossing k<strong>en</strong>t als bezwaardat de coördinatieproblem<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> personeel to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>;onderhoud <strong>en</strong> productie zijn vaak complem<strong>en</strong>taire activiteit<strong>en</strong>(economies of scope).Het meervoudige model <strong>en</strong> rechtsprincipesDe complicaties die naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in het meervoudige model, hebb<strong>en</strong> talvan praktische toepassing<strong>en</strong> op het terrein van de collectieve sector. Deze toepassing<strong>en</strong>zijn vaak ook gerelateerd aan het principe van rechtsgelijkheid.Wij gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal voorbeeld<strong>en</strong>.1 De reguliere surveillancetak<strong>en</strong> van de politie zijn nauwelijks rechtstreeks temonitor<strong>en</strong>. De markt is echter zeer goed in staat om de politie te waarder<strong>en</strong>voor specifieke beveiligingstak<strong>en</strong>. Om te voorkom<strong>en</strong> dat de politie haar tijdvooral aan commerciële activiteit<strong>en</strong> besteedt, zijn die activiteit<strong>en</strong> volledigverbod<strong>en</strong>. Verder word<strong>en</strong> specifieke beveiligingstak<strong>en</strong> die de politie uitvoert,niet beloond op basis van prestatiebeloning.2 Tal van <strong>over</strong>heidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> redelijk word<strong>en</strong> beoordeeld op het aantaldi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> dat zij aanbied<strong>en</strong>, maar niet op deg<strong>en</strong><strong>en</strong> aan wie ze die di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong>.Verder is het moeilijk vast te stell<strong>en</strong> of er hierbuit<strong>en</strong> nog andere transactiestuss<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heidsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> de burger plaatsvind<strong>en</strong>, bijvoorbeeldomdat de di<strong>en</strong>st de burger in e<strong>en</strong> of andere vorm om vergoeding vraagt(corruptie). Het principe van rechtsgelijkheid legt de di<strong>en</strong>st bij dergelijketransacties beperking<strong>en</strong> op: het ontneemt de di<strong>en</strong>st het recht de <strong>en</strong>e burger teonthoud<strong>en</strong> wat de ander wel krijgt.29E<strong>en</strong> antwoord op de Coase-vraag?Biedt dit model nu e<strong>en</strong> goede basis voor e<strong>en</strong> theorie <strong>over</strong> hiërarchie of markt?Dit is maar zeer gedeeltelijk het geval. De m<strong>en</strong>gvorm van prestatiebeloning <strong>en</strong>verzekering zoals beschrev<strong>en</strong> in dit model komt in de praktijk veel voor.Deze m<strong>en</strong>gvorm kan echter binn<strong>en</strong> zowel e<strong>en</strong> marktrelatie als e<strong>en</strong> hiërarchischerelatie tot stand kom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld is het geval dat twee partij<strong>en</strong> (hetzijbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hiërarchie hetzij verder ongerelateerd binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> marktrelatie) e<strong>en</strong>contract sluit<strong>en</strong> dat bepaalt dat de opdrachtnemer de helft van de aanneemsomin ieder geval krijgt uitgekeerd <strong>en</strong> de andere helft alle<strong>en</strong> als de opdracht totresultaat leidt. Het principal-ag<strong>en</strong>tmodel biedt dus e<strong>en</strong> verklaring voor contract<strong>en</strong>maar niet voor het bestaan van hiërarchische relaties.Het feit dat contract<strong>en</strong> nodig zijn om tot e<strong>en</strong> doelmatige organisatie van de productiete kom<strong>en</strong>, biedt echter wel e<strong>en</strong> eerste aanzet voor e<strong>en</strong> verklaring van hiërarchieën.De mogelijkhed<strong>en</strong> om goede contract<strong>en</strong> te schrijv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> namelijkbeperkt door allerlei complicaties. De informatie die voor de controle op de nalevingis vereist, is vaak niet of slechts gedeeltelijk beschikbaar, is niet goed doorrechters te controler<strong>en</strong> of is incompleet. Deze complicaties bij het schrijv<strong>en</strong> vanafdwingbare contract<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> soms argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op om één van de partij<strong>en</strong>


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>macht te gev<strong>en</strong> <strong>over</strong> e<strong>en</strong> andere partij. Hiërarchieën zijn dan e<strong>en</strong> substituut voorafdwingbare contract<strong>en</strong>. De complicaties bij het schrijv<strong>en</strong> van afdwingbare contract<strong>en</strong>die tot argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor hiërarchieën kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> in de restvan dit hoofdstuk word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>.2.2.3 het probleem van niet-verifieerbare informatieNiet-verifieerbare informatieInformatie <strong>over</strong> e<strong>en</strong> relatie tuss<strong>en</strong> twee partij<strong>en</strong> is niet-verifieerbaar indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> derde partij nietzelfstandig in staat is de juistheid van die informatie vast te stell<strong>en</strong>.OpportunismeE<strong>en</strong> partij komt haar verplichting<strong>en</strong> niet na of pres<strong>en</strong>teert haar beschikbare informatie onjuist.Zij acht deze handelwijze meer conform haar eig<strong>en</strong>belang, bijvoorbeeld omdat de andere partijhaar bijdrage toch al geleverd heeft of omdat de omstandighed<strong>en</strong> veranderd zijn.30Niet-verifieerbaarheidAnders dan in het geval van asymmetrische informatie beschikk<strong>en</strong> beide partij<strong>en</strong>bij niet-verifieerbaarheid wel <strong>over</strong> dezelfde informatie. En anders dan bijinformatie-imperfectie is hun informatie in dit geval ook accuraat. Doordat e<strong>en</strong>derde partij die informatie echter niet kan controler<strong>en</strong>, kan er ge<strong>en</strong> voor de rechterafdwingbaar contract op word<strong>en</strong> gebaseerd (zie MacLeod <strong>en</strong> Malcomson1989). Mocht er namelijk achteraf m<strong>en</strong>ingsverschil ontstaan, dan kan de rechterde voorwaard<strong>en</strong> in het contract nooit verifiër<strong>en</strong>. Iedere partij zal de zaak immersin haar voordeel aan de rechter pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Er dreigt dan opportunisme, waarbijpartij<strong>en</strong> zich niet aan hun contractuele verplichting<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> omdat deze tochniet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>. 6Deze situatie komt in de praktijk veel voor. In tal van situaties wet<strong>en</strong> twee contractpartij<strong>en</strong>zeer goed wat ze aan elkaar hebb<strong>en</strong> gehad. Voor e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>staanderis het echter buit<strong>en</strong>gewoon kostbaar of nag<strong>en</strong>oeg onmogelijk de ware toedrachtvast te stell<strong>en</strong>. Dit probleem speelt veelvuldig in ontslagzak<strong>en</strong>. Het is voor e<strong>en</strong>rechter niet goed mogelijk om in e<strong>en</strong> geschil te bepal<strong>en</strong> wie zijn plicht<strong>en</strong> heeftverzaakt. Vaak voer<strong>en</strong> rechters dan e<strong>en</strong> louter procedurele toetsing uit, waarbijwordt gekek<strong>en</strong> ‘of er e<strong>en</strong> dossier ligt’. Het diepere probleem, dat informatie nietgoed door buit<strong>en</strong>staanders kan word<strong>en</strong> geverifieerd, wordt met dergelijke procedurelewaarborg<strong>en</strong> echter niet opgelost.Ongelijktijdigheid <strong>en</strong> de symmetrie van het probleemStel dat de opdrachtgever eerst de aanneemsom betaalt in de veronderstelling datde opdrachtnemer daarna zijn werk naar behor<strong>en</strong> zal uitvoer<strong>en</strong>. Hier ontstaat hetrisico van opportunisme van de opdrachtnemer. Zodra hij zijn geld binn<strong>en</strong> heeft,heeft hij ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele prikkel meer om het werk naar behor<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>.De opdrachtgever kan niet naar de rechter lop<strong>en</strong> om terugvordering te eis<strong>en</strong> opgrond van het niet-nakom<strong>en</strong> van contractuele verplichting<strong>en</strong>, omdat de rechterniet kan verifiër<strong>en</strong> of de opdrachtnemer aan zijn verplichting<strong>en</strong> heeft voldaan.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Dit probleem kan niet word<strong>en</strong> opgelost door e<strong>en</strong> omgekeerd contract te hanter<strong>en</strong>.De opdrachtnemer doet eerst zijn werk <strong>en</strong> wordt vervolg<strong>en</strong>s door deopdrachtgever betaald. Het probleem is dat opportunistisch gedrag van deopdrachtgever dreigt. Deze heeft immers ge<strong>en</strong> prikkel om te betal<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> beroepop de rechter is zinloos, aangezi<strong>en</strong> deze niet kan verifiër<strong>en</strong> of de opdrachtnemeral dan niet naar behor<strong>en</strong> zijn werk heeft gedaan.De kern van het probleem is dus de ongelijktijdigheid van beloning <strong>en</strong> prestatiegecombineerd met de gebrekkige verifieerbaarheid van de prestatie. De partij dieals laatste gecomp<strong>en</strong>seerd wordt (de achterligg<strong>en</strong>de partij), loopt dan het risicodat de ander haar verplichting<strong>en</strong> niet nakomt.Zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong>, reputaties <strong>en</strong> r<strong>en</strong>tsZelfhandhav<strong>en</strong>d contractE<strong>en</strong> contract dat zo is opgesteld dat partij<strong>en</strong> er wederzijds belang bij hebb<strong>en</strong> hun contractueleverplichting<strong>en</strong> na te kom<strong>en</strong>, zonder dat daar dwang van buit<strong>en</strong> aan te pas komt.Impliciet contractE<strong>en</strong> zelfhandhav<strong>en</strong>d contract dat niet expliciet wordt uitgeschrev<strong>en</strong>, omdat beide partij<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>wat de gedragsregels zijn <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> van beide voor het afdwing<strong>en</strong> ervan e<strong>en</strong> beroep kan do<strong>en</strong> ope<strong>en</strong> derde partij.31ReputatieE<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>t bezit e<strong>en</strong> reputatie t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong> ander als van die ag<strong>en</strong>t bij de ander bek<strong>en</strong>d isdat hij zich in bepaalde situaties op e<strong>en</strong> bepaalde manier zal gedrag<strong>en</strong> (bijv: eerlijk).R<strong>en</strong>tDe meerprijs die e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>t krijgt voor e<strong>en</strong> bepaald goed bov<strong>en</strong> wat dat goed buit<strong>en</strong> de huidigerelatie op zou kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Bij volledige concurr<strong>en</strong>tie bestaan ge<strong>en</strong> r<strong>en</strong>ts omdat e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>tzonder kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> dezelfde prijs e<strong>en</strong> alternatieve koper voor het goed kan vind<strong>en</strong>.In de praktijk wordt vaak gebruik gemaakt van contract<strong>en</strong> die zichzelf handhav<strong>en</strong>,zonder de hulp vanuit het juridisch systeem: de gang naar de rechter isvaak slechts e<strong>en</strong> theoretische optie. Contract<strong>en</strong> zijn zelfhandhav<strong>en</strong>d als ge<strong>en</strong> vanbeide partij<strong>en</strong> er belang bij heeft van het contract af te wijk<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s is devraag vaak of het contract wel behoeft te word<strong>en</strong> uitgeschrev<strong>en</strong> of dat met e<strong>en</strong>impliciet contract kan word<strong>en</strong> volstaan. De theorie van impliciete contract<strong>en</strong> isontstaan naar aanleiding van de empirische observatie dat lon<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong>arbeidsrelatie in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> in veel gevall<strong>en</strong> nominaal gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong>langere periode ongewijzigd blijv<strong>en</strong>, terwijl het marktloon gedur<strong>en</strong>de dezelfdeperiode forse schommeling ondergaat. Voor e<strong>en</strong> dergelijk vast loon was ge<strong>en</strong><strong>en</strong>kel uitgeschrev<strong>en</strong> expliciet contract. Blijkbaar was dus sprake van e<strong>en</strong> implicietcontract.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>32Waarom hebb<strong>en</strong> beide partij<strong>en</strong> er vervolg<strong>en</strong>s belang bij hun contractverplichting<strong>en</strong>na te kom<strong>en</strong>? Dit probleem wordt opgelost door reputaties. Als e<strong>en</strong>opdrachtgever t<strong>en</strong> onrechte e<strong>en</strong> opdrachtnemer zijn geld niet betaalt, zal dieopdrachtnemer nooit meer zak<strong>en</strong> met hem do<strong>en</strong> <strong>en</strong> omgekeerd. Dit mechanismewerkt als de opdrachtgever voldo<strong>en</strong>de r<strong>en</strong>ts kan verwacht<strong>en</strong> van zijn toekomstigerelatie met de opdrachtnemer. R<strong>en</strong>ts zijn de extra waarde (het surplus) die e<strong>en</strong>partij voor e<strong>en</strong> bepaalde transactie ontvangt bov<strong>en</strong> wat die partij elders op demarkt bij e<strong>en</strong> alternatieve transactiepartij zou kunn<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>. Reputatieswerk<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> in langdurige relaties waarin veelvuldig gehandeld wordt, want zezijn gebaseerd op de verwachte toekomstige meerwaarde van de voortzettingvan de relatie. Niet-verifieerbaarheid leidt daarom tot e<strong>en</strong> zekere inefficiëntie:contract<strong>en</strong> die op zich winstgev<strong>en</strong>d zijn maar onvoldo<strong>en</strong>de toekomstige r<strong>en</strong>tsmet zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong>. Zijn er onvoldo<strong>en</strong>de(toekomstige) r<strong>en</strong>ts verbond<strong>en</strong> aan de specifieke relatie van de opdrachtgevermet de opdrachtnemer, dan komt de relatie niet tot stand omdat de opdrachtnemererop anticipeert dat de opdrachtgever zich niet aan het contract zalhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> misbruik zal mak<strong>en</strong> van zijn latere machtspositie. In feite loopt deopdrachtnemer er dan op vooruit dat hij onvoldo<strong>en</strong>de macht zal hebb<strong>en</strong>(de dreiging met het verlies aan r<strong>en</strong>ts) om de toekomstige machtspositie van deopdrachtgever te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>.Reputaties hoev<strong>en</strong> echter niet louter op bilaterale relaties te zijn gebaseerd.E<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> voor het bestaan van onderneming<strong>en</strong> is dat de reputatiekan word<strong>en</strong> <strong>over</strong>gedrag<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e bilaterale relatie naar de ander, met namein de loop der tijd van de <strong>en</strong>e g<strong>en</strong>eratie werknemers naar de volg<strong>en</strong>de.De managers van de onderneming zull<strong>en</strong> zich niet opportunistisch gedrag<strong>en</strong> t<strong>en</strong>opzichte van e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eratie werknemers omdat de onderneming dan haar reputatieverliest t<strong>en</strong> opzichte van de volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eratie werknemers. E<strong>en</strong> dergelijke<strong>over</strong>dracht van reputaties vereist e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baarheid van de onderneming(vandaar het belang van merknam<strong>en</strong>). De mogelijkhed<strong>en</strong> van <strong>over</strong>dracht vanreputatie word<strong>en</strong> echter bemoeilijkt door de niet-verifieerbaarheid van informatie:e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eratie werknemers kan moeilijk verifiër<strong>en</strong> of de klacht<strong>en</strong> van devorige g<strong>en</strong>eratie terecht zijn. Toch kan e<strong>en</strong> organisatie e<strong>en</strong>voudiger e<strong>en</strong> reputatieopbouw<strong>en</strong> dan geïsoleerde individu<strong>en</strong>. Organisaties hebb<strong>en</strong> immers in het algeme<strong>en</strong>e<strong>en</strong> langere horizon, zijn herk<strong>en</strong>baarder, handel<strong>en</strong> meer <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> reputatiese<strong>en</strong>voudiger <strong>over</strong>drag<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> geloofwaardige reputatie is gebaseerd op de waarde van de toekomstiger<strong>en</strong>ts die daarmee kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geïncasseerd. De dreiging van het verlies vandie r<strong>en</strong>ts maakt dat e<strong>en</strong> partij zich wel twee keer bed<strong>en</strong>kt voor zij vervalt totopportunistisch gedrag. Als die toekomstige r<strong>en</strong>ts afnem<strong>en</strong>, ontstaat het risicovan reputatiemelk<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> partij gaat zich anders gedrag<strong>en</strong> dan op grond vanhaar reputatie verwacht mag word<strong>en</strong>, omdat zij er onvoldo<strong>en</strong>de belang bij heefthaar reputatie te handhav<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld is het geknoei door Kwata met dereceptuur van haar beroemde chocoladesoldaatjes vlak voordat het bedrijffailliet ging.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>E<strong>en</strong> voorbeeld: werkloosheidE<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> dergelijk contract in de relatie tuss<strong>en</strong> werknemer <strong>en</strong> werkgever,waarbij de prestatie van de werknemer niet-verifieerbaar is, maakt gebruikvan de dreiging van werkloosheid: als de werknemer zijn hand<strong>en</strong> niet uit demouw<strong>en</strong> steekt, maar wel zijn salaris in zijn zak steekt, dan wordt hij ontslag<strong>en</strong>.De werkgever is hier dus de achterligg<strong>en</strong>de partij: die betaalt eerst salaris <strong>en</strong> moetmaar afwacht<strong>en</strong> of de werknemer zijn hand<strong>en</strong> uit de mouw<strong>en</strong> steekt. Omdat dewerknemer op de markt niet onmiddellijk e<strong>en</strong> nieuwe baan vindt (zijn salaris bijzijn werkgever is hoger dan wat hij elders op de markt ontvangt, zodat hij r<strong>en</strong>tsincasseert), is onvoldo<strong>en</strong>de inspanning onaantrekkelijk omdat hij dan het risicoloopt ontslag<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> <strong>en</strong> de r<strong>en</strong>ts te verliez<strong>en</strong>. 7 Als hij zijn best doet, kan hijnog langer bij zijn baas blijv<strong>en</strong>. Zijn baas heeft er ge<strong>en</strong> belang bij het loon te verlag<strong>en</strong>tot wat de werknemer elders op de markt kan verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. De baas weetimmers dat, gegev<strong>en</strong> het niet-verifieerbare karakter van de prestatie van de werknemer,de <strong>en</strong>ige manier om zijn werknemer te lat<strong>en</strong> prester<strong>en</strong> het uitbetal<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> premie (e<strong>en</strong> ‘r<strong>en</strong>t’) op het marktloon is. 8 Alle<strong>en</strong> op die manier heeft de werknemerer belang bij zijn reputatie voor hard werk<strong>en</strong> te behoud<strong>en</strong>.Het is ook mogelijk de relatie andersom te organiser<strong>en</strong>, waarbij de werknemerde achterligg<strong>en</strong>de partij is. In dat geval betaalt de werkgever achteraf e<strong>en</strong> stukloon.Dat doet hij omdat hij op de markt moeilijk andere kandidat<strong>en</strong> voor zijnvacatures kan vind<strong>en</strong>. Hij is dus gedwong<strong>en</strong> om achteraf het stukloon te betal<strong>en</strong>,anders vertrekt zijn personeel <strong>en</strong> is het kostbaar om nieuw personeel aante trekk<strong>en</strong>. In dit geval incasseert de werkgever in plaats van de werknemer der<strong>en</strong>ts van de toekomstige relatie. De door de werkgever in de toekomst te incasser<strong>en</strong>r<strong>en</strong>ts (de kost<strong>en</strong> van het aantrekk<strong>en</strong> van nieuw personeel) geeft de werknemerhet vertrouw<strong>en</strong> dat de werkgever zich aan de afsprak<strong>en</strong> zal houd<strong>en</strong>.33Om het probleem van opportunisme door de combinatie van niet-verifieerbaarheid<strong>en</strong> volgtijdelijkheid hanteerbaar te houd<strong>en</strong> zijn drie oplossing<strong>en</strong> relevant.T<strong>en</strong> eerste moet<strong>en</strong> prestatie <strong>en</strong> betaling zo veel mogelijk synchroon lop<strong>en</strong> om deongelijktijdigheid te minimaliser<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld is de vorm van bouwcontract<strong>en</strong>,waarbij de betaling aan de aannemer in termijn<strong>en</strong> plaatsvindt, naargelang de voortgang van het bouwproject. Partij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dan minder kortetermijnvoordeelhal<strong>en</strong> uit opportunistisch gedrag. T<strong>en</strong> tweede is continuïteit incontractrelaties van belang. E<strong>en</strong> grotere continuïteit verhoogt de toekomstiger<strong>en</strong>ts, waardoor de voorligg<strong>en</strong>de partij minder snel g<strong>en</strong>eigd zal zijn de relatie ophet spel te zett<strong>en</strong> door opportunistisch gedrag. De langetermijnkost<strong>en</strong> vanopportunistisch gedrag zijn immers groter. T<strong>en</strong> derde moet<strong>en</strong> reputaties zo goedmogelijk controleerbaar <strong>en</strong> (tuss<strong>en</strong> relaties) <strong>over</strong>draagbaar zijn, bijvoorbeelddoor in onderneming<strong>en</strong> meerdere vergelijkbare arbeidscontract<strong>en</strong> onder te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>,zodat opportunisme in de <strong>en</strong>e relatie gevolg<strong>en</strong> heeft voor andere. In feitewordt informatie beter observeerbaar door meerdere relaties in e<strong>en</strong> hiërarchieonder te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Dit maakt het e<strong>en</strong>voudiger om e<strong>en</strong> geloofwaardige reputatie tevestig<strong>en</strong>. Terwijl de eerste oplossing opportunistisch gedrag minder beloont,straff<strong>en</strong> de tweede <strong>en</strong> de derde oplossing opportunistisch gedrag zwaarder.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>De eerste <strong>en</strong> de derde oplossing implicer<strong>en</strong> dat de toekomstige r<strong>en</strong>ts die aaniedere specifieke relatie verbond<strong>en</strong> zijn, relatief klein kunn<strong>en</strong> zijn. Hierdoorkom<strong>en</strong> meer waardevolle relaties tot stand (d.w.z. relaties die e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>),hetge<strong>en</strong> aanleiding geeft tot minder efficiëntieverlies.34Subjectieve prestatiebeloningE<strong>en</strong> typisch <strong>en</strong> veelvuldig voorkom<strong>en</strong>d geval van niet-verifieerbare informatie isde subjectieve prestatiemaatstaf (zie Baker, Gibbs <strong>en</strong> Holmstrom 1994). In veelgevall<strong>en</strong> biedt objectieve informatie onvoldo<strong>en</strong>de basis voor e<strong>en</strong> effectieve prestatiebeloning(bijv. omdat objectieve maatstav<strong>en</strong> gevoelig zijn voor onzekerhed<strong>en</strong>waarvoor de opdrachtnemer niet verantwoordelijk is, zie het <strong>en</strong>kelvoudigeprincipal-ag<strong>en</strong>tmodel uit par. 2.2.2) of leidt prestatiebeloning op basis van objectievefactor<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> bias in de richting van bepaalde prestaties (zie het meervoudigeprincipal-ag<strong>en</strong>tmodel uit par. 2.2.2). In dat geval is het aantrekkelijk omnaast objectieve ook subjectieve factor<strong>en</strong> bij de beoordeling mee te nem<strong>en</strong>.Deze extra informatie <strong>over</strong> de geleverde prestatie maakt het immers mogelijk despanning tuss<strong>en</strong> verzekering <strong>en</strong> prikkels te verminder<strong>en</strong>. Subjectieve factor<strong>en</strong>zijn min of meer per definitie niet-verifieerbaar. Zij zijn gebaseerd op het oordeelvan e<strong>en</strong> opdrachtgever (binn<strong>en</strong> arbeidsorganisaties: de chef) <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> nietword<strong>en</strong> gestaafd aan de hand van objectieve cijfers. Subjectieve prestatiebeloningis hierdoor oncontroleerbaar voor derd<strong>en</strong>. 9Subjectieve prestatiebeoordeling vereist opnieuw e<strong>en</strong> goede reputatie van debeoordelaar. E<strong>en</strong> dergelijke beoordeling kan dan ook de meeste gevall<strong>en</strong> goedword<strong>en</strong> toegepast binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderneming waarin meerdere langdurige relatieszijn ondergebracht (omdat onderneming<strong>en</strong> reputatiedragers zijn). 10De toernooivorm met promoties als beloningBeloning van niet-verifieerbare output kan normaliter alle<strong>en</strong> op basis van dereputatie <strong>en</strong> vereist dus e<strong>en</strong> meerwaarde van toekomstige relaties. De opdrachtgeverkan echter e<strong>en</strong> andere oplossing hanter<strong>en</strong>: het zog<strong>en</strong>aamde toernooimodel,waarin de opdrachtnemers niet ieder naar eig<strong>en</strong> prestatie word<strong>en</strong>beloond, maar waarin de beste e<strong>en</strong> prijs wint (zie Malcomson 1984). E<strong>en</strong> praktischevorm is dat de opdrachtgever de beste van zijn opdrachtnemers belooft teprom<strong>over</strong><strong>en</strong> tot chef, met bijbehor<strong>en</strong>d hoger salaris. Het gevolg is dat iedere<strong>en</strong>zijn best zal do<strong>en</strong> de hoofdprijs van dit spel in de wacht te slep<strong>en</strong>: de promotietot chef. Als de opdrachtnemer risiconeutraal is, zal het hem verder om het ev<strong>en</strong>zijn of hij beloond wordt via e<strong>en</strong> dergelijk risicovol prijz<strong>en</strong>systeem, waarbij hijkans loopt op de hoofdprijs maar ook het risico loopt niets te krijg<strong>en</strong>, of via e<strong>en</strong>systeem met e<strong>en</strong> direct aan prestatie gerelateerde beloning, zolang hij gemiddeldmaar hetzelfde uitkomt. E<strong>en</strong> risicoaverse opdrachtnemer heeft echter e<strong>en</strong> voorkeurvoor het tweede alternatief. Risicoaversie legt dus beperking<strong>en</strong> op aan hethanter<strong>en</strong> van het toernooimodel.De uitbetaling van deze impliciete prestatiebeloning van de opdrachtgever is welverifieerbaar, omdat iedere<strong>en</strong> kan zi<strong>en</strong> dat één van h<strong>en</strong> wordt gepromoveerd.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Of werkelijk de beste wordt gepromoveerd is niet-verifieerbaar voor derd<strong>en</strong>.Dit is echter ge<strong>en</strong> bezwaar, omdat de opdrachtgever er belang bij heeft de bestete prom<strong>over</strong><strong>en</strong>. Zo maakt hij voor de volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eratie opdrachtnemers duidelijkdat inzet wordt beloond. 11Dit mechanisme vereist e<strong>en</strong> minimale vorm van hiërarchie. Theoretisch is hetmogelijk iets dergelijks te regel<strong>en</strong> via contract<strong>en</strong>: de opdrachtgever spreekt metvier opdrachtnemers af dat zij werk voor hem zull<strong>en</strong> verzett<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat één deprijs krijgt. In de praktijk bestaan dergelijke vorm<strong>en</strong> wel (bijv. onderzoeksbureausdie in concurr<strong>en</strong>tie offerte uitbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>), maar ze kom<strong>en</strong> slechtssporadisch voor bij alle<strong>en</strong> relatief kleine bedrag<strong>en</strong> (in dit geval: de investering<strong>en</strong>in de offerte). De red<strong>en</strong> hiervoor ligt voor de hand: het zou voor de opdrachtgeverte makkelijk zijn om achteraf <strong>en</strong> achter de rug van de andere opdrachtnemerse<strong>en</strong> deal met e<strong>en</strong> opdrachtnemer te sluit<strong>en</strong> dat hij akkoord gaat met e<strong>en</strong>lagere prijs dan oorspronkelijk was toegezegd. Die <strong>en</strong>e opdrachtnemer heeft erbelang bij met die deal in zee te gaan, omdat de hoofdprijs anders in zijn geheelnaar één van de andere opdrachtnemers gaat. Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hiërarchie speelt ditprobleem vermoedelijk minder, omdat dergelijk opportunistisch gedrag moeilijkergeheim te houd<strong>en</strong> is voor de verliezers.E<strong>en</strong> antwoord op de Coase-vraag?35Incomplete informatieDe toekomst is niet alle<strong>en</strong> onzeker maar k<strong>en</strong>t zoveel facett<strong>en</strong> <strong>en</strong> is zo complex dat het niet mogelijkis alle mogelijke toekomstige wereld<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> contract te omschrijv<strong>en</strong>.Beperkte rationaliteitDe m<strong>en</strong>s bezit slechts e<strong>en</strong> beperkte capaciteit om complexe problem<strong>en</strong> te doorgrond<strong>en</strong>.Daarnaast is het niet altijd doelmatig om steeds alle relevante informatie bij beslissing<strong>en</strong> tebetrekk<strong>en</strong>. Daarom gebruikt de m<strong>en</strong>s vaak e<strong>en</strong>voudige beslisregels gebaseerd op slechts e<strong>en</strong>beperkt deel van de beschikbare informatie.In het licht van deze analyse wordt begrijpelijk waarom onderneming<strong>en</strong> vaakword<strong>en</strong> aangeduid als reputatiedragers. Eén van de c<strong>en</strong>trale voordel<strong>en</strong> van hiërarchischerelaties binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedrijf in vergelijking tot marktrelaties is de continuïteit<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baarheid van e<strong>en</strong> bedrijf c.q. van merknam<strong>en</strong>. Wie bij de wittepomp koopt, weet niet wat hij krijgt. Eén van de sev<strong>en</strong> sisters biedt wat datbetreft meer zekerheid. Dit is e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> om activiteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong> te cluster<strong>en</strong>. Bedrijv<strong>en</strong> zijn <strong>over</strong> het algeme<strong>en</strong> efficiënter in hetopbouw<strong>en</strong> van reputaties dan individuele ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, al was het maar omdat zeveel herk<strong>en</strong>baarder zijn <strong>en</strong> dus reputaties e<strong>en</strong>voudiger kunn<strong>en</strong> <strong>over</strong>drag<strong>en</strong>.De architectuur van de interne organisatie is dus e<strong>en</strong> poging het e<strong>en</strong>voudiger temak<strong>en</strong> om reputaties op te bouw<strong>en</strong>. Hierdoor nem<strong>en</strong> de toekomstige r<strong>en</strong>ts, di<strong>en</strong>odig zijn om opportunistisch gedrag te voorkom<strong>en</strong>, af. Transacties die waardecreër<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> dan minder word<strong>en</strong> ontmoedigd door de dreiging van opportunistischgedrag.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Overig<strong>en</strong>s is het voordeel van bedrijv<strong>en</strong> in verhouding tot de markt betrekkelijk:werknemers geclusterd in e<strong>en</strong> onderneming bouw<strong>en</strong> makkelijker e<strong>en</strong> reputatieop, maar zij hebb<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s binn<strong>en</strong> die onderneming weer precies hetzelfdeprobleem. Dit is opnieuw de remorseless logic: als de markt faalt, waarom zouhiërarchie dat probleem dan kunn<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>?2.2.4 specifieke investering<strong>en</strong>: onderhandeling<strong>en</strong> versusmarktwerkingSpecifieke investering<strong>en</strong>Specifieke investering<strong>en</strong> zijn investering<strong>en</strong> die alle<strong>en</strong> r<strong>en</strong>der<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> relatie tuss<strong>en</strong> twee partij<strong>en</strong>.Wordt die relatie verbrok<strong>en</strong>, dan zijn de investering<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong>.36Quasi-r<strong>en</strong>tsDit zijn r<strong>en</strong>ts die zijn ontstaan door eerdere specifieke investering<strong>en</strong>. Deze r<strong>en</strong>ts zijn slechts expostr<strong>en</strong>ts, dat wil zegg<strong>en</strong> nadat de investering<strong>en</strong> gedaan zijn. Pas dan levert de relatie tuss<strong>en</strong>twee partij<strong>en</strong> meer op dan elders op de markt gerealiseerd kan word<strong>en</strong>. Ex ante (voordat deinvestering<strong>en</strong> gedaan zijn) zijn deze r<strong>en</strong>ts echter niets anders de e<strong>en</strong> toekomstige beloning voorinvestering<strong>en</strong>.Specifieke investering<strong>en</strong>...Er is sprake van specifieke investering<strong>en</strong> wanneer twee partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatie metelkaar hebb<strong>en</strong> waarin zij invester<strong>en</strong>. Deze investering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> nutzolang de relatie tuss<strong>en</strong> beide partij<strong>en</strong> in stand blijft. Zodra de relatie wordt verbrok<strong>en</strong>,verliez<strong>en</strong> deze investering<strong>en</strong> hun nut. De investering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dus hetkarakter van verzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>: de investering<strong>en</strong> zijn verzonk<strong>en</strong> in de relatie.Er zijn tal van voorbeeld<strong>en</strong> van dit soort investering<strong>en</strong>, variër<strong>en</strong>d van relati<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong>tot k<strong>en</strong>nis van het specifieke productieproces dat voor e<strong>en</strong> bepaaldevoorzi<strong>en</strong>ing noodzakelijk is. Specifieke investering<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> die bij derelatie betrokk<strong>en</strong> zijn, g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> onderling synergie. De specifieke investering<strong>en</strong>van de één zijn meer waard naarmate de andere partij ook meer investeert.De beide partij<strong>en</strong> zijn dus als het ware ‘stakeholder’ in elkaars investering<strong>en</strong>....resulter<strong>en</strong> in quasi r<strong>en</strong>ts...De specificiteit van de investering<strong>en</strong> impliceert dat de twee partij<strong>en</strong> tot elkaarveroordeeld zijn omdat ze op de externe markt minder kunn<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> danwanneer zij bij elkaar blijv<strong>en</strong>. Wanneer beide partij<strong>en</strong> uit elkaar gaan <strong>en</strong> op deexterne markt hun emplooi zoek<strong>en</strong>, gaat de opbr<strong>en</strong>gst van de specifieke investering<strong>en</strong>immers verlor<strong>en</strong>. De opbr<strong>en</strong>gst uit de relatie tuss<strong>en</strong> de twee partij<strong>en</strong> gaatuit bov<strong>en</strong> wat partij<strong>en</strong> op de markt kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> is daarom vergelijkbaarmet e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>t. Deze opbr<strong>en</strong>gst wordt aangeduid als e<strong>en</strong> quasi-r<strong>en</strong>t, omdat demeeropbr<strong>en</strong>gst pas ex post ontstaat, dat wil zegg<strong>en</strong> nadat de investering<strong>en</strong>gepleegd zijn. De quasi-r<strong>en</strong>ts met<strong>en</strong> de waarde van het voortbestaan van de relatie:het ‘surplus’ dat toe te schrijv<strong>en</strong> is aan de continuïteit van de relatie. 12


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>...e<strong>en</strong> bilateraal monopolie...Door de specifieke investering<strong>en</strong> is er sprake van e<strong>en</strong> bilateraal monopolie inplaats van volledige concurr<strong>en</strong>tie bij de verdeling van de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van dieinvestering<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorwaarde voor volledige concurr<strong>en</strong>tie is namelijk dat iederepartij vrij is om met verschill<strong>en</strong>de alternatieve, concurrer<strong>en</strong>de contractpartij<strong>en</strong>in zee te gaan. Andere marktpartij<strong>en</strong>, die nog ge<strong>en</strong> specifieke investering<strong>en</strong> inde relatie verzonk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, staan echter niet op gelijke voet met de twee partij<strong>en</strong>die reeds in elkaar geïnvesteerd hebb<strong>en</strong>. Voor deze laatste twee partij<strong>en</strong> ishet immers kostbaar om van transactiepartner te verwissel<strong>en</strong>; de uittredingsbarrières(d.w.z. de barrières om de relatie te verbrek<strong>en</strong>) implicer<strong>en</strong> toetredingsbarrièresvoor concurrer<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong>....<strong>en</strong> onderhandeling<strong>en</strong>Waar twee partij<strong>en</strong> het met elkaar e<strong>en</strong>s moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>over</strong> de verdeling van(quasi)r<strong>en</strong>ts die voortvloei<strong>en</strong> uit het voortbestaan van de onderlinge relatie,verlat<strong>en</strong> we de wereld van de marktwerking <strong>en</strong> betred<strong>en</strong> we de wereld van deonderhandeling<strong>en</strong>. Bij deze onderhandeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> zowel parallellebelang<strong>en</strong> (het voortbestaan van de relatie <strong>en</strong> het creër<strong>en</strong> van zoveel mogelijkwaarde binn<strong>en</strong> die relatie) als conflicter<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong> (het verkrijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>groter deel van de (quasi)r<strong>en</strong>ts). De uitkomst van onderhandeling<strong>en</strong> is veelmoeilijker voorspelbaar dan de uitkomst van het marktproces, waarbij het prijsniveauvastligt op het snijpunt van vraag <strong>en</strong> aanbod. Bij onderhandeling<strong>en</strong> hangthet aandeel van beide partij<strong>en</strong> in de opbr<strong>en</strong>gst af van de wederzijdse onderhandelingsmacht.Die onderhandelingsmacht kan afhankelijk zijn van kleinedetails, zoals de vastgestelde onderhandelingsprocedure.37Onderhandeling<strong>en</strong> zijn kostbaar door scheve informatie...Onderhandeling<strong>en</strong> <strong>over</strong> (quasi-)r<strong>en</strong>ts kunn<strong>en</strong> lang dur<strong>en</strong> <strong>en</strong> mede hierdoorkostbaar zijn. Dit geldt met name als er sprake is van asymmetrische informatie<strong>over</strong> de waarde die partij<strong>en</strong> aan de transactie toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> vele partij<strong>en</strong> die bijde transactie zijn betrokk<strong>en</strong>. Onder deze omstandighed<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> gedeelte vande quasi-r<strong>en</strong>ts verlor<strong>en</strong> gaan aan onderhandelingskost<strong>en</strong>. Zo impliceert scheveinformatie dat de onvolledig geïnformeerde partij<strong>en</strong> de geïnformeerde contractpartij<strong>en</strong>e<strong>en</strong> ‘informational r<strong>en</strong>t’ moet<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> zodat de geïnformeerde partij<strong>en</strong>geprikkeld word<strong>en</strong> om de verborg<strong>en</strong> informatie te onthull<strong>en</strong>. Dit verhoogt dekost<strong>en</strong> voor de niet-geïnformeerde partij<strong>en</strong> waardoor welvaartsverhog<strong>en</strong>detransacties niet tot stand kom<strong>en</strong>....maar concurr<strong>en</strong>tie g<strong>en</strong>ereert informatie...De kost<strong>en</strong> van het ontlokk<strong>en</strong> van informatie ontbrek<strong>en</strong> in het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme(d.w.z. wanneer er ge<strong>en</strong> r<strong>en</strong>ts zijn verbond<strong>en</strong> aan het voortbestaanvan e<strong>en</strong> relatie). Concurr<strong>en</strong>tie op de vrije markt kan de partij met de informatievoorsprongdiscipliner<strong>en</strong>. Dit geldt zelfs wanneer inspanning<strong>en</strong> (input) dieeffect hebb<strong>en</strong> op de welvaart van de andere bij e<strong>en</strong> transactie betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>onobserveerbaar zijn voor deze andere partij<strong>en</strong>, zodat er sprake is van e<strong>en</strong> missingmarket voor deze inspanning<strong>en</strong> (zie par. 2.2.2).


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>38...wanneer specifieke investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> scheve informatie <strong>over</strong> kwaliteitproduct ontbrek<strong>en</strong>...Concurr<strong>en</strong>tie werkt discipliner<strong>en</strong>d <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ereert verborg<strong>en</strong> informatie <strong>over</strong> hetgedrag van partij<strong>en</strong> wanneer de partij<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn bij de transactie,niet hebb<strong>en</strong> geïnvesteerd in specifieke activa <strong>en</strong> het product (de output) dat departij met de informatievoorsprong aanbiedt, verhandeld wordt op e<strong>en</strong> (‘spot’)markt met vele alternatieve aanbieders van dit product. De kwaliteit van de outputhoeft niet verifieerbaar te zijn voor derd<strong>en</strong> (zoals bij e<strong>en</strong> contract tuss<strong>en</strong>opdrachtgever <strong>en</strong> opdrachtnemer in par. 2.2.2). Wel moet de kwaliteit van hetproduct goed te beoordel<strong>en</strong> zijn door de vrag<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> die bij de transactiebetrokk<strong>en</strong> zijn: er moet sprake zijn van e<strong>en</strong> transparante markt met zog<strong>en</strong>oemdesearch goods. 13 De partij<strong>en</strong> die volledig geïnformeerd zijn <strong>over</strong> de waarde van deoutput maar onvolledig <strong>over</strong> de inspanning<strong>en</strong> van de aanbieder, hebb<strong>en</strong> dan de‘exit’-optie: ze kunn<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong> met de voet<strong>en</strong> omdat ze kosteloos kunn<strong>en</strong><strong>over</strong>stapp<strong>en</strong> naar alternatieve aanbieders wanneer ze ontevred<strong>en</strong> zijn <strong>over</strong> degeleverde output. Ze gaan alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> transactie aan als de prijs-kwaliteitsverhoudingzodanig is dat de aanbieder beter scoort dan andere aanbieders <strong>en</strong> de prijsniet te hoog is gegev<strong>en</strong> de kwaliteit. Zo g<strong>en</strong>ereert concurr<strong>en</strong>tie op e<strong>en</strong> transparantemarkt impliciet informatie <strong>over</strong> inspanning<strong>en</strong> van aanbieders, waardooropportunistisch gedrag van aanbieders wordt afgestraft. In feite verschaft concurr<strong>en</strong>tieinformatie <strong>over</strong> de kwaliteit van niet-verifieerbare, <strong>en</strong> dus niet contracteerbare,output waardoor ge<strong>en</strong> informatie nodig is <strong>over</strong> de inspanning<strong>en</strong>van aanbieders.Het feit dat concurr<strong>en</strong>tie informatie g<strong>en</strong>ereert <strong>over</strong> de inspanning<strong>en</strong> van aanbiedersis e<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t voor het uitbested<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> aan concurrer<strong>en</strong>departij<strong>en</strong>. Het verschaff<strong>en</strong> van vouchers aan consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, waarbij deze consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de aanbieders, is één van de manier<strong>en</strong>om concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de aanbieders te int<strong>en</strong>siver<strong>en</strong>....zodat marktwerking optimaal isDe markt met vrije concurr<strong>en</strong>tie is optimaal bij scheve informatie <strong>over</strong> input,symmetrische informatie <strong>over</strong> output <strong>en</strong> het ontbrek<strong>en</strong> van specifieke investering<strong>en</strong>.Zonder specifieke investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> adverse selection is er ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong>voor de <strong>over</strong>heid om de uitvoering van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> aan zich te houd<strong>en</strong>.Concurr<strong>en</strong>tie maakt output ‘meetbaar’. De uitvoerder van de <strong>publieke</strong> taak heeftvolledige beslissingsvrijheid <strong>over</strong> de inrichting van het productieproces <strong>en</strong> kaneig<strong>en</strong>aar zijn van de gebruikte activa. Het <strong>over</strong>drag<strong>en</strong> van de residual right ofcontrol is dan direct gekoppeld aan het <strong>over</strong>drag<strong>en</strong> van de residual claims.Naarmate de input van de aanbieder moeilijker meetbaar is, word<strong>en</strong> de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>om de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> aan de aanbieder <strong>over</strong> te drag<strong>en</strong> sterker:deze aanbieder heeft namelijk in feite residual control (omdat inspanning<strong>en</strong> nietobserveerbaar zijn).


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Trade-off tuss<strong>en</strong> informatie <strong>en</strong> specifieke investering<strong>en</strong>De informatieg<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>de capaciteit van concurr<strong>en</strong>tie resulteert in e<strong>en</strong> trade-offtuss<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds, het profiter<strong>en</strong> van specifieke investering<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>gaanmet het opbouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> relatie met e<strong>en</strong> specifieke aanbieder <strong>en</strong>, anderzijds,het profiter<strong>en</strong> van de informatieg<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie waardooropportunistisch gedrag van aanbieders kan word<strong>en</strong> afgeschaft. Deze tradeoffhangt vooral af van de bat<strong>en</strong> van de synergie van specifieke investering<strong>en</strong>versus de kost<strong>en</strong> van opportunistisch gedrag (die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de mate vanscheve informatie <strong>over</strong> input).2.2.5hold-up <strong>en</strong> commitm<strong>en</strong>tHold-upE<strong>en</strong> hold-upsituatie (d.w.z. berov<strong>en</strong>) doet zich voor wanneer e<strong>en</strong> partij in het verled<strong>en</strong> specifiekeinvestering<strong>en</strong> heeft gedaan in de relatie met e<strong>en</strong> andere partij. Nadat deze investering<strong>en</strong> zijn verricht,kan de andere partij de investeerder het r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t van zijn investering deels afhandigmak<strong>en</strong>. Dit r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t is immers afhankelijk van het voortbestaan van de relatie tuss<strong>en</strong> beidepartij<strong>en</strong>, omdat de investering<strong>en</strong> relatiespecifiek zijn. De investeerder, op zijn beurt, zal dit probleemveelal zi<strong>en</strong> aankom<strong>en</strong>. Hij zal daarom minder in de relatie invester<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer in flexibiliteitom op die manier minder kwetsbaar te zijn in onderhandeling<strong>en</strong>.39Commitm<strong>en</strong>tCommitm<strong>en</strong>t is de mogelijkheid van e<strong>en</strong> partij om zich op tijdstip 1 op e<strong>en</strong> geloofwaardige wijzevast te legg<strong>en</strong> voor haar gedrag op tijdstip 2. Het begrip is hiermee nauw gerelateerd aan het eerderbesprok<strong>en</strong> begrip opportunisme: het gevraagde commitm<strong>en</strong>t is veelal dat e<strong>en</strong> partij zich optijdstip 2 niet opportunistisch zal gedrag<strong>en</strong>.Onderhandeling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> ex-post kost<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>;ook ex ante kan de anticipatie op toekomstige onderhandeling<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot aanzi<strong>en</strong>lijkverlies aan doelmatigheid. Dit is het hold-upprobleem. E<strong>en</strong> partij diee<strong>en</strong> specifieke investering pleegt in de relatie met e<strong>en</strong> ander, maakt zich hiermeemeer afhankelijk van die ander. Immers, de opbr<strong>en</strong>gst van die specifieke investering<strong>en</strong>is afhankelijk van de bereidheid van de andere partij om de relatie voortte zett<strong>en</strong>. Die toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> afhankelijkheid verzwakt de onderhandelingspositievan deg<strong>en</strong>e die veel in de relatie investeert. E<strong>en</strong> deel van de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van despecifieke investering<strong>en</strong> dreigt aldus terecht te kom<strong>en</strong> bij de andere partij in derelatie. De investeerder zal deze gang van zak<strong>en</strong> aan voel<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Hij zal dusterughoud<strong>en</strong>d zijn bij het invester<strong>en</strong> in de relatie omdat hij verwacht slechts e<strong>en</strong>deel van de opbr<strong>en</strong>gst van zijn investering<strong>en</strong> terug te zi<strong>en</strong>. Het andere deel vande investering<strong>en</strong> komt terecht bij de andere partij, als gevolg van haar versterkteonderhandelingspositie. M<strong>en</strong> zou ook kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> extern effect:de specifieke investering<strong>en</strong> van de één leid<strong>en</strong> via heronderhandeling<strong>en</strong> totvoordeel voor de ander. Welvaartsverhog<strong>en</strong>de specifieke investering<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>achterwege omdat de bat<strong>en</strong> van specifieke investering<strong>en</strong> niet volledig door deinvester<strong>en</strong>de partij word<strong>en</strong> geïnternaliseerd. Dit is het zog<strong>en</strong>aamde hold-upprobleem.Verder invester<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> te veel in het behoud<strong>en</strong> van flexibiliteit


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>waardoor ze hun onderhandelingspositie versterk<strong>en</strong>. Deze investering<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>e<strong>en</strong> negatief extern effect voor de andere contractpartij. Deze investering<strong>en</strong>zijn niet gericht op het vergrot<strong>en</strong> van de waarde van de relatie maar op hetverkrijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groter deel van de quasi-r<strong>en</strong>ts die aan de relatie verbond<strong>en</strong>zijn. Deze investering<strong>en</strong> zijn dan ook verspill<strong>en</strong>d.Het hold-upprobleem ontstaat op het kruispunt van twee afwijking<strong>en</strong> van hetideaalmodel van de bloem<strong>en</strong>veiling: de specificiteit van investering<strong>en</strong> veranderte<strong>en</strong> markt in e<strong>en</strong> onderhandelingsomgeving <strong>en</strong> het investeringskarakter introduceertvolgtijdelijkheid in beslissing<strong>en</strong>. Deze volgtijdelijkheid leidt tot e<strong>en</strong>probleem van commitm<strong>en</strong>t. Zou de niet-invester<strong>en</strong>de partij zich ex ante kunn<strong>en</strong>vastlegg<strong>en</strong> op haar onderhandelingsgedrag, dan zou de investeerder zich nietterughoud<strong>en</strong>d op hoev<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> bij zijn investering<strong>en</strong>. Het probleem is echterdat de niet-invester<strong>en</strong>de partij vaak ge<strong>en</strong> feitelijke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft om zichgeloofwaardig te committer<strong>en</strong> aan haar beloft<strong>en</strong> <strong>over</strong> de toekomstige onderhandelingsstrategie.Dus blijv<strong>en</strong> investering<strong>en</strong> in de relatie achter bij het optimum,vaak tot wederzijds nadeel.40Het hold-upprobleem is ook het gevolg van de niet-verifieerbaarheid van de specifiekeinvestering<strong>en</strong>. Wanneer de specifieke investering<strong>en</strong> verifieerbaar zijn,dan kan de andere partij belov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gedeelte van de kost<strong>en</strong> van de investering<strong>en</strong>voor haar rek<strong>en</strong>ing te nem<strong>en</strong>. In feite betaalt deze partij de invester<strong>en</strong>de partije<strong>en</strong> subsidie t<strong>en</strong> behoeve van de internalisatie van de positieve externe effect<strong>en</strong>.2.2.6 complete contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> ex-ante competitieComplete contract<strong>en</strong>...Contract<strong>en</strong> (d.w.z. afsprak<strong>en</strong>) kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bij het oploss<strong>en</strong> van het commitm<strong>en</strong>tprobleem.Deze oplossing werkt wanneer de contractpartij<strong>en</strong> ex ante(d.w.z. voordat de specifieke investering<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> compleet contractkunn<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>. Zo’n compleet contract legt de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> van de contractpartij<strong>en</strong>in elke relevante situatie vast. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de naleving van hetcontract word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>: de verdeling van recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> is in elked<strong>en</strong>kbare situatie zodanig dat het in het belang van elke partij is om het contractook daadwerkelijk uit te voer<strong>en</strong>. De beloft<strong>en</strong> van de contractpartij<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zogeloofwaardig....bescherm<strong>en</strong> specifieke investering<strong>en</strong>...E<strong>en</strong> dergelijk contract beschermt specifieke investering<strong>en</strong>: de verdeling van debat<strong>en</strong> van de relatie wordt volledig vastgelegd voordat de investering<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>.Dit sluit onderhandeling<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> hiermee opportunistisch gedrag van deandere contractpartij<strong>en</strong> nadat e<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> in de relatie heeft geïnvesteerd....<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie om de markt toe…Door de complete contract<strong>en</strong> af te sluit<strong>en</strong> voordat specifieke investering<strong>en</strong>quasi-r<strong>en</strong>ts gecreëerd hebb<strong>en</strong>, kan geprofiteerd word<strong>en</strong> van het concurr<strong>en</strong>tie-


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>mechanisme. Op dat mom<strong>en</strong>t zijn de contractpartij<strong>en</strong> immers nog niet tot elkaarveroordeeld. Door te dreig<strong>en</strong> de relatie te verbrek<strong>en</strong> wanneer ze ontevred<strong>en</strong> zijn<strong>over</strong> de door de andere partij<strong>en</strong> geleverde prestaties, kunn<strong>en</strong> ze elkaar dwing<strong>en</strong>het achterste van hun tong te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Zo g<strong>en</strong>ereert ex-ante concurr<strong>en</strong>tie omde markt informatie <strong>over</strong> de inspanning<strong>en</strong> van de contractpartij<strong>en</strong>. Deze discipliner<strong>en</strong>dewerking van het marktmechanisme bestrijdt opportunistisch gedrag.De <strong>over</strong>heid kan bij het uitbested<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> van dit concurr<strong>en</strong>tiemechanisme(Sappington <strong>en</strong> Stiglitz 1987). Verschill<strong>en</strong>de marktpartij<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> aanbesteding do<strong>en</strong> voor het contract voordat ze de eerste specifiekeinvestering pleg<strong>en</strong>. Er is dan ge<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie op de markt maar om demarkt. Onderhandeling<strong>en</strong> zijn niet nodig omdat alle transacties word<strong>en</strong> afgewikkeldvoordat de relatie begint. De concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>demarktpartij<strong>en</strong> stelt de <strong>over</strong>heid in staat de ev<strong>en</strong>tuele r<strong>en</strong>ts die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> metde transacties, naar zich toe te trekk<strong>en</strong>. Hoe groter het aantal pot<strong>en</strong>tiële aanbieders,hoe beter de <strong>over</strong>heid daarin zal slag<strong>en</strong>. 14...als output goed te definiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> verifiër<strong>en</strong> isDe combinatie van ex-ante concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> complete contract<strong>en</strong> disciplineert decontractpartij<strong>en</strong>. Voordat de specifieke investering<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>, doet marktwerkinghaar heilzame werk <strong>en</strong> hierna wordt deze rol <strong>over</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door hetcomplete contract. Enerzijds zijn de voorwaard<strong>en</strong> voor de optimaliteit vanex-ante concurr<strong>en</strong>tie om de markt zwakker dan die voor ex-post concurr<strong>en</strong>tie opde markt omdat ex-ante concurr<strong>en</strong>tie ook goed functioneert bij specifieke investering<strong>en</strong>.Anderzijds stelt ex-ante concurr<strong>en</strong>tie zwaardere eis<strong>en</strong> aan de verifieerbaarheidvan de door de contractpartij<strong>en</strong> geleverde prestatie. Zo di<strong>en</strong>t de kwaliteitvan het te lever<strong>en</strong> product ex ante (d.w.z. voordat de specifieke investering<strong>en</strong>plaatsvind<strong>en</strong>) te word<strong>en</strong> gedefinieerd in elke situatie die zich gedur<strong>en</strong>de degehele duur van de relatie kan voordo<strong>en</strong>. Verder moet de rechter de kwaliteit vande output kunn<strong>en</strong> verifiër<strong>en</strong> om te kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> of contractpartij<strong>en</strong> aan hunverplichting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voldaan. De rol van het juridische systeem is dan ookgroter bij concurr<strong>en</strong>tie om de markt dan bij concurr<strong>en</strong>tie op de markt. 15De rechter moet de commitm<strong>en</strong>t aan het contract immers kunn<strong>en</strong> afdwing<strong>en</strong>.Ex-ante concurr<strong>en</strong>tie is dus optimaal wanneer de output ex-ante goed te definiër<strong>en</strong><strong>en</strong> ex-post goed te verifiër<strong>en</strong> is, input niet goed te met<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> er veleconcurrer<strong>en</strong>de aanbieders zijn.41Output niet maar input wel goed verifieerbaarContract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> het commitm<strong>en</strong>tprobleem ook oploss<strong>en</strong> als de specifiekeinvestering<strong>en</strong> zelf verifieerbaar zijn. In dat geval kan e<strong>en</strong> contract voor de uitvoeringvan <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> specificer<strong>en</strong> dat de <strong>over</strong>heid de investering<strong>en</strong> betaalt<strong>en</strong> <strong>over</strong> deze investering<strong>en</strong> beslist. In feite voert de <strong>over</strong>heid de <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>dan zelf uit door op input te stur<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>2.2.7 incomplete contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domComplete contract<strong>en</strong> zijn kostbaar...Complete contract<strong>en</strong> zijn kostbaar door verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> transactiekost<strong>en</strong>.Voordat e<strong>en</strong> contract wordt afgeslot<strong>en</strong> (ex ante) di<strong>en</strong><strong>en</strong> alle mogelijke ev<strong>en</strong>tualiteit<strong>en</strong>te word<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd <strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Dan moet er word<strong>en</strong> onderhandeld<strong>over</strong> alle mogelijke ev<strong>en</strong>tualiteit<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s di<strong>en</strong><strong>en</strong> de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong>van alle contractpartij<strong>en</strong> in elke ev<strong>en</strong>tualiteit precies te word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong>,zodat na afloop door e<strong>en</strong> derde partij (bijv. de rechter) kan word<strong>en</strong> geverifieerdof de partij<strong>en</strong> aan hun verplichting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voldaan. Nadat het contract isafgeslot<strong>en</strong> (ex post), moet gemonitord word<strong>en</strong> of de partij<strong>en</strong> zich aan het contracthoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t de naleving van het contract te word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>.42De beperkte rationaliteit van de m<strong>en</strong>s, zijn opportunisme <strong>en</strong> asymmetrischeinformatie verhog<strong>en</strong> de transactiekost<strong>en</strong>. De beperkte rationaliteit (zie ookpar. 2.2.3) wreekt zich met name in complexe, onzekere <strong>en</strong> on<strong>over</strong>zichtelijkesituaties die zich <strong>over</strong> e<strong>en</strong> langere periode uitstrekk<strong>en</strong>. In dergelijke omstandighed<strong>en</strong>is het niet e<strong>en</strong>voudig alle ev<strong>en</strong>tualiteit<strong>en</strong> van tevor<strong>en</strong> te doord<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong>ev<strong>en</strong>tuele oplossing<strong>en</strong> met contractpartners vast te legg<strong>en</strong>. Scheve informatie<strong>over</strong> de waarde die verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> aan de transactie toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, resulteertin onderhandelingskost<strong>en</strong> (zie par. 2.2.4). Opportunisme impliceert dat contractpartij<strong>en</strong>zich alle<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> contract houd<strong>en</strong> zolang dat in hun belang is.Alle<strong>en</strong> dan zijn de beloft<strong>en</strong> <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> in het contract geloofwaardig. Om ditte bereik<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> de afsprak<strong>en</strong> zorgvuldig te word<strong>en</strong> geformuleerd zodat departij<strong>en</strong> de ambiguïteit van het contract niet kunn<strong>en</strong> misbruik<strong>en</strong> om onder decontractuele verplichting<strong>en</strong> uit te kom<strong>en</strong>. Zo’n zorgvuldige formulering van hetcontract kan aanzi<strong>en</strong>lijke kost<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Ook onzekerheid <strong>over</strong>toekomstige doel<strong>en</strong> van contractpartij<strong>en</strong> (<strong>en</strong> de plicht<strong>en</strong> die ze bijgevolg aan deander zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong>) mak<strong>en</strong> complete contract<strong>en</strong> duur.Contractpartij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vaak moeilijk objectief specificer<strong>en</strong> wat er precies vande andere contractpartij wordt verlangd in elke ev<strong>en</strong>tualiteit. Zeker in e<strong>en</strong> dynamischeomgeving met snelle technologische ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> snelle maatschappelijkeverandering<strong>en</strong> is het te lever<strong>en</strong> product van tevor<strong>en</strong> nauwelijksgoed te specificer<strong>en</strong>. De criteria op grond waarvan di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> beoordeeldof de contractpartij<strong>en</strong> aan hun verplichting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voldaan, kunn<strong>en</strong> vantevor<strong>en</strong> niet objectief word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> zodat achteraf niet goed kan word<strong>en</strong>geverifieerd of de verplichting<strong>en</strong> daadwerkelijk zijn nagekom<strong>en</strong>. Omdat bij hetbeoordel<strong>en</strong> van de kwaliteit van het geleverde product allerlei subjectieve factor<strong>en</strong>e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> deze criteria vaak zelfs ex post niet word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> waarom e<strong>en</strong> derde partij moeilijk kan nagaan of partij<strong>en</strong>aan hun verplichting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voldaan, is niet-verifieerbare informatie,bijvoorbeeld <strong>over</strong> de kwaliteit van het geleverde product.E<strong>en</strong> typisch voorbeeld van de onzekerheid <strong>over</strong> de in de toekomst te lever<strong>en</strong>prestaties betreft de politiecommissaris in de middelgrote stad. Hij wordt aangesteldals hoofd van het korps met de opdracht er het beste van te mak<strong>en</strong>. Wat dat


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>beste precies is, weet op dat mom<strong>en</strong>t noch de opdrachtgever noch de opdrachtnemer;<strong>en</strong> als ze het al wet<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze dat in ieder geval niet nauwkeurigomschrijv<strong>en</strong>. Als het aantal beroving<strong>en</strong> uit de hand loopt, is dat zijn eerste prioriteit.Als de politieke mode zegt dat de jeugdcriminaliteit topprioriteit is, danmoet hij daar wat aan do<strong>en</strong>. Zijn beloning is de promotie, tot politiecommissarisin Amsterdam, precies zoals beschrev<strong>en</strong> in het toernooimodel in paragraaf 2.2.3....<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> in incomplete contract<strong>en</strong>...Transactiekost<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> in incomplete contract<strong>en</strong>. Deze contract<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>niet vast wat er in elke observeerbare (ex post) situatie di<strong>en</strong>t te gebeur<strong>en</strong>.Dit impliceert dat er na het afsluit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dergelijk incompleet contract nogmoet word<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> wat te do<strong>en</strong> in de ev<strong>en</strong>tualiteit<strong>en</strong> die niet in het contractzijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het gaat hierbij om activiteit<strong>en</strong> van de contractpartij<strong>en</strong> dieconsequ<strong>en</strong>ties hebb<strong>en</strong> voor de andere partij<strong>en</strong> maar niet in het oorspronkelijkecontract war<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (externe effect<strong>en</strong>). In feite is er dan sprake van e<strong>en</strong>nieuwe transactie waarbij de contractpartij<strong>en</strong> weer op e<strong>en</strong> lijn prober<strong>en</strong> tekom<strong>en</strong>. Deze nieuwe transactie beoogt de externe effect<strong>en</strong> te internaliser<strong>en</strong> di<strong>en</strong>og niet in het incomplete contract war<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Bij deze nieuwe transactie zijn de contractpartij<strong>en</strong> tot elkaar veroordeeld als ze ine<strong>en</strong> eerder stadium specifieke investering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gedaan. Williamson noemtdit de ‘fundam<strong>en</strong>tele transformatie’: terwijl de contractpartij<strong>en</strong> bij het aangaanvan de relatie nog de optie hebb<strong>en</strong> met andere partij<strong>en</strong> in zee te gaan, wordt ditsteeds minder aantrekkelijk naarmate de partij<strong>en</strong> meer specifieke investering<strong>en</strong>in de relatie hebb<strong>en</strong> verzonk<strong>en</strong>. Door de specifieke investering<strong>en</strong> ontstaanimmers quasi-r<strong>en</strong>ts, die verdwijn<strong>en</strong> als de relatie zou word<strong>en</strong> verbrok<strong>en</strong>.43De combinatie van het incomplete contract <strong>en</strong> de specifieke investering<strong>en</strong> impliceertdat er nu ex post (d.w.z. nadat de specifieke investering<strong>en</strong> zijn gepleegd)onderhandeld moet word<strong>en</strong> <strong>over</strong> de quasi-r<strong>en</strong>ts (zie par. 2.2.4). Het incompletecontract heeft deze verdeling namelijk niet ex ante (d.w.z. voordat de specifiekeinvestering<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gepleegd) vastgelegd. Deze onderhandeling<strong>en</strong> creër<strong>en</strong> deruimte voor conflict<strong>en</strong> <strong>en</strong> opportunistisch gedrag: partij<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> degat<strong>en</strong> in het incomplete contract uit te buit<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> groter deel van de quasir<strong>en</strong>ts(van de oorspronkelijke specifieke investering<strong>en</strong>) <strong>en</strong> van de ev<strong>en</strong>tuele bat<strong>en</strong>van nieuwe (in het oorspronkelijke contract) onvoorzi<strong>en</strong>e activiteit<strong>en</strong> naar zichtoe te trekk<strong>en</strong>. Dit opportunistische gedrag kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk verliesaan doelmatigheid, niet alle<strong>en</strong> ex post (zie par. 2.2.4) maar ook ex ante, als de toekomstigeonderhandeling<strong>en</strong> hun schaduw vooruitwerp<strong>en</strong> (zie par. 2.2.5 <strong>over</strong>hold-up). In feite kan e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk deel van de waarde van de relatie verlor<strong>en</strong>gaan aan conflict<strong>en</strong> die het gevolg zijn van de gat<strong>en</strong> in het incomplete contract....<strong>en</strong> besturingsmechanism<strong>en</strong>Om deze doelmatigheidskost<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong> legt het incomplete contract meestalcriteria (randvoorwaard<strong>en</strong>) <strong>en</strong> het besluitvormingsmechanisme vast waarbinn<strong>en</strong>de besluitvorming (c.q. de onderhandeling<strong>en</strong>) <strong>over</strong> aanpassing<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitwer-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>king<strong>en</strong> van het incomplete contract di<strong>en</strong><strong>en</strong> plaats te vind<strong>en</strong>. Er is dan sprake vane<strong>en</strong> besturingsmechanisme of relationeel contract (g<strong>over</strong>nance structure) dat hetraamwerk vormt voor de onderhandeling<strong>en</strong> die het contract verder invull<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> dergelijk besturingsmechanisme is de grondwet. Dit incompletecontract, dat alle<strong>en</strong> de grondprincipes bevat waaraan besluit<strong>en</strong> moetvoldo<strong>en</strong>, specificeert de rol van verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> bij verdere besluitvorming.Zo wordt e<strong>en</strong> deel van de beslissingsbevoegdhed<strong>en</strong> gedelegeerd aan de politiek.44Eig<strong>en</strong>dom...E<strong>en</strong> relationeel contract kan de beslissingsbevoegdheid (‘authority’, ‘discretie,’of ‘residual right of control’) wat te do<strong>en</strong> (binn<strong>en</strong> de randvoorwaard<strong>en</strong> die reedsin het ex ante incomplete contract zijn beschrev<strong>en</strong>) in het geval van in hetincomplete contract niet-gespecificeerde ev<strong>en</strong>tualiteit<strong>en</strong> deleger<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> vande contractpartij<strong>en</strong> (of aan e<strong>en</strong> derde partij). 16 Soms zal die beslissingsbevoegdheidvoor verschill<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong> bij verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>.Het begrip ‘residual right of control’ geeft het eig<strong>en</strong>domsbegrip van fysiekeactiva economische inhoud (zie Grossman <strong>en</strong> Hart 1986): e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>aar van e<strong>en</strong>activum heeft de discretie om met dat activum te do<strong>en</strong> wat hij wil buit<strong>en</strong> derestricties van de (incomplete) contract<strong>en</strong>.Eig<strong>en</strong>dom verschaft e<strong>en</strong> partij het recht e<strong>en</strong>zijdig <strong>over</strong> dat eig<strong>en</strong>dom te besliss<strong>en</strong>.In eerste instantie is e<strong>en</strong> arbeidscontract e<strong>en</strong> contract waarbij het eig<strong>en</strong>dom<strong>over</strong> iemands arbeidstijd wordt <strong>over</strong>gedrag<strong>en</strong> aan de werkgever met als teg<strong>en</strong>prestatiee<strong>en</strong> van tevor<strong>en</strong> vastgelegd uurloon. De werkgever mag, binn<strong>en</strong> allerleigr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>, besliss<strong>en</strong> hoe die arbeidstijd wordt ingezet. Hij is gevrijwaard van hethold-upprobleem, omdat het loon in het contract bij voorbaat is vastgelegd.E<strong>en</strong> heldere afbak<strong>en</strong>ing van eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> is lang niet altijd mogelijk. Hetarbeidscontract is hiervan e<strong>en</strong> goed voorbeeld. De werkgever mag besliss<strong>en</strong> <strong>over</strong> deinzet van die arbeidstijd, maar binn<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> die niet altijd e<strong>en</strong>duidig vastligg<strong>en</strong>....<strong>en</strong> delegatie van beslissingsbevoegdheid krijg<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is...De combinatie van specifieke investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> incomplete contract<strong>en</strong> geeftbetek<strong>en</strong>is aan het deleger<strong>en</strong> van tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> beslissingsbevoegdheid in het algeme<strong>en</strong><strong>en</strong> het deleger<strong>en</strong> van de uitvoering van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> door de <strong>over</strong>heidaan andere partij<strong>en</strong> in het bijzonder. De incomplete contract<strong>en</strong> implicer<strong>en</strong>immers dat niet alle beslissing<strong>en</strong> ex ante zijn g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maar dat er ook ex postnog keuzeruimte <strong>over</strong>blijft om de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong>vast te legg<strong>en</strong>. De specifieke investering<strong>en</strong> (<strong>en</strong> de daarmee gepaard gaandequasi-r<strong>en</strong>ts) implicer<strong>en</strong> dat beslissingsbevoegdheid waardevol is <strong>en</strong> dat beslissing<strong>en</strong>niet door de concurr<strong>en</strong>tie (de exit-optie van de andere partij<strong>en</strong>) word<strong>en</strong>afgedwong<strong>en</strong>. Wie de autoriteit (de ‘macht’) heeft om te besliss<strong>en</strong> wat ergebeurt in onvoorzi<strong>en</strong>e omstandighed<strong>en</strong> (zolang er ge<strong>en</strong> nieuw contract wordtafgeslot<strong>en</strong>), kan immers e<strong>en</strong> groter deel van de r<strong>en</strong>ts die binn<strong>en</strong> de relatie ontstaannaar zich toe trekk<strong>en</strong> omdat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere positie heeft in de onderhandeling<strong>en</strong><strong>over</strong> e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel nieuw contract.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>...inclusief het uitbested<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>Bij complete contract<strong>en</strong> word<strong>en</strong> alle beslissing<strong>en</strong> ex ante g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De uitbestedingvan <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> derde partij heeft dan ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is. Het contractlegt alle beslissing<strong>en</strong> van de derde partij immers reeds vast. Hetzelfde geldtvoor e<strong>en</strong> situatie waarin wet- <strong>en</strong> regelgeving alle beslissing<strong>en</strong> van tevor<strong>en</strong> vastlegg<strong>en</strong>.Wet- <strong>en</strong> regelgeving (regulering) vorm<strong>en</strong> in feite e<strong>en</strong> contract dat e<strong>en</strong>zijdigdoor de <strong>over</strong>heid wordt opgelegd: de <strong>over</strong>heid heeft bij de onderhandeling<strong>en</strong><strong>over</strong> dit ‘contract’ alle onderhandelingsmacht.Wet- <strong>en</strong> regelgeving legg<strong>en</strong> doorgaans <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet alle beslissing<strong>en</strong> vast <strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> hiermee e<strong>en</strong> incompleet contract. De residuele beslissingsbevoegdheidblijft meestal bij de particuliere sector die vrij is te handel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de randvoorwaard<strong>en</strong>van het contract. Als de <strong>over</strong>heid wet- <strong>en</strong> regelgeving echterzonder kost<strong>en</strong> kan verander<strong>en</strong>, ligt de residuele beslissingsbevoegdheid in feitetoch bij de <strong>over</strong>heid omdat de <strong>over</strong>heid dan in feite in het geheel niet gebond<strong>en</strong>is aan wet- <strong>en</strong> regelgeving.Impliciete contract<strong>en</strong>Incomplete contract<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> in relationele contract<strong>en</strong> maar ookin impliciete contract<strong>en</strong>. Hierbij word<strong>en</strong> alle recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> niet explicietvastgelegd in e<strong>en</strong> compleet, verifieerbaar contract maar hebb<strong>en</strong> de contractpartij<strong>en</strong>wel gezam<strong>en</strong>lijke (maar niet gecodificeerde <strong>en</strong> dus niet-verifieerbare)verwachting<strong>en</strong> <strong>over</strong> de manier waarop conflict<strong>en</strong> <strong>over</strong> de verdeling van r<strong>en</strong>tsdi<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> beslecht. Deze impliciete contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong>afgedwong<strong>en</strong> door de rechter. De rechter kan immers niet verifiër<strong>en</strong> of m<strong>en</strong>zich gehoud<strong>en</strong> heeft aan recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> die niet zijn omschrev<strong>en</strong>.45Impliciete contract<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ‘self <strong>en</strong>forcing’ zijn, dat wil zegg<strong>en</strong> dat het in hetbelang van de contractpartij<strong>en</strong> moet zijn zich aan het impliciete contract te houd<strong>en</strong>zonder dat de rechter er aan te pas hoeft te kom<strong>en</strong>. Reputatie (<strong>en</strong> het verliesvan die reputatie als m<strong>en</strong> zich niet aan het impliciete contract houdt) is e<strong>en</strong>belangrijke red<strong>en</strong> waarom partij<strong>en</strong> zich aan afsprak<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>, zelfs als dat nietin hun kortetermijnbelang is. Reputatie maakt beloft<strong>en</strong> geloofwaardig om inonvoorzi<strong>en</strong>e omstandighed<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de belang<strong>en</strong> van alle bijde relatie betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>. Reputatie wordt opgebouwd door het ‘verantwoord’gebruik van beslissingsmacht. De dad<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>t zijn e<strong>en</strong> signaalvoor andere ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat de ag<strong>en</strong>t met reputatie ge<strong>en</strong> misbruik zal mak<strong>en</strong> vanzijn macht. Reputatie is waardevol: het is e<strong>en</strong> activum waaraan r<strong>en</strong>ts zijn verbond<strong>en</strong>.Het br<strong>en</strong>gt andere partij<strong>en</strong> er namelijk toe eerder (d.w.z. teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lagereprijs) relaties aan te gaan met e<strong>en</strong> partij die ze vertrouw<strong>en</strong>. De dreiging vanhet verlies van reputatie maakt beloft<strong>en</strong> immers geloofwaardig. Reputatie vermindertde spanning tuss<strong>en</strong> flexibiliteit (ex-post effici<strong>en</strong>cy) <strong>en</strong> commitm<strong>en</strong>t(ex-ante effici<strong>en</strong>cy). E<strong>en</strong> partij met e<strong>en</strong> goede reputatie hoeft ge<strong>en</strong> inflexibelexpliciet contract af te sluit<strong>en</strong> dat in bepaalde onvoorzi<strong>en</strong>e ev<strong>en</strong>tualiteit<strong>en</strong> kostbaaris om uit te voer<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>2.2.8 e<strong>en</strong> typologie van transactievorm<strong>en</strong>46De analyse in deze paragraaf laat zi<strong>en</strong> dat de klassieke dichotomie markt versushiërarchie de werkelijkheid niet dekt. De praktijk k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> veelvoud aan transactievorm<strong>en</strong>.In deze paragraaf zull<strong>en</strong> wij deze multidim<strong>en</strong>sionale werkelijkheid<strong>en</strong>igszins schematiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>er schema sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>. Zo ontstaate<strong>en</strong> beter zicht op de karakteristiek<strong>en</strong> die de effectiviteit van transactievorm<strong>en</strong>bepal<strong>en</strong>. Contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> langs e<strong>en</strong> aantal dim<strong>en</strong>sies.In deze paragraaf vatt<strong>en</strong> we de transactievorm<strong>en</strong> in vier hoofdvorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>:• de veilingmarkt (vm). Op de veilingmarkt wordt alles <strong>over</strong>gelat<strong>en</strong> aan hetvrije spel van de kracht<strong>en</strong> van vraag <strong>en</strong> aanbod. Als er aan zowel de vraagzijdeals de aanbodzijde maar één partij is, gaat de veilingmarkt <strong>over</strong> in onderhandelingwaarbij de onderhandelingspartij<strong>en</strong> in het geheel niet zijn gebond<strong>en</strong>aan eerdere afsprak<strong>en</strong>;• e<strong>en</strong> afdwingbaar compleet contract (acc). Deze contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> door derechter word<strong>en</strong> geverifieerd <strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>. Niet-verifieerbare <strong>en</strong> incompleteinformatie kan in afdwingbare contract<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut, omdat hetcontract dan niet langer met e<strong>en</strong> beroep op de rechter kan word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>.Het contract legt ex ante de wederzijdse verplichting<strong>en</strong> van de contractpartij<strong>en</strong>vast in elke situatie die zich ex post kan voordo<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de rechterkan word<strong>en</strong> geverifieerd. Omdat alle verplichting<strong>en</strong> ex ante word<strong>en</strong> vastgelegd,verg<strong>en</strong> deze contract<strong>en</strong> ex post ge<strong>en</strong> heronderhandeling<strong>en</strong>. Enerzijdsgeeft dit de contractpartij<strong>en</strong> ex ante zekerheid <strong>over</strong> de toekomstige plicht<strong>en</strong>van de andere partij. Anderzijds is het contract relatief inflexibel, omdat hetalle<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> geconditioneerd op de beperkte informatie die ex antebeschikbaar is of gespecificeerd kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong> ex post door de rechter kanword<strong>en</strong> geverifieerd;• e<strong>en</strong> zelfhandhav<strong>en</strong>d contract (zc). Zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> zijn niet juridischafdwingbaar. Zij kunn<strong>en</strong> hierdoor ook word<strong>en</strong> gebaseerd op informatiedie niet voor derd<strong>en</strong> verifieerbaar is (maar wel observeerbaar voor alle contractpartij<strong>en</strong>).Teg<strong>en</strong><strong>over</strong> dit voordeel van het gebruik van extra informatiestaat het nadeel dat deze contract<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> zelfhandhav<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> zijn opgrond van de reputatie van contractpartij<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verwacht toekomstig surplusin de relatie tuss<strong>en</strong> de contractpartij<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> onder die voorwaard<strong>en</strong>heeft ge<strong>en</strong> van de contractpartij<strong>en</strong> er belang bij zich aan de contractverplichting<strong>en</strong>te onttrekk<strong>en</strong>; ze verliez<strong>en</strong> dan immers r<strong>en</strong>ts die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> methun reputatie of het voortbestaan van de onderlinge relatie;• e<strong>en</strong> afdwingbaar incompleet contract (aic). Dergelijke contract<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> dein de toekomst te bereik<strong>en</strong> uitkomst niet van tevor<strong>en</strong> precies vast, maarbevatt<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de procedures waarlangs in de toekomst <strong>over</strong>de verdere gang van zak<strong>en</strong> zal word<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong>. Dit laatste kan bijvoorbeelddoor één van de partij<strong>en</strong> het eig<strong>en</strong>domsrecht (lees: beslissingrecht) t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>van bepaalde aspect<strong>en</strong> toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Deze procedure is juridischafdwingbaar. 17 Incomplete contract<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> later stadium vaak aanleidingtot hernieuwde onderhandeling<strong>en</strong> <strong>over</strong> de ‘gat<strong>en</strong>’ die het contract heeftop<strong>en</strong>gelat<strong>en</strong>. Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan waarde omdat ze de onderhan-


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>delingsmacht van de partij met de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong>aarmag immers besliss<strong>en</strong> wat er gebeurt als er ge<strong>en</strong> nieuw contract wordt geslot<strong>en</strong>.De laatste drie contractvorm<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vorm van volgtijdelijkheid:de afsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij voorbaat (ex ante) gemaakt <strong>en</strong> naderhand (ex post) uitgevoerd.De volgtijdelijkheid kan te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met het beschikbaar kom<strong>en</strong>van informatie (ex ante ontbreekt informatie die ex post wel beschikbaar is) ofhet pleg<strong>en</strong> van specifieke investering<strong>en</strong> (de investering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ex ante nogniet plaatsgevond<strong>en</strong> maar ex post wel). In contract<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> gemaakt<strong>over</strong> input <strong>en</strong>/of output, conditioneel op de informatie die bij de implem<strong>en</strong>tatievan het contract beschikbaar is. Ex post zijn de partij<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> aan de afsprak<strong>en</strong>die ze ex ante hebb<strong>en</strong> gemaakt. Dit onderscheidt contract<strong>en</strong> van de veilingmarkt,waarbij de partij<strong>en</strong> in het geheel niet gebond<strong>en</strong> zijn aan eerdere afsprak<strong>en</strong>.Incomplete contract<strong>en</strong> zijn vooral van belang als er van tevor<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>deinformatie is om e<strong>en</strong> compleet contract op te schrijv<strong>en</strong> waarin alle toekomstigeverplichting<strong>en</strong> vooraf word<strong>en</strong> vastgelegd. Soms is de situatie nog verwarr<strong>en</strong>der<strong>en</strong> is het zelfs niet mogelijk aan te gev<strong>en</strong> wie wanneer welke beslissing magnem<strong>en</strong>. In dat geval zijn eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> niet goed te definiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontstaate<strong>en</strong> incompleet contract. Nag<strong>en</strong>oeg alles wordt dan op<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>, omdat voorafzelfs ge<strong>en</strong> redelijke procedureafsprak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt. We zijn danin feite terug bij de eerstg<strong>en</strong>oemde transactievorm, de veilingmarkt, waarbij partij<strong>en</strong>ex post niet zijn gebond<strong>en</strong> aan eerdere afsprak<strong>en</strong>.47Vier uitgangssituatiesHet aantal relevante omstandighed<strong>en</strong> is groot: de mate van risicoaversie vankoper <strong>en</strong> verkoper, het aantal kopers <strong>en</strong> verkopers, de beschikbaarheid van informatie<strong>over</strong> input <strong>en</strong> output, <strong>over</strong> de voorkeur<strong>en</strong> van koper <strong>en</strong> verkoper <strong>en</strong> <strong>over</strong>de inspanning van beide partij<strong>en</strong>, de omvang van de specifieke investering<strong>en</strong><strong>en</strong>zovoort. Voor e<strong>en</strong> helder <strong>over</strong>zicht beperk<strong>en</strong> wij ons tot de voor ons doelmeest relevante omstandighed<strong>en</strong>.De <strong>over</strong>heid is altijd de koper, die dus de output ontvangt. We veronderstell<strong>en</strong>dat de <strong>over</strong>heid, gezi<strong>en</strong> haar omvang <strong>en</strong> haar mogelijkhed<strong>en</strong> om risico’s te spreid<strong>en</strong>,risiconeutraal is. De <strong>over</strong>heid koopt de gew<strong>en</strong>ste product<strong>en</strong> bij de verkoper,die de input levert. De <strong>over</strong>heid is monopsonist: ze is de <strong>en</strong>ige koper op demarkt. 18De verkoper kan zowel e<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>aar zijn, die zijn arbeidskracht aan de <strong>over</strong>heidverkoopt, als e<strong>en</strong> aannemer die in opdracht van de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> viaductbouwt. De verkoper kan risicoavers zijn. Zijn input kan de vorm aannem<strong>en</strong> vanspecifieke investering<strong>en</strong> in de relatie met de <strong>over</strong>heid. Omwille van de e<strong>en</strong>voudlat<strong>en</strong> we specifieke investering<strong>en</strong> door de <strong>over</strong>heid buit<strong>en</strong> beschouwing.Tabel 2.1 laat zi<strong>en</strong> dat deze situatieschets, afhankelijk van de risicoaversiteit <strong>en</strong> despecifieke investering<strong>en</strong> van de verkoper, vier mogelijke combinaties oplevert.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Drie van deze vier combinaties word<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s in de daarop volg<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong>uitgewerkt. De vierde combinatie, waarin de koper zowel risicoavers is als specifiekeinvestering<strong>en</strong> verricht, blijft onbesprok<strong>en</strong>. Expliciete theorieën voor dit veldzijn gecompliceerd als complete contract<strong>en</strong> inefficiënt zijn door het ontbrek<strong>en</strong> vanverifieerbare informatie. Praktisch heeft dit veld vanzelfsprek<strong>en</strong>d de meeste relevantie:m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn risicoavers <strong>en</strong> de meeste activiteit<strong>en</strong> vereis<strong>en</strong> specifieke investering<strong>en</strong>.Door de combinatie van de tabell<strong>en</strong> voor beide aanligg<strong>en</strong>de veld<strong>en</strong> valtgelukkig wel het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander te zegg<strong>en</strong> <strong>over</strong> het ontbrek<strong>en</strong>de veld.Tabel 2.1Vier mogelijke uitgangsituaties voor de verkoper/ambt<strong>en</strong>aarspecifieke investeringrisicoaversie niet welniet tabel 2.2 tabel 2.4wel tabel 2.3 moeilijk, m<strong>en</strong>gvorm tabel 2.3 <strong>en</strong> 2.448aRisiconeutraliteit zonder specifieke investering<strong>en</strong>Tabel 2.2 geeft e<strong>en</strong> <strong>over</strong>zicht van de effectiviteit van de verschill<strong>en</strong>de contractvorm<strong>en</strong>indi<strong>en</strong> de verkoper risiconeutraal is <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> specifieke investering<strong>en</strong> inde relatie verricht. Hierbij veronderstell<strong>en</strong> we dat er slechts één verkoper is,zodat er sprake is van onderhandeling<strong>en</strong>. Wanneer er veel verkopers zijn(die ge<strong>en</strong> specifieke investering<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong>, die risiconeutraal zijn <strong>en</strong> bij wie dekwaliteit van de output voor de koper goed observeerbaar is), dan is de veilingmarktefficiënt, zelfs indi<strong>en</strong> er sprake is van asymmetrische informatie <strong>over</strong>voorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> input. Concurr<strong>en</strong>tie g<strong>en</strong>ereert dan immers informatie <strong>over</strong> devoorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> de input van de verkopers. 19Met betrekking tot de beschikbaarheid van informatie gaan we uit van volgtijdelijkheid.Ex ante (d.w.z. achter het ‘gordijn’) is er sprake van symmetrische <strong>en</strong>onvolledige informatie. Daarna komt er informatie beschikbaar <strong>over</strong> voorkeur<strong>en</strong>of input. De tabel onderscheidt verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van de dan beschikbareinformatie. Op de horizontale as wordt de informatie <strong>over</strong> de input (gewerkteur<strong>en</strong>, inzet <strong>en</strong>z.) weergegev<strong>en</strong>, op de verticale as de informatie <strong>over</strong> de output(geleverde onderwijsprestatie, uitgevoerde keuring<strong>en</strong>, aantal beschikking<strong>en</strong><strong>en</strong>z.). 20 Input kan voor beide partij<strong>en</strong> observeerbaar <strong>en</strong> verifieerbaar zijn(de eerste kolom). De input kan ook niet-verifieerbaar (door e<strong>en</strong> derde partij)zijn (de tweede kolom) of zelfs niet-observeerbaar zijn voor de koper (de derdekolom). Iets dergelijks geldt voor output. Output kan voor beide partij<strong>en</strong> observeerbaar<strong>en</strong> verifieerbaar zijn (de eerste rij). Dit laatste vereist dat de kwaliteitvan de gew<strong>en</strong>ste output van tevor<strong>en</strong> in elk d<strong>en</strong>kbare situatie kan word<strong>en</strong> vastgelegd,zodat er sprake is van complete informatie. Daarteg<strong>en</strong><strong>over</strong> staat de situatiewaarin de waarde van de output niet verifieerbaar (de tweede rij) is (bijv. omdatde kwaliteit van de output van tevor<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gespecificeerd) of zelfs nietobserveerbaar is voor de verkoper (de derde rij).


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Tabel 2.2Verkoper is risiconeutraal. Ex ante ge<strong>en</strong> scheve informatieinformatie <strong>over</strong>inputobserveerbaar observeerbaar niet observeerbaaroutput <strong>en</strong> maar ex post niet voor koperverifieerbaarverifieerbaarobserveerbaar 1vm,o= efficiënt 2vm,o= efficiënt 3vm,o=inefficiënt<strong>en</strong> verifieerbaar 1 acc = efficiënt 2 acc = efficiënt 3 acc = efficiënt2 ‘output-stuur’ 3 ‘output-stuur’1 aic = efficiënt 2 aic = efficiënt 3 aic = efficiëntobserveerbaar 4vm,o= efficiënt 5vm,o= efficiënt 6vm,o=inefficiëntmaar niet 9 acc = efficiënt 9 acc = inefficiënt 6 acc = inefficiëntverifieerbaar 9 ‘input-stuur’ 9 ‘vast contract’ 6 aic = efficiënt9 aic = efficiënt 9 aic = efficiënt 6 ‘produc<strong>en</strong>t eig<strong>en</strong>aar’niet observeerbaar 7vm,o= inefficiënt 8vm,o= inefficiënt 9vm,o= naast-bestvoor verkoper 9 acc = efficiënt 9 acc = inefficiënt 9 acc = naast-best9 ‘input-stuur’ 9 aic = efficiënt 9 aic = naast-best9 aic = efficiënt 9 ‘afnemer eig<strong>en</strong>aar’49Toelichting:vm,o:acc:aic:efficiënt:inefficiënt:naast-best:VeilingMarkt, Onderhandeling<strong>en</strong>Afdwingbaar Compleet ContractAfdwingbaar Incompleet Contracthet beste alternatiefer zijn betere alternatiev<strong>en</strong>inefficiënt, maar er zijn ge<strong>en</strong> betere alternatiev<strong>en</strong> (indi<strong>en</strong> meerdere vorm<strong>en</strong> naast-best zijn,hangt het van de specifieke omstandighed<strong>en</strong> af welke vorm de voorkeur verdi<strong>en</strong>t)Tabel 2.2 g<strong>en</strong>ereert e<strong>en</strong> aantal belangrijke conclusies.1 Ge<strong>en</strong> informatieproblem<strong>en</strong>: equival<strong>en</strong>tie.Alle drie transactievorm<strong>en</strong> zijn equival<strong>en</strong>t wanneer input <strong>en</strong> output observeerbaarzijn <strong>en</strong> wanneer input of output verifieerbaar zijn (blokk<strong>en</strong> 1, 2, <strong>en</strong> 4).Dit sluit aan bij de remorse logic <strong>en</strong> het Hayek-principe in paragraaf 2.1.2:zonder informatieproblem<strong>en</strong> zijn alle organisatievorm<strong>en</strong> gelijkwaardig.2 Asymmetrische informatie: contract<strong>en</strong> efficiënter dan veilingmarkt.Onderhandeling<strong>en</strong> <strong>over</strong> contract<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> ex ante plaats wanneer de informatieweliswaar onvolledig maar nog wel symmetrisch is (beide partij<strong>en</strong>wet<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> weinig). Door van tevor<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> kostbareonderhandeling<strong>en</strong> onder asymmetrische informatie (de <strong>en</strong>e partij weet meerdan de ander) voorkom<strong>en</strong>. 21 Omdat er slechts sprake is van e<strong>en</strong> koper <strong>en</strong> e<strong>en</strong>verkoper, kan er ex post ge<strong>en</strong> beroep word<strong>en</strong> gedaan op het concurr<strong>en</strong>tiemechanismeom informatie bov<strong>en</strong> water te krijg<strong>en</strong>. In feite neemt het contractde taak van het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme <strong>over</strong> om tot e<strong>en</strong> efficiënte uit-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>50komst te kom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> incompleet contract waarin vooraf zak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgelegd,is dan te preferer<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> situatie waarin alles aan ex-post onderhandeling<strong>en</strong>wordt <strong>over</strong>gelat<strong>en</strong>, omdat het contract kan word<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong>voordat verkoper <strong>en</strong> koper hun informatievoorsprong verkrijg<strong>en</strong>. 22 Dit is hetgeval wanneer één van de partij<strong>en</strong> ex post imperfect <strong>en</strong> de andere partij welgoed geïnformeerd is (blokk<strong>en</strong> 3, 6, 7 <strong>en</strong> 8). Het contract k<strong>en</strong>t alle beslissingsbevoegdheidtoe aan de (ex post) geïnformeerde partij zodat deze alle r<strong>en</strong>tsnaar zich toe kan trekk<strong>en</strong>. De (ook ex post) ongeïnformeerde partij wordthiervoor ex ante gecomp<strong>en</strong>seerd. Dit bedrag correspondeert dan met dewaarde van de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> (d.w.z. de beslissingsmacht).3 Symmetrische, niet-verifieerbare informatie: veilingmarkt efficiënter dancomplete contract<strong>en</strong>.Overig<strong>en</strong>s zijn complete contract<strong>en</strong> minder efficiënt dan de veilingmarktwanneer informatie weliswaar symmetrisch maar niet-verifieerbaar is(blok 5). In dat geval is het efficiënter via vrije onderhandeling<strong>en</strong> in te spel<strong>en</strong>op nieuwe informatie dan ex ante zak<strong>en</strong> reeds vast te legg<strong>en</strong>, die daarna nietmeer kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast aan beschikbaar kom<strong>en</strong>de, niet-verifieerbareinformatie. Zo kunn<strong>en</strong> afdwingbare complete contract<strong>en</strong> ex ante e<strong>en</strong> vastetransactieprijs afsprek<strong>en</strong> wanneer zowel de input als de output niet-verifieerbaaris. Deze oplossing is echter inefficiënt. Afhankelijk van de afsprak<strong>en</strong> inhet contract <strong>over</strong> de vrijwilligheid van de handel kan er te veel of te weinighandel optred<strong>en</strong>. Als beide partij<strong>en</strong> naderhand nog kunn<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> om niette handel<strong>en</strong>, is er te weinig handel. Verplicht<strong>en</strong> zij zich ex ante om teg<strong>en</strong> devastgestelde prijs te handel<strong>en</strong>, dan kan er te veel handel optred<strong>en</strong>.4 Complete contract<strong>en</strong>: input- versus outputsturing.Efficiënte complete afdwingbare contract<strong>en</strong> vereis<strong>en</strong> dat de input of de outputverifieerbaar is. Wanneer de input verifieerbaar is (blokk<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 7), bepaalthet contract dat de koper de waarde van de input aan de verkoper zal vergoed<strong>en</strong>wanneer de koper beslist het goed te kop<strong>en</strong>. De organisatie wordt daninputgestuurd. Wanneer de output verifieerbaar is (blokk<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3), zal volg<strong>en</strong>shet contract de koper de waarde van de output vergoed<strong>en</strong> aan de verkoperals de verkoper, nadat de informatie <strong>over</strong> de kost<strong>en</strong> van de inputbeschikbaar is gekom<strong>en</strong>, besluit het goed te verhandel<strong>en</strong>. De organisatiewordt nu outputgestuurd. In beide gevall<strong>en</strong> gaat het dus om e<strong>en</strong> compleetcontract, maar met e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de inhoud. Dit suggereert dat outputsturingte preferer<strong>en</strong> is wanneer de output beter observeerbaar is dan de input<strong>en</strong> vice versa.5 Niet-verifieerbare, symmetrische informatie: incomplete contract<strong>en</strong> efficiënt.Incomplete afdwingbare contract<strong>en</strong> zijn efficiënt wanneer e<strong>en</strong> van de tweecontractpartij<strong>en</strong> ex post volledig geïnformeerd is. Dit geldt zelfs wanneerniet-verifieerbare informatie efficiënte afdwingbare complete contract<strong>en</strong>onmogelijk maakt (blokk<strong>en</strong> 6 <strong>en</strong> 8). Incomplete contract<strong>en</strong> waarin slechtsprocedureafsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt, zijn in die situatie dus efficiënter dancomplete contract<strong>en</strong>. De red<strong>en</strong> is dat de incomplete contract<strong>en</strong> flexibelerkunn<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op nieuwe informatie dan complete contract<strong>en</strong>, omdat zeook kunn<strong>en</strong> conditioner<strong>en</strong> op niet-verifieerbare informatie. Incomplete


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>contract<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> dus zowel complete contract<strong>en</strong> (als input of output welobserveerbaar is voor alle contractpartij<strong>en</strong> maar niet voor e<strong>en</strong> derde partij;blokk<strong>en</strong> 6 <strong>en</strong> 8) als de veilingmarkt (als alle informatie voor slechts e<strong>en</strong> van decontractpartij<strong>en</strong> observeerbaar is; blokk<strong>en</strong> 3, 6, 7, <strong>en</strong> 8).6 Eig<strong>en</strong>dom naar geïnformeerde partij.De geïnformeerde partij krijgt in efficiënte incomplete contract<strong>en</strong> de beslissingsbevoegdheid(lees: de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>) <strong>over</strong> de prijs. E<strong>en</strong>maal in hetbezit van de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> heeft de geïnformeerde partij er belang bijhaar informatie zo te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> dat de waarde van de relatie wordt gemaximaliseerd.In vrije onderhandeling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> bij de geïnformeerdepartij terechtkom<strong>en</strong> omdat deze partij de hoogste waarde toek<strong>en</strong>t aandeze eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>. De verkoper zal in de ex-ante onderhandeling<strong>en</strong>immers de hoogste prijs kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> voor de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> (lees:de beslissingsbevoegdheid <strong>over</strong> de prijs) omdat de verkoper, als geïnformeerdepartij, ex post meer r<strong>en</strong>ts naar zich toe kan trekk<strong>en</strong> dan de ongeïnformeerdepartij.Als de koper <strong>over</strong> (mogelijk niet-verifieerbare) informatie beschikt <strong>over</strong> deinput van de verkoper maar de verkoper ge<strong>en</strong> informatie heeft <strong>over</strong> de waarderingvan de koper (blokk<strong>en</strong> 7 <strong>en</strong> 8), bepaalt het contract dat de koper (degeïnformeerde partij) het recht heeft de prijs vast te stell<strong>en</strong> waarna de verkoperde transactiehoeveelheid kan bepal<strong>en</strong>. De koper zal de prijs gelijk stell<strong>en</strong>aan de marginale kost<strong>en</strong> van de verkoper zolang de marginale kost<strong>en</strong> lagerzijn dan de marginale waardering van de koper. De koper strijkt zo alle r<strong>en</strong>tsop. De verwachte waarde van het surplus kan in de ex-ante onderhandeling<strong>en</strong><strong>over</strong> het contract word<strong>en</strong> verhandeld. In feite is er sprake van inputsturingomdat de prijs wordt bepaald op grond van de waarde van de input.Het spiegelbeeldige geval doet zich voor wanneer de verkoper informatieheeft <strong>over</strong> de waardering van de koper maar de koper niet geïnformeerd is<strong>over</strong> de input (blokk<strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> 6). In dit geval is het efficiënt om de verkoperbeslissingsbevoegdheid te gev<strong>en</strong> <strong>over</strong> de prijs. De verkoper zal de prijs dangelijk stell<strong>en</strong> aan het maximum van de waardering van de koper <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>van de verkoper. Alle r<strong>en</strong>ts kom<strong>en</strong> zo t<strong>en</strong> goede aan de verkoper. Er is nusprake van outputsturing. De prijs wordt immers bepaald op grond van dewaardering van de output door de koper.7 Asymmetrische informatie: trade-offs.Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele transactievorm is efficiënt wanneer er asymmetrische informatieis <strong>over</strong> zowel input als output. Dit geldt zelfs voor incomplete contract<strong>en</strong> diebeslissingsbevoegdheid <strong>over</strong>drag<strong>en</strong>. Het hangt van de omstandighed<strong>en</strong> afwelke transactievorm optimaal is. Vandaar dat in de rechterb<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>hoek vande tabel zowel onderhandeling<strong>en</strong> als de complete <strong>en</strong> incomplete contract<strong>en</strong>als naast-best zijn weergegev<strong>en</strong>. De veilingmarkt is inefficiënt omdat deonderhandeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> met scheve informatie kostbaar zijn.Complete contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet flexibel reager<strong>en</strong> op nieuwe informatie. 23Incomplete contract<strong>en</strong> zijn ook niet efficiënt, omdat de partij met eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>niet goed geïnformeerd is. Hierdoor heeft deze partij ge<strong>en</strong> goedeprikkels om het surplus van de relatie te maximer<strong>en</strong>.51


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Wanneer er sprake is van veel nieuwe informatie <strong>over</strong> de efficiëntie van detransactie maar deze informatie nauwelijks scheef is verdeeld (d.w.z. nauwelijksinvloed heeft op de onderhandelingspositie), zull<strong>en</strong> veilingmarkt<strong>en</strong> devoorkeur hebb<strong>en</strong>. De voordel<strong>en</strong> van flexibiliteit zijn immers groot terwijl deonderhandelingskost<strong>en</strong> door de scheef verdeelde informatie relatief geringzull<strong>en</strong> zijn. Wanneer er relatief weinig nieuwe informatie <strong>over</strong> de efficiëntievan de handel beschikbaar komt terwijl er wel sprake is van veel nieuweinformatie die de onderhandelingspositie beïnvloedt, zijn complete contract<strong>en</strong>te preferer<strong>en</strong>. 248 Asymmetrische informatie: de waarde van concurr<strong>en</strong>tie.Concurr<strong>en</strong>tie is e<strong>en</strong> zeer belangrijk hulpmiddel wanneer zowel input als outputniet-observeerbaar zijn. Terwijl tuss<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> slechts één verkoperge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele transactievorm efficiënt is, g<strong>en</strong>ereert concurr<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> efficiënteallocatie als er sprake is van veel verkopers. Concurr<strong>en</strong>tie g<strong>en</strong>ereert dan informatie(zie par. 2.2.8.d). Concurr<strong>en</strong>tie dwingt de verkopers namelijk informatiete verschaff<strong>en</strong> <strong>over</strong> de waarde van de input omdat het achterhoud<strong>en</strong> van dezeinformatie ge<strong>en</strong> betere prijs oplevert. In het geval van veel verkopers kan de<strong>over</strong>heid dus beter op concurr<strong>en</strong>tie dan op contract<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>.52bWel risicoaversie, maar ge<strong>en</strong> specifieke investering<strong>en</strong>Waar in tabel 2.2 de symmetrie de bov<strong>en</strong>toon voerde, daar heerst de asymmetriezodra de verkoper risicoavers is. E<strong>en</strong> risicoaverse verkoper/ambt<strong>en</strong>aar impliceertdat efficiëntiewinst kan word<strong>en</strong> geboekt door het risico zoveel mogelijk te legg<strong>en</strong>bij de <strong>over</strong>heid/koper. De verkoper moet waar mogelijk word<strong>en</strong> gecomp<strong>en</strong>seerdvoor zijn input, zodat de verkoper zo min mogelijk wordt geconfronteerdmet de risico’s aan de outputzijde van de markt (bijv. variatie in marktprijs vande output).Contract<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong> functie in het verzeker<strong>en</strong> van de verkoper. De volgtijdelijkheidvindt in dit geval haar oorsprong in onzekerheid. Ex ante zijn decontractpartij<strong>en</strong> nog onzeker <strong>over</strong> de uitkomst van het productieproces. Ex postzijn ze wel geïnformeerd <strong>over</strong> deze uitkomst. Contractpartij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vantevor<strong>en</strong> afsprek<strong>en</strong> dat het risico van deze onzekerheid bij de koper wordt gelegd.Inputcontract<strong>en</strong>, waarbij de verkoper precies voor zijn input wordt gecomp<strong>en</strong>seerd,hebb<strong>en</strong> de voorkeur bov<strong>en</strong> outputcontract<strong>en</strong>. Bij inputcontract<strong>en</strong> krijgtde verkoper immers altijd de waarde van de input vergoed, ook als de geproduceerdeoutput minder waard is.Onder risiconeutraliteit krijgt de verkoper het volledige marginale product vanzijn inspanning. Hij wordt dus optimaal (niet te weinig, maar ook niet teveel)geprikkeld om zich in te spann<strong>en</strong>. Het outputcontract is voor de verkoper dusge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om zijn inspanning (d.w.z. input) te beperk<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de verkoperrisicoavers is, zal deze echter deels word<strong>en</strong> betaald via e<strong>en</strong> vast basisloon, zie hetprincipal-ag<strong>en</strong>tmodel in paragraaf 2.2. Indi<strong>en</strong> de niet-observeerbare input beïnvloedbaaris, dan zal de werknemer zijn input afstemm<strong>en</strong> op de lagere marginalebeloning. De tabel gaat ervan uit dat de input inderdaad beïnvloedbaar is.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Tabel 2.3 geeft e<strong>en</strong> <strong>over</strong>zicht van de verschill<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong>.Tabel 2.3Verkoper is risicoaversInformatie <strong>over</strong>outputinputobserveerbaar <strong>en</strong> observeerbaar niet-observeerbaarverifieerbaar maar niet verifieerbaar voor koperobserveerbaar 1vm= inefficiënt 2vm= inefficiënt 3vm= inefficiënt<strong>en</strong> verifieerbaar 1 acc = efficiënt 2 acc = naast-best 2 acc = naast-best1 ‘input-stuur’ 2 ‘output-stuur, 2 ‘output-stuur,1 zc = inefficiënt 2 princ ag<strong>en</strong>t’ 2 princ ag<strong>en</strong>t’2 zc = naast-best 2 zc= inefficiënt2 ‘Subj perf ev’observeerbaar 4vm= inefficiënt 5vm= naast-best 6 vm= naast-bestmaar niet 2 acc = efficiënt 2 acc = naast-best 2 acc = naast-bestverifieerbaar 2 ‘input-stuur‘ 2 ‘vast contract’ 2 ‘vast contract’2 zc = inefficiënt 2 zc =naast 2 zc = naast-best2 ‘subj perf ev’ 2 ‘output-stuur‘2 ‘subj perf’53niet observeerbaar 7vm= inefficiënt 8vm= naast-best 9vm= naast-bestvoor verkoper 2 acc = efficiënt 2 acc = naast-best 2 acc =naast-best2 ‘input-stuur‘ 2 ‘vast contract’ 2 ‘vast contract’ 22 zc = inefficiënt 2 zc = naast-best 2 zc = inefficiënt2 ‘input-stuur‘ 2 ‘vast contract’Toelichting:vm:VeilingMarktacc : Afdwingbaar Compleet Contractzc:Zelfhandhav<strong>en</strong>d Contractinefficiënt: er zijn betere alternatiev<strong>en</strong>naast-best:inefficiënt, maar er zijn ge<strong>en</strong> betere alternatiev<strong>en</strong>Deze tabel geeft aanleiding tot e<strong>en</strong> aantal conclusies.1 Verifieerbare input: contract efficiënt.Bij e<strong>en</strong> veiling deelt de verkoper in het risico van e<strong>en</strong> ongunstige relatie tuss<strong>en</strong>input <strong>en</strong> output. Dit is inefficiënt als, in teg<strong>en</strong>stelling tot de koper, de verkoper/ambt<strong>en</strong>aarrisicoavers is. Het is doelmatiger het risico bij de koper telegg<strong>en</strong>. Dit is precies wat e<strong>en</strong> inputgestuurd contract bereikt. In zo’n contractlegt de koper zich vast om de verifieerbare input te vergoed<strong>en</strong> aan de verkoper,zelfs als de input weinig output oplevert. Wanneer verkopers risicoaverszijn, kan maximale effici<strong>en</strong>cy dus alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bereikt met inputsturing.Dit is echter vaak onmogelijk omdat input niet goed observeerbaar is.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>542 Output verifieerbaar <strong>en</strong> input niet observeerbaar: afweging tuss<strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong> informatie.Als input niet observeerbaar is, dan zal naar e<strong>en</strong> alternatieve manier van verzeker<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht. Het geval dat output wel observeerbaar is,levert hier e<strong>en</strong> duidelijk contrast tuss<strong>en</strong> de situatie met <strong>en</strong> zonder risicoaversie.Zonder risicoaversie zou gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> outputgestuurdcontract, zie tabel 2.2. Risicoaversie maakt dit onaantrekkelijk. Verzekeringvraagt om e<strong>en</strong> inputgestuurd contract, informatie vraagt om e<strong>en</strong> outputgestuurdcontract. Omdat informatie van belang is voor de inc<strong>en</strong>tives voorde verkoper, resulteert dit spanningsveld tuss<strong>en</strong> verzekering <strong>en</strong> informatiein e<strong>en</strong> trade-off tuss<strong>en</strong> verzekering <strong>en</strong> inc<strong>en</strong>tives. Dit is het principal-ag<strong>en</strong>tmodeluit paragraaf 2.2.2.3 Input wel observeerbaar maar niet verifieerbaar: zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong>.Niet-verifieerbare informatie <strong>over</strong> input kan niet word<strong>en</strong> gebruikt in e<strong>en</strong>afdwingbaar compleet contract. De informatie <strong>over</strong> input kan daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>wel word<strong>en</strong> gebruikt in e<strong>en</strong> zelfhandhav<strong>en</strong>d contract, waarin partij<strong>en</strong> zichaan het contract houd<strong>en</strong> vanwege het verwachte toekomstige surplus datwordt geg<strong>en</strong>ereerd door voortzetting van de relatie dan wel door de kost<strong>en</strong>van het reputatieverlies als zij het contract niet zoud<strong>en</strong> nalev<strong>en</strong>; zie de discussiein paragraaf 2.2.3. In dit geval beschermt de reputatie van de koper de verkoper(koper) teg<strong>en</strong> opportunistisch gedrag van de koper. Op die manierhelpt de reputatie van de koper de verkoper te verzeker<strong>en</strong>.De r<strong>en</strong>ts die nodig zijn voor het zelfhandhav<strong>en</strong>d karakter van deze contract<strong>en</strong>,mak<strong>en</strong> deze contract<strong>en</strong> kostbaar. Of deze contract<strong>en</strong> efficiënter zijn dande veilingmarkt, hangt af van de risicoaversiteit van de verkoper versus deb<strong>en</strong>odigde r<strong>en</strong>ts voor het zelfhandhav<strong>en</strong>de karakter. De zelfhandhav<strong>en</strong>decontract<strong>en</strong> zijn te preferer<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de veilingmarkt als de eerste factor detweede domineert. Het voordeel van de verzekering weegt dan op teg<strong>en</strong> hetnadeel van de b<strong>en</strong>odigde r<strong>en</strong>ts. De zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>ook met afdwingbare contract<strong>en</strong>.Het voordeel van zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> is dat meer informatie (nl. <strong>over</strong>input) kan word<strong>en</strong> gebruikt maar het nadeel is dat r<strong>en</strong>ts de contract<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>handhav<strong>en</strong>. De extra informatie <strong>over</strong> input is van groot belang als de verkoperrisicoavers is <strong>en</strong> gevoelig voor prikkels. In dit geval zull<strong>en</strong> zelfhandhav<strong>en</strong>decontract<strong>en</strong> vaak te preferer<strong>en</strong> zijn bov<strong>en</strong> afdwingbare contract<strong>en</strong>. Dit is hetgeval van subjectieve performance-beoordeling van paragraaf 2.2.3.4 Asymmetrische informatie: verzekering versus prikkels.Als input noch output waarneembaar is, dan is de allocatie inefficiënt.De marktoplossing resulteert in te veel risico voor de verkoper. E<strong>en</strong> vastcontract leidt tot te weinig prikkels voor de verkoper om zich in te spann<strong>en</strong>.Welke transactievorm het meest efficiënt is, hangt af van de mate van risicoaversievan de verkoper <strong>en</strong> de gevoeligheid van de verkoper voor prikkels.De markt is te preferer<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast contract als de verkoper niet ergrisicoavers is maar wel gevoelig voor prikkels.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>5 Ge<strong>en</strong> verifieerbare informatie: vaste contract<strong>en</strong>, markt <strong>en</strong> hiërarchie.Zonder verifieerbare informatie is de first-best niet haalbaar. Er is hierbij e<strong>en</strong>pot<strong>en</strong>tiële rol voor alle drie transactievorm<strong>en</strong>: de veilingmarkt, complete(vaste) contract<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> hiërarchie).Afdwingbare contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet geconditioneerd word<strong>en</strong> op de ontbrek<strong>en</strong>deinformatie. Door dit gebrek aan informatie zal de verkoper zich onvoldo<strong>en</strong>deinspann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vind<strong>en</strong> er dus onvoldo<strong>en</strong>de transacties plaats. Het voordeelvan vaste contract<strong>en</strong> is dat de verkoper verzekerd is <strong>en</strong> dat ge<strong>en</strong> r<strong>en</strong>tsnodig zijn om het contract te handhav<strong>en</strong>. Zonder verifieerbare informatie kande veilingmarkt weer naast-best zijn. De informatieg<strong>en</strong>er<strong>en</strong>de capaciteit vande markt (<strong>en</strong> het effect daarvan op de prikkels van de verkoper) kan belangrijkerzijn dan het verlies aan verzekering die contract<strong>en</strong> wel kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>. 25E<strong>en</strong> hiërarchie kan vaak e<strong>en</strong> nuttige rol vervull<strong>en</strong> bij het opbouw<strong>en</strong> van reputaties.E<strong>en</strong> tweede rol voor de hiërarchie is dat deze meer informatie kang<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>over</strong> de input (zie par.2.3.5). Hier kom<strong>en</strong> dus eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>(<strong>over</strong> informatie) om de hoek kijk<strong>en</strong>.cGe<strong>en</strong> risicoaversie, maar wel specifieke investering<strong>en</strong>Hier gaat het om het geval waarin de verkoper specifieke investering<strong>en</strong> pleegt.Ex post (d.w.z. nadat deze investering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>) kan de kopere<strong>en</strong> gedeelte van de quasi-r<strong>en</strong>ts van de investering<strong>en</strong> opeis<strong>en</strong>. Dit resulteert ine<strong>en</strong> hold-upprobleem voor de verkoper. Contract<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan de functie omde verkoper te bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> opportunistisch gedrag van de koper(zie par. 2.2.5 <strong>en</strong> 2.2.6).55Hier word<strong>en</strong> verder ge<strong>en</strong> complicaties verondersteld. Zo zijn er ex ante ge<strong>en</strong>problem<strong>en</strong> door scheve informatie bij het onderhandel<strong>en</strong> <strong>over</strong> contract<strong>en</strong>,omdat er ex ante sprake is van zeer veel verkopers die concurrer<strong>en</strong> om het contract.26 Verder zijn zowel de koper als de verkoper risiconeutraal, zodat tabel 2.4(i.t.t. tabel 2.3) spiegelbeeldig is.Tabel 2.4 geeft aan dat er verschill<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> zijn betreff<strong>en</strong>de debeschikbaarheid van informatie. Ev<strong>en</strong>als de tabell<strong>en</strong> 2.2 <strong>en</strong> 2.3 bevat tabel 2.4drie kolomm<strong>en</strong> die drie alternatieve mogelijkhed<strong>en</strong> voor de beschikbaarheid vaninformatie <strong>over</strong> de waarde van de input (lees in dit geval: investering<strong>en</strong>) weergev<strong>en</strong>.De investering<strong>en</strong> van de verkoper (zowel de waardering van de verkoper alsde ingezette middel<strong>en</strong>) kunn<strong>en</strong> observeerbaar zijn voor alle relevante partij<strong>en</strong>(incl. e<strong>en</strong> derde partij; dit is de eerste kolom), alle<strong>en</strong> de contractpartij<strong>en</strong> (tweedekolom) of alle<strong>en</strong> de verkoper zelf (er is dan sprake van particuliere informatie;dit is de derde kolom). De rij<strong>en</strong> in tabel 2.4 corresponder<strong>en</strong> met drie vergelijkbarealternatieve mogelijkhed<strong>en</strong> voor de waardering van de output door dekoper. Deze informatie kan <strong>publieke</strong> informatie zijn (eerste rij), beschikbaar zijnvoor slechts de contractpartij<strong>en</strong> (tweede rij) of alle<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d zijn aan de koperzelf (derde rij).


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Tabel 2.4Verkoper is risiconeutraal <strong>en</strong> doet specifieke investering<strong>en</strong>: ‘hold-up’informatie <strong>over</strong>outputinputobserveerbaar observeerbaar niet observeerbaar<strong>en</strong> maar niet verifieerbaar voor koperverifieerbaarobserveerbaar 1vm= inefficiënt 2vm= inefficiënt 3vm= inefficiënt<strong>en</strong> verifieerbaar 1 acc = efficiënt 2 acc = efficiënt 3 acc = efficiënt1 zc = inefficiënt 2 ‘output-stuur’ 3 ‘output-stuur’2 zc = inefficiënt 3 zc = inefficiëntobserveerbaar 4vm= inefficiënt 5vm= naast-best 6vm= naast-bestmaar niet 2 acc = efficiënt 2 acc = naast-best 2 acc = naast-bestverifieerbaar 2 ‘input-stuur’ 2 ‘vast contract’ 2 ‘vast contract’2 zc = inefficiënt 2 zc = naast-best 2 zc = naast-best2 aic = naast-best 2 ‘output-stuur’2 aic = naast-best56niet observeerbaar 7 vm = inefficiënt 8vm= naast-best 9vm= naast-bestvoor verkoper 2 acc = efficiënt 2 acc = naast-best 2 acc = naast-best2 ‘input-stuur’ 2 ‘vast contract’ 2 ‘vast contract’2 zc = inefficiënt 2 zc = naast-best 2 zc = inefficiënt2 ‘input-stuur’ 2 ‘vast contract’2 aic = naast-best 2 aic = naast-bestToelichting:vm:acc:zc:aic:inefficiënt:naast-best:VeilingMarktAfdwingbaar Compleet ContractZelfhandhav<strong>en</strong>d ContractAfdwingbaar Incompleet Contracter zijn betere alternatiev<strong>en</strong>inefficiënt, maar er zijn ge<strong>en</strong> betere alternatiev<strong>en</strong>Deze tabel g<strong>en</strong>ereert de volg<strong>en</strong>de conclusies:1 Verifieerbare informatie: afdwingbare contract<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> veilingmarkt <strong>en</strong>zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong>.De veilingmarkt, waarin onderhandeling<strong>en</strong> in het geheel niet zijn gerestricteerd,is inefficiënt vanwege het hold-upprobleem. De verkoper is onvoldo<strong>en</strong>debeschermd teg<strong>en</strong> opportunistisch gedrag van de koper <strong>en</strong> zal dus te weinig specifiekeinvestering<strong>en</strong> <strong>en</strong> te veel investering<strong>en</strong> in flexibiliteit pleg<strong>en</strong>. Wanneer ersprake is van verifieerbare informatie, kunn<strong>en</strong> afdwingbare contract<strong>en</strong> het holdupprobleemoploss<strong>en</strong>. Zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> zijn minder efficiënt omdatze r<strong>en</strong>ts vereis<strong>en</strong>. Zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> die gebaseerd zijn op on<strong>over</strong>draagbarereputaties, kunn<strong>en</strong> zelfs in het geheel niet gevestigd word<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> partijkan immers altijd haar reputatie uitmelk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna op e<strong>en</strong> compleet contract<strong>over</strong>stapp<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>2 Verifieerbare output: outputgestuurde organisatie.Als de output verifieerbaar is, kan e<strong>en</strong> afdwingbaar contract op de outputgeschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De koper legt zich ex ante vast om de waarde van de outputuit te betal<strong>en</strong> aan de verkoper. De verkoper beslist dan <strong>over</strong> zowel hetdoorgaan van de transactie als de manier waarop de output zal word<strong>en</strong> geleverd.De verkoper heeft dus de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> (lees: de beslissingsbevoegdhed<strong>en</strong>),waarbij er sprake is van e<strong>en</strong> outputgestuurde organisatie.Alle ex-post r<strong>en</strong>ts (<strong>en</strong> alle risico) gaan naar de verkoper. Deze r<strong>en</strong>ts kunn<strong>en</strong>ex ante verhandeld word<strong>en</strong>; de verkoper zal ex ante di<strong>en</strong><strong>en</strong> te betal<strong>en</strong> voor debat<strong>en</strong> die verbond<strong>en</strong> zijn aan het eig<strong>en</strong>domsrecht. Als er vele concurrer<strong>en</strong>deverkopers zijn bij deze ex-ante onderhandeling<strong>en</strong>, zal de koper de r<strong>en</strong>ts naarzich toe kunn<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong>.Zowel de koper als de verkoper zijn beschermd teg<strong>en</strong> opportunistisch gedragvan de andere partij. Het contract (de gecontracteerde output) beschermt dekoper teg<strong>en</strong> opportunistisch gedrag van de verkoper (bijv. het lever<strong>en</strong> van outputmet onvoldo<strong>en</strong>de kwaliteit). Het eig<strong>en</strong>domsrecht (de ‘macht’) beschermtde verkoper teg<strong>en</strong> het hold-upprobleem. In feite is hier dus sprake van e<strong>en</strong>combinatie van e<strong>en</strong> afdwingbaar contract <strong>over</strong> output <strong>en</strong> e<strong>en</strong> incompleet contractmet eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>over</strong> input. Dit geval kan word<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerdmet uitbesteding van het productieproces van de koper aan de verkoper.3 Verifieerbare input: inputgestuurde organisatie.E<strong>en</strong> contract kan geslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op de input wanneer deze verifieerbaar is.De koper legt zich contractueel vast om de kost<strong>en</strong> van de input (lees: investering<strong>en</strong>)te vergoed<strong>en</strong> aan de verkoper. De koper beslist <strong>over</strong> de transactie <strong>en</strong>is dus eig<strong>en</strong>aar. Alle r<strong>en</strong>ts gaan nu naar de koper. Het contract beschermt deverkoper, die volg<strong>en</strong>s het contract altijd de waarde van zijn input krijgt vergoed.Het eig<strong>en</strong>domsrecht (de ‘macht’) beschermt de koper. Er is sprake vane<strong>en</strong> ‘inputgestuurde’ relatie waarin de koper de baas is. In deze hiërarchie(‘verticale integratie’) stuurt de koper de activiteit<strong>en</strong> van de verkoper.Er is sprake van e<strong>en</strong> afdwingbaar compleet contract <strong>over</strong> de input <strong>en</strong> e<strong>en</strong>afdwingbaar incompleet contract met eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>over</strong> de output.4 Niet-verifieerbare, symmetrische informatie: rol voor zelfhandhav<strong>en</strong>decontract<strong>en</strong>.Zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> naast-best zijn wanneer er weinig verifieerbaremaar wel symmetrische informatie is: zowel de koper als de verkoperwet<strong>en</strong> hoe de vork in de steel zit. Afhankelijk van of de input of de outputobserveerbaar is voor beide contractpartij<strong>en</strong>, zal het zelfhandhav<strong>en</strong>de contractword<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> op de input of de output. Het zelfhandhav<strong>en</strong>de contractkan gecomplem<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> afdwingbaar contract <strong>over</strong> zegg<strong>en</strong>schap<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afdwingbaar vast contract <strong>over</strong> de aspect<strong>en</strong> van output of inputdie wel contracteerbaar zijn. Het is efficiënt de geïnformeerde partij zegg<strong>en</strong>schapte gev<strong>en</strong> <strong>over</strong> de transactie. Als bijvoorbeeld de verkoper geïnformeerdis (d.w.z. de informatie <strong>over</strong> de output is symmetrisch), zal de koper zichvastlegg<strong>en</strong> om de waarde van de output (voorz<strong>over</strong> contracteerbaar) aande verkoper te vergoed<strong>en</strong>. Dit beschermt de verkoper teg<strong>en</strong> het hold-upprobleem.De verkoper heeft zegg<strong>en</strong>schap <strong>over</strong> de transactie <strong>en</strong> de manier57


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>58waarop de output tot stand komt. De reputatie van de verkoper beschermt dekoper teg<strong>en</strong> het lever<strong>en</strong> van output met onvoldo<strong>en</strong>de kwaliteit. Wanneer dekoper geïnformeerd is (d.w.z. de informatie <strong>over</strong> de input is symmetrisch),kan e<strong>en</strong> impliciet contract geschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op de input. De koper legt zichvast om de kost<strong>en</strong> van de input aan de verkoper te vergoed<strong>en</strong>, waarbij dekoper beslist <strong>over</strong> het doorgaan van de transactie. De reputatie van de koperbeschermt de verkoper teg<strong>en</strong> het hold-upprobleem. 27 In dit geval is er sprakevan e<strong>en</strong> inputgestuurde, hiërarchische relatie: de koper is de baas (zie hiervoorook subjectieve performance-meting in par. 2.2.3). Dit is het typischegeval van e<strong>en</strong> hiërarchische relatie: zowel output als input zijn niet verifieerbaarmaar de input is wel observeerbaar door de baas.5 Niet-verifieerbare informatie: trade-offs.Zonder verifieerbare informatie kunn<strong>en</strong> afdwingbare contract<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> volledigeoplossing meer bied<strong>en</strong> voor het hold-upprobleem. De verschill<strong>en</strong>de transactievorm<strong>en</strong>k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> nu ieder hun eig<strong>en</strong> zwaktes. Afdwingbare complete contract<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconditioneerd op verifieerbare informatie.Dit impliceert dat ze niet flexibel g<strong>en</strong>oeg zijn. Afhankelijk van de specifiekeinvulling kan er te veel of te weinig handel zijn. De veilingmarkt is niet efficiëntvanwege het hold-upprobleem. De verkoper wordt geconfronteerd mete<strong>en</strong> volledig hold-upprobleem. Zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> vereis<strong>en</strong> r<strong>en</strong>tsdie sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met reputaties. Afdwingbare contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gecombineerd met afdwingbare eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> waarbij de eig<strong>en</strong>aar beslistwat er gebeurt als zich ev<strong>en</strong>tualiteit<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong> die niet in het contract zijnopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het toedel<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> kan niet alle partij<strong>en</strong>bescherm<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> niet volledig door de contract<strong>en</strong> kanword<strong>en</strong> beschermd. Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> zijn dan schaars. Macht wordt schaarsals zowel output als input niet-verifieerbaar zijn <strong>en</strong> reputatie niet kosteloos is.6 Eig<strong>en</strong>dom naar kwetsbare partij.De koper di<strong>en</strong>t meer eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong> als de koper zich in demeest kwetsbare positie bevindt in het afdwingbare complete contract doordatde verkoper e<strong>en</strong> output levert die onvoldo<strong>en</strong>de is (d.w.z. de kwaliteit vande output kan niet goed word<strong>en</strong> gecontracteerd <strong>en</strong> de verkoper heeft weinigreputatie te verliez<strong>en</strong>). De verkoper di<strong>en</strong>t eig<strong>en</strong>aar te zijn als hij belangrijk<strong>en</strong>iet-verifieerbare investering<strong>en</strong> pleegt (d.w.z. de input is niet goed te contracter<strong>en</strong>)<strong>en</strong> als de koper weinig reputatie heeft te verliez<strong>en</strong>. Hiërarchie (e<strong>en</strong>inputgestuurde organisatie waarin de koper de baas is) ligt dus meer voor dehand als de koper veel reputatie heeft te verliez<strong>en</strong> <strong>en</strong> als de output niet goedcontracteerbaar is. Uitbesteding (e<strong>en</strong> outputgestuurde organisatie waarin deverkoper de baas is <strong>over</strong> het productieproces) ligt meer voor de hand als deverkoper veel reputatie heeft <strong>en</strong> als de input niet goed contracteerbaar is.M<strong>en</strong> kan de tr<strong>en</strong>d naar het uitbested<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> antwoordop het verminder<strong>en</strong> van het vertrouw<strong>en</strong> in de <strong>over</strong>heid (de <strong>over</strong>heidals koper heeft minder reputatie), het verminder<strong>en</strong> van de contracteerbaarheidvan de input (m<strong>en</strong>selijke input zoals k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ondernemerschapword<strong>en</strong> steeds belangrijker), het verbeter<strong>en</strong> van de contracteerbaarheid van deoutput, het vergrot<strong>en</strong> van de concurr<strong>en</strong>tie (minder specifieke investering<strong>en</strong>)


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong><strong>en</strong> het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de inzicht dat reputatiemechanism<strong>en</strong> in de markt (<strong>en</strong> de particulieresector) e<strong>en</strong> grote rol spel<strong>en</strong>.Soms kan het beter zijn het afdwingbare contract te complem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> met volledigvrije onderhandeling<strong>en</strong> (binn<strong>en</strong> de randvoorwaard<strong>en</strong> die het contractstelt) zonder deze onderhandeling<strong>en</strong> in te gaan met eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>. Dit ishet geval wanneer beide partij<strong>en</strong> kwetsbaar zijn vanwege gebrekkige contracteerbaarheidvan zowel input als output <strong>en</strong> beide partij<strong>en</strong> ongeveer ev<strong>en</strong>veelreputatie hebb<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval kunn<strong>en</strong> zak<strong>en</strong> zelfs beter word<strong>en</strong> <strong>over</strong>gelat<strong>en</strong>aan de vrije markt, namelijk wanneer output <strong>en</strong> input in het geheel nietcontracteerbaar zijn <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reputatie heeft te verliez<strong>en</strong>.In dat geval kan het hold-upprobleem niet word<strong>en</strong> verzacht door contract<strong>en</strong>.De contracteerbaarheid van de input hangt ook af van het relatieve belang vancomplem<strong>en</strong>taire investering<strong>en</strong> in fysiek kapitaal versus niet-verifieerbareeffort (input van m<strong>en</strong>selijk kapitaal). Als fysieke, complem<strong>en</strong>taire investering<strong>en</strong>belangrijk zijn t<strong>en</strong> opzichte van m<strong>en</strong>selijke input, dan kan het efficiëntzijn de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> aan de koper toe te del<strong>en</strong> omdat de input van fysiekkapitaal vaak beter verifieerbaar is dan de input van m<strong>en</strong>selijk kapitaal.Reputatieargum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> soms conflicter<strong>en</strong> met het bescherm<strong>en</strong> vandeg<strong>en</strong><strong>en</strong> die in het afdwingbare complete contract de meest kwetsbare positiehebb<strong>en</strong>. Dit is het geval wanneer de koper relatief weinig reputatie heeft <strong>en</strong> deoutput relatief slecht contracteerbaar is. Dan gaat het om e<strong>en</strong> afweging tuss<strong>en</strong>het bescherm<strong>en</strong> van de koper via de reputatie van de verkoper (de verkoper iseig<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> dus goed beschermd) of het bescherm<strong>en</strong> van de verkoper via e<strong>en</strong>contract op de input (de koper is eig<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> dus goed beschermd).7 Eig<strong>en</strong>dom naar geïnformeerde partij.Daarbij kom<strong>en</strong> ook argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> welke partij het beste geïnformeerd is.De heronderhandeling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ‘kostbaar’ zijn als de ongeïnformeerde partij(de koper) de beslissingsbevoegdheid heeft. Vaak zull<strong>en</strong> de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>over</strong> de contracteerbaarheid <strong>en</strong> de informatie parallel lop<strong>en</strong>. Wanneer de outputhet moeilijkst verifieerbaar is, zal de koper meestal ook de best geïnformeerdepartij zijn. Het kan echter zo zijn dat de output wel observeerbaar isvoor de verkoper (maar niet voor de rechter) terwijl de input niet goed kanword<strong>en</strong> geobserveerd door de koper. In dit geval is de verkoper dus het bestegeïnformeerd. Dan kan er e<strong>en</strong> conflict zijn tuss<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsrecht voor koper<strong>en</strong> verkoper. Het eig<strong>en</strong>domsrecht voor de verkoper resulteert in ex-post efficiëntie.Het eig<strong>en</strong>domsrecht voor de koper beschermt de koper teg<strong>en</strong> opportunistischgedrag van de verkoper maar in ex-ante efficiëntie (d.w.z. de juistehoeveelheid investering). Dit conflict kan alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgelost als de verkopervoldo<strong>en</strong>de reputatie heeft om de koper te bescherm<strong>en</strong>.8 Asymmetrische informatie: belang eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>.Zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> zijn niet mogelijk wanneer de contractpartij<strong>en</strong> deinput of output niet goed waarnem<strong>en</strong> of partij<strong>en</strong> zich aan het contract houd<strong>en</strong>.Incomplete contract<strong>en</strong> zijn wel mogelijk, maar heronderhandeling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>vaak zeer moeizaam plaatsvind<strong>en</strong> zodat er ge<strong>en</strong> nieuwe transacties tot standkom<strong>en</strong>. De toewijzing van de beslissingsbevoegdheid (d.w.z. van eig<strong>en</strong>domsrecht)is dan zeer belangrijk voor de uiteindelijke allocatie.59


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>dConcurr<strong>en</strong>tie versus onderhandeling<strong>en</strong>Tabel 2.5 analyseert de effect<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie door e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> situatie met e<strong>en</strong> groot aantal verkopers <strong>en</strong> kopers <strong>en</strong> e<strong>en</strong> situatie metslechts één verkoper <strong>en</strong> één koper. De horizontale as geeft de informatie <strong>over</strong> deinput (gewerkte ur<strong>en</strong>, inzet <strong>en</strong>z.) <strong>en</strong> de verticale as <strong>over</strong> de output. Input kanvoor beide partij<strong>en</strong> observeerbaar zijn. Daarteg<strong>en</strong><strong>over</strong> staat de mogelijkheid datde input alle<strong>en</strong> observeerbaar is voor de verkoper. Output kan voor beide partij<strong>en</strong>observeerbaar zijn. Het is echter ook mogelijk dat alle<strong>en</strong> de koper weet welkewaarde hij aan de output toek<strong>en</strong>t.Tabel 2.5Concurr<strong>en</strong>tie versus onderhandelinginformatie <strong>over</strong>outputobserveerbaarinputniet observeerbaarvoor koper60observeerbaar vm,c = efficiënt vm,c = efficiënt ‘concurr<strong>en</strong>tie g<strong>en</strong>ereert’vm,o = efficiënt‘informatie’‘gedeeld surplus’vm,o = inefficiëntniet observeerbaar vm,c = efficiënt ‘concurr<strong>en</strong>tie vm,c = efficiëntvoor verkoper ‘g<strong>en</strong>ereert informatie’ ‘concurr<strong>en</strong>tie g<strong>en</strong>ereert informatie’vm,o = inefficiëntvm,o = inefficiëntniet observeerbaar vm,c = inefficiënt vm,c = inefficiëntvoor koper vm,o = inefficiënt vm,o = inefficiënt‘adverse selection’‘adverse selection’Toelichting:vm,cvm,oinefficiënt:naast-best:concurr<strong>en</strong>tie: meerdere verkopersonderhandeling: één verkoperer zijn betere alternatiev<strong>en</strong>inefficiënt, maar er zijn ge<strong>en</strong> betere alternatiev<strong>en</strong>Uit deze tabel kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de conclusies word<strong>en</strong> afgeleid:1 Symmetrische informatie: equival<strong>en</strong>tie.Concurr<strong>en</strong>tie heeft ge<strong>en</strong> toegevoegde waarde zolang er sprake is van symmetrischeinformatie. In beide situaties wordt het surplus gemaximeerd.2 Asymmetrische informatie: concurr<strong>en</strong>tie g<strong>en</strong>ereert informatie.Onderhandeling<strong>en</strong> zijn inefficiënt, omdat partij<strong>en</strong> de onderhandeling<strong>en</strong>trainer<strong>en</strong> om informatie <strong>over</strong> het belang van de andere partij bov<strong>en</strong> water tekrijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> op die manier zoveel mogelijk surplus naar zich toe te trekk<strong>en</strong>. 28Bij gebrekkige informatie creëert concurr<strong>en</strong>tie waarde t<strong>en</strong> opzichte vanonderhandeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee partij<strong>en</strong>. Als er veel marktpartij<strong>en</strong> zijn, heeftge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele partij invloed op de prijs. De partij<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> er daarom ge<strong>en</strong>belang bij informatie achter te houd<strong>en</strong> om op die manier e<strong>en</strong> betere prijs af tedwing<strong>en</strong> (zie Fud<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> Tirole 1992: 279). 29


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>3 Adverse selection.De veilingmarkt is niet efficiënt als de koper de kwaliteit van de output nietgoed kan beoordel<strong>en</strong>. In dat geval werkt het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme nietgoed. Efficiënte concurr<strong>en</strong>tie vereist dus transparantie, naast het ontbrek<strong>en</strong>van specifieke investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot aantal marktpartij<strong>en</strong>.2.3 <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>2.3.1 sturing <strong>en</strong> organisatie in de <strong>publieke</strong> sectorIn paragraaf 2.2 zijn mechanism<strong>en</strong> <strong>en</strong> sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> ingezet om activiteit<strong>en</strong> van burgers te coördiner<strong>en</strong>. De besprok<strong>en</strong>schema’s kunn<strong>en</strong> zowel op het sturingsprobleem van de manager van e<strong>en</strong> <strong>private</strong>onderneming word<strong>en</strong> toegepast als op het sturingsprobleem van de politiekbij het organiser<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>. Deze paragraaf past het besprok<strong>en</strong>e toeop de sturings- <strong>en</strong> organisatieproblem<strong>en</strong> bij het waarborg<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>door de <strong>over</strong>heid. Hoe kan de politiek haar verantwoordelijkheid als hoeder vanhet <strong>publieke</strong> belang het beste waarmak<strong>en</strong>? Is het daarvoor nodig dat zij allebeslissingsmacht aan zich houdt of bestaan er subtielere mechanism<strong>en</strong> waarmeede <strong>over</strong>heid de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> zekerstelt?61In paragraaf 2.2 kwam voortdur<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> aantal kernproblem<strong>en</strong> terug die noopt<strong>en</strong>tot complexere coördinatiemechanism<strong>en</strong> dan het veilingmechanisme van devrije markt. Het ging met name om de volg<strong>en</strong>de problem<strong>en</strong>:• de kost<strong>en</strong> van risicoaversie onder onzekerheid: door het risico toe te del<strong>en</strong> aande minst risicoaverse partij kan verzekeringswinst word<strong>en</strong> geboekt;• de kost<strong>en</strong> van onderhandeling<strong>en</strong> bij asymmetrische informatie: door voorafafsprak<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> <strong>over</strong> de verdeling van opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> of door de beslissingsbevoegdheidte legg<strong>en</strong> bij de meest geïnformeerde partij kunn<strong>en</strong> kostbareconflict<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>;• het hold-upprobleem bij specifieke investering<strong>en</strong>: door vooraf de verdelingvan de opbr<strong>en</strong>gst van specifieke investering<strong>en</strong> vast te legg<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van specifieke investering<strong>en</strong> internaliser<strong>en</strong>;• averechtse selectie bij onzekerheid <strong>over</strong> de kwaliteit: door selectie onmogelijkte mak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> goede risico’s gedwong<strong>en</strong> zich ook te verzeker<strong>en</strong>.In grote lijn<strong>en</strong> zijn er drie mogelijke reacties op dergelijke problem<strong>en</strong>. Soms is debetek<strong>en</strong>is van de vier problem<strong>en</strong> te gering of is de verdeling van de kost<strong>en</strong> <strong>over</strong>partij<strong>en</strong> te diffuus om ze met complexe coördinatievorm<strong>en</strong> te verhelp<strong>en</strong>.Het veilingmechanisme van de vrije markt garandeert dan het best d<strong>en</strong>kbareresultaat. De <strong>over</strong>heid kan gebruikmak<strong>en</strong> van het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme alssturingsmechanisme bij de uitvoering van de <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>; <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>word<strong>en</strong> uitbesteed aan particuliere bedrijv<strong>en</strong>, die concurrer<strong>en</strong> om de uitvoeringvan de <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>. De speelruimte van de concurrer<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> kan ev<strong>en</strong>tueelword<strong>en</strong> beperkt door wet- <strong>en</strong> regelgeving <strong>en</strong> fiscale instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gerichtop het bevorder<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> doel<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> van deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijnmilieuregulering of subsidies voor het aannem<strong>en</strong> van langdurig werkloz<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Zolang voldo<strong>en</strong>de informatie compleet <strong>en</strong> verifieerbaar is, bestaat e<strong>en</strong> tweedemogelijkheid, zelfs als er sprake is van specifieke investering<strong>en</strong>, risicoaverse particuliereag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> scheve informatie. Verschill<strong>en</strong>de particuliere uitvoerderskunn<strong>en</strong> aanbesteding<strong>en</strong> do<strong>en</strong> voor complete contract<strong>en</strong>. Zo gebruikt de <strong>over</strong>heidnaast het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme ook complete contract<strong>en</strong> als sturingsmechanisme.Voordat het contract wordt afgeslot<strong>en</strong>, vertrouwt de <strong>over</strong>heid opconcurr<strong>en</strong>tie om de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> te bescherm<strong>en</strong>. Hierna is er sprake van(tijdelijke) exclusiviteit van het aanbod. De <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dangewaarborgd in complete contract<strong>en</strong> waarin de afsprak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong>de exclusieve uitvoerder van de <strong>publieke</strong> taak voor langere tijd zijn vastgelegd.Op deze manier wet<strong>en</strong> beide partij<strong>en</strong> (de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> de uitvoer<strong>en</strong>de partij)waar ze aan toe zijn; alle verplichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> recht<strong>en</strong> van de contractpartij<strong>en</strong> zijnimmers van tevor<strong>en</strong> vastgelegd in contract<strong>en</strong> die door de rechterlijke machtkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>. 3062Deze (complete) contract<strong>en</strong> loss<strong>en</strong> de vier hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> op.Verzekeringscontract<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> risicoaverse uitvoerders teg<strong>en</strong> onzekerheid.Deze contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hierbij word<strong>en</strong> afgestemd op de feitelijke omstandighed<strong>en</strong>,zoals in het principal-ag<strong>en</strong>tmodel in paragraaf 2.2.2: de omvang van hetrisico, de mate van risicoaversie van de ag<strong>en</strong>t, <strong>en</strong>zovoort. Verder mak<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong>in complete contract<strong>en</strong> onderhandeling<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de looptijd van hetcontract <strong>over</strong>bodig. Dit bespaart onderhandelingskost<strong>en</strong> <strong>en</strong> maakt het holdupprobleemonklaar. T<strong>en</strong> slotte bind<strong>en</strong> verplichte verzekeringscontract<strong>en</strong> goederisico’s.Meestal maakt de incompleetheid van de informatie het voor de <strong>over</strong>heid teduur (c.q. onmogelijk) om met e<strong>en</strong> particuliere uitvoer<strong>en</strong>de partij e<strong>en</strong> compleetcontract af te sluit<strong>en</strong> waarin alle <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> volledig word<strong>en</strong> beschermd.In dit geval krijgt de verdeling van eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> (d.w.z. zegg<strong>en</strong>schap,‘residual control,’ of ‘macht’) 31 betek<strong>en</strong>is. De eig<strong>en</strong>aar heeft namelijk het rechtom beslissing<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> in ev<strong>en</strong>tualiteit<strong>en</strong> die niet in het incomplete contractzijn gespecificeerd <strong>en</strong> die invloed hebb<strong>en</strong> op <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>.In deze paragraaf wordt nagegaan welke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de beslissingvan de <strong>over</strong>heid om deze beslissingsbevoegdheid op te eis<strong>en</strong> dan wel tedeleger<strong>en</strong> aan de uitvoer<strong>en</strong>de partij. Hierbij doet zich e<strong>en</strong> aantal mogelijkhed<strong>en</strong>voor. Aan de <strong>en</strong>e kant van het spectrum kan de <strong>over</strong>heid de beslissingsbevoegdheidvolledig aan zich houd<strong>en</strong> zonder met de uitvoerders veel afsprak<strong>en</strong> temak<strong>en</strong> in contract<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid is eig<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> heeft maximale zegg<strong>en</strong>schap,omdat zij nauwelijks of niet gebond<strong>en</strong> is aan contract<strong>en</strong>. Er is sprake van exclusiefpubliek aanbod door e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> organisatie die hiërarchisch (verticaal)wordt aangestuurd.De <strong>over</strong>heid kan ook meer beslissing<strong>en</strong> <strong>over</strong>lat<strong>en</strong> aan de <strong>publieke</strong> uitvoerders.De uitvoering wordt dan op ‘afstand’ van de <strong>over</strong>heid geplaatst, waarbij de <strong>over</strong>heidzowel het sturingsinstrum<strong>en</strong>t van het contract <strong>en</strong> de wet- <strong>en</strong> regelgeving


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>(waarin de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> van de uitvoerder word<strong>en</strong> vastgelegd) als dat vande hiërarchie gebruikt. De <strong>over</strong>heid kan alle<strong>en</strong> in bepaalde omstandighed<strong>en</strong>ingrijp<strong>en</strong> in de autonomie van de uitvoerders door gebruik te mak<strong>en</strong> van hetinstrum<strong>en</strong>t van discretionaire bevel<strong>en</strong>. In andere omstandighed<strong>en</strong> wordt de uitvoerdervrij gelat<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de afgeslot<strong>en</strong>contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wet- <strong>en</strong> regelgeving. Op deze manier kan de <strong>over</strong>heidlaver<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> commitm<strong>en</strong>t (d.w.z. het deleger<strong>en</strong> van bevoegdhed<strong>en</strong> in ‘normale’omstandighed<strong>en</strong>) <strong>en</strong> flexibiliteit (d.w.z. het ongedaan mak<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong>van de uitvoerders in uitzonderlijke omstandighed<strong>en</strong>). Zo kan de <strong>over</strong>heidonder normale omstandighed<strong>en</strong> de C<strong>en</strong>trale Bank vrij lat<strong>en</strong> bij het voer<strong>en</strong>van monetair beleid <strong>en</strong> onder uitzonderlijke omstandighed<strong>en</strong> de C<strong>en</strong>trale Banke<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare aanwijzing gev<strong>en</strong>. 32 Verzelfstandiging is e<strong>en</strong> proces waarbij de<strong>over</strong>heid meer beslissing<strong>en</strong> delegeert aan <strong>publieke</strong> uitvoerders <strong>en</strong> meer vertrouwtop het sturingsinstrum<strong>en</strong>t van contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> wet- <strong>en</strong> regelgeving <strong>en</strong>minder op het sturingsinstrum<strong>en</strong>t van de hiërarchie (discretionaire bevel<strong>en</strong>). 33Dit vereist dat de <strong>over</strong>heid zich van tevor<strong>en</strong> vastlegt op de doel<strong>en</strong> die de verzelfstandigdee<strong>en</strong>heid di<strong>en</strong>t na te strev<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de randvoorwaard<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> dee<strong>en</strong>heid deze doel<strong>en</strong> zal moet<strong>en</strong> nastrev<strong>en</strong>. Naderhand heeft de <strong>over</strong>heidimmers minder bevoegdhed<strong>en</strong> om nog te kunn<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>. Bij verzelfstandigingblijft er <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s meestal sprake van exclusief aanbod van de <strong>publieke</strong> uitvoerders,die dus <strong>over</strong> e<strong>en</strong> monopoliepositie beschikk<strong>en</strong>. 34 Er is sprake van contracteringzonder concurr<strong>en</strong>tie op de goeder<strong>en</strong>markt.63Aan het andere einde van het spectrum kan de <strong>over</strong>heid de residuele beslissingsbevoegdheidgeheel deleger<strong>en</strong> aan particuliere uitvoerders. De <strong>over</strong>heid committeertzich om niet direct in te grijp<strong>en</strong> in de bedrijfsvoering van de uitvoerders.Hierbij moet de <strong>over</strong>heid vertrouw<strong>en</strong> op andere sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dande hiërarchie om <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> veilig te stell<strong>en</strong>. 35 Tot deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>behor<strong>en</strong> regulering, wet- <strong>en</strong> regelgeving, fiscale instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, contract<strong>en</strong> <strong>en</strong>concurr<strong>en</strong>tie. De organisatievraag naar <strong>publieke</strong> dan wel <strong>private</strong> uitvoering heeftdirect gevolg<strong>en</strong> voor de sturingsvraag. Door de uitvoering van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>uit te bested<strong>en</strong> aan particuliere organisaties heeft de <strong>over</strong>heid namelijk ge<strong>en</strong>beschikking meer <strong>over</strong> het sturingsinstrum<strong>en</strong>t van de residuele zegg<strong>en</strong>schap. 36Naast contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> wet- <strong>en</strong> regelgeving kan concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>deaanbieders op e<strong>en</strong> transparante markt e<strong>en</strong> belangrijk sturingsinstrum<strong>en</strong>t zijn omhet verlies van het sturingsinstrum<strong>en</strong>t van directe zegg<strong>en</strong>schap op te vang<strong>en</strong> <strong>en</strong>de druk op andere sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (waaronder contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> wet- <strong>en</strong>regelgeving) te verlicht<strong>en</strong>. Zelfs als de kwaliteit van het te lever<strong>en</strong> product moeilijkcontracteerbaar is, zorgt concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de aanbieders ervoordat aanbieders word<strong>en</strong> gedisciplineerd (zie par. 2.2.4). Hierbij kan het reputatiemechanismee<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong>. Naarmate investering<strong>en</strong> minder specifiekzijn <strong>en</strong> de markt transparanter is (symmetrische informatie <strong>over</strong> output),werk<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie- <strong>en</strong> reputatiemechanism<strong>en</strong> beter. 37 In veel gevall<strong>en</strong> zal de<strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> combinatie van verschill<strong>en</strong>de sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> tegebruik<strong>en</strong> om het verlies van het sturingsinstrum<strong>en</strong>t van residuele beslissingsbevoegdheidop te vang<strong>en</strong>. Zo zal bij uitbesteding van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> naast con-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>curr<strong>en</strong>tie vaak ook wet- <strong>en</strong> regelgeving noodzakelijk blijv<strong>en</strong> om <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>te waarborg<strong>en</strong>. De sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> wet- <strong>en</strong> regelgevingkunn<strong>en</strong> elkaar zo ondersteun<strong>en</strong> bij het waarborg<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>als de <strong>over</strong>heid het sturingsinstrum<strong>en</strong>t van residuele beslissingsbevoegdheiduit hand<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> heeft door de uitvoering van e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> taak uit tebested<strong>en</strong>.De <strong>over</strong>heid krijgt bij uitbesteding van de <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere ord<strong>en</strong><strong>en</strong>dein plaats van prester<strong>en</strong>de rol. In feite wordt de ord<strong>en</strong><strong>en</strong>de rol, e<strong>en</strong> kerntaak vande <strong>over</strong>heid, ontvlecht van de prester<strong>en</strong>de (<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong>de) rol, die wordtuitbesteed aan de particuliere sector. De <strong>over</strong>heid conc<strong>en</strong>treert zich zo op haarkerntak<strong>en</strong> (‘core business’) van het ord<strong>en</strong><strong>en</strong> van economische activiteit<strong>en</strong> alsmedehet definiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>. Contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> wet- <strong>en</strong>regelgeving, waarbij de <strong>over</strong>heid de randvoorwaard<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> de particulieresector beslissingsbevoegdheid heeft voor langere tijd vastlegt, nem<strong>en</strong> dande plaats in van discretionaire bevoegdhed<strong>en</strong> om in de uitvoering van <strong>publieke</strong>tak<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>.64Het gaat in deze paragraaf vooral om de organisatievraag: hoeveel beslissingsmachtdi<strong>en</strong>t de politiek aan zich te houd<strong>en</strong> door eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> te behoud<strong>en</strong>?Ev<strong>en</strong>als de manager van e<strong>en</strong> particuliere onderneming staat de <strong>over</strong>heidvoor e<strong>en</strong> keuze uit drie alternatiev<strong>en</strong>: koopt ze op de veilingmarkt e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st inzonder gecompliceerde contract<strong>en</strong> (bijv. de p<strong>en</strong>n<strong>en</strong> op het bureau van de ambt<strong>en</strong>aar),sluit ze e<strong>en</strong> contract met e<strong>en</strong> <strong>private</strong> partij waarbij beide partij<strong>en</strong> zich voorlangere tijd aan elkaar bind<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarin wederzijdse verplichting<strong>en</strong> nauwkeurigword<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> (bijv. de leverancier van de computers op dat bureau), 38of verwerft ze zich de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>over</strong> bepaalde activiteit<strong>en</strong> (bijv. dewerktijd van de ambt<strong>en</strong>aar)?We zull<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat dergelijke vrag<strong>en</strong> veelal ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig antwoord k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.Het is var<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Scylla <strong>en</strong> Charibdis. Zo geeft de keuze alle beslissingsmachtaan zich te houd<strong>en</strong> ruime mogelijkhed<strong>en</strong> om in e<strong>en</strong> later stadium het beleid bij testell<strong>en</strong>, maar deze keuze vermindert wel de prikkel tot doelmatigheid <strong>en</strong> innovatiein de uitvoering. Met andere woord<strong>en</strong>: aan het behoud<strong>en</strong> van residuele zegg<strong>en</strong>schaphangt e<strong>en</strong> prijskaartje; eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> zijn niet gratis verkrijgbaar.We behandel<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het al dan niet aan zich houd<strong>en</strong>van eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> (zegg<strong>en</strong>schap of ‘macht’) door de <strong>over</strong>heid: 391 de verdeling van informatie <strong>over</strong> de partij<strong>en</strong> (par 2.3.2);2 de elasticiteit <strong>en</strong> het belang van de niet-verifieerbare specifieke investering<strong>en</strong>(par. 2.3.3);3 de pot<strong>en</strong>tiële concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> particuliere uitvoerders (par. 2.3.3);4 de risicoaversie van de partij<strong>en</strong> (par. 2.3.4);5 de gevolg<strong>en</strong> van zegg<strong>en</strong>schap voor de beschikbaarheid van informatie(par. 2.3.5);6 de verdeling van reputatie <strong>over</strong> de partij<strong>en</strong> (par. 2.3.6).


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>2.3.2 informatie <strong>en</strong> onderhandelingskost<strong>en</strong>Het hold-out probleem: onderhandeling<strong>en</strong> zijn kostbaarOnderhandeling<strong>en</strong> <strong>over</strong> (quasi-)r<strong>en</strong>ts kunn<strong>en</strong> lang dur<strong>en</strong> <strong>en</strong> mede hierdoorkostbaar zijn (zie par. 2.2.8.a). Het kan zelfs zijn dat in het geheel ge<strong>en</strong> <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemmingwordt bereikt. Deze transactiekost<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> met name hoog zijnwanneer sprake is van asymmetrische informatie <strong>over</strong> de onderhandelingspositievan de pot<strong>en</strong>tiële contractpartij<strong>en</strong> <strong>en</strong> wanneer er vele partij<strong>en</strong> bij de onderhandeling<strong>en</strong>betrokk<strong>en</strong> zijn. De verschill<strong>en</strong>de onderhandelingspartij<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>dan veel tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie stek<strong>en</strong> in het aftast<strong>en</strong> van elkaar, zodat e<strong>en</strong> groot deelvan de pot<strong>en</strong>tiële gezam<strong>en</strong>lijke winst uit de transactie (de ‘r<strong>en</strong>t’) verlor<strong>en</strong> dreigtte gaan. Dit staat in de literatuur bek<strong>en</strong>d als het hold-outprobleem. In dezegevall<strong>en</strong> kan het nuttig zijn dat de <strong>over</strong>heid eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> aan zich houdt,zodat zij e<strong>en</strong>zijdig kan besliss<strong>en</strong>. Op deze manier word<strong>en</strong> transactiekost<strong>en</strong> uitgespaard,doordat <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming sneller tot stand komt. Wij zull<strong>en</strong> tweeargum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> waarom de <strong>over</strong>heid eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> beter aan zichkan houd<strong>en</strong> om onderhandelingskost<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>:• de <strong>over</strong>heid is beter geïnformeerd <strong>over</strong> onderhandelingsposities;• er zijn niet-voorzi<strong>en</strong>e externe effect<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vele transactiepartners.Goed geïnformeerde <strong>over</strong>heid houdt zegg<strong>en</strong>schapDe onderhandelingskost<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met gebrekkige informatie <strong>over</strong> deonderhandelingsposities van de contractpartners, kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beperkt doorde zegg<strong>en</strong>schap toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan de geïnformeerde partij. Door de geïnformeerdepartij te lat<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> middel<strong>en</strong> verspeeld aan het ontlokk<strong>en</strong>van informatie, omdat deze partij precies weet hoeveel de andere partijnodig heeft om het aantrekkelijk te vind<strong>en</strong> de relatie voort te zett<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de<strong>over</strong>heid dus meer informatie heeft <strong>over</strong> de waarde van e<strong>en</strong> relatie dan haartransactiepartner, doet zij er goed aan de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> aan zich te houd<strong>en</strong>om zo de transactiekost<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>.65Particuliere partij<strong>en</strong> die met elkaar kunn<strong>en</strong> onderhandel<strong>en</strong> <strong>over</strong> de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>voordat informatievoordeel van e<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> ontstaat, zull<strong>en</strong> deeig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> meestal toedel<strong>en</strong> aan de partij die naderhand <strong>over</strong> de meesteinformatie beschikt. Immers, doordat de meest geïnformeerde partij de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>krijgt, wordt bij de ex-post onderhandeling<strong>en</strong> (d.w.z. de onderhandeling<strong>en</strong>nadat de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> zijn toegek<strong>en</strong>d) de meest doelmatige uitkomstgerealiseerd. Bij de a-priori onderhandeling<strong>en</strong> <strong>over</strong> de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>is dan het maximaal d<strong>en</strong>kbare toekomstige surplus beschikbaar. De eig<strong>en</strong>aar kande transactiepartner die zijn eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>over</strong>draagt dus ruimschootscomp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. 40 De zegg<strong>en</strong>schap komt zo terecht bij de partij die de meestewaarde binn<strong>en</strong> de relatie kan creër<strong>en</strong>. 41In de praktijk zal de <strong>over</strong>heid zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> informatievoorspong hebb<strong>en</strong> <strong>over</strong>onderhandelingsposities t<strong>en</strong> opzichte van haar transactiepartners. De eis<strong>en</strong> vande op<strong>en</strong>baarheid van bestuur, democratische legitimatie, rechtszekerheid <strong>en</strong>


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>rechtsgelijkheid mak<strong>en</strong> het welhaast onmogelijk dat e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsorgaan e<strong>en</strong>informatiemonopolie handhaaft. De legitimatie van <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom vloeitdus eerder voort uit de twee andere argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, namelijk onvoorzi<strong>en</strong>e externeeffect<strong>en</strong> <strong>en</strong> meerdere pot<strong>en</strong>tiële contractpartners.Overheid houdt eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> bij onvoorzi<strong>en</strong>e externe effect<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>vele partij<strong>en</strong>De <strong>over</strong>heid kan de beslissingsbevoegdheid beter aan zich houd<strong>en</strong> wanneer hetbelangrijk is snel tot e<strong>en</strong> oplossing te kom<strong>en</strong> van conflict<strong>en</strong> <strong>over</strong> de verdelingvan r<strong>en</strong>ts die voortvloei<strong>en</strong> uit het internaliser<strong>en</strong> van onvoorzi<strong>en</strong>e externe effect<strong>en</strong>.Hetzelfde geldt voor complexe incomplete contract<strong>en</strong>, waarin vaak doorvele partij<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> (her)onderhandeld <strong>over</strong> wat te do<strong>en</strong> in onvoorzi<strong>en</strong>eomstandighed<strong>en</strong>, mede in het licht van externe effect<strong>en</strong> die niet in contract<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> (Williamson (1985) spreekt in dit verband <strong>over</strong>‘complexity,’ ‘high frequ<strong>en</strong>cy’ <strong>en</strong> ‘connectedness’). 42 Het blijft dan belangrijkom flexibel te kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op nieuwe omstandighed<strong>en</strong> zonder hogeonderhandelingskost<strong>en</strong> te hoev<strong>en</strong> incasser<strong>en</strong>.66Wanneer het bij de (niet-contracteerbare) externe effect<strong>en</strong> gaat om e<strong>en</strong> beperktaantal spelers in de particuliere sector (bijv. tuss<strong>en</strong> gebruikers van infrastructuur(zie par. 2.4.3) of de uitvoerders van verschill<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>), dan kunn<strong>en</strong>de transactiekost<strong>en</strong> bij het internaliser<strong>en</strong> van deze externe effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong>beperkt door verschill<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot particulier bedrijf teintegrer<strong>en</strong>. Wanneer de niet-contracteerbare externe effect<strong>en</strong> echter <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>, is er e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> voor de <strong>over</strong>heid om residuele beslissingsbevoegdheidaan zich te houd<strong>en</strong>. De niet-contracteerbare externe effect<strong>en</strong> die deuitvoerder heeft op de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>, implicer<strong>en</strong> dan dat het definiër<strong>en</strong> vande <strong>publieke</strong> taak (e<strong>en</strong> kerntaak van de <strong>over</strong>heid) niet goed kan word<strong>en</strong> ontvlocht<strong>en</strong>van de uitvoering van die taak. In feite zijn de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> niet goedcontracteerbaar (bijv. vanwege incomplete of niet-verifieerbare informatie).Ord<strong>en</strong><strong>en</strong>de <strong>en</strong> prester<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dan niet goed van elkaar word<strong>en</strong>gescheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid te word<strong>en</strong> geïntegreerd (zie hiervoorook par. 2.4.2.b, voorbeeld<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 3).Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> voor de <strong>over</strong>heid kunn<strong>en</strong> ook help<strong>en</strong> om compet<strong>en</strong>tiegeschill<strong>en</strong>te voorkom<strong>en</strong> <strong>over</strong> wie wanneer waar<strong>over</strong> mag besliss<strong>en</strong>. Deze compet<strong>en</strong>tiegeschill<strong>en</strong>tred<strong>en</strong> op wanneer het moeilijk is om eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>(d.w.z. ‘residual right of control’) goed te definiër<strong>en</strong>. Het bespar<strong>en</strong> van onderhandelingskost<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> van de red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom de beslissing<strong>en</strong> <strong>over</strong> de omvangvan het aanbod van <strong>publieke</strong> goeder<strong>en</strong> zijn gedelegeerd aan de politiek <strong>en</strong> nietword<strong>en</strong> <strong>over</strong>gelat<strong>en</strong> aan het particuliere initiatief. 43Publieke uitvoering kan besluitvormingskost<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong>...Deze <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t om <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>door de <strong>over</strong>heid zelf (d.w.z. beslissingsbevoegdhed<strong>en</strong> niet te deleger<strong>en</strong> aanandere organisaties) wanneer verschill<strong>en</strong>de contractpartij<strong>en</strong> regelmatig met


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>elkaar moet<strong>en</strong> (her)onderhandel<strong>en</strong> <strong>over</strong> (quasi-)r<strong>en</strong>ts (vanwege het ontbrek<strong>en</strong>van concurr<strong>en</strong>tie, bijv. als gevolg van specifieke investering<strong>en</strong>) bij het invull<strong>en</strong>van incomplete contract<strong>en</strong> (omdat e<strong>en</strong> complexe, dynamische omgeving hetonmogelijk maakt de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> voor langere tijd vast te legg<strong>en</strong> in completecontract<strong>en</strong>; er tred<strong>en</strong> steeds weer nieuwe, onvoorzi<strong>en</strong>e externe effect<strong>en</strong> opzodat het belangrijk is flexibel te kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op nieuwe omstandighed<strong>en</strong>;de verschill<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> van de contractpartij<strong>en</strong> zijn dus niet goedvan elkaar te scheid<strong>en</strong>) <strong>en</strong> wanneer deze onderhandeling<strong>en</strong> kostbaar zijn (omdater snel tot oplossing<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> of omdat er veel asymmetrischeinformatie is <strong>over</strong> elkaars onderhandelingspositie)....onder twee voorwaard<strong>en</strong>Er zijn echter ook teg<strong>en</strong>argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de hiervoor g<strong>en</strong>oemde argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vooreig<strong>en</strong>dom bij de <strong>over</strong>heid ontkracht<strong>en</strong>. In de eerste plaats di<strong>en</strong>t de <strong>over</strong>heid goedgeïnformeerd te zijn <strong>over</strong> de verschill<strong>en</strong>de externe effect<strong>en</strong>. In de tweede plaatsmag de <strong>over</strong>heid haar informatievoordeel niet misbruik<strong>en</strong>; de <strong>over</strong>heid moete<strong>en</strong> prikkel hebb<strong>en</strong> om externe effect<strong>en</strong> ook daadwerkelijk te internaliser<strong>en</strong>,bijvoorbeeld omdat zij weinig directe belang<strong>en</strong> heeft, reputatie te verliez<strong>en</strong>heeft, of goed wordt gecontroleerd door het democratische proces. Beide argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>word<strong>en</strong> in het vervolg uitgewerkt.67Het verwaarloz<strong>en</strong> van dec<strong>en</strong>trale informatieDe <strong>over</strong>heid moet goed geïnformeerd zijn <strong>over</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>departij<strong>en</strong> om efficiënte beslissing<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Wanneer de<strong>over</strong>heid slecht(er) geïnformeerd is dan haar transactiepartners, dan gaat dezeinformatie bij de besluitvorming verlor<strong>en</strong> of kan zij slechts word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut teg<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong>lijke influ<strong>en</strong>ce costs: ondergeschikt<strong>en</strong> gaan middel<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> om de c<strong>en</strong>tralebesluitvorming te beïnvloed<strong>en</strong>. Deze ‘politieke’ activiteit<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>productieve waarde, maar zijn <strong>en</strong>kel gericht op het naar zich toe trekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>groter gedeelte van de (quasi-)r<strong>en</strong>ts (zie Milgrom <strong>en</strong> Roberts 1992: hfdst. 8). 44Het principe dat zegg<strong>en</strong>schap het beste kan word<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong> aan de geïnformeerdepartij pleit erteg<strong>en</strong> beslissingsmacht bij de <strong>over</strong>heid te conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>wanneer de <strong>over</strong>heid slecht geïnformeerd is <strong>over</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong>op lagere niveaus. In het kader van arbeidsdeling kan de <strong>over</strong>heid zich bije<strong>en</strong> gebrek aan specialistische k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> informatie (onder meer vanwegebounded rationality) het beste beperk<strong>en</strong> tot haar kernactiviteit<strong>en</strong>. Andere beslissing<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> dan het beste gedelegeerd word<strong>en</strong> aan specialist<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lagerniveau. Deze argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het uitbested<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sterkernaarmate specialistische k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong>de cultuur belangrijkerword<strong>en</strong> bij het uitvoer<strong>en</strong> van deze tak<strong>en</strong>. Dit geldt bijvoorbeeld voor veel professioneleorganisaties.De <strong>over</strong>heid als malign dictator...E<strong>en</strong> tweede belangrijke voorwaarde voor efficiënte besluitvorming op c<strong>en</strong>traalniveau is dat de <strong>over</strong>heid haar zegg<strong>en</strong>schap alsmede haar informatievoorsprong


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>niet misbruikt. Zo kan de <strong>over</strong>heid haar macht gebruik<strong>en</strong> om bepaalde belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>te bevoordel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van derd<strong>en</strong> in ruil voor politieke steun.Politieke motiev<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> dan economische <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeldhiervan is het betal<strong>en</strong> van hoge lon<strong>en</strong> in staatsbedrijv<strong>en</strong> waarin de werkgeleg<strong>en</strong>heidwordt beschermd om op die manier de politieke steun van ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong>vakbond<strong>en</strong> te verkrijg<strong>en</strong>. In feite spann<strong>en</strong> de politici <strong>en</strong> de werknemers dansam<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van de belastingbetaler <strong>en</strong> de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de <strong>publieke</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Wanneer <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> zijn uitbesteed, word<strong>en</strong> kruissubsidies t<strong>en</strong>bate van belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> duidelijker zichtbaar voor de betal<strong>en</strong>de bevolking.De <strong>over</strong>heid kan immers niet meer gebruikmak<strong>en</strong> van haar residuele beslissingsbevoegdheidom de kruissubsidies onderhands te verstrekk<strong>en</strong> maar di<strong>en</strong>t dekruissubsidies op<strong>en</strong> <strong>en</strong> bloot te verstrekk<strong>en</strong> via regelgeving of contract<strong>en</strong>.Dit maakt het gebruik van politieke macht t<strong>en</strong> gunste van belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>meestal minder aantrekkelijk. Op deze manier komt uitbesteding de democratischelegitimatie t<strong>en</strong> goede.68...vereist democratische legitimatieOm machtsmisbruik van politici <strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong> is democratischelegitimatie van het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong>. 45 Alle betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>zoveel mogelijk inzicht hebb<strong>en</strong> in de informatie op grond waarvan de <strong>over</strong>heidhaar beslissing<strong>en</strong> neemt. Er moet helder zicht zijn op de kruissubsidies diede <strong>over</strong>heid bij het uitvoer<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> verstrekt aan belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>.Checks <strong>en</strong> balances, waarbij partij<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> inde besluitvorming <strong>en</strong> de beleidsuitvoering, zijn hierbij ess<strong>en</strong>tieel. Hierbij kangedacht word<strong>en</strong> aan de scheiding tuss<strong>en</strong> de rechterlijke <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de macht,het bestaan van verschill<strong>en</strong>de toezichthouders op de uitvoering van het beleid<strong>en</strong> klachtrecht voor burgers die zich door de <strong>over</strong>heid in hun recht<strong>en</strong> voel<strong>en</strong>aangetast. Ook g<strong>en</strong>ereert politieke concurr<strong>en</strong>tie informatie <strong>over</strong> de uitvoeringvan <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> voor de kiezer. In dit verband speelt de journalistiek e<strong>en</strong>belangrijke rol. Dergelijke checks <strong>en</strong> balances, gericht op de democratische legitimatie,staan <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s op gespann<strong>en</strong> voet met de w<strong>en</strong>s om de influ<strong>en</strong>ce costs <strong>en</strong>de onderhandelingskost<strong>en</strong> bij politieke transacties te beperk<strong>en</strong>. Het bestrijd<strong>en</strong>van opportunistisch gedrag van beleidsmakers <strong>en</strong> beleidsuitvoerders gaat echteronontkoombaar gepaard met transactiekost<strong>en</strong>.Uitbesteding als middel teg<strong>en</strong> machtsmisbruikDoor <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> uit te bested<strong>en</strong> aan partij<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige missiebindt de <strong>over</strong>heid zich om onder normale omstandighed<strong>en</strong> niet in te grijp<strong>en</strong> inde uitvoering van bepaalde <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>. Door de uitvoering ‘op afstand’ teplaats<strong>en</strong> kan de <strong>over</strong>heid haar hand<strong>en</strong> in onschuld wass<strong>en</strong> wanneer belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>haar tracht<strong>en</strong> te beweg<strong>en</strong> h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter deel van de r<strong>en</strong>ts t<strong>en</strong> goede telat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Zo kan het uitbested<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> machtsmisbruik vanpolitici door e<strong>en</strong> gebrek aan voldo<strong>en</strong>de democratische controle voorkom<strong>en</strong>(bijv. verborg<strong>en</strong> kruissubsidies voor politiek invloedrijke groep<strong>en</strong>) alsmedeinflu<strong>en</strong>ce costs beperk<strong>en</strong>. Het wordt immers moeilijker voor belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>om via de uitvoering van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> r<strong>en</strong>ts naar zich toe te trekk<strong>en</strong>. 46


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Zo wordt de positie van vakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> toeleveranciers zwakker in onderhandeling<strong>en</strong>met organisaties die <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, als die organisaties opgrotere afstand van de <strong>over</strong>heid staan. De <strong>over</strong>heid zal immers minder snel debudgetrestricties van de uitvoerders van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> oprekk<strong>en</strong> op grond vanpolitieke <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>. Het op afstand zett<strong>en</strong> van de uitvoering van <strong>publieke</strong>tak<strong>en</strong> is dus e<strong>en</strong> vorm van zelfbinding (‘commitm<strong>en</strong>t device’). Met e<strong>en</strong> hardebudgetrestrictie word<strong>en</strong> de uitvoerders zo ‘normale’ bedrijv<strong>en</strong>, die minder vatbaarzijn voor politieke druk van belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>. De uitvoerders van <strong>publieke</strong>tak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op hun van tevor<strong>en</strong> gedefinieerde <strong>publieke</strong> taak(hun ‘missie’ of ‘core business’) binn<strong>en</strong> stabiele randvoorwaard<strong>en</strong>. De organisatiehoeft dan minder bang te zijn dat de politiek de organisatie lastig valt metbevel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> bate van andere politieke doel<strong>en</strong>. Verm<strong>en</strong>ging van verantwoordelijkhed<strong>en</strong>wordt zo voorkom<strong>en</strong>. Het op afstand van de politiek plaats<strong>en</strong> vanactiviteit<strong>en</strong> heeft als nadeel dat de <strong>over</strong>heid minder flexibiliteit bezit bij hetinternaliser<strong>en</strong> van onvoorzi<strong>en</strong>e externe effect<strong>en</strong> van de uitbestede taak <strong>en</strong> dat deonderhandelingskost<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> bij poging<strong>en</strong> deze externe effect<strong>en</strong> te internaliser<strong>en</strong>.Vaste regels beperk<strong>en</strong> machtsmisbruik <strong>en</strong> ‘influ<strong>en</strong>ce costs’Naast democratisch gelegitimeerde c<strong>en</strong>tralisatie van de beslissingsbevoegdheidbij de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>tralisatie naar transactiepartners is er e<strong>en</strong> derde alternatief.Machtsmisbruik van de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> influ<strong>en</strong>ce activities kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>voorkom<strong>en</strong> wanneer de beslissingsbevoegdheid van de <strong>over</strong>heid wordt beperktdoor deze te bind<strong>en</strong> aan vaste regels <strong>en</strong> procedures. E<strong>en</strong> voorbeeld zijn rigidesalarisschal<strong>en</strong> voor ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. Op deze manier committeert de <strong>over</strong>heid zichom zich niet te lat<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> door influ<strong>en</strong>ce activities.69Ook rechtsprincipes van belangOok bepaalde rechtsprincipes, zoals rechtsgelijkheid <strong>en</strong> rechtszekerheid, beog<strong>en</strong>machtsmisbruik alsmede de pot<strong>en</strong>tiële bat<strong>en</strong> van influ<strong>en</strong>ce activities te beperk<strong>en</strong>.Deze regels verminder<strong>en</strong> de ruimte waar<strong>over</strong> de <strong>over</strong>heid beschikt bij het herverdel<strong>en</strong>van r<strong>en</strong>ts tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong>.Aan e<strong>en</strong> dergelijke strategie van rigide regels <strong>en</strong> procedures zijn echter kost<strong>en</strong>verbond<strong>en</strong>. De uitvoerders van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> zich immers vaak conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>op het formeel voldo<strong>en</strong> aan procedures <strong>en</strong> principes in plaats van nuttigeinformatie bov<strong>en</strong> water te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> die de kwaliteit van beslissing<strong>en</strong> t<strong>en</strong> goedekan kom<strong>en</strong>. Bij c<strong>en</strong>trale besluitvorming door de <strong>over</strong>heid bestaat er aldus e<strong>en</strong>trade-off tuss<strong>en</strong> het verminder<strong>en</strong> van influ<strong>en</strong>ce costs <strong>en</strong> het beperk<strong>en</strong> van onderhandelingskost<strong>en</strong><strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> anderzijds het bov<strong>en</strong> water krijg<strong>en</strong> van zoveelmogelijk informatie voor het nem<strong>en</strong> van wel<strong>over</strong>wog<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong>.Corruptie bij privatisering <strong>en</strong> aanbestedingDe geschied<strong>en</strong>is heeft geleerd dat de mogelijkhed<strong>en</strong> voor corruptie e<strong>en</strong> belangrijkargum<strong>en</strong>t zijn teg<strong>en</strong> de transitie van <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom naar uitbestedingop het mom<strong>en</strong>t dat moet word<strong>en</strong> onderhandeld <strong>over</strong> de waarde van de di<strong>en</strong>st die


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>wordt geprivatiseerd (zie ook Hart e.a. 1997). Bij e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st word<strong>en</strong> demogelijkhed<strong>en</strong> van politici om hun zegg<strong>en</strong>schap te gebruik<strong>en</strong> t<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> bate(cliëntelisme, vri<strong>en</strong>djespolitiek, corruptie) beperkt door de hiervoor ontworp<strong>en</strong>regels, zoals het rechtsprincipe van rechtsgelijkheid. Deze regels zijn niet volledigwaterdicht, maar bied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> betere garantie dan kan word<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> op hetmom<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st daadwerkelijk wordt geprivatiseerd. Het is niet toevalligdat de regering van Thatcher na e<strong>en</strong> lange periode van privatisering uiteindelijkvooral t<strong>en</strong> gronde ging aan e<strong>en</strong> serie corruptieschandal<strong>en</strong>. Bij het verzelfstandig<strong>en</strong>van <strong>over</strong>heidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> politieke compromiss<strong>en</strong> vaak in hogekost<strong>en</strong> voor de <strong>over</strong>heid omdat de <strong>over</strong>heid gevestigde bank<strong>en</strong> (o.a. van bestaandeuitvoerders) uitkoopt. Door hun informatievoorsprong kunn<strong>en</strong> bestaandeuitvoerders r<strong>en</strong>ts opeis<strong>en</strong> (de zgn. informatier<strong>en</strong>ts).70Trade-offs: internaliser<strong>en</strong> externe effect<strong>en</strong> versus profiter<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>traleinformatie...Deze paragraaf geeft aan dat er bij de vraag of de <strong>over</strong>heid beslissingsbevoegdheidaan zich di<strong>en</strong>t te houd<strong>en</strong> sprake is van <strong>en</strong>kele trade-offs. Conc<strong>en</strong>tratie vanbeslissingsbevoegdheid bij de <strong>over</strong>heid kan <strong>en</strong>erzijds verhelp<strong>en</strong> dat coördinatieproblem<strong>en</strong>optred<strong>en</strong> bij het verder invull<strong>en</strong> van incomplete contract<strong>en</strong> (bijv. bijhet internaliser<strong>en</strong> van in het contract onvoorzi<strong>en</strong>e externe effect<strong>en</strong>) maar kananderzijds resulter<strong>en</strong> in inefficiënte beslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> influ<strong>en</strong>ce activities, omdat de<strong>over</strong>heid de specifieke vakbekwaamheid <strong>en</strong> informatie ontbeert om tot efficiëntebeslissing<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Word<strong>en</strong> beslissingbevoegdhed<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> bij deuitvoerder gelegd, dan kan word<strong>en</strong> geprofiteerd van de extra specialistische k<strong>en</strong>nis<strong>en</strong> informatie op dat niveau <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kostbare influ<strong>en</strong>ce activities gerichtop het beïnvloed<strong>en</strong> van de beslissing<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>.Hier staat echter teg<strong>en</strong><strong>over</strong> dat de uitvoerders vaak e<strong>en</strong> geringere prikkel hebb<strong>en</strong>om externe effect<strong>en</strong> op andere partij<strong>en</strong> te internaliser<strong>en</strong> omdat het directebelang<strong>en</strong> heeft 47 dan wel onvoldo<strong>en</strong>de geïnformeerd is <strong>over</strong> deze effect<strong>en</strong>. 48...<strong>en</strong> flexibiliteit versus commitm<strong>en</strong>tDe <strong>over</strong>heid kan door de delegatie van bevoegdhed<strong>en</strong> minder flexibel optred<strong>en</strong>bij het internaliser<strong>en</strong> van externe effect<strong>en</strong> die in het incomplete contract nietvoorzi<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. In feite verliest de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> sturingsinstrum<strong>en</strong>t. De afwegingkan dus ook gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> afweging tuss<strong>en</strong> flexibiliteit <strong>en</strong> commitm<strong>en</strong>t.Uitbested<strong>en</strong> vermindert de flexibiliteit van de <strong>over</strong>heid om in te grijp<strong>en</strong> inde uitvoering maar vergroot haar commitm<strong>en</strong>t t<strong>en</strong> opzichte van derd<strong>en</strong> om deuitvoering niet te lat<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> door oneig<strong>en</strong>lijke politieke motiev<strong>en</strong>.Tabel 2.6 recapituleert de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom die indeze paragraaf aan bod zijn gekom<strong>en</strong>. In de praktijk zijn er nag<strong>en</strong>oeg altijd argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>voor <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>. De keuze in e<strong>en</strong> concrete situatie betreft dus altijd e<strong>en</strong>afweging tuss<strong>en</strong> voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Tabel 2.6Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom vanuit de informatiebeschikbaarheidArgum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>domInformatievoorsprong bij de <strong>over</strong>heid <strong>over</strong> omvang r<strong>en</strong>tsOnvoorzi<strong>en</strong>e externe effect<strong>en</strong> (incompleetheid/flexibiliteit)Veel transactiepartners (<strong>publieke</strong> goeder<strong>en</strong>)Dreiging corruptie bij aanbesteding <strong>en</strong> privatiseringArgum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>domVerlies informatie beschikbaar bij transactiepartnersInflu<strong>en</strong>ce costs (commitm<strong>en</strong>t)Malign dictator (democratische legitimatie)AlternatiefBindt beslissingsmacht <strong>over</strong>heid aan vaste regels2.3.3 de elasticiteit van specifieke investering<strong>en</strong>Incomplete contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> hold-upDe zegg<strong>en</strong>schap bij het invull<strong>en</strong> van incomplete contract<strong>en</strong> (‘residual power of71control,’ d.w.z. de beslissingsbevoegdheid voor beslissing<strong>en</strong> die niet in contract<strong>en</strong>zijn vastgelegd) bepaalt mede de verdeling van de (quasi-)r<strong>en</strong>ts die voortvloei<strong>en</strong>uit niet-verifieerbare (<strong>en</strong> daarom niet-contracteerbare) specifieke investering<strong>en</strong>.Deze verdeling heeft consequ<strong>en</strong>ties voor de prikkels om deze specifiekeinvestering<strong>en</strong> te ondernem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>t die verwacht dat ander<strong>en</strong> de quasi-r<strong>en</strong>tsvan zijn specifieke investering<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> opeis<strong>en</strong> nadat zijn investering zijnonderhandelingspositie heeft verzwakt, zal ontmoedigd word<strong>en</strong> te invester<strong>en</strong>.Het invester<strong>en</strong> in flexibiliteit (<strong>en</strong> daarmee de ex-post onderhandelingspositie)wordt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> gestimuleerd, omdat dit de investeerder in staat stelt e<strong>en</strong> groterdeel van de waarde van de relatie naar zich toe te trekk<strong>en</strong>. Dit is de kern vanhet zog<strong>en</strong>aamde hold-upprobleem, waarbij de verdeling van de kost<strong>en</strong> of bat<strong>en</strong>van specifieke investering<strong>en</strong> niet ex ante kan word<strong>en</strong> vastgelegd in e<strong>en</strong> compleetcontract maar afhankelijk is van de ex-post onderhandelingsmacht van de verschill<strong>en</strong>departij<strong>en</strong> die in de relatie hebb<strong>en</strong> geïnvesteerd (zie ook par. 2.2.5 <strong>en</strong> subparagraaf2.2.8.c). Doordat e<strong>en</strong> markt voor de specifieke investering<strong>en</strong> ontbreekt,g<strong>en</strong>ereert de investeerder dan externe effect<strong>en</strong> voor andere partij<strong>en</strong> in de relatie.Wie pleegt elastische, belangrijke, niet-verifieerbare investering<strong>en</strong>?E<strong>en</strong> institutionele oplossing voor het hold-upprobleem is het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van dezegg<strong>en</strong>schap aan de partij<strong>en</strong> die belangrijke, elastische <strong>en</strong> specifieke investering<strong>en</strong>pleg<strong>en</strong> die niet door contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschermd omdat zowel dekost<strong>en</strong> als de bat<strong>en</strong> van de investering<strong>en</strong> niet-verifieerbaar zijn. Het is efficiëntom beslissingsbevoegdhed<strong>en</strong> (‘macht’) toe te del<strong>en</strong> aan die partij<strong>en</strong> wi<strong>en</strong>s activiteit<strong>en</strong>(‘investering<strong>en</strong>’) de meeste waarde creër<strong>en</strong> in de relatie <strong>en</strong> wi<strong>en</strong>s activiteit<strong>en</strong>het minst goed contracteerbaar zijn (bijv. omdat de bat<strong>en</strong> ex ante niet goed tevoorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> te specificer<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> niet goed verifieerbaar zijn). 49


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Deze partij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hun specifieke investering<strong>en</strong> immers niet in ex-ante completecontract<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>. In plaats daarvan moet<strong>en</strong> ze vertrouw<strong>en</strong> op hunbeslissingsmacht (<strong>en</strong> het effect daarvan op hun ex-post onderhandelingspositie)om hun investering<strong>en</strong> ex post te kunn<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> opportunistischgedrag van andere contractpartij<strong>en</strong>. Het eig<strong>en</strong>domsrecht (<strong>en</strong> de daarmee gepaardgaande zegg<strong>en</strong>schap) neemt zo de plaats in van de ontbrek<strong>en</strong>de markt (<strong>en</strong> hetontbrek<strong>en</strong>de complete contract) voor de niet-verifieerbare investering<strong>en</strong>.Zo g<strong>en</strong>ereert het eig<strong>en</strong>domsrecht de b<strong>en</strong>odigde prikkels voor investering<strong>en</strong>.Via het eig<strong>en</strong>domsrecht word<strong>en</strong> de bat<strong>en</strong> van de niet-verifieerbare investering<strong>en</strong>op de maximale manier geïnternaliseerd.72Hier staat teg<strong>en</strong><strong>over</strong> dat zegg<strong>en</strong>schap juist niet moet word<strong>en</strong> toegedeeld aan partij<strong>en</strong>die door niet-verifieerbare investering<strong>en</strong> in flexibiliteit negatieve externeeffect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> voor de andere contractpartij<strong>en</strong>. Deze investering<strong>en</strong>vernietig<strong>en</strong> waarde. Door deze partij<strong>en</strong> beslissingsmacht te ontnem<strong>en</strong> vermindertm<strong>en</strong> de prikkels voor deze investering<strong>en</strong>. Dit kan e<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t zijn omeig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> toe te del<strong>en</strong> aan de <strong>over</strong>heid wanneer investering<strong>en</strong> niet goedcontracteerbaar zijn (bijv. omdat de kwaliteit van de te lever<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> nietgoed te contracter<strong>en</strong> is, zie Hart e.a. 1997). Dit beschermt de <strong>over</strong>heid namelijkteg<strong>en</strong> inefficiënte investering<strong>en</strong> van particuliere partij<strong>en</strong> die er <strong>en</strong>kel op zijngericht e<strong>en</strong> groter deel van de r<strong>en</strong>ts te verkrijg<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door de kwaliteitvan de te lever<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong>.Het is (ex ante) in het belang van alle partij<strong>en</strong> die bij de relatie betrokk<strong>en</strong> zijn,dat de ‘macht’ wordt toegedeeld aan de partij die de meeste niet-verifieerbarewaarde in e<strong>en</strong> relatie creëert <strong>en</strong> dat de zegg<strong>en</strong>schap wordt onttrokk<strong>en</strong> aan de partijdie niet-verifieerbare waarde vernietigt. Zo g<strong>en</strong>ereert de relatie immers demeeste waarde. Bij het afsluit<strong>en</strong> van het incomplete contract zull<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>word<strong>en</strong> verkocht aan de contractpartij die met de zegg<strong>en</strong>schap demeeste extra waarde kan creër<strong>en</strong>; deze partij kan de hoogste prijs bied<strong>en</strong> voor deschaarse beslissingsmacht omdat ‘macht’ het meeste waard is in de hand<strong>en</strong> vandeze partij. Het deleger<strong>en</strong> van beslissingsmacht (het verkop<strong>en</strong> van het eig<strong>en</strong>domsrecht)maakt de belofte van de andere contractpartij<strong>en</strong> om de bat<strong>en</strong> vanbelangrijke, niet-verifieerbare investering<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong>aar niet naar zich toe tetrekk<strong>en</strong> (c.q. ge<strong>en</strong> niet-verifieerbare investering<strong>en</strong> te pleg<strong>en</strong> die de eig<strong>en</strong>aarschad<strong>en</strong>), geloofwaardig. 50De conc<strong>en</strong>tratie van investering<strong>en</strong> via verticale integratieHet hold-upprobleem bij investering<strong>en</strong> in specifieke fysieke activa kan word<strong>en</strong>verholp<strong>en</strong> door verticale integratie, waarbij de <strong>over</strong>heid de beslissingsmachtheeft. De <strong>over</strong>heid wordt zo volledig verantwoordelijk voor zowel de kost<strong>en</strong>(de input) <strong>en</strong> de bat<strong>en</strong> (de output) van de specifieke investering<strong>en</strong>. Door de<strong>over</strong>heid als eindgebruiker eig<strong>en</strong>aar te mak<strong>en</strong> van de specifieke kapitaalgoeder<strong>en</strong>wordt de belang<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> investeerder <strong>en</strong> gebruiker geëlimineerd<strong>en</strong> word<strong>en</strong> alle externe effect<strong>en</strong> geïnternaliseerd. De beslissingsbevoegdheidvoor complem<strong>en</strong>taire kapitaalgoeder<strong>en</strong> (d.w.z. kapitaalgoeder<strong>en</strong> die alle<strong>en</strong> waar-


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong> wanneer ze sam<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet) zal dan ook vaak geconc<strong>en</strong>treerdzijn in e<strong>en</strong> hand. Zo wordt de synergie tuss<strong>en</strong> deze kapitaalgoeder<strong>en</strong> (economicsof scope or scale) optimaal b<strong>en</strong>ut <strong>en</strong> word<strong>en</strong> de externe effect<strong>en</strong> bij niet-contracteerbareinvestering<strong>en</strong> in deze kapitaalgoeder<strong>en</strong> geïnternaliseerd. Bij de uitvoeringvan <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> zal veelal sprake zijn van specifieke kapitaalgoeder<strong>en</strong>omdat de <strong>over</strong>heid vaak de <strong>en</strong>ige vrager is op de markt voor de goeder<strong>en</strong> die metdeze kapitaalgoeder<strong>en</strong> geproduceerd word<strong>en</strong>.Deze oplossing vereist wel dat de <strong>over</strong>heid na de verticale integratie goed zichtkrijgt op de kost<strong>en</strong> van het specifieke kapitaalgoed <strong>en</strong> de input die nodig is omhet te onderhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> te exploiter<strong>en</strong>. 51 De eig<strong>en</strong>aar di<strong>en</strong>t de kost<strong>en</strong> van alleinput immers voor zijn rek<strong>en</strong>ing te nem<strong>en</strong>. Bij investering<strong>en</strong> in m<strong>en</strong>selijk kapitaal<strong>en</strong> bij fysieke activa waarvan onderhoud <strong>en</strong> gebruik afhankelijk zijn vanm<strong>en</strong>selijke input, zal dit veelal niet het geval zijn omdat deze input voor de<strong>over</strong>heid niet observeerbaar is.M<strong>en</strong>selijk kapitaal <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>tralisatieBij m<strong>en</strong>selijk kapitaal (incl. ondernemerschap) is verticale integratie onmogelijkomdat m<strong>en</strong>selijk kapitaal niet kan word<strong>en</strong> verkocht. Veel input van de eig<strong>en</strong>aarsvan m<strong>en</strong>selijk kapitaal is niet contracteerbaar omdat deze input (incl. de investering<strong>en</strong><strong>en</strong> de input in de productie van k<strong>en</strong>nis) niet goed kan word<strong>en</strong> geverifieerd,zeker niet bij complexe productie <strong>en</strong> niet-routinematige activiteit<strong>en</strong>(zoals ondernemerschap <strong>en</strong> innovatieve activiteit<strong>en</strong> gericht op de opbouw vank<strong>en</strong>nis). Conc<strong>en</strong>tratie van beslissingsmacht bij de <strong>over</strong>heid kan dan contraproductiefzijn. De zegg<strong>en</strong>schap wordt dan namelijk weggehaald bij de ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wi<strong>en</strong>s niet-verifieerbare inspanning<strong>en</strong> vaak van groot belang zijn voor de waardedie bij de exploitatie van de kapitaalgoeder<strong>en</strong> wordt geg<strong>en</strong>ereerd. Terwijl verticaleintegratie het hold-upprobleem bij fysieke specifieke investering<strong>en</strong> kan verminder<strong>en</strong>(deze investering<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> na verticale integratie immers veelalword<strong>en</strong> geobserveerd), kan het dit probleem bij investering<strong>en</strong> in intangibleinvestering<strong>en</strong> (m<strong>en</strong>selijk kapitaal, k<strong>en</strong>nis, ondernemerschap) juist vergrot<strong>en</strong>.Verticale integratie leidt dan tot meer moral-hazard-problem<strong>en</strong> bij het motiver<strong>en</strong>van ondernemers <strong>en</strong> werknemers. 52 Het verhindert ook dat e<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong>decultuur kan word<strong>en</strong> opgebouwd bij de uitvoerders van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>,zeker in professionele organisaties waarin de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid weinig zichtheeft op de activiteit<strong>en</strong> van de uitvoer<strong>en</strong>de professionals.73De selective-interv<strong>en</strong>tion puzzelHet ontbrek<strong>en</strong> van complete contract<strong>en</strong> is daarom e<strong>en</strong> van de mechanism<strong>en</strong> diegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong> aan de grootte van organisaties <strong>en</strong> de c<strong>en</strong>tralisatie van zegg<strong>en</strong>schap(de inperking van de macht van de ‘malign dictator’ is e<strong>en</strong> ander). Dit lost dezog<strong>en</strong>aamde selective-interv<strong>en</strong>tion puzzel van Williamson (1985) op. Volg<strong>en</strong>s dezepuzzel zijn er ge<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan de c<strong>en</strong>tralisatie van beslissingsmacht. De hogereautoriteit kan immers belov<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> in te grijp<strong>en</strong> wanneer dit tot (ex ante)efficiëntere beslissing<strong>en</strong> leidt. Het probleem is dat deze autoriteit zich niet geloofwaardigkan bind<strong>en</strong> om zich in andere gevall<strong>en</strong> van interv<strong>en</strong>tie te onthoud<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>De paradox is dat het ook voor de <strong>over</strong>heid aantrekkelijk is de beslissingsmachtvan de <strong>over</strong>heid te verminder<strong>en</strong>. In feite is het verminder<strong>en</strong> van de beslissingsmachte<strong>en</strong> manier om beloft<strong>en</strong> om de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van specifieke investering<strong>en</strong>niet af te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> initiatief te belon<strong>en</strong>, geloofwaardig te mak<strong>en</strong>. Het ontbrek<strong>en</strong>van complete contract<strong>en</strong> door niet-verifieerbare informatie resulteert dus nietnoodzakelijkerwijs in meer hiërarchie <strong>en</strong> daarmee c<strong>en</strong>tralisatie van beslissingsbevoegdhed<strong>en</strong>.Het kan ev<strong>en</strong>zeer resulter<strong>en</strong> in meer dec<strong>en</strong>tralisatie vanbevoegdhed<strong>en</strong> aan de uitvoerders van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>, afhankelijk van het belangvan niet-verifieerbare m<strong>en</strong>selijke input.74Trade-off: schaarse beslissingsmachtDit alles resulteert in e<strong>en</strong> spanningsveld tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de contractvorm<strong>en</strong> ofsturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoals weergegev<strong>en</strong> in tabel 2.4 waar meerdere instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>naast-best zijn. Enerzijds lost de conc<strong>en</strong>tratie van beslissingsmacht bijde <strong>over</strong>heid coördinatieproblem<strong>en</strong> op. Anderzijds haalt de conc<strong>en</strong>tratie vanbeslissingsmacht deze macht weg bij ander<strong>en</strong>, wi<strong>en</strong>s niet-verifieerbare activiteit<strong>en</strong>van groot belang kunn<strong>en</strong> zijn. Het toedel<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> slaagt erdaarom bijna nooit in opportunisme volledig uit te sluit<strong>en</strong>. Meer macht voor dee<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t minder macht voor de ander. De beslissingsmacht voor de <strong>over</strong>heidis zo het probleem voor haar contractpartners. Macht is e<strong>en</strong> schaars goed:er is niet g<strong>en</strong>oeg beslissingsbevoegdheid om e<strong>en</strong> ieder volledig te bescherm<strong>en</strong>.Dit is de prijs van het onvolledige contract.Bij het bepal<strong>en</strong> van de optimale positie op de trade-off zijn de complem<strong>en</strong>tariteitvan de kapitaalgoeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de waarde van niet-verifieerbare inspanning<strong>en</strong> vanuitvoerders van belang. Voorz<strong>over</strong> het gaat om niet-specifieke fysieke kapitaalgoeder<strong>en</strong>is het efficiënt om de zegg<strong>en</strong>schap toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan deg<strong>en</strong>e wi<strong>en</strong>sniet-contracteerbare activiteit<strong>en</strong> van het grootste belang zijn voor de waarde diemet deze kapitaalgoeder<strong>en</strong> wordt gecreëerd. Naarmate deze kapitaalgoeder<strong>en</strong>specifieker <strong>en</strong> belangrijker word<strong>en</strong> (d.w.z. niet gebruikt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zonderelkaar, zodat er meer externe effect<strong>en</strong> zijn) <strong>en</strong> niet-verifieerbare activiteit<strong>en</strong> vanuitvoerders van minder belang word<strong>en</strong> voor het creër<strong>en</strong> van waarde, is er meervoor te zegg<strong>en</strong> beslissingsbevoegdheid te conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> bij deg<strong>en</strong>e wi<strong>en</strong>s nietcontracteerbareactiviteit<strong>en</strong> de grootste positieve invloed hebb<strong>en</strong> op de waardedie met de gezam<strong>en</strong>lijke kapitaalgoeder<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gecreëerd. Het is efficiëntde eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> voor kapitaalgoeder<strong>en</strong> toe te wijz<strong>en</strong> aan deg<strong>en</strong>e wi<strong>en</strong>sniet-verifieerbare activiteit<strong>en</strong> van het grootste belang zijn voor de productiviteitvan de kapitaalgoeder<strong>en</strong>. Als de niet-contracteerbare activiteit<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>departij<strong>en</strong> belangrijk zijn, hoeft het niet optimaal te zijn om de beslissingsbevoegdheidte c<strong>en</strong>traliser<strong>en</strong> maar kan het beter zijn iedere partij met e<strong>en</strong>gedeeltelijk hold-upprobleem te confronter<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> voorbeeld: de bouw <strong>en</strong> exploitatie van infrastructuurE<strong>en</strong> voorbeeld van deze afweging<strong>en</strong> betreft de bouw <strong>en</strong> exploitatie van infrastructuur.53 Enerzijds is de output van <strong>publieke</strong> infrastructuur moeilijk te contracter<strong>en</strong><strong>en</strong> is specifiek fysiek kapitaal e<strong>en</strong> belangrijke input. Dit pleit voor e<strong>en</strong>


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong><strong>publieke</strong> exploitatie zodat de <strong>over</strong>heid bij de exploitatie haar hand<strong>en</strong> vrij kanhoud<strong>en</strong> zonder daarmee e<strong>en</strong> particuliere partij op te zadel<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> groot holduprisico.In dit geval kan ook het bouw<strong>en</strong> in eig<strong>en</strong> beheer de voorkeur hebb<strong>en</strong>,omdat de bouw ook niet altijd e<strong>en</strong>voudig contracteerbaar is. Anderzijds kanniet-verifieerbare input (bijv. ondernemerschap) van groot belang zijn bij debouw <strong>en</strong> soms ook bij de exploitatie van de infrastructuur. Dit pleit ervoor deinfrastructuur door de <strong>private</strong> sector te lat<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> exploiter<strong>en</strong>. Naarmatede niet-verifieerbare m<strong>en</strong>selijke input belangrijker wordt t<strong>en</strong> opzichte van dekapitaalgoeder<strong>en</strong>, zal de rol van de particuliere sector groter kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Afhankelijk van de contracteerbaarheid van de bouw versus de exploitatie kanook e<strong>en</strong> van de twee fas<strong>en</strong> uitbesteed word<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> particuliere partij,bijvoorbeeld door de particuliere sector de infrastructuur onder e<strong>en</strong> leasecontractte lat<strong>en</strong> exploiter<strong>en</strong>. 54Trade-off: het politieke primaat versus doelmatige productieE<strong>en</strong> andere trade-off is die tuss<strong>en</strong> ex-ante <strong>en</strong> ex-post efficiëntie. Het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>van beslissingsbevoegdheid aan de <strong>over</strong>heid (het primaat van de politiek) waarborgtex post allocatieve efficiëntie, doordat de <strong>over</strong>heid snel <strong>en</strong> flexibel kaninspel<strong>en</strong> op onvoorzi<strong>en</strong>e externe effect<strong>en</strong> die niet van tevor<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> contractkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgelegd. De invulling van het <strong>publieke</strong> belang is dan nietgoed te definiër<strong>en</strong> voordat de specifieke investering<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. In feite zijnniet-contracteerbare activiteit<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid (nl. het definiër<strong>en</strong> van het<strong>publieke</strong> belang) belangrijk in het creër<strong>en</strong> van waarde in de relatie <strong>en</strong> is er sprakevan aanzi<strong>en</strong>lijk marktfal<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t om de beslissingsbevoegdheidtoe te del<strong>en</strong> aan de <strong>over</strong>heid.75Daarteg<strong>en</strong><strong>over</strong> staat dat dit de beloft<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid om de quasi-r<strong>en</strong>ts dievoortvloei<strong>en</strong> uit specifieke, niet-verifieerbare investering<strong>en</strong> van werknemers <strong>en</strong>ondernemers te bescherm<strong>en</strong>, minder geloofwaardig maakt (zie Laffont <strong>en</strong> Tirole1993: hfdst.17). Dit vermindert de prikkels van de ambt<strong>en</strong>aar/ondernemer omveel te invester<strong>en</strong> in de relatie met de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> resulteert in minder doelmatigeproductie <strong>en</strong> meer X-ineffici<strong>en</strong>cy. Wanneer de niet-contracteerbare inputbelangrijk is, is er in feite sprake van aanzi<strong>en</strong>lijk <strong>over</strong>heidsfal<strong>en</strong>. Deze trade-offtuss<strong>en</strong> ex-post <strong>en</strong> ex-ante efficiëntie kan ook word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> afwegingtuss<strong>en</strong> allocatieve efficiëntie (word<strong>en</strong> de goeder<strong>en</strong> geproduceerd waaraan demaatschappij behoefte heeft?) <strong>en</strong> productieve efficiëntie (word<strong>en</strong> deze goeder<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> de laagste kost<strong>en</strong> geproduceerd?). De argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het uitbested<strong>en</strong>van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sterker naarmate de politiek zich ex ante kan vastlegg<strong>en</strong>op het gew<strong>en</strong>ste product (d.w.z. het primaat van de politiek wordt nietgeschaad door het opgev<strong>en</strong> van flexibiliteit; m<strong>en</strong> weet wat m<strong>en</strong> wil voordat deinvestering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gepleegd) <strong>en</strong> niet-verifieerbare activiteit<strong>en</strong> van de uitvoerdersvan groter belang zijn voor e<strong>en</strong> doelmatige productie.Primaat van de politiek waarborgt <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>...Er bestaat dus e<strong>en</strong> trade-off tuss<strong>en</strong> flexibiliteit (als de <strong>over</strong>heid veel beslissingsbevoegdheidaan zich houdt) <strong>en</strong> commitm<strong>en</strong>t (als de <strong>over</strong>heid beslissings-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>bevoegdheid delegeert). Dit is in feite e<strong>en</strong> trade-off tuss<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsfal<strong>en</strong> (als de<strong>over</strong>heid de beslissingsbevoegdheid <strong>en</strong> daarmee e<strong>en</strong> sturingsinstrum<strong>en</strong>t aanzich houdt) <strong>en</strong> marktfal<strong>en</strong> (als de <strong>over</strong>heid de beslissingsbevoegdheid delegeert).Flexibiliteit is belangrijker in e<strong>en</strong> omgeving waarin de <strong>over</strong>heid ex ante niet alleexterne effect<strong>en</strong> kan voorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gew<strong>en</strong>ste kwaliteit van het product nietvooraf kan specificer<strong>en</strong>. In dit geval kan de <strong>over</strong>heid middels e<strong>en</strong> contract haarbelang niet afdo<strong>en</strong>de bescherm<strong>en</strong>. Het politieke primaat kan dan niet volstaanmet het specificer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> contract maar di<strong>en</strong>t ook <strong>en</strong>ige ex-post flexibiliteit tebehoud<strong>en</strong> om in te kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> op onvoorzi<strong>en</strong>e omstandighed<strong>en</strong>. 55 Doorbeslissingsbevoegdheid aan zich te houd<strong>en</strong> waarborgt de <strong>over</strong>heid de <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong> die niet via e<strong>en</strong> contract kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschermd. De beslissingsbevoegdheidgeeft haar de mogelijkheid onvoorzi<strong>en</strong>e externe effect<strong>en</strong> te internaliser<strong>en</strong>,waardoor het marktfal<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de perk<strong>en</strong> wordt gehoud<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>ligt de zegg<strong>en</strong>schap dan bij de partij die het politieke risico kan beheers<strong>en</strong>.76...maar ontmoedigt niet-contracteerbare input van uitvoerdersTeg<strong>en</strong><strong>over</strong> het beperk<strong>en</strong> van marktfal<strong>en</strong> staat het <strong>over</strong>heidsfal<strong>en</strong>. Door de beslissingsbevoegdheidaan zich te houd<strong>en</strong> vermindert de <strong>over</strong>heid de prikkels voormoeilijk observeerbare inspanning<strong>en</strong> van de uitvoerders van de <strong>publieke</strong> taak(zie ook Aghion <strong>en</strong> Tirole 1997). Het politieke primaat doodt zo het initiatief,de creativiteit <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong>de cultuur in de uitvoering. Het beperk<strong>en</strong> vandit <strong>over</strong>heidsfal<strong>en</strong> is vooral van belang als de activiteit<strong>en</strong> van de uitvoerdersmoeilijk observeerbaar zijn <strong>en</strong> tegelijkertijd van groot belang zijn voor de kwaliteitvan de uitvoering <strong>en</strong> de verdere verbetering daarvan (innovatie). Het will<strong>en</strong>behoud<strong>en</strong> van ex-post zegg<strong>en</strong>schap is dan kostbaar: de <strong>over</strong>heid wint veel indoelmatige uitvoering bij het ex ante zorgvuldig definiër<strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> wil,hoe m<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> taak precies w<strong>en</strong>st te definiër<strong>en</strong>, welke missie m<strong>en</strong> de uitvoerderwil meegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> welke randvoorwaard<strong>en</strong> deze missie di<strong>en</strong>t teword<strong>en</strong> uitgevoerd. Het deleger<strong>en</strong> van residuele bevoegdhed<strong>en</strong> kan zo resulter<strong>en</strong>in e<strong>en</strong> meer voorspelbare <strong>over</strong>heid die geleerd heeft haar belang<strong>en</strong> veilig testell<strong>en</strong> in contract<strong>en</strong> zonder op elk mom<strong>en</strong>t zegg<strong>en</strong>schap te will<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>.Zo zijn de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong>: de <strong>over</strong>heid definieert het <strong>publieke</strong>belang <strong>en</strong> de uitvoerder zorgt ervoor dat deze <strong>publieke</strong> taak zo efficiënt mogelijkwordt uitgevoerd. De democratische besluitvorming <strong>over</strong> de vormgevingvan de <strong>publieke</strong> taak di<strong>en</strong>t dan ex ante plaats te vind<strong>en</strong>.Contracteerbare output: beslissingsmacht naar investeerderDe partij die investeert, kan besliss<strong>en</strong> <strong>over</strong> de transactie wanneer de outputbat<strong>en</strong>) van de specifieke investering ex ante goed te specificer<strong>en</strong> <strong>en</strong> ex post goedte met<strong>en</strong> zijn (wanneer deze verifieerbaar 56 zijn) <strong>en</strong> wanneer de invester<strong>en</strong>departij goed geïnformeerd is <strong>over</strong> de link tuss<strong>en</strong> de input <strong>en</strong> de output. Als de(kwaliteit) van de output goed contracteerbaar (<strong>en</strong> dus verifieerbaar) is, kan deafnemer zich immers in e<strong>en</strong> contract verplicht<strong>en</strong> de waarde van de output uitte betal<strong>en</strong> aan de investeerder. 57 Er is dan eig<strong>en</strong>lijk sprake van e<strong>en</strong> compleetcontract geconditioneerd op de waarde van de output. De investeerder kan danbesliss<strong>en</strong> of de investering doorgang moet vind<strong>en</strong>. Hij zal dit alle<strong>en</strong> do<strong>en</strong>


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>wanneer de bat<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>over</strong>treff<strong>en</strong>. De r<strong>en</strong>ts (<strong>en</strong> ook het risico, zie par. 2.3.4)van de transactie kom<strong>en</strong> dan geheel toe aan de aanbieder, die nu residualclaimant is geword<strong>en</strong>. 58 Dit komt in feite neer op e<strong>en</strong> langetermijncontractwaarin het product (de output) goed te definiër<strong>en</strong>, te met<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verifiër<strong>en</strong> is. 59Contracteerbare investering: beslissingsmacht naar afnemerDe partij die baat heeft bij de investering (de afnemer), kan besliss<strong>en</strong> <strong>over</strong> detransactie wanneer de kost<strong>en</strong> van de investering verifieerbaar zijn <strong>en</strong> wanneerde afnemer goed zicht heeft op de relatie tuss<strong>en</strong> input <strong>en</strong> output. In dit geval kande afnemer zich namelijk in e<strong>en</strong> contract bind<strong>en</strong> om deze kost<strong>en</strong> voor zijn rek<strong>en</strong>ingte nem<strong>en</strong>. De afnemer zal dit alle<strong>en</strong> do<strong>en</strong> wanneer de bat<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>over</strong>treff<strong>en</strong>.In dit geval kom<strong>en</strong> de r<strong>en</strong>ts van de transactie geheel toe aan de afnemer.De verwachte waarde van deze r<strong>en</strong>ts kan <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s voor het aangaan van hetcomplete contract word<strong>en</strong> verhandeld. Wel ligt in dit geval meer risico bij deafnemer.Publieke tak<strong>en</strong>: stur<strong>en</strong> op input of outputEv<strong>en</strong>als in paragraaf 2.3.2 speelt ook hier het principe dat de geïnformeerde partijde beslissing<strong>en</strong> neemt. De partij die de activiteit<strong>en</strong> van de ander<strong>en</strong> kan verifiër<strong>en</strong>maar wi<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> niet goed verifieerbaar zijn, di<strong>en</strong>t de beslissing<strong>en</strong>te nem<strong>en</strong>. Wanneer de input slecht maar de output goed te contracter<strong>en</strong>(verifiër<strong>en</strong>) is, dan di<strong>en</strong>t de investeerder (deg<strong>en</strong>e die de kost<strong>en</strong> voor zijn rek<strong>en</strong>ingneemt) te besliss<strong>en</strong>. Is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> de input goed te contracter<strong>en</strong> maar deoutput slecht, dan is het efficiënter dat de afnemer beslist. In het eerste gevalstuurt m<strong>en</strong> het contract op de output, in het tweede geval op de input.77Het eerste geval kan word<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd met het uitbested<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong>tak<strong>en</strong>. De invester<strong>en</strong>de partij beslist zelf <strong>over</strong> hoe de <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd<strong>en</strong> heeft dus zegg<strong>en</strong>schap <strong>over</strong> wat te do<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de restricties van hetcontract. Naarmate binn<strong>en</strong> professionele organisaties de input minder goed contracteerbaarwordt (vanwege e<strong>en</strong> informatievoorsprong van de uitvoerders) <strong>en</strong>informatie- <strong>en</strong> communicatietechnologie output beter meetbaar <strong>en</strong> verifieerbaar(<strong>en</strong> dus contracteerbaar) maakt, zijn de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het uitbested<strong>en</strong> van<strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> sterker. Het tweede geval (e<strong>en</strong> inputgestuurd contract waarbij deafnemer beslist) kan word<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd met het door de <strong>over</strong>heid aan zichhoud<strong>en</strong> van die tak<strong>en</strong>, vaak in e<strong>en</strong> ambtelijke hiërarchie. De <strong>over</strong>heid beslist hoein de <strong>publieke</strong> taak zal word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft dus zegg<strong>en</strong>schap <strong>over</strong> wat ermoet gebeur<strong>en</strong> in het geval van zak<strong>en</strong> die niet in het contract zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.De <strong>over</strong>heid m<strong>en</strong>gt zich direct in de wijze waarop de <strong>publieke</strong> taak wordt vervuld,bijvoorbeeld door het vastlegg<strong>en</strong> van allerlei procedures waaraan het productieprocesmoet voldo<strong>en</strong>. 60 De <strong>over</strong>heid wordt bij het al dan niet uitbested<strong>en</strong>van tak<strong>en</strong> geconfronteerd met trade-offs als noch de output noch de input goedcontracteerbaar is. In dit geval zijn contract<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel incompleet <strong>en</strong> is ere<strong>en</strong> conflict tuss<strong>en</strong> doelmatige productie <strong>en</strong> het politieke primaat. Het politiekeprimaat is dan e<strong>en</strong> kostbaar goed.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>78Concurr<strong>en</strong>tie als sturingsmechanismeDeze paragraaf heeft tot nu toe verondersteld dat specifieke investering<strong>en</strong> expostconcurr<strong>en</strong>tie op de outputmarkt onmogelijk mak<strong>en</strong>, zodat de <strong>over</strong>heid de<strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> middels contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> residuele zegg<strong>en</strong>schap moet veiligstell<strong>en</strong>.Investering<strong>en</strong> zijn specifiek als de investering<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>ingezet bij de uitvoering van de <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>. In sommige gevall<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> deinvestering<strong>en</strong> echter ook voor andere doel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet, zodat ze niet specifiekzijn voor het uitvoer<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>. In dit geval kan de <strong>over</strong>heide<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme om <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> veilig testell<strong>en</strong> wanneer de output goed te met<strong>en</strong> is (ge<strong>en</strong> scheve informatie <strong>over</strong> output)<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> op de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> verifieerbaar zijn. Outputsturing vereistdan niet noodzakelijkerwijs dat alle output verifieerbaar is. 61 In e<strong>en</strong> transparante,betwistbare markt waarbij de effect<strong>en</strong> op de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> verifieerbaarzijn, hoeft de <strong>over</strong>heid niet bang te zijn dat het toedel<strong>en</strong> van zegg<strong>en</strong>schap aanuitvoerders tot opportunisme van deze uitvoerders zal leid<strong>en</strong>. De dreiging vantoetreding disciplineert de uitvoerders. Onder deze omstandighed<strong>en</strong> is het uitbested<strong>en</strong>van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> aan concurrer<strong>en</strong>de particuliere aanbieders gebod<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> exclusief aanbod door e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> aanbieder ontzegt de <strong>over</strong>heid de voordel<strong>en</strong>van de informatieg<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>de capaciteit van het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme<strong>over</strong> de activiteit<strong>en</strong> van de uitvoerders. Hiërarchie is onder dergelijke omstandighed<strong>en</strong>minder efficiënt dan het marktmechanisme (gecombineerd met wet<strong>en</strong>regelgeving om <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> te waarborg<strong>en</strong>).Het ontbrek<strong>en</strong> van ex-post concurr<strong>en</strong>tie op e<strong>en</strong> transparante, betwistbare marktresulteert <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet noodzakelijkerwijs in hiërarchische aansturing vanuitvoerders door c<strong>en</strong>tralisatie van beslissingsbevoegdhed<strong>en</strong>. Zoals hierbov<strong>en</strong>aangegev<strong>en</strong>, kan het ev<strong>en</strong>zeer optimaal zijn bevoegdhed<strong>en</strong> te deleger<strong>en</strong> aan uitvoerders,afhankelijk van het belang van niet-verifieerbare m<strong>en</strong>selijke input.Verder kan ex-ante concurr<strong>en</strong>tie ook e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> als er sprake is van specifiekeinvestering<strong>en</strong> in het uitvoer<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>. Dit vereist wel completecontract<strong>en</strong> (zie par. 2.2.6).Tabel 2.7 geeft e<strong>en</strong> <strong>over</strong>zicht van de belangrijkste argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> teg<strong>en</strong><strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom die in deze paragraaf zijn besprok<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Tabel 2.7Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom vanuit het hold-upprobleem bijspecifieke investering<strong>en</strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>domPubliek belang slecht contracteerbaar (primaat van de politiek)Publiek belang onzeker (flexibiliteit)Belang specifieke fysieke investering<strong>en</strong> (verticale integratie)Input beter contracteerbaar dan output (ambtelijke hiërarchie)Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>domDoelmatige uitvoering (commitm<strong>en</strong>t)Groot gewicht niet-contracteerbaar m<strong>en</strong>selijk kapitaalOutput goed contracteerbaar (observeerbaar <strong>en</strong> verifieerbaar)Transparante, betwistbare markt: output observeerbaar <strong>en</strong> weinig specifieke fysieke investering<strong>en</strong>2.3.4 risicoaversie <strong>en</strong> verzekeringZegg<strong>en</strong>schap voor risiconeutrale partij...E<strong>en</strong> efficiënte allocatie van risico vereist dat het risico toevalt aan de meestrisiconeutrale partij. Dit pleit ervoor de beslissingsbevoegdheid toe te wijz<strong>en</strong>79aan de risiconeutrale partij (zie par. 2.2.8.b). Zegg<strong>en</strong>schap valt namelijk veelalsam<strong>en</strong> met risico. Terwijl de andere partij<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> relatie beschermd word<strong>en</strong>door contract<strong>en</strong>, zijn de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong>aar gevoelig voor onvoorzi<strong>en</strong>egebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. De ‘residual right of control’ gaat sam<strong>en</strong> met het recht opresidueel inkom<strong>en</strong>, dat meestal nogal onzeker is. Dit geeft de partij met zegg<strong>en</strong>schapde maximale prikkels om deze risico’s te beheers<strong>en</strong> <strong>en</strong> de waarde van derelatie te maximer<strong>en</strong>....<strong>en</strong> de partij met veel financiële middel<strong>en</strong>De partij met de zegg<strong>en</strong>schap di<strong>en</strong>t bij het afsluit<strong>en</strong> van het incomplete contractwaarin de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> aan haar word<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong>, de andere partij<strong>en</strong> tecomp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> voor de verwachte waarde van de r<strong>en</strong>ts die de eig<strong>en</strong>aar naar zichtoe kan trekk<strong>en</strong> doordat hij in latere heronderhandeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere positieinneemt. Dit pleit ervoor de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan de partij diegoedkoop aan financiële middel<strong>en</strong> kan kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet aan partij<strong>en</strong> die deze middel<strong>en</strong>alle<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> hoge kost<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aantrekk<strong>en</strong>.De <strong>over</strong>heid als uitvoerderDeze argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> pleit<strong>en</strong> in principe teg<strong>en</strong> het uitbested<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>.De <strong>over</strong>heid heeft immers als verteg<strong>en</strong>woordiger van het algeme<strong>en</strong> belang e<strong>en</strong>gediversifieerde risicoportefeuille <strong>en</strong> kan zich relatief goedkoop verzeker<strong>en</strong>.Zij kan desnoods achteraf, nadat de schade is opgetred<strong>en</strong>, verplichte verzekeringspremiesoplegg<strong>en</strong> aan alle burgers door de belasting<strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong>.Dit laatste gebeurt veelvuldig bij e<strong>en</strong> zeer groot, op de markt onverzekerbaarrisico, namelijk het conjunctuurrisico. 62


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Politieke risico’s, dat wil zegg<strong>en</strong> onzekerheid omtr<strong>en</strong>t verandering<strong>en</strong> in politiekevoorkeur<strong>en</strong>, pleit<strong>en</strong> ook teg<strong>en</strong> het uitbested<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>. Bij de uitvoeringvan veel <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> is de <strong>over</strong>heid de <strong>en</strong>ige vrag<strong>en</strong>de partij op de marktvoor deze tak<strong>en</strong>. Dit maakt investering<strong>en</strong> van pot<strong>en</strong>tiële aanbieders specifiek voorde relatie met de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> hierdoor gevoelig voor politieke risico’s; als de vraagvanuit de <strong>over</strong>heid afneemt, kan de aanbieder zijn kapitaal alle<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> hoge kost<strong>en</strong>op andere markt<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong>. Het is onder dergelijke omstandighed<strong>en</strong> aan terad<strong>en</strong> de residuele beslissingsbevoegdheid daar te legg<strong>en</strong> waar deze risico’s hetbeste kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar ze het beste kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beheerst,namelijk bij de politiek (zie ook de bespreking van het hold-upprobleem).80Uitbested<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>: trade-off tuss<strong>en</strong> lagere risicopremie <strong>en</strong>doelmatige uitvoeringDe principal-ag<strong>en</strong>tliteratuur (zie par. 2.2.2) onderzoekt de afweging tuss<strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong> prikkels, die voortvloeit uit scheve informatie <strong>over</strong> de daadwerkelijkeinspanning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> risicoaverse ag<strong>en</strong>t. De <strong>over</strong>heid wordt geconfronteerd metdit spanningsveld wanneer de specifieke investering<strong>en</strong> (d.w.z. de input) van e<strong>en</strong>risicoaverse partij die de <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> uitvoert, niet verifieerbaar zijn. Enerzijdsvereis<strong>en</strong> optimale prikkels voor specifieke investering<strong>en</strong> dat het contract wordtgeconditioneerd op de uitkomst<strong>en</strong> van het productieproces (d.w.z. de output;zie par. 2.3.3). Anderzijds draagt de aanbieder meer risico omdat de uitkomst<strong>en</strong>van het proces niet alle<strong>en</strong> afhang<strong>en</strong> van zijn input maar ook van andere factor<strong>en</strong>,die hij niet kan beheers<strong>en</strong>. De risicoaverse aanbieder zal daarom e<strong>en</strong> hogere risicopremieeis<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid moet deze hogere risicopremie afweg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> delagere kost<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> doelmatiger uitvoering. De geïnformeerdepartij (de uitvoerder) is niet risiconeutraal. Er is dus e<strong>en</strong> conflict tuss<strong>en</strong> hettoedel<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> aan de geïnformeerde partij (de uitvoerder)<strong>en</strong> het toedel<strong>en</strong> ervan aan de risiconeutrale partij (de <strong>over</strong>heid).Verschuif onbeheersbare risico’s naar <strong>over</strong>heid door complexe inputgestuurdecontract<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatstafconcurr<strong>en</strong>tieDeze afweging kan word<strong>en</strong> verbeterd door voor de aanbieder moeilijk beheersbarerisico’s te verschuiv<strong>en</strong> naar de <strong>over</strong>heid. Het probleem hierbij is dat informatie<strong>over</strong> welke risico’s voor de aanbieder beheersbaar dan wel daadwerkelijkonbeheersbaar zijn, vaak duur is. Contract<strong>en</strong> waarin alle<strong>en</strong> de onbeheersbarerisico’s word<strong>en</strong> verschov<strong>en</strong> naar de <strong>over</strong>heid, br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> daarom ook veel transactiekost<strong>en</strong>met zich mee <strong>en</strong> zijn vaak uiterst complex (zie Hall 1997). Hier staatteg<strong>en</strong><strong>over</strong> dat deze kost<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> dal<strong>en</strong> naarmate de <strong>over</strong>heid meer ervaringopdoet met het schrijv<strong>en</strong> van dergelijke contract<strong>en</strong>. Toezicht kan e<strong>en</strong> belangrijkerol spel<strong>en</strong> bij het verkrijg<strong>en</strong> van informatie <strong>over</strong> de risico’s die daadwerkelijkexoge<strong>en</strong> zijn. Hetzelfde geldt voor maatstafconcurr<strong>en</strong>tie, omdat het gecorreleerdeonbeheersbare risico’s kan id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. Ook reputatiemechanism<strong>en</strong> help<strong>en</strong>om informatie <strong>over</strong> de beheersbaarheid van risico’s, die niet verifieerbaar maarwel observeerbaar is, te gebruik<strong>en</strong> in impliciete verzekeringscontract<strong>en</strong>(zie par. 2.3.6). Zowel toezicht als maatstafconcurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> reputatie mak<strong>en</strong> contract<strong>en</strong>in feite meer inputgestuurd <strong>en</strong> minder outputgestuurd.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>E<strong>en</strong> voorbeeld van complexe contract<strong>en</strong> die prober<strong>en</strong> de risico’s neer te legg<strong>en</strong>bij de partij die deze risico’s kan beheers<strong>en</strong>, zijn leasecontract<strong>en</strong>; hierbij least de<strong>over</strong>heid specifieke kapitaalgoeder<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> particuliere partij, die deze kapitaalgoeder<strong>en</strong>exploiteert. Op deze manier absorbeert de <strong>over</strong>heid het risico vane<strong>en</strong> waardeverandering van de specifieke kapitaalgoeder<strong>en</strong>, die vaak sam<strong>en</strong>hangtmet politieke risico’s. De risico’s die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de exploitatie vanhet kapitaalgoed, kunn<strong>en</strong> beter word<strong>en</strong> beheerst door de uitvoer<strong>en</strong>de partij diede m<strong>en</strong>selijke input levert (k<strong>en</strong>nis, ondernemerschap). Om de <strong>over</strong>heid tebescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de prikkels voor de uitvoer<strong>en</strong>de partij om de kapitaalgoeder<strong>en</strong>te onderhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verbeter<strong>en</strong> (het risico van waardeverminderingvan de kapitaalgoeder<strong>en</strong> kan ook word<strong>en</strong> beïnvloed door de particulierepartij), zijn deze contract<strong>en</strong> vaak complex. Verder moet ook de exploiter<strong>en</strong>departij beschermd word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het hold-upprobleem als er sprake is van specifiekeinvestering<strong>en</strong> in m<strong>en</strong>selijk kapitaal (d.w.z. e<strong>en</strong> gedeelte van het risico datde particuliere partij loopt, kan niet door deze partij word<strong>en</strong> beheerst).De bepal<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> van de trade-offTabel 2.8 geeft e<strong>en</strong> <strong>over</strong>zicht van de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> pro <strong>en</strong> contra <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom.De afweging tuss<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds, e<strong>en</strong> doelmatiger uitvoering bij uitbestedingvan de residuele beslissingsbevoegdheid aan de particuliere sector <strong>en</strong>, anderzijds,e<strong>en</strong> lagere risicopremie bij <strong>publieke</strong> uitvoering zal in het voordeel van uitbestedinguitvall<strong>en</strong> naarmate de risico’s beter beheersbaar zijn voor de aanbieder,de aanbieder meer risiconeutraal is <strong>en</strong> de risico’s beter kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgedektvia complexe financiële contract<strong>en</strong>, maatstafconcurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> reputatie.81Tabel 2.8Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom vanuit risico-oogpuntArgum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>domRisicoaverse transactiepartnersOmvangrijke onbeheersbare, gecorreleerde risico’s die niet op de markt verzekerbaar zijnArgum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>domGrote gevoeligheid van inspanning<strong>en</strong> van de uitvoerder voor prikkels (moral hazard)Derde alternatiefMaatstaf concurr<strong>en</strong>tie (risico bij <strong>over</strong>heid, prikkel bij transactiepartner)


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>2.3.5eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>over</strong> informatieEig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatieHet deleger<strong>en</strong> van beslissingsbevoegdheid kan consequ<strong>en</strong>ties hebb<strong>en</strong> voor de hoeveelheidinformatie die de <strong>over</strong>heid ter beschikking heeft. De delegatie vanbevoegdhed<strong>en</strong> impliceert meestal dat de <strong>over</strong>heid minder informatie bov<strong>en</strong> waterkan krijg<strong>en</strong>. 63 De gedelegeerde eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan in feite ook betrekkingop informatie; door meer bevoegdhed<strong>en</strong> te deleger<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> contractpartijkrijgt deze partij naast de bevoegdhed<strong>en</strong> ook meer privacy. Door bevoegdhed<strong>en</strong> uitte bested<strong>en</strong> krijgt de <strong>over</strong>heid minder bevoegdhed<strong>en</strong> om informatie op te vrag<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de andere partij van haar bevoegdhed<strong>en</strong> gebruik mak<strong>en</strong> om informatiete verdraai<strong>en</strong> of te verzwijg<strong>en</strong>. De meeste van de mechanism<strong>en</strong> die hier word<strong>en</strong>besprok<strong>en</strong>, zijn al eerder aan de orde geweest. Gegev<strong>en</strong> het cruciale belang vaninformatie in deze studie bested<strong>en</strong> we echter nog apart aandacht aan dit probleem.82Uitbesteding: nadel<strong>en</strong> minder informatieHet creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> informatiebarrière tuss<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> de uitvoerder vande <strong>publieke</strong> taak k<strong>en</strong>t zowel voordel<strong>en</strong> als nadel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nadeel is dat de <strong>over</strong>heiddoor gebrek aan informatie de uitvoer<strong>en</strong>de partij minder goed kan stur<strong>en</strong> via hetmonitor<strong>en</strong> van de input. Dit is e<strong>en</strong> probleem als de <strong>over</strong>heid de aanbieder nietop e<strong>en</strong> andere manier kan discipliner<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld via concurr<strong>en</strong>tie(zie par. 2.2.4 <strong>en</strong> 2.3.3) of complete contract<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de output(zie par. 2.2.6 <strong>en</strong> 2.3.3).De informatiebarrière maakt de <strong>publieke</strong> taak minder goed contracteerbaar.Naast het sturingsinstrum<strong>en</strong>t van de residuele beslissingsbevoegdheid heeft de<strong>over</strong>heid bij uitbesteding dan ook niet de beschikking <strong>over</strong> het instrum<strong>en</strong>t vanhet contract (of wet- <strong>en</strong> regelgeving). Dit is met name e<strong>en</strong> probleem als dedefinitie van de <strong>publieke</strong> taak nauw verbond<strong>en</strong> is met de uitvoering van de<strong>publieke</strong> taak. In dit geval resulteert het ontvlecht<strong>en</strong> van die twee verantwoordelijkhed<strong>en</strong>in hoge transactiekost<strong>en</strong> bij het contracter<strong>en</strong> van de externe effect<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> de uitvoerder van de <strong>publieke</strong> taak (zie ook par. 2.3.2). 64Uitbesteding: voordel<strong>en</strong> minder informatieDe literatuur id<strong>en</strong>tificeert echter ook voordel<strong>en</strong> die verbond<strong>en</strong> zijn aan hetcreër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> informatiebarrière tuss<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> de uitvoer<strong>en</strong>de partij.Shapiro <strong>en</strong> Willig (1990) gaan uit van e<strong>en</strong> imperfect politiek systeem.Dit impliceert dat politici niet noodzakelijkerwijs het algeme<strong>en</strong> belang nastrev<strong>en</strong>.In dit geval kan het efficiënt zijn uitvoer<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> op grotereafstand van de politiek te zett<strong>en</strong>. Het wordt dan moeilijker voor politici omhun eig<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da na te strev<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van het algeme<strong>en</strong> belang.E<strong>en</strong> ander voordeel van e<strong>en</strong> informatiebarrière tuss<strong>en</strong> <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> uitvoerder isdat er bij de uitvoering van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> minder ruimte is voor sam<strong>en</strong>spanningtuss<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van de belang<strong>en</strong> vanderd<strong>en</strong> (de belastingbetaler <strong>en</strong> de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>).


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>De onderhandelingskost<strong>en</strong> bij de coördinatie tuss<strong>en</strong> de politici <strong>en</strong> de belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>nem<strong>en</strong> immers toe wanneer er scheve informatie is <strong>over</strong> elkaars onderhandelingspositie(zie par. 2.3.2). Zo wordt het voor politici moeilijker om stemm<strong>en</strong>te kop<strong>en</strong> voor kruissubsidies die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met het uitvoer<strong>en</strong> van<strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>. Na privatisering is het bijvoorbeeld moeilijker voor de <strong>over</strong>heidde voormalige staatsbedrijv<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> om bepaalde belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> tebevoordel<strong>en</strong>, zoals vakbond<strong>en</strong> in de <strong>publieke</strong> sector. 65Schmidt (1996) gaat uit van incomplete contract<strong>en</strong>, zodat de <strong>over</strong>heid zich nietgeloofwaardig kan bind<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> contract dat de quasi-r<strong>en</strong>ts van niet-verifieerbareinvestering<strong>en</strong> van de uitvoer<strong>en</strong>de ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ontziet. In dit geval kan hetcreër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> informatiebarrière e<strong>en</strong> belofte om de quasi-r<strong>en</strong>ts toe te lat<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> aan de investeerders, geloofwaardig mak<strong>en</strong>. Dit stimuleert de uitvoerdersom specifieke investering<strong>en</strong> te pleg<strong>en</strong>. Op die manier resulteert minderex-post effici<strong>en</strong>cy (door de scheve informatie) in meer ex-ante effici<strong>en</strong>cy.In feite zorgt de scheve informatie voor e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsrecht <strong>over</strong> de bat<strong>en</strong> vanspecifieke investering<strong>en</strong>. Het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van het eig<strong>en</strong>domsrecht aan de uitvoerderkan optimaal zijn als deze uitvoerder belangrijke niet-verifieerbare investering<strong>en</strong>pleegt (zie par. 2.3.3).Aghion <strong>en</strong> Tirole (1997) volg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> soortgelijke red<strong>en</strong>ering voor wat betreft derelatie tuss<strong>en</strong> beslissingsbevoegdheid <strong>en</strong> het beschikk<strong>en</strong> <strong>over</strong> informatie.Het kan in het belang zijn van de c<strong>en</strong>trale autoriteit e<strong>en</strong> informatiebarrière metondergeschikt<strong>en</strong> te creër<strong>en</strong>. Deze informatiebarrière impliceert in feite degeloofwaardige delegatie van beslissingsbevoegdheid aan de ondergeschikt<strong>en</strong>(zie par. 2.3.4). Scheve informatie resulteert aldus in zegg<strong>en</strong>schap. Door dezeimpliciete delegatie van beslissingsbevoegdhed<strong>en</strong> creëert de c<strong>en</strong>trale autoriteite<strong>en</strong> geloofwaardige belofte om de quasi-r<strong>en</strong>ts van specifieke investering<strong>en</strong> in dehand<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> van de ondergeschikt<strong>en</strong>.83Uitbesteding: meer informatie door <strong>over</strong>name markt...Het deleger<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> aan particuliere partij<strong>en</strong> kan ook extra informatieg<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>. Zo g<strong>en</strong>ereert de waarde van de aandel<strong>en</strong> van het particulierebedrijf informatie <strong>over</strong> de activiteit<strong>en</strong> van de uitvoer<strong>en</strong>de partij. 66 Deze informatiewordt niet verstoord door beslissing<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid: de uitvoer<strong>en</strong>departij is geheel verantwoordelijk voor deze waarde. Partij<strong>en</strong> in financiële markt<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> ook de nodige inc<strong>en</strong>tives om deze informatie te vergar<strong>en</strong>. Deze informatiekan gebruikt word<strong>en</strong> om prikkels te verschaff<strong>en</strong> aan managers. Hiernaastis de dreiging van <strong>over</strong>name van het bedrijf e<strong>en</strong> extra discipliner<strong>en</strong>d instrum<strong>en</strong>tvoor het managem<strong>en</strong>t. Hier staat teg<strong>en</strong><strong>over</strong> dat de <strong>over</strong>namemarkt verre vanperfect is (zie Yarrow 1985 <strong>en</strong> Tirole 1990). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn er <strong>over</strong>names mogelijkvia het politieke proces, maar ook dit proces is imperfect. Kiezers hebb<strong>en</strong>vaak onvoldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> informatie <strong>over</strong> de manier waarop de <strong>over</strong>heid haardi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> bestuurt. Verder word<strong>en</strong> verkiezing<strong>en</strong> vaak gedomineerd door anderezak<strong>en</strong> dan het bestuur van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>...<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tieUitbesteding van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> kan ook meer informatie oplever<strong>en</strong> als er sprakeis van concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> alternatieve aanbieders. In dit geval g<strong>en</strong>ereert demarkt informatie zonder dat de <strong>over</strong>heid het productieproces <strong>en</strong> de input hoeftte monitor<strong>en</strong> (zie par. 2.2.4). Concurr<strong>en</strong>tie werkt alle<strong>en</strong> bij specifieke investering<strong>en</strong>als complete contract<strong>en</strong> ex-ante competitie om deze contract<strong>en</strong> toelat<strong>en</strong> (ziepar. 2.2.6). Informatie <strong>over</strong> input hoeft dan niet publiek te zijn zolang de outputmaar contracteerbaar is in complete contract<strong>en</strong> (zie par. 2.3.3) <strong>en</strong> de uitvoerderniet met te veel onbeheersbare risico’s wordt opgezadeld. In dit geval kan debeslissingsbevoegdheid gedelegeerd word<strong>en</strong> aan de investeerder (de aanbieder)zonder dat hierbij kostbare informatie voor de <strong>over</strong>heid verlor<strong>en</strong> gaat. Het eig<strong>en</strong>domsrechtgeeft de aanbieder immers de juiste prikkels om de contracteerbareoutput teg<strong>en</strong> de laagste kost<strong>en</strong> te lever<strong>en</strong>. Het deleger<strong>en</strong> van beslissingsbevoegdheidimpliceert niet alle<strong>en</strong> dat de <strong>over</strong>heid de aanbieder minder goed kan monitor<strong>en</strong>maar ook dat deze monitoring niet meer nodig is.2.3.6 reputatie <strong>en</strong> niet-verifieerbare informatie84Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> bij de partij met e<strong>en</strong> goede reputatieContract<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bij de verlichting van alle totnogtoe besprok<strong>en</strong> problem<strong>en</strong>:onderhandelingskost<strong>en</strong>, hold-up <strong>en</strong> verzekering. Al deze problem<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>e<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t van volgtijdelijkheid, waardoor contract<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nuttige rol spel<strong>en</strong>;ex ante (d.w.z. voordat investering<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> of er meer informatiebeschikbaar komt) word<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> gemaakt <strong>over</strong> wat ex post (d.w.z. nadatde investering<strong>en</strong> zijn gepleegd of informatie beschikbaar is gekom<strong>en</strong>) di<strong>en</strong>t tegebeur<strong>en</strong>.In e<strong>en</strong> economie is veel informatie aanwezig die wel voor beide contractpartij<strong>en</strong>observeerbaar is, maar tegelijkertijd incompleet <strong>en</strong>/of niet-verifieerbaar.Dergelijke informatie kan niet word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut voor e<strong>en</strong> afdwingbaar contract.Desalniettemin zijn er vaak grote economische belang<strong>en</strong> mee gemoeid dezeinformatie wel te kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> in relaties waarin volgtijdelijkheid e<strong>en</strong>belangrijke rol speelt. De arbeidsinspanning van werknemers is bijvoorbeeldnauwelijks verifieerbaar (zie par. 2.2.3). Als deze niet-verifieerbare informati<strong>en</strong>iet op <strong>en</strong>igerlei wijze kon word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut, zoud<strong>en</strong> arbeidsrelaties nauwelijksd<strong>en</strong>kbaar zijn.Reputaties zijn e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal mechanisme om dergelijke niet-contracteerbareinformatie toch te kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. Reputaties mak<strong>en</strong> impliciete, nietafdwingbarecontract<strong>en</strong> zelfhandhav<strong>en</strong>d (zie par. 2.3). Zo kan opportunistischgedrag door de incompleetheid van e<strong>en</strong> contract word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> (d.w.z. hetweghal<strong>en</strong> van de quasi-r<strong>en</strong>ts bij de invester<strong>en</strong>de partij) door de beslissingsbevoegdheidte legg<strong>en</strong> bij de contractpartij die veel reputatie (d.w.z. r<strong>en</strong>ts) te verliez<strong>en</strong>heeft (zie par. 2.2.7). Naarmate de <strong>over</strong>heid beter in staat is e<strong>en</strong> reputatieop te bouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> betrouwbare contractpartner, is het nuttiger dat zij eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>aan zich houdt.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Wat is de waarde van e<strong>en</strong> reputatie?De waarde van e<strong>en</strong> reputatie is gelijk aan de verwachte toekomstige opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>die e<strong>en</strong> organisatie kan realiser<strong>en</strong> door de reputatie in stand te houd<strong>en</strong>. Naarmatede waarde van die reputatie groter is, zal de organisatie minder g<strong>en</strong>eigdzijn het kortetermijnvoordeel (opportunisme) te lat<strong>en</strong> prevaler<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> dewaarde van de reputatie.Organisaties die veel handel<strong>en</strong>, zichtbaar zijn in de markt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lange horizonhebb<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> veel baat bij hun reputatie. Voor h<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigt de reputatiedus e<strong>en</strong> grote waarde (zie Holmstrom <strong>en</strong> Tirole 1989). 67 De horizon vanag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt verl<strong>en</strong>gd als ze eig<strong>en</strong>aar zijn van verhandelbare financiële titels,zoals aandel<strong>en</strong>. De waarde van deze titels hangt namelijk mede af van de r<strong>en</strong>tsdie sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de reputatie van e<strong>en</strong> bedrijf. Zo kunn<strong>en</strong> reputaties zelfsword<strong>en</strong> <strong>over</strong>gedrag<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e g<strong>en</strong>eratie bestuurders van e<strong>en</strong> bedrijf naar devolg<strong>en</strong>de. Deze mogelijkheid van interg<strong>en</strong>erationele <strong>over</strong>dracht is e<strong>en</strong> belangrijkebestaansgrond voor bedrijv<strong>en</strong> (‘firms are reputation carriers’).Hiernaast is de soort markt waarin e<strong>en</strong> organisatie opereert van belang. Als in debetreff<strong>en</strong>de markt informatie goed verifieerbaar is, dan kan die organisatie makkelijkterugvall<strong>en</strong> op complete contract<strong>en</strong>. Het verlies van reputatie is dus ge<strong>en</strong>grote schadepost. In dergelijke markt<strong>en</strong> zijn reputaties dus minder waard.85T<strong>en</strong> slotte is de mate van concurr<strong>en</strong>tie van belang. Naarmate er meer concurr<strong>en</strong>tieis op e<strong>en</strong> transparante markt (d.w.z. de informatie is wel observeerbaar),kan e<strong>en</strong> contractpartner makkelijker uitwijk<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> andere aanbieder <strong>en</strong> zalde organisatie met e<strong>en</strong> goede reputatie dus voorzichtiger zijn die reputatie tegrabbel te gooi<strong>en</strong>. Verlor<strong>en</strong> klant<strong>en</strong> ker<strong>en</strong> nooit meer terug. Kortom: keuzevrijheid<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie voor klant<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de reputatie van de leverancierwaardevol. 68 Ook in dit verband speelt concurr<strong>en</strong>tie dus e<strong>en</strong> belangrijke rol alssturingsmechanisme.Hoe word<strong>en</strong> reputaties opgebouwd?De opbouw van reputaties verloopt omgekeerd aan het proces dat hun waardebepaalt. E<strong>en</strong> organisatie bouwt e<strong>en</strong> grotere reputatie op naarmate zij meer kortetermijnvoordeellaat schiet<strong>en</strong> omwille van haar reputatie. E<strong>en</strong> organisatie metveel mogelijkhed<strong>en</strong> om klant<strong>en</strong> te bedrieg<strong>en</strong> (bijv. omdat zij niet-verifieerbareinformatie gebruikt) <strong>en</strong> die dit desalniettemin niet doet, bouwt snel e<strong>en</strong> grotereputatie op. Naarmate er dus meer (quasi-)r<strong>en</strong>ts zijn (<strong>en</strong> dus minder concurr<strong>en</strong>tie),kan e<strong>en</strong> organisatie het zich meer veroorlov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reputatie op te bouw<strong>en</strong>.Door deze r<strong>en</strong>ts te gebruik<strong>en</strong> om in reputatie te invester<strong>en</strong>, verschuift de organisatiedeze r<strong>en</strong>ts in feite naar de toekomst.Verder zijn verschill<strong>en</strong> in informatie<strong>over</strong>dracht tuss<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> burgers vangroot belang. E<strong>en</strong> voorbeeld is het functioner<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> advocat<strong>en</strong>kantoor.Dergelijke kantor<strong>en</strong> funger<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> reputatiemechanisme. V<strong>en</strong>not<strong>en</strong> operer<strong>en</strong>grot<strong>en</strong>deels voor eig<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing. Echter, informatie <strong>over</strong> de kwaliteit van e<strong>en</strong>


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>advocaat wordt binn<strong>en</strong> de beroepsgroep gemakkelijker <strong>over</strong>gedrag<strong>en</strong> dan tuss<strong>en</strong>de beroepsgroep <strong>en</strong> zijn klant<strong>en</strong>. Wanneer nu advocat<strong>en</strong> zich bundel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>advocat<strong>en</strong>kantoor, kan de reputatie van de <strong>en</strong>e v<strong>en</strong>noot word<strong>en</strong> gebruikt alsmarketing instrum<strong>en</strong>t voor de ander. V<strong>en</strong>not<strong>en</strong> staan met de geme<strong>en</strong>schappelijkereputatie van hun kantoor voor elkaar in. Het reputatiemechanisme speeltzo e<strong>en</strong> belangrijke rol in professionele organisaties.Ontbrek<strong>en</strong>de financiële markt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de reputatie van de <strong>over</strong>heidDe <strong>over</strong>heid heeft moeite met het opbouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> reputatie. De <strong>over</strong>heidontbeert e<strong>en</strong> waarde op de aandel<strong>en</strong>markt die mede aangeeft hoe betrouwbaarde <strong>over</strong>heid als transactiepartner is <strong>en</strong> wat de consequ<strong>en</strong>ties hiervan zijn voor detransactiekost<strong>en</strong> (zie ook Tirole 1994). De effect<strong>en</strong> van onbetrouwbaar gedrag opde reputatie van de <strong>over</strong>heid (<strong>en</strong> hiermee op de kost<strong>en</strong> van contract<strong>en</strong> met departiculiere sector) word<strong>en</strong> dus niet goed zichtbaar. Daarom zijn politici somsg<strong>en</strong>eigd vooral op kortetermijnsuccess<strong>en</strong> te lett<strong>en</strong>. Kiezers hebb<strong>en</strong> vaak mindergrote prikkels om informatie <strong>over</strong> de gevolg<strong>en</strong> van onbetrouwbaar gedrag bov<strong>en</strong>water te hal<strong>en</strong> dan participant<strong>en</strong> op financiële markt<strong>en</strong>.86Trade-off: langetermijncommitm<strong>en</strong>t <strong>en</strong> democratische legitimatieNaast het ontbrek<strong>en</strong> van transparante financiële markt<strong>en</strong> waar reputaties verhandeldkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, heeft de <strong>over</strong>heid te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> spanningsveldtuss<strong>en</strong> het opbouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> reputatie voor het zich houd<strong>en</strong> aan beloft<strong>en</strong>(d.w.z. rechtszekerheid) <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het principe van de democratische legitimatieanderzijds. Politieke besluitvorming is in zekere zin het ultimum vanincompleetheid. Wij wet<strong>en</strong> niet wat de dag van morg<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt. De democratischelegitimatie van politiek gezag door de stem van de kiezer is daarom altijdtijdelijk. Ook de inperking van de macht van de ‘malign dictator’ vereist regelmatigverkiezing<strong>en</strong>. De nieuwe g<strong>en</strong>eratie politici ontle<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> gezag aan het<strong>over</strong>eind houd<strong>en</strong> van de beloft<strong>en</strong> van haar voorgangers. De horizon van de politiekis daarom per definitie kort. Al deze factor<strong>en</strong> bemoeilijk<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong>voor de politiek om zich geloofwaardig te bind<strong>en</strong> aan beloft<strong>en</strong>, zeker wanneerpolitieke s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet stabiel zijn. Het voorkom<strong>en</strong> van opportunistischgedrag van politici t<strong>en</strong> opzichte van de kiezers <strong>en</strong> de incompleetheid van politiekebesluitvorming vergroot aldus de mogelijkheid voor opportunistisch gedragvan de <strong>over</strong>heid versus particuliere contractpartij<strong>en</strong>.Trade-off: opbouw reputatie <strong>en</strong> rechtsprincipesOok langs e<strong>en</strong> andere weg wordt de <strong>over</strong>heid gehinderd in het opbouw<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> reputatie. In paragraaf 2.3.2 is besprok<strong>en</strong> hoe rechtsprincipes bijdrag<strong>en</strong> aanhet aan band<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> van de macht van de malign dictator. Doordat de machtvan de <strong>over</strong>heid op deze manier is ingeperkt, wordt haar ook de mogelijkheidontnom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reputatie op te bouw<strong>en</strong>. Wie gedwong<strong>en</strong> wordt tot e<strong>en</strong> actie,kan nooit de reputatie opbouw<strong>en</strong> dat hij dat ook uit vrije wil zou do<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Trade-off: flexibiliteit <strong>en</strong> commitm<strong>en</strong>tZo ligt er opnieuw e<strong>en</strong> trade-off tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds ex-post efficiëntie (het waarborg<strong>en</strong>dat politici op elk mom<strong>en</strong>t handel<strong>en</strong> conform de voorkeur<strong>en</strong> van dekiezer) <strong>en</strong> ex-ante efficiëntie (het waarborg<strong>en</strong> dat particuliere partij<strong>en</strong> niet ontmoedigdword<strong>en</strong> waardevolle investering<strong>en</strong> te pleg<strong>en</strong> <strong>en</strong> initiatief te ton<strong>en</strong>).Naarmate het politieke proces beter werkt <strong>en</strong> kiezers meer zicht hebb<strong>en</strong> opopportunistisch gedrag van politici, kan politici word<strong>en</strong> toegestaan zich te bind<strong>en</strong>voor langere period<strong>en</strong>; er is dan e<strong>en</strong> minder groot conflict tuss<strong>en</strong> democratischelegitimiteit (flexibiliteit, ex-post efficiëntie) <strong>en</strong> doelmatige productie(commitm<strong>en</strong>t, ex-ante efficiëntie). De kost<strong>en</strong> van het aangaan van implicietecontract<strong>en</strong> met de particuliere sector zull<strong>en</strong> dan lager ligg<strong>en</strong>: particuliere partij<strong>en</strong>zull<strong>en</strong> niet langer alle<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> te vertrouw<strong>en</strong> op expliciete, complete contract<strong>en</strong>die gebaseerd moet<strong>en</strong> zijn op verifieerbare informatie om hun belang<strong>en</strong>te bescherm<strong>en</strong> in relaties met de <strong>over</strong>heid.Uitbesteding als instrum<strong>en</strong>t voor commitm<strong>en</strong>tHet feit dat de <strong>over</strong>heid zich moeilijk kan bind<strong>en</strong> aan beloft<strong>en</strong>, kan e<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>tzijn om bepaalde <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> uit te bested<strong>en</strong>. Door deze tak<strong>en</strong> op afstand vande politiek te plaats<strong>en</strong> voorkomt m<strong>en</strong> dat de uitvoering wordt beïnvloed doorkorte-termijn politieke belang<strong>en</strong>. De uitvoerder kan zo e<strong>en</strong>voudiger e<strong>en</strong> reputatieopbouw<strong>en</strong> om zich aan impliciete contract<strong>en</strong> met de particuliere sector tehoud<strong>en</strong>, waardoor de uitvoerder goedkopere contract<strong>en</strong> kan sluit<strong>en</strong>. De beloft<strong>en</strong>om de quasi-r<strong>en</strong>ts in de particuliere sector ongemoeid te lat<strong>en</strong> <strong>en</strong> af te zi<strong>en</strong> vankruissubsidies voor politieke doeleind<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> zo geloofwaardiger.87Deze argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor uitbesteding zijn met name van belang als er conflict<strong>en</strong>bestaan tuss<strong>en</strong> ex-ante <strong>en</strong> ex-post efficiëntie. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan is hetmonetair beleid. Hierbij is er vaak e<strong>en</strong> verleiding om de belofte van prijsstabiliteit(gericht op het verminder<strong>en</strong> van inflatieverwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> het stimuler<strong>en</strong>van langetermijninvestering<strong>en</strong>) te brek<strong>en</strong>, vanwege kortetermijnwinst<strong>en</strong> inwerkgeleg<strong>en</strong>heid (ex-post efficiëntie). Door het monetair beleid uit te bested<strong>en</strong>aan e<strong>en</strong> onafhankelijke c<strong>en</strong>trale bank kan deze verleiding word<strong>en</strong> weerstaan.Rechtsgelijkheid <strong>en</strong> reputatieBij de uitvoering van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> is rechtsgelijkheid e<strong>en</strong> belangrijk toetspunt.Dit geldt met name bij herverdel<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> waarbij de uitvoerder e<strong>en</strong> grotepot<strong>en</strong>tiële macht heeft omdat er r<strong>en</strong>ts tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> verschov<strong>en</strong>. Het is dan van belang de mogelijke machtsmisbruik tebeperk<strong>en</strong> door de uitvoerder te bind<strong>en</strong> aan zekere rechtsprincipes, zoals rechtsgelijkheid.Vaak is het moeilijk te verifiër<strong>en</strong> of uitvoerders precies aan deze principesvoldo<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het moeilijk om in contract<strong>en</strong> precies op te schrijv<strong>en</strong>wat rechtsgelijkheid <strong>en</strong> rechtszekerheid in elke d<strong>en</strong>kbare situatie precies zoud<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>, rechtsgelijkheid is moeilijk explicietcontracteerbaar. Het is in veel gevall<strong>en</strong> echter wel mogelijk impliciete contract<strong>en</strong>af te sluit<strong>en</strong> waarbij de contractpartij<strong>en</strong> ongeveer van elkaar wet<strong>en</strong> wat er metrechtsgelijkheid wordt bedoeld <strong>en</strong> wanneer aan deze principes wordt voldaan.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>In dit geval kan de reputatie van de uitvoerder ervoor zorg<strong>en</strong> dat rechtsgelijkheidwordt gewaarborgd. Meer in het algeme<strong>en</strong> beschermt de reputatie van deuitvoer<strong>en</strong>de partij de niet-contracteerbare belang<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid. 69 Die reputatiekan bijvoorbeeld de kwaliteit van de output bewar<strong>en</strong>, zelfs als deze kwaliteitmoeilijk expliciet contracteerbaar is. 70Concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> rechtsgelijkheidRechtsgelijkheid kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> door concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>deuitvoerders word<strong>en</strong> bevorderd. In de eerste plaats kunn<strong>en</strong> burgers diezich ongelijk behandeld voel<strong>en</strong>, uitwijk<strong>en</strong> naar andere uitvoerders. Concurr<strong>en</strong>tieversterkt de positie van de burger die nu minder hoeft te word<strong>en</strong> beschermddoor formele rechtsprincipes. In de tweede plaats neemt door concurr<strong>en</strong>tie dewaarde van reputatie toe (zie hierbov<strong>en</strong>). Uitvoerders hebb<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> grotereprikkel om e<strong>en</strong> reputatie te verwerv<strong>en</strong> om te voldo<strong>en</strong> aan het <strong>publieke</strong> doel vanrechtsgelijkheid.88E<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t pro <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom: feitelijke afdwingbaarheidDe meeste argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in deze paragraaf mak<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid minder geschikt alseig<strong>en</strong>aar. Eén argum<strong>en</strong>t pleit voor de <strong>over</strong>heid. In de markt zijn schijnbaar verifieerbare<strong>en</strong> dus afdwingbare claims in de praktijk wel e<strong>en</strong>s niet afdwingbaarvanwege het (al dan niet bonafide) faillissem<strong>en</strong>t van de contractpartner. In diezin heeft de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> nag<strong>en</strong>oeg onverslaanbare reputatie. 71Tabel 2.9 geeft e<strong>en</strong> <strong>over</strong>zicht van de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>domop basis van het reputatiemechanisme. In de Nederlandstalige literatuur isdit mechanisme totnogtoe e<strong>en</strong> ondergeschov<strong>en</strong> kind. Dit is opmerkelijk, vooralomdat het reputatiemechanisme de meest e<strong>en</strong>duidige kracht is in de richtingvan e<strong>en</strong> vermindering van de beslissingsmacht van de <strong>over</strong>heid.Tabel 2.9Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom vanuit de opbouw van reputatiesArgum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>domVerifieerbare claims beter afdwingbaarArgum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>domOntbrek<strong>en</strong>de financiële markt voor de <strong>over</strong>heidsreputatiesBeperkte tijdshorizon politici (democratische legitimatie)Politici gebond<strong>en</strong> aan formele rechtsprincipesBeperkte keuzevrijheid afnemers beperkt waarde reputatie


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>2.4 organisatie <strong>en</strong> sturing in de <strong>publieke</strong> sector2.4.1 inleidingSam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> tal van coördinatiemechanism<strong>en</strong>, waaronder concurr<strong>en</strong>tie,hiërarchie <strong>en</strong> contract<strong>en</strong>. De organisatievraag die het wrr-project stelt,namelijk of e<strong>en</strong> bepaalde activiteit publiek of privaat moet word<strong>en</strong> georganiseerd,heeft betrekking op de voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van het coördinatiemechanismevan de hiërarchie <strong>en</strong> beslaat slechts e<strong>en</strong> deelaspect in het spectrum van coördinatiemechanism<strong>en</strong>.Het is daarom moeilijk de organisatievraag los te koppel<strong>en</strong>van tal van andere sturingsvrag<strong>en</strong> die het gebruik van andere coördinatiemechanism<strong>en</strong>betreff<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>min is het altijd duidelijk dat de organisatievraag of e<strong>en</strong>activiteit publiek of privaat moet word<strong>en</strong> georganiseerd, logisch vooraf gaat aande andere sturingsvrag<strong>en</strong>. Naast residuele beslissingsbevoegdheid kan de <strong>over</strong>heidimmers ook andere sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>, zoals concurr<strong>en</strong>tie,contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> wet- <strong>en</strong> regelgeving.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> suggereert de vraagstelling e<strong>en</strong> simpele e<strong>en</strong>dim<strong>en</strong>sionale bipolariteit.De werkelijkheid is echter meer als e<strong>en</strong> schilderij van Escher. Als langs de <strong>en</strong>edim<strong>en</strong>sie voor e<strong>en</strong> bepaalde oplossing wordt gekoz<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> de problem<strong>en</strong>langs e<strong>en</strong> andere dim<strong>en</strong>sie dubbel <strong>en</strong> dwars terug. Organisatiestructur<strong>en</strong> zijn alse<strong>en</strong> lekk<strong>en</strong>d dak: als het <strong>en</strong>e gat wordt gestopt, loopt het water door naar hetvolg<strong>en</strong>de gat, dat weer met stopverf wordt gedicht. De werkelijkheid ziet erdaarom vaak uit als e<strong>en</strong> rommelzolder van allerlei sturingsmechanism<strong>en</strong>.Helemaal waterdicht (lees: Pareto-efficiënt) wordt het nooit, maar we kunn<strong>en</strong>het wel zo droog mogelijk (lees: naast-best) prober<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>. Bij het vind<strong>en</strong>van oplossing<strong>en</strong> voor concrete situaties gaat het meestal om afweging<strong>en</strong>, waarbijde <strong>en</strong>e oplossing op het <strong>en</strong>e criterium het beste scoort maar de andere oplossingvoor het andere criterium beter is.89Deze conclusie heeft vergaande gevolg<strong>en</strong> voor de wijze waarop wij onze toepassing<strong>en</strong>zull<strong>en</strong> besprek<strong>en</strong>. Het heeft weinig zin om concrete situaties te reducer<strong>en</strong>tot voorbeeld<strong>en</strong> van één specifiek mechanisme. Bijna altijd spel<strong>en</strong> meerdere problem<strong>en</strong><strong>en</strong> sturingsmechanism<strong>en</strong> door elkaar. Zo dit niet het geval is, dan leidtde oplossing voor e<strong>en</strong> probleem bijna altijd tot weer andere problem<strong>en</strong>, metweer andere oplossing<strong>en</strong>. Het heeft daarom ge<strong>en</strong> zin de problem<strong>en</strong> als ingangvoor onze bespreking te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s daar e<strong>en</strong> praktisch voorbeeld bij tezoek<strong>en</strong>. Bijna altijd leidt dit tot de reactie dat de voorgestelde oplossing allerleiandere problem<strong>en</strong> <strong>over</strong> het hoofd ziet. Wij kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> omgekeerde b<strong>en</strong>adering:het praktisch voorbeeld is de ingang <strong>en</strong> wij lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> welke problem<strong>en</strong> ditmet zich meebr<strong>en</strong>gt <strong>en</strong> welk sam<strong>en</strong>stel van instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> erop kan word<strong>en</strong> toegepast.Bij het beantwoord<strong>en</strong> van de organisatie- <strong>en</strong> sturingsvrag<strong>en</strong> is het nuttig onderscheidte mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>. Tabel 2.10onderscheidt twee kernargum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die verder kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgesplitst.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Het eerste kernargum<strong>en</strong>t betreft de externe effect<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> extern effect is e<strong>en</strong>ruim begrip dat synoniem is met e<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>de markt als gevolg vantransactiekost<strong>en</strong>. Doordat markt<strong>en</strong> voor bepaalde activiteit<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>,word<strong>en</strong> de economische actor<strong>en</strong> niet met de juiste marktsignal<strong>en</strong> geconfronteerdwaardoor inefficiënties ontstaan. Door de externe effect<strong>en</strong> te internaliser<strong>en</strong>is het in principe mogelijk de welvaart van ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te verbeter<strong>en</strong> zonderdie van ander<strong>en</strong> te hoev<strong>en</strong> aantast<strong>en</strong>. Het tweede kernargum<strong>en</strong>t voor e<strong>en</strong>publiek belang betreft de verdeling van de welvaart. Beide kernargum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijnonderling nauw verwev<strong>en</strong>. Bij de internalisatie van externe effect<strong>en</strong> doet zichnamelijk de vraag voor hoe de welvaartswinst moet word<strong>en</strong> verdeeld.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> implicer<strong>en</strong> restricties op de beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat het internaliser<strong>en</strong>van externe effect<strong>en</strong> onontkoombaar consequ<strong>en</strong>ties heeft voor de verdeling,zodat efficiëntie <strong>en</strong> verdeling niet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> losgekoppeld.Tabel 2.10Mogelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> belang901. Herverdelingmarkt leidt tot ongew<strong>en</strong>ste verdeling van welvaartselectie:markt sluit bepaalde categorieën uit van bepaalde voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die op grond van verdelings<strong>over</strong>weging<strong>en</strong>niet uitgeslot<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; het selectieargum<strong>en</strong>t hangt vaak nauw sam<strong>en</strong> metexterne effect<strong>en</strong>, bijvoorbeeld gem<strong>en</strong>gde klass<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> in achterstandssituaties2. Externe effect<strong>en</strong> (= ontbrek<strong>en</strong>de markt<strong>en</strong>)<strong>private</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke kost<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> niet sam<strong>en</strong> door ontbrek<strong>en</strong>de markt<strong>en</strong>adverse selection:de markt voor goede kwaliteit ontbreekt: verkoper k<strong>en</strong>t kwaliteit beter dan koper, waardooralle<strong>en</strong> inferieure kwaliteit op de markt wordt aangebod<strong>en</strong>risicoaversie bij geaggregeerd risico:de markt voor geaggregeerde risico’s ontbreekt; bijvoorbeeld: het werkloosheidsrisico is onverzekerbaarnatuurlijk monopolie/netwerkinvestering<strong>en</strong>:de ex-ante markt voor output van specifieke investering<strong>en</strong> ontbreekt (de treinkaartjes voor e<strong>en</strong>nog aan te legg<strong>en</strong> spoorweg kunn<strong>en</strong> niet nu al word<strong>en</strong> verhandeld)De <strong>over</strong>heid kan de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> in principe waarborg<strong>en</strong> door contract<strong>en</strong>te sluit<strong>en</strong> met de particuliere sector, zodat <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> privaat word<strong>en</strong> uitgevoerd.Bij deze contractuering van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zich echter verschill<strong>en</strong>decomplicaties voor; deze zijn geanalyseerd in de paragraf<strong>en</strong> 2.2 <strong>en</strong> 2.3. Bij decontractuering van het <strong>publieke</strong> belang zijn deze problem<strong>en</strong> veelal nauw verwantmet de achterligg<strong>en</strong>de problem<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> publiek belang zoals geïd<strong>en</strong>tificeerdin tabel 2.10. Afhankelijk van de aard van de problem<strong>en</strong> kan de <strong>over</strong>heidbesluit<strong>en</strong> residuele zegg<strong>en</strong>schap aan zich te houd<strong>en</strong> bij het waarborg<strong>en</strong> van het<strong>publieke</strong> belang, zodat de <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> ook publiek word<strong>en</strong> uitgevoerd. Bij hetoploss<strong>en</strong> van het <strong>en</strong>e probleem zull<strong>en</strong> echter weer andere problem<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> tafelkom<strong>en</strong>. De hieruit voortspruit<strong>en</strong>de afweging<strong>en</strong> zijn vaak informatief.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Ook zull<strong>en</strong> in veel gevall<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>ingezet om verschill<strong>en</strong>de problem<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> aanpakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de afweging<strong>en</strong> teoptimaliser<strong>en</strong>.De praktische voorbeeld<strong>en</strong> zijn ondergebracht in e<strong>en</strong> drietal subparagraf<strong>en</strong>:maatschappelijke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> als onderwijs <strong>en</strong> gezondheidszorg (par. 2.4.2),herverdelingsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong> (par. 2.4.3) <strong>en</strong> natuurlijkemonopolies (par. 2.4.4). Binn<strong>en</strong> iedere paragraaf word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de organisatiewijz<strong>en</strong>zo veel mogelijk gecontrasteerd, zodat de cruciale verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> hunconsequ<strong>en</strong>ties helder voor het voetlicht kom<strong>en</strong>. De beschrijving<strong>en</strong> van de situatiesspor<strong>en</strong> dan ook niet altijd met de bestaande situatie. Hiermee is niet perdefinitie gezegd dat wij e<strong>en</strong> bepaalde wijziging voorstaan. Veel hangt af van hetgewicht van de relatieve factor<strong>en</strong>, waar<strong>over</strong> alle<strong>en</strong> empirisch onderzoek uitsluitselkan gev<strong>en</strong>. Dergelijk empirisch onderzoek valt buit<strong>en</strong> het bestek van dezestudie. De voorbeeld<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> daarom niet gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> organisatieadvies,maar de – <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet toevallige – illustratie van e<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kpatroon.2.4.2 di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> in onderwijs <strong>en</strong> gezondheidszorgVoorbeeld 1: BasisonderwijsHet <strong>publieke</strong> belang in het basisonderwijs vindt haar oorsprong in zowel externeeffect<strong>en</strong> als herverdeling:• herverdeling: mede vanwege de externe effect<strong>en</strong> van het curriculum is hetaantrekkelijk wanneer iedere<strong>en</strong> hetzelfde onderwijs krijgt. Dit echter is nietvoor iedere<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> gemakkelijk te betal<strong>en</strong>. Iedere<strong>en</strong> behoort toegang te hebb<strong>en</strong>tot goed basisonderwijs, onafhankelijk van zijn maatschappelijkepositie. 72 Gegev<strong>en</strong> het feit dat via onderwijs wordt herverdeeld, zal de <strong>over</strong>heidook moet<strong>en</strong> bewak<strong>en</strong> dat het geld aan die bestemming wordt uitgegev<strong>en</strong>;• selectie: vanwege de externe effect<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e leerling op de schoolprestatiesvan de ander is het aantrekkelijk dat schol<strong>en</strong> redelijk gem<strong>en</strong>gd zijn(vergelijk de discussie <strong>over</strong> witte vs. zwarte schol<strong>en</strong>);• externe effect<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis: de k<strong>en</strong>nis van de één heeft externe effect<strong>en</strong> voor deander (m.n. bij taalonderwijs: mijn schrijv<strong>en</strong> heeft meer zin naarmate meerander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>);• externe effect<strong>en</strong> leerproces: leerling<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong> zich op aan hun medeleerling<strong>en</strong>.91We besprek<strong>en</strong> hier twee alternatieve manier<strong>en</strong> om het <strong>publieke</strong> belang te waarborg<strong>en</strong>.Elk van deze oplossing<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t haar eig<strong>en</strong> voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong>. Het eerstealternatief betreft hiërarchische sturing waarbij de <strong>over</strong>heid de residuele beslissingsmachtzoveel mogelijk aan zich houdt. Schol<strong>en</strong> zijn publiek georganiseerd<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid bemoeit zich met het productieproces. Bij het tweede alternatiefzijn schol<strong>en</strong> privaat georganiseerd. De <strong>over</strong>heid waarborgt de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>via contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> vouchers.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>92De volg<strong>en</strong>de organisatiewijz<strong>en</strong> zijn mogelijk:1 Publieke organisatie met c<strong>en</strong>trale financiering.Het basisonderwijs wordt geheel rechtstreeks gefinancierd via subsidies aande schol<strong>en</strong> (d.w.z. de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>). Vanwege de externe effect<strong>en</strong> van metname het taalonderwijs geldt e<strong>en</strong> leerplicht <strong>en</strong> wordt het curriculum c<strong>en</strong>traalvastgesteld. Om de naleving van leerplicht <strong>en</strong> curriculumvereist<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong>wordt e<strong>en</strong> inspectie in het lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong>.Schol<strong>en</strong> zijn wettelijk verplicht om iedere leerling die zich aanmeldt te accepter<strong>en</strong>.Hiermee wordt het probleem van selectie zo klein mogelijk gemaakt.Selectie via de woonplaatskeuze van de ouders blijft vanzelfsprek<strong>en</strong>d bestaan.In de praktijk werkt deze regel echter niet, omdat goede schol<strong>en</strong> met capaciteitsproblem<strong>en</strong>word<strong>en</strong> geconfronteerd: ze kunn<strong>en</strong> via de capaciteitsrestrictiealsnog selectie toepass<strong>en</strong>. Wel kan de <strong>over</strong>heid via haar residuele beslissingsbevoegdheidprober<strong>en</strong> deze selectie te voorkom<strong>en</strong> door meer informatie op tevrag<strong>en</strong> <strong>over</strong> het selectiegedrag van schol<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid kan ook schol<strong>en</strong> inachterstandsbuurt<strong>en</strong> extra subsidiër<strong>en</strong>.Wat van e<strong>en</strong> lagere school t<strong>en</strong> behoeve van het <strong>publieke</strong> belang verwachtwordt, laat zich niet altijd volledig vastlegg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> curriculum. Dit wordtopgelost door de schol<strong>en</strong> aan strikte regels te bind<strong>en</strong> aangaande de bestedingvan de middel<strong>en</strong> (inputsturing, de <strong>over</strong>heid kan naar eig<strong>en</strong> inzicht de financieringsstructuuraanpass<strong>en</strong> aan de gestelde doel<strong>en</strong>) <strong>en</strong> door de <strong>over</strong>heid hetrecht te gev<strong>en</strong> de directeur van de school te ontslaan <strong>en</strong> te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.Dit laatste mechanisme is analoog aan het model in paragraaf 2.2.3, waar nietverifieerbareinformatie kan word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut met behulp van e<strong>en</strong> ontslagdreiging;de werknemer spant zich in omdat hij weet dat hij anders ontslag<strong>en</strong>wordt. Het is <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s zeer de vraag hoe reëel die dreiging in de praktijk is.Deze hoge mate van c<strong>en</strong>tralisatie in de besteding van middel<strong>en</strong> roept vervolg<strong>en</strong>se<strong>en</strong> nieuw probleem op, namelijk dat van moral hazard door asymmetrischeinformatie <strong>over</strong> de kwaliteit van de school. De <strong>over</strong>heid kan als financierderallerlei kwaliteitsaspect<strong>en</strong> van de school (organisatie, <strong>over</strong>blijfmogelijkhed<strong>en</strong>,berichtgeving) niet goed beoordel<strong>en</strong>. Dit probleem kan word<strong>en</strong>verzacht door schol<strong>en</strong> te financier<strong>en</strong> op basis van leerling<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong>. Dit verondersteltdat ouders de kwaliteitsaspect<strong>en</strong> van de schol<strong>en</strong> het beste kunn<strong>en</strong>beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de belang<strong>en</strong> van de ouders in dit opzicht sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> methet <strong>publieke</strong> belang. Schol<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hun best do<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> ofzoveel mogelijk nieuwe leerling<strong>en</strong> te trekk<strong>en</strong>. Op deze manier wordt naasthiërarchie ook concurr<strong>en</strong>tie ingezet als sturingsinstrum<strong>en</strong>t.2 Private organisatie middels vouchers.Ouders krijg<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> waardebon (voucher) waarmee zij basisonderwijsvoor hun kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kop<strong>en</strong> bij <strong>private</strong> schol<strong>en</strong>. De subsidiëringverloopt nu dus niet via de aanbodkant maar via de vraagkant (m.a.w. ge<strong>en</strong>objectsubsidies maar subjectsubsidies). De vouchers zijn niet verhandelbaar <strong>en</strong>bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> strikt persoonlijk om te voorkom<strong>en</strong> dat ze aan andere goeder<strong>en</strong> danonderwijs word<strong>en</strong> besteed. De vouchers kunn<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besteed bijdoor de <strong>over</strong>heid erk<strong>en</strong>de schol<strong>en</strong>. Er is vrije toetreding voor schol<strong>en</strong>. De eis<strong>en</strong>waaraan erk<strong>en</strong>de schol<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> contractueel vastgelegd.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Deze voorwaard<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> onder meer e<strong>en</strong> strikte financiële scheiding vanonderwijsactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>over</strong>ige activiteit<strong>en</strong> om te voorkom<strong>en</strong> dat devouchers via e<strong>en</strong> achterdeur alsnog aan niet-onderwijsactiviteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> besteed. 73 Ook kunn<strong>en</strong> in contract<strong>en</strong> eis<strong>en</strong> aan het curriculumword<strong>en</strong> gesteld. Op deze manier word<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>met de externe effect<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis, gecontracteerd. Gegev<strong>en</strong> hetcontracter<strong>en</strong> van deze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is het niet nodig dat de <strong>over</strong>heid eis<strong>en</strong> steltaan arbeidsvoorwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere aspect<strong>en</strong> van het productieproces.Hierin word<strong>en</strong> de schol<strong>en</strong> vrij gelat<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid wordt ook op afstandgezet om te voorkom<strong>en</strong> dat politieke motiev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij het beloningsbeleid<strong>en</strong> het vaststell<strong>en</strong> van het curriculum.Niet alle kwaliteitsaspect<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> in expliciete contract<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> vastgelegd,voorz<strong>over</strong> de belang<strong>en</strong> van de ouders parallel lop<strong>en</strong> met het <strong>publieke</strong>belang van het bied<strong>en</strong> van hoog-kwalitatief onderwijs. De ouders kunn<strong>en</strong>dan immers beoordel<strong>en</strong> wat de school aan kwaliteit biedt <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong>met de voet<strong>en</strong>. De democratische legitimatie vindt dus voor e<strong>en</strong> belangrijkdeel plaats via het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme. Dit mechanisme biedt ook e<strong>en</strong>vorm van rechtsgelijkheid. Ouders die ontevred<strong>en</strong> zijn <strong>over</strong> de behandelingvan hun kinder<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> hun recht op e<strong>en</strong> andere school hal<strong>en</strong>.Waar ouders door specifieke investering<strong>en</strong> in de relatie met de school kost<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> om van school te verander<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> impliciete contract<strong>en</strong>die word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong> door reputatiemechanism<strong>en</strong>, de ouders (<strong>en</strong> dushet <strong>publieke</strong> belang) bescherm<strong>en</strong>. Verder kunn<strong>en</strong> ouders als stakeholders inhet bestuur via het voice mechanism invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Klachtrecht kan alse<strong>en</strong> sluitstuk functioner<strong>en</strong> op de sturingsmechanism<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie,reputatie (impliciete contract<strong>en</strong>), g<strong>over</strong>nance (voice) <strong>en</strong> expliciete contract<strong>en</strong>.Aldeze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> de rechtszekerheid t<strong>en</strong> goede. Het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme(<strong>en</strong> het hiermee verbond<strong>en</strong> reputatiemechanisme) vereist e<strong>en</strong>transparante markt waarin ouders de kwaliteit van de school goed kunn<strong>en</strong>beoordel<strong>en</strong>. Onderwijsbeoordelingsinstitut<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kwaliteitskeurmerk<strong>en</strong>voor schol<strong>en</strong> uitgev<strong>en</strong>, zij kunn<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> advies gev<strong>en</strong> <strong>over</strong> curricula(vanzelfsprek<strong>en</strong>d in relatie met het kwaliteitskeurmerk) <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> citotoetsachtigetest<strong>en</strong> uitgev<strong>en</strong> (waardoor middelbare schol<strong>en</strong> de prestaties vanleerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>).Ev<strong>en</strong>tueel kunn<strong>en</strong> naast de <strong>private</strong> schol<strong>en</strong> ook <strong>publieke</strong> schol<strong>en</strong> of <strong>private</strong>schol<strong>en</strong> zonder winstoogmerk actief zijn. E<strong>en</strong> zeker minimum aan <strong>private</strong>schol<strong>en</strong> is echter noodzakelijk, omdat anders het commitm<strong>en</strong>t van de <strong>over</strong>heidzich niet met het managem<strong>en</strong>t van de school te bemoei<strong>en</strong> niet geloofwaardigis, waardoor het hold-upprobleem de kop opsteekt. Zo lang erg<strong>en</strong>oeg <strong>private</strong> schol<strong>en</strong> zijn, zal het <strong>publieke</strong> schol<strong>en</strong> duidelijk zijn dat de<strong>over</strong>heid niet zo maar kan interv<strong>en</strong>iër<strong>en</strong> op schoolniveau; d<strong>en</strong>k aan de nimmeraflat<strong>en</strong>de discussie in Nederland <strong>over</strong> het artikel in de Grondwet aangaandede vrijheid van onderwijs.Het <strong>publieke</strong> belang van de verdeling loopt niet parallel met het belang van deindividuele ouder <strong>en</strong> zal daarom moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecontracteerd door de<strong>over</strong>heid. Dit kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong>. Om selectie zoveel mogelijk te93


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>voorkom<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> verplicht word<strong>en</strong> alle kinder<strong>en</strong> te accepter<strong>en</strong>.Via capaciteitsproblem<strong>en</strong> zal echter toch selectie plaats kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>,omdat e<strong>en</strong> school nooit gedwong<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> zijn capaciteit uit te breid<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> staat deze acceptatieplicht op gespann<strong>en</strong> voet met de w<strong>en</strong>s <strong>private</strong>schol<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaald lev<strong>en</strong>sbeschouwelijk karakter te lat<strong>en</strong> handhav<strong>en</strong>.De <strong>over</strong>heid kan achterstandsgroep<strong>en</strong> ook bescherm<strong>en</strong> door deze groep<strong>en</strong>grotere vouchers te gev<strong>en</strong>, zodat het voor schol<strong>en</strong> aantrekkelijk wordt dezegroep<strong>en</strong> aan te nem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ander alternatief is dat de <strong>over</strong>heid contractueelmet schol<strong>en</strong> vastlegt dat ze e<strong>en</strong> bepaald aantal kinder<strong>en</strong> uit achterstandsgroep<strong>en</strong>aannem<strong>en</strong>. Ook kan de <strong>over</strong>heid product<strong>en</strong>subsidies gev<strong>en</strong> aan schol<strong>en</strong>in achterstandsgebied<strong>en</strong>.94De keuze tuss<strong>en</strong> beide organisatiewijz<strong>en</strong> is vooral e<strong>en</strong> afweging tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong>betere bescherming teg<strong>en</strong> selectie bij <strong>publieke</strong> schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter innovatievermog<strong>en</strong><strong>en</strong> doelmatiger aanw<strong>en</strong>ding van middel<strong>en</strong> in het gedec<strong>en</strong>traliseerdesysteem waarbij schol<strong>en</strong> <strong>over</strong> grotere bevoegdhed<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>. Beide system<strong>en</strong>b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme, als <strong>publieke</strong> schol<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gefinancierd op basis van leerling<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong>. In zekere zin is de huidigetr<strong>en</strong>d naar lump-sumfinanciering van schol<strong>en</strong> met minder regulering e<strong>en</strong> bewegingin de richting van het vouchermodel.Het is <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s opmerkelijk dat het Amerikaanse basisonderwijs veel mindermarktconform is dan het Nederlandse model, waarbij ouders schol<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>sticht<strong>en</strong> (vrije toetreding) die ev<strong>en</strong>als op<strong>en</strong>bare schol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gefinancierddoor de <strong>over</strong>heid op basis van leerling<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong>. In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>ouders die ge<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op privaat onderwijs, in feite ge<strong>en</strong> keuzemogelijkheid,t<strong>en</strong>zij zij verhuiz<strong>en</strong>. Schoolkeuze is daar één-op-één gekoppeld aan dekeuze van de woonplaats, mede vanwege het wijkgebond<strong>en</strong> financieringssysteem.Voorbeeld 2: GezondheidszorgBij de gezondheidszorg spel<strong>en</strong> vergelijkbare <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> als bij het onderwijs.• selectie: deg<strong>en</strong><strong>en</strong> met reeds bestaande gezondheidsklacht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uit hetverzekeringssysteem geweerd of moet<strong>en</strong> veel hogere premies betal<strong>en</strong>, watvanuit verdelingsoogpunt onaantrekkelijk is;• externe effect<strong>en</strong> gezondheidszorg: besmettelijke ziekt<strong>en</strong>;• averechtse selectie: goede risico’s zull<strong>en</strong> zich aan verzekering onttrekk<strong>en</strong> omte voorkom<strong>en</strong> dat zij mee moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> voor slechte risico’s, waardoor zijonderverzekerd zijn.Het grote verschil tuss<strong>en</strong> onderwijs <strong>en</strong> gezondheidszorg is dat het belang om<strong>publieke</strong> doel<strong>en</strong> te contracter<strong>en</strong> bij de gezondheidszorg zowel groter als moeilijkeris. Het belang van goede contract<strong>en</strong> is groter omdat het concurr<strong>en</strong>tiemechanismeminder goed werkt dan in het onderwijs. Hiervoor kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>detwee problem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>:


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>• risicokarakter/moral hazard patiënt: in teg<strong>en</strong>stelling tot de behoefte aanonderwijs is de behoefte aan gezondheidszorg per individu sterk afhankelijkvan risicofactor<strong>en</strong>. De burger is verzekerd teg<strong>en</strong> dit risico <strong>en</strong> heeft op hetmom<strong>en</strong>t dat de schade zich voordoet dus ge<strong>en</strong> financiële prikkel voor doelmatigheid;zorgverl<strong>en</strong>ers krijg<strong>en</strong> daarom van de patiënt ge<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>spel om tekom<strong>en</strong> tot kost<strong>en</strong>beheersing;• asymmetrische informatie <strong>over</strong> input/moral hazard van de zorgverl<strong>en</strong>er:de burger is niet in staat de relatie tuss<strong>en</strong> input (medicijn<strong>en</strong>, doktersbezoek,ziek<strong>en</strong>huisdag<strong>en</strong>) <strong>en</strong> output (zijn gezondheid) te beoordel<strong>en</strong>; zelfs al zou depatiënt belang hebb<strong>en</strong> bij teg<strong>en</strong>spel, hij zou daar niet toe in staat zijn.Het is in het licht van deze twee problem<strong>en</strong> onmogelijk het probleem van nietverifieerbareinformatie <strong>over</strong> de kwaliteit van de zorg op te loss<strong>en</strong> door patiënt<strong>en</strong>te lat<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong> met de voet<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds omdat de financiële prikkel ontbreektom te kiez<strong>en</strong> voor het optimale zorgniveau <strong>en</strong> anderzijds omdat zij deinformatie ontber<strong>en</strong> om de zorg te kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>.Hiernaast is het moeilijker het <strong>publieke</strong> belang te contracter<strong>en</strong> vanwege de volg<strong>en</strong>detwee red<strong>en</strong><strong>en</strong>:• incompleetheid van e<strong>en</strong> zorgcontract: het is vooraf onmogelijk om preciesaan te gev<strong>en</strong> op welke zorg e<strong>en</strong> patiënt bij e<strong>en</strong> bepaald ziektebeeld recht heeft,omdat de ziektebeeld<strong>en</strong> zeer divers <strong>en</strong> niet helder gedefinieerd zijn. De kwaliteitvan de zorg is daarom heel moeilijk te contracter<strong>en</strong>;• selectie: vergelek<strong>en</strong> met het onderwijs zijn de selectieproblem<strong>en</strong> ernstiger inde gezondheidszorg, omdat er veel meer heterog<strong>en</strong>iteit is in de zorgbehoeftedan in de onderwijsbehoefte. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het moeilijk om voldo<strong>en</strong>de informatiete gebruik<strong>en</strong> om de waarde van vouchers te bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo selectie teg<strong>en</strong>te gaan. Bij selectie gaat het soms namelijk om niet-verifieerbare informatiedie niet gebruikt kan word<strong>en</strong> bij het bepal<strong>en</strong> van de omvang van de voucher.Het lijkt niet doelmatig het selectieprobleem via het belastingsysteem op teloss<strong>en</strong>, omdat binn<strong>en</strong> dat systeem onvoldo<strong>en</strong>de informatie <strong>over</strong> de gezondheidbeschikbaar is.95We besprek<strong>en</strong> hier twee oplossing<strong>en</strong>:1 Organisatie via de markt.Voorz<strong>over</strong> op e<strong>en</strong> meer marktgewijze organisatie wordt vertrouwd, zoals inde Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> de financiële prikkels van verzekeraars die hunpremies laag prober<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. Ook zij word<strong>en</strong> echter geconfronteerd methet probleem van asymmetrische informatie. De incompleetheid van hetzorgcontract plaatst verzekeraars in het geval van schade bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>onderhandelingspositie met verzekerd<strong>en</strong>. Normaliter zou het reputatiemechanismeverzekeraars teg<strong>en</strong> dit probleem moet<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> (zie dediscussie <strong>over</strong> arbeidsongeschiktheid in par. 2.4.3). Gezi<strong>en</strong> de hoge uitgav<strong>en</strong>voor gezondheidszorg in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> heeft dit mechanisme totnogtoeechter onvoldo<strong>en</strong>de soelaas gebod<strong>en</strong>. Thans wordt geëxperim<strong>en</strong>teerd mete<strong>en</strong> aantal nieuwe organisatievorm<strong>en</strong> waarbij verzekeraars integrer<strong>en</strong> metzorgverl<strong>en</strong>ers om e<strong>en</strong> beter zicht te krijg<strong>en</strong> op deze zorgverl<strong>en</strong>ers.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>96Door verticale integratie hop<strong>en</strong> verzekeraars meer informatie <strong>over</strong> het gedragvan zorgverl<strong>en</strong>ers te verkrijg<strong>en</strong> (zie par. 2.3.5 voor de relatie tuss<strong>en</strong> verticaleintegratie <strong>en</strong> informatie) alsmede de machtspositie van de zorgverl<strong>en</strong>ers te verminder<strong>en</strong>.Door de zorgverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de verzekering binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> organisatie teintegrer<strong>en</strong> beoogt m<strong>en</strong> de contracteringsproblem<strong>en</strong> (die voortvloei<strong>en</strong> uit asymmetrischeinformatie) tuss<strong>en</strong> deze twee functies te verminder<strong>en</strong>.2 Organisatie via professionele codes.Alternatieve organisatieprincipes mak<strong>en</strong> veelvuldig gebruik van beroepscodes.De verantwoordelijkheid voor het zorgniveau wordt dan niet bepaaldin individuele onderhandeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> patiënt, zorgverzekeraar <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er,maar is vooral afhankelijk van professionele codes. De uitgav<strong>en</strong> word<strong>en</strong>op hoger aggregati<strong>en</strong>iveau in de hand gehoud<strong>en</strong> door tal van voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> tebudgetter<strong>en</strong> (ziek<strong>en</strong>huisbedd<strong>en</strong>, aantal huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.) <strong>en</strong> door vaste prijz<strong>en</strong>voor verrichting<strong>en</strong> te hanter<strong>en</strong>, zodat het moral-hazard-probleem van dezorgverl<strong>en</strong>er wordt beperkt tot de hoeveelheidscompon<strong>en</strong>t. De financiëleprikkels voor zorgverl<strong>en</strong>ers in contact<strong>en</strong> met individuele patiënt<strong>en</strong> word<strong>en</strong>hiermee beperkt. Arts<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> op hun professionaliteit ombinn<strong>en</strong> het aldus aan regels gebond<strong>en</strong> totale budget zorg <strong>en</strong> aandacht doelmatig<strong>over</strong> burgers te verdel<strong>en</strong>. Professionele commissies oordel<strong>en</strong> in hetgeval dat arts<strong>en</strong> in het licht van deze professionele code grove fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.De directe politieke invloed is beperkt.Professionele codes lijk<strong>en</strong> sterk op impliciete contract<strong>en</strong> gebaseerd op reputaties(zie par. 2.2.3 <strong>en</strong> par. 2.3.6). Net als e<strong>en</strong> hiërarchie is e<strong>en</strong> beroepsver<strong>en</strong>igingbeter in staat e<strong>en</strong> reputatie op te bouw<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> individuele zorgverl<strong>en</strong>er,omdat de led<strong>en</strong> elkaar beter kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> patiënt dit kan.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> heeft zo’n beroepsver<strong>en</strong>iging belang bij het bescherm<strong>en</strong> van het<strong>publieke</strong> goed van e<strong>en</strong> goede reputatie van de medische professie. Normaliterfunctioner<strong>en</strong> reputaties echter in e<strong>en</strong> omgeving met concurr<strong>en</strong>tie, waarin deklant kan verander<strong>en</strong> van leverancier <strong>en</strong> de reputatie dus waarde heeft om deklant vast te houd<strong>en</strong>. Beroepsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> zijn monopolies. Vandaar dat de<strong>over</strong>heid voortdur<strong>en</strong>d in onderhandelingssituaties met die monopoliesterechtkomt, waarbij de beroepsver<strong>en</strong>iging het informatievoordeel heeft.Zeker in sector<strong>en</strong> met snelle technologische ontwikkeling<strong>en</strong> (zoals degezondheidszorg) is dit informati<strong>en</strong>adeel e<strong>en</strong> belangrijke factor.2.4.3 herverdeling <strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong>Voorbeeld 1: Bijstandsverl<strong>en</strong>ingHet <strong>publieke</strong> belang bij de bijstand is herverdeling: bijstandsverl<strong>en</strong>ing is altijde<strong>en</strong> ingreep in de welvaartsverdeling die door het marktmechanisme tot standwordt gebracht. Bij de contractering van dit <strong>publieke</strong> belang doet zich e<strong>en</strong> grootaantal problem<strong>en</strong> voor:• niet-verifieerbaarheid toelating: de bijstand is de restpost in de sociale zekerheid;het bestand van uitkeringsontvangers is hiermee altijd e<strong>en</strong> vergaarbakvan ongeregeld; standaardisatie van toelatingscriteria is dus slechts beperktmogelijk; de toelatingsbeslissing door de bijstandsmaatschappelijk werker is


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>slechts beperkt door derd<strong>en</strong> verifieerbaar, zeker op het niveau van de c<strong>en</strong>trale<strong>over</strong>heid;• asymmetrische informatie uitvoerder/<strong>over</strong>heid: bij e<strong>en</strong> zekere mate vandec<strong>en</strong>tralisatie van de uitvoering heeft de gedec<strong>en</strong>traliseerde instantie meerinformatie <strong>over</strong> de kwaliteit van de uitvoering, onder andere van anderegedec<strong>en</strong>traliseerde instanties, zoals het maatschappelijk werk <strong>en</strong> het welzijnswerk;• doelincompleetheid: de precieze aansprak<strong>en</strong> zijn niet in strikt verifieerbareregels vast te legg<strong>en</strong>.Gegev<strong>en</strong> de hoge mate van niet-verifieerbaarheid van informatie <strong>en</strong> de informatievoorsprongop dec<strong>en</strong>traal niveau, ligt het voor de hand de uitvoering te legg<strong>en</strong>bij dec<strong>en</strong>trale organ<strong>en</strong>. Bij de financiering wordt de <strong>over</strong>heid geconfronteerdmet e<strong>en</strong> dilemma, omdat de meest risicoaverse partij (de dec<strong>en</strong>trale organ<strong>en</strong>)ook de meest geïnformeerde partij is. Er is dus e<strong>en</strong> conflict tuss<strong>en</strong> het principeuit paragraaf 2.3.6 (eig<strong>en</strong>dom naar minst risicoaverse partij) <strong>en</strong> het principe uitparagraaf 2.3.2 (eig<strong>en</strong>dom naar de meest geïnformeerde partij).Hier word<strong>en</strong> vier mogelijke oplossing<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. De eerste twee betreff<strong>en</strong>e<strong>en</strong> volledige <strong>publieke</strong> uitvoering, de derde e<strong>en</strong> mix van <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> uitvoering<strong>en</strong> de vierde e<strong>en</strong> puur <strong>private</strong> uitvoering.1 Dec<strong>en</strong>trale <strong>publieke</strong> uitvoering, c<strong>en</strong>trale financiering.Om te voorkom<strong>en</strong> dat de uitvoerders te veel risico lop<strong>en</strong> (zie hieronder),kan de regeling geheel c<strong>en</strong>traal op declaratiebasis word<strong>en</strong> gefinancierd. Dit isconsist<strong>en</strong>t met het principe dat de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> toekom<strong>en</strong> aan de risiconeutralepartij (zie par. 2.3.4). Hierteg<strong>en</strong><strong>over</strong> staat dat er ge<strong>en</strong> recht wordtgedaan aan het principe dat eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> toe te vall<strong>en</strong> aan degeïnformeerde partij. Dec<strong>en</strong>trale uitvoerders hebb<strong>en</strong> er daarom belang bij deregeling lankmoedig uit te voer<strong>en</strong>. Het is voor loketambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> immers aantrekkelijkerom goed nieuws dan om kwaad nieuws te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Voorz<strong>over</strong> opdec<strong>en</strong>traal niveau e<strong>en</strong> politiek lichaam (mede)zegg<strong>en</strong>schap heeft <strong>over</strong> de uitvoering(zoals in Nederland de geme<strong>en</strong>teraad), is er ook e<strong>en</strong> electoraal belangbij lankmoedige uitvoering. Daarom is e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal toezicht noodzakelijk datzoveel mogelijk tracht de niet-verfieerbare informatie van uitvoerders <strong>en</strong>asymmetrische informatie van dec<strong>en</strong>trale instanties toch verifieerbaar <strong>en</strong>symmetrisch te mak<strong>en</strong>, zodat kan word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dat de uitvoering telankmoedig wordt. Ook kan de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid via allerlei procedures hetuitvoeringsproces prober<strong>en</strong> te stur<strong>en</strong>.2 Gebudgetteerde dec<strong>en</strong>trale uitvoering.E<strong>en</strong> alternatief is de bijstandsverl<strong>en</strong>ing niet op declaratiebasis c<strong>en</strong>traal tefinancier<strong>en</strong>, maar de dec<strong>en</strong>trale uitvoerder e<strong>en</strong> vast budget ter beschikking testell<strong>en</strong>. In feite wordt het <strong>publieke</strong> belang nu gecontracteerd aan dec<strong>en</strong>traleuitvoerders, waarbij de uitvoerders de residuele beslissingsbevoegdheid krijg<strong>en</strong>.Dit is consist<strong>en</strong>t met het principe uit paragraaf 2.3.2, dat de geïnformeerdepartij de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te krijg<strong>en</strong>. Tekort<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uit eig<strong>en</strong> zakword<strong>en</strong> bijgepast, <strong>over</strong>schott<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> naar eig<strong>en</strong> goeddunk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>97


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>98besteed. E<strong>en</strong> dergelijk systeem werkt alle<strong>en</strong> als er ook eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> opdec<strong>en</strong>traal niveau word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d, omdat er anders ge<strong>en</strong> prikkel uitgaatvan tekort<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>over</strong>schott<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> louter ambtelijke organisatie werkt ditsysteem daarom niet. In de huidige situatie ligg<strong>en</strong> die eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> bijgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die dus kunn<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> <strong>over</strong> alternatieve aanw<strong>en</strong>ding<strong>en</strong>.Hier werkt het systeem wel. E<strong>en</strong> zbo of e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st van e<strong>en</strong> ministerie metregiokantor<strong>en</strong> zou vanuit dit oogpunt daarom e<strong>en</strong> slechtere organisatievormzijn dan de huidige regionalisatie naar geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> probleem is dat dec<strong>en</strong>trale uitvoerders risicoavers zijn, terwijl de omvangvan de bijstandsverl<strong>en</strong>ing zeer conjunctuurgevoelig is, waarbij zowel delandelijke als de lokale conjunctuur e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. De afdekking van hetlandelijk conjunctuurrisico is ge<strong>en</strong> probleem, wanneer de omvang van hettotale budget gelijk wordt gesteld aan de totale uitgav<strong>en</strong> van alle uitvoerders<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de verdeling wordt gebudgetteerd. Het lokale risico is echter wel e<strong>en</strong>probleem. Bij financiering op declaratiebasis valt dit risico toe aan de c<strong>en</strong>trale<strong>over</strong>heid. Bij budgetfinanciering dreigt dit risico toe te vall<strong>en</strong> aan de risicoaversedec<strong>en</strong>trale instantie. Door e<strong>en</strong> verdeelmodel op te stell<strong>en</strong> met objectieve,niet door de uitvoerder beïnvloedbare factor<strong>en</strong> die wel de lokale bijstandsuitgav<strong>en</strong>zo goed mogelijk verklar<strong>en</strong>, wordt dit risico geminimaliseerd.In feite is dit e<strong>en</strong> vorm van maatstafconcurr<strong>en</strong>tie (zie par. 2.3.4).Door de budgettering verschuiv<strong>en</strong> de prikkels voor de dec<strong>en</strong>trale uitvoerder.De loketambt<strong>en</strong>aar heeft achter zijn loket nog steeds meer belang bij goed danbij slecht nieuws, maar zijn superieur (de budgetbeheerder) heeft belang bije<strong>en</strong> zo strikt mogelijke uitvoering zodat de <strong>over</strong>schott<strong>en</strong> voor andere zak<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besteed. Daarom moet het c<strong>en</strong>traal toezicht nu word<strong>en</strong> ingerichtop het voorkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> te strikte uitvoering, waarbij burgers t<strong>en</strong>onrechte het recht op bijstand wordt ontzegd. De toezichthouder zal opnieuwmoet<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> de niet-verifieerbare <strong>en</strong> asymmetrische informatie zo goedmogelijk alsnog te verifiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> symmetrisch te mak<strong>en</strong>, zij het nu met e<strong>en</strong>ander oogmerk. Vermoedelijk zal de toezichthouder ook statistische informatiegebruik<strong>en</strong> (het aantal klacht<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> <strong>en</strong> dezelfde geme<strong>en</strong>te, het aantalklacht<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> <strong>en</strong> dezelfde medewerker), analoog aan het toernooimodel(zie par. 2.2.3). Ook kunn<strong>en</strong> beroepsprocedures word<strong>en</strong> ingesteld. Deze blijv<strong>en</strong>echter e<strong>en</strong> poging het onverzo<strong>en</strong>lijke te verzo<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> informatie verifieerbaarte mak<strong>en</strong> die dat eig<strong>en</strong>lijk niet is.De afweging tuss<strong>en</strong> beide <strong>publieke</strong> organisatiewijz<strong>en</strong> lijkt sterk op die in hetprincipal-ag<strong>en</strong>tmodel uit paragraaf 2.2.2: verzekering zonder prikkels bij financieringop declaratiebasis versus risico met prikkels in het gebudgetteerde systeem.De keuze hangt dus mede af van de mate waarin de bijstandsuitgav<strong>en</strong> opdec<strong>en</strong>traal niveau kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorspeld op basis van objectieve factor<strong>en</strong>.Parallel hieraan speelt nog e<strong>en</strong> tweede afweging: prikkels voor te lankmoedigeuitvoering bij financiering op declaratiebasis versus prikkels voor te strikte uitvoeringin het gebudgetteerde systeem. Alle<strong>en</strong> al vanwege dit tweede argum<strong>en</strong>tligt de optimale organisatiewijze eerder in e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm van beide financie-


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>ringssystem<strong>en</strong> dan in e<strong>en</strong> volledige budgettering. Bij dit alles staat vast dat demeest doelmatige oplossing onhaalbaar is. Gegev<strong>en</strong> de aard van de beschikbareinformatie blijft e<strong>en</strong> naast-beste oplossing het beste haalbaar. Het blijft roei<strong>en</strong>met de riem<strong>en</strong> die je hebt.3 Private dec<strong>en</strong>trale uitvoering, <strong>publieke</strong> keuring toelatingsbeslissing.E<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> instantie beziet of er recht is op e<strong>en</strong> bijstandsuitkering. Vervolg<strong>en</strong>sdo<strong>en</strong> particuliere organisaties e<strong>en</strong> aanbesteding om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de bijstandweer aan het werk te krijg<strong>en</strong>. Door deze ontvlechtingsoperatie tuss<strong>en</strong>de keuring <strong>en</strong> de reïntegratie wordt het gedeelte van het <strong>publieke</strong> belang datmoeilijk te contracter<strong>en</strong> is, dat wil zegg<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> of iemand recht heeft ope<strong>en</strong> uitkering (in feite het herverdel<strong>en</strong> van r<strong>en</strong>ts op basis van moeilijk te verifiër<strong>en</strong>criteria), in de <strong>publieke</strong> sector gehoud<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat het<strong>publieke</strong> proces hier de residuele beslissingsbevoegdheid aan zich houdt,omdat de criteria op grond waarvan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bijstand krijg<strong>en</strong>, politiek zeergevoelig ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> moeilijk vast te legg<strong>en</strong> zijn in contract<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid wilhier voortdur<strong>en</strong>d bij kunn<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>. 74De reïntegratieactiviteit<strong>en</strong> zijn moeilijk verifieerbaar. Daarom ligt het voor dehand de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> voor dit productieproces met veel m<strong>en</strong>selijkeinput (creativiteit, innovativiteit, ondernemingszin) toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan de<strong>private</strong> sector. Door de <strong>private</strong> sector veel vrijheid <strong>en</strong> prikkels te gev<strong>en</strong> bij deuitvoering kan deze sector optimaal gebruik mak<strong>en</strong> van haar k<strong>en</strong>nisvoorsprong.Ook kan de uitvoer<strong>en</strong>de instantie zonder voortdur<strong>en</strong>de politiekeinterv<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> bedrijfscultuur ontwikkel<strong>en</strong>. Op die manier lop<strong>en</strong> de belang<strong>en</strong>van het particuliere bedrijf parallel met het <strong>publieke</strong> belang. E<strong>en</strong> andervoordeel van het ontvlecht<strong>en</strong> van de twee del<strong>en</strong> is dat voor het tweedegedeelte (het aan het werk krijg<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>) het concurr<strong>en</strong>tiemechanismegebruikt kan word<strong>en</strong>. 75 Verschill<strong>en</strong>de uitvoerders kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bod do<strong>en</strong>.Dit alles komt de doelmatigheid van de uitvoering (<strong>en</strong> hiermee op termijnook de rechtszekerheid) t<strong>en</strong> goede. 76Het probleem met deze opzet is dat het moeilijk is de twee del<strong>en</strong> van de<strong>publieke</strong> taak van elkaar te scheid<strong>en</strong>: het bezi<strong>en</strong> of iemand recht heeft ope<strong>en</strong> uitkering <strong>en</strong> het bezi<strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit de bijstand kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.Deze twee tak<strong>en</strong> zijn zo nauw met elkaar verbond<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>aar te preferer<strong>en</strong>is (zie par. 2.3.2 <strong>over</strong> connectedness). Om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> weer aan het werk tekrijg<strong>en</strong> moet je bijvoorbeeld kunn<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong> met sancties. Er moet dus heelveel informatie<strong>over</strong>dracht plaatsvind<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> poortwachter <strong>en</strong>de particuliere uitvoerder. In feite is het definiër<strong>en</strong> van de <strong>publieke</strong> taak moeilijkte ontvlecht<strong>en</strong> van de uitvoering van die <strong>publieke</strong> taak (zie par. 2.3.5 <strong>over</strong>de informatieproblem<strong>en</strong> bij uitbesteding).E<strong>en</strong> ander probleem is dat de particuliere uitvoerders meer aandacht zull<strong>en</strong>bested<strong>en</strong> aan klant<strong>en</strong> die weer e<strong>en</strong>voudiger aan het werk kunn<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kandit prober<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>decategorieën bijstandsgerechtigd<strong>en</strong>. Op die manier contracteert m<strong>en</strong> het<strong>publieke</strong> belang van het voorkom<strong>en</strong> van selectie. In feite stelt m<strong>en</strong> voor elkebijstandsgerechtigde e<strong>en</strong> voucher vast. Het mogelijke nadeel hiervan is dat de99


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>100kruissubsidies tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> transparant word<strong>en</strong>. Verderwordt de b<strong>en</strong>odigde omvang van de voucher pas vaak tijd<strong>en</strong>s het reïntegratieprocesduidelijk.4 Geheel <strong>private</strong> uitvoering.De <strong>over</strong>heid besteedt het hele traject uit om contracteringsproblem<strong>en</strong> bij detraject<strong>over</strong>gang<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>. Wel komt er dan e<strong>en</strong> zwaardere druk op de<strong>over</strong>heid om de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> goed te contracter<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid di<strong>en</strong>t decriteria op grond waarvan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> recht hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bijstandsuitkering,precies in contract<strong>en</strong> vast te legg<strong>en</strong>. Verder di<strong>en</strong>t de <strong>over</strong>heid toezicht uit teoef<strong>en</strong><strong>en</strong> om te bezi<strong>en</strong> of de particuliere bedrijv<strong>en</strong> aan de contract<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong><strong>en</strong> of zij de uitvoering niet te str<strong>en</strong>g mak<strong>en</strong>. Het gevaar bestaat dat het particulierebedrijf te weinig m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> toelaat <strong>en</strong> de bijstand te hard uitvoert.De daadwerkelijk gebruikte criteria voor toelating zijn namelijk moeilijk teverifiër<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dus moeilijk af te dwing<strong>en</strong> via de rechter). De <strong>over</strong>heid heeft bijhet ontbrek<strong>en</strong> van verifieerbare informatie ge<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>schap meer om directin te grijp<strong>en</strong> in de discretionaire ruimte bij de toelating. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt hetwellicht moeilijker om informatie <strong>over</strong> het keuringsproces te achterhal<strong>en</strong>.De concurr<strong>en</strong>tie- <strong>en</strong> reputatiemechanism<strong>en</strong> zijn echter belangrijke sturingsmechanism<strong>en</strong>bij het discipliner<strong>en</strong> van de uitvoering. Als e<strong>en</strong> particulierepartij het hele traject niet naar de tevred<strong>en</strong>heid van de (lokale) <strong>over</strong>heid uitvoert(d.w.z. te str<strong>en</strong>ge uitvoering), dan kan de <strong>over</strong>heid ervan afzi<strong>en</strong> het contractte verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> in zee gaan met e<strong>en</strong> ander bedrijf. De lokale <strong>over</strong>heid kandan kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> duurdere uitvoerder als m<strong>en</strong> daar e<strong>en</strong> betere service vanverwacht. 77 Het prijskaartje voor e<strong>en</strong> lankmoediger uitvoering wordt dandirect duidelijk. Om de lokale <strong>over</strong>heid de juiste prikkels te gev<strong>en</strong> bij de uitbestedingsbeslissingdi<strong>en</strong><strong>en</strong> uitgav<strong>en</strong> gebudgetteerd te word<strong>en</strong>. Particulierebedrijv<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hun reputatie voor e<strong>en</strong> goede uitvoerder van het <strong>publieke</strong>belang graag will<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> als de <strong>over</strong>heid ook e<strong>en</strong> beroep kan do<strong>en</strong> opandere bedrijv<strong>en</strong> bij contractverl<strong>en</strong>ging. De uitvoerder is ge<strong>en</strong> monopolist<strong>en</strong> dit geeft e<strong>en</strong> persoon in de bijstand e<strong>en</strong> sterkere positie. Het beschermtdeze persoon teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te str<strong>en</strong>ge uitvoering. Dit mechanisme werkt echterminder goed dan bij de wao (zie hierna).Het verschil tuss<strong>en</strong> <strong>private</strong> <strong>en</strong> <strong>publieke</strong> uitvoering wordt gering als de contractduurkort g<strong>en</strong>oeg wordt. Het voordeel is dat de politiek de uitvoeringsnel kan bijstur<strong>en</strong>. Het nadeel is dat de uitvoerders ge<strong>en</strong> werkelijke beleidsvrijheidhebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> weinig rechtszekerheid. 78 In feite wordt er nauwelijks zegg<strong>en</strong>schap<strong>over</strong>gedrag<strong>en</strong> naar de particuliere sector, zodat ge<strong>en</strong> gebruik kanword<strong>en</strong> gemaakt van de moeilijk te contracter<strong>en</strong> input (ondernemerschap,k<strong>en</strong>nis, creativiteit).Voorbeeld 2: Studiebeurz<strong>en</strong>Het is interessant de toek<strong>en</strong>ning van studiebeurz<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong> met bijstandsverl<strong>en</strong>ing.Het <strong>publieke</strong> belang is opnieuw herverdeling. De contracteerbaarheidsproblem<strong>en</strong>zijn echter veel geringer dan in de bijstand. De toek<strong>en</strong>ning vanstudiebeurz<strong>en</strong> is in het algeme<strong>en</strong> gebaseerd op makkelijk toegankelijke, goedverifieerbare <strong>en</strong> symmetrische informatie. Dit kan alle<strong>en</strong> al word<strong>en</strong> afgeleid uit


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>de vorm van informatie-uitwisseling. In de bijstand is het interview met deaanvrager e<strong>en</strong> belangrijke bron van informatie. Bij studiebeurz<strong>en</strong> verloopt deinformatie-uitwisseling volledig schriftelijk.Bij de verstrekking van studiebeurz<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> gecompliceerde toezicht- ofinc<strong>en</strong>tive-structur<strong>en</strong> noodzakelijk. Vanwege de verifieerbaarheid van de informatieis de dreiging van e<strong>en</strong> beroep op de rechter zo effectief, dat de uitvoerder hetwel uit zijn hoofd zal lat<strong>en</strong> de verkeerde beslissing te nem<strong>en</strong> of om vergissing<strong>en</strong>niet zo snel mogelijk recht te zett<strong>en</strong>.De <strong>en</strong>ige kwestie is dus of de uitvoering zelf efficiënt gebeurt. Hier is concurr<strong>en</strong>tietuss<strong>en</strong> diverse uitvoeringsinstanties e<strong>en</strong> hulpmiddel. Concurr<strong>en</strong>tie kanzowel binn<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> sector als via aanbesteding word<strong>en</strong> georganiseerd.Binn<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> sector kan concurr<strong>en</strong>tie word<strong>en</strong> vormgegev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> aantalinstanties ieder e<strong>en</strong> deel van de rechthebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> het aandeelvan de op dat mom<strong>en</strong>t meest efficiënte instantie geleidelijk uit te breid<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> andere mogelijkheid is e<strong>en</strong>s in de zoveel jaar het contract voor de uitvoeringaan te bested<strong>en</strong> aan de goedkoopste (<strong>private</strong>) bieder.E<strong>en</strong> voordeel van <strong>private</strong> aanbesteding is dat combinaties kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gemaakt met andere activiteit<strong>en</strong> van vergelijkbare aard. M<strong>en</strong> verlicht zo de contracteringsproblem<strong>en</strong>met deze andere activiteit<strong>en</strong> E<strong>en</strong> belemmering bij aanbestedingzijn de hoge specifieke investering<strong>en</strong> die de uitvoerder moet mak<strong>en</strong>.Periodieke aanbesteding leidt dus tot het hold-upprobleem. Dit betek<strong>en</strong>t dat deconcurr<strong>en</strong>tie bij de hernieuwde aanbesteding gering is of dat de uitvoering nietefficiënt plaatsvindt, omdat onvoldo<strong>en</strong>de specifieke investering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verricht(zie ook par. 2.2.4 <strong>en</strong> 2.2.5).101De keuze tuss<strong>en</strong> uitbesteding of uitvoering in eig<strong>en</strong> beheer met concurr<strong>en</strong>tietuss<strong>en</strong> regio’s is dus eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> afweging tuss<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> ex-post efficiëntiein het geval van uitbesteding versus voldo<strong>en</strong>de specifieke investering<strong>en</strong><strong>en</strong> ex-ante efficiëntie in het geval van uitvoering in eig<strong>en</strong> beheer. Merk op dat dehier voorgestelde modaliteit voor uitvoering in eig<strong>en</strong> beheer meer concurr<strong>en</strong>tie<strong>en</strong> dus ex-post efficiëntie toelaat dan de huidige vormgeving, waarbij de ibggroepfeitelijk monopolist is.Voorbeeld 3: ArbeidsongeschiktheidsverzekeringE<strong>en</strong> andere vergelijkingspunt voor de bijstand zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering<strong>en</strong>.Het <strong>publieke</strong> belang bij arbeidsongeschiktheidsverzekering<strong>en</strong> isbeperkter dan bij de bijstand. Immers, de wao is uiteindelijk e<strong>en</strong> verzekering,terwijl bijstand e<strong>en</strong> puur herverdelingsinstrum<strong>en</strong>t is. E<strong>en</strong> bijstandsuitkering ise<strong>en</strong> pure r<strong>en</strong>t, ook ex ante. In de wao daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> betaalt e<strong>en</strong> verzekerde premieter dekking van mogelijke toekomstige schade. De premie is weliswaar niet volledigbepaald op basis van het equival<strong>en</strong>tieprincipe, maar uiteindelijk is er e<strong>en</strong>relatie tuss<strong>en</strong> individuele kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> individuele opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>. Door deze groteremate van equival<strong>en</strong>tie kan er e<strong>en</strong> groter beroep word<strong>en</strong> gedaan op het concur-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>r<strong>en</strong>tiemechanisme <strong>en</strong> het reputatiemechanisme. Verzekering<strong>en</strong> vereis<strong>en</strong> opzich ge<strong>en</strong> uitgebreide <strong>over</strong>heidsinterv<strong>en</strong>tie; zie de auto-, <strong>over</strong>lijd<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> brandverzekering<strong>en</strong>.Het publiek belang beperkt zich bij de wao tot:• selectie: slechte risico’s zijn onverzekerbaar vanwege hoge premies, wat vanuitverdelingsoogpunt niet aantrekkelijk is;• adverse selection: goede risico’s will<strong>en</strong> zich niet verzeker<strong>en</strong> om niet mee tehoev<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> voor slechte risico’s.In dit opzicht lijk<strong>en</strong> arbeidsongeschiktheidsverzekering<strong>en</strong> sterk op de gezondheidszorg.De contracteringsproblem<strong>en</strong> zijn in dit geval echter beperkter, omdater naast de verzekeraar <strong>en</strong> de verzekerde ge<strong>en</strong> zorgverl<strong>en</strong>er (wi<strong>en</strong>s activiteit<strong>en</strong>moeilijk te contracter<strong>en</strong> zijn) als derde partij is.102Net als de bijstand is de toelating tot de arbeidsongeschiktheidsuitkering gebaseerdop moeizaam verifieerbare informatie. Weliswaar is bij arbeidsongeschiktheidde kring van verzekerd<strong>en</strong> (premiebetal<strong>en</strong>de werknemers) <strong>en</strong> de hoogte vande aanspraak (afhankelijk van leeftijd, e<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage van het laatst verdi<strong>en</strong>deloon) e<strong>en</strong>duidiger gedefinieerd dan in de bijstand. Binn<strong>en</strong> de kring van verzekerd<strong>en</strong>is echter niet e<strong>en</strong>duidig gedefinieerd wie arbeidsongeschikt is <strong>en</strong> dus rechtheeft op e<strong>en</strong> uitkering. De keuringsbeslissing is moeilijk te contracter<strong>en</strong> omdatde informatie op grond waarvan de keuringsbeslissing plaatsvindt, moeilijk teobjectiver<strong>en</strong> is. Er is sprake van niet-verifieerbare informatie. Bepaalde procedureafsprak<strong>en</strong>zijn niet voldo<strong>en</strong>de om rechtsgelijkheid te garander<strong>en</strong>. Wel zijn decriteria voor de keuring e<strong>en</strong>duidiger gedefinieerd dan bij de toelatingsbeslissingtot de bijstand. Bij deze medische criteria lijkt residuele beslissingsmacht voorde politiek minder op zijn plaats dan bij de discretionaire beleidsruimte van deuitvoerders van de bijstand. De toelatingsbeslissing in de wao is meer medischdan politiek. Er zal dan ook e<strong>en</strong> groter beroep gedaan moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op deprofessionele beroepsethiek bij de wao dan bij de bijstand. Zonder voortdur<strong>en</strong>depolitieke interv<strong>en</strong>tie lijkt het e<strong>en</strong>voudiger om e<strong>en</strong> professionele cultuur op tebouw<strong>en</strong>.De bov<strong>en</strong>staande situatie maakt privatisering (<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie) aantrekkelijkerdan bij de bijstand, omdat er meer gebruik kan word<strong>en</strong> gemaakt van het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme(door de grotere equival<strong>en</strong>tie van premie <strong>en</strong> uitkering) <strong>en</strong>omdat de criteria voor de toelatingsbeslissing iets beter te contracter<strong>en</strong> zijn. 79Het <strong>publieke</strong> belang kan bij e<strong>en</strong> <strong>private</strong> uitvoering als volgt word<strong>en</strong> veiliggesteld.Iedere werknemer is verplicht verzekerd teg<strong>en</strong> bepaalde minimale polisvoorwaard<strong>en</strong>.Dit voorkomt averechtse selectie waarbij de goede risico’s onverzekerdblijv<strong>en</strong>.Wel blijft het probleem van selectie, waarbij verzekeringsmaatschappij<strong>en</strong> slechterisico’s alle<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> hoge premies verzeker<strong>en</strong>. Om selectie te voorkom<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>verzekeringsmaatschappij<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong> om contract<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zekerminimum aantal verzekerd<strong>en</strong> (verplichte pooling). Deze verzekeraars kunn<strong>en</strong> inprincipe zowel publiek als privaat zijn, mits er maar sprake is van concurr<strong>en</strong>tie.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Dit contract omvat alle werknemers van e<strong>en</strong> bedrijf. Waar bedrijv<strong>en</strong> minder danhet minimum aantal verzekerd<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, heeft e<strong>en</strong> aantal bedrijv<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong>contract. Toelating tot dit gezam<strong>en</strong>lijke contract gebeurt op basis van objectievecriteria, bijvoorbeeld de regio of de aard van het productieproces. Door dezeregels zijn goede risico’s verplicht meeverzekerd in e<strong>en</strong> groter geheel, waardoorde mogelijkhed<strong>en</strong> voor selectie word<strong>en</strong> ingeperkt. 80 Het nadeel van deze verplichtepooling is wel dat de transactiekost<strong>en</strong> om binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pool tot <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemmingte kom<strong>en</strong> <strong>over</strong> de keuze van e<strong>en</strong> efficiënte verzekeraar, to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt het binn<strong>en</strong> grotere pools moeilijker om free-rider gedrag tebestrijd<strong>en</strong> (omdat elk individu of individueel bedrijf niet direct wordt geconfronteerdmet de externe effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groter beroep op de pool). Zo blijft ere<strong>en</strong> spanningsveld bestaan tuss<strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van selectie (bij grote pools)<strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van moral hazard (bij kleine pools). Met andere woord<strong>en</strong>:er is e<strong>en</strong> afweging tuss<strong>en</strong> het <strong>publieke</strong> belang van herverdeling (het voorkom<strong>en</strong>van selectie) <strong>en</strong> dat van e<strong>en</strong> efficiënte uitvoering. E<strong>en</strong> ander mogelijk instrum<strong>en</strong>tom selectie teg<strong>en</strong> te gaan is e<strong>en</strong> residuele <strong>publieke</strong> verzekering voor deg<strong>en</strong><strong>en</strong>(waaronder vroeggehandicapt<strong>en</strong>) die niet teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> redelijke premie e<strong>en</strong> <strong>private</strong>verzekeraar kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>. Ook kan de <strong>over</strong>heid (op grond van verifieerbareinformatie) vouchers afgev<strong>en</strong> voor slechte risico’s, waardoor het voor verzekeringsmaatschappij<strong>en</strong><strong>en</strong> werkgevers aantrekkelijk wordt deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te verzeker<strong>en</strong>.De prijs van het <strong>publieke</strong> doel van herverdeling <strong>en</strong> de omvang van dekruissubsidies (r<strong>en</strong>ts) wordt zo transparant.103Hoe kan misbruik van niet-verifieerbare informatie in de keuringsprocedureword<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>? Hier speelt de waarde van reputaties in de concurr<strong>en</strong>tietuss<strong>en</strong> verzekeraars e<strong>en</strong> cruciale rol. Verzekeraars hebb<strong>en</strong> er belang bij hunreputatie als zijnde e<strong>en</strong> betrouwbare verzekeraar te handhav<strong>en</strong>, omdat die reputatiehun voornaamste wap<strong>en</strong> is in de strijd om nieuwe verzekeringscontract<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> paar blokjes televisiereclame gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aardige indruk hoe belangrijk ditwap<strong>en</strong> in de praktijk voor verzekeraars is. Meerdere maatschappij<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong>klant<strong>en</strong> te werv<strong>en</strong> op basis van hun soepele claimbeoordeling. Verzekerd<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>niet beoordel<strong>en</strong> of verzekeraars in individuele gevall<strong>en</strong> de keuringsbeslissingnem<strong>en</strong> conform (de int<strong>en</strong>tie van) het verzekeringscontract. Zij kunn<strong>en</strong> datechter wel voor e<strong>en</strong> grote groep verzekerd<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> (vgl. het toernooimodelin par. 2.2.3, waar ook op basis van gemiddeld<strong>en</strong> wordt geoordeeld).Verzekeraars kunn<strong>en</strong> het zich daarom niet veroorlov<strong>en</strong> zich te hardvochtig op testell<strong>en</strong> bij hun keuring<strong>en</strong>. 81 Ze kunn<strong>en</strong> de claims ook niet te soepel beoordel<strong>en</strong>om te voorkom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> te hoge premie hun marktpositie aantast. Verzekeraarszull<strong>en</strong> zich dan ook krachtig te weer stell<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te soepele keuringspraktijk.82 Concurr<strong>en</strong>tie is zo e<strong>en</strong> belangrijk instrum<strong>en</strong>t voor het b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> van nietverifieerbareinformatie t<strong>en</strong> behoeve van e<strong>en</strong> efficiënte verzekering.Concurr<strong>en</strong>tie is ook e<strong>en</strong> belangrijk mechanisme ter bevordering van de rechtsgelijkheid,rechtszekerheid <strong>en</strong> democratische legitimatie. Zo wordt democratischelegitimatie meer bereikt via de markt <strong>en</strong> minder via het formele politiekeproces. 83 Er hoeft minder te word<strong>en</strong> vertrouwd op formele procedures om de


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>burgers te bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de macht van exclusieve aanbieders. Het feit datklant<strong>en</strong> met de voet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong> (er is immers ge<strong>en</strong> exclusieve aanbiedermeer), versterkt de machtspositie van de verzekerd<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de verzekeraars.Dit vereist wel e<strong>en</strong> transparante markt waarin verzekerd<strong>en</strong> goed geïnformeerdzijn <strong>over</strong> het gedrag van verschill<strong>en</strong>de verzekeraars. Toezicht <strong>en</strong> zorgvuldigecontrole (door gebruikt te mak<strong>en</strong> van ict) kunn<strong>en</strong> hierbij e<strong>en</strong> belangrijkerol spel<strong>en</strong>, omdat ze het opbouw<strong>en</strong> van reputatie minder duur mak<strong>en</strong>.104Verzekeraars zull<strong>en</strong> hun informati<strong>en</strong>adeel moet<strong>en</strong> ondervang<strong>en</strong>. In zekere zin isdat opnieuw het principal-ag<strong>en</strong>tmodel uit paragraaf 2.2.2: er is e<strong>en</strong> afwegingtuss<strong>en</strong> de risicoaversie van de verzekerde <strong>en</strong> het moral-hazard gedrag. Zo kan deonderneming e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> risico word<strong>en</strong> opgelegd. Als de contracte<strong>en</strong>heid e<strong>en</strong><strong>en</strong>kel bedrijf is, is die noodzaak misschi<strong>en</strong> wat minder, omdat opportunistischgedrag wordt afgestraft met e<strong>en</strong> hogere verzekeringspremie in de volg<strong>en</strong>decontractperiode. Indi<strong>en</strong> het contract meerdere bedrijv<strong>en</strong> omvat om aan deminimumcontractomvang te voldo<strong>en</strong>, dan is e<strong>en</strong> dergelijk eig<strong>en</strong> risico echterzeker nodig om te voorkom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> individueel bedrijf zich opportunistischgedraagt t<strong>en</strong> laste van het collectief, door minder productieve werknemersarbeidsongeschikt te lat<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste van de verzekeringspremie voor dehele bedrijfstak. E<strong>en</strong> nadeel van het eig<strong>en</strong> risico is echter dat bedrijv<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>gaan selecter<strong>en</strong> aan de poort om zo hun risico te beperk<strong>en</strong>. Dit is de weer debek<strong>en</strong>de trade-off tuss<strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van selectie <strong>en</strong> moral hazard.Het privatiser<strong>en</strong> van de wao heeft ook belangrijke voordel<strong>en</strong> in de aanverwantesector van de arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing. De arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing kan geheel word<strong>en</strong><strong>over</strong>gedrag<strong>en</strong> aan de <strong>private</strong> verzekeraar zodat deze alle externe effect<strong>en</strong> internaliseert.Zo word<strong>en</strong> de contracteringsproblem<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze twee sector<strong>en</strong>verlicht. E<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander wordt hieronder bij voorbeeld 5 nader uitgewerkt.Aangezi<strong>en</strong> bij de arbeidsongeschiktheid substantiële winst wordt verwacht vane<strong>en</strong> grotere reïntegratie-inspanning, zou dit wel e<strong>en</strong>s het belangrijkste voordeelvan <strong>private</strong> uitvoering kunn<strong>en</strong> zijn.E<strong>en</strong> alternatieve manier om het <strong>publieke</strong> belang van rechtsgelijkheid te bereik<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> keuring. Het ontvlecht<strong>en</strong> van de keuring <strong>en</strong> de uitvoering resulteertechter in vele moeilijk contracteerbare externe effect<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> keuring <strong>en</strong>uitvoering (zie de discussie in par. 2.3.2 <strong>over</strong> connectedness <strong>en</strong> die in par. 2.3.5<strong>over</strong> informatie <strong>en</strong> verticale integratie; zie ook de discussie <strong>over</strong> bijstand hierbov<strong>en</strong>).Vanzelfsprek<strong>en</strong>d zijn er tal van alternatieve organisatiewijze mogelijk (zie bijv.Aarts <strong>en</strong> De Jong 1997) <strong>en</strong> sommige hiervan zull<strong>en</strong> ook redelijk optimaal zijn.De cruciale vrag<strong>en</strong> zijn met name hoe belangrijk selectie in de praktijk is <strong>en</strong> inhoeverre de hier voorgestelde regels dit ongew<strong>en</strong>ste proces wet<strong>en</strong> in te damm<strong>en</strong>.Hiernaast is van groot belang of de <strong>over</strong>heid (of: e<strong>en</strong> onafhankelijke toezichthouder)in staat is deze regels effectief te handhav<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Het is echter onmogelijk voor de <strong>over</strong>heid om rechtsgelijkheid af te dwing<strong>en</strong>door in ieder individueel geval e<strong>en</strong> beroepsprocedure op<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijkeprocedure biedt mogelijk wel e<strong>en</strong> negatieve garantie (de klager krijgt niette weinig), maar biedt per definitie ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele positieve garantie (de klagerkrijgt niet te veel). Naarmate de negatieve garantie harder is, wordt de positievegarantie zachter. Dit laatste is precies wat in Nederland voor 1992 is gebeurd.Marktgeoriënteerde oplossing<strong>en</strong>, waarbij concurr<strong>en</strong>tie wordt ingezet ommachtsmisbruik te voorkom<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> meer kans om niet-verifieerbare informatiebov<strong>en</strong> tafel te krijg<strong>en</strong>.Bij verschill<strong>en</strong>de organisatievorm<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> echter afweging<strong>en</strong> bestaan. Het isvaak moeilijk bepaalde <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> volledig te contracter<strong>en</strong>, zodat de<strong>over</strong>heid zich kan beperk<strong>en</strong> tot haar kerntak<strong>en</strong> (het definiër<strong>en</strong> van het <strong>publieke</strong>belang), vanwege incomplete <strong>en</strong> niet-verifieerbare informatie. Het alternatiefom deze <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> dan maar in de <strong>publieke</strong> sector zelf te waarborg<strong>en</strong>,is vaak ook niet zonder problem<strong>en</strong>. Het afsplits<strong>en</strong> van de moeilijke contracteerbare<strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> van de wel contracteerbare <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> resulteertvaak in contractproblem<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> deel van de uitvoering.Het geheel in de <strong>publieke</strong> sector houd<strong>en</strong> van de uitvoering (zonder concurr<strong>en</strong>tie)doodt meestal de creativiteit bij de uitvoering, vermindert de informatiedie door concurr<strong>en</strong>tie geg<strong>en</strong>ereerd kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong> leidt ertoe dat de <strong>over</strong>heidzich minder goed kan conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op haar kerntak<strong>en</strong>. De minder doelmatigeuitvoering komt ook de rechtszekerheid meestal niet t<strong>en</strong> goede (d<strong>en</strong>k aan dewao-perikel<strong>en</strong>). Aan alle drie alternatiev<strong>en</strong> klev<strong>en</strong> dus nadel<strong>en</strong>: volledige<strong>publieke</strong> uitvoering, ontvlecht<strong>en</strong> van publiek <strong>en</strong> <strong>private</strong> uitvoering, <strong>en</strong> volledigeprivatisering. Soortgelijke dilemma’s zull<strong>en</strong> we ook bij de Spoorweg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>.105Voorbeeld 4: WerkloosheidsverzekeringHet <strong>publieke</strong> belang van verzekering<strong>en</strong> voor werkloosheid verschilt van die voorarbeidsongeschiktheid. Selectie <strong>en</strong> adverse selection spel<strong>en</strong> in dit geval e<strong>en</strong> veelgeringere rol dan bij de wao. Er is echter sprake van gecorreleerd risico. De kans<strong>en</strong>op ontslag zijn gecorreleerd. Dit betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> verzekeraar slechts zeerbeperkt mogelijkhed<strong>en</strong> heeft om risico’s te verev<strong>en</strong><strong>en</strong>. In de praktijk is dit e<strong>en</strong>belangrijk argum<strong>en</strong>t voor e<strong>en</strong> verplichte verzekering, omdat e<strong>en</strong> stijging van hetschaderisico kan word<strong>en</strong> afgew<strong>en</strong>teld in e<strong>en</strong> hogere premie voor de thans verzekerd<strong>en</strong>.Met e<strong>en</strong> vrijwillige verzekering is dit niet goed mogelijk, om twee red<strong>en</strong><strong>en</strong>.T<strong>en</strong> eerste ontbreekt hiervoor de contractuele grondslag, zodat verzekeraarsnaar believ<strong>en</strong> premies zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verhog<strong>en</strong> of verlag<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede zull<strong>en</strong>verzekerd<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> schade hebb<strong>en</strong>, de neiging hebb<strong>en</strong> de verzekering op tezegg<strong>en</strong> zodra de premie omhoog gaat, waardoor de hogere last<strong>en</strong> nog moeilijkerzijn af te dekk<strong>en</strong>.Ook in de aard van contracteerbaarheidsproblem<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> eerste is de informatie die bij de toelating tot de ww wordt gebruikt,beter verifieerbaar dan die voor de wao. Keuring<strong>en</strong> zijn bij de ww onbek<strong>en</strong>d.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>De bek<strong>en</strong>de kreet “je lat<strong>en</strong> ontslaan” <strong>en</strong> de discussie <strong>over</strong> de gebrekkige controleerbaarheidvan de ev<strong>en</strong>redigheidsbepaling bij reorganisaties (de leeftijdsverdelingvan de ontslag<strong>en</strong><strong>en</strong> moet e<strong>en</strong> afspiegeling zijn van die in het werknemersbestand)lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat dit onderscheid meer e<strong>en</strong> kwestie van gradatie is.Zeker wanneer het aankomt op het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van sancties weg<strong>en</strong>s gebrek aanzoekactiviteit, is de verifieerbaarheid van de geconstateerde <strong>over</strong>treding zeerbeperkt.De contracteerbaarheidsproblem<strong>en</strong> in de ww zijn ook fundam<strong>en</strong>teel verschill<strong>en</strong>dvan die in de bijstand. In de ww is sprake van redelijk verifieerbare informatiegebaseerd op het arbeidsverled<strong>en</strong> van de uitkeringsontvanger. In de bijstandis die informatie niet beschikbaar.106In de praktijk is de organisatie van werkloosheidsverzekering e<strong>en</strong> nog niet volledigopgelost probleem. Er bestaan in de wereld sterk uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de instituties;d<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan de verschill<strong>en</strong> in differ<strong>en</strong>tiatie van werkloosheidspremiesin diverse land<strong>en</strong>. Op het eerste gezicht zijn er sterke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om deze verzekeringin collectieve hand<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. Er is immers slechts e<strong>en</strong> beperktinformatieprobleem, zodat markt <strong>en</strong> hiërarchie equival<strong>en</strong>t zijn. De beperktemogelijkhed<strong>en</strong> van risic<strong>over</strong>ev<strong>en</strong>ing pleit<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s voor <strong>publieke</strong> uitvoering.Er zijn twee bezwar<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> deze red<strong>en</strong>ering:• <strong>publieke</strong> uitvoering leidt niet tot prikkels voor efficiënte uitvoering;het gewicht van dit argum<strong>en</strong>t is echter slechts beperkt, omdat de uitvoeringskost<strong>en</strong>slechts e<strong>en</strong> klein deel van het totale budget uitmak<strong>en</strong>;• (waarschijnlijk belangrijker) afhankelijk van de organisatie van de arbeidsongeschiktheidsverzekering,dreigt er afw<strong>en</strong>teling van arbeidsongeschiktheidsrisico’sdoor <strong>private</strong> verzekeraars op de <strong>publieke</strong> werkloosheidsverzekering.Voorbeeld 5: Arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing/arbeidsmarktscholingTot slot van deze paragraaf besprek<strong>en</strong> wij de arbeidsbureaus. Overal in de wereldis de effectiviteit van dergelijke instanties beperkt. Er is bewijsmateriaal dat hetsanctiewap<strong>en</strong> het voornaamste wap<strong>en</strong> is waar<strong>over</strong> deze bureaus beschikk<strong>en</strong>.Verplichte sollicitatietraining<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vaak meer effect vanwege hun verplichtekarakter dan vanwege de verbetering van de sollicitatievaardigheid. We lat<strong>en</strong>deze discussie hier ev<strong>en</strong> rust<strong>en</strong> <strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> dat training<strong>en</strong> <strong>en</strong>ig effect sorter<strong>en</strong>.Het <strong>publieke</strong> belang bij arbeidsbureaus is tweeërlei:• herverdeling: e<strong>en</strong> arbeidsbureau beoogt de arbeidsmarktkans<strong>en</strong> van zwakkeregroep<strong>en</strong> te verbeter<strong>en</strong> <strong>en</strong> is dus e<strong>en</strong> herverdelingsprogramma; voorz<strong>over</strong> dewerkloze het als zijn/haar belang ziet om te word<strong>en</strong> getraind (zoals de eerderediscussie laat zi<strong>en</strong>, is dit allerminst vanzelfsprek<strong>en</strong>d), ontvangt de werklozemiddels e<strong>en</strong> training e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>t;• externe effect<strong>en</strong>/besparing op de uitkering: iedere uitkeringsontvanger die aanhet werk wordt geholp<strong>en</strong>, leidt tot e<strong>en</strong> besparing op de totale uitkeringssom.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Bij de realisatie van die <strong>publieke</strong> belang do<strong>en</strong> zich twee problem<strong>en</strong> van contracteerbaarheidvoor:• asymmetrische informatie/cream skimming: het arbeidsbureau kan altijdbeter dan de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid beoordel<strong>en</strong> voor wie training wel <strong>en</strong> voor wiehet ge<strong>en</strong> zin heeft. Het heeft er echter belang bij om dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> te train<strong>en</strong> dieook uit zichzelf al e<strong>en</strong> baan zoud<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>, omdat het bijvoorbeeld leukerem<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn of omdat aldus de effectiviteit van de training<strong>en</strong> schijnbaar to<strong>en</strong>eemt;• niet-verifieerbaarheid/doelincompleetheid: het doel van arbeidsbureaus isniet altijd nauwkeurig omschrev<strong>en</strong>; de politiek heeft de neiging zo nu <strong>en</strong> danspecifieke doelgroep<strong>en</strong> (vrouw<strong>en</strong>, jonger<strong>en</strong>, migrant<strong>en</strong>, ouder<strong>en</strong>) hoog op deag<strong>en</strong>da te plaats<strong>en</strong>; de informatie van arbeidsbureaus aan de <strong>over</strong>heid <strong>over</strong>hun prestaties is niet-verifieerbaar.Ook hier zijn tal van oplossing<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar:1 Volledige uitbesteding aan <strong>private</strong> uitz<strong>en</strong>dbureaus.De eerste mogelijkheid is arbeidsmarktscholing geheel uit te bested<strong>en</strong> aan<strong>private</strong> uitz<strong>en</strong>dbureaus. Om het herverdelingsaspect te bereik<strong>en</strong> wordt debemiddeling van specifieke groep<strong>en</strong> gesubsidieerd. In het geval het externeeffect van de bespaarde uitkering<strong>en</strong> het voornaamste motief is, dan is e<strong>en</strong> zeerhandzame vorm om het uitz<strong>en</strong>dbureau het recht te gev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> deel van debespaarde uitkeringslast<strong>en</strong>. Deze oplossing heeft als voordeel dat uitz<strong>en</strong>dbureausmaximale inc<strong>en</strong>tives krijg<strong>en</strong> om kost<strong>en</strong>efficiënt te werk<strong>en</strong>, zowel inde verdeling van geld <strong>en</strong> aandacht <strong>over</strong> de verschill<strong>en</strong>de werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> als inde organisatie van de training <strong>en</strong> bemiddeling.Het is echter zeer de vraag of deze bureaus alle<strong>en</strong> via dergelijke mechanism<strong>en</strong>effectief kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangestuurd. Allereerst is het bezwaar van creamskimming niet ondervang<strong>en</strong>. Door e<strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dbureau recht te gev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong>deel van de bespaarde uitkeringslast<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zij weliswaar ‘theoretisch’(d.w.z. bij symmetrische informatie) de juiste prikkel, maar niet in de praktijk.De verwachte uitkeringslast<strong>en</strong> zonder actie van het uitz<strong>en</strong>dbureau zijnimmers onbek<strong>en</strong>d. Het uitz<strong>en</strong>dbureau kan vermoedelijk veel beter beoordel<strong>en</strong>wie wel <strong>en</strong> wie ge<strong>en</strong> kans maakt om weer aan de slag te kom<strong>en</strong>, dan de<strong>over</strong>heidsambt<strong>en</strong>aar die de besparing op de uitkeringslast<strong>en</strong> moet vaststell<strong>en</strong>.Het bureau heeft dus ruimschoots de mogelijkheid om de makkelijkst bemiddelbarete bemiddel<strong>en</strong> <strong>en</strong> toch vorstelijk gecomp<strong>en</strong>seerd te word<strong>en</strong>. Er is zelfse<strong>en</strong> reëel risico van corruptie: e<strong>en</strong> werkzoek<strong>en</strong>de die net op eig<strong>en</strong> kracht e<strong>en</strong>baan heeft gevond<strong>en</strong>, sluit e<strong>en</strong> deal met e<strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dbureau.2 Maatstafconcurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> arbeidsbureaus.E<strong>en</strong> andere mogelijkheid is gebruik te mak<strong>en</strong> van maatstafconcurr<strong>en</strong>tie,min of meer vergelijkbaar met de wijze waarop dit besprok<strong>en</strong> is bij de studiebeurz<strong>en</strong>:laat <strong>publieke</strong> arbeidsbureaus in verschill<strong>en</strong>de regio’s met elkaarconcurrer<strong>en</strong>, vergelijkbaar met de ideeën die zijn besprok<strong>en</strong> bij de studiefinanciering.Ieder bureau wordt gefinancierd op basis van het aantal bemiddeling<strong>en</strong>,gecorrigeerd voor de omstandighed<strong>en</strong> op de lokale arbeidsmarkt <strong>en</strong>107


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>voor de aard van de bemiddeling, afhankelijk van leeftijd, geslacht, opleiding<strong>en</strong> herkomst (vergelijkbaar met de verwachte uitkeringslast bij organisatiewijze1).Arbeidsbureaus die geld <strong>over</strong> houd<strong>en</strong> doordat zij het goed do<strong>en</strong>, breid<strong>en</strong> zichuit door de <strong>over</strong>schott<strong>en</strong> te invester<strong>en</strong> in capaciteitsuitbreiding; bureaus diehet slecht do<strong>en</strong>, verliez<strong>en</strong> marktaandeel. Misschi<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> zekere <strong>over</strong>lapvan regio’s word<strong>en</strong> toegestaan, om te voorkom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> succesvol bureauzich louter op e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> regio kan richt<strong>en</strong>. Uiteindelijk heeft de c<strong>en</strong>trale organisatiehet recht om niet-succesvolle directeur<strong>en</strong> te vervang<strong>en</strong>. Dit laatstewap<strong>en</strong> is ook e<strong>en</strong> middel teg<strong>en</strong> doelincompleetheid: de directeur weet dat hijzich uiteindelijk heeft te conformer<strong>en</strong> aan politieke prioriteit<strong>en</strong>, ook al kunn<strong>en</strong>die niet precies word<strong>en</strong> vastgelegd in contract<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> directeur die zijnarbeidsbureau groot maakt door extreme vorm<strong>en</strong> van cream skimming, kantot de orde word<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong>.108De keuze tuss<strong>en</strong> beide alternatiev<strong>en</strong> wordt bepaald door e<strong>en</strong> afweging van devoor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong>. Het voordeel van het <strong>publieke</strong> systeem met maatstafconcurr<strong>en</strong>tieis dat het minder vatbaar is voor opportunistisch gedrag of creamskimming: <strong>over</strong>schott<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> voor nog meer bemiddeling,ze gaan niet naar de winst. De prikkels in het uitz<strong>en</strong>dbureausysteem zijn testerk, gegev<strong>en</strong> de zeer gebrekkig informatie <strong>over</strong> de feitelijke interv<strong>en</strong>ties vande arbeidsbureaus. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> houdt de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> ultiem recht om in te grijp<strong>en</strong>t<strong>en</strong> behoeve van niet-contracteerbare <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>.Het nadeel van dit systeem is echter dat het zeer moeilijk zal blijk<strong>en</strong> voorde <strong>over</strong>heid zich eraan te committer<strong>en</strong> zich niet te bemoei<strong>en</strong> met het managem<strong>en</strong>tvan de arbeidsbureaus. Bemoeizucht leidt tot het hold-upprobleem:het ondergraaft de inc<strong>en</strong>tives voor directeur<strong>en</strong> om de arbeidsbureaus efficiëntte organiser<strong>en</strong>, omdat inc<strong>en</strong>tives met aanwijzing<strong>en</strong> ongedaan word<strong>en</strong> gemaakt(zie par. 2.3.3). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vereist discretionair ingrijp<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid democratischelegitimatie, wat bij gebrek aan verifieerbare informatie leidt tot legalistischin plaats van discretionair ingrijp<strong>en</strong>.3 Overdracht aan de <strong>private</strong> verzekeraar.Stel dat de bemoei<strong>en</strong>is met arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing niet zozeer het doel van herverdelingmaar vooral dat van externe effect<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t. In dit geval is er e<strong>en</strong> zeere<strong>en</strong>voudige oplossing mogelijk, indi<strong>en</strong> de sociale verzekering wordt uitgevoerddoor <strong>private</strong> verzekeraars, zoals bij arbeidsongeschiktheid goed mogelijk is.De verantwoordelijkheid voor de arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing kan geheel word<strong>en</strong><strong>over</strong>gedrag<strong>en</strong> aan deze verzekeraars. Zij hebb<strong>en</strong> de juist prikkels om viatraining <strong>en</strong> bemiddeling uitkeringsontvangers weer aan het werk te help<strong>en</strong>(‘de externe effect<strong>en</strong> zijn geïnternaliseerd’). Er is ge<strong>en</strong> apart <strong>over</strong>heidsbudgetvoor arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing meer nodig, verzekeraars verwerk<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> vande training<strong>en</strong> in hun premies <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> door concurr<strong>en</strong>tie word<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong>e<strong>en</strong> efficiënt niveau van training<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong> (de laatste guld<strong>en</strong> besteed aantraining levert precies e<strong>en</strong> guld<strong>en</strong> besparing aan uitkeringslast<strong>en</strong>).


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>De problem<strong>en</strong> van niet-verifieerbaarheid <strong>en</strong> asymmetrische informatie zijn metdeze constructie vanzelfsprek<strong>en</strong>d niet verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> maar verplaatst naar de <strong>private</strong>verzekeraar. De <strong>private</strong> verzekeraar heeft echter meer mogelijkhed<strong>en</strong> omdeze problem<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>, omdat zij kunn<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>traliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> omdat zijge<strong>en</strong> noodzaak hebb<strong>en</strong> tot democratische legitimatie, aangezi<strong>en</strong> hun activiteit<strong>en</strong>zijn gebond<strong>en</strong> aan concurr<strong>en</strong>tie. Hierdoor word<strong>en</strong> de contracteringsproblem<strong>en</strong>verzacht <strong>en</strong> kan de verzekeraar ook niet-verifieerbare informatie gebruik<strong>en</strong>.Behalve in het geval sociale verzekering<strong>en</strong> geheel privaat kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd,is de optimale organisatiewijze voor arbeidsmarkttraining<strong>en</strong> alles behalvee<strong>en</strong>duidig. Over de eerst besprok<strong>en</strong> oplossing do<strong>en</strong> tal van succesverhal<strong>en</strong> deronde. Op grond van de bov<strong>en</strong>staande argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wij echter onzebed<strong>en</strong>king<strong>en</strong>. Dit systeem werkt vermoedelijk uitstek<strong>en</strong>d zolang de doelgroepzo gedefinieerd wordt dat niemand meer zonder hulp of sanctie aan de slag komt(bijv.: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die langer dan 2 jaar in de bijstand zitt<strong>en</strong>). Zodra de doelgroepwordt opgerekt <strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel ook makkelijk bemiddelbare cliënt<strong>en</strong> gaat omvatt<strong>en</strong>,word<strong>en</strong> de prikkels voor cream skimming in e<strong>en</strong> privaat systeem groot.Ze leid<strong>en</strong> dan tot het type ontwijkgedrag dat is besprok<strong>en</strong> bij het multipleprincipal-ag<strong>en</strong>tmodel (zie par. 2.2.2: als arbeidsbureaus strikt word<strong>en</strong> afgerek<strong>en</strong>dop succesvolle bemiddeling<strong>en</strong>, dan wordt alle<strong>en</strong> nog maar <strong>en</strong>ergie gestok<strong>en</strong> inm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die uit zichzelf ook wel aan de slag zoud<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>).1092.4.4 <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> infrastructuurIn deze paragraaf wordt e<strong>en</strong> aantal voorbeeld<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> waarin <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>ismede wordt gemotiveerd vanuit het bestaan van e<strong>en</strong> natuurlijkmonopolie: de Spoorweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> telefonie.Voorbeeld 1: Spoorweg<strong>en</strong>Het <strong>publieke</strong> belang bij de Spoorweg<strong>en</strong> omvat de volg<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:• natuurlijk monopolie: er zijn substantiële vaste verzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> voor deaanleg van het spoorwegnet. Deze specifieke investering<strong>en</strong> in fysiek kapitaalresulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> niet-betwistbare markt. Het natuurlijk monopolie dat hierdoorontstaat g<strong>en</strong>ereert negatieve externe effect<strong>en</strong>; 84• externe effect<strong>en</strong> mobiliteit: zolang het gebruik van wegcapaciteit (vanwegetechnische 85 <strong>en</strong>/of politieke red<strong>en</strong><strong>en</strong><strong>en</strong>) moeilijk rechtstreeks kan word<strong>en</strong>geprijsd, g<strong>en</strong>ereert iedere automobilist die verleid kan word<strong>en</strong> met de trein tereiz<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> extern effect op de <strong>over</strong>ige automobilist<strong>en</strong>. Dit argum<strong>en</strong>t geldtmet name in de spitsur<strong>en</strong>;• selectie: de Spoorweg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> prikkel om alle<strong>en</strong> de commercieel aantrekkelijke,druk bereisde traject<strong>en</strong> te bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hierdoor word<strong>en</strong> regio’sbuit<strong>en</strong> de Randstand b<strong>en</strong>adeeld;• herverdeling: het op<strong>en</strong>baar vervoer di<strong>en</strong>t voor iedere<strong>en</strong> toegankelijk te zijnteg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatief lage prijs (sociale doelstelling). Iedere burger heeft recht opdeze basisvoorzi<strong>en</strong>ing, onafhankelijk van maatschappelijke of geografischepositie.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Trade-off politiek primaat <strong>en</strong> doelmatige productie...De Spoorweg<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> goed voorbeeld van het spanningsveld tuss<strong>en</strong> het politiekprimaat <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doelmatige productie, zoals beschrev<strong>en</strong> in paragraaf 2.3.3.Enerzijds is er de w<strong>en</strong>s om meer residuele beslissingsmacht neer te legg<strong>en</strong> bij deSpoorweg<strong>en</strong>. De grotere ondernemersvrijheid als gevolg van minder <strong>over</strong>heidsinm<strong>en</strong>gingin de beleidsvoering moet leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> cultuurverandering gerichtop e<strong>en</strong> grotere doelmatigheid <strong>en</strong> klantgerichtheid. Anderzijds is de politiek erhuiverig voor te veel residuele zegg<strong>en</strong>schap uit hand<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong>, omdat zij bangis onvoldo<strong>en</strong>de flexibiliteit te behoud<strong>en</strong> bij het hanter<strong>en</strong> van instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inhet mobiliteitsbeleid <strong>en</strong> het sociale beleid.110...vanwege specifieke investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> contracteringsproblem<strong>en</strong>Het principe van de schaarse macht speelt vooral bij de Spoorweg<strong>en</strong> vanwege dekarakteristiek<strong>en</strong> van het productieproces <strong>en</strong> de aard van de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>.De vele specifieke investering<strong>en</strong> (in zowel fysiek als m<strong>en</strong>selijk kapitaal) implicer<strong>en</strong>e<strong>en</strong> belangrijk hold-upprobleem dat moeilijk contractueel of via concurr<strong>en</strong>tiekan word<strong>en</strong> opgelost. Omdat contract<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de bescherming bied<strong>en</strong>,zal de partij zonder residuele beslissingsbevoegdheid altijd kwetsbaar zijn.De <strong>over</strong>heid is kwetsbaar...E<strong>en</strong> contract op de output, waarbij de Spoorweg<strong>en</strong> residuele beslissingsbevoegdheidkrijg<strong>en</strong>, plaatst de politiek in e<strong>en</strong> kwetsbare positie omdat het mobiliteitsbeleide<strong>en</strong> politiek gevoelig onderwerp is in e<strong>en</strong> dynamische omgeving metmoeilijk te anticiper<strong>en</strong> externe effect<strong>en</strong>. Het is dus moeilijk voor de politiek zichte committer<strong>en</strong> aan contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo de democratische legitimatie te beperk<strong>en</strong>tot het mom<strong>en</strong>t waarop de contract<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong>. Zo houdt de politiekebemoei<strong>en</strong>is <strong>over</strong> de tariefstelling van de spoorweg<strong>en</strong> aan, ondanks eerdere contractuele<strong>over</strong>e<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> waarin de Spoorweg<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>schap kreg<strong>en</strong> <strong>over</strong> dezezak<strong>en</strong>....of de Spoorweg<strong>en</strong> zijn kwetsbaar...E<strong>en</strong> contract op de verifieerbare input, waarbij de politiek aan de knopp<strong>en</strong> blijftzitt<strong>en</strong>, vermindert de prikkels voor niet-contracteerbare investering<strong>en</strong> in m<strong>en</strong>selijkkapitaal, ondernemerschap <strong>en</strong> innovativiteit bij de Spoorweg<strong>en</strong>. Zo maaktde voortdur<strong>en</strong>de politieke bemoei<strong>en</strong>is met de verhouding tuss<strong>en</strong> spits- <strong>en</strong> daltariev<strong>en</strong>e<strong>en</strong> doelmatige bedrijfsvoering moeilijk. Dit geeft aan dat er vaak e<strong>en</strong>spanning is tuss<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de democratische legitimatie via het politieke proces<strong>en</strong> het bied<strong>en</strong> van rechtszekerheid aan de uitvoerder van de <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>....zodat macht kostbaar isDe politiek zit gevang<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s om <strong>en</strong>erzijds politieke flexibiliteit tebehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds te bezuinig<strong>en</strong> op de Spoorweg<strong>en</strong>. Harde politieke keuz<strong>en</strong>zijn onontkoombaar. Residuele politieke zegg<strong>en</strong>schap is e<strong>en</strong> schaars goed,waarvoor betaald moet word<strong>en</strong> (in term<strong>en</strong> van minder doelmatigheid <strong>en</strong> dusminder bezuiniging<strong>en</strong>). 86


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Trade-off: profiter<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>trale informatie versus internaliser<strong>en</strong>onvoorzi<strong>en</strong>e effect<strong>en</strong>De Spoorweg<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> illustratie van de trade-offs geïd<strong>en</strong>tificeerd inparagraaf 2.3.2. Wanneer de zegg<strong>en</strong>schap aan de Spoorweg<strong>en</strong> wordt gedelegeerd,kan word<strong>en</strong> geprofiteerd van de extra specifieke informatie die daar beschikbaaris. E<strong>en</strong> nadeel van het deleger<strong>en</strong> van zegg<strong>en</strong>schap aan de Spoorweg<strong>en</strong> is dat deonderhandelingskost<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> bij het internaliser<strong>en</strong> van onvoorzi<strong>en</strong>e externeeffect<strong>en</strong> in complexe contract<strong>en</strong>.Influ<strong>en</strong>ce costs <strong>en</strong> het prijskaartje van politieke interv<strong>en</strong>tieVerder vermindert de verminderde zegg<strong>en</strong>schap voor de <strong>over</strong>heid de influ<strong>en</strong>cecosts gericht op het via het politieke proces binn<strong>en</strong> hal<strong>en</strong> van r<strong>en</strong>ts. De Spoorweg<strong>en</strong>word<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘gewoon’ bedrijf <strong>en</strong> zijn niet langer het speeltje van de politiek.Politieke interv<strong>en</strong>tie wordt ook minder aantrekkelijker, omdat kost<strong>en</strong> vanpolitieke interv<strong>en</strong>tie duidelijker zichtbaar word<strong>en</strong>; de <strong>over</strong>heid di<strong>en</strong>t voor haarw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> direct te betal<strong>en</strong> in de vorm van contract<strong>en</strong> met de Spoorweg<strong>en</strong>.Zo wordt ook het prijskaartje van kruissubsidies gericht op sociale (of regionale)doelstelling<strong>en</strong> duidelijker zichtbaar. Of dit als e<strong>en</strong> nadeel moet word<strong>en</strong>beschouwd, hangt af van ideologische voorkeur<strong>en</strong>. Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die e<strong>en</strong> activistische<strong>over</strong>heid voorstaan <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote waarde hecht<strong>en</strong> aan het politieke primaat,zull<strong>en</strong> het niet waarder<strong>en</strong> dat het prijskaartje van dit activisme direct bijgeleverdwordt. Hetzelfde geldt voor deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die profiter<strong>en</strong> van kruissubsidies, die bijcontract<strong>en</strong> duidelijker zichtbaar word<strong>en</strong>.111Concurr<strong>en</strong>tie als extra sturingsinstrum<strong>en</strong>t...E<strong>en</strong> manier om deze trade-offs te verzacht<strong>en</strong> is het introducer<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tieop of om het spoor. Dit impliceert dat de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> extra instrum<strong>en</strong>tgebruikt om de macht van de Spoorweg<strong>en</strong> te discipliner<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong>reputatie-effect<strong>en</strong> belangrijk (zie par. 2.3.6). Spoorwegmaatschappij<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>zich eerder houd<strong>en</strong> aan impliciete contract<strong>en</strong>, omdat reputatie waardevol wordtin e<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de omgeving....is alle<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de...Hierbij do<strong>en</strong> zich twee complicaties voor. In de eerste plaats blijv<strong>en</strong> naast concurr<strong>en</strong>tieandere instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nodig wanneer het particuliere belang nietsam<strong>en</strong>valt met het <strong>publieke</strong> belang. De sociale doelstelling van e<strong>en</strong> lage prijsvoor vervoer kan word<strong>en</strong> bereikt door product<strong>en</strong>subsidies (‘objectsubsidies’)aan vervoerders. 87 Verder kan m<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van het sociale <strong>en</strong> mobiliteitsbeleidde tariev<strong>en</strong> reguler<strong>en</strong> door ze vast te legg<strong>en</strong> in langjarige contract<strong>en</strong>.De <strong>over</strong>heid blijft bij het contracter<strong>en</strong> van dit <strong>publieke</strong> belang geconfronteerdword<strong>en</strong> met de hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> afweging<strong>en</strong> omdat het <strong>publieke</strong> belangvanwege incompleetheid van <strong>publieke</strong> doel<strong>en</strong> vaak moeilijk contracteerbaar is.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>...<strong>en</strong> moeilijk te bereik<strong>en</strong>...E<strong>en</strong> tweede complicatie is dat concurr<strong>en</strong>tie moeilijk te bereik<strong>en</strong> is vanwege despecifieke karakteristiek<strong>en</strong> van het productieproces bij de Spoorweg<strong>en</strong>.De Spoorweg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> namelijk gebruik van specifieke kapitaalgoeder<strong>en</strong> diebov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> sterk complem<strong>en</strong>tair zijn....door ontvlechting infrastructuur <strong>en</strong> exploitatie...Om concurr<strong>en</strong>tie in de exploitatie te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> met het natuurlijk monopolie ophet kapitaalint<strong>en</strong>sieve netwerk (de infrastructuur is niet betwistbaar omdat dekost<strong>en</strong> verzonk<strong>en</strong> zijn vanwege het specifieke karakter van het kapitaal) wordtwel voorgesteld exploitatie <strong>en</strong> infrastructuur te ontvlecht<strong>en</strong>.112...met <strong>publieke</strong> infrastructuur...De infrastructuur zou dan het beste in <strong>publieke</strong> hand<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>, ook alomdat de <strong>over</strong>heid via haar ruimtelijkeord<strong>en</strong>ingsbeleid <strong>en</strong> mobiliteitsbeleid e<strong>en</strong>grote invloed heeft op de waarde van de infrastructuur. De ‘verstatelijking’ van deinfrastructuur is consist<strong>en</strong>t met het principe dat de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> voor fysiekekapitaalgoeder<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> toegedeeld aan de partij die de risico’s vane<strong>en</strong> waardeverandering van deze goeder<strong>en</strong> het beste kan beheers<strong>en</strong> (zie par. 2.3.4)....<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie op het spoor...Om concurr<strong>en</strong>tie op het spoor mogelijk te mak<strong>en</strong> zou ook binn<strong>en</strong> de exploitatieontvlechting moet<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>; de ns zou in feite gesplitst word<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>deexploitatiemaatschappij<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke ontvlechtingsoperatie resulteertechter in de nodige contracteringsproblem<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de onafhankelijkemaatschappij<strong>en</strong> (zie de discussie <strong>over</strong> connectedness in par. 2.3.2). De contracteringsproblem<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de exploitatiebedrijv<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> deverdeling van spoorcapaciteit, de onderlinge uitwisselbaarheid van kaartjes, <strong>en</strong>de aansluiting<strong>en</strong>. De transactiekost<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie op het spoor duur....of concurr<strong>en</strong>tie om het spoor...E<strong>en</strong> alternatief is concurr<strong>en</strong>tie om het spoor, waarbij exclusieve recht<strong>en</strong>(e<strong>en</strong> concessie) word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d aan e<strong>en</strong> exploitant voor e<strong>en</strong> bepaalde periode(zie par. 2.2.4 <strong>en</strong> par. 2.3.3). Dit voorkomt de contracteringsproblem<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>verschill<strong>en</strong>de exploitant<strong>en</strong>. Ook hier do<strong>en</strong> zich echter contracteringsproblem<strong>en</strong>voor. Investering<strong>en</strong> in materieel <strong>en</strong> infrastructuur zijn namelijk complem<strong>en</strong>tair.Complem<strong>en</strong>taire investering<strong>en</strong> in kapitaalgoeder<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> hold-upproblem<strong>en</strong>die alle<strong>en</strong> door complexe contract<strong>en</strong> zijn op te loss<strong>en</strong> (zie par. 2.3.3).Exploitatie <strong>en</strong> investering<strong>en</strong> in infrastructuur zijn nu e<strong>en</strong>maal zeer nauw metelkaar verbond<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn er substantiële externaliteit<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> exploitatie<strong>en</strong> infrastructuur: stations zijn zeer aantrekkelijke locaties voor zowel kantor<strong>en</strong>als woning<strong>en</strong>. Ook ontvlechtingsoperaties gericht op concurr<strong>en</strong>tie om hetspoor, zijn dus duur. T<strong>en</strong> slotte lijkt het moeilijk om effectieve concurr<strong>en</strong>tie omhet spoor te bereik<strong>en</strong> omdat de huidige exploitant de nodige concurr<strong>en</strong>tievoordel<strong>en</strong>bezit vanwege haar specifieke investering<strong>en</strong>, die complem<strong>en</strong>tair zijn metde infrastructuur.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>...of ontvlechting binn<strong>en</strong> exploitatieE<strong>en</strong> andere mogelijkheid is het kapitaalint<strong>en</strong>sieve deel van de exploitatie tescheid<strong>en</strong> van het deel dat veel moeilijk contracteerbare m<strong>en</strong>selijke input b<strong>en</strong>ut.Zo zou het materieel in e<strong>en</strong> apart bedrijf kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ondergebracht.Ook hier do<strong>en</strong> zich echter de nodige contracteringsproblem<strong>en</strong> voor omdat dem<strong>en</strong>selijke input (via onderhoud) e<strong>en</strong> grote invloed heeft op de waarde van hetmaterieel (zie ook de discussie in par. 2.3.4). De macht <strong>over</strong> het materieel is dusschaars; zowel de infrastructuur als de exploitatie hebb<strong>en</strong> grote invloed op dewaarde ervan.Trade-offsDe ontvlechtingsoperaties hebb<strong>en</strong> zeker voordel<strong>en</strong>. Door beslissingsmacht tedeleger<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sterkere prikkels voor niet-contracteerbare m<strong>en</strong>selijke inputgeg<strong>en</strong>ereerd (zie par. 2.3.3). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ereert concurr<strong>en</strong>tie informatie <strong>over</strong>opportunistisch gedrag van aanbieders (zie par. 2.2.4). Hier staat teg<strong>en</strong><strong>over</strong> datde complem<strong>en</strong>tariteit van specifieke kapitaalgoeder<strong>en</strong> aanleiding gev<strong>en</strong> tothold-upproblem<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de onafhankelijke marktpartij<strong>en</strong>. Het ismogelijk dat al dit soort hold-upeffect<strong>en</strong> effectief contracteerbaar zijn, maar danalle<strong>en</strong> op basis van geleidelijk opgebouwde ervaring. In de tuss<strong>en</strong>tijd blijftmacht e<strong>en</strong> schaars goed.113Zonder concurr<strong>en</strong>tie wordt contracter<strong>en</strong> kwaliteit belangrijk...Zonder effectieve concurr<strong>en</strong>tie wordt het belangrijker bepaalde aspect<strong>en</strong> van de<strong>publieke</strong> doel<strong>en</strong> preciezer te contracter<strong>en</strong> (zie Hart et al. 1997). Het gaat hierbijvooral om de kwaliteit van het product. Concurr<strong>en</strong>tie dwingt deze kwaliteitvanzelf af, maar zonder concurr<strong>en</strong>tie di<strong>en</strong>t dit precies te word<strong>en</strong> vastgelegd inprestatiecontract<strong>en</strong>. Ook kan zonder concurr<strong>en</strong>tie niet verwacht word<strong>en</strong> dat deaanbieder zich houdt aan impliciete contract<strong>en</strong>, omdat de <strong>over</strong>heid niet naaralternatieve aanbieders kan uitwijk<strong>en</strong> als de Spoorweg<strong>en</strong> zich niet aan het contracthoud<strong>en</strong>. Dit impliceert dat het belangrijker wordt de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong>van de Spoorweg<strong>en</strong> formeel vast te legg<strong>en</strong> in prestatiecontract<strong>en</strong>. Zo resulteertprivatisering in herregulering....maar Spoorweg<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie...Zoals bij de beschrijving van de <strong>publieke</strong> doel<strong>en</strong> reeds is aangegev<strong>en</strong>, heeft hetargum<strong>en</strong>t van natuurlijke monopolie slechts beperkte geldigheid vanwege deconcurr<strong>en</strong>tie met andere vervoermiddel<strong>en</strong>. De relevante markt strekt zich dusverder uit dan de Spoorweg<strong>en</strong>. Ondanks hun monopoliemacht zijn deSpoorweg<strong>en</strong> niet in staat geweest winst te mak<strong>en</strong>. Dit argum<strong>en</strong>t suggereert dat deontvlechting tuss<strong>en</strong> infrastructuur <strong>en</strong> exploitatie niet nodig is. De Spoorweg<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> dan in hun geheel word<strong>en</strong> geprivatiseerd, waarbij de Spoorweg<strong>en</strong> debevoegdheid krijg<strong>en</strong> <strong>over</strong> zowel infrastructuur als exploitatie. Via het Coaseprincipe(e<strong>en</strong> bedrijf zoekt uit zichzelf naar de meeste efficiënte coördinatievorm)wordt dan vanzelf duidelijk in hoeverre (del<strong>en</strong> van) de exploitatie viauit- of aanbesteding kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> georganiseerd.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>...terwijl sturing door <strong>over</strong>heid mogelijk blijft via NMA...De <strong>over</strong>heid houdt langs e<strong>en</strong> aantal kanal<strong>en</strong> invloed op de Spoorweg<strong>en</strong>, zij hetdat de residuele bevoegdhed<strong>en</strong> minder groot zijn dan bij e<strong>en</strong> staatsbedrijf.T<strong>en</strong> eerste di<strong>en</strong>t de Nederlandse Mededingingsautoriteit (nma) toezicht te houd<strong>en</strong>op het misbruik van monopoliemacht. De <strong>over</strong>heid wordt van uitvoerdervan het productieproces dus meer toezichthouder. De toezichthoud<strong>en</strong>de taak ise<strong>en</strong>voudiger bij e<strong>en</strong> particulier dan e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsbedrijf, omdat de <strong>over</strong>heid metminder verm<strong>en</strong>ging van belang<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> heeft tuss<strong>en</strong> de taak van toezichthouder<strong>en</strong> die van de uitvoerder.114...planologische procedures...T<strong>en</strong> tweede verg<strong>en</strong> de investering<strong>en</strong> in infrastructuur allerlei planologischeprocedures, zeker ook waar het gaat om de exploitatie van winstgev<strong>en</strong>destationslocaties. De Spoorweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid zijn dus onderling afhankelijk.Om daarmee gepaard gaande hold-upproblem<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong> zijn complexecontract<strong>en</strong> noodzakelijk. Vaak zull<strong>en</strong> complete contract<strong>en</strong> echter niet mogelijkzijn <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> de Spoorweg<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> met politieke risico’s. Er blijft hier dan ooke<strong>en</strong> spanningsveld bestaan tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedrijf dat commitm<strong>en</strong>t van de politiekwil (rechtszekerheid) t<strong>en</strong> behoeve van specifieke investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heiddie dit niet kan (vanwege de fundam<strong>en</strong>tele incompleetheid van het democratischeproces) of wil (vanwege de optiewaarde van het uitstell<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong>om zo <strong>over</strong> meer informatie te beschikk<strong>en</strong>) gev<strong>en</strong>. 88...<strong>en</strong> het contracter<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>T<strong>en</strong> derde zal de <strong>over</strong>heid bepaalde <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> in het kader van het mobiliteitsbeleidof sociale beleid will<strong>en</strong> contracter<strong>en</strong>. 89 Herregulering door e<strong>en</strong>ord<strong>en</strong><strong>en</strong>de <strong>over</strong>heid blijft van belang. Vanwege de effectieve concurr<strong>en</strong>tie hoeftde <strong>over</strong>heid de kwaliteit van het product echter niet langer te contracter<strong>en</strong>.Voorbeeld 2: TelefonieBij de telefonie is opnieuw het voornaamste argum<strong>en</strong>t voor <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>ishet natuurlijk monopoliekarakter van het netwerk. Het oude staatsbedrijf hadzelfs het wettelijk monopolie op het aanlegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> netwerk. Anders dan deSpoorweg<strong>en</strong>, die gebruik mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oude <strong>en</strong> ver uitontwikkelde technologie,is technologische ontwikkeling in de telefonie gigantisch. Deze snelle veranderingmaakte effectieve regulering door de <strong>over</strong>heid nauwelijks mogelijk. De ervaringuit het verled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan ook lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>is ge<strong>en</strong> garantieis teg<strong>en</strong> het gebruik van monopoliemacht. De omvang van de monopoliemachtstaat echter onder invloed van twee, teg<strong>en</strong>gestelde ontwikkeling<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> eerste is het gebruik van het netwerk de noodzakelijke voorwaarde voor hetaanbied<strong>en</strong> van tal van andere di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. De technologische ontwikkeling kan dusalle<strong>en</strong> tot volle wasdom kom<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> het monopolie ge<strong>en</strong> belemmering vormtvoor toetreding. De nieuwe techniek<strong>en</strong> vergrot<strong>en</strong> dus de waarde van het netwerkmonopolie.Min of meer analoog aan het geval bij de Spoorweg<strong>en</strong> zou hetnatuurlijk monopolie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgesplitst van de exploitatie.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Het huidige beleid is niet zozeer gericht op afsplitsing als wel op het toelat<strong>en</strong>van concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op het netwerk teg<strong>en</strong> extern vastgestelde prijz<strong>en</strong>.De tweede ontwikkeling is de opkomst van alternatiev<strong>en</strong> voor het netwerk.Straalverbinding<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van het netwerk gereduceerd tot delokale aansluiting. Draadloze telefonie maakt het netwerk zelfs geheel <strong>over</strong>bodig.Nieuwe kabeltechniek<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong> de aanleg van geheel nieuwe,parallelle netwerk<strong>en</strong>. Verder biedt ook het bestaande tv-kabelnet mogelijkhed<strong>en</strong>.Al met al wordt de betek<strong>en</strong>is van netwerk hierdoor uitgehold.Deze ontwikkeling<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong> thans voor het natuurlijk monopolie van de kpndezelfde rol als 30 jaar geled<strong>en</strong> de auto heeft vervuld voor het monopolie van deSpoorweg<strong>en</strong>. De positie van de <strong>over</strong>heid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de kpn zal <strong>over</strong> dertigjaar echter e<strong>en</strong> andere zijn dan die de <strong>over</strong>heid thans inneemt t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van deSpoorweg<strong>en</strong>. Voor kpn is de keuze gemaakt het bedrijf te privatiser<strong>en</strong>, zodat hetkan evoluer<strong>en</strong> met de technologie in de sector <strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> wordt verlieslat<strong>en</strong>deactiviteit<strong>en</strong> te reorganiser<strong>en</strong>. Bij de Spoorweg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> deze prikkels gedur<strong>en</strong>dede hele periode van neergang ontbrok<strong>en</strong>.Uit deze ontwikkeling vloeit min of meer logisch e<strong>en</strong> beleidslijn voort. Enerzijdshet verminder<strong>en</strong> van de wettelijke monopoliemacht van de ptt, zodat concurr<strong>en</strong>tiewaar mogelijk wordt bevorderd. Anderzijds e<strong>en</strong> regulering van de tariev<strong>en</strong>die het oude monopolie in rek<strong>en</strong>ing mag br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> voor di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aan andereaanbieders van telecommunicatiedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> voor het gebruik van het netwerk.Naarmate de eerste ontwikkeling succesvoller is, zal de tweede ontwikkelingvan minder praktische betek<strong>en</strong>is zijn.115Voorbeeld 3: tv-kabelnett<strong>en</strong>E<strong>en</strong> interessant geval dat rec<strong>en</strong>t veel aandacht heeft getrokk<strong>en</strong> vanwege de verkoopvan A2000 is de privatisering van kabelnett<strong>en</strong>. Ook hier speelt het probleemvan e<strong>en</strong> natuurlijk monopolie, met dit verschil t<strong>en</strong> opzichte van bijvoorbeeldhet telefoonnet dat dit natuurlijk monopolie kan word<strong>en</strong> gebruikt teg<strong>en</strong>zowel leveranciers (doorgifte alle<strong>en</strong> onder voorwaard<strong>en</strong>) als teg<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>(hoge abonnem<strong>en</strong>tsprijs).Het geval is interessant omdat het opnieuw illustreert dat de politiek het moeilijkvindt zich vast te legg<strong>en</strong> in langlop<strong>en</strong>de contractueel vastgelegde afsprak<strong>en</strong><strong>en</strong> daarmee beslissingsbevoegdheid uit hand<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong>, mede omdat de <strong>over</strong>heidnog ervaring mist om <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> vast te legg<strong>en</strong> in contract<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> monopolie <strong>en</strong> de hierbij behor<strong>en</strong>de residuele beslissingsmacht was voorveel geld <strong>en</strong> onder e<strong>en</strong> aantal beperk<strong>en</strong>de randvoorwaard<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> maximumprijsvoor de consum<strong>en</strong>t) verkocht. Wanneer vervolg<strong>en</strong>s in nieuwe onvoorzi<strong>en</strong>eomstandighed<strong>en</strong> de particuliere partij gebruik maakt van haar zegg<strong>en</strong>schap ope<strong>en</strong> manier die de politiek niet bevalt, wordt vervolg<strong>en</strong>s geprobeerd nieuwerandvoorwaard<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> reeds geëffectueerd contract op te nem<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>De motivatie voor deze extra randvoorwaarde is ev<strong>en</strong>zeer interessant. Het ismogelijk dat het oorspronkelijke contract niet adequaat was, in die zin dat deconsum<strong>en</strong>t wel afdo<strong>en</strong>de beschermd was teg<strong>en</strong> te hoge prijz<strong>en</strong> maar niet teg<strong>en</strong>e<strong>en</strong> te klein pakket. Het is echter ev<strong>en</strong>zeer d<strong>en</strong>kbaar dat A2000 gelijk had:de z<strong>en</strong>der/adverteerder die wil word<strong>en</strong> doorgegev<strong>en</strong>, moet betal<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> contractueelvastgelegd pakket geeft de z<strong>en</strong>der in feite monopoliemacht t<strong>en</strong> opzichte vanA2000 <strong>en</strong> is dus e<strong>en</strong> impliciete <strong>publieke</strong> subsidie aan de z<strong>en</strong>der. De onderhandelingsmachtvan z<strong>en</strong>dstations wordt ingeperkt wanneer de politiek zich committeertaan commerciële exploitatie door het netwerk te verkop<strong>en</strong>.Mocht dit laatste niet het geval zijn, dan is de vraag of verkop<strong>en</strong> van het net zinvolis. Als de politiek in- <strong>en</strong> verkoopprijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook het pakket zelf volledig wilbepal<strong>en</strong>, dan heeft hiërarchie e<strong>en</strong> voordeel vanwege de doelincompleetheid(wie vertelt ons wat morg<strong>en</strong> de politieke prefer<strong>en</strong>ties zijn t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van depakket sam<strong>en</strong>stelling). In dit geval is mete<strong>en</strong> duidelijk wat de kostprijs is van e<strong>en</strong>dergelijk politiek w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>pakket: 700 miljo<strong>en</strong> verkoopprijs van het monopolie.116ConclusieBov<strong>en</strong>staande voorbeeld<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> duidelijk hoezeer het argum<strong>en</strong>t van natuurlijkemonopolie aan erosie onderhevig is. Deze voorbeeld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangevuld,bijvoorbeeld met de elektriciteitssector <strong>en</strong> de post. De w<strong>en</strong>selijkheid van<strong>over</strong>heidsingrijp<strong>en</strong> wordt in dergelijke gevall<strong>en</strong> bepaald door twee afweging<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> eerste zijn natuurlijke monopolies in veel gevall<strong>en</strong> niet zo natuurlijk als zein <strong>publieke</strong> discussies lijk<strong>en</strong> te zijn. Vaak is het de moeite waard te invester<strong>en</strong> ine<strong>en</strong> tweede netwerk dat de monopoliepositie van het eerste netwerk ondergraaft.Wel is er dan <strong>en</strong>ige verdubbeling van vaste kost<strong>en</strong>. Er is dus sprake vane<strong>en</strong> afweging tuss<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> extra net teg<strong>en</strong> de meerwaarde van concurr<strong>en</strong>tie.In teg<strong>en</strong>spraak tot dit uitgangspunt was het in het verled<strong>en</strong> eerder hetbeleid om e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> aanbieder naast het natuurlijke ook het wettelijke monopoliete gev<strong>en</strong>: de ptt had in het verled<strong>en</strong> het wettelijke alle<strong>en</strong>recht op e<strong>en</strong>kabelnetwerk <strong>en</strong> op postbezorging.E<strong>en</strong> tweede afweging is die tuss<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van politieke interv<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>van misbruik van monopoliemacht. Monopoliemacht is e<strong>en</strong> veelvuldig voorkom<strong>en</strong>dverschijnsel binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> economie, ook in sector<strong>en</strong> waar ge<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsreguleringwordt toegepast. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom deze monopoliemacht inhet <strong>en</strong>e geval wel aanleiding geeft tot politieke interv<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> in het andere gevalniet, zijn vaak grot<strong>en</strong>deels historisch bepaald. Vaak gaan achter het effici<strong>en</strong>cyargum<strong>en</strong>tvan monopoliemacht andere argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> schuil, zoals herverdelingvia steunverl<strong>en</strong>ing aan verliesgev<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong>. De ervaring leert dat waar politiekeinterv<strong>en</strong>tie wordt geïntroduceerd, verstoring<strong>en</strong> de doelmatigheid eerderdo<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> dan to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>2.5slotbeschouwing2.5.1 inleidingDe keuze van het optimale coördinatiemechanisme voor de aanbieding vandi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> publiek belang blijkt ge<strong>en</strong> sinecure. Steeds zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>geïnv<strong>en</strong>tariseerd wat in e<strong>en</strong> concrete situatie de aard van het <strong>publieke</strong> belang is<strong>en</strong> wat de problem<strong>en</strong> zijn om dat belang te contracter<strong>en</strong>. Hierbij is e<strong>en</strong> grootaantal factor<strong>en</strong> van belang: de aard van de informatie van de betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>,is er sprake van concurr<strong>en</strong>tie, spel<strong>en</strong> risicoaversie <strong>en</strong> reputatie e<strong>en</strong> grote rol,hoe gevoelig zijn de partij<strong>en</strong> voor financiële prikkels, is er sprake van specifiekeinvestering<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort. De keuze voor e<strong>en</strong> bepaald coördinatiemechanisme isafhankelijk van de uitkomst van deze inv<strong>en</strong>tarisatie. De voorbeeld<strong>en</strong> in paragraaf2.4 gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indruk hoe dat in zijn werk gaat. In de praktijk blijkt dieinv<strong>en</strong>tarisatie vaak met de nodige onzekerheid te zijn omgev<strong>en</strong>, zodat meerderemodell<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar zijn. Managem<strong>en</strong>t van de <strong>publieke</strong> sector is daarom nietanders dan het managem<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> onderneming: de kunst van het mak<strong>en</strong> vankeuzes in tal van on<strong>over</strong>zichtelijke afweging<strong>en</strong>. Er blijft dus altijd e<strong>en</strong> marktvoor econom<strong>en</strong>, organisatieadviseurs <strong>en</strong> vooral voor goede managers.117Het heeft daarom ge<strong>en</strong> zin om in dit slothoofdstuk te kom<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>voudigerecept<strong>en</strong>. Zij zoud<strong>en</strong> de lezer achterlat<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> misplaatst gevoel van e<strong>en</strong>duidigheid.In plaats van die helderheid wordt de lezer e<strong>en</strong> aantal uitgangspunt<strong>en</strong>gebod<strong>en</strong>, die hem kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> de achtergrond<strong>en</strong> van de on<strong>over</strong>zichtelijkeprocess<strong>en</strong> in de <strong>publieke</strong> sector te doorgrond<strong>en</strong>.In paragraaf 2.5.2 wordt e<strong>en</strong> aantal uitgangspunt<strong>en</strong> aangaande de verhouding<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> politiek, recht <strong>en</strong> economie besprok<strong>en</strong>. Hierbij word<strong>en</strong> ook de vijf criteriavan de wrr in de analyse betrokk<strong>en</strong>. Ook die criteria hebb<strong>en</strong> immers e<strong>en</strong>geschied<strong>en</strong>is die langer is dan de duur van dit project. Ook hun relevantie verdi<strong>en</strong>tanalyse <strong>en</strong> verklaring. In paragraaf 2.5.3 dal<strong>en</strong> we vervolg<strong>en</strong>s af naar demeer concrete managem<strong>en</strong>tvrag<strong>en</strong>: welke afweging<strong>en</strong> komt e<strong>en</strong> manager vane<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st c.q. de ontwerper van e<strong>en</strong> aansturingsmechanisme zoalteg<strong>en</strong>. We besluit<strong>en</strong> in paragraaf 2.5.4 met e<strong>en</strong> analyse van de verhouding tuss<strong>en</strong>de theoretische exercitie in deze studie <strong>en</strong> de feitelijke ontwikkeling.2.5.2 de verhouding tuss<strong>en</strong> politiek, recht <strong>en</strong> economieDe verhouding tuss<strong>en</strong> de juridische <strong>en</strong> economische criteriaDe vijf door de wrr geformuleerd criteria voor de beoordeling van transactievorm<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gelegd in twee categorieën:• procedurele criteria: rechtsgelijkheid; rechtszekerheid; democratischelegitimatie,• uitkomstcriteria: doelmatigheid; doeltreff<strong>en</strong>dheid/verdeling. 90


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Wat is de verhouding tuss<strong>en</strong> beide categorieën? De discussie is analoog aan die<strong>over</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> sociale <strong>en</strong> politieke grondrecht<strong>en</strong>. In de economische<strong>en</strong> de politicologische literatuur kunn<strong>en</strong> grofweg twee posities word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>.De eerste positie w<strong>en</strong>st het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong> op uitkomst(sociale grondrecht<strong>en</strong>). Dit wil niet zegg<strong>en</strong> dat de procedurele criteria niet vancruciale betek<strong>en</strong>is zijn. In e<strong>en</strong> hiërarchie is het gezag van functionariss<strong>en</strong> nietgebond<strong>en</strong> door de wett<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie maar door regels <strong>en</strong> voorschrift<strong>en</strong>.De top van e<strong>en</strong> markthiërarchie (i.c. e<strong>en</strong> onderneming) mag deze regels aanpass<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt hierin uiteindelijk weer gebond<strong>en</strong> door concurr<strong>en</strong>tie.118De staatsmacht wordt niet ingeperkt door concurr<strong>en</strong>tie, vooral omdat de staatveelal het geweldsmonopolie bezit. Er is dus behoefte aan e<strong>en</strong> ander mechanismeom de beschikkingsmacht van de staat <strong>en</strong> de politici die haar bestur<strong>en</strong> aan band<strong>en</strong>te legg<strong>en</strong>. De ontwikkeling van deze mechanism<strong>en</strong> – democratische legitimatievan staatsmacht, rechtsgelijkheid van de burgers <strong>en</strong> rechtszekerheid t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van staatsingrijp<strong>en</strong> (= politieke grondrecht<strong>en</strong>) – is e<strong>en</strong> van de belangrijkemaatschappelijke innovaties van de afgelop<strong>en</strong> eeuw<strong>en</strong>. Deze mechanism<strong>en</strong>of procedurele criteria voorzi<strong>en</strong> dus in e<strong>en</strong> behoefte aan teg<strong>en</strong>macht teg<strong>en</strong> hetgeweldsmonopolie van de staat. De procedurele criteria zijn hiermee ge<strong>en</strong>exoge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>, maar zijn <strong>en</strong>doge<strong>en</strong> ontwikkelde sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van deburger t<strong>en</strong> opzichte van de staatsmacht. Op vergelijkbare wijze zal in paragraaf2.5.4 de <strong>en</strong>dog<strong>en</strong>iteit van de uitkomstcriteria word<strong>en</strong> geadstrueerd.Juist omdat de procedurele criteria de macht van het hoogste gezagsorgaan aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> deze criteria e<strong>en</strong> bijzondere status gekreg<strong>en</strong>:het zijn rechtsprincipes geword<strong>en</strong>, die zelfs de staat niet zelf mag wijzig<strong>en</strong>. 91Dit verklaart de emotionele lading die e<strong>en</strong> discussie <strong>over</strong> de criteria in zich heeft.De tweede positie is veel cynischer t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het corriger<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong>van de staatsmacht. Markt<strong>en</strong> zijn redelijk doelmatig <strong>en</strong>, voorz<strong>over</strong> dit niet zo is,wordt er weinig verwacht van het corriger<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> van de staat. De uitkomstcriteriazijn in dat geval irrelevant: de markt zorgt immers voor e<strong>en</strong> doelmatigeuitkomst <strong>en</strong> voorz<strong>over</strong> dat niet het geval is, functioneert de staat zogebrekkig dat externe effect<strong>en</strong> <strong>en</strong> de inkom<strong>en</strong>sverdeling beter op hun beloopkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>. De procedurele criteria word<strong>en</strong> niet veel radicaler geïnterpreteerd:zij di<strong>en</strong><strong>en</strong> om eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> maximaal te bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>politieke interv<strong>en</strong>tie, zodat markt<strong>en</strong> maximaal doelmatig kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>.Hierbij speelt met name de rechtszekerheid, die eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> beschermtteg<strong>en</strong> politieke interv<strong>en</strong>ties, e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale rol. In deze positie zijn rechtsprincipesdus het <strong>en</strong>ige relevante criterium.De auteurs van deze studie neig<strong>en</strong> naar de eerste positie. Wij zijn <strong>over</strong>tuigd vande beperking<strong>en</strong> van <strong>over</strong>heidsinterv<strong>en</strong>tie, maar zijn niet zo pessimistisch dat wijd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat het in het geheel ge<strong>en</strong> zin heeft uitkomst<strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Voor deze studie is het echter vooral van belang de rol van de procedurele criteriascherp voor og<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>: zij bied<strong>en</strong> bescherming teg<strong>en</strong> het geweldsmonopolievan de staat. In die zin zijn zij e<strong>en</strong> sturingsinstrum<strong>en</strong>t voor de burger,ev<strong>en</strong>als concurr<strong>en</strong>tie.Niet-verifieerbare informatie <strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het rechtIn moderne, hoog ontwikkelde sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> hoge mate van arbeidsdelingin de vergaring <strong>en</strong> het bijhoud<strong>en</strong> van informatie. Tal van specialist<strong>en</strong>bezitt<strong>en</strong> informatie die door ander<strong>en</strong> niet kan word<strong>en</strong> geverifieerd. Zonder dergelijkeinformatie zou onze maatschappij niet doelmatig kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>.Dit geldt ook voor de informatie die wordt gebruikt binn<strong>en</strong> het staatsapparaat:ook die is veelal niet verifieerbaar.Dit schept e<strong>en</strong> probleem. Het wettelijk kader <strong>en</strong> de contract<strong>en</strong> die hierop zijngebaseerd, ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> hun betek<strong>en</strong>is aan de machtsmiddel<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> ingezetvoor wetshandhaving. Echter, wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet op niet voorderd<strong>en</strong> verifieerbare informatie word<strong>en</strong> gebaseerd, omdat de rechter dergelijkeinformatie niet kan beoordel<strong>en</strong>. De aard van de informatie, de factor die ookmede bepal<strong>en</strong>d was voor de onderlinge gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van markt <strong>en</strong> hiërarchie, bepaaltook de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het domein van het recht. De vergaring van <strong>en</strong> de beschikking<strong>over</strong> informatie is e<strong>en</strong> cruciaal concurr<strong>en</strong>tievoordeel. Waar dergelijkeinformatie privé-bezit is, verliest de rechter zijn beoordelings- dan welveroordelingsvermog<strong>en</strong>.119Niet-verifieerbaarheid van informatie maakt het garander<strong>en</strong> van rechtsgelijkheid<strong>en</strong> rechtszekerheid in de praktijk tot e<strong>en</strong> dode letter. Dit is vooral e<strong>en</strong> probleemvoor staatsinterv<strong>en</strong>ties, waar de procedurele criteria immers bescherming moet<strong>en</strong>bied<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het machtsmonopolie van de staat. Concurr<strong>en</strong>tie kan dan soms e<strong>en</strong>goed alternatief zijn voor de bescherming door de procedurele criteria.Concurr<strong>en</strong>tie g<strong>en</strong>ereert immers informatie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> verzwakt de positie vanaanbieders t<strong>en</strong> opzichte van de burgers, omdat burgers met de voet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> om hun recht te hal<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte werkt het reputatiemechanisme beterals er sprake is van concurr<strong>en</strong>tie; aanbieders krijg<strong>en</strong> namelijk e<strong>en</strong> groter belang bije<strong>en</strong> goede reputatie (zie hieronder).Markt suboptimaal onder imperfecte informatie?In veel analyses van het verschil tuss<strong>en</strong> de aanbesteding van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> <strong>en</strong>uitvoering in eig<strong>en</strong> beheer of, meer in het algeme<strong>en</strong>, van het verschil tuss<strong>en</strong>markt <strong>en</strong> hiërarchie komt de notie naar vor<strong>en</strong> dat het marktmechanisme goedfunctioneert zolang informatie ruimschoots voor hand<strong>en</strong> is. Zodra de informatieop e<strong>en</strong> of andere manier beperkt is, zou de hiërarchie e<strong>en</strong> te preferer<strong>en</strong> transactievormzijn. Deze red<strong>en</strong>ering is onjuist.Dit misverstand is vermoedelijk ontstaan als gevolg van e<strong>en</strong> onjuiste interpretatievan de hoofdstelling van de welvaartstheorie. Deze stelling zegt dat markt<strong>en</strong>efficiënt zijn als informatie <strong>over</strong> de verhandelde goeder<strong>en</strong> perfect is.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Dit zegt echter niet dat hiërarchie in dat geval inefficiënt is. Ook het functioner<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> hiërarchie wordt door informatieproblem<strong>en</strong> gehinderd. Zolanginformatie perfect is, zijn hiërarchie <strong>en</strong> markt equival<strong>en</strong>t. Alles kan dan probleemloosword<strong>en</strong> geregeld. Zodra er strubbeling<strong>en</strong> zijn in de informatievoorzi<strong>en</strong>ing,word<strong>en</strong> de conclusies minder e<strong>en</strong>duidig. Soms doet hiërarchie het beter(m.n. als incomplete contract<strong>en</strong> specifieke investering<strong>en</strong> in fysiek kapitaal nietgoed kunn<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>), maar vaak is concurr<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> ideaal instrum<strong>en</strong>t omontbrek<strong>en</strong>de informatie bov<strong>en</strong> tafel te krijg<strong>en</strong>.120Markt<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> reputatiesWaar veel informatie niet-verifieerbaar is, zijn partij<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> transactie vaakaangewez<strong>en</strong> op organisatieprincipes <strong>en</strong> contractvorm<strong>en</strong> die ook afdwingbaarzijn zonder de hulp van de rechterlijke macht. Ook hier is de markt e<strong>en</strong> belangrijkebron van informatie. E<strong>en</strong> reputatie als betrouwbare contractpartner, di<strong>en</strong>iet-verifieerbare informatie niet uit opportunisme onjuist weergeeft, heeftmarktwaarde. Deze marktwaarde maakt reputatie geloofwaardig, omdat m<strong>en</strong>deze reputatie niet licht met opportunistisch gedrag te grabbel zal gooi<strong>en</strong>.Met behulp van dit reputatiemechanisme kan niet-verifieerbare informatie tochvoor transacties word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut.Publieke aanbieding <strong>en</strong> de procedurele criteriaPublieke aanbieding van di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> wordt vaak gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> waarborg voorrechtszekerheid, rechtsgelijkheid <strong>en</strong> democratische legitimatie. In het licht vanhet voorafgaande kan deze stelling beter word<strong>en</strong> omgedraaid: bij gebrek aaninperking van de macht van politici door concurr<strong>en</strong>tie kan publiek optred<strong>en</strong> nietzonder de waarborg<strong>en</strong> van rechtszekerheid, rechtsgelijkheid <strong>en</strong> democratischelegitimatie.De waarborg<strong>en</strong> van rechtszekerheid, rechtsgelijkheid <strong>en</strong> democratische legitimatiezijn nodig om politici te bind<strong>en</strong> aan het belang van hun electoraat. Zij zijnechter tegelijkertijd belemmering<strong>en</strong> voor <strong>publieke</strong> slagvaardigheid. Effectief<strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> kan alle<strong>en</strong> door gebruik te mak<strong>en</strong> van de niet-verifieerbareinformatie van haar ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, de k<strong>en</strong>nis tot in de haarvat<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>leving.Maar als de <strong>over</strong>heid op niet-verifieerbare informatie vertrouwt, kunn<strong>en</strong>rechtszekerheid <strong>en</strong> rechtsgelijkheid niet langer word<strong>en</strong> gegarandeerd. Dit dilemmaverklaart de stroom van aanvaring<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bestuurders <strong>en</strong> het rechtssysteemdie de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> onderbestuurders <strong>over</strong> de onwerkbaarheid van het recht.Rechtsgelijkheid <strong>en</strong> rechtszekerheid zijn daarom dus niet zozeer e<strong>en</strong> voordeelvan <strong>publieke</strong> uitvoering, het zijn eerder randvoorwaard<strong>en</strong> die aan het monopolievan <strong>publieke</strong> uitvoering moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld. Concurr<strong>en</strong>tie, in combinatiemet het reputatiemechanisme, maakt die randvoorwaard<strong>en</strong> goeddeels <strong>over</strong>bodig.Die combinatie legt de discretionaire macht van beide contractpartij<strong>en</strong> aanband<strong>en</strong> <strong>en</strong> maakt het daarmee mogelijk niet-verifieerbare informatie toch teb<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>De preoccupatie met politieke sturingWie moet er stur<strong>en</strong>? In bestuurskundige analyses is de w<strong>en</strong>selijkheid van politiekesturing e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Het primaat van de politiek is bov<strong>en</strong> elke twijfel verhev<strong>en</strong>.Het is echter niet het primaat van de politiek maar dat van de burger datbov<strong>en</strong> iedere twijfel verhev<strong>en</strong> zou moet<strong>en</strong> zijn. Zolang de burger kan stur<strong>en</strong>zonder de politiek <strong>en</strong> zijn prefer<strong>en</strong>ties kan realiser<strong>en</strong> via concurr<strong>en</strong>tie of zelfregulering(d.w.z. onderhandeling<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het Coase-principe), is politiekesturing <strong>over</strong>bodig. Zodra concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> vrije onderhandeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> burgersniet meer werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> er dus e<strong>en</strong> publiek belang ontstaat, heeft de burger behoefteaan politieke sturing. De eis van democratische legitimatie stelt de burger op zijnbeurt in staat de politiek te stur<strong>en</strong>.Net als het marktmechanisme <strong>en</strong> de hiërarchie k<strong>en</strong>t ook democratie haar beperking<strong>en</strong>.Ook in de politiek is informatie imperfect. Hierdoor hebb<strong>en</strong> politici e<strong>en</strong>zekere vrijheid om hun eig<strong>en</strong> voorkeur<strong>en</strong> uit te lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> r<strong>en</strong>ts te incasser<strong>en</strong>.Concurr<strong>en</strong>tie is e<strong>en</strong> substituut voor democratische legitimatie.Gebrek aan politiek commitm<strong>en</strong>t <strong>en</strong> doelincompleetheidHet politiek systeem heeft moeite zich geloofwaardig te committer<strong>en</strong>. Dit maakt<strong>over</strong>heidsinvestering<strong>en</strong> bijzonder gevoelig voor het hold-upprobleem. Voor ditprobleem zijn drie oorzak<strong>en</strong> aan te gev<strong>en</strong>.121T<strong>en</strong> eerste word<strong>en</strong> politici iedere vier jaar gekoz<strong>en</strong> dan wel herkoz<strong>en</strong>. De volg<strong>en</strong>delichting politici heeft er ge<strong>en</strong> belang het commitm<strong>en</strong>t van de vorige g<strong>en</strong>eratie<strong>over</strong> te nem<strong>en</strong>, ook al omdat zij wet<strong>en</strong> dat zij zelf <strong>over</strong> vier jaar door de h<strong>en</strong>opvolg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eratie word<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong>. Als gedeeltelijke remedie voor dit probleemis de zitt<strong>en</strong>de regering in Nederland aanspreekbaar op de dad<strong>en</strong> van haarvoorganger.E<strong>en</strong> tweede red<strong>en</strong> voor het gebrek aan commitm<strong>en</strong>t is de loyaliteit van politici.Anders dan bij de leiding van e<strong>en</strong> <strong>private</strong> onderneming<strong>en</strong> word<strong>en</strong> politici nietzozeer afgerek<strong>en</strong>d op hun succes bij de contractpartners van de <strong>over</strong>heid, maareerst <strong>en</strong> vooral op hun succes bij de kiezers. Wanneer kiezers de langetermijnconsequ<strong>en</strong>tiesvan ingewikkelde voorstell<strong>en</strong> niet goed kunn<strong>en</strong> <strong>over</strong>zi<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong>politici in de verleiding kom<strong>en</strong> de kortetermijn<strong>over</strong>weging<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> prevaler<strong>en</strong>.Dit geldt in het bijzonder als dat kan door de contractpartners te b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>(ook al zijn dat uiteindelijk, via e<strong>en</strong> slechtere reputatie van de <strong>over</strong>heid als contractpartner<strong>en</strong> dus hogere uitvoeringskost<strong>en</strong>, ook de belang<strong>en</strong> van de kiezer).T<strong>en</strong> derde is de <strong>over</strong>heid monopolist. Haar contractpartners zijn dus gedwong<strong>en</strong>later opnieuw zak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> met diezelfde <strong>over</strong>heid. Bijgevolg kan de <strong>over</strong>heidge<strong>en</strong> reputatie verspel<strong>en</strong> (je moet immers toch weer terug naar de <strong>over</strong>heid) <strong>en</strong>dus ge<strong>en</strong> reputatie opbouw<strong>en</strong> (die is immers toch niet geloofwaardig, want zijkan kosteloos word<strong>en</strong> uitgemelkt). Uiteindelijk is de <strong>over</strong>heid hier zelf hetslachtoffer van, want contractpartners zull<strong>en</strong> de extra kost<strong>en</strong> hiervan weer bij de<strong>over</strong>heid neerlegg<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>2.5.3 hold-up, risicoaversie <strong>en</strong> allocatie van beslissingsmachtHold-up: beslissingsbevoegdheid als e<strong>en</strong> schaars goedSpecifieke investering<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> relatie van twee of meer partij<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot hethold-upprobleem als de verdeling van de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van deze investering<strong>en</strong>niet in e<strong>en</strong> compleet contract kan word<strong>en</strong> vastgelegd: de partij die investeert inde relatie, verliest e<strong>en</strong> deel van de opbr<strong>en</strong>gst aan de andere partij. Voor één vande partij<strong>en</strong> kan dit probleem word<strong>en</strong> opgelost door hem het eig<strong>en</strong>domsrecht <strong>en</strong>de bijbehor<strong>en</strong>de beslissingsbevoegdheid toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (‘residual claimant’).Hiermee is het probleem voor de andere partij echter per definitie gemaximaliseerd,t<strong>en</strong> minste als contract<strong>en</strong> deze partij niet goed kunn<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>.Het toedel<strong>en</strong> van beslissingsbevoegdheid moet daarom met zorg gebeur<strong>en</strong>.De partij die het meeste last heeft van het hold-upprobleem moet zoveel mogelijkeig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Ook is het optimaal om zoveel mogelijk investeringsbeslissing<strong>en</strong>in complem<strong>en</strong>taire kapitaalgoeder<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> van één partijte legg<strong>en</strong>. Door deze partij vervolg<strong>en</strong>s de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> wordt hethold-upprobleem geminimaliseerd.122Hold-up <strong>en</strong> niet-onteig<strong>en</strong>baar m<strong>en</strong>selijk kapitaalInvestering<strong>en</strong> in fysiek kapitaal lat<strong>en</strong> zich min of meer naar willekeur van de <strong>en</strong><strong>en</strong>aar de andere partij verschuiv<strong>en</strong>. De aanschaf van het bureau kan in principezowel door de werknemer/ambt<strong>en</strong>aar als door de werkgever/<strong>over</strong>heid word<strong>en</strong>bekostigd. Echter, niet alle investeringsbeslissing<strong>en</strong> l<strong>en</strong><strong>en</strong> zich voor e<strong>en</strong> dergelijkeverwisseling van eig<strong>en</strong>aar: met name input van m<strong>en</strong>selijk kapitaal is gebond<strong>en</strong>aan e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>aar. De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is van dit niet-onteig<strong>en</strong>baar m<strong>en</strong>selijkkapitaal bij de uitvoering van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> vergroot het belang vanmarktwerking binn<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> sector om niet-verifieerbare informatie <strong>over</strong>de m<strong>en</strong>selijke input bov<strong>en</strong> water te krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> vermindert de mogelijkheid vande politiek om zich als residual claimant op te stell<strong>en</strong>.Risicoaversie <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsrechtNaast de vermindering van het hold-upprobleem is er e<strong>en</strong> tweede <strong>over</strong>wegingbij de allocatie van beslissingsmacht <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>. De residual claimantheeft niet alle<strong>en</strong> recht op de lust<strong>en</strong> maar ook de last<strong>en</strong> van zijn eig<strong>en</strong>dom. Zijninkom<strong>en</strong> heeft dus e<strong>en</strong> hoog risicoprofiel. Om deze red<strong>en</strong> ligt het voor de handde eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong> bij de minst risicoaverse partij, dat wil zegg<strong>en</strong>eerder bij de <strong>over</strong>heid dan bij haar ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid heeft aldus alsresidual claimant recht op de risicopremie die door haar bemoei<strong>en</strong>is ontstaat.Vanuit dit gezichtspunt leidt de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is van m<strong>en</strong>selijk kapitaaltot e<strong>en</strong> steeds scherpere afweging in de toedeling van beslissingsbevoegdheid:<strong>en</strong>erzijds wil je ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> vrijwar<strong>en</strong> van risico’s, anderzijds wil je ze eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> om ze zo te prikkel<strong>en</strong> hun m<strong>en</strong>selijk kapitaal optimaalin te zett<strong>en</strong>. Anders gezegd: e<strong>en</strong> optimale inzet van m<strong>en</strong>selijk kapitaal vereiste<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de ondernemingszin bij ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>De paradox van het primaat van de politiekSinds het paarse ocht<strong>en</strong>dglor<strong>en</strong> staat het primaat van de politiek weer volop inde belangstelling. Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> zijn volledige verantwoording schuldig aan depolitiek, die uiteindelijk eig<strong>en</strong>aar is van al het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>. Vanuit hetoogpunt van de democratische legitimatie <strong>en</strong> vanuit de belang<strong>en</strong> van politici ligtdit standpunt voor de hand.Dit is Williamson’s interv<strong>en</strong>tieparadox, ofwel de paradox van het primaat van depolitiek. Williamson stelt zich de vraag waarom het noodzakelijk is eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>daadwerkelijk te splits<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarom niet kan word<strong>en</strong> volstaan met e<strong>en</strong>delegatie van bevoegdhed<strong>en</strong>, waarbij het hogere niveau de bevoegdheid aan zichhoudt om te besliss<strong>en</strong> <strong>over</strong> de delegatie. Zo’n conditionele delegatie is echter vaakonvoldo<strong>en</strong>de, omdat de wet<strong>en</strong>schap dat het hogere niveau desgew<strong>en</strong>st kan ingrijp<strong>en</strong>de prikkel voor doelmatig managem<strong>en</strong>t ondergraaft.Zij die de <strong>over</strong>heid niet zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t om uitkomstcriteria te beïnvloed<strong>en</strong>maar vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in de uitkomst van het marktproces, kunn<strong>en</strong> met het primaatvan de politiek prima uit de voet<strong>en</strong>. Zij hoev<strong>en</strong> immers ge<strong>en</strong> beroep te do<strong>en</strong>op de creativiteit (= m<strong>en</strong>selijk kapitaal) van ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. Voor politici die e<strong>en</strong> actieve<strong>over</strong>heid voorstaan die op tal van maatschappelijk terrein<strong>en</strong> rechtstreeksbetrokk<strong>en</strong> is, ligt dit echter anders. Zij zull<strong>en</strong> noodgedwong<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>op de creativiteit <strong>en</strong> de ondernemerszin van ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. Dit kan alle<strong>en</strong> dooreig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> beslissingsmacht aan ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> te deleger<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> koste vanhet primaat van de politiek. Met andere woord<strong>en</strong>: het primaat van de politiek ise<strong>en</strong> duur goed. Door van tevor<strong>en</strong> goed na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> de te contracter<strong>en</strong> belang<strong>en</strong>,kan de <strong>over</strong>heid veel middel<strong>en</strong> bespar<strong>en</strong>.123Hybride organisaties versus radicale keuz<strong>en</strong>In het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong> heeft de commissie-Coh<strong>en</strong> de helderheid van e<strong>en</strong>schriftgeleerde bepleit. Markt <strong>en</strong> <strong>over</strong>heid zoud<strong>en</strong> rigoureus moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gescheid<strong>en</strong>. Eerder hebb<strong>en</strong> In ‘t Veld (1998) <strong>en</strong> Van Damme (1998) hun bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> dit principe naar vor<strong>en</strong> gebracht. Onze analyse bevestigt hun diagnose.In tal van situaties word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door elkaargebruikt. Het <strong>en</strong>e instrum<strong>en</strong>t di<strong>en</strong>t hierbij om de gat<strong>en</strong> op te vull<strong>en</strong> die door hetgebruik van e<strong>en</strong> ander instrum<strong>en</strong>t vall<strong>en</strong>. Zeker waar de int<strong>en</strong>siteit van hetgebruik van e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t kan word<strong>en</strong> gevarieerd, 92 bestaat de optimale transactiewijzemeestal uit e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm van sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De marginalekost<strong>en</strong> van de inzet van e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t nem<strong>en</strong> veelal toe 93 met de mate waarinhet wordt ingezet. Dus word<strong>en</strong> in het optimum meestal meerdere instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ingezet. 94 M<strong>en</strong>gvorm<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> in deze omstandighed<strong>en</strong> de voorkeur.Alle<strong>en</strong> waar het gaat om de allocatie van beslissingsmacht help<strong>en</strong> radicale keuz<strong>en</strong>vaak om geloofwaardige delegatie van bevoegdhed<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijkeradicale keuze helpt hold-upproblem<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>. Hier ligt e<strong>en</strong> belangrijkemeerwaarde van privatisering bov<strong>en</strong> marktwerking binn<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong>sector.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>2.5.4 organisatiekeuze: planning of evolutie?124De strikte theorie <strong>over</strong> de keuze van organisatiewijze suggereert e<strong>en</strong> soortmathematische zekerheid. Bij iedere set van omstandighed<strong>en</strong> hoort schijnbaare<strong>en</strong> unieke optimale organisatiewijze. Hoogst<strong>en</strong>s wordt de bepaling van ditoptimum bemoeilijkt door onzekerheid <strong>over</strong> de omstandighed<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong><strong>over</strong>deze planmatige <strong>en</strong> deterministische theorie omtr<strong>en</strong>t de keuze van de optimaleorganisatievorm<strong>en</strong> staat e<strong>en</strong> amorfe werkelijkheid, waarin nauwelijks <strong>en</strong>ig planmatigheidvalt te ontwar<strong>en</strong> in de evolutie van instituties. De informatie <strong>over</strong> deprecieze omstandighed<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong> bepaalde taak moet word<strong>en</strong> uitgevoerd,is zeer incompleet. Dit geeft e<strong>en</strong> eerste aangrijpingspunt voor politiekepreoccupaties. Hiernaast is de optimale keuze mede afhankelijk van de positievan de beslissers t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de twee uitkomstcriteria, doelmatigheid <strong>en</strong>inkom<strong>en</strong>sverdeling. Wie sceptisch is t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>,zal weinig g<strong>en</strong>eigd zijn überhaupt <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> te definiër<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>ebeslisser zal <strong>over</strong>heidsingrijp<strong>en</strong> in de inkom<strong>en</strong>sverdeling e<strong>en</strong> hoger gewichttoek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dan de ander. Dit leidt tot doelincompleetheid <strong>en</strong> aldus ontstaatruimte voor politieke voorkeur<strong>en</strong>. Hierbij bestaat e<strong>en</strong> grote mate van institutionelehysterese: wat e<strong>en</strong>maal is ontstaan, zal niet snel verander<strong>en</strong>.Op het eerste gezicht heeft de planmatige theorie dus weinig te zegg<strong>en</strong> <strong>over</strong> deevolutionaire werkelijkheid. In navolging van Becker (1983) is onze stelling datook deze schijn bedriegt. De ontwikkeling van instituties wordt gedrev<strong>en</strong> doorde problem<strong>en</strong> waar zij teg<strong>en</strong> aan loopt. Waar de institutionele hysterese e<strong>en</strong> ooitgekoz<strong>en</strong> juridische vorm knelt, zal in de praktijk e<strong>en</strong> praktische oplossing word<strong>en</strong>gekoz<strong>en</strong>. Eerdere onvolkom<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> in de keuze van de juridische structuurword<strong>en</strong> door later ontwikkelde procedures gemitigeerd.De crux is dat de mogelijkhed<strong>en</strong> om bepaalde institutionele wijziging<strong>en</strong> door tevoer<strong>en</strong> wordt bepaald door de politieke steun. Die wijziging<strong>en</strong> waar alle<strong>en</strong> winnaarszijn <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verliezers (de zgn. Pareto-verbetering<strong>en</strong>), hebb<strong>en</strong> daarbij vanzelfsprek<strong>en</strong>dmeer kans op succes dan de wijziging<strong>en</strong> waarbij er naast winnaarsook verliezers zijn. Het limietgeval van deze b<strong>en</strong>adering, waarbij net zolang wijziging<strong>en</strong>word<strong>en</strong> doorgevoerd tot er ge<strong>en</strong> Pareto-verbetering<strong>en</strong> meer mogelijkzijn, correspondeert met onze planmatige theorie. E<strong>en</strong> anarchistisch evolutionairproces leidt om die red<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> eindresultaat dat niet erg ver verwijderd isvan de theorie. Die theorie biedt dus zowel e<strong>en</strong> positief kader voor analyse vande empirie, als e<strong>en</strong> normatief uitgangspunt voor de implem<strong>en</strong>tatie van verdereverbetering<strong>en</strong>.Hiermee is ook het criterium van de doelmatigheid niet langer e<strong>en</strong> exoge<strong>en</strong>gegev<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> <strong>en</strong>doge<strong>en</strong> resultaat van de theorie. Het strev<strong>en</strong> naar doelmatigheidis het resultaat van transacties tuss<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>,zowel markt als politieke transacties, waarbij ieder zijn eig<strong>en</strong> belang nastreeft.Anders dan de procedurele criteria behoeft het criterium van de doelmatigheidge<strong>en</strong> principiële, rechtsfilosofische verankering. Het eig<strong>en</strong>belang van de burger


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>is meer dan voldo<strong>en</strong>de drijfveer. Dat waar het allemaal om begonn<strong>en</strong> is, e<strong>en</strong>doelmatige voortbr<strong>en</strong>ging van welvaart, is in die zin vanzelfsprek<strong>en</strong>der dan deprocedures die dit tot stand moet<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.Blijft tot slot het criterium van doeltreff<strong>en</strong>dheid of (her)verdeling. Ook dit criteriumis <strong>en</strong>doge<strong>en</strong>. Inkom<strong>en</strong>sverdeling<strong>en</strong> zijn altijd zeer scheef naar links: er ise<strong>en</strong> relatief klein aantal zeer hoge inkom<strong>en</strong>s. Als gevolg van deze scheefheidverdi<strong>en</strong>t de mediane kiezer (die in system<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kelvoudige meerderhed<strong>en</strong> dedoorslag geeft) minder dan e<strong>en</strong> kiezer met het gemiddelde inkom<strong>en</strong>. Er is dusaltijd e<strong>en</strong> politieke markt voor herverdeling. De mediane kiezer heeft immerswat te winn<strong>en</strong> als inkom<strong>en</strong> wordt herverdeeld.Markt<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> niet (of slechts in bescheid<strong>en</strong> mate) in herverdeling. Er is dusaltijd e<strong>en</strong> reële politieke vraag naar herverdeling. Zeer veel <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>wordt uiteindelijk daardoor gemotiveerd. Als gevolg van Arrow’s onmogelijkheidstheoremakunn<strong>en</strong> tal van herverdelingsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> politiek stabiel zijn.De uitkomst is e<strong>en</strong> kwestie van coalitievorming. Dit is de romantiek van hetpolitieke metier. Ge<strong>en</strong> economische analyse zal deze romantiek tot e<strong>en</strong> uniekev<strong>en</strong>wicht kunn<strong>en</strong> reducer<strong>en</strong>. En juist die romantiek maakt de verhoudingpubliek-privaat zo belad<strong>en</strong>. 125


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>not<strong>en</strong>1261 Prof.dr. A.L. Bov<strong>en</strong>berg is hooglereaar Financieel-Economisch Beleid aan de ErasmusUniversiteit Rotterdam <strong>en</strong> hoogleraar Staathuishoudkunde, Algem<strong>en</strong>e Economie aan deKatholieke Universiteit Brabant. Prof.dr. C.N. Teulings is hoogleraar Arbeidseconomieaan de Erasmus Universiteit Rotterdam <strong>en</strong> directeur van het Tinberg<strong>en</strong>-instituut.2 Hier zijn de criteria gevolgd zoals die zijn gedefinieerd door de wrr. Het criterium‘doeltreff<strong>en</strong>dheid’ kan op meerdere manier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geïnterpreteerd. Ofwel het gaaterom dat de ding<strong>en</strong> die gedaan word<strong>en</strong>, ook werkelijke e<strong>en</strong> doel di<strong>en</strong><strong>en</strong>; in dat geval ligthet criterium vanuit economisch oogpunt id<strong>en</strong>tiek aan ‘doelmatigheid’. Ofwel het gaaterom dat <strong>over</strong>heidsinterv<strong>en</strong>tie terecht komt bij de burgers voor wie de interv<strong>en</strong>tiebedoeld is; in dat geval betreft het feitelijk e<strong>en</strong> verdelingscriterium. Logisch gezi<strong>en</strong> zijndoelmatigheid (dat is: Pareto-efficiëntie) <strong>en</strong> verdeling twee onafhankelijke criteria.Wij zull<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid interpreter<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> verdelingscriterium.3 Deze argum<strong>en</strong>tatie sluit nauw aan bij Hayek’s argum<strong>en</strong>t voor markt<strong>en</strong>. Hij b<strong>en</strong>adrukt datde planner de noodzakelijke informatie ontbeert om e<strong>en</strong> goed plan te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> datmarkt<strong>en</strong> deze informatie e<strong>en</strong>voudiger g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.4 Het optimale contract vereist dat de opdrachtgever zich ex ante (voordat de opdrachtnemerzich inspant) kan verplicht<strong>en</strong> het contract ook daadwerkelijk uit te voer<strong>en</strong>.Zolang de resultat<strong>en</strong> verifieerbaar zijn, kan de rechter e<strong>en</strong> dergelijk contract afdwing<strong>en</strong>.Par. 2.2.3 <strong>en</strong> 2.2.4 besprek<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> waarin de opdrachtgever zich niet kanbind<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> expliciet, verifieerbaar contract omdat de output niet contracteerbaar is.5 De gebrekkige meetbaarheid van onderhoud van kapitaalgoeder<strong>en</strong> verklaart waaromprestatiebeloning slechts e<strong>en</strong> marginale rol speelt in kapitaalint<strong>en</strong>sieve bedrijv<strong>en</strong>.6 Zelfs als informatie in principe verifieerbaar is, kan toch opportunisme dreig<strong>en</strong> omdathet afdwing<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> contract via het juridische systeem vaak e<strong>en</strong> kostbare zaak is.7 We gaan hier uit van de afwezigheid van ontslagbescherming. M<strong>en</strong> kan <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s lat<strong>en</strong>zi<strong>en</strong> dat ontslagbescherming verder ge<strong>en</strong> invloed heeft op de ess<strong>en</strong>tie van het probleem(zie MacLeod <strong>en</strong> Malcomson 1989).8 Dit is de zgn. theorie van effici<strong>en</strong>cy wages. Hoewel de term niet-verifieerbaarheid in hetklassieke artikel van Shapiro <strong>en</strong> Stiglitz (1984) <strong>over</strong> effici<strong>en</strong>cy wages niet voorkomt, is hetdoor h<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> effici<strong>en</strong>cy-wage-model feitelijk id<strong>en</strong>tiek aan het bestaan van nietverifieerbareinformatie.9 Het is bij subjectieve prestatiebeloning zelfs d<strong>en</strong>kbaar dat beide partij<strong>en</strong> oprecht (dus nietuit opportunistische <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>) van m<strong>en</strong>ing verschill<strong>en</strong> <strong>over</strong> de prestaties van deopdrachtnemer, omdat de criteria op grond waarvan de beoordeling plaats zal vind<strong>en</strong>,van tevor<strong>en</strong> niet objectief in e<strong>en</strong> impliciet contract zijn vast te stell<strong>en</strong>. Dit laatste gevalvan zgn. incomplete contract<strong>en</strong>, waarbij partij<strong>en</strong> bij het vaststell<strong>en</strong> van het contract nogge<strong>en</strong> volledige <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming hebb<strong>en</strong> bereikt <strong>over</strong> alle aspect<strong>en</strong> van de transactie,wordt besprok<strong>en</strong> in par. 2.2.4.10 Wel geldt binn<strong>en</strong> de onderneming dan weer het principal-ag<strong>en</strong>tprobleem: waarom zoude chef die verantwoordelijk is voor de prestatiebeoordeling, die beoordeling do<strong>en</strong> in<strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming met het bedrijfsbelang. Hij kan de discretionaire ruimte waar<strong>over</strong> hijbeschikt, gebruik<strong>en</strong> voor vri<strong>en</strong>djespolitiek, dat wil zegg<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> bate in plaats vant<strong>en</strong> bate van het bedrijf. Dit is niet voor niets de meest gehoorde klacht teg<strong>en</strong> subjectieveprestatiebeoordeling: het leidt tot bruinwerkerij <strong>en</strong> machtsmisbruik van de chef.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>11 Daar waar de functie van chef andere kwaliteit<strong>en</strong> vereist, kan er strijdigheid zijn tuss<strong>en</strong>de functionele voorkeur om de meest geschikte als chef te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de prestatiebeloningsvoorkeurom deg<strong>en</strong>e met de beste prestaties in de vorige functie te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>(zie Milgrom <strong>en</strong> Roberts 1992: 364).12 R<strong>en</strong>ts verschill<strong>en</strong> van quasi-r<strong>en</strong>ts. R<strong>en</strong>ts zijn de extra verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>de verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> in de beste alternatieve relatie bij het aangaan van de relatie. Quasi-r<strong>en</strong>ts,daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> betrekking op de extra verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> bij het voortbestaan van derelatie. Specifieke investering<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> r<strong>en</strong>ts <strong>en</strong> quasi-r<strong>en</strong>ts.13 Het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme werkt niet goed als de vrager de kwaliteit van de aangebod<strong>en</strong>goeder<strong>en</strong> niet goed kan beoordel<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>k aan gezondheidszorg). In feite is er dansprake van e<strong>en</strong> ‘missing market’ voor kwaliteit, waardoor de goeder<strong>en</strong> met goede kwaliteituit de markt word<strong>en</strong> gedrukt door goeder<strong>en</strong> met slechte kwaliteit. Dit proces staatbek<strong>en</strong>d als adverse selection.14 Dit is in feite wat er gebeurt in het principal-ag<strong>en</strong>tmodel, behandeld in par. 2.2.2.Het ex-ante contract hoeft nooit de word<strong>en</strong> heronderhandeld <strong>en</strong> is geloofwaardig.De opdrachtgever kan de r<strong>en</strong>ts naar zich toetrekk<strong>en</strong>, omdat er ex ante vele opdrachtnemersbeschikbaar zijn.15 Deze contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> impliciet zijn wanneer reputatiemechanism<strong>en</strong> het contractgeloofwaardig mak<strong>en</strong>. In dat geval hoeft de rechter er niet aan te pas te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoeftde output niet verifieerbaar (maar wel observeerbaar voor de contractpartij<strong>en</strong>) te zijn.Zie hiervoor ook par. 2.2.7. Als contract<strong>en</strong> door de rechter moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>,speelt het geweldsmonopolie van de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> rol. De basisvoorzi<strong>en</strong>ing van ditgeweldsmonopolie is dus moeilijk te contracter<strong>en</strong>, omdat e<strong>en</strong> contract waarin de <strong>over</strong>heiddit monopolie uitbesteed aan de particuliere sector niet afdwingbaar is.16 De precieze besluitvormingsruimte in elke ev<strong>en</strong>tualiteit kan <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s vaak niet ex anteword<strong>en</strong> vastgesteld. Dit geldt met name als er vele complexe, incomplete contract<strong>en</strong>bestaan waarbij vele partij<strong>en</strong> zijn betrokk<strong>en</strong>. Autoriteit is dus niet altijd e<strong>en</strong>duidig gedefinieerd,hetge<strong>en</strong> tot conflict<strong>en</strong> kan leid<strong>en</strong> <strong>over</strong> wie welke besluit<strong>en</strong> mag nem<strong>en</strong>.17 Incomplete contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook zelfhandhav<strong>en</strong>d zijn door het reputatie mechanism<strong>en</strong>.Deze categorie valt in deze paragraaf onder zelfhandhav<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong>.18 Behalve in par. 2.2.8.d, waar we veronderstell<strong>en</strong> dat er veel kopers zijn.19 Par. 2.2.8.d illustreert de informatieg<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>de capaciteit van concurr<strong>en</strong>tie in e<strong>en</strong>situatie met veel verkopers <strong>en</strong> veel kopers.20 Indi<strong>en</strong> wij sprek<strong>en</strong> <strong>over</strong> de informatie <strong>over</strong> input, dan bedoel<strong>en</strong> wij zowel het aantalgewerkte ur<strong>en</strong>, de inzet per uur als de kost<strong>en</strong> (c.q. waardering door verkoper van deinput). Bij informatie <strong>over</strong> de output gaat het om de bat<strong>en</strong> (d.w.z. de waardering door dekoper van de output).21 Onder bepaalde voorwaard<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderhandeling<strong>en</strong> onder scheve informatie tochefficiënt zijn zolang e<strong>en</strong> van de twee partij<strong>en</strong> volledig geïnformeerd is. Dit geval vanzog<strong>en</strong>aamde Coasian dynamics doet zich voor wanneer de ongeïnformeerde partij zich inhet geheel niet kan bind<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> bepaalde onderhandelingspositie. In dit geval resulteerthet informatievoordeel van de geïnformeerde partij <strong>en</strong>doge<strong>en</strong> in volledige onderhandelingsmachtvoor deze partij waardoor deze partij alle r<strong>en</strong>ts naar zich toe kan trekk<strong>en</strong>(zie Fud<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> Tirole 1992: par. 10.2). In dat geval hoeft er dus van tevor<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>contract geslot<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> efficiënte uitkomst te kom<strong>en</strong>. Wij acht<strong>en</strong> ditresultaat echter meer van theoretisch dan van praktisch belang. Ongetwijfeld zal de127


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>128geïnformeerde partij via Coasian dynamics e<strong>en</strong> deel van de onderhandelingsmacht naarzich toe trekk<strong>en</strong>, maar niet alle.22 Andere red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom contract<strong>en</strong> te preferer<strong>en</strong> zijn bov<strong>en</strong> vrije onderhandeling<strong>en</strong> zijnverzekering (zie par. 2.2.8.c) <strong>en</strong> specifieke investering<strong>en</strong> (zie par. 2.2.8.d).23 Hall <strong>en</strong> Lazear (1984) hebb<strong>en</strong> de relatieve efficiëntie van e<strong>en</strong> veilingmarkt <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>devaste (complete) contract<strong>en</strong> uitgebreid geanalyseerd. Afhankelijk van de specifiekeafsprak<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> compleet contract kan er te veel of te weinig handel optred<strong>en</strong>.24 Zelfs wanneer informatie ex post asymmetrisch is (maar wel ex ante specificeerbaar),zijn efficiënte complete contract<strong>en</strong> mogelijk, als deze contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong>voordat de (scheve) informatie beschikbaar komt. Dergelijke contract<strong>en</strong> (het zgn.agv-mechanisme) zijn echter nogal gecompliceerd (zie Fud<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> Tirole 1992: 273)<strong>en</strong> Tirole 1989: 24, voetnoot 29). Niet alle<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t de verdeling van de onzekerheidex ante bek<strong>en</strong>d te zijn, ook di<strong>en</strong>t de informatie ex post te word<strong>en</strong> doorgegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong>derde partij <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t het te lever<strong>en</strong> goed ex ante precies gespecificeerd te word<strong>en</strong>(complete informatie). Wij acht<strong>en</strong> deze contract<strong>en</strong> dan ook meer van theoretisch dan vanpraktisch belang.25 Wanneer de schokk<strong>en</strong> gecorreleerd zijn tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de verkopers, kan de marktook help<strong>en</strong> bij het verzeker<strong>en</strong> van de verkopers. In dit geval kan maatstafconcurr<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>amelijk informatie verschaff<strong>en</strong> <strong>over</strong> de schokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee de input.26 E<strong>en</strong> alternatieve veronderstelling is dat er ex ante ge<strong>en</strong> scheve informatie is <strong>over</strong> de input<strong>en</strong> de output.27 Zelfs zonder reputatie kunn<strong>en</strong> incomplete contract<strong>en</strong> zo gestructureerd word<strong>en</strong> dat zede verkopers investering<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>. Dit vereist wel e<strong>en</strong> bepaalde structuur voorde heronderhandeling<strong>en</strong> (zie MacLeod <strong>en</strong> Malcomson 1993) of norm<strong>en</strong> (zie Hartog <strong>en</strong>Teulings 1997).28 Onder specifieke veronderstelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderhandeling<strong>en</strong> tot efficiënte resultat<strong>en</strong>leid<strong>en</strong> zolang e<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> volledig is geïnformeerd. Dit is het geval wanneer deongeïnformeerde partij zich in het geheel niet kan bind<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> bepaalde onderhandelingspositie.In dit geval van zgn. Coasian dynamics kan de geïnformeerde partij alle r<strong>en</strong>tsnaar zich toe trekk<strong>en</strong>. De geïnformeerde partij heeft daarom de prikkel om de waarde vande relatie te maximer<strong>en</strong>. Onderhandeling<strong>en</strong> zijn ook efficiënt als partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> contract kunn<strong>en</strong>sluit<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat er nog symmetrische informatie is (zie par. 2.2.8). In datgeval kunn<strong>en</strong> ze de ex-post onderhandelingsmacht ex ante toewijz<strong>en</strong> aan de geïnformeerdepartij (<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> ze dus niet te vertrouw<strong>en</strong> op Coasian dynamics om dit te do<strong>en</strong>).29 Wanneer de <strong>over</strong>heid als koper de optimalisatie van de maatschappelijke welvaartnastreeft, is concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de verkopers voldo<strong>en</strong>de om efficiëntie te bereik<strong>en</strong>. In ditgeval g<strong>en</strong>ereert concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> verkopers informatie <strong>over</strong> de waardering van deinput. De <strong>over</strong>heid zal haar marktmacht niet t<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> bate uitbuit<strong>en</strong> maar gebruik<strong>en</strong> omde welvaart voor de maatschappij als geheel te maximer<strong>en</strong>.30 De particuliere partij moet erop kunn<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> dat de rechterlijke macht de <strong>over</strong>heidaanspreekt op het ev<strong>en</strong>tueel niet nakom<strong>en</strong> van haar contractuele verplichting<strong>en</strong>.De scheiding van de rechterlijke <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de macht is in dit verband van groot belangomdat het de onpartijdigheid van de rechterlijke macht waarborgt.31 Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vaak geassocieerd met residuele recht<strong>en</strong> op inkom<strong>en</strong> in plaatsvan residuele beslissingsbevoegdheid. In het kader van het wrr-project <strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong><strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> gaat het vooral om residuele beslissingsbevoegdhed<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Dit concept van eig<strong>en</strong>dom is ook theoretisch het meest robuuste concept (zie Hart 1995:par. 3.4) dat ook e<strong>en</strong> aantal red<strong>en</strong><strong>en</strong> geeft waarom residuele beslissingsrecht<strong>en</strong> vaakgekoppeld zijn aan residuele recht<strong>en</strong> op inkom<strong>en</strong>. Ook Holmstrom <strong>en</strong> Tirole (1989)stell<strong>en</strong> dat het toewijz<strong>en</strong> van residuele beslissingsbevoegdheid aan e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>t vaak de<strong>en</strong>ige manier is om deze ag<strong>en</strong>t te lat<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> van residueel inkom<strong>en</strong> (d.w.z. inkom<strong>en</strong>dat niet in contract<strong>en</strong> is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>).32 Voor de optimale afweging tuss<strong>en</strong> flexibiliteit <strong>en</strong> commitm<strong>en</strong>t, zie Dixit (1995, par. 2.3.1).33 Vaak is er hierbij <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> feitelijke <strong>en</strong> formele zelfstandigebevoegdhed<strong>en</strong> (zie ook Aghion <strong>en</strong> Tirole 1997). In de praktijk hangt het vaak af van dereputatie van de verzelfstandigde e<strong>en</strong>heid, de informatievoorsprong van de verzelfstandigee<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> de politieke gevoeligheid van de betreff<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> taak of de e<strong>en</strong>heidveel autonomie verwerft. Verder is er ook binn<strong>en</strong> hiërarchieën meestal sprake van delegatievan bevoegdhed<strong>en</strong>, zeker binn<strong>en</strong> professionele organisaties. Ontwikkeling<strong>en</strong> op hetterrein van de ict leid<strong>en</strong> ertoe dat binn<strong>en</strong> hiërarchieën steeds meer gebruik gemaaktwordt van andere sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dan formeel gezag (verticale sturing), bijvoorbeeldprofessionele norm<strong>en</strong>, concurr<strong>en</strong>tie op interne arbeidsmarkt<strong>en</strong> <strong>en</strong> contract<strong>en</strong>.34 Maatstafconcurr<strong>en</strong>tie wordt b<strong>en</strong>ut om de <strong>publieke</strong> uitvoerders te stur<strong>en</strong> maar dit vereistwel goede meetbaarheid van de output <strong>en</strong> meerdere uitvoerders.35 De <strong>over</strong>heid kan gedelegeerde bevoegdhed<strong>en</strong> in principe altijd weer terugnem<strong>en</strong>, zij hetmet zekere kost<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van verlies aan reputatie <strong>en</strong> betrouwbaarheid. Vaak zijn deomstandighed<strong>en</strong> waarin de <strong>over</strong>heid in kan grijp<strong>en</strong> in de bedrijfsvoering van de verzelfstandigdeorgan<strong>en</strong> niet precies omschrev<strong>en</strong>, zodat er de nodige ruimte is voor interpretatie.Vaak hangt de feitelijke ‘onafhankelijkheid’ van de verzelfstandigde organisatie af vande wijze waarop het orgaan in de praktijk functioneert.36 Daar staat teg<strong>en</strong><strong>over</strong> dat bij <strong>private</strong> uitvoering de <strong>over</strong>namedreiging op financiële markt<strong>en</strong>e<strong>en</strong> extra instrum<strong>en</strong>t is om het managem<strong>en</strong>t te discipliner<strong>en</strong>. Ook di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong>bedacht dat de <strong>over</strong>heid via andere instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere discretionaire bevoegdheidhoudt om in te grijp<strong>en</strong> in de particuliere bedrijfsvoering (d<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan de reguleringvan particuliere monopolies <strong>en</strong> het mededingingsbeleid). Het betreft dan echtervaak vrij g<strong>en</strong>erieke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De betreff<strong>en</strong>de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn ook gerestricteerdvanwege hoge politieke kost<strong>en</strong>.37 Het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme beperkt zich niet tot de goeder<strong>en</strong>markt. Bij particulierebedrijv<strong>en</strong> is er in principe ook concurr<strong>en</strong>tie op de kapitaalmarkt, waarbij slecht functioner<strong>en</strong>debedrijv<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>over</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Verder kan er sprake zijn van concurr<strong>en</strong>tieom de markt in plaats van op de markt. T<strong>en</strong> slotte speelt concurr<strong>en</strong>tie op de(interne of externe) arbeidsmarkt e<strong>en</strong> rol.38 In teg<strong>en</strong>stelling tot de manager van e<strong>en</strong> particulier bedrijf kan de <strong>over</strong>heid ook voor hetsturingsinstrum<strong>en</strong>t van wet- <strong>en</strong> regelgeving kiez<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>als bij contract<strong>en</strong> legt de <strong>over</strong>heidzich hierbij voor langere tijd vast waarbij de <strong>private</strong> partij binn<strong>en</strong> de randvoorwaard<strong>en</strong>van de wet- <strong>en</strong> regelgeving (residuele) beslissingsbevoegdheid heeft.39 Naast deze argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn er argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om de huidige <strong>over</strong>heidsorganisatie in standte houd<strong>en</strong>. De status quo heeft e<strong>en</strong> optiewaarde omdat alle verandering<strong>en</strong> waarbijverwachting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geschond<strong>en</strong>, kostbaar zijn. Zo moet<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> recht<strong>en</strong> van debestaande organisatie vaak word<strong>en</strong> afgekocht. Verder gaan reorganisaties vaak gepaardmet niet-voorzi<strong>en</strong>e kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong>. Daar staat teg<strong>en</strong><strong>over</strong> dat reorganisaties meestalnieuwe informatie g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>over</strong> efficiënte organisatiestructur<strong>en</strong>.129


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>13040 Dit veronderstelt dat alle partij<strong>en</strong> dezelfde mate van risicoaversiteit hebb<strong>en</strong> (voor deinvloed van risico, zie pa. 2.3.4). Het veronderstelt ook dat contract<strong>en</strong> <strong>over</strong> eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>door de rechter (of via het reputatiemechanisme) kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>.Is dit niet het geval, dan dreigt het gevaar dat deg<strong>en</strong>e die de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> heeft<strong>over</strong>gedrag<strong>en</strong> de waarde van de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> opstrijkt om zich vervolg<strong>en</strong>s te onttrekk<strong>en</strong>aan het contract (zie ook par. 2.2.3).Onder specifieke omstandighed<strong>en</strong> hoeft de beslissingsbevoegdheid niet expliciet via hetverhandel<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> aan de geïnformeerde partij te word<strong>en</strong> toegedeeldmaar valt alle onderhandelingsmacht <strong>en</strong>odoge<strong>en</strong> toe aan de geïnformeerde partij. Dit ishet geval wanneer de ongeïnformeerde partij zich in het geheel niet kan bind<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong>bepaalde onderhandelingspositie. In dat geval (van de zgn. Coasian dynamics) resulteerthet informatievoordeel van de geïnformeerde partij <strong>en</strong>doge<strong>en</strong> in volledige onderhandelingsmacht.41 Wanneer partij<strong>en</strong> met elkaar kunn<strong>en</strong> onderhandel<strong>en</strong> voordat e<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong>informatievoordeel verwerft, kunn<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> ook tot e<strong>en</strong> efficiënte uitkomst kom<strong>en</strong>door het sluit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> contract, zelfs als beide partij<strong>en</strong> later e<strong>en</strong> informatievoordeelzull<strong>en</strong> verkrijg<strong>en</strong> (zie Fud<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> Tirole 1989). Dit zgn. agv-contract, waarbij e<strong>en</strong>derde partij e<strong>en</strong> rol speelt, is echter uitermate gecompliceerd <strong>en</strong> staat op gespann<strong>en</strong> voetmet bounded rationality <strong>en</strong> incomplete contract<strong>en</strong>.42 Wanneer er sprake is van connectedness bij de uitvoering van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> zijn beleidsvorming<strong>en</strong> beleidsuitvoering nauw met elkaar verbond<strong>en</strong>.43 Het aanbod van de <strong>publieke</strong> goeder<strong>en</strong> kan <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s in principe wel word<strong>en</strong> uitbesteedaan de particuliere sector.44 De activiteit<strong>en</strong> gericht op herverdeling zijn onderdeel van deze influ<strong>en</strong>ce costs. Als dezeactiviteit<strong>en</strong> succes hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> er inefficiënte beslissing<strong>en</strong> uit voortvloei<strong>en</strong>.Voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn e<strong>en</strong> te groot ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat, waarin te weinig prestatiesword<strong>en</strong> geleverd <strong>en</strong> te hoge lon<strong>en</strong> word<strong>en</strong> betaald. De hiermee gepaard gaande kost<strong>en</strong>zijn ook deel van de influ<strong>en</strong>ce costs.45 Democratische legitimatie is van belang als burgers niet <strong>over</strong> de ‘exit’-optie beschikk<strong>en</strong>(d.w.z. ze hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> keuze tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de alternatiev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> transparantemarkt met meerdere aanbieders). Zonder ‘exit’ is ‘voice’ gebod<strong>en</strong> bij het discipliner<strong>en</strong> vanpolitici <strong>en</strong> de aanbieders van <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Zo is onder beperkte internationalemobiliteit (waarbij de burgers niet met de voet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong>) het ‘voice’-mechanism<strong>en</strong>odig bij verticale sturingsmechanism<strong>en</strong>, zoals wet- <strong>en</strong> regelgeving <strong>en</strong> residuele<strong>publieke</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>.46 In dit kader is er veel voor te zegg<strong>en</strong> om Schiphol <strong>en</strong> de Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong> geheelte privatiser<strong>en</strong>.47 Wanneer reputatie-effect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ook dec<strong>en</strong>trale partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong> bij het internaliser<strong>en</strong> van externe effect<strong>en</strong> op andere partij<strong>en</strong>.48 Zie Shapiro <strong>en</strong> Willig (1990). Dit paper veronderstelt dat de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid betergeïnformeerd is <strong>over</strong> externe effect<strong>en</strong> dan het dec<strong>en</strong>trale niveau.49 Dit veronderstelt dat partij<strong>en</strong> dezelfde mate van risicoaversiteit k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Voor de invloedvan risico, zie par. 2.3.4. Het verdel<strong>en</strong> van (ex-post) zegg<strong>en</strong>schap (of onderhandelingsmacht)op grond van het belang van niet-contracteerbare investering<strong>en</strong> staat in de literatuur<strong>over</strong> (niet-contracteerbare) zoekactiviteit<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt bek<strong>en</strong>d als deHosios-conditie.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>50 Het contract <strong>over</strong> de <strong>over</strong>dracht van eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> moet wel afdwingbaar zijn.Anders bestaat het gevaar dat de partij die de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>over</strong>draagt, zich aan hetcontract onttrekt nadat hij comp<strong>en</strong>satie heeft ontvang<strong>en</strong>.51 Door de investering binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hiërarchie te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> krijgt de gebruiker betere informatie<strong>over</strong> de kost<strong>en</strong> van deze investering. De beslissingsbevoegdheid (het eig<strong>en</strong>domsrecht)heeft dus consequ<strong>en</strong>ties voor de beschikbare informatie (zie ook par. 2.3.5). Als degebruiker ook zonder verticale integratie zicht krijgt op de kost<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> volledig contracte<strong>en</strong> alternatief, althans voorz<strong>over</strong> deze kost<strong>en</strong> verifieerbaar zijn. De gebruiker kanzich dan immers in e<strong>en</strong> contract verplicht<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van de investering voor zijn rek<strong>en</strong>ingte nem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> hiërarchie heeft dus meerwaarde als het meer informatie g<strong>en</strong>ereert(zie par. 2.3.5). Verder is het soms mogelijk binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hiërarchie gebruik te mak<strong>en</strong> vanniet-verifieerbare informatie (zie ook par. 2.2.3).52 Dit probleem kan word<strong>en</strong> verminderd door complete, geloofwaardige contract<strong>en</strong> te sluit<strong>en</strong>op de output (zie par. 2.2.2) of door de input beter te monitor<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong> met subjectieveperformance-meting (par. 2.2.3). In veel gevall<strong>en</strong> zijn complete contract<strong>en</strong> echterniet mogelijk doordat de aard van de output ex ante niet goed te definiër<strong>en</strong> is of ex postniet goed te met<strong>en</strong>. Subjectieve performance-meting is ook problematisch <strong>en</strong> vereistr<strong>en</strong>ts (reputatie).53 E<strong>en</strong> ander voorbeeld zijn de Spoorweg<strong>en</strong> (zie par. 2.4.3, voorbeeld 1) waarbij ook specifiekekapitaalgoeder<strong>en</strong> aan de orde zijn, die bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> sterk complem<strong>en</strong>tair zijn.54 Voor de soortgelijke contractuele problem<strong>en</strong> bij het uitbested<strong>en</strong> van het gevang<strong>en</strong>iswez<strong>en</strong>,zie o.a. Domberger <strong>en</strong> J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (1997) <strong>en</strong> Brealey, Cooper <strong>en</strong> Habib (1997).55 Het toedel<strong>en</strong> van zegg<strong>en</strong>schap aan de uitvoerder zal vaak niet geloofwaardig zijn als de<strong>over</strong>heid de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> ex ante niet goed kan definiër<strong>en</strong>. De uitvoerder anticipeertdat de <strong>over</strong>heid later toch, ondanks de beloft<strong>en</strong> in het contract, zal pog<strong>en</strong> de ‘gat<strong>en</strong>’ in hetcontract uit te buit<strong>en</strong> om invloed te verwerv<strong>en</strong>. In het licht van dit politieke risico zal deuitvoerder of e<strong>en</strong> hoge prijs (risicopremie) vrag<strong>en</strong> voor het contract of terughoud<strong>en</strong>d zijnbij het pleg<strong>en</strong> van specifieke investering<strong>en</strong>.56 De verifieerbaarheid van de output is niet noodzakelijk in impliciete contract<strong>en</strong>(zie par. 2.3.3). In dit geval volstaat dat de investeerder de output kan observer<strong>en</strong>.Zonder specifieke investering<strong>en</strong> is contracteerbaarheid (<strong>en</strong> dus verifieerbaarheid) inhet geheel niet noodzakelijk, omdat kan word<strong>en</strong> vertrouwd op het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme:de markt g<strong>en</strong>ereert informatie <strong>over</strong> de output.57 Dit is in feite het principal-ag<strong>en</strong>tmodel uit par. 2.2.1, waarbij de ag<strong>en</strong>t risiconeutraal is.De ag<strong>en</strong>t levert input zolang de kost<strong>en</strong> hiervan lager ligg<strong>en</strong> dan de geproduceerde output.58 Dit kan e<strong>en</strong> nadeel zijn wanneer de <strong>over</strong>heid de afnemer is <strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid liever ge<strong>en</strong>r<strong>en</strong>ts in de hand<strong>en</strong> van de investeerder laat. De <strong>over</strong>heid zal dan liever de kost<strong>en</strong> vergoed<strong>en</strong>,hetge<strong>en</strong> echter negatieve effect<strong>en</strong> heeft op de prikkels voor kost<strong>en</strong>reductie zolang dekost<strong>en</strong> niet-verifieerbaar zijn. Dit komt neer op het vergoed<strong>en</strong> van kost<strong>en</strong> in plaats vanhet reguler<strong>en</strong> van de prijs. De verwachte waarde van de r<strong>en</strong>ts kunn<strong>en</strong> <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s voor hetaangaan van het contract word<strong>en</strong> verhandeld. Als er dan concurr<strong>en</strong>tie bestaat tuss<strong>en</strong>meerdere risiconeutrale investeerders, kan de <strong>over</strong>heid de gehele verwachte r<strong>en</strong>t naarzich toetrekk<strong>en</strong>.59 In het model van Hart e.a. (1997) is het dan ook optimaal om <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> uit te bested<strong>en</strong>wanneer de kwaliteit van de output goed te contracter<strong>en</strong> is.131


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>13260 Wilson (1989) maakt in dit verband e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong><strong>over</strong>heidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> op basis van de meetbaarheid van input (de ‘prestaties’) <strong>en</strong> output(de effect<strong>en</strong> op de <strong>publieke</strong> doel<strong>en</strong>). Bij zgn. productiedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> is zowel de input als deoutput meetbaar, bij de procedurele di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de input, bij de ‘craft’ organisatiesalle<strong>en</strong> de output <strong>en</strong> bij de ‘coping’ organisaties ge<strong>en</strong> van beide.61 Dit veronderstelt e<strong>en</strong> risiconeutrale uitvoerder. In het principal-ag<strong>en</strong>tmodel vereist outputsturingwel verifieerbaarheid van de output om e<strong>en</strong> risicoaverse ag<strong>en</strong>t te kunn<strong>en</strong> verzeker<strong>en</strong>.Verifieerbaarheid is <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s vaak wel nodig als de <strong>over</strong>heid (i.p.v. de burgers)de uiteindelijke vrager is van de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Europese aanbestedingsregels vereis<strong>en</strong> vaakdat <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> objectieve (verifieerbare) red<strong>en</strong><strong>en</strong> gev<strong>en</strong> waarom ze in zee gaan met e<strong>en</strong>bepaalde aanbieder. Hier komt nog bij dat de <strong>over</strong>heid vaak naast concurr<strong>en</strong>tie nogandere sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> wet- <strong>en</strong> regelgeving, moet inzett<strong>en</strong> om<strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> te waarborg<strong>en</strong>. Om deze contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> wet- <strong>en</strong> regelgeving te kunn<strong>en</strong>handhav<strong>en</strong> moet informatie <strong>over</strong> de output vaak verifieerbaar zijn.62 E<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong>de internationale kapitaalmarkt kan risico’s echter in principebeter diversifiër<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan via het prijsmechanisme het risico in principe efficiënterword<strong>en</strong> verdeeld (zie van Ewijk <strong>en</strong> Vollaard 1999). Deze argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> uitbestedingvan <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dus minder relevant naarmate internationalekapitaalmarkt<strong>en</strong> efficiënter word<strong>en</strong>.63 Aan het einde van deze paragraaf besprek<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal mechanism<strong>en</strong> waardoor uitbesteding<strong>en</strong> het deleger<strong>en</strong> van bevoegdhed<strong>en</strong> tot meer informatie kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.64 Het ontvlecht<strong>en</strong> van de moeilijk contracteerbare <strong>publieke</strong> taak van de wel contracteerbare<strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> kan ook kostbaar zijn vanwege hoge transactiekost<strong>en</strong>. Zie bijv.par. 2.4.2.a, voorbeeld<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 3 alsmede par. 2.4.3.65 Hierdoor kunn<strong>en</strong> ook de influ<strong>en</strong>ce costs afnem<strong>en</strong>. Zie par. 2.3.2.66 Hiernaast kan het deleger<strong>en</strong> van bevoegdhed<strong>en</strong> de uitvoerder e<strong>en</strong> grotere prikkel gev<strong>en</strong>informatie te verzamel<strong>en</strong> (zie Aghion <strong>en</strong> Tirole 1997). De uitvoerder heeft namelijk meerbelang bij het verzamel<strong>en</strong> van informatie als de <strong>over</strong>heid de ag<strong>en</strong>t de bevoegdheid geeftdeze informatie t<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> bate te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>.67 Reputatie kan alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgebouwd met incomplete contract<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> deze contract<strong>en</strong>lat<strong>en</strong> namelijk ruimte voor discretionaire beslissingsbevoegdheid.68 Hierteg<strong>en</strong><strong>over</strong> staat dat het in e<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de markt moeilijker is e<strong>en</strong> reputatie op tebouw<strong>en</strong> (zie hierna). Ook resulteert meer concurr<strong>en</strong>tie vaak in e<strong>en</strong> kortere tijdshorizonomdat aanbieders e<strong>en</strong> grotere kans hebb<strong>en</strong> failliet te gaan.69 Het reputatiemechanisme kan niet goed functioner<strong>en</strong> als Europese aanbestedingsregeling<strong>en</strong>de <strong>over</strong>heid dwing<strong>en</strong> om aanbesteding<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> op objectieve criteria (d.w.z. opgrond van verifieerbare informatie) te beoordel<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid kan de reputatie van e<strong>en</strong>aanbieder dan niet of nauwelijks lat<strong>en</strong> meeweg<strong>en</strong> zodat aanbieders weinig prikkels hebb<strong>en</strong>om e<strong>en</strong> goede reputatie op te bouw<strong>en</strong>.70 Het model van Hart et al. (1997) houdt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing met reputaties zodat alle<strong>en</strong> <strong>publieke</strong>eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> de niet-contracteerbare belang<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid kunn<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>.71 Houders van Russische obligaties zijn zich inmiddels bewust van de betrekkelijkheid vandit argum<strong>en</strong>t.72 Zonder externe effect<strong>en</strong> van onderwijs ligt het <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet erg voor de hand dat de<strong>over</strong>heid herverdeelt via het onderwijs in plaats van via ongebond<strong>en</strong> <strong>over</strong>dracht<strong>en</strong>(door het belastingstelsel).


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>73 Als onderwijsactiviteit<strong>en</strong> moeilijk te scheid<strong>en</strong> zijn van andere activiteit<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>k aan hetgebruik van schoolgebouw<strong>en</strong> voor naschoolse opvang) is deze eis niet e<strong>en</strong>voudig te contracter<strong>en</strong>.74 Het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme is goed in het waarborg<strong>en</strong> van rechtsgelijkheid, d.w.z. hetgelijk behandel<strong>en</strong> van gelijke gevall<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die zich ongelijk behandeld voel<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong>immers stemm<strong>en</strong> met de voet<strong>en</strong>. De markt leidt echter niet tot de politiek gew<strong>en</strong>steongelijke behandeling van ongelijke gevall<strong>en</strong>. Om r<strong>en</strong>ts tuss<strong>en</strong> ongelijke gevall<strong>en</strong> te herverdel<strong>en</strong>is politieke interv<strong>en</strong>tie noodzakelijk. In feite gaat het hier om het bepal<strong>en</strong> van deomvang van e<strong>en</strong> voucher. De markt leidt tot neutraliteit <strong>en</strong> onpartijdigheid maar bereiktzonder <strong>over</strong>heidsinterv<strong>en</strong>tie niet de gew<strong>en</strong>ste hoeveelheid partijdigheid.75 Concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de particuliere uitvoerders maakt het uitbested<strong>en</strong> van<strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> aan de particuliere sector meestal aantrekkelijker omdat het de druk opcontract<strong>en</strong> vermindert. Er hoev<strong>en</strong> vaak minder zak<strong>en</strong> in contract<strong>en</strong> geregeld te word<strong>en</strong>als burgers kunn<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong> met de voet<strong>en</strong> (zie het voorbeeld van het onderwijs inpar. 2.4.2). Concurr<strong>en</strong>tie is echter voldo<strong>en</strong>de noch noodzakelijk voor optimaliteit vanuitbesteding. Ook onder concurr<strong>en</strong>tie di<strong>en</strong><strong>en</strong> vaak bepaalde <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> gecontracteerdte word<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>k aan het voorkom<strong>en</strong> van selectie). Als dit moeilijk is, kan <strong>publieke</strong>voortbr<strong>en</strong>ging de voorkeur hebb<strong>en</strong>. Ook zonder concurr<strong>en</strong>tie kan particuliere voortbr<strong>en</strong>gingoptimaal zijn als de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> goed contracteerbaar zijn maar de input in hetproductieproces niet (zie par. 2.3.3).76 Het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme werkt bij de sociale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> echter minder goed danbij sociale verzekering<strong>en</strong> (zie hierna bij de wao).77 Dit vereist wel e<strong>en</strong> transparante markt (symmetrische informatie) <strong>en</strong> het ontbrek<strong>en</strong> vanveel specifieke investering<strong>en</strong>. Verder kan het reputatiemechanisme niet volledig word<strong>en</strong>b<strong>en</strong>ut als Europese aanbestedingsregeling<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid niet toestaan om op grond vanniet-verifieerbare informatie aanbieders te selecter<strong>en</strong>.78 Er is vaak e<strong>en</strong> spanning tuss<strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s om process<strong>en</strong> steeds maar weer te kunn<strong>en</strong> bijstur<strong>en</strong>via het politieke proces (e<strong>en</strong> vorm van democratische legitimiteit) <strong>en</strong> rechtszekerheid.Meer bijsturing resulteert vaak in minder rechtszekerheid.79 De ict kan ook help<strong>en</strong> bij het contracter<strong>en</strong> van specifieke kwaliteitseis<strong>en</strong>.80 Soortgelijke oplossing<strong>en</strong> voor het (adverse) selection-probleem zijn ook voor de gezondheidszorgontworp<strong>en</strong>, zie bijv. Enthov<strong>en</strong> (1988).81 Wel kan er via het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme selectie optred<strong>en</strong>. De goede risico’s kunn<strong>en</strong>zich in pools ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong>, die kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> harde uitvoerder.82 De verticale integratie van keur<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzeker<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> organisatie lijkt veel op deintegratie tuss<strong>en</strong> zorgaanbieders <strong>en</strong> zorgverzekeraars (zie par. 2.4.2, voorbeeld 2).In beide gevall<strong>en</strong> is de verticale integratie erop gericht transactiekost<strong>en</strong> (als gevolg vanasymmetrische informatie) te verminder<strong>en</strong>, waardoor de verticaal geïntegreerde organisatiebeter e<strong>en</strong> sterke concurr<strong>en</strong>tiepositie kan opbouw<strong>en</strong>.83 Hier is sprake van e<strong>en</strong> trade-off. De <strong>over</strong>heid kan de democratische legitimatie bevorder<strong>en</strong>door de uitvoering aan zich te houd<strong>en</strong> om zo het proces op elk mom<strong>en</strong>t te kunn<strong>en</strong>bijstur<strong>en</strong>. Dit impliceert echter dat er sprake is van e<strong>en</strong> exclusieve aanbieder waardoorm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet met de voet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong>. Er is dan dus minder democratischelegitimatie via het concurr<strong>en</strong>tiemechanisme.133


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>13484 Overig<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> de Spoorweg<strong>en</strong> wel te mak<strong>en</strong> met concurr<strong>en</strong>tie van andere vervoersmiddel<strong>en</strong>(m.n. de auto). Mede door haar zwakke concurr<strong>en</strong>tiepositie t<strong>en</strong> opzichte van deauto zijn de Spoorweg<strong>en</strong> tot op hed<strong>en</strong> niet in staat geblek<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>de exploitatiete kom<strong>en</strong>, zeker indi<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> wordt met de kost<strong>en</strong> van de infrastructuur.85 Het technische argum<strong>en</strong>t verliest geleidelijk zijn geldigheid omdat rek<strong>en</strong>ingrijd<strong>en</strong> inmiddelstechnisch haalbaar is.86 Het model in Hart et al. (1997) formaliseert deze afweging<strong>en</strong>. Het opgev<strong>en</strong> van residuelebeslissingsmacht door de <strong>over</strong>heid is aantrekkelijk als de <strong>over</strong>heid de uitvoerder via contract<strong>en</strong>goed kan stur<strong>en</strong> <strong>en</strong> wanneer niet-verifieerbare activiteit<strong>en</strong> (zoals ondernemerschap<strong>en</strong> innovatie) van de uitvoerder belangrijk zijn.87 Het nadeel van dergelijke subsidies is dat ze slecht gericht zijn op de doelgroep<strong>en</strong>.Ze kom<strong>en</strong> immers ook t<strong>en</strong> goede aan hogere inkom<strong>en</strong>sklass<strong>en</strong>. Alternatieve instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zijn consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>subsidies gericht op lagere inkom<strong>en</strong>s (vouchers) wanneer depolitiek w<strong>en</strong>st dat de maatschappelijke positie ge<strong>en</strong> invloed heeft op de toegankelijkheidvan het op<strong>en</strong>baar vervoer. G<strong>en</strong>erieke herverdeling via het fiscale stelsel of de socialezekerheid is e<strong>en</strong> ander alternatief wanneer de herverdeling niet gebond<strong>en</strong> hoeft te zijnaan het op<strong>en</strong>baar vervoer. Het is in dit verband dus vaak de vraag hoe sterk de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>voor <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> bij de Spoorweg<strong>en</strong> zijn.88 Zie par. 2.3.3. In dergelijke omstandighed<strong>en</strong> kan er iets voor te zegg<strong>en</strong> zijn dat de <strong>over</strong>heide<strong>en</strong> deel van de kost<strong>en</strong> van de infrastructuur voor haar rek<strong>en</strong>ing neemt.89 Ook in dit kader kunn<strong>en</strong> subsidies voor de Spoorweg<strong>en</strong> op hun plaats zijn, bijv. om deinfrastructuur te bekostig<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo te voorkom<strong>en</strong> dat de Spoorweg<strong>en</strong> tariev<strong>en</strong> gaan hanter<strong>en</strong>die in strijd zijn met de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> van mobiliteit <strong>en</strong> herverdeling.90 Soms wordt verondersteld dat rechtsgelijkheid (d.w.z. gelijke gevall<strong>en</strong> gelijk behandel<strong>en</strong>)<strong>en</strong> verdeling (d.w.z. ongelijke gevall<strong>en</strong> ongelijk behandel<strong>en</strong>) in elkaars verl<strong>en</strong>gde ligg<strong>en</strong>.Dit is onjuist. Situaties die zich k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> grote mate van rechtsgelijkheidkunn<strong>en</strong> tegelijkertijd leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> zeer ongelijke verdeling. E<strong>en</strong> voorbeeld is de wao:wanneer de bouwvakker die van de stijger is gevall<strong>en</strong> (dit is vaak niet-verfieerbare informatie)e<strong>en</strong> hogere uitkering krijgt, dan leidt dit tot meer rechtsongelijkheid (omdat dekeuringsarts op basis van niet door de rechter verifieerbare informatie besluit de één wel<strong>en</strong> de ander niet e<strong>en</strong> uitkering te gev<strong>en</strong>), maar tot e<strong>en</strong> gelijkmatigere inkom<strong>en</strong>sverdeling(zie Bov<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> Teulings 1996).91 Dit wil <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet zegg<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> discussie is <strong>over</strong> de reikwijdte van de procedurelecriteria, zie bijvoorbeeld de discussie rond de commissie-Van Kem<strong>en</strong>ade (“Jurist<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> hun plaats wet<strong>en</strong>”, de Volkskrant 19-12-1998) <strong>en</strong> de tr<strong>en</strong>d in rechterlijke uitsprak<strong>en</strong><strong>over</strong> de belastingwetgeving.92 Dit ligt anders bij de toedeling van eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong>, die in principe slechts of aan deéén of aan de ander kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d.93 Technisch gesprok<strong>en</strong>: omdat verstoring<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> door zog<strong>en</strong>aamde Harbergerdriehoekjes,waarvan de oppervlakte kwadratisch to<strong>en</strong>eemt met de omvang van de verstoring.94 Behalve indi<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> hoekoplossing.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>literatuurAarts, L.J.M., Ph.R. de Jong, C.N. Teulings <strong>en</strong> R.J. van der Ve<strong>en</strong> (1998) ‘Vijf jaar na Buurmeijer’,Economisch Statistische Bericht<strong>en</strong>, 472-476.Aarts, L. <strong>en</strong> Ph.R. De Jong (1997) Private voorzi<strong>en</strong>ing van sociale zekerheid in de praktijk,D<strong>en</strong> Haag: vuga.Akerlof, G. (1970) ‘The market for Lemons: Qualitative uncertainty and the market mechanism’,Quarterly Journal of Economics vol.84: 488-500.Aghion <strong>en</strong> Tirole (1997) ‘Formal and real authority in organizations’, Journal of Political Economy105, 1, February: 1-19.Baker, G., R. Gibbons, and K. Murphy (1994) ‘Subjective performance measures in optimal inc<strong>en</strong>tivecontracts’, Quarterly Journal of Economics 109: 1125-1156.Baker, G., M. Gibbs <strong>en</strong> B. Holmstrom (1994) ‘The wage policy of a firm’, Quarterly Journal ofEconomics, 921-955.Becker, G.S. (1983) ‘A theory of competition among pressure groups for political influ<strong>en</strong>ce’,Quarterly Journal of Economics, 371-400.Bov<strong>en</strong>berg, A.L. <strong>en</strong> C.N. Teulings (1996) ‘Doelmatigheid, rechtvaardigheid, rechtsgelijkheid <strong>en</strong>privacy’, Economisch Statistische Bericht<strong>en</strong>, 1008-1012.Brealey, R.A., I.A. Cooper and M.A. Habib (1997) ‘Investm<strong>en</strong>t appraisal in the public sector’,Oxford Review of Economic Policy, vol. 13, no. 4: 12-28.Coase (1937), ‘The nature of the firm’, Economics N.S. 4: 386-392.Coase (1960) ‘The problem of social cost’, Journal of Law and Economics, vol. 3: 1-44.Damme, E. van (1998) ‘Concurr<strong>en</strong>tievervalsing door de <strong>over</strong>heid?’, Op<strong>en</strong>bare Uitgav<strong>en</strong>, 194-203.Dixit, A.K. (1997) ‘Power of inc<strong>en</strong>tives in <strong>private</strong> versus public organisations’, American EconomicReview, 378-382.Dixit, A.K. (1996), The making of Economic Policy, A Transaction-Cost Politics Perspective,Cambridge, Massachusetts/London, England: mit Press.Domberger, S. <strong>en</strong> P. J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (1997) ‘Contracting out by the public sector: Theory, evid<strong>en</strong>ce,prospects’, Oxford Review of Economic Policy, vol. 13, no. 4: 67-78.Enthov<strong>en</strong>, A.C. (1988) Theory and practive of managed competition in health care finance,New York: Elsevier Sci<strong>en</strong>ce.Ewijk, C. van, <strong>en</strong> B.A. Vollaard, ‘Myth<strong>en</strong> van de <strong>publieke</strong> financiering’, Economisch StatistischeBericht<strong>en</strong>, 84: 109-111.Fud<strong>en</strong>berg, D. <strong>en</strong> I. Tirole (1991) Game theory, Cambridge/London: mit PressGrossman, S.J. <strong>en</strong> O.D. Hart (1986) ‘The costs and b<strong>en</strong>efits of ownership: a theory of vertical andlateral integration’, Journal of Political Economy 94 (4): 691-719.Hall, J. (1997) ‘Private Opportunity, Public B<strong>en</strong>efit?’, Fiscal Studies, vol. 19, no. 2: 121-140.Hart, O. (1995) Firms, contracts and financial structure, Oxford: Oxford University Press.Hart, O., A. Shleifer, <strong>en</strong> B.W. Vishny (1997) ‘The Proper Scope of G<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t: Theory and anApplication to Prisons’, Quarterly Journal of Economics, 1127-1161.Holmstrom, B. <strong>en</strong> P. Milgrom (1987) ‘Aggregation and linearity in the provision of intertemporalinc<strong>en</strong>tives’, Econometrica, 303-328.Holmstrom, B. <strong>en</strong> P. Milgrom (1991) ‘Multitask principal-ag<strong>en</strong>t analysis: inc<strong>en</strong>tive contracts,asset ownership, and job design’, The Journal of Law, Economics and Organization, 25-52.Holmstrom <strong>en</strong> Tirole (1989) ‘The Theory of the Firm’, in Handbook of Industrial Organisation,Amsterdam: North Holland, 63-133.135


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>136Laffont, J.-J. <strong>en</strong> J. Tirole (1993) A theory of inc<strong>en</strong>tives in procarem<strong>en</strong>t and regulation, Cambridge:mit Press.Malcomson, J.M. (1984) ‘Work inc<strong>en</strong>tives, hierarchy, and internal labor markets’, Journal ofPolitical Economy, 486-507.MacLeod, W.B., <strong>en</strong> J.M. Malcomson (1989) ‘Implicit contracts, inc<strong>en</strong>tive compatability, and involuntaryunemploym<strong>en</strong>t’, Econometrica, 447-480.MacLeod, W.B. <strong>en</strong> J.M. Malcomson (1993), Investm<strong>en</strong>ts, Hold-up, and the Form of MarketContracts, American Economic Review 83: 811-837.Milgrom <strong>en</strong> Roberts (1992) Economics, Organization and Managem<strong>en</strong>t, Englewood Cliffs, nj:Pr<strong>en</strong>tice Hall.Pauly, M.V. (1974) ‘Overinsurance and public provision of insurance. The roles of moral hazard andadverse selection’, Quarterly Journal of Economics: 88: 44-62.Posner, R.A. (1981) The economics of justice, Cambridge, us: Harvard University Press.Sappington, D.E. <strong>en</strong> J.E. Stiglitz (1987) ‘Privatization, information and inc<strong>en</strong>tives’, Journal ofPolicy Analysis and Managm<strong>en</strong>t, 6: 567-582.Shleifer (1998), State versus <strong>private</strong> ownership, Harvard Discussion Paper no. 1841.Shapiro, C. <strong>en</strong> J.E. Stiglitz (1984) ‘Equilibrium unemploym<strong>en</strong>t as a worker discipline device’,American Economic Review, 433-446.Shapiro, C. <strong>en</strong> Willig (1990) ‘Economic rationales for the scope of privatization’, in E.N. Suleimanand J. Waterburg (eds.) The Political Economy of Public Sector Reform and Privatization,Westview Press.Schmidt (1996), ‘Incomplete contracts and privatization’, European Economic Review 40: 569-579.Teulings, C.N. (1994), ‘Lokale distributieve instituties als remedie voor informatiegebrek<strong>en</strong>’,in P. van d<strong>en</strong> Berg <strong>en</strong> M. Trapp<strong>en</strong>burg (red.) Lokale rechtvaardigheid: de politieke theorievan Micheal Walzer, Zwolle: Tje<strong>en</strong>k Willink.Teulings, C.N. (1997), ‘Keuzevrijheid versus solidariteit’, Economisch Statistische Bericht<strong>en</strong> 961-5.Teulings, C.N. (1998) ‘De mythe van de rechtsgelijkheid’, Economisch Statistische Bericht<strong>en</strong> 667.Teulings, C.N., R.J. van der Ve<strong>en</strong> <strong>en</strong> W. Trommel (1997) Dilemma’s van sociale zekerheid.E<strong>en</strong> analyse van 10 jaar herzi<strong>en</strong>ing van het stelsel van sociale zekerheid, D<strong>en</strong> Haag: vuga .Tirole, J. (1988) The theory of industrial organization, mit Press.Tirole, J. (1994) The Internal Organization of G<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t, Oxford Economic Papers 46: 1-26.Yarrow (1985) ‘Privatization in theory and practice’, Economic Policy, vol. 1: 324-377.Veld, in ‘t R. (1998) Sam<strong>en</strong>ball<strong>en</strong> of scheid<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> bestuurlijk dilemma’, Op<strong>en</strong>bare Uitgav<strong>en</strong>, 212-217.Williamson, O. (1985) The Economic Institutions of Capitalism, New York: Free Press.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>3 rechtsstatelijke red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong>M.A.P. Bov<strong>en</strong>s <strong>en</strong> M. Scheltema 13.1 plan van aanpakHoe vall<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> het beste te organiser<strong>en</strong>? Wanneer is e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong>aanpak het meest aangewez<strong>en</strong> <strong>en</strong> wanneer zijn meer particuliere organisatievorm<strong>en</strong>te preferer<strong>en</strong>? In deze notitie zal word<strong>en</strong> onderzocht wat het geld<strong>en</strong>d(staats)recht hier<strong>over</strong> heeft te zegg<strong>en</strong>. Daarbij ligt de nadruk op het inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>van rechtsstatelijke red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong> rondom het thema verzelfstandiging<strong>en</strong> privatisering. Dat betek<strong>en</strong>t dat het stuk verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d van aard is. Het trachtvooral e<strong>en</strong> <strong>over</strong>zicht te bied<strong>en</strong> van de dominante wijze van red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> onderjurist<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t niet te word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> persoonlijke visie op de meestgew<strong>en</strong>ste afbak<strong>en</strong>ing van <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> (ppv).In grote lijn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wij drie doel<strong>en</strong> met dit stuk:1 E<strong>en</strong> afbak<strong>en</strong>ing met het oog op de verdere discussie. Het thema is nog erg ruim<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t vele verschijningsvorm<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> juridisch-normatieve beoordelingvan de w<strong>en</strong>selijkheid van bepaalde organisatievorm<strong>en</strong> kan het <strong>en</strong>ormverschil mak<strong>en</strong> om wat voor soort <strong>over</strong>heidsactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat voor soortorganisatievorm het gaat. Daarom word<strong>en</strong> eerst de verschill<strong>en</strong>de relevante<strong>over</strong>heidsactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van privatisering <strong>en</strong> verzelfstandiging naderafgebak<strong>en</strong>d.2 E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van dominante red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> debelangrijkste rechtsstatelijke beleidstheorieën geïntroduceerd die hor<strong>en</strong> bij decriteria democratische legitimatie, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, doeltreff<strong>en</strong>dheid<strong>en</strong> doelmatigheid. Met e<strong>en</strong> beleidstheorie wordt hier bedoeld de– veelal impliciete – empirisch gedrev<strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering die achter de juridischebeginsel<strong>en</strong> schuilgaat. Ofschoon jurist<strong>en</strong> veelal sterk normatief red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>,zit in die red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> altijd e<strong>en</strong> beeld of theorie <strong>over</strong> de werkelijkheid opgeslot<strong>en</strong>.Deze theorie kunn<strong>en</strong> we expliciter<strong>en</strong>, waarna die ev<strong>en</strong>tueel ook toetsbaaris. Dit gebeurt hier eerst in algem<strong>en</strong>e zin t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de hierbov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde beginsel<strong>en</strong>. Dan wordt voor twee verschill<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>, percriterium, de meest relevant juridische beleidstheorie aan e<strong>en</strong> nader onderzoekonderworp<strong>en</strong>.3 E<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da voor alternatieve red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong>. Tot slot zal kort word<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong>welke alternatieve red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong> rond sommige knelpunt<strong>en</strong> wellichtmogelijk zijn.1373.2 e<strong>en</strong> afbak<strong>en</strong>ing van het terreinRelevante <strong>over</strong>heidsactiviteit<strong>en</strong>E<strong>en</strong> systematische uitwerking van zo’n rechtsstatelijke staalkaart ontaardt algauw in e<strong>en</strong> nieuw handboek staatsrecht. Het zal namelijk blijk<strong>en</strong> dat het belang<strong>en</strong> de invulling van de verschill<strong>en</strong>de criteria afhangt van de aard van de <strong>over</strong>-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>heidsactiviteit<strong>en</strong> in kwestie. Daarom is e<strong>en</strong> nadere afbak<strong>en</strong>ing van de relevante(<strong>over</strong>heids)activiteit<strong>en</strong> nodig. In grote lijn<strong>en</strong> zou m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal verschill<strong>en</strong>deactiviteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> die voor de ppv-discussie relevant zijn (ziekader). Deze indeling is ingegev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> rechtsstatelijke visie op <strong>over</strong>heidsactiviteit<strong>en</strong>.Deze weerspiegelt niet noodzakelijkerwijs het maatschappelijkebelang of het feitelijke beslag van deze activiteit<strong>en</strong> op het <strong>over</strong>heidsbudget.(Zo zal beleidsuitvoering in de praktijk het leeuw<strong>en</strong>deel van de inzet van het<strong>over</strong>heidspersoneel <strong>en</strong> van de <strong>publieke</strong> budgett<strong>en</strong> voor zijn rek<strong>en</strong>ing nem<strong>en</strong>.)138Voor de ppv-discussie relevante tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong>Beleidsvorming: het vaststell<strong>en</strong> van algem<strong>en</strong>e kaders voor de inrichting van de sam<strong>en</strong>leving.Hieronder vall<strong>en</strong> onder andere:• ag<strong>en</strong>davorming <strong>en</strong> discussie <strong>en</strong>tamer<strong>en</strong>;• besluitvorming organiser<strong>en</strong>;• regelgeving opstell<strong>en</strong>.Beleidsuitvoering: het in concrete gevall<strong>en</strong> vormgev<strong>en</strong> <strong>en</strong> in ban<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> van maatschappelijkeontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op basis van de algem<strong>en</strong>e kaders. Hierbij kan m<strong>en</strong> bijvoorbeeldd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan:• grootschalige uitvoering van algem<strong>en</strong>e regels (beschikkingsfabriek, vgl. ind, ibg);• e<strong>en</strong>malige of incid<strong>en</strong>tele beschikking<strong>en</strong> (beschikkingsatelier; vgl. kapvergunning<strong>en</strong>);• aanbied<strong>en</strong> van algem<strong>en</strong>e voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (onderwijs, elektriciteit, cultuur, op<strong>en</strong>baar vervoer);• implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>malige of incid<strong>en</strong>tele project<strong>en</strong> (hsl).Toezicht: het toezi<strong>en</strong> op de naleving van de in algem<strong>en</strong>e kaders gestelde regels. Ook dit k<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>devorm<strong>en</strong>:• interne inspecties: <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> onderling (Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer; irf);• externe inspectie: <strong>over</strong>heid-burgers (aid, pd, Onderwijsinspectie).Geschilbeslechting: het beslecht<strong>en</strong>, al dan niet op verzoek van partij<strong>en</strong>, van sociale conflict<strong>en</strong>:• bemiddeling;• arbitrage;• rechtspraak.Handhaving: het toepass<strong>en</strong> van dwangmiddel<strong>en</strong> om de voorgaande activiteit<strong>en</strong> te ondersteun<strong>en</strong>:• opsporing <strong>en</strong> vervolging strafbare feit<strong>en</strong>;• t<strong>en</strong> uitvoer legg<strong>en</strong> straff<strong>en</strong>;• uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> bestuursdwang;• landsverdediging.Het voert veel te ver om voor al deze activiteit<strong>en</strong>, per criterium <strong>en</strong> per organisatievorm,de relevante juridische red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> nader te analyser<strong>en</strong>. Aan de analysevan elke activiteit <strong>en</strong> organisatievorm vall<strong>en</strong> dikke dissertaties te wijd<strong>en</strong>(zie voor toezicht bijv. Van Nus 1995 <strong>en</strong> voor <strong>private</strong> vorm<strong>en</strong> van verzelfstandigingSchreuder 1994). In het licht van de meest rec<strong>en</strong>te discussies rond verzelfstandigingzull<strong>en</strong> hier slechts <strong>en</strong>kele activiteit<strong>en</strong> nader word<strong>en</strong> uitgewerkt:• de grootschalige uitvoering van algem<strong>en</strong>e regels door zog<strong>en</strong>oemde beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong>;• het aanbied<strong>en</strong> van algem<strong>en</strong>e materiële (nuts)voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Privatisering: vijf dim<strong>en</strong>siesVoorts is het nodig om onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de modaliteit<strong>en</strong>van privatisering. Bij elk van de g<strong>en</strong>oemde <strong>over</strong>heidsactiviteit<strong>en</strong> speeltmeestal niet zozeer de vraag of de uitvoering publiek of privaat moet word<strong>en</strong>georganiseerd, maar veeleer: in welk opzicht <strong>en</strong> in welke mate publiek of privaat?Wij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> daarbij aan vijf opzicht<strong>en</strong>, vijf dim<strong>en</strong>sies, waarin m<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>publiek <strong>en</strong> privaat kan variër<strong>en</strong> bij het organiser<strong>en</strong> van <strong>over</strong>heidsactiviteit<strong>en</strong>.Bij elke dim<strong>en</strong>sie is vervolg<strong>en</strong>s de mate van privatisering globaal aangegev<strong>en</strong>(zie kader):Vijf dim<strong>en</strong>sies van privatisering• Wijziging van de eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de organisatie: in hoeverre is de organisatiein <strong>publieke</strong> of particuliere hand<strong>en</strong>? Enkele gradaties (van publiek naar privaat) zijn hier:<strong>over</strong>heidsinstelling, staatsbedrijf, <strong>over</strong>heid meerderheidsbelang, grootaandeelhouder,staatsdeelname, ge<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsbelang (particuliere onderneming).• Wijziging van het regime dat voor de bedrijfsvoering van de organisatie geldt: in hoeverre isde interne bedrijfsvoering van de organisatie onderworp<strong>en</strong> aan <strong>publieke</strong> of <strong>private</strong> (rechts-)regimes? Daarbij kan m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van de bedrijfvoering:1 juridische structuur: is er gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> rechtspersoon of voor e<strong>en</strong> <strong>private</strong>rechtspersoon zoals stichting, ver<strong>en</strong>iging, nv, of bv?2 boekhouding: geldt de Comptabiliteitswet of de Wet op de Jaarrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>?3 arbeidsrelaties: geldt de Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>wet, het arar <strong>en</strong> de awb of wordt de arbeidsverhoudingbepaald door boek 7 van het Burgerlijk Wetboek?4 managem<strong>en</strong>tstijl: hanteert m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bestuurskundige managem<strong>en</strong>tstijl (met e<strong>en</strong> sterk<strong>en</strong>adruk op regelconformiteit <strong>en</strong> procedurele rechtmatigheid) of e<strong>en</strong> meer bedrijfskundigestijl (met bijv. meer nadruk op outputsturing, klantgerichtheid <strong>en</strong> zelfbeheer).• Wijziging van de gezagsrelaties: in hoeverre heeft de <strong>over</strong>heid danwel de minister directezegg<strong>en</strong>schap <strong>over</strong> de activiteit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> organisatie? Deze vraag is in het bijzonder vanbelang voor de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid bij verzelfstandigingsoperaties.Ook hier is e<strong>en</strong> <strong>over</strong>gang van publiek naar privaat te construer<strong>en</strong>: volledig gezag,<strong>publieke</strong> verzelfstandiging, <strong>private</strong> verzelfstandiging, uitbesteding. Naarmate m<strong>en</strong> verdervordert, neemt de mate van directe zegg<strong>en</strong>schap af <strong>en</strong> de mate van onderlinge wils<strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemmingtoe. Anders uitgedrukt: naarmate m<strong>en</strong> verder in de <strong>private</strong> richting gaat, maaktbevel plaats voor onderhandeling.• Wijziging van de mededingingsstructuur: in hoeverre is er sprake van vrije mededinging bijhet aanbied<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> product<strong>en</strong>? Hierbij kan m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de <strong>over</strong>gang van e<strong>en</strong>(<strong>over</strong>heids)monopolie, via oligopolie, naar volledig vrije mededinging (‘level playing field’)<strong>en</strong> alles wat daar tuss<strong>en</strong> zit.• Wijziging van de financieringsrelaties: in hoeverre is er sprake van <strong>publieke</strong> of <strong>private</strong> financieringvan de activiteit<strong>en</strong>? Daarbij kan m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> variatie die gaat van volledigebekostiging uit de algem<strong>en</strong>e middel<strong>en</strong> of uit <strong>over</strong>drachtsuitgav<strong>en</strong>, profijtbeginsel, commerciële/marktconformetariev<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot slot financiering van (e<strong>en</strong> deel) van de <strong>over</strong>heidsactiviteit<strong>en</strong>via de inkomst<strong>en</strong> uit commerciële contract<strong>en</strong>.139


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Uiteraard zijn deze dim<strong>en</strong>sies vaak nauw met elkaar verbond<strong>en</strong>. Wijziging vande <strong>en</strong>e dim<strong>en</strong>sie heeft in de praktijk vaak gevolg<strong>en</strong> voor de andere. Zo zal wijzigingvan de eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> veelal gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor het rechtsregime<strong>en</strong> voor de gezagsrelaties. Dat hoeft echter niet; elke privatiseringsvormis zelfstandig d<strong>en</strong>kbaar.In e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval zal de privatisering van e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsdi<strong>en</strong>st langs al dezedim<strong>en</strong>sies parallel verlop<strong>en</strong>. Dat is bijvoorbeeld het geval geweest bij de <strong>over</strong>gangvan ptt naar kpn. Eerst zijn de gezagsverhouding<strong>en</strong> geprivatiseerd(de minister van Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat heeft ge<strong>en</strong> directe aanwijzingsbevoegdhed<strong>en</strong>meer), vervolg<strong>en</strong>s de eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> (de twee beursgang<strong>en</strong>)<strong>en</strong> het rechtsregime (werknemers van de ptt hield<strong>en</strong> op ambt<strong>en</strong>aar te zijn) <strong>en</strong>daarna pas de mededingingsstructuur (liberalisering telefonie <strong>en</strong> nu ook post).Ook de financieringsstructuur gaat steeds meer in de richting van commerciëletariev<strong>en</strong> <strong>en</strong> contract<strong>en</strong>.140Bij veel andere operaties heeft m<strong>en</strong> soms op de <strong>en</strong>e dim<strong>en</strong>sie geprivatiseerd <strong>en</strong>soms op de andere. D<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan de privatisering van het Loodswez<strong>en</strong>(wel gezag <strong>en</strong> financiering, maar niet mededinging). Ook bij de Plant<strong>en</strong>ziekt<strong>en</strong>kundigeDi<strong>en</strong>st (gezag; financiering), ibg (gezag; bedrijfsvoering) of opta(gezag) zijn vaak maar <strong>en</strong>kele dim<strong>en</strong>sies aan de orde. Bij de Belastingdi<strong>en</strong>st lijkter vooral op één dim<strong>en</strong>sie te zijn geprivatiseerd: de bedrijfsvoering. De Belastingdi<strong>en</strong>stis wat betreft eig<strong>en</strong>dom, gezagsrelatie, mededingingsstructuur <strong>en</strong> financieringsbronvolledig binn<strong>en</strong> het <strong>publieke</strong> domein geblev<strong>en</strong>, maar er is wel gekoz<strong>en</strong>voor e<strong>en</strong> veel bedrijfsmatigere aanpak van het werkproces.Hier geldt opnieuw dat elke vorm van privatisering andere feitelijke <strong>en</strong>juridisch-normatieve vrag<strong>en</strong> oproept. Zo leidt elk van deze vorm<strong>en</strong> van privatiseringweer tot andere sturingsrelaties. In grote lijn<strong>en</strong>, vanuit de <strong>over</strong>heidgezi<strong>en</strong>, zijn dat:• eig<strong>en</strong>domsverhouding: van rechtstreekse aanwijzing<strong>en</strong>, naar indirecte sturingvia regeringscommissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> aandeelhoudersvergadering tot volledigeafwezigheid van sturingsmogelijkhed<strong>en</strong>;• rechtsregime: van directe sturing middels <strong>publieke</strong> regimes <strong>en</strong> <strong>publieke</strong> vorm<strong>en</strong>van toezicht <strong>en</strong> controle naar indirecte vorm<strong>en</strong> via civiele rechters <strong>en</strong>algem<strong>en</strong>e bepaling<strong>en</strong>;• gezagsrelaties: van e<strong>en</strong>zijdige naar meerzijdige sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>;• mededingingsstructuur: van hiërarchie naar markt, respectievelijk van direct<strong>over</strong>heidsingrijp<strong>en</strong> naar onzichtbare hand;• financieringsrelaties: van goud<strong>en</strong> koord<strong>en</strong> via profijtbeginsel naar de tuchtvan de markt.Het is daarom niet goed mogelijk om e<strong>en</strong> integraal juridisch kader te bied<strong>en</strong> datvoor al deze verschill<strong>en</strong>de organisatievorm<strong>en</strong> geldt. E<strong>en</strong> zinvolle juridischebeoordeling van de w<strong>en</strong>selijkheid van elke vorm van privatisering is alle<strong>en</strong>mogelijk als er wordt gediffer<strong>en</strong>tieerd naar <strong>over</strong>heidsactiviteit <strong>en</strong> organisatie-


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>vorm. In het ppv-project is ervoor gekoz<strong>en</strong> de gezagsrelatie c<strong>en</strong>traal te stell<strong>en</strong> alsprivatiseringsdim<strong>en</strong>sie. Daarom zal in de rest van deze notitie de discussieword<strong>en</strong> beperkt tot vraagstukk<strong>en</strong> van verzelfstandiging.Verzelfstandiging: vier vorm<strong>en</strong>Tot slot is het nodig onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> vanverzelfstandiging. In het ppv-project is gekoz<strong>en</strong> voor aard van de gezagsrelatie alsoperationalisering van het begrip privatisering. Dat betek<strong>en</strong>t dat op rijksniveaude reikwijdte van ministeriële verantwoordelijkheid het ijkpunt is voor de matevan zelfstandigheid. Dat levert vier organisatievorm<strong>en</strong> op die in het onderstaandekader zijn gerangschikt in afnem<strong>en</strong>de mate van ministeriële zegg<strong>en</strong>schap:Verzelfstandiging: vier organisatievorm<strong>en</strong>1 Volledig gezag: departem<strong>en</strong>tsonderdeel, buit<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st, ag<strong>en</strong>tschap. Bij deze verschill<strong>en</strong>deorganisatievorm<strong>en</strong> heeft de minister volledige zegg<strong>en</strong>schap <strong>over</strong> alle activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> geldt deministeriële verantwoordelijkheid in beginsel voor alle aspect<strong>en</strong> van het optred<strong>en</strong> van deze(deel)organisaties. 22 Publieke verzelfstandiging: zelfstandig bestuursorgaan (zbo). Hierbij wordt de organisatieop afstand van de minister geplaatst, maar blijft zij wel binn<strong>en</strong> het <strong>publieke</strong> domein.De minister heeft hier niet meer e<strong>en</strong> volledige zegg<strong>en</strong>schap <strong>over</strong> de organisatie, maar heeftslechts zegg<strong>en</strong>schap voorz<strong>over</strong> de wet hem bevoegdhed<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>t. De omvang daarvanwisselt daarom met de wet die het zbo in het lev<strong>en</strong> roept; doorgaans bestaan ge<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>met betrekking tot operationele activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> concrete zak<strong>en</strong>.3 Private verzelfstandiging: <strong>over</strong>heidsstichting<strong>en</strong>, <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>. Hierbij wordtde organisatie niet alle<strong>en</strong> op afstand, maar ook in het <strong>private</strong> domein geplaatst. De ministerheeft slechts zegg<strong>en</strong>schap voorz<strong>over</strong> deze voortvloeit uit zijn eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> of bestuursbevoegdhed<strong>en</strong>ingevolge het burgerlijk wetboek. De ministeriële verantwoordelijkheidbetreft in beginsel alle<strong>en</strong> nog de instelling <strong>en</strong> toedeling van tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> aan deorganisatie <strong>en</strong> de uitoef<strong>en</strong>ing van de eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestuursbevoegdhed<strong>en</strong>.4 Uitbesteding: particuliere rechtsperson<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>. Hierbij heeft de minister ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>keldirect gezag meer <strong>over</strong> de organisatie <strong>en</strong> vindt sturing uitsluit<strong>en</strong>d plaats via het afsluit<strong>en</strong> van<strong>over</strong>e<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>. De ministeriële verantwoordelijkheid blijft beperkt tot e<strong>en</strong> verantwoordelijkheidvoor het afsluit<strong>en</strong> van de contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> de inhoud daarvan.1413.3 rechtsstatelijke red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong> rond ppvHieronder zull<strong>en</strong> voor elk van de vijf criteria die in het project c<strong>en</strong>traal staan,<strong>en</strong>kele van de meest gangbare <strong>en</strong> relevante rechtsstatelijke red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong>word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. De nadruk ligt daarbij op het geld<strong>en</strong>d staatsrecht, voorz<strong>over</strong>dat kan word<strong>en</strong> geconstrueerd op basis van regelgeving, officiële docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,ongeschrev<strong>en</strong> regels, handboek<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechtswet<strong>en</strong>schappelijke studies.Democratische legitimatieDit criterium valt in t<strong>en</strong>minste drie del<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>:a de eis van algeme<strong>en</strong> (actief <strong>en</strong> passief) kiesrecht: burgers moet<strong>en</strong> invloed kunn<strong>en</strong>uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de sam<strong>en</strong>stelling van verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong>;


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>b de eis van democratische sturing: verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>richting kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>;c de eis van democratische verantwoording: de verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> in staat zijn om achteraf het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>.Voor het ppv-project zijn de laatste twee het meest interessant.Het beginsel van democratische sturing gaat er in grote lijn<strong>en</strong> vanuit dat in al diegevall<strong>en</strong> waarin sprake is van de behartiging van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>, van de uitoef<strong>en</strong>ingvan <strong>publieke</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> of van de besteding van <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong>,verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong> hieraan richting moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.De belangrijkste staatsrechtelijke red<strong>en</strong>ering luidt in grote lijn<strong>en</strong> als volgt:Indi<strong>en</strong> de volksverteg<strong>en</strong>woordiging richting wil gev<strong>en</strong> aan het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>kan zij dat het beste do<strong>en</strong> via het instrum<strong>en</strong>t van de formele wetgeving.Omdat zij als medewetgever altijd haar toestemming moet gev<strong>en</strong>, is haar invloeddan het beste gewaarborgd. Dit leidt tot het aanvaard<strong>en</strong> van het legaliteitsbeginsel,dat verlangt dat het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> (formele) wet berust.Dat beginsel komt hieronder bij het rechtszekerheidsbeginsel nader aan de orde.142De sturingsmogelijkhed<strong>en</strong> van het parlem<strong>en</strong>t zijn optimaal, wanneer sprake isvan gebond<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>: de situatie waarbij het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> volledigdoor de wet is gebond<strong>en</strong>. Het gebruik van op<strong>en</strong> norm<strong>en</strong>, delegatie van regelgevingaan lagere regelgevers, e<strong>en</strong> privaatrechtelijke regeling van het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>of vorm<strong>en</strong> van zelfregulering di<strong>en</strong><strong>en</strong> daarom zoveel mogelijk teword<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>, want deze leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> vermindering van de sturingsmogelijkhed<strong>en</strong>van verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong>. In de praktijk is er echter zeervaak sprake van ruime beleidsvrijhed<strong>en</strong> voor het bestuur <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> grote matevan delegatie van regelgeving.Het beginsel van de democratische verantwoording gaat ervan uit dat in al diegevall<strong>en</strong> waarin het bestuur <strong>over</strong> vrijhed<strong>en</strong> beschikt bij de behartiging van <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong>, bij de uitoef<strong>en</strong>ing van <strong>publieke</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> of bij de bestedingvan <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong> in beginsel in staat moet<strong>en</strong>zijn dit optred<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong> hier<strong>over</strong> verantwoordingaf te legg<strong>en</strong>. 3 Hiertoe k<strong>en</strong>t het staatsrecht verschill<strong>en</strong>de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:1 Algeme<strong>en</strong> wordt door jurist<strong>en</strong> het leerstuk van de politieke (ministeriële) verantwoordelijkheidals het belangrijkste instrum<strong>en</strong>t gezi<strong>en</strong>. 4 De red<strong>en</strong>ering gaat ongeveerals volgt: de democratische controle van het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> is alle<strong>en</strong>goed mogelijk indi<strong>en</strong> er voor alles wat in naam van de <strong>over</strong>heid gebeurt t<strong>en</strong> minsteéén minister door het parlem<strong>en</strong>t ter verantwoording kan word<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong>.Uitgangspunt di<strong>en</strong>t te zijn dat er ge<strong>en</strong> vrije <strong>publieke</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> mog<strong>en</strong>bestaan zonder democratische verantwoording. Anderzijds kan verantwoordingzonder bevoegdhed<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s niet bestaan. Voor e<strong>en</strong> zinvolle democratischeverantwoording is derhalve vereist dat de minister <strong>over</strong> directe sturingsbevoegdhed<strong>en</strong>beschikt, wil hij zijn ministeriële verantwoordelijkheid teg<strong>en</strong><strong>over</strong> deKamer kunn<strong>en</strong> waarmak<strong>en</strong>. In de praktijk betek<strong>en</strong>t dit meestal dat dit beginselzich verzet teg<strong>en</strong> het sterk op afstand zett<strong>en</strong> van onderdel<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>2 materiële gelijkheid: de meeste staatsrechtelijke beginsel<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> toe op procedurelewaarborg<strong>en</strong> voor rechtsgelijkheid. Toch spel<strong>en</strong> soms ook inhoudelijke<strong>over</strong>weging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol bij toetsing van arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook materiëlevorm<strong>en</strong> van gelijkheid gehanteerd. E<strong>en</strong> belangrijk criterium hierbij is ofer sprake is van recht<strong>en</strong> of voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die cruciaal zijn voor het politiek <strong>en</strong>maatschappelijk functioner<strong>en</strong> van burgers. De gedachte hierachter is datwanneer burgers zonder daadwerkelijke toegang tot bepaalde voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>maatschappelijk niet meer kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>, dit vraagt om ondersteuningdoor de <strong>over</strong>heid. E<strong>en</strong> belangrijk beleidsinstrum<strong>en</strong>t in het verled<strong>en</strong> was hier<strong>publieke</strong> voorzi<strong>en</strong>ing (nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, bijstand e.d.) of de eis van universeledi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing in combinatie met de daarbij behor<strong>en</strong>de prijsregulering<strong>en</strong>(vgl. telefonie).RechtszekerheidBurgers moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zo groot mogelijke zekerheid hebb<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t hun recht<strong>en</strong><strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><strong>over</strong> de <strong>over</strong>heid. Het algem<strong>en</strong>e beginsel van de rechtszekerheidvalt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in meerdere eis<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>:1 de eis van legaliteit wordt meestal uitgelegd als de eis dat al het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>in beginsel e<strong>en</strong> wettelijke grondslag di<strong>en</strong>t te hebb<strong>en</strong>. Vaak leidt dit tote<strong>en</strong> beperkte invulling van het materieel wetsbegrip <strong>en</strong> stelt m<strong>en</strong> de eis dat ersprake moet zijn van e<strong>en</strong> wet in formele zin. Dit geldt in het bijzonder voor<strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> dat inbreuk maakt op de recht<strong>en</strong> van burgers of <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>waaruit voor burgers verplichting<strong>en</strong> voortvloei<strong>en</strong>. Deze inbreuk<strong>en</strong>of verplichting<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s bijna alle auteurs slechts plaats hebb<strong>en</strong>bij of kracht<strong>en</strong>s de wet. Voor andere vorm<strong>en</strong> van <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> of voorde verl<strong>en</strong>ing van gunst<strong>en</strong>, zoals subsidies, is deze eis veelal minder strikt<strong>en</strong> acht<strong>en</strong> sommige auteurs lichtere vorm<strong>en</strong> van regelgeving voldo<strong>en</strong>de(Van Ommer<strong>en</strong> 1996: hfdst. 1). De red<strong>en</strong>ering achter deze formele invullingvan het wetsbegrip k<strong>en</strong>t twee <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>. Allereerst is de verwachting datregeling in e<strong>en</strong> wet leidt tot e<strong>en</strong> grotere mate van zelfbinding van de <strong>over</strong>heiddan andere vorm<strong>en</strong> van regelgeving kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> wet in formele zin isalle<strong>en</strong> te wijzig<strong>en</strong> met behulp van het parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> via e<strong>en</strong> langdurige <strong>en</strong>op<strong>en</strong>bare procedure. Wanneer de wet bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> nauwkeurig aangeeft onderwelke voorwaard<strong>en</strong> er inbreuk mag word<strong>en</strong> gemaakt op de recht<strong>en</strong> van burgers,dan hebb<strong>en</strong> de burgers gedur<strong>en</strong>de lange tijd zekerheid <strong>over</strong> hun recht<strong>en</strong><strong>en</strong> verplichting<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><strong>over</strong> de <strong>over</strong>heid. De laatste jar<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er, vanwegede <strong>over</strong>vloed aan regelgeving <strong>en</strong> de opkomst van elektronische media, steedsmeer vraagtek<strong>en</strong>s gezet bij de juistheid van deze stap in de red<strong>en</strong>ering.Er zijn in de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> sterke twijfels aan de werkzaamheid van hetinstrum<strong>en</strong>t van formele wetgeving <strong>en</strong> er is e<strong>en</strong> verschuiving in de richting vanrechtersrecht, onderhandel<strong>en</strong>d bestuur <strong>en</strong> tal van vorm<strong>en</strong> van zelfregulering(vgl. Marseille 1993, Old<strong>en</strong>ziel 1997, Van Ommer<strong>en</strong> 1996 <strong>en</strong> Scheltema 1997);2 de eis van k<strong>en</strong>baarheid is hier nauw mee verbond<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijke voorwaardevoor rechtszekerheid is dat burgers hun verplichting<strong>en</strong> ook te wet<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Daarom geld<strong>en</strong> wett<strong>en</strong> pas vanaf het mom<strong>en</strong>t dat ze in hetStaatsblad zijn versch<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ook voor lagere vorm<strong>en</strong> van regelgeving geldt als145


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>eis dat ze pas geld<strong>en</strong> vanaf het mom<strong>en</strong>t dat ze in voldo<strong>en</strong>de mate k<strong>en</strong>baar zijngemaakt. De gedachte hierachter is dat, zolang m<strong>en</strong> ervan uitgaat dat burgersword<strong>en</strong> geacht de wet te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, zij ook in staat moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld omop de hoogte te rak<strong>en</strong> van nieuwe regels. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is dit e<strong>en</strong> belangrijkewaarborg teg<strong>en</strong> willekeur;3 hiermee hangt het verbod op terugwerk<strong>en</strong>de kracht nauw sam<strong>en</strong>. Bepaling<strong>en</strong>die inbreuk<strong>en</strong> op de recht<strong>en</strong> van burgers mogelijk mak<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> toegestaanvoorz<strong>over</strong> het toekomstige handeling<strong>en</strong> betreft. Burgers moet<strong>en</strong> ophet mom<strong>en</strong>t van handel<strong>en</strong> erop kunn<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> dat in het geld<strong>en</strong>d rechtal hun recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> staan beschrev<strong>en</strong>. Deze eis geldt in het bijzondervoor het oplegg<strong>en</strong> van straff<strong>en</strong>. De rechtszekerheid verzet zich erteg<strong>en</strong> datiemand wordt gestraft voor iets dat op het mom<strong>en</strong>t van handel<strong>en</strong> nog nietstrafbaar was (art. 16 Grw., art. 1 WvSr.). Voor andere soort<strong>en</strong> inbreuk<strong>en</strong> geldtdit verbod in minder mate.146Doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheidHet beginsel dat de <strong>over</strong>heid doelmatig moet handel<strong>en</strong>, vloeit voort uit het feitdat zij e<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>de functie heeft t<strong>en</strong> opzichte van de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> niet t<strong>en</strong>opzichte van bepaalde groep<strong>en</strong> van person<strong>en</strong> of van de machthebbers. Aan desam<strong>en</strong>leving mog<strong>en</strong> dan ook niet meer last<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgelegd dan werkelijknodig voor de uitvoering van de <strong>publieke</strong> taak. Voor doeltreff<strong>en</strong>dheid geldt ietssoortgelijks: het door de <strong>over</strong>heid gestelde doel moet ook daadwerkelijk naderbijgebracht word<strong>en</strong>. Wordt e<strong>en</strong> doel niet bereikt, dan ontvalt de grondslag aan hetvoor dat doel opgezette democratisch gekoz<strong>en</strong> beleid. Het recht kan niet in hetalgeme<strong>en</strong> vastlegg<strong>en</strong> wat de meest doelmatige <strong>en</strong> meest doeltreff<strong>en</strong>de beslissingis. De <strong>over</strong>heid moet met behulp van de best beschikbare k<strong>en</strong>nis tot die beslissingkom<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>einde toch de doelmatigheid <strong>en</strong> de doeltreff<strong>en</strong>dheid van de uitvoeringvan de <strong>publieke</strong> taak te garander<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t het recht e<strong>en</strong> aantal voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.Deze betreff<strong>en</strong> de procedure voor het nem<strong>en</strong> van besluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de inrichtingvan het bestuursapparaat:1 op<strong>en</strong>baarheid van bestuur: ook hier is op<strong>en</strong>baarheid van bestuur e<strong>en</strong> belangrijkinstrum<strong>en</strong>t. De red<strong>en</strong>ering is hier iets anders dan bij de democratischelegitimatie. De gedachte, reeds verwoord door J.S. Mill, is dat op<strong>en</strong>baarheidvan beraadslaging<strong>en</strong> <strong>en</strong> argum<strong>en</strong>tatie de doeltreff<strong>en</strong>dheid van de besluitvormingvergroot omdat de op<strong>en</strong>bare botsing van opinies de kwaliteit van deargum<strong>en</strong>tatie doet to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Op<strong>en</strong>baarheid dwingt bestuurders tot explicitering<strong>en</strong> onderbouwing van hun argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> maakt daardoor falsificatievan drogred<strong>en</strong><strong>en</strong> mogelijk. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zo meer relevante argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>en</strong> gezichtspunt<strong>en</strong> aan de orde kunn<strong>en</strong> omdat het aantal participant<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt.De op<strong>en</strong>baarheid zorgt ervoor dat de in de sam<strong>en</strong>leving aanwezigek<strong>en</strong>nis zal word<strong>en</strong> gebruikt: is het debat in dat opzicht b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> peil, dan zaldat van buit<strong>en</strong> af – via de pers – wel word<strong>en</strong> bijgestuurd;2 formele beginsel<strong>en</strong> behoorlijk bestuur: bij de besluitvorming door bestuursorgan<strong>en</strong>bestaan ev<strong>en</strong>zeer procedurele voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> om te bevorder<strong>en</strong> datdoelmatige <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>de besluit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan die voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong> als de formele beginsel<strong>en</strong> van behoorlijk bestuur,


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>met inbegrip van de motiveringsplicht. Die beginsel<strong>en</strong> zijn niet uitsluit<strong>en</strong>d daaropgericht – zij beog<strong>en</strong> ook het individuele belang van betrokk<strong>en</strong> person<strong>en</strong> naarvor<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> – maar hebb<strong>en</strong> in dit opzicht toch e<strong>en</strong> belangrijke functie.De regeling van de hoorplicht in de awb bij beschikking<strong>en</strong> is bijvoorbeeld specifiekop deze functie toegesned<strong>en</strong>;3 inrichting van het bestuursapparaat: ter bevordering van de k<strong>en</strong>nis die nodigis om besluit<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>d <strong>en</strong> doelmatig te lat<strong>en</strong> zijn, word<strong>en</strong> de politiekgelegitimeerde bestuurders ondersteund door e<strong>en</strong> deskundig ambtelijk apparaat.Deze op Weber (1919) gebaseerde sam<strong>en</strong>werking van politiek <strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>ligt aan de basis van de staatsrechtelijke regeling van de inrichting vanhet bestuur. De ambtelijke rechtspositie is hier e<strong>en</strong> uitvloeisel van;4 adviser<strong>en</strong>de <strong>en</strong> toezichthoud<strong>en</strong>de organ<strong>en</strong>: specifieke organ<strong>en</strong> die toezi<strong>en</strong> op dedoelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid. De Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer is hiervan demeest in het oog spring<strong>en</strong>de voor de doelmatigheid <strong>en</strong> langzamerhand ookvoor de doeltreff<strong>en</strong>dheid. Adviesorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> planbureaus di<strong>en</strong><strong>en</strong> hetzelfde doel.3.4 toetsing van de rechtsstatelijke red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong>:e<strong>en</strong> opzetIn de rechtsstatelijke praktijk zal de invulling <strong>en</strong> gelding van de vijf c<strong>en</strong>tralebeginsel<strong>en</strong> sterk kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> afhankelijk van de <strong>over</strong>heidsactiviteit dieaan de orde is. We hebb<strong>en</strong> er daarom voor gekoz<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele van de voor de ppvdiscussiemeest relevante activiteit<strong>en</strong> nader te onderzoek<strong>en</strong>. Daarbij staat ons devolg<strong>en</strong>de aanpak voor og<strong>en</strong>:• de eerste stap bij elk criterium bestaat uit het beschrijv<strong>en</strong> van de staats- <strong>en</strong>bestuursrechtelijke beleidstheorie die voor de betreff<strong>en</strong>de activiteit het meestrelevant is. Met e<strong>en</strong> beleidstheorie wordt hier, zoals al eerder aangegev<strong>en</strong>,bedoeld de – veelal impliciete – empirisch gedrev<strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering die achter dejuridische prescripties <strong>en</strong> beginsel<strong>en</strong> schuil gaat. Deze red<strong>en</strong>ering kan word<strong>en</strong>geëxpliciteerd, waarna zij ev<strong>en</strong>tueel ook toetsbaar is. Voor elk van de vijfcriteria zull<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> of meer van dergelijke dominante juridische beleidstheorieënkort beschrijv<strong>en</strong>;• de tweede stap bestaat uit e<strong>en</strong> min of meer empirische nuancering van dedominante beleidstheorie. In de praktijk blijkt de fraaie rechtsstatelijke red<strong>en</strong>eringvaak slechts in beperkte mate op te gaan. Het doel van deze stap is e<strong>en</strong>meer adequate red<strong>en</strong>ering te ontwikkel<strong>en</strong> die later behulpzaam kan zijn bij e<strong>en</strong>ev<strong>en</strong>tuele beoordeling van de w<strong>en</strong>selijkheid van bepaalde organisatievorm<strong>en</strong>.Sam<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> deze twee stapp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins verfijnde staalkaart op vanrechtsstatelijke red<strong>en</strong>eerpatron<strong>en</strong> op die voor de betreff<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> relevantzijn. Deze staalkaart geeft niet meer aan dan e<strong>en</strong> grove communis opinio opgrond van de thans geld<strong>en</strong>de institutionele kaders. Zij geeft niet noodzakelijkerwijsonze eig<strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong> weer <strong>en</strong> andere jurist<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> er ook anders <strong>over</strong>d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zal blijk<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> dergelijke b<strong>en</strong>adering sterk <strong>over</strong>heidsgerichtis, omdat zij nu e<strong>en</strong>maal vertrekt vanuit de thans geld<strong>en</strong>de juridischekaders.147


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Deze notitie zal daarom beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele onderdel<strong>en</strong> van meer prescriptieve<strong>en</strong> persoonlijke aard:• e<strong>en</strong> persoonlijke afweging van de meest gew<strong>en</strong>ste organisatievorm bij beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong>.Hierin komt aan de orde wat, alles <strong>over</strong>weg<strong>en</strong>de, vanuitrechtsstatelijk perspectief de w<strong>en</strong>selijkheid is van de verzelfstandigingsvorm<strong>en</strong>die hier zijn onderscheid<strong>en</strong>. Dit onderdeel kan dan vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong>geconfronteerd met de economische <strong>en</strong> bestuurskundige b<strong>en</strong>adering <strong>en</strong> metde sectorstudies in de sfeer van sociale zekerheid;• e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da voor vernieuwing. In de epiloog zal voor elk criterium apart devraag aan de orde kom<strong>en</strong> of het ook anders kan. Zijn er alternatieve voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>d<strong>en</strong>kbaar die, met behoud van de waard<strong>en</strong> die aan elk criterium t<strong>en</strong>grondslag ligg<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> grotere variëteit aan organisatievorm<strong>en</strong> mogelijkmak<strong>en</strong>?3.5verzelfstandiging van e<strong>en</strong> beschikking<strong>en</strong>fabriek148Beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzelfstandigingE<strong>en</strong> aantal onderdel<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid is belast met het uitvoer<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong>regeling<strong>en</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong> op grote groep<strong>en</strong> burgers of instelling<strong>en</strong>.Vaak gaat het hierbij om sterk voorgeprogrammeerde beslissing<strong>en</strong> die zich goedl<strong>en</strong><strong>en</strong> voor standaardisering <strong>en</strong> uniformering. De uitvoer<strong>en</strong>de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>daardoor betrekkelijk weinig beleidsruimte bij het nem<strong>en</strong> van hun beslissing<strong>en</strong>.Door de opkomst van ict is thans mogelijk het proces van beschikkingverl<strong>en</strong>ingin hoge mate te automatiser<strong>en</strong>. Onder beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong> verstaanwe <strong>over</strong>heidsonderdel<strong>en</strong> die aan de volg<strong>en</strong>de voorwaard<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>:• productie van grote aantall<strong>en</strong> beschikking<strong>en</strong>;• hoge mate van standaardisering van het werkproces;• weinig discretionaire ruimte voor ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>.Het zijn Fordistische eiland<strong>en</strong> van massaproductie in e<strong>en</strong> zee van maatwerk.Voorbeeld<strong>en</strong> zijn de Informatiebeheergroep (ibg), de Belastingdi<strong>en</strong>st, de SocialeVerzekeringsbank (kinderbijslag) <strong>en</strong> het ministerie van vrom (huursubsidie).In het verled<strong>en</strong> war<strong>en</strong> deze beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong> vaak onderdeel van hetdepartem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> viel<strong>en</strong> ze derhalve rechtstreeks onder de ministeriële verantwoordelijkheid.Voor sommige soort<strong>en</strong> beschikking<strong>en</strong> (huursubsidie, belastingaanslag<strong>en</strong>)is dit nog steeds zo. Andere beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong>, zoals de ind,zijn als ag<strong>en</strong>tschap iets meer op afstand gezet, maar vall<strong>en</strong> nog steeds wel volledigonder de ministeriële verantwoordelijkheid. E<strong>en</strong> <strong>en</strong>keling, zoals de ibg,is (inmiddels) in publiekrechtelijke zin verzelfstandigd, in de vorm van e<strong>en</strong>zelfstandig bestuursorgaan (zbo). Bij privaatrechtelijke vorm<strong>en</strong> van verzelfstandigingkan de organisatie de vorm aannem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stichting of e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschap.De meest vergaande stap is uitbesteding aan particulierebedrijv<strong>en</strong>, al dan niet op basis van mededinging. Welk van deze vier hoofdvorm<strong>en</strong>is uit rechtsstatelijk oogpunt het meest w<strong>en</strong>selijk? We lop<strong>en</strong> de vijfcriteria na (vgl. vooral Kuipers et al. 1992).


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Democratische legitimatieDit criterium valt in twee onderdel<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>: democratische sturing <strong>en</strong> democratischeverantwoording. Het model van politieke sturing via wetgeving <strong>en</strong> viaministeriële verantwoordelijkheid ver<strong>en</strong>igt in feite twee doelstelling<strong>en</strong> in zich:a via wetgeving <strong>en</strong> via de ministeriële verantwoordelijkheid wordt bereikt datafweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> keuzes binn<strong>en</strong> de organisatie door het parlem<strong>en</strong>t beïnvloedkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, <strong>en</strong>b via de ministeriële verantwoordelijkheid wordt bereikt dat gecontroleerd kanword<strong>en</strong> of de organisatie <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komstig de gemaakte keuzes werkt.De eerste doelstelling betreft het wez<strong>en</strong> van de politieke legitimatie: het gaaterom dat de keuzes politiek bepaald kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Vanuit dit perspectief ishet niet nodig dat de controle ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s geheel via het politieke kanaal verloopt.In feite heeft dat laatste ook nadel<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> onafhankelijk oordeel is juist bijcontrole van belang. Die gedachte ligt ook aan de trias t<strong>en</strong> grondslag.De rechtsstatelijke beleidstheorie rond beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong> gaat in eersteinstantie uit van sturing via wetgeving in formele zin. Hoe meer de uitoef<strong>en</strong>ingvan bestuursbevoegdhed<strong>en</strong> aan wettelijke regels is gebond<strong>en</strong>, des te mindernoodzaak er is voor afzonderlijke vorm<strong>en</strong> van politieke sturing door minister ofparlem<strong>en</strong>t. Bij beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong> is er in beginsel sprake van vollediggebond<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>. De vraag of e<strong>en</strong> beschikking kan word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d,di<strong>en</strong>t immers uitsluit<strong>en</strong>d te word<strong>en</strong> bepaald door de wet op het individuelegeval toe te pass<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat democratische sturing op onderdel<strong>en</strong> of inindividuele gevall<strong>en</strong> niet nodig is. Sturing door middel van wetgeving is voldo<strong>en</strong>devoor de democratische legitimatie.149Hetzelfde geldt in beginsel voor de democratische verantwoording. Deze kanzich beperk<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> evaluatie van de wetgeving <strong>en</strong> e<strong>en</strong> debat <strong>over</strong> de noodzaaktot aanpassing van de regels. Daar waar bevoegdhed<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> zijn, kan deverantwoording hoogst<strong>en</strong>s gaan <strong>over</strong> de aard <strong>en</strong> de mate van de binding <strong>en</strong> <strong>over</strong>de algem<strong>en</strong>e consequ<strong>en</strong>ties van de vormgeving van de wet. Controle op de uitoef<strong>en</strong>ingvan de bevoegdhed<strong>en</strong> in individuele gevall<strong>en</strong> is voorbehoud<strong>en</strong> aan derechter. Deze bepaalt of de wet goed is toegepast <strong>en</strong> geeft ev<strong>en</strong>tueel redres.Stap 1: In beginsel maakt het niet uit welke organisatievorm voor e<strong>en</strong> beschikking<strong>en</strong>fabriekwordt gekoz<strong>en</strong>, omdat bij volledig gebond<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> dedemocratische legitimatie verloopt via het instrum<strong>en</strong>t van formele wetgeving.Bij volledige binding van bevoegdhed<strong>en</strong> is er ge<strong>en</strong> noodzaak tot directe zegg<strong>en</strong>schapvan de minister <strong>over</strong> de organisatie.In de praktijk is er echter slechts zeld<strong>en</strong> sprake van volledig gebond<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>.Ook bij beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong> is er veelal e<strong>en</strong> zekere mate van ‘freiesErmess<strong>en</strong>’ voor de uitvoer<strong>en</strong>de organisatie <strong>en</strong> de individuele ambt<strong>en</strong>aar nu e<strong>en</strong>maalniet alles in de wet kan word<strong>en</strong> vastgelegd. Regelmatig is er behoefte aandiscretionaire invulling, is er sprake van vage norm<strong>en</strong> of moet<strong>en</strong> lastige concretefeit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld (zoals mate van arbeidsongeschiktheid of de noodzaak


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>van scholing). Deze speelruimte wordt veelal opgevuld door interne regels <strong>en</strong>praktijk<strong>en</strong>. Deze zijn vaak niet onderworp<strong>en</strong> aan controle door de rechter, hetzijomdat zij niet op<strong>en</strong>baar zijn, hetzij omdat de rechter meestal alle<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong>doet in individuele gevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>de doorwerking is vanzijn uitspraak in het algem<strong>en</strong>e beleid van de betreff<strong>en</strong>de beschikking<strong>en</strong>fabriek.Voorz<strong>over</strong> er sprake is van discretionaire beslisruimte, mag de rechter hetgebruik daarvan in beginsel niet naar inhoud controler<strong>en</strong>.150Ook is voor concrete burgers de feitelijke uitoef<strong>en</strong>ing van de bevoegdhed<strong>en</strong>(doorlooptijd, inrichting procedure, bejeg<strong>en</strong>ing e.d.) e<strong>en</strong> belangrijke bron vanergernis, die zich vaak vertaalt in e<strong>en</strong> vermindering van de democratische legitimatie<strong>en</strong> e<strong>en</strong> behoefte aan nadere sturing <strong>en</strong> verantwoording. T<strong>en</strong> slotte is ookhet instrum<strong>en</strong>t van formele wetgeving in de praktijk te algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooral ookte weinig flexibel om in te spel<strong>en</strong> op snel verander<strong>en</strong>de maatschappelijkeomstandighed<strong>en</strong>. Daarom word<strong>en</strong> in de praktijk regelgev<strong>en</strong>de bevoegdhed<strong>en</strong>veelvuldig aan de minister gedelegeerd. Ook zijn er vaak hardheidsclausules <strong>en</strong>directe aanwijzingsbevoegdhed<strong>en</strong> van de minister. Dit speelt met name in diegevall<strong>en</strong> waar de beschikkingsverl<strong>en</strong>ing politiek gevoelig kan zijn, zoals bij detoelating van vreemdeling<strong>en</strong> of bij bijzondere belastingconstructies.Dit alles betek<strong>en</strong>t dat de democratische legitimatie in de praktijk nooit geheelverloopt langs de weg van binding aan formele wetgeving. Door de beschikking<strong>en</strong>fabriekmoet<strong>en</strong> veel beslissing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, waarvoor democratischeverantwoording moet word<strong>en</strong> afgelegd. Hierbij komt nog iets anders. Hoewelberoep op de rechter mogelijk is indi<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> in strijd zijn met de wettelijkeregels, garandeert dit in feite ge<strong>en</strong>szins dat de organisatie zich volledig aande regels houdt. Integ<strong>en</strong>deel, veelvuldig blijkt de uitvoering in belangrijke matemet eig<strong>en</strong> regels te werk<strong>en</strong>, die van de wet afwijk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> te gunstig voor de burgerbesliss<strong>en</strong> zal nimmer leid<strong>en</strong> tot controle door de rechter, omdat dan uiteraardge<strong>en</strong> beroep op de rechter wordt ingesteld (vgl. commissie-Buurmeijer1993). Ook anderszins is de rechterlijke controle gebrekkig. Controle op de vraagof de organisatie haar taak op de juiste wijze uitvoert, is dus van groot belang.Deze controle verloopt echter in belangrijke mate via de ministeriële verantwoordelijkheid,omdat andere vorm<strong>en</strong> van aflegg<strong>en</strong> van verantwoording nietsystematisch in het staatsrecht tot ontwikkeling zijn gekom<strong>en</strong>. Dit met uitzonderingvan de controle door de rechter. Omdat deze vorm van controle slechtszeer beperkt werkt, zoals we zag<strong>en</strong>, wordt de politieke verantwoordingsplichtniet alle<strong>en</strong> als instrum<strong>en</strong>t van sturing vooraf, maar ook als instrum<strong>en</strong>t vancontrole achteraf gezi<strong>en</strong>.Vanuit het gezichtspunt van de democratische legitimatie leidt dit ertoe de uitvoeringonder politieke verantwoordelijkheid te lat<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Hierdoorkan van iedere keuze die in het kader van de uitvoering wordt gemaakt, door hetparlem<strong>en</strong>t verantwoording word<strong>en</strong> gevraagd. Dit leidt tot e<strong>en</strong> voorkeur vooruitvoering onder directe verantwoordelijkheid van e<strong>en</strong> minister, dus als departem<strong>en</strong>tsonderdeel,buit<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st of ag<strong>en</strong>tschap.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Voor e<strong>en</strong> zbo geldt dat de verantwoordingsplicht niet volledig is: de minister isin zijn bevoegdhed<strong>en</strong> tot sturing gebond<strong>en</strong> aan de middel<strong>en</strong> die de wet hembiedt. Invloed op de individuele beslissing<strong>en</strong> heeft hij nooit – dat is strijdig methet karakter van zbo – maar bevoegdhed<strong>en</strong> tot meer algem<strong>en</strong>e beleidsbepalingkunn<strong>en</strong> hem wel word<strong>en</strong> toebedeeld. Ook voor het beheer geldt dat hij specifiekebeslissing<strong>en</strong> doorgaans niet zelf neemt, maar wel invloed kan uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> dooralgem<strong>en</strong>e sturingsmiddel<strong>en</strong>, zoals toek<strong>en</strong>ning van geld<strong>en</strong>, goedkeuring vanbegroting of rek<strong>en</strong>ing. Bij e<strong>en</strong> zbo is de democratische verantwoording beperkttot het gebruik door de minister van di<strong>en</strong>s bevoegdhed<strong>en</strong>. Voor het <strong>over</strong>ige ontstaater e<strong>en</strong> democratisch verantwoordingstekort. Dit tekort kan word<strong>en</strong> gecomp<strong>en</strong>seerddoordat andere verantwoordingsmechanism<strong>en</strong> ontstaan – er zijn bijvoorbeeldandere vorm<strong>en</strong> van toezicht die in de og<strong>en</strong> van het parlem<strong>en</strong>t voldo<strong>en</strong>dezijn –; ook kan het tekort zonder comp<strong>en</strong>satie blijv<strong>en</strong>.Voor uitvoering in e<strong>en</strong> privaatrechtelijke organisatie van de <strong>over</strong>heid geldt inbeginsel hetzelfde als voor het zbo, met di<strong>en</strong> verstande dat de privaatrechtelijkevorm <strong>en</strong>kele beperking<strong>en</strong> voor de vormgeving van invloed van de minister k<strong>en</strong>tdie bij de zbo ontbrek<strong>en</strong>. Vaak zal het eig<strong>en</strong> belang van de <strong>private</strong> organisatie <strong>en</strong>de privaatrechtelijke organisatievorm zich verzett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote mate vaninvloed van de minister. (Zo is het bijvoorbeeld de plicht van commissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong>bestuur van e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap zich bij hun beslissing<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door hetbelang van de v<strong>en</strong>nootschap <strong>en</strong> kan niet word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong> dat de leiding het<strong>publieke</strong> belang voorrang geeft; zie verder Kuiper et al; 1992:162). Ook zijn bij<strong>private</strong> organisatievorm<strong>en</strong> de wob <strong>en</strong> de wet op de Nationale ombudsmanmeestal niet van toepassing (voor details: Schreuder 1994:hfdst. 4).151Bij uitvoering in de vorm van uitbesteding heeft de minister ge<strong>en</strong> andere sturingdan via de contract<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat verantwoording ofbijstelling van het beleid slechts kan plaatsvind<strong>en</strong> voorz<strong>over</strong> het contract dit toelaat.Het feit dat de contractpartner e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> belang bij het contract heeft,beperkt de mogelijkhed<strong>en</strong> tot bijsturing <strong>en</strong> beleidswijziging <strong>en</strong> daarmee dedemocratische verantwoording voor de keuzes.Cruciaal voor de democratische sturing <strong>en</strong> verantwoording is dat informatie<strong>over</strong> hetge<strong>en</strong> zich binn<strong>en</strong> de organisatie afspeelt, op voldo<strong>en</strong>de wijze voorhand<strong>en</strong>is. Indi<strong>en</strong> dit het geval is, zoud<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> wetgever, minister<strong>en</strong> beschikking<strong>en</strong>fabriek t<strong>en</strong> behoeve van e<strong>en</strong> goede sturing als volgt verdeeldkunn<strong>en</strong> zijn. De wetgever – in formele zin – stelt binn<strong>en</strong> het raam van hetge<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>baar <strong>en</strong> mogelijk is de hoofdregels voor het beslissingsproces vast.De minister beschikt <strong>over</strong> de bevoegdheid aanvull<strong>en</strong>de regels vast te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong>kan ook in algem<strong>en</strong>e zin beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>over</strong> de afweging<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> deorganisatie gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is niet nodig dat hij alle beslissing<strong>en</strong>daar<strong>over</strong> zelf neemt. Veelal zal het voldo<strong>en</strong>de zijn dat hij op de hoogte is vanhetge<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de organisatie wordt gedaan <strong>en</strong> dat hij steeds de bevoegdheidheeft regels te stell<strong>en</strong> of algem<strong>en</strong>e aanwijzing<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> voorz<strong>over</strong> de gang vanzak<strong>en</strong> hem niet bevredigt. De beschikking<strong>en</strong>fabriek moet binn<strong>en</strong> de door wetge-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>ver <strong>en</strong> minister gestelde kaders als professionele organisatie voor de uitvoer<strong>en</strong>detaak zorg<strong>en</strong>. Dit houdt in dat informatie moet word<strong>en</strong> verstrekt <strong>over</strong> de taakuitvoering<strong>en</strong> de daarbij gemaakte keuzes <strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> proces van controle <strong>en</strong> verantwoordingmoet bestaan met betrekking tot de vraag of:a de uitvoering geschiedt binn<strong>en</strong> de door wetgever <strong>en</strong> minister gestelde kaders;b de bij de uitvoering zelf gemaakte keuzes voldo<strong>en</strong>de naar buit<strong>en</strong> (de minister)toe zichtbaar zijn gemaakt; <strong>en</strong>c de uitvoering geschiedt <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komstig hetge<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> professioneleorganisatie verwacht kan word<strong>en</strong>.152Het voorgaande leidt tot de volg<strong>en</strong>de conclusies <strong>over</strong> de gew<strong>en</strong>ste organisatievorm.• Het uitvoer<strong>en</strong> onder ministeriële verantwoordelijkheid, dus als departem<strong>en</strong>tsonderdeel,ag<strong>en</strong>tschap of buit<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st, geeft de meest vergaande mogelijkhed<strong>en</strong>voor politieke sturing, al is die sturing ook daar sterk afhankelijk vande mate waarin informatie <strong>over</strong> hetge<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de organisatie geschiedt,beschikbaar is. E<strong>en</strong> nadeel is dat het verantwoordingsproces niet onafhankelijkvan de politieke sturing verloopt.• Het onderbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de organisatie in e<strong>en</strong> zelfstandig bestuursorgaan geefte<strong>en</strong> beperktere mogelijkheid tot politieke sturing dan de vorige vorm. Bij e<strong>en</strong>goede bevoegdheidstoek<strong>en</strong>ning aan de minister maakt het e<strong>en</strong> sturing voorwat betreft algem<strong>en</strong>e beslissing<strong>en</strong> echter goed mogelijk. Ook hier is desturing afhankelijk van de aanwezigheid van informatie. Aangezi<strong>en</strong> de ministerbij deze organisatievorm niet ‘de baas’ is, vergt dit punt nog meer aandacht danbij de vorige vorm, waar de minister steeds bevoegd is alle door hem gew<strong>en</strong>steinformatie te verkrijg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> zelfstandig bestuursorgaan kan e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong> selectief met de verschaffing van informatie om te gaan.• Ingeval van uitbesteding van de beschikkingverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de taak aan e<strong>en</strong> <strong>private</strong>organisatie met behulp van e<strong>en</strong> contract is de politieke sturing beperkt tot hetge<strong>en</strong>in het contract is geregeld. Dit betek<strong>en</strong>t dat, voorz<strong>over</strong> voor de tijdsduurvan het contract precies is te <strong>over</strong>zi<strong>en</strong> welke afweging<strong>en</strong> bij de uitvoeringmoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt, de politieke sturing met behulp van het contractvorm kan krijg<strong>en</strong>. Wanneer flexibiliteit gew<strong>en</strong>st is, of in de politieke afwegingin de loop der tijd wijziging mogelijk moet zijn, verzet deze vorm zich daarteg<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ligt het voor de hand dat het eig<strong>en</strong> belang van de privaatrechtelijkeorganisatie met zich meebr<strong>en</strong>gt dat de mate waarin aan de door depolitiek gekoesterde w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> tegemoet wordt gekom<strong>en</strong>, mede wordt bepaalddoor de wederpartij van de <strong>over</strong>heid. Die eig<strong>en</strong>belang<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> legitiemeplaats in de onderhandelingsrelatie. 6 De <strong>over</strong>heid zal in het algeme<strong>en</strong> ook ge<strong>en</strong>invloed hebb<strong>en</strong> op de wijze waarop de organisatie zich als onderdeel van e<strong>en</strong>grotere organisatie ontwikkelt: zie bijvoorbeeld de conc<strong>en</strong>tratie in de gezondheidszorg.Het proces van controle <strong>en</strong> verantwoording zal hier niet direct totbijsturing van de uitvoering kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> – t<strong>en</strong>zij het contract daartoe specifiekemogelijkhed<strong>en</strong> biedt – zodat van groot belang is dat er goede maatstav<strong>en</strong>zijn met behulp waarvan de toetsing van de uitvoering aan het contract kanword<strong>en</strong> verricht. Omdat er bij e<strong>en</strong> beschikking<strong>en</strong>fabriek meestal sprake zalzijn van e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gesteld belang bij <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> privaatrechtelijke organisatie,verdi<strong>en</strong>t het aspect van de controle hier grote aandacht.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Stap 2: Omdat er in de praktijk haast nooit sprake is van e<strong>en</strong> volledige bindingvan bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> er derhalve behoefte blijft bestaan aan e<strong>en</strong> zekere matevan politieke sturing, verdi<strong>en</strong>t uitvoering onder directe ministeriële verantwoordelijkheidde voorkeur.• Organisatie in de vorm van e<strong>en</strong> departem<strong>en</strong>tsonderdeel, buit<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st of ag<strong>en</strong>tschapbiedt de meeste mogelijkhed<strong>en</strong> voor politieke sturing <strong>en</strong> verantwoording.• Het onderbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de organisatie in e<strong>en</strong> zelfstandig bestuursorgaan geefte<strong>en</strong> beperktere mogelijkheid tot politieke sturing dan de vorige vorm<strong>en</strong>, maarmaakt bij e<strong>en</strong> goede bevoegdheidstoek<strong>en</strong>ning aan de minister e<strong>en</strong> sturingvoor wat betreft algem<strong>en</strong>e beslissing<strong>en</strong> goed mogelijk.• Bij uitbesteding van de beschikkingverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de taak aan e<strong>en</strong> <strong>private</strong> organisatiemet behulp van e<strong>en</strong> contract is de politieke sturing in beginsel beperkt tothetge<strong>en</strong> in het contract is geregeld. Van uitbesteding aan <strong>private</strong> organisatiesdi<strong>en</strong>t daarom te word<strong>en</strong> afgezi<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> flexibiliteit in de sturingskaders ofruime mogelijkhed<strong>en</strong> van politieke her<strong>over</strong>weging <strong>en</strong> bijsturing gew<strong>en</strong>st zijn.RechtsgelijkheidVan de verschill<strong>en</strong>de beginsel<strong>en</strong> die voortvloei<strong>en</strong> uit het criterium van derechtsgelijkheid, is de scheiding van politiek <strong>en</strong> bestuur hier vanouds het meestbelangrijk. Juist op het terrein van de uitvoering van het <strong>over</strong>heidsbeleid is eraltijd sterk gepleit voor e<strong>en</strong> scheiding van de beleidsvorming, waarbij politiekeinterv<strong>en</strong>ties c<strong>en</strong>traal staan, <strong>en</strong> de beleidsuitvoering, de neutrale ambtelijkewerkzaamhed<strong>en</strong>. De theorie hierachter is dat (partij)politieke <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>ge<strong>en</strong> rol mog<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> in concrete individuele gevall<strong>en</strong>. Politieke interv<strong>en</strong>tiesdoor bewindslied<strong>en</strong> in het proces van beschikkingverl<strong>en</strong>ing vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedreigingvan het gelijkheidsbeginsel. Dat pleit sterk teg<strong>en</strong> beschikkingsverl<strong>en</strong>ingdoor het departem<strong>en</strong>t zelf, omdat de minister dan altijd bevoegd blijft om inindividuele zak<strong>en</strong> te interv<strong>en</strong>iër<strong>en</strong>, bijvoorbeeld t<strong>en</strong> gunste van partijg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> ofonder druk van de <strong>publieke</strong> opinie.153Stap 1: Vanuit het oogpunt van rechtsgelijkheid is het niet verstandig grootschaligebeschikkingverl<strong>en</strong>ing rechtstreeks onder de ministeriële verantwoordelijkheidte br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.Van de verschill<strong>en</strong>de verzelfstandigingsvorm<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt uitbesteding aan particulierebedrijv<strong>en</strong> bewindslied<strong>en</strong> nog het minst in bekoring, omdat hierbij in beginselge<strong>en</strong> directe gezagsrelaties met de minister meer bestaan. Teg<strong>en</strong> deze vormvan verzelfstandiging wordt echter vaak ingebracht dat de rechtsgelijkheid ookhier in gevaar kan kom<strong>en</strong>, niet vanwege politieke interv<strong>en</strong>ties, maar omdat in depraktijk de gelding van het gelijkheidsbeginsel niet voldo<strong>en</strong>de gewaarborgd is.In het privaatrecht bestaat ge<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>d recht op e<strong>en</strong> gelijke behandeling.Bedrijv<strong>en</strong> zijn niet verplicht om in zee te gaan met commercieel onaantrekkelijkeklant<strong>en</strong> of zog<strong>en</strong>aamde ‘slechte risico’s’. Commerciële of persoonlijke<strong>over</strong>weging<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> nadrukkelijk e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij ondernemingsbeslissing<strong>en</strong>.Zo kan e<strong>en</strong> particuliere onderneming die op grote schaal beschikking<strong>en</strong>verle<strong>en</strong>t <strong>en</strong> daarbij niet aan risicoselectie mag do<strong>en</strong>, er bijvoorbeeldbelang bij hebb<strong>en</strong> lastige klant<strong>en</strong> af te schep<strong>en</strong> of af te kop<strong>en</strong> om zo haar


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>bedrijfskost<strong>en</strong> in de hand te houd<strong>en</strong>. Ook geldt er niet het ambtelijke ethos vanstrikte neutraliteit <strong>en</strong> onpartijdigheid. Vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>- of wederdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitcommercieel oogpunt aantrekkelijk zijn <strong>en</strong> zijn niet per definitie illegitiem,zoals in de <strong>publieke</strong> sector. 7 Datzelfde geldt voor het aanbied<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> versneldeprocedure teg<strong>en</strong> bijzondere tariev<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> soort van bedrijv<strong>en</strong>poli voorbeschikking<strong>en</strong>). Uitbesteding aan commerciële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers levert daaromrisico’s op voor de onpartijdigheid <strong>en</strong> voor het gelijkheidsbeginsel.Publieke verzelfstandiging k<strong>en</strong>t deze risico’s veel minder, omdat daar de beginsel<strong>en</strong>van behoorlijk bestuur volledig van toepassing zijn, ev<strong>en</strong>als het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> het ambtelijke ethos van neutraliteit <strong>en</strong> onpartijdigheid. Omdat bij<strong>publieke</strong> verzelfstandiging, zoals we hierbov<strong>en</strong> al zag<strong>en</strong>, de minister in beginselalle<strong>en</strong> op hoofdlijn<strong>en</strong> kan stur<strong>en</strong>, is er ook weinig risico op politieke interv<strong>en</strong>tiesin individuele gevall<strong>en</strong>. Dat maakt dat verzelfstandiging in de vorm van e<strong>en</strong> zbouit het oogpunt van rechtsgelijkheid het meest aantrekkelijk is.154Stap 2: Uitbesteding van beschikkingverl<strong>en</strong>ing aan particuliere organisaties ofaan <strong>over</strong>heidsstichting<strong>en</strong> of v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> vermindert de kans op politiekeinterv<strong>en</strong>ties sterk, maar vergroot wel de kans op andere inbreuk<strong>en</strong> op het gelijkheidsbeginsel.Publieke verzelfstandiging in de vorm van e<strong>en</strong> zbo is uit het oogpuntvan rechtsgelijkheid het meest aangewez<strong>en</strong>, omdat hierbij zowel de kansop politieke interv<strong>en</strong>ties als op andere vorm<strong>en</strong> van bevoordeling of risicoselectiebetrekkelijk klein zijn.RechtszekerheidDe eis van rechtszekerheid bestaat uit t<strong>en</strong> minste drie onderdel<strong>en</strong>: eis van legaliteit,eis van k<strong>en</strong>baarheid <strong>en</strong> verbod van terugwerk<strong>en</strong>de kracht. De eerste eiswordt hier niet afzonderlijk behandeld: uit de red<strong>en</strong>ering <strong>over</strong> de democratischelegitimatie vloeit reeds voort dat de <strong>over</strong>heid niet naar willekeur, maar alle<strong>en</strong> opbasis van e<strong>en</strong> democratisch gelegitimeerde gedragslijn kan handel<strong>en</strong>. We conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>ons daarom op het t<strong>en</strong> behoeve van e<strong>en</strong> individuele burger verschaff<strong>en</strong>van rechtszekerheid. Dit houdt in dat:1 de burger op tijd <strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de precies weet wat hij van de <strong>over</strong>heid kan verwacht<strong>en</strong>(voorspelbaarheid van <strong>over</strong>heidsgedrag, zodat hij zijn eig<strong>en</strong> gedragdaar ook op kan afstemm<strong>en</strong>);2 de burger ook daadwerkelijk wordt behandeld <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komstig waar hij rechtop heeft.De juridische beleidstheorie is in het verled<strong>en</strong> altijd geweest dat de rechtszekerheidhet meest gewaarborgd is bij e<strong>en</strong> uitvoering door <strong>publieke</strong> organisaties.De juridische beleidstheorie luidt als volgt: deze activiteit kan het beste in de<strong>publieke</strong> sfeer word<strong>en</strong> vormgegev<strong>en</strong> omdat de wet regels voor het <strong>over</strong>heidshandel<strong>en</strong>vaststelt, de burger dus op grond van de wet weet welk optred<strong>en</strong> hijkan verwacht<strong>en</strong>, het bestuur <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komstig de wettelijke regels handelt <strong>en</strong> deburger die onjuist wordt behandeld, zich tot de bestuursrechter kan w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>,die voor redres zorgt.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Stap 1: Organisatie in de <strong>publieke</strong> sfeer, als departem<strong>en</strong>tsonderdeel, buit<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st,ag<strong>en</strong>tschap of zbo, verdi<strong>en</strong>t vanuit het oogpunt van rechtszekerheid devoorkeur.In de praktijk ligt e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander minder e<strong>en</strong>voudig. In de eerste plaats biedt e<strong>en</strong><strong>publieke</strong> voorzi<strong>en</strong>ing de burger lang niet altijd zekerheid omtr<strong>en</strong>t zijn recht<strong>en</strong> <strong>en</strong>verplichting<strong>en</strong>. Zoals we hierbov<strong>en</strong> reeds zag<strong>en</strong>, bevat de wet lang niet alleregels, ook niet indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> daarbij gedelegeerde wetgeving betrekt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>wordt de wet veelvuldig gewijzigd of aangevuld. Omdat beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong>maar beperkt wetsgestuurd zijn, kan daaraan ook maar in beperkte mate rechtszekerheidword<strong>en</strong> ontle<strong>en</strong>d. Ook ler<strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> rechtssociologisch onderzoekdat de burger op grond van de wet vaak niet weet waar hij aan toe is. M<strong>en</strong> d<strong>en</strong>keaan het niet-gebruik van veel subsidieregeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan het rapport van hetctsv, waaruit blijkt dat veel verzekerd<strong>en</strong> niet wet<strong>en</strong> waar zij recht op hebb<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> slotte is er ook onrustbar<strong>en</strong>d veel materiaal waaruit blijkt dat het in de praktijkge<strong>en</strong>szins vanzelfsprek<strong>en</strong>d is dat het bestuur ook de wet zal volg<strong>en</strong>(vgl. Marseille 1993, commissie-Van der Zwan 1993, commissie-Buurmeijer1993, Van Montfoort 1991, Rek<strong>en</strong>kamer 1995).Andersom is het zo dat het privaatrecht, op zijn beurt, e<strong>en</strong> aantal voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>k<strong>en</strong>t die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gericht zijn op het bied<strong>en</strong> van rechtszekerheid. M<strong>en</strong> kan hierbijd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan standaardbepaling<strong>en</strong> in contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong>of aan vorm<strong>en</strong> van certificering. Ook is er bij afwijking de mogelijkheid totredres op de burgerlijke rechter, die via op<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> als goede trouw <strong>en</strong>billijkheid de zwakkere positie van burgers ruimschoots kan verdisconter<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> nadeel van de burgerlijke rechter is wel dat de burger meestal ge<strong>en</strong> beroepkan do<strong>en</strong> op de bescherm<strong>en</strong>de werking van de beginsel<strong>en</strong> van behoorlijk bestuurof de awb. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de toegang tot de bestuursrechter in de praktijk voorburgers beduid<strong>en</strong>d e<strong>en</strong>voudiger dan de burgerlijke rechter. De doorlooptijd<strong>en</strong>zijn tot nu toe sneller <strong>en</strong> de proceskost<strong>en</strong> beduid<strong>en</strong>d lager.155Stap 2: Organisatie in de <strong>publieke</strong> sfeer biedt in de praktijk de burger minderrechtszekerheid dan de theorie veronderstelt. De burger weet vaak niet hoe hetbestuur zal handel<strong>en</strong> omdat hij de wet vaak niet k<strong>en</strong>t <strong>en</strong> het bestuur bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>de wet lang niet altijd uitvoert. Het beroep op de rechter is niet altijd voldo<strong>en</strong>deom onjuiste beslissing<strong>en</strong> te redresser<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> biedt het privaatrecht deburger ook de nodige zekerhed<strong>en</strong>. Wel is er vanuit het oogpunt van rechtsbescherminge<strong>en</strong> lichte voorkeur voor vormgeving in de <strong>publieke</strong> sfeer omdat:• de beschikbare rechter bij <strong>publieke</strong> uitvoering de bestuursrechter is. Deze isgemakkelijker toegankelijk dan de burgerlijke rechter, die in beginsel bij <strong>private</strong>uitvoering aangewez<strong>en</strong> is;• de norm<strong>en</strong> van het bestuursrecht (abbb, awb) dan van toepassing zijn.Deze zijn meer expliciet toegesned<strong>en</strong> op vrag<strong>en</strong> van rechtszekerheid dan debeginsel<strong>en</strong> van het burgerlijk recht.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>156Doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheidIn de sfeer van de doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid – in het vervolg wordtkortweg van doelmatigheid gesprok<strong>en</strong> – is er e<strong>en</strong> sterke neiging om beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong>op afstand van de minister te zett<strong>en</strong>. De beleidstheorie achter veelvan deze verzelfstandigingsoperaties lijkt op het gebied van doelmatigheid uitt<strong>en</strong> minste drie onderdel<strong>en</strong> te bestaan. In de eerste plaats wijst m<strong>en</strong> erop datvoor departem<strong>en</strong>tsonderdel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reeks van algem<strong>en</strong>e (beheers)voorschrift<strong>en</strong>geldt die in de concrete uitvoeringspraktijk vaak als nodeloos beperk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>ervar<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> toegesned<strong>en</strong> beheersstructuur zou veel efficiënter zijn. Dit leidtvaak tot e<strong>en</strong> pleidooi voor <strong>publieke</strong> verzelfstandiging. Voorts is vanouds(zie Wilson’s “run g<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t like a business”) de gedachte dat e<strong>en</strong> grotereafstand tot de minister de doelmatigheid vergroot, omdat politieke interv<strong>en</strong>ties<strong>en</strong> bureaucratische regels vaak haaks staan op e<strong>en</strong> efficiënte <strong>en</strong> effectieve uitvoeringvan beleid. Politieke <strong>en</strong> bureaucratische rationaliteit zijn veelal gericht oprechtvaardigheid <strong>en</strong> rechtmatigheid <strong>en</strong> niet op kost<strong>en</strong>/bat<strong>en</strong>- <strong>en</strong> haalbaarheidsanalyses.Deze beleidstheorie pleit ervoor de zegg<strong>en</strong>schap van de minister op debedrijfsvoering te minimaliser<strong>en</strong>, maar is neutraal <strong>over</strong> de vraag welke vorm ditaan moet nem<strong>en</strong>. Aan de uitbestedingsvariant ligt de theorie t<strong>en</strong> grondslag datde <strong>over</strong>heid niet zelf hoeft na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> de doelmatigheidswinst, maar ditkan <strong>over</strong> lat<strong>en</strong> aan <strong>private</strong> partij<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijke voorwaarde hiervoor is concurr<strong>en</strong>tie,zodat vanzelf zichtbaar wordt welke produc<strong>en</strong>t het beste scoort in desfeer van doelmatigheid. Daarmee zou m<strong>en</strong> de doelmatigheid kunn<strong>en</strong> optimaliser<strong>en</strong>;m<strong>en</strong> hoeft immers niet meer zelf het wiel uit te vind<strong>en</strong>, maar kan profiter<strong>en</strong>van de ervaring<strong>en</strong> die marktpartij<strong>en</strong> in eerdere situaties hebb<strong>en</strong> opgedaan.Ook zijn er schaalvoordel<strong>en</strong>: omdat particuliere onderneming<strong>en</strong> meerderebeschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong> draai<strong>en</strong>de kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze wellicht metminder personeel <strong>en</strong> <strong>over</strong>head toe.Stap 1: Uit het oogpunt van doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid is beschikkingsverl<strong>en</strong>ingals departem<strong>en</strong>tsonderdeel het minst aantrekkelijk. Uitbesteding aan<strong>private</strong> partij<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t de voorkeur.In de praktijk blijkt dit allemaal wat minder e<strong>en</strong>voudig te ligg<strong>en</strong>. Er zijn departem<strong>en</strong>tsonderdel<strong>en</strong>die, met behoud van de volledige ministeriële verantwoordelijkheid,in staat zijn om forse effici<strong>en</strong>cywinst<strong>en</strong> te boek<strong>en</strong>; de ervaring<strong>en</strong> in debelastingdi<strong>en</strong>st wijz<strong>en</strong> daarop. Voor e<strong>en</strong> toegesned<strong>en</strong> beheersstructuur blijkt hetdaar niet nodig om tot (<strong>publieke</strong>) verzelfstandiging <strong>over</strong> te gaan. Sterker nog,het onderzoek van Ter Bogt (1997) suggereert dat <strong>publieke</strong> vorm<strong>en</strong> van verzelfstandigingin de praktijk niet of nauwelijks leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verhoging van de doelmatigheid<strong>en</strong> de doeltreff<strong>en</strong>dheid van de organisaties.Ook is het nog zeer de vraag of uitbesteding van grootschalige beschikkingsverl<strong>en</strong>ingtot e<strong>en</strong> forse verhoging van de doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid zal leid<strong>en</strong>.In de praktijk zal er namelijk maar in zeer beperkte mate sprake zijn vankeuzevrijheid voor de minister als aannemer. Aanbieders zull<strong>en</strong> vaak forseinvestering<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> in software, apparatuur <strong>en</strong> opleiding van personeel


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>om de taak naar behor<strong>en</strong> uit te kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>. De aanbieder zal deze contractspecifiekekost<strong>en</strong> verdisconter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> hoge aanneemsom of e<strong>en</strong> lange contractperiodebeding<strong>en</strong>. Aan het einde van de contractperiode heeft de zitt<strong>en</strong>deuitvoerder bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote voorsprong op mogelijke nieuwe aanbieders,omdat hij alle k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> <strong>over</strong>head al in huis heeft. Het is daarom zeer de vraagof er op termijn sprake zal zijn van reële marktwerking. Wanneer er voorts doorde minister tal van nadere specificaties in het contract word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>(zie hierbov<strong>en</strong>), zal dit in de prijs word<strong>en</strong> verdisconteerd. Dit is e<strong>en</strong> extrared<strong>en</strong> waarom e<strong>en</strong> scherpe prijsstelling lang niet altijd valt te realiser<strong>en</strong>(Kuiper 1992: 159-160).Dit laat onverlet dat er onderdel<strong>en</strong> van het proces van beschikkingsverl<strong>en</strong>ing zijndie zich wellicht wel l<strong>en</strong><strong>en</strong> voor uitbesteding. Hierbij gaat het vooral om routinematigeprocess<strong>en</strong> die niet sectorspecifiek zijn <strong>en</strong> die derhalve ge<strong>en</strong> specifiekeinvestering<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarbij k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> personeel makkelijk uitwisselbaar zijnmet andere sector<strong>en</strong>, waardoor economies of scale tot de mogelijkhed<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>.Daarbij kan m<strong>en</strong> met name d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan ondersteunings- <strong>en</strong> beheersfuncties.Stap 2: In de praktijk is het zeer de vraag of verzelfstandiging of uitbesteding vangrootschalige beschikkingsverl<strong>en</strong>ing per definitie tot e<strong>en</strong> substantiële verhogingvan de doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid leid<strong>en</strong>. Inrichting van de bedrijfsvoeringlijkt e<strong>en</strong> belangrijkere variabele te zijn dan de afstand tot de minister.Uitbesteding bij beschikkingsverl<strong>en</strong>ing valt vooral te <strong>over</strong>weg<strong>en</strong> bij routinematigeprocess<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> sectorspecifieke k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> faciliteit<strong>en</strong> vereis<strong>en</strong>.157Verzelfstandiging van beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> afwegingUit de eerdere beschouwing<strong>en</strong> <strong>over</strong> beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong> vloeit voort dat e<strong>en</strong>bepaalde structuur in term<strong>en</strong> van verzelfstandiging niet vanzelfsprek<strong>en</strong>d inieder geval tot e<strong>en</strong> beter resultaat zal leid<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> andere structuur.Integ<strong>en</strong>deel: zonder goede (informatie)voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is de kans groot dat iniedere vorm het resultaat te w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>over</strong> zal lat<strong>en</strong>. Dit neemt niet weg dat er e<strong>en</strong>aantal algem<strong>en</strong>e opmerking<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> zijn <strong>over</strong> de keuze tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>devorm<strong>en</strong>.Het belangrijkste argum<strong>en</strong>t dat t<strong>en</strong> gunste van uitbesteding aan particulierebedrijv<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> aangevoerd, betreft de doelmatigheid. E<strong>en</strong> voorwaardehiervoor is het bestaan van concurr<strong>en</strong>tie. Indi<strong>en</strong> daarvan niet daadwerkelijksprake is, valt niet te verwacht<strong>en</strong> dat uitbesteding op termijn tot lagere kost<strong>en</strong>leidt, omdat bijvoorbeeld monopoliewinst<strong>en</strong> gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Indi<strong>en</strong> zowel de <strong>over</strong>heid als de burger e<strong>en</strong>voudig tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>, is de kans het grootst dat uitbesteding tot lagerekost<strong>en</strong> <strong>en</strong> grotere serviceverl<strong>en</strong>ing voor <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> burger leidt. Zou m<strong>en</strong> deperiodieke autokeuring vergelijk<strong>en</strong> met beschikkingsverl<strong>en</strong>ing, dan is het vanuitdit perspectief e<strong>en</strong> voordeel e<strong>en</strong> dergelijke activiteit aan particuliere bedrijv<strong>en</strong><strong>over</strong> te lat<strong>en</strong>. De burger kan tuss<strong>en</strong> vele bedrijv<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid kanslechte bedrijv<strong>en</strong> als beschikkingsverl<strong>en</strong>er uitsluit<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>In de meeste gevall<strong>en</strong> vergt grootschalige beschikkingsverl<strong>en</strong>ing echter e<strong>en</strong>zodanige investering in k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> apparatuur, dat er maar weinig aanbiederstegelijk zull<strong>en</strong> zijn. Het uitbested<strong>en</strong> van de beschikkingsverl<strong>en</strong>ing aan <strong>private</strong>bedrijv<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt dan met zich mee dat voordel<strong>en</strong> op het punt van doelmatigheidniet word<strong>en</strong> bereikt of althans niet aan de <strong>over</strong>heid t<strong>en</strong> goede kom<strong>en</strong>. Eerder zaler sprake zijn van e<strong>en</strong> afhankelijkheid van de <strong>over</strong>heid, die negatief in de kost<strong>en</strong>kan uitwerk<strong>en</strong>.Vanuit de andere criteria bezi<strong>en</strong> heeft uitbesteding nadel<strong>en</strong>. De politieke sturingwordt altijd beperkt door de voorwaard<strong>en</strong> van het contract. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zal, naarmatehet contract ruimere mogelijkhed<strong>en</strong> tot het vervull<strong>en</strong> van politieke w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>inhoudt, teg<strong>en</strong><strong>over</strong> die onzekerheid voor de uitvoerder e<strong>en</strong> financiële comp<strong>en</strong>satiestaan, hetge<strong>en</strong> de doelmatigheidsvoordel<strong>en</strong> voor de <strong>over</strong>heid weer verkleint.158De rechtsgelijkheid wordt bij <strong>publieke</strong> uitvoering in beginsel beter bedi<strong>en</strong>d danbij <strong>private</strong>, zij het dat uitvoering direct onder ministeriële verantwoordelijkheidvanuit dit gezichtspunt minder aantrekkelijk is. Indi<strong>en</strong> bij uitbesteding kanword<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> voor verschill<strong>en</strong>de uitvoerders tegelijkertijd – hetge<strong>en</strong> vanwegede doelmatigheid aantrekkelijk is –, heeft dit negatieve gevolg<strong>en</strong> voor de gelijkheid:ieder van h<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> wijze van uitvoering kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>, uiteraardvoorz<strong>over</strong> er verschill<strong>en</strong> bij die uitvoering mogelijk zijn.De rechtszekerheid wordt het beste gedi<strong>en</strong>d bij uitvoering in de <strong>publieke</strong> sfeer,omdat de sturing dan meer door regels geschiedt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het beroep op debestuursrechter voor de burger minder kostbaar <strong>en</strong> wordt dit door verdergaandebestuursrechtelijke norm<strong>en</strong> beheerst dan bij uitvoering in de <strong>private</strong> sfeer.E<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander betek<strong>en</strong>t dat uitbesteding van de taak van e<strong>en</strong> beschikking<strong>en</strong>fabriekalle<strong>en</strong> in aanmerking komt, indi<strong>en</strong> de doelmatigheidsvoordel<strong>en</strong> zodanig<strong>over</strong>heers<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de andere aspect<strong>en</strong> dat daaraan doorslaggev<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>ismoet word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Wel valt uitbesteding te <strong>over</strong>weg<strong>en</strong> op onderdel<strong>en</strong> diege<strong>en</strong> sectorspecifieke k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> faciliteit<strong>en</strong> vereis<strong>en</strong>. Publieke verzelfstandiging,in de vorm van e<strong>en</strong> zbo, heeft veelal de voorkeur, omdat rechtszekerheid <strong>en</strong>rechtsgelijkheid hier het meest zijn gewaarborgd, met behoud van e<strong>en</strong> zekeremogelijkheid tot politieke sturing <strong>en</strong> de nodige speelruimte voor de organisatieom het bedrijfsproces zo doelmatig mogelijk in te richt<strong>en</strong>.Tegelijkertijd moet geconstateerd word<strong>en</strong> dat de keuze tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong><strong>private</strong> organisatievorm maar in beperkte mate besliss<strong>en</strong>d is voor de vraag ofvoldo<strong>en</strong>de wordt voldaan aan de criteria. Ook indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> niet van organisatievormverandert, is het goed mogelijk e<strong>en</strong> betere kwaliteit te lever<strong>en</strong>, zoals hetvoorbeeld van de belastingdi<strong>en</strong>st aangeeft. De doelmatigheid is daar substantieelverbeterd zonder dat er sprake was wijziging van de gezagsrelatie met deminister.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Anderzijds do<strong>en</strong> de voordel<strong>en</strong>, met name op het terrein van de rechtszekerheid<strong>en</strong> de rechtsgelijkheid, die bij <strong>publieke</strong> uitvoering werd<strong>en</strong> verwacht, zich in depraktijk lang niet altijd voor. Systematische controle of de politiek gelegitimeerdebesluitvorming bij de uitvoering in acht wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, ontbreekt inbelangrijke mate <strong>en</strong> rechtsgelijkheid <strong>en</strong> rechtszekerheid word<strong>en</strong> door de rechterlijkecontrole volstrekt onvoldo<strong>en</strong>de gerealiseerd. Het inricht<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beschikking<strong>en</strong>fabriekdie aan de criteria voldoet, vergt derhalve veel meer dan e<strong>en</strong> keuzevoor de publiekrechtelijke vorm.3.6 verzelfstandiging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>Nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzelfstandigingIn de loop van de twintigste eeuw heeft de <strong>over</strong>heid in Nederland e<strong>en</strong> aantalbelangrijke prester<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>. Zij heeft zelf de levering van e<strong>en</strong> aantalproduct<strong>en</strong> of di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> ter hand g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die daarvoor niet of alle<strong>en</strong> door de <strong>private</strong>sector werd<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. De motiev<strong>en</strong> hiervoor varieerd<strong>en</strong>. In sommigegevall<strong>en</strong> ging het om voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die van cruciaal belang werd<strong>en</strong> geacht voorhet maatschappelijk functioner<strong>en</strong> van burgers, zoals elektriciteit, water, of post<strong>en</strong> telecommunicatie; in andere gevall<strong>en</strong> was er sprake van grote kapitaalsinvestering<strong>en</strong>die door de <strong>private</strong> sector moeilijk war<strong>en</strong> op te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (spoorvervoer).Ook was er soms sprake van collectieve goeder<strong>en</strong> die vanwege de logica van decollectieve actie niet geproduceerd dreigd<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> (dekk<strong>en</strong>d net van telefoonverbinding<strong>en</strong>,waterleiding of van op<strong>en</strong>baar vervoer; algem<strong>en</strong>e vuilnisophaal<strong>en</strong> afvalverwerking); ook speeld<strong>en</strong> strategische <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol,bijvoorbeeld in de sfeer van de staatsveiligheid, gezondheidszorg <strong>en</strong> de prev<strong>en</strong>tievan maatschappelijke ontwrichting (ongestoorde <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing oftelecommunicatie; afvalverwerking).159Ofschoon de achterligg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong>ering <strong>en</strong> de aard van de product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sterk kan verschill<strong>en</strong>, duid<strong>en</strong> we deze voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan met de algem<strong>en</strong>e noemernutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Zij hebb<strong>en</strong> op dit mom<strong>en</strong>t de volg<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:• ze word<strong>en</strong> geacht te strekk<strong>en</strong> tot nut van het algeme<strong>en</strong>;• ze k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterk bedrijfsmatig georganiseerd productieproces;• de voorzi<strong>en</strong>ing heeft e<strong>en</strong> sterk monopoloïde karakter.Veel van dergelijke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn in Nederland niet alle<strong>en</strong> door de rijks<strong>over</strong>heid,maar ook door lagere <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> georganiseerd. Verzelfstandigingmoet dan ook gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> grotere afstand tot politiekegezagsdragers, zoals Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> of Colleges van burgemeester <strong>en</strong> wethouders(b&w) <strong>en</strong> niet altijd in term<strong>en</strong> van de ministeriële verantwoordelijkheid.Tot voor kort viel<strong>en</strong> veel geme<strong>en</strong>telijke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> voor de voorzi<strong>en</strong>ing van gas, waterof elektriciteit gewoon onder de verantwoordelijkheid van b&w. Inmiddelsheeft m<strong>en</strong> bijna <strong>over</strong>al de vorm gekoz<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschap of<strong>over</strong>heidsstichting. Bij de huidige discussies <strong>over</strong> verzelfstandiging in de sfeervan de nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> gaat het daarom met name <strong>over</strong> e<strong>en</strong> <strong>over</strong>gang van de


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>huidige situatie van <strong>private</strong> verzelfstandiging naar uit- of aanbesteding aan particulierebedrijv<strong>en</strong>. Wij zull<strong>en</strong> ons hier in beginsel tot die <strong>over</strong>gang beperk<strong>en</strong>.Dat betek<strong>en</strong>t dat de c<strong>en</strong>trale vraag hier is in hoeverre e<strong>en</strong> dergelijke <strong>over</strong>gangvan <strong>private</strong> verzelfstandiging naar uitbesteding juridisch verantwoord is.We lop<strong>en</strong> de vijf criteria weer kort na.Democratische legitimatieBij het aanbied<strong>en</strong> van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is er in beginsel sprake van feitelijkehandeling<strong>en</strong> (het lever<strong>en</strong> van gas, water of elektriciteit, vervoer van person<strong>en</strong> ofhet verwerk<strong>en</strong> van afval) <strong>en</strong> niet van het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van bestuursbevoegdhed<strong>en</strong>,zoals bij het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van beschikking<strong>en</strong>. Soms word<strong>en</strong> deze voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>gesubsidieerd (op<strong>en</strong>baar vervoer) of grot<strong>en</strong>deels uit de algem<strong>en</strong>e middel<strong>en</strong> bekostigd(afvalverwerking). Het vraagstuk van de democratische sturing <strong>en</strong> verantwoordingheeft daarom e<strong>en</strong> ander karakter dan bij het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van beschikking<strong>en</strong>of bij andere <strong>over</strong>heidstak<strong>en</strong> waar uiteindelijk de zwaardmacht aan de orde is.160De democratische legitimatievraag ziet vooral toe op de wijze waarop de – alspubliek gedefinieerde – belang<strong>en</strong> word<strong>en</strong> behartigd <strong>en</strong> op het gebruik dat van de<strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> wordt gemaakt. De rechtsstatelijke beleidstheorie gaat er metname van uit dat verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>schap moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><strong>over</strong> de besteding van <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat deze licham<strong>en</strong> de mogelijkheidmoet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om diverse <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>, zoals toegankelijkheid, milieu<strong>over</strong>weging<strong>en</strong><strong>en</strong>zovoort, mee te lat<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> bij de wijze van aanbied<strong>en</strong>. Dezedemocratische sturing zal slechts in beperkte mate via de wet te verlop<strong>en</strong>, omdatde wet alle<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e regels zal stell<strong>en</strong>. De mogelijkheid van specifieke aanwijzing<strong>en</strong>of regeling is daarom van groot belang voor de democratische sturing.De democratische verantwoording vraagt dat verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong>voldo<strong>en</strong>de inzicht kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> in de besteding van de <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong>.Dit vraagt ook dat duidelijk is wie dit inzicht moet verschaff<strong>en</strong>, dat er rek<strong>en</strong>schap<strong>en</strong> verantwoording wordt gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> debat <strong>over</strong> de rechtmatigheid<strong>en</strong> doelmatigheid van de besteding<strong>en</strong> mogelijk is.Vanuit het oogpunt van democratische legitimatie heeft verzelfstandiging ineerste instantie de voorkeur bov<strong>en</strong> uitbesteding. Vorm<strong>en</strong> van verzelfstandigingbied<strong>en</strong> meer mogelijkhed<strong>en</strong> voor (lagere) <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> om zegg<strong>en</strong>schap te houd<strong>en</strong><strong>over</strong> de wijze van aanbied<strong>en</strong> van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>over</strong> de besteding vansubsidies <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e middel<strong>en</strong> dan uitbesteding aan strikt particuliere bedrijv<strong>en</strong>.Bij <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> stichting<strong>en</strong> zijn er namelijk twee sturingsmogelijkhed<strong>en</strong>:niet alle<strong>en</strong> via de afzonderlijke contract<strong>en</strong>, maar ook in meer algem<strong>en</strong>ezin, door middel van het opstell<strong>en</strong> van de statut<strong>en</strong> <strong>en</strong> door het aanwijz<strong>en</strong>van led<strong>en</strong> van, bijvoorbeeld, Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> of Provinciale Stat<strong>en</strong> alsbestuurders van de nv of stichting. Zo is in Zuid-Holland in de sfeer van de afvalverwerkingin het verled<strong>en</strong> bijvoorbeeld de proav nv opgericht. De provincie ishiervan de <strong>en</strong>ige aandeelhouder <strong>en</strong> de Raad van Commissariss<strong>en</strong> kan alle<strong>en</strong>bestaan uit led<strong>en</strong> van Gedeputeerde Stat<strong>en</strong>. Zij kunn<strong>en</strong> door Provinciale Stat<strong>en</strong>


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>rechtstreeks ter verantwoording word<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong> voor het algem<strong>en</strong>e beleid vande nv. Bij e<strong>en</strong> uitbesteding aan particuliere bedrijv<strong>en</strong> is er alle<strong>en</strong> verantwoordingaan Provinciale Stat<strong>en</strong> of geme<strong>en</strong>teraad mogelijk <strong>over</strong> de uitbesteding zelf <strong>en</strong> niet<strong>over</strong> de specifieke bedrijfsvoering van de particuliere onderneming in kwestie.Stap 1: Verzelfstandiging heeft vanuit democratische legitimatie de voorkeurbov<strong>en</strong> uitbesteding aan particuliere bedrijv<strong>en</strong>.De democratische sturing kan bij e<strong>en</strong> nutsvoorzi<strong>en</strong>ing voor e<strong>en</strong> deel echter viade wet- <strong>en</strong> regelgeving geschied<strong>en</strong>. Voorz<strong>over</strong> het gaat om de <strong>publieke</strong> toegankelijkheid<strong>en</strong> het bied<strong>en</strong> van aanvaardbare contractvoorwaard<strong>en</strong> kan dit bij de wetword<strong>en</strong> geregeld. In de praktijk wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vaak gewerkt met gedetailleerdecontract<strong>en</strong> <strong>en</strong> concessievoorschrift<strong>en</strong>. Via e<strong>en</strong> uitgebreid programma van eis<strong>en</strong>voor de aanbesteding of subsidiëring kan de <strong>over</strong>heid vrij gedetailleerd stur<strong>en</strong>onder welke voorwaard<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. Ook kan daarinword<strong>en</strong> vastgelegd op welke wijze <strong>en</strong> aan wie verantwoording di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong>afgelegd voor de besteding van de geld<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geldt voor de meestebedrijv<strong>en</strong> automatisch de wet op de Jaarrek<strong>en</strong>ing, waardoor al e<strong>en</strong> belangrijkemate van financiële verantwoording is veiliggesteld.Problem<strong>en</strong> ontstaan echter indi<strong>en</strong> op wat langere termijn de behoefte bestaataan wijziging van de concessie- of contractvoorwaard<strong>en</strong> omdat er bijvoorbeelde<strong>en</strong> wijziging in omstandighed<strong>en</strong> is opgetred<strong>en</strong>. Vaak zull<strong>en</strong> concessies ofcontract<strong>en</strong> voor langere tijd geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechts teg<strong>en</strong> grote boetes kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>op<strong>en</strong>gebrok<strong>en</strong>. Dit maakt het moeilijker om, nadat er e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> concessie isverle<strong>en</strong>d of contract is geslot<strong>en</strong>, nog bij te stur<strong>en</strong>. Dit wringt des te meerwanneer, als gevolg van verkiezing<strong>en</strong>, de sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> beleidsvoorkeur<strong>en</strong>van verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong> wijzig<strong>en</strong>. Ook speelt hier, net als bij uitbestedingvan beschikkingverl<strong>en</strong>ing, dat de <strong>over</strong>heid op d<strong>en</strong> duur in e<strong>en</strong> afhankelijkheidsrelatietot de aannemer kan kom<strong>en</strong> te staan. Het is met name de vraagof de <strong>over</strong>heid op lange termijn <strong>over</strong> voldo<strong>en</strong>de informatie beschikt om binn<strong>en</strong>de term<strong>en</strong> van contract of concessie te kunn<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>, dan wel om nieuwe eis<strong>en</strong>te beding<strong>en</strong>.161Hiernaast kan de behoefte aan democratische sturing betrekking hebb<strong>en</strong> op tweesoort<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong>. Het kan zijn dat er e<strong>en</strong> natuurlijk monopolie aanwezig is.Indi<strong>en</strong> dit het geval is, zou e<strong>en</strong> <strong>private</strong> partij e<strong>en</strong> te hoge vergoeding inn<strong>en</strong>.Daarom is e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st te preferer<strong>en</strong>, omdat dan politiek toezicht kanword<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d op het berek<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hogere prijs dan verantwoord is.Indi<strong>en</strong> het monopolie bestaat uit e<strong>en</strong> combinatie van e<strong>en</strong> kapitaalint<strong>en</strong>sieve infrastructuur<strong>en</strong> het exploiter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st via die infrastructuur, is het somsmogelijk e<strong>en</strong> splitsing aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de infrastructuur <strong>en</strong> de di<strong>en</strong>st.Dan zou de infrastructuur in eig<strong>en</strong>dom <strong>en</strong>/of beheer van de staat moet<strong>en</strong> zijn,ook omdat beslissing<strong>en</strong> <strong>over</strong> de inrichting daarvan het <strong>publieke</strong> belang sterkrak<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>E<strong>en</strong> tweede red<strong>en</strong> voor democratische sturing <strong>en</strong> verantwoording doet zich voorindi<strong>en</strong> bij de inrichting van de di<strong>en</strong>st keuzes word<strong>en</strong> gemaakt, waarbij e<strong>en</strong> alspubliek aangemerkt belang betrokk<strong>en</strong> is. Gro<strong>en</strong>e stroom, terugdring<strong>en</strong> van hetautogebruik door bevordering van het op<strong>en</strong>baar vervoer zijn voorbeeld<strong>en</strong> vandergelijke belang<strong>en</strong>. Het is in dergelijke gevall<strong>en</strong> waarschijnlijk dat bedrijfseconomischeafweging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot keuzes die maatschappelijk ongew<strong>en</strong>stzijn. Dit zou pleit<strong>en</strong> voor uitvoering onder bestuurlijke verantwoordelijkheid,als <strong>over</strong>heidsbedrijf.Stap 2: In de praktijk biedt uit- of aanbesteding de nodige ruimte voor democratischesturing <strong>en</strong> verantwoording, mits m<strong>en</strong> in wet- <strong>en</strong> regelgeving kaders stelt<strong>en</strong> gebruik maakt van de mogelijkhed<strong>en</strong> om nadere voorwaard<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> inconcessie of contract. Wel zijn uit het oogpunt van democratische sturing langlop<strong>en</strong>deconcessies <strong>en</strong> contract<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st, t<strong>en</strong>zij deze contract<strong>en</strong> met <strong>over</strong>heidsbedrijv<strong>en</strong>word<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>.162RechtsgelijkheidVanuit het oogpunt van rechtsgelijkheid di<strong>en</strong>t bij de verzelfstandiging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>onderscheid te word<strong>en</strong> gemaakt tuss<strong>en</strong> de gelijke behandelingvan burgers/cliënt<strong>en</strong> aan de <strong>en</strong>e kant <strong>en</strong> de gelijke behandeling van (pot<strong>en</strong>tiële)aanbieders van die voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> door de <strong>over</strong>heid aan de andere kant. Hier zalalle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingegaan op de rechtsgelijkheid van de burgers onderling.Hierbov<strong>en</strong>, bij de discussie <strong>over</strong> de beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong>, zag<strong>en</strong> we reeds datuitbesteding aan particuliere organisaties risico’s met zich meebr<strong>en</strong>gt voor deformele <strong>en</strong> materiële gelijkheid, omdat er in de <strong>private</strong> sfeer ge<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>drecht op gelijke behandeling is, zoals in de <strong>publieke</strong> sfeer. Dit speelt in hetbijzonder bij nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> om deze als <strong>publieke</strong>voorzi<strong>en</strong>ing aan te bied<strong>en</strong> was in het verled<strong>en</strong> de behoefte aan universele voorzi<strong>en</strong>ingteg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> betaalbare prijs. M<strong>en</strong> wilde voorkom<strong>en</strong> dat inkom<strong>en</strong>, geografischeof maatschappelijke positie van invloed war<strong>en</strong> op de toegankelijkheid vandeze vitale maatschappelijke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Dat gold in het bijzonder vooreerste lev<strong>en</strong>sbehoeft<strong>en</strong>, zoals water, gas <strong>en</strong> elektra.Mutatis mutandis geld<strong>en</strong> de stapp<strong>en</strong> op dit punt bij de beschikking<strong>en</strong>fabriek ookvoor nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing in het <strong>publieke</strong>domein vanuit het oogpunt van rechtsgelijkheid in beginsel de voorkeur verdi<strong>en</strong>t;burgers die uit commercieel oogpunt weinig aantrekkelijke klant<strong>en</strong> zijn,g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> dan meer waarborg<strong>en</strong>. We zag<strong>en</strong> echter ook dat concessies <strong>en</strong> contract<strong>en</strong>wel de mogelijkheid bied<strong>en</strong> voor de <strong>over</strong>heid om voor deze ‘slechte risico’s’voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong>. Naarmate er in de contract<strong>en</strong> meer van dergelijke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong>, neemt uitbesteding echter meer het karakter aanvan <strong>private</strong> of zelfs <strong>publieke</strong> verzelfstandiging.Algem<strong>en</strong>e conclusie rechtsgelijkheidDe voorkeur gaat uit naar verzelfstandiging. Uitbesteding is echter mogelijk,indi<strong>en</strong> in de contract<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> die de toegang tot vitale


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>maatschappelijke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> ongeacht inkom<strong>en</strong> of maatschappelijkepositie. Dit kan bijvoorbeeld door:• eis<strong>en</strong> van universele di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing;• prijsplafonds;• specifieke subsidies of suppleties;• instell<strong>en</strong> van onafhankelijk toezicht.RechtszekerheidOok bij de rechtszekerheid geldt dat er e<strong>en</strong> onderscheid moet word<strong>en</strong> gemaakttuss<strong>en</strong> de zekerhed<strong>en</strong> voor de burgers/cliënt<strong>en</strong> die van de nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>afhankelijk zijn <strong>en</strong> de zekerhed<strong>en</strong> van de aanbieders die contract<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> metde <strong>over</strong>heid. Omdat hier de verzelfstandigingsvraag c<strong>en</strong>traal staat, zal opnieuwalle<strong>en</strong> naar de positie van de burgers word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong>. Zij zijn namelijk deg<strong>en</strong><strong>en</strong>voor wie de rechtszekerheid direct kan verander<strong>en</strong> als gevolg van e<strong>en</strong> <strong>over</strong>gangvan <strong>private</strong> verzelfstandiging naar uitbesteding. 8 De rechtszekerheid moet in ditverband vooral word<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong> zekerheid dat de betreff<strong>en</strong>de nutsvoorzi<strong>en</strong>ingongestoord <strong>en</strong> onder dezelfde voorwaard<strong>en</strong> (<strong>en</strong> liefst teg<strong>en</strong> dezelfde oflagere prijz<strong>en</strong>) gedur<strong>en</strong>de lange tijd zal word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>.Vanuit dit perspectief is er e<strong>en</strong> zeker risico aan uitbesteding verbond<strong>en</strong>, omdathet voor <strong>private</strong> partij<strong>en</strong> vermoedelijk veelal niet aantrekkelijk zal zijn om volledigonder dezelfde voorwaard<strong>en</strong> te operer<strong>en</strong> als het <strong>over</strong>heidsbedrijf deed. Dooruitbesteding zull<strong>en</strong> de voorwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> voor burgers/cliënt<strong>en</strong> vermoedelijkwijzig<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> e<strong>en</strong>malige wijziging hoeft nog ge<strong>en</strong> aantasting van derechtszekerheid te betek<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar als contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> contractant<strong>en</strong> door uitbestedingvoortdur<strong>en</strong>d wissel<strong>en</strong>, kan grote onzekerheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterk verlaagdedi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing aan burgers/cliënt<strong>en</strong> het gevolg zijn.163Stap 1: Vanuit het oogpunt van de rechtszekerheid van burgers verdi<strong>en</strong>t verzelfstandigingde voorkeur bov<strong>en</strong> uitbesteding.Er zijn echter de nodige aanwijzing<strong>en</strong> dat dit in de praktijk g<strong>en</strong>uanceerder ligt.In de sectorstudie <strong>over</strong> telecommunicatie is erop gewez<strong>en</strong> dat uitbesteding aan<strong>private</strong> partij<strong>en</strong> de nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> onder de werking van het privaatrechtbr<strong>en</strong>gt (voorz<strong>over</strong> dit al niet het geval was) <strong>en</strong> dat het moderne privaatrecht e<strong>en</strong>uitgebalanceerd stelsel van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bescherming k<strong>en</strong>t. Voorts mag word<strong>en</strong>verwacht dat zekerheid in voorzi<strong>en</strong>ing, prijsstelling <strong>en</strong> voorwaard<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijkeconcurr<strong>en</strong>tiefactor zal zijn bij uitbesteding (zowel bij de concessieverl<strong>en</strong>ingdoor de <strong>over</strong>heid als bij de contract<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong> aanbieder). Voorwaardeis echter wel dat er e<strong>en</strong> reële mededinging is.Voorts kan de <strong>over</strong>heid de burger de nodige zekerhed<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t continuïteitverschaff<strong>en</strong> door gebruik te mak<strong>en</strong> van langlop<strong>en</strong>de <strong>en</strong> betrekkelijke uniformeconcessies <strong>en</strong> contract<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Stap 2: Vanuit het oogpunt van de rechtszekerheid van burgers is uitbestedingvan nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan <strong>private</strong> partij<strong>en</strong> mogelijk indi<strong>en</strong> daarbij sprake is vanreële mededinging <strong>en</strong> langlop<strong>en</strong>de concessies <strong>en</strong> contract<strong>en</strong> in de relatie tuss<strong>en</strong><strong>over</strong>heid <strong>en</strong> aanbieder.164Doeltreff<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> doelmatigheidOp dit specifieke punt (<strong>private</strong> verzelfstandiging versus uitbesteding van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>)heeft de rechtstheorie niet zoveel te bied<strong>en</strong>. Dit moet word<strong>en</strong><strong>over</strong>gelat<strong>en</strong> aan de sectorstudies <strong>en</strong> de inzicht<strong>en</strong> van de bestuurskundig<strong>en</strong> <strong>en</strong>econom<strong>en</strong>. In algem<strong>en</strong>e zin mag m<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> dat er vanuit doelmatigheidsoogpunte<strong>en</strong> voorkeur is voor uitbesteding, omdat daarmee veel interv<strong>en</strong>ties inde bedrijfsvoering word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong> die uitsluit<strong>en</strong>d door politieke red<strong>en</strong><strong>en</strong>zijn ingegev<strong>en</strong>. Bij <strong>over</strong>heidsbedrijv<strong>en</strong> ziet m<strong>en</strong> toch vaak dat politieke <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij belangrijke ondernemingsbeslissing<strong>en</strong>, zoals de vestigingvan het hoofdkantoor (vgl. de verhuizing van de ptt naar Groning<strong>en</strong>) of debeslissing om (niet) te saner<strong>en</strong>. Ook zal e<strong>en</strong> volledig particulier bedrijf meerarmslag hebb<strong>en</strong> om naar de beurs te gaan, partners te zoek<strong>en</strong> of te fuser<strong>en</strong>.Cruciale voorwaarde voor e<strong>en</strong> grotere doelmatigheid als gevolg van uitbestedingis ook hier het bestaan van e<strong>en</strong> reële concurr<strong>en</strong>tie, zowel voor de burger/cliëntals voor de <strong>over</strong>heid.3.7 e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da voor vernieuwingKan het ook anders?Deze eerste proeve van e<strong>en</strong> rechtsstatelijke toetsing van de verzelfstandigingsmogelijkhed<strong>en</strong>rond e<strong>en</strong> tweetal activiteit<strong>en</strong> laat e<strong>en</strong> sterke neiging zi<strong>en</strong> t<strong>en</strong>gunste van uitvoering onder ministeriële verantwoordelijkheid. Dat komt in deeerste plaats omdat het (staats)recht e<strong>en</strong> sterke institutionele oriëntatie k<strong>en</strong>t.Bestaande praktijk<strong>en</strong>, instituties <strong>en</strong> regels vorm<strong>en</strong> veelal de kaders waarbinn<strong>en</strong>wordt gered<strong>en</strong>eerd. Dat betek<strong>en</strong>t automatisch dat er e<strong>en</strong> grote padafhankelijkheidis <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd is tot dynamisch conservatisme, tot increm<strong>en</strong>telewijziging<strong>en</strong> die vooral zijn gericht op het behoud van de bestaande instituties <strong>en</strong>organisatievorm<strong>en</strong>. Na de Pacificatie van 1918 zijn er in ons land ge<strong>en</strong> staatkundigevernieuwing<strong>en</strong> van fundam<strong>en</strong>tele betek<strong>en</strong>is geweest – wel veel poging<strong>en</strong>daartoe. Ook de academische rechtswet<strong>en</strong>schap is niet erg g<strong>en</strong>eigd tot e<strong>en</strong>deductieve b<strong>en</strong>adering met grote theorieën <strong>en</strong> designs. Voor ceteris paribusred<strong>en</strong>ering<strong>en</strong>loopt m<strong>en</strong> in de rechtswet<strong>en</strong>schap niet erg warm.Rechtstheorie is daarmee veel sterker contextafhankelijk dan economischetheorie, omdat er betrekkelijk weinig universele theorieën <strong>en</strong> beginsel<strong>en</strong> zijn.De verschill<strong>en</strong>de criteria word<strong>en</strong> in Frankrijk heel anders ingevuld dan inNederland of de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, omdat de institutionele tradities <strong>en</strong> kaders inelk van die land<strong>en</strong> anders zijn. Er bestaat ge<strong>en</strong> rechtstheorie die los van tijd ofplaats antwoord kan gev<strong>en</strong> op vrag<strong>en</strong> van ppv.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>In de tweede plaats ligt er in het juridisch red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> vanouds e<strong>en</strong> sterke nadrukop het waarborgkarakter van het recht. Er is e<strong>en</strong> huiver bij jurist<strong>en</strong> om instrum<strong>en</strong>tele<strong>over</strong>weging<strong>en</strong>, zoals doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid, e<strong>en</strong> grote rol te lat<strong>en</strong>spel<strong>en</strong>. Dat heeft te mak<strong>en</strong> met de rol van het recht bij het aan band<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> vande macht van vorst<strong>en</strong>, struikr<strong>over</strong>s <strong>en</strong> andere pot<strong>en</strong>tat<strong>en</strong> <strong>en</strong> met de emancipatievan de individuele burger die mede door grondrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechtsbescherming ismogelijk geword<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t ook dat er, zodra er sprake is van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong>,e<strong>en</strong> neiging is deze in het <strong>publieke</strong> domein te organiser<strong>en</strong>, omdat daar vanoudskaders voor dat waarborgkarakter aanwezig zijn. Dit speelt in het bijzonder wanneerhet gaat om het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>. Zodra er sprake isvan het verricht<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong> waaraan burgers zich niet kunn<strong>en</strong> onttrekk<strong>en</strong><strong>en</strong> die diep ingrijp<strong>en</strong> in hun functioner<strong>en</strong>, dring<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> van rechtszekerheid,gelijkheid <strong>en</strong> verantwoording zich al snel op (zie ook par. 3.8).E<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander betek<strong>en</strong>t dat m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd is om dicht in de buurt van de bestaande(<strong>publieke</strong>) organisatievorm<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong>. Toch will<strong>en</strong> we, ter afsluiting, prober<strong>en</strong>wat alternatiev<strong>en</strong> aan te gev<strong>en</strong>. Kan het ook anders? We lop<strong>en</strong> daarbij de criterianog e<strong>en</strong> keer in algem<strong>en</strong>e zin na.Democratische legitimatieE<strong>en</strong> van de punt<strong>en</strong> die bij iedere organisatievorm aandacht moet hebb<strong>en</strong>, is de systematischecontrole <strong>en</strong> verantwoording. Voor de ppv-discussie is vooral van belangdat de democratische sturing bij de behartiging van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> vereist dat:a ieder <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> op de wet berust (legaliteitsbeginsel), <strong>en</strong>b voor ieder <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> verantwoording wordt afgelegd aan e<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>dlichaam, hetge<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d leidt tot het vasthoud<strong>en</strong> aan deministeriële verantwoordelijkheid.De gedachte achter deze b<strong>en</strong>adering is dat door de regelgeving of verantwoordingin hand<strong>en</strong> van het parlem<strong>en</strong>t wordt bereikt dat het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> in<strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming is met hetge<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving als gew<strong>en</strong>st wordt gezi<strong>en</strong>.Het is echter sterk de vraag of hiermee de pret<strong>en</strong>ties van deze middel<strong>en</strong>– legaliteitseis <strong>en</strong> ministeriële verantwoordelijkheid – niet word<strong>en</strong> <strong>over</strong>trokk<strong>en</strong>.Voor de ministeriële verantwoordelijkheid kan dit als volgt word<strong>en</strong> toegelicht.165De vaak ruime keuzevrijheid die het bestuur bezit, wordt in goede ban<strong>en</strong> geleiddoordat de ministeriële verantwoordelijkheid bestaat. Bij nadere analyse houdtdit in dat m<strong>en</strong> verwacht dat:1 de algem<strong>en</strong>e afweging van belang<strong>en</strong>, dus het beleid, onder democratischecontrole tot stand komt;2 de controle of de uitvoering geschiedt in <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming met de vastgestelderegels <strong>en</strong> door de ministeriële verantwoordelijkheid wordt gerealiseerd;3 de beoordeling van de vraag of de vertaling van het algem<strong>en</strong>e beleid in concreteuitvoering op goede wijze is geschied langs deze weg tot stand komt; <strong>en</strong>4 door middel van de ministeriële verantwoordelijkheid kan word<strong>en</strong> bereiktdat de burger zo goed als binn<strong>en</strong> het beleid mogelijk is door de <strong>over</strong>heidwordt bedi<strong>en</strong>d.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Het is niet aannemelijk dat de ministeriële verantwoordelijkheid of de politiekecontrole voor al deze doelstelling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> geschikt is. Als het gaat om de algem<strong>en</strong>eafweging van belang<strong>en</strong>, dus de beleidsbepaling, is het aannemelijk dat dezeweg de beste mogelijkhed<strong>en</strong> biedt. Politieke afweging is bij uitstek mede de taakvan het parlem<strong>en</strong>t, het belang van beleidsbepaling op hoofdlijn<strong>en</strong> vergt ook dathet parlem<strong>en</strong>t zich daarmee in ieder geval bezig houdt <strong>en</strong> andere mechanism<strong>en</strong>om dit resultaat te bereik<strong>en</strong> zijn niet voorhand<strong>en</strong>. Dat geldt echter minder vanzelfsprek<strong>en</strong>dvoor de <strong>over</strong>ige punt<strong>en</strong>.166Voor wat betreft de controle op de vraag of de uitvoering conform de vastgestelderegels of het vastgestelde beleid geschiedt, is het sterk de vraag of die controleprimair in hand<strong>en</strong> moet zijn van deg<strong>en</strong>e die het beleid bepaalt. Ook vanuitstaatsrechtelijk perspectief bestaan daarteg<strong>en</strong> bezwar<strong>en</strong>. De Trias-leer gaat er inbeginsel vanuit dat het oordeel of de regel goed is toegepast, niet toekomt aan deregelsteller zelf, maar aan e<strong>en</strong> daarvan onafhankelijk orgaan, zoals de rechter.Beoordeling van de uitvoering door e<strong>en</strong> instantie die onafhankelijk is, zowel t<strong>en</strong>opzichte van de regelgever als van de uitvoerder, vermijdt het gevaar van e<strong>en</strong>vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong> beoordeling. In feite komt dit probleem bij parlem<strong>en</strong>taire controleop het beleid regelmatig aan de orde wanneer het parlem<strong>en</strong>t daarbij geconfronteerdwordt met de tekortkoming<strong>en</strong> of onduidelijkhed<strong>en</strong> in de zelf gemaaktebeleidskeuzes. Ook bestaat in de praktijk de neiging gevall<strong>en</strong> die – soms min ofmeer toevallig onder de aandacht kom<strong>en</strong>, op zichzelf <strong>en</strong> dus anders te beoordel<strong>en</strong>dan in het kader van het algeme<strong>en</strong> beleid (incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>politiek).Afgezi<strong>en</strong> van deze meer staatsrechtelijke bezwar<strong>en</strong> blijkt ook meer praktisch datministeriële verantwoordelijkheid niet leidt tot e<strong>en</strong> systematische controle opde juistheid van de uitvoering. De gedachte dat volksverteg<strong>en</strong>woordigers doorde pers wel min of meer kunn<strong>en</strong> <strong>over</strong>zi<strong>en</strong> hoe het <strong>over</strong>heidsapparaat werkt, wasnog begrijpelijk bij e<strong>en</strong> klein apparaat aan het begin van deze eeuw maar houdtnu ge<strong>en</strong> verband meer met de realiteit. Eerder biedt het feit dat m<strong>en</strong> op de ministeriëleverantwoordelijkheid vertrouwt, aanleiding tot het verwaarloz<strong>en</strong> van decontrole. Omdat de Kamers steeds bevoegd zijn alles te controler<strong>en</strong>, is de noodzaakom tot e<strong>en</strong> systematisch controlebeleid te kom<strong>en</strong>, sterk verwaarloosd.Soms ziet m<strong>en</strong> bij verzelfstandiging <strong>en</strong> privatisering, wanneer de Kamers hunbevoegdheid voor e<strong>en</strong> deel verliez<strong>en</strong>, plotseling de noodzaak van systematischecontrole b<strong>en</strong>adrukt word<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> dan tot specifieke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> leidt.M<strong>en</strong> realiseert zich k<strong>en</strong>nelijk niet dat bij uitvoering die wel onder ministeriëleverantwoordelijkheid plaatsvindt, dergelijke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>zeer nodig zijn.M<strong>en</strong> moet zich dus ernstig afvrag<strong>en</strong> of het beginsel van de politieke legitimatiewel met zich meebr<strong>en</strong>gt dat de controle op het beleid onder de ministeriële verantwoordelijkheidmoet vall<strong>en</strong>. Interessant is dat voor de systematische controleop de rechtmatigheid van de financiële kant van het beleid wel wordt gezorgddoor de Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer <strong>en</strong> het stelsel van de Comptabiliteitswet.Voor de – niet minder belangrijke – controle op de juistheid van het beleid inzijn andere aspect<strong>en</strong> ontbreekt dit.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het derde punt kan e<strong>en</strong> vergelijkbare red<strong>en</strong>ering word<strong>en</strong>gevolgd. De vertaling van het door de politiek vastgestelde beleid vergt in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>demate e<strong>en</strong> professionele deskundigheid. De beoordeling van de kwaliteitdaarvan verdi<strong>en</strong>t dan ook bijzondere aandacht, die <strong>en</strong>kel door plaatsing onderministeriële verantwoordelijkheid niet wordt bereikt. Zelfs in het klassiekemodel van Weber werd de ambtelijke deskundigheid niet beoordeeld door depolitieke besluitvormers. E<strong>en</strong> systematische beoordeling <strong>en</strong> bevordering van deprofessionele kwaliteit van de uitvoering verlangt e<strong>en</strong> onafhankelijke beoordelingvan ook dit aspect. E<strong>en</strong> zekere parallel valt te trekk<strong>en</strong> met de positie van deRek<strong>en</strong>kamer bij de beoordeling van de doelmatigheid van de beleidsuitvoering.Het laatste punt betreft de ‘burgervri<strong>en</strong>delijkheid’ van het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>.De gedachte dat het bestaan van de ministeriële verantwoordelijkheid hiervoornoodzakelijk is, stuit niet op staatsrechtelijke teg<strong>en</strong>argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar wel blijktin de praktijk dat de klantgerichtheid niet werkelijk wordt bevorderd door deministeriële verantwoordelijkheid. M<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> dat de primaireoriëntatie van e<strong>en</strong> organisatie op de politiek – die het gevolg is van hetbestaan van de ministeriële verantwoordelijkheid – leidt tot minder oog voor deindividuele verlang<strong>en</strong>s van burgers. Het onderzoek van de Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer(Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer 1995) <strong>over</strong> de omgang met klacht<strong>en</strong> door <strong>over</strong>heidsorganisatiesdie wel <strong>en</strong> niet onder de ministeriële verantwoordelijkheidvall<strong>en</strong>, steunt die veronderstelling.167De conclusie uit het voorgaande is dat in het staatsrecht vaak te vergaande consequ<strong>en</strong>tiesword<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan het beginsel van de politieke legitimatie. Ditbeginsel vergt wel dat het bepal<strong>en</strong> van het beleid <strong>en</strong> het daarmee inher<strong>en</strong>te afweg<strong>en</strong>van belang<strong>en</strong> door de wetgevers of onder politieke verantwoordelijkheidgeschied<strong>en</strong>. Het br<strong>en</strong>gt echter ge<strong>en</strong>szins met zich mee dat ook de controle op hetbeleid in zijn verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> verzekerd is. Integ<strong>en</strong>deel: andere voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> daarvoor meer aangewez<strong>en</strong>. Het beginsel noopt dus niet tot e<strong>en</strong>volledige politieke controle <strong>over</strong> de uitvoering van de <strong>publieke</strong> taak. Het lijktvoldo<strong>en</strong>de, maar ook noodzakelijk, dat er voldo<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> tot ingrijp<strong>en</strong>in de organisatie bestaan wanneer blijkt dat de <strong>publieke</strong> taak niet optimaal wordtuitgevoerd. Word<strong>en</strong> de regels niet nageleefd of laat de burgervri<strong>en</strong>delijkheid tew<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>over</strong>, dan moet wel steeds de bevoegdheid vanuit de politiek bestaan ommaatregel<strong>en</strong> ter verbetering te nem<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> tweede conclusie kan zijn dat het bestaan van de ministeriële verantwoordelijkheidwel tot gevolg heeft dat de politiek bij ongew<strong>en</strong>ste uitvoering steeds kaningrijp<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat er altijd e<strong>en</strong> – weliswaar niet in alle opzicht<strong>en</strong> optimaal –reservecircuit voor bijsturing aanwezig is. Dit vervalt in de mate waarin m<strong>en</strong> deministeriële verantwoordelijkheid laat verdwijn<strong>en</strong>. Dit levert daardoor e<strong>en</strong> negatiefeffect voor de behartiging van het <strong>publieke</strong> belang op, t<strong>en</strong>zij m<strong>en</strong> voorziet incomp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> om tot bijstelling te kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Geschiedt ditniet, dan wordt afbreuk gedaan aan de politieke legitimatie van de behartiging vande <strong>publieke</strong> taak <strong>en</strong> de daarbij steeds te mak<strong>en</strong> afweging<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>168Naast de ministeriële verantwoordelijkheid wordt ook het legaliteitsbeginsel, <strong>en</strong>vooral de binding aan de wet, als e<strong>en</strong> belangrijke voorwaarde voor democratischelegitimatie gezi<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> volledige binding van bevoegdhed<strong>en</strong> door de wet is erin beginsel ge<strong>en</strong> noodzaak tot controle via de weg van de ministeriële verantwoordelijkheid.Rechterlijke controle werd in de staatsrechtelijke b<strong>en</strong>aderinggezi<strong>en</strong> als het middel om te verzeker<strong>en</strong> dat de uitvoering geschiedt in <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemmingmet de wettelijke regels. Nu vaststaat dat rechterlijke controle alle<strong>en</strong>volstrekt onvoldo<strong>en</strong>de is om dit resultaat te bereik<strong>en</strong>, moet in deze leemteword<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Daarbij kunn<strong>en</strong> aan de organisatie eis<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld op hetpunt van professionaliteit, toegesned<strong>en</strong> op het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> taak.• Met name het gebruik van ict, bijvoorbeeld in de vorm van expertsystem<strong>en</strong><strong>en</strong> workflow managem<strong>en</strong>t, biedt mogelijkhed<strong>en</strong> om meer standaardisatie aante br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in de uitvoeringspraktijk. Hiermee kan in zekere zin het bereikvan de wet, als instrum<strong>en</strong>t van democratische sturing, word<strong>en</strong> vergroot.• Ook zou m<strong>en</strong> specifieke kwaliteitseis<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opstell<strong>en</strong> voor de uitvoeringdoor verzelfstandigde organisaties, bijvoorbeeld t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van bejeg<strong>en</strong>ing,doorlooptijd <strong>en</strong>zovoort.• E<strong>en</strong> belangrijke voorwaarde is wel dat deze informatiseringskaders <strong>en</strong> kwaliteitseis<strong>en</strong>onderwerp kunn<strong>en</strong> zijn van politieke dan wel parlem<strong>en</strong>taireberaadslaging. Ook di<strong>en</strong>t er e<strong>en</strong> evaluatie plaats te vind<strong>en</strong> van de feitelijketoepassing <strong>en</strong> uitwerking van de kaders <strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong>. Ook deze evaluatiedi<strong>en</strong>t beschikbaar te zijn voor het parlem<strong>en</strong>t.Naarmate m<strong>en</strong> er beter in slaagt de uitoef<strong>en</strong>ing van bevoegdhed<strong>en</strong> te bind<strong>en</strong> aanalgem<strong>en</strong>e regels, is het minder belangrijk dat die uitoef<strong>en</strong>ing geschiedt onderministeriële verantwoordelijkheid. Vorm<strong>en</strong> van verzelfstandiging <strong>en</strong> uitbestedingaan particuliere organisaties zijn mogelijk mits het instrum<strong>en</strong>t van de formelewet wordt aangevuld met andere instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> systematische controle<strong>en</strong> verantwoording mogelijk mak<strong>en</strong>. Rechterlijke controle alle<strong>en</strong> is onvoldo<strong>en</strong>de.E<strong>en</strong> punt dat bijzondere aandacht moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> is de informatievoorzi<strong>en</strong>ing.Weg<strong>en</strong> om hierin te voorzi<strong>en</strong> zijn:• vaststelling van algem<strong>en</strong>e informatiseringskaders;• opname van algem<strong>en</strong>e kwaliteitseis<strong>en</strong> in contract<strong>en</strong>;• verplichting tot verslaglegging van kwaliteitsaspect<strong>en</strong> in jaarverslag;• periodieke evaluatie <strong>en</strong> toezicht door onafhankelijke instelling<strong>en</strong>;• bespreking van deze kaders, eis<strong>en</strong> <strong>en</strong> evaluaties in het parlem<strong>en</strong>t.Hierbij di<strong>en</strong>t echter wel te word<strong>en</strong> opgemerkt, dat de invulling van deze eis<strong>en</strong>bij <strong>private</strong> vorm<strong>en</strong> van verzelfstandiging de feitelijke speelruimte van die organisatiessterk kunn<strong>en</strong> inperk<strong>en</strong>. Gedetailleerde eis<strong>en</strong> <strong>en</strong> regeling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dedoelmatigheid van de organisatie fors onder druk zett<strong>en</strong>. In feite is er dan sprakevan e<strong>en</strong> sluip<strong>en</strong>de ‘publisering’ van de organisatie <strong>en</strong> moet m<strong>en</strong> zich afvrag<strong>en</strong>wat de meerwaarde is van omzetting naar <strong>private</strong> vorm<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>RechtsgelijkheidHier zag<strong>en</strong> we dat zowel uitvoering onder volledige ministeriële verantwoordelijkheidals e<strong>en</strong> organisatie in het <strong>private</strong> domein risico’s met zich mee kunn<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Daarom wordt op dit punt veelal organisatie in de vorm van e<strong>en</strong> zelfstandigbestuursorgaan aanbevol<strong>en</strong>. Ook hier zijn echter middel<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar ombij uitbesteding de formele <strong>en</strong> materiële gelijkheid beter te waarborg<strong>en</strong>.De minister kan in het contract allerlei procedurele eis<strong>en</strong> vastlegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantalvorm<strong>en</strong> van uitvoering of risicoselectie expliciet uitsluit<strong>en</strong>. Ook kan word<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong> in beroep, inspectie <strong>en</strong> toezicht <strong>en</strong> kan bijvoorbeeld word<strong>en</strong> vastgelegddat de minister de mogelijkheid heeft in te grijp<strong>en</strong> als de uitvoerder systematischbepaalde belang<strong>en</strong> of partij<strong>en</strong> verwaarloost. In geval van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>biedt de concessieverl<strong>en</strong>ing of het contract mogelijkhed<strong>en</strong> om zwakkerepartij<strong>en</strong> te bescherm<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in de vorm van prijsplafonds. Ook kanm<strong>en</strong> via algem<strong>en</strong>e wetgeving de mogelijkheid op<strong>en</strong><strong>en</strong> van toezicht of de instellingvan e<strong>en</strong> regime van universele di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing.Naarmate m<strong>en</strong> er beter in slaagt de vrije ruimte die de particuliere ondernemerheeft bij uitbesteding aan band<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong>, is er minder bezwaar vanuit derechtsgelijkheid teg<strong>en</strong> commerciële beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbieders vannutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Daarbij kan m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan het opnem<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> contract ofconcessie van:• prijsplafonds;• universele di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing;• verbod op risicoselectie;• product- <strong>en</strong> processpecificaties;• voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor inspectie, toezicht <strong>en</strong> evaluatie;• mogelijkheid van nadere specificatie <strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tie.169Hier geldt echter opnieuw dat wanneer dergelijke hiërarchische elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inhet contract word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, de verhouding tuss<strong>en</strong> aannemer <strong>en</strong> uitbestedersterker lijkt op die tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> minister <strong>en</strong> e<strong>en</strong> departem<strong>en</strong>tsonderdeel ofzbo. De aannemer zal zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> indekk<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de ondernemingsrisico’sdie voortvloei<strong>en</strong> uit zijn veel geringere speelruimte, door e<strong>en</strong> hogere prijs tebeding<strong>en</strong>. Hiermee komt de doelmatigheid van uitbesteding in het geding <strong>en</strong>moet m<strong>en</strong> zich opnieuw afvrag<strong>en</strong> wat de meerwaarde is van <strong>private</strong> vorm<strong>en</strong> vanverzelfstandiging bov<strong>en</strong> de instelling van e<strong>en</strong> zbo.RechtszekerheidVoor rechtszekerheid van de burger is vooral van belang dat de <strong>over</strong>heid niet volstaatmet bek<strong>en</strong>dmaking van de wett<strong>en</strong>, maar ook deg<strong>en</strong><strong>en</strong> voor wie de regelsvan belang zijn, daarvan op de hoogte br<strong>en</strong>gt. K<strong>en</strong>baarheid is daarom belangrijkerdan legaliteit. Die k<strong>en</strong>baarheid kan word<strong>en</strong> vergroot door actieve voorlichtingin de richting van de doelgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> door op verzoek op de specifiekecasuspositie van de burgers toegesned<strong>en</strong> informatie te gev<strong>en</strong>. Dit punt wordtinmiddels in het beleid wel erk<strong>en</strong>d; zie ook regeerakkoord Paars 2. Het zouechter veel string<strong>en</strong>ter geregeld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> er ook toe moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>toezegging<strong>en</strong> gehonoreerd word<strong>en</strong>, ook indi<strong>en</strong> zij in strijd zijn met de wet.In het privaatrecht is e<strong>en</strong> verplichting tot voorlichting soms string<strong>en</strong>ter geregeld.Voorts zou – gezi<strong>en</strong> de onmogelijkheid van burger de kans op e<strong>en</strong> succesvolberoep op de rechter in te schatt<strong>en</strong> – voorlichting <strong>over</strong> dat punt beschikbaarmoet<strong>en</strong> zijn. Hier speelt onafhankelijkheid van de uitvoering e<strong>en</strong> grote rol.Vanuit het oogpunt van de k<strong>en</strong>baarheid is vooral van belang dat vanuit de <strong>over</strong>heidof vanuit de organisatie specifieke <strong>en</strong> toegesned<strong>en</strong> voorlichting wordt gegev<strong>en</strong>aan de betreff<strong>en</strong>de doelgroep<strong>en</strong>. Ook hier kan de toepassing van ict goededi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong>. Deze <strong>over</strong>weging is betrekkelijk neutraal t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van deorganisatievorm.170Doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheidOver deze twee criteria valt vanuit de rechtswet<strong>en</strong>schap niets te zegg<strong>en</strong> in algem<strong>en</strong>ezin. Voorz<strong>over</strong> er vanuit de rechtswet<strong>en</strong>schap op dit punt onderzoek isgedaan naar beschikking<strong>en</strong>fabriek<strong>en</strong>, mondt dit nogal e<strong>en</strong>s uit in twijfel <strong>over</strong> demogelijkheid om via uitbesteding tot e<strong>en</strong> flinke verhoging van de doelmatigheid<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid te kom<strong>en</strong>. Op dit vlak zijn er sterke raakvlakk<strong>en</strong> met de economischestudie; de risico’s die word<strong>en</strong> aan gehaald – zoals contractspecifiekekost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hoge drempels voor toetreding van nieuwe aanbieders op de markt –pass<strong>en</strong> immers goed binn<strong>en</strong> de door de econom<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> vanmarktimperfecties.3.8 epiloogDe aard van het <strong>publieke</strong> belangIn het wrr-project <strong>over</strong> ppv zijn tot nu toe de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> als gegev<strong>en</strong>beschouwd. Dit heeft vanuit rechtsstatelijk oogpunt e<strong>en</strong> nadeel. Bij de vraag ofverzelfstandiging verantwoord is, zal in de praktijk vaak ook e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> watde aard van het <strong>publieke</strong> belang is dat door de organisatie wordt behartigd.Dit heeft met name te mak<strong>en</strong> met de afweging van de verschill<strong>en</strong>de criteria.Cruciaal daarbij zijn twee <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>:1 Is er sprake van de mogelijkheid van e<strong>en</strong> substantiële inbreuk op de grondrecht<strong>en</strong>van burgers?Indi<strong>en</strong> deze <strong>over</strong>weging aan de orde is, zull<strong>en</strong> democratische controle, rechtszekerheid<strong>en</strong> rechtsgelijkheid vanuit rechtsstatelijk perspectief e<strong>en</strong> zwaardergewicht krijg<strong>en</strong> dan doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid. D<strong>en</strong>k bijvoorbeeldaan de vele moeizame hinderniss<strong>en</strong> die er voor de politie in het proces vanstrafvordering zijn ingebouwd. Daarom kan bij e<strong>en</strong> oordeel <strong>over</strong> de w<strong>en</strong>selijkheidvan verzelfstandiging van <strong>over</strong>heidsactiviteit<strong>en</strong> de aard van de activiteitin kwestie sterk uitmak<strong>en</strong>. Zodra uitoef<strong>en</strong>ing van het geweldsmonopolieaan de orde is, krijg<strong>en</strong> democratische controle <strong>en</strong> rechtszekerheid bijvoorbeelde<strong>en</strong> zwaarder gewicht dan doeltreff<strong>en</strong>dheid. Uitbesteding van de landsverdedigingaan us Def<strong>en</strong>se Systems Inc. is waarschijnlijk veel efficiënter danuitvoering door de Koninklijke Landmacht onder gezag van de Minister vanDef<strong>en</strong>sie. Toch zoud<strong>en</strong> we hier vermoedelijk sterk aarzel<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>2 Is er sprake van voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die van cruciaal belang zijn voor hetmaatschappelijk functioner<strong>en</strong> van burgers?Ook in deze gevall<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> criteria als rechtszekerheid <strong>en</strong> rechtsgelijkheidvermoedelijk zwaarder weg<strong>en</strong> dan met name de doelmatigheid. Zo zal devraag of iedere rechthebb<strong>en</strong>de geholp<strong>en</strong> wordt, belangrijker zijn bij de verl<strong>en</strong>ingvan bijstand of primaire gezondheidszorg dan bij het verricht<strong>en</strong> vanapk-keuring<strong>en</strong>. In dat laatste geval is er meer ruimte voor utilistische <strong>over</strong>weging<strong>en</strong><strong>en</strong> kan er red<strong>en</strong> zijn te kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> organisatievorm waarbijmisschi<strong>en</strong> niet iedere<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> snel of adequaat wordt geholp<strong>en</strong>, maar waarbijdat als geheel wel stukk<strong>en</strong> goedkoper gebeurt. Ook zonder apk kun je in onzemaatschappij nog heel goed functioner<strong>en</strong>, zonder bijstand of g<strong>en</strong>eeskundigehulp veel minder. Dat betek<strong>en</strong>t niet dat de apk-keuring wel <strong>en</strong> bijstandverl<strong>en</strong>ingnooit zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitbesteed. Het br<strong>en</strong>gt wel met zich mee datbij het oordeel <strong>over</strong> de w<strong>en</strong>selijke organisatievorm, het onderling gewicht vande verschill<strong>en</strong>de criteria kan verschill<strong>en</strong>, al naargelang de mate waarin devoorzi<strong>en</strong>ing cruciaal wordt geacht.De aard van de <strong>over</strong>heidsactiviteitIn paragraaf 3.2 is e<strong>en</strong> aantal verschill<strong>en</strong>de <strong>over</strong>heidsactiviteit<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>om zo e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerder beeld te krijg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de uitkomst<strong>en</strong> van deze eersterechtsstatelijke verk<strong>en</strong>ning is dat e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid op organisati<strong>en</strong>iveauniet g<strong>en</strong>uanceerd g<strong>en</strong>oeg is. Veel organisaties die e<strong>en</strong> van de g<strong>en</strong>oemdeactiviteit<strong>en</strong> voor hun rek<strong>en</strong>ing nem<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> dat namelijk niet voortdur<strong>en</strong>d <strong>en</strong> inalle opzicht<strong>en</strong>. Slechts e<strong>en</strong> klein onderdeel van het werk van e<strong>en</strong> beschikking<strong>en</strong>fabriek,bijvoorbeeld, bestaat uit het nem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beslissing <strong>over</strong> de beschikking.Zo zou m<strong>en</strong> het werk kunn<strong>en</strong> opsplits<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong>:• verstrekk<strong>en</strong> van voorlichting, informatie <strong>en</strong> aanvraagformulier<strong>en</strong>;• intake van aanvrag<strong>en</strong>;• voorbereiding van de beslissing;• keuring/afschatting;• formele beoordeling <strong>en</strong> beslissing;• afhandeling beschikking;• uitvoering beschikking.Daarnaast zijn er allerlei activiteit<strong>en</strong> van ondersteun<strong>en</strong>de aard in de sfeer vanautomatisering, financiële administratie <strong>en</strong> feitelijk beheer. Slechts in e<strong>en</strong>beperkt aantal van deze activiteit<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> van rechtszekerheid ofrechtsgelijkheid e<strong>en</strong> cruciale rol. Zo is het zeer goed voorstelbaar dat m<strong>en</strong> allevoorbereid<strong>en</strong>de, ondersteun<strong>en</strong>de, uitvoer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> beheerstak<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> geeftvan e<strong>en</strong> particulier administratiekantoor <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> kleine <strong>publieke</strong>beoordelingsorganisatie <strong>over</strong>houdt; e<strong>en</strong> soort rijd<strong>en</strong>de rechter, waarbij alleandere organisatie-elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn uitbesteed.171


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>not<strong>en</strong>1721 Prof.mr. M.A.P. Bov<strong>en</strong>s is hoogleraar Rechtsfilosofie aan de Rijksuniversiteit Utrecht <strong>en</strong>prof.mr. M. Scheltema is voorzitter van de wrr.2 Nota b<strong>en</strong>e: er kan binn<strong>en</strong> deze categorie wel op <strong>en</strong>kele andere dim<strong>en</strong>sies word<strong>en</strong> geprivatiseerd.Zo heeft e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>tschap meestal meer vrijheid in de sfeer van bedrijfsvoering,bijv. door vorm<strong>en</strong> van contractmanagem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> zelfbeheer. Cruciaal voor de gezagsrelatieis echter dat de ministeriële verantwoordelijkheid onverkort blijft geld<strong>en</strong>.3 De zaak ligt anders bij gebond<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> het <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong> vollediggebond<strong>en</strong> is door de wet <strong>en</strong> er dus niet <strong>en</strong>ige vorm van vrijheid meer is voor het bestuur,valt er door het parlem<strong>en</strong>t niet veel meer te controler<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de trias-gedachte is hetdan de rechter die beslist of de wet wordt nageleefd <strong>en</strong> niet de volksverteg<strong>en</strong>woordiging.4 T<strong>en</strong>zij anders aangegev<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> op rijksniveau weergegev<strong>en</strong>.Mutatis mutandis geld<strong>en</strong> deze veelal ook voor lagere <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>.5 Deze beleidstheorie pleit dus meestal voor privatisering langs de dim<strong>en</strong>sies van gezagsrelaties(verzelfstandiging) <strong>en</strong> bedrijfsvoering (“run g<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t like a business”).Zij staat echter op gespann<strong>en</strong> voet met het criterium van de democratische legitimatie(democratische sturing).6 Hiermee is niet gezegd dat <strong>publieke</strong> organisaties ook ge<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> belang<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>;deze kunn<strong>en</strong> echter veelal niet als legitiem argum<strong>en</strong>t in de discussie word<strong>en</strong> ingebracht.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de minister deze belang<strong>en</strong> veelal <strong>over</strong>rul<strong>en</strong> omdat er in de <strong>publieke</strong> sfeermeestal sprake is van e<strong>en</strong> bevelsrelatie.7 Hiermee is niet gezegd dat persoonlijke <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> rolspel<strong>en</strong> in de <strong>publieke</strong> sector – hun legitimiteit is echter beduid<strong>en</strong>d geringer dan in de<strong>private</strong> sector.8 De rechtszekerheid van de aanbieders/contractant<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> vraagstuk apart dat in feitelosstaat van de verzelfstandigingsvraag. Rechtszekerheid is e<strong>en</strong> belangrijke voorwaardevoor e<strong>en</strong> goed werk<strong>en</strong>d stelsel van uitbesteding <strong>en</strong> mededinging. Hier gaat het om derechtszekerheid als uitkomst van uitbesteding <strong>en</strong> marktwerking.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>literatuurAlgem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer (1995) Zelfstandige bestuursorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> ministeriële verantwoordelijkheid,Tweede Kamer 1994-1995, 24 130, nr. 3, ’s-Grav<strong>en</strong>hage.Bogt, H. ter (1997) Neo-institutionele economie, managem<strong>en</strong>t control <strong>en</strong> verzelfstandiging van <strong>over</strong>heidsorganisaties– <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> voor verzelfstandiging <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> op efficiëntie <strong>en</strong> financieel-economischesturing, proefschrift Rijksuniversiteit Groning<strong>en</strong>, Capelle aan d<strong>en</strong>IJssel.Commissie-Buurmeijer (1993) Enquête naar het functioner<strong>en</strong> van de organ<strong>en</strong> belast met de uitvoeringvan de sociale verzekeringswett<strong>en</strong>, Tweede Kamer 1992-1993, 22 730, ’s-Grav<strong>en</strong>hage.Commissie-Scheltema (1993) Steekhoud<strong>en</strong>d ministerschap: betek<strong>en</strong>is <strong>en</strong> toepassing van de ministeriëleverantwoordelijkheid, rapport van de externe commissie ministeriële verantwoordelijkheid,Tweede Kamer 1992-1993, 21 427, nr. 41, ’s-Grav<strong>en</strong>hage.Commissie-Van der Zwan (1993) Het recht op bijstand; naar e<strong>en</strong> beheerst proces bij de toek<strong>en</strong>ningvan bijstand, rapport van de onderzoekscommissie abw, ’s-Grav<strong>en</strong>hage.Kuiper, G.M. <strong>en</strong> J.J. van Vliet et al. (1992) Verzelfstandiging: publiek of privaat?, Dev<strong>en</strong>ter.Marseille, A.T. (1993) Voorspelbaarheid van bestuurshandel<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter.Montfoort, A.J.G.M. van (1991) De regels van het huis, Groning<strong>en</strong>.Nus, J.G.L. van (1995) Overheidstoezicht op afstand: Verzelfstandiging van toezichthoud<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong>naar zelfstandige bestuursorgan<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>d, proefschrift Rijksuniversiteit Limburg.Old<strong>en</strong>ziel, H.A. (1998) Wetgeving <strong>en</strong> rechtszekerheid: e<strong>en</strong> onderzoek naar de bijdrage van het legaliteitsvereisteaan de rechtszekerheid van de burger, proefschrift RijksuniversiteitGroning<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter.Ommer<strong>en</strong>, F. van (1996) De verplichting verankerd: de reikwijdte van het legaliteitsbeginsel <strong>en</strong> hetmateriële rechtsbegrip, proefschrift, Zwolle.Scheltema, M. (1997) ‘De wondere wereld van het bestuursrecht’, afscheidsrede RijksuniversiteitGroning<strong>en</strong>.Schreuder, C.A. (1994) Publiekrechtelijke tak<strong>en</strong>, <strong>private</strong> rechtsperson<strong>en</strong>: Verzelfstandiging <strong>en</strong> privatiseringin de vorm van v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> stichting<strong>en</strong>, proefschrift RijksuniversiteitGroning<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter.Tijdelijke commissie Onderzoek College van toezicht sociale verzekering<strong>en</strong> (ctsv) (1996) Heel hetraderwerk, Tweede Kamer 1995-1996, nrs. 15, 16 <strong>en</strong> 17, ‘s-Grav<strong>en</strong>hage.Weber, M. (1997; 1919) Politik als Beruf, 6e Auflage, Berlin: Duncker & Humboldt.Wilson, Woodrow (1887) The study of administration, New York.173


174voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>4 de <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkheidvan de <strong>over</strong>heide<strong>en</strong> aantal europeesrechtelijke beschouwing<strong>en</strong>J. W. de Zwaan 14.1 Inleiding4.1.1 europeesrechtelijke randvoorwaard<strong>en</strong>: mededinging <strong>en</strong>interne marktDeze bijdrage gaat <strong>over</strong> de vraag welke consequ<strong>en</strong>ties het Europese recht heeftvoor het vraagstuk van de verzelfstandiging, liberalisering <strong>en</strong> privatisering van<strong>over</strong>heidstak<strong>en</strong>. In deze discussie zij vooropgesteld dat het eg-Verdrag 2 uitgaatvan het beginsel van e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> markteconomie met vrije mededinging: artikel 4(oud: 3 A) eg. Op zichzelf schrijft het eg-recht echter niet voor hoe de lidstaatzijn sam<strong>en</strong>leving moet inricht<strong>en</strong>. Zo laat het geme<strong>en</strong>schapsrecht de regeling vanhet eig<strong>en</strong>domsrecht in de lidstat<strong>en</strong> onverlet: artikel 295 (oud: 222) eg.Het eg-recht bemoeit zich in beginsel dan ook niet met zak<strong>en</strong> als verzelfstandiging,privatisering of liberalisering in hun algeme<strong>en</strong>heid. De lidstaat is hier primairzelf verantwoordelijk voor. Niettemin bepaalt het eg-recht wel e<strong>en</strong> aantalrandvoorwaard<strong>en</strong>, die <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s van aanzi<strong>en</strong>lijke betek<strong>en</strong>is zijn voor de onderhavigevraagstelling. Deze randvoorwaard<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong> voort uit verplichting<strong>en</strong> dieop de lidstat<strong>en</strong> rust<strong>en</strong> uit hoofde van het mededingingsrecht <strong>en</strong> het recht dat inhet kader van de instelling van de interne markt tot ontwikkeling is gekom<strong>en</strong>.175Bij mededinging gaat het om voorschrift<strong>en</strong> (artikel<strong>en</strong> 81-89 (oud: 85-94)eg-Verdrag) die deels gericht zijn tot onderneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> deels rechtstreeks totde lidstat<strong>en</strong>. Ook echter waar bepaling<strong>en</strong> gericht zijn tot onderneming<strong>en</strong>,kunn<strong>en</strong> ze relevant zijn voor de <strong>over</strong>heid, namelijk in situaties waarin de <strong>over</strong>heidzelf als deelnemer op de markt dan wel als wetgever optreedt. 3 Met betrekkingtot de interne markt verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> met name de voorschrift<strong>en</strong> inzake deverwez<strong>en</strong>lijking van de zog<strong>en</strong>oemde vier fundam<strong>en</strong>tele vrijhed<strong>en</strong> – goeder<strong>en</strong>,person<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> kapitaal – aandacht.4.1.2 Volgorde van behandelingIn het hierna volg<strong>en</strong>de zull<strong>en</strong> de aanknopingspunt<strong>en</strong> met betrekking tot hetEuropese recht inzake mededinging <strong>en</strong> interne markt nader word<strong>en</strong> geanalyseerd.Alvor<strong>en</strong>s echter hiertoe <strong>over</strong> te gaan, zal eerst word<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> op welkewijze het Europese recht omgaat met de begripp<strong>en</strong> ‘lidstaat’ <strong>en</strong> ‘<strong>over</strong>heid’.Pas immers wanneer het bereik van deze begripp<strong>en</strong> duidelijk is, kan inzichtword<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> in de omvang van de verplichting<strong>en</strong> die kracht<strong>en</strong>s geme<strong>en</strong>schapsrechtop de ‘lidstaat’ Nederland rust<strong>en</strong>. De aandacht richt zich hier metname op de toepassing van het communautaire aanbestedingsrecht, omdat hetbereik van het begrip ‘<strong>over</strong>heid’ hier heel duidelijk in naar vor<strong>en</strong> komt.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Nadat, aldus te werk gaande, de verplichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> vanNederland, als lidstaat van de Europese Unie, inzake mededinging <strong>en</strong> internemarkt in beeld zijn gebracht, volgt nog e<strong>en</strong> aantal aanvull<strong>en</strong>de kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.Deze beog<strong>en</strong> zichtbaar te mak<strong>en</strong> welke de consequ<strong>en</strong>ties – kracht<strong>en</strong>s geme<strong>en</strong>schapsrecht– kunn<strong>en</strong> zijn indi<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid zijn verdragsverplichting<strong>en</strong> niet,of niet op correcte wijze, nakomt. In dit verband wordt aandacht besteed aanonderwerp<strong>en</strong> zoals:• het communautaire systeem van toezicht op de naleving, door de lidstat<strong>en</strong>,van hun verdragsverplichting<strong>en</strong>;• de verantwoordelijkheid van de nationale rechter, als orgaan van de lidstaat,in het kader van de toepassing van geme<strong>en</strong>schapsrecht; <strong>en</strong>• het in de jurisprud<strong>en</strong>tie van het Hof van Justitie ontwikkelde beginsel inzake<strong>over</strong>heidsaansprakelijkheid.De studie wordt afgeslot<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beknopte sam<strong>en</strong>vatting van de belangrijkstepunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal slotopmerking<strong>en</strong>.4.2 het <strong>over</strong>heidsbegrip1764.2.1 interpretatie ‘lidstaat’In artikel 299 (oud: 227), lid 1, eg wordt de geografische werkingssfeer vanhet geme<strong>en</strong>schapsrecht aangeduid, via e<strong>en</strong> verwijzing naar de lidstat<strong>en</strong>.Het Koninkrijk der Nederland<strong>en</strong> is hier één van. Ook al bevat het geme<strong>en</strong>schapsrechtge<strong>en</strong> specifieke definitie van wat, in materiële zin, onder nationale<strong>over</strong>heid moet word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>, in de praktijk wordt het begrip ‘<strong>over</strong>heid’ doorhet Hof van Justitie ruim uitgelegd (zie ook Steyger 1996: 64).Deze ruime interpretatie valt reeds af te leid<strong>en</strong> uit de mate waarin particulier<strong>en</strong>zich jeg<strong>en</strong>s de <strong>over</strong>heid rechtstreeks kunn<strong>en</strong> beroep<strong>en</strong> op bepaling<strong>en</strong> vangeme<strong>en</strong>schapsrecht (het beginsel van de rechtstreekse werking):• in de zak<strong>en</strong> Becker (arrest van 19 januari 1982, zaak 8/81, Jur. 1981 53) <strong>en</strong>Buss<strong>en</strong>i (arrest van 22 februari 1990, zaak C-221/88, Jur. 1990 I-495) ging hetom e<strong>en</strong> beroep van e<strong>en</strong> particulier jeg<strong>en</strong>s de fiscale <strong>over</strong>heid;• in de zaak Marshall (arrest van 26 februari 1986, zaak 152/84, Jur. 1986 723)om e<strong>en</strong> beroep jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsorgaan verantwoordelijk voor de gezondheidszorg;• in de zaak Johnston (arrest van 15 mei 1986, zaak 222/84, Jur. 1986 1651) ome<strong>en</strong> beroep jeg<strong>en</strong>s onafhankelijk orgaan belast met de handhaving van deop<strong>en</strong>bare orde <strong>en</strong> veiligheid;• in de zaak Fratelli Costanzo (arrest van 22 juni 1989, zaak 103/88, Jur. 19891839) om e<strong>en</strong> beroep jeg<strong>en</strong>s lokale autoriteit<strong>en</strong>;• in de zaak Foster/British Gas (arrest van 12 juli 1990, zaak C-188/89,Jur. 1990 I-3313) om <strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap, belast met e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare belangstaak,<strong>en</strong> op de bedrijfsvoering waarvan de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> mate van toezicht kon uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Blijk<strong>en</strong>s rechts<strong>over</strong>weging 18 van het arrest in de laatstg<strong>en</strong>oemde zaak di<strong>en</strong>tm<strong>en</strong>, in het geval van beroep<strong>en</strong> van justitiabel<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s de nationale <strong>over</strong>heid,te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan “organisaties of licham<strong>en</strong> die onder gezag of toezicht van de staatstond<strong>en</strong> of die <strong>over</strong> bijzondere, verder gaande bevoegdhed<strong>en</strong> beschikt<strong>en</strong> dan diewelke voortvloei<strong>en</strong> uit de regels die in betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> particulier<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>”.Het Hof concludeerde dan ook dat tot de rechtssubject<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><strong>over</strong> welkee<strong>en</strong> beroep kan word<strong>en</strong> gedaan op bepaling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> richtlijn die rechtstreeksewerking kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, in elk geval behoort (rechts<strong>over</strong>weging 20): “..., ongeachtzijn juridische vorm, e<strong>en</strong> lichaam [...] dat kracht<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsmaatregelis belast met de uitvoering van e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st van op<strong>en</strong>baar belang, onder toezichtvan de <strong>over</strong>heid, <strong>en</strong> dat hiertoe <strong>over</strong> bijzondere, verder gaande bevoegdhed<strong>en</strong>beschikt dan die welke voortvloei<strong>en</strong> uit de regels die in de betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>particulier<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>.”4.2.2 het begrip ‘<strong>over</strong>heid’ in het communautaireaanbestedingsrechtDeze ruime interpretatie blijkt ev<strong>en</strong>zeer op het terrein van het communautaireaanbestedingsrecht. In de zin van het aanbestedingsrecht wordt namelijk als‘aanbested<strong>en</strong>de autoriteit’ niet alle<strong>en</strong> de staat <strong>en</strong> zijn territoriale licham<strong>en</strong> aangemerkt,maar ook zog<strong>en</strong>oemde publiekrechtelijke instelling<strong>en</strong>. In de desbetreff<strong>en</strong>derichtlijn<strong>en</strong> 4 wordt e<strong>en</strong> ‘publiekrechtelijke instelling’ (zie ook Essers1998) omschrev<strong>en</strong> als:177iedere instelling die:• is opgericht met het specifieke doel te voorzi<strong>en</strong> in behoeft<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> belang anderedan die van industriële of commerciële aard, <strong>en</strong>• rechtspersoonlijkheid heeft <strong>en</strong>• waarvan ofwel de activiteit<strong>en</strong> in hoofdzaak door de Staat of de territoriale of andere publiekrechtelijkeinstelling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gefinancierd, ofwel het beheer is onderworp<strong>en</strong> aan toezichtdoor deze laatste, ofwel de led<strong>en</strong> van de directie, de raad van bestuur of de raad van toezichtvoor meer dan de helft door de Staat, de territoriale licham<strong>en</strong> of andere publiekrechtelijkeinstelling<strong>en</strong> zijn aangewez<strong>en</strong>.Bij de uitleg van het begrip aanbested<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st gaat het Hof uit van e<strong>en</strong>‘functionele’ interpretatie (zaak 31/87 (Gebroeders Be<strong>en</strong>tjes/Staat), arrest van20 september 1988, Jur. 1988 4635, rov. 11; zaak C-360/96 (Geme<strong>en</strong>te Arnhem,Geme<strong>en</strong>te Rhed<strong>en</strong>/bfi Holding), arrest van 10 november 1998, Jur. 1998 I-6821,rov. 62.). Er word<strong>en</strong> drie voorwaard<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, die betrekking hebb<strong>en</strong> op detaakstelling van het orgaan; het vermog<strong>en</strong> van het orgaan om zelfstandig alsdrager van recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> verplichting<strong>en</strong> op te tred<strong>en</strong>; <strong>en</strong> op de invloed die de <strong>over</strong>heidkan uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de taakvervulling van het orgaan, via financiering,toezicht of b<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong>. Het Hof gaat er hierbij vanuit dat dit cumulatievevoorwaard<strong>en</strong> zijn (zaak C-44/96 (Mannesmann/Strohal Rotationsdruck),arrest van 15 januari 1998, Jur. 1998 I-73, rov. 21; Geme<strong>en</strong>te Arnhem, reeds aangehaald,rov. 29).


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>De zaak Be<strong>en</strong>tjes betrof e<strong>en</strong> Plaatselijke Commissie voor de Ruilverkaveling,e<strong>en</strong> lichaam zonder rechtspersoonlijkheid, waarvan de taak <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>stellingbij de wet zijn geregeld <strong>en</strong> waarvan de led<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> door GedeputeerdeStat<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong> provincie. Voor de Plaatselijke Commissie geldte<strong>en</strong> instructie die wordt vastgesteld door e<strong>en</strong> bij Koninklijk Besluit ingesteldeC<strong>en</strong>trale Commissie, waarvan de led<strong>en</strong> door de Kroon word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd.De Staat garandeert dat de verplichting<strong>en</strong> die voortvloei<strong>en</strong> uit de rechtshandeling<strong>en</strong>van de Plaatselijke Commissie, word<strong>en</strong> nagekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> financiert de op<strong>en</strong>barewerk<strong>en</strong> die door de betrokk<strong>en</strong> Plaatselijke Commissie word<strong>en</strong> aanbesteed (rov. 8).De zaak Mannesmann had betrekking op de Oost<strong>en</strong>rijkse Staatsdrukkerij.De zaak Commissie/België (zaak C-323/96, arrest van 17 september 1998,Jur. 1998 I-5063) had betrekking op de Vlaamse Raad, e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsorgaan metwetgev<strong>en</strong>de bevoegdhed<strong>en</strong>. De zak<strong>en</strong> Commissie/Ierland (zaak C-353/96,arrest van 17 december 1998, n.n.g.) <strong>en</strong> Connemara Machine (zaak C-306/97,arrest van 17 december 1998, n.n.g.) hadd<strong>en</strong> betrekking op de Ierse ForestryBoard, e<strong>en</strong> privaatrechtelijke v<strong>en</strong>nootschap die als doelstelling heeft de bosbouw<strong>en</strong> hiermee verwante activiteit<strong>en</strong> op commerciële basis uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>.178In het arrest van 10 november 1998 in de zaak Geme<strong>en</strong>te Arnhem (zie <strong>over</strong> ditarrest: tvvs 1998: 379; Kort<strong>en</strong>bach-Buys 1999: 5-8.) heeft het Hof aan het begrip‘publiekrechtelijke instelling’ e<strong>en</strong> nadere uitleg gegev<strong>en</strong>. Het arrest is met nameinteressant vanwege de beschouwing<strong>en</strong> van het Hof <strong>over</strong> de betek<strong>en</strong>is van concurr<strong>en</strong>tievoor het kwalificer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> activiteit als e<strong>en</strong> taak van algeme<strong>en</strong>belang. De zaak betrof de oprichting, door twee Nederlandse geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, vane<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap waaraan tak<strong>en</strong> inzake het ophal<strong>en</strong> van huishoudelijk afvalwerd<strong>en</strong> opgedrag<strong>en</strong>. Ook op andere wijz<strong>en</strong> – aandeelhouderschap, b<strong>en</strong>oemingcommissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regeling van de financiële vergoeding van de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing– hield<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ‘e<strong>en</strong> vinger aan de pols’ waar het ging om debedrijfsvoering van de v<strong>en</strong>nootschap. De vraag was nu of de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> deopdracht inzake huisvuilophaling, die aan de v<strong>en</strong>nootschap was gegund,in <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming met de Europese regels hadd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> aanbested<strong>en</strong>.Van belang hierbij is dat de desbetreff<strong>en</strong>de richtlijn e<strong>en</strong> uitzondering k<strong>en</strong>t indi<strong>en</strong>e<strong>en</strong> aanbested<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st aanbesteedt aan e<strong>en</strong> instantie die zélf als aanbested<strong>en</strong>dedi<strong>en</strong>st moet word<strong>en</strong> aangemerkt, vanwege de toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> exclusiefrecht (Richtlijn 92/50, art.2). In zo’n situatie behoeft dus niet te word<strong>en</strong> aanbesteed.In de procedure had de klaagster – e<strong>en</strong> andere v<strong>en</strong>nootschap – grossomodo betoogd dat het ophal<strong>en</strong> van huisvuil e<strong>en</strong> activiteit is die zeer wel door‘gewone’ onderneming<strong>en</strong>, <strong>en</strong> derhalve in concurr<strong>en</strong>tie, kan word<strong>en</strong> verricht.Volg<strong>en</strong>s de klaagster was de uitzondering van de richtlijn hier niet van toepassing,<strong>en</strong> had de opdracht inzake het ophal<strong>en</strong> van huisvuil wel degelijk moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong> aanbesteed.Het Hof ging in zijn red<strong>en</strong>ering in eerste instantie uit van de aanwezigheid, inhet onderhavige geval, van “behoeft<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> belang andere dan die vanindustriële of commerciële aard”. Het me<strong>en</strong>de vervolg<strong>en</strong>s dat het feit dat op e<strong>en</strong>


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>markt concurr<strong>en</strong>tie bestaat, op zich niet hoeft te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> bepaaldetaak niet als e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong>-belangstaak kan word<strong>en</strong> aangemerkt (rov. 43). Het isimmers, zo stelde het Hof, moeilijk d<strong>en</strong>kbaar dat e<strong>en</strong> bepaalde activiteit in ge<strong>en</strong>geval door particuliere onderneming<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verricht (rov. 44).Zelfs wanneer particuliere onderneming<strong>en</strong> in dezelfde behoeft<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> ofkunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>, kan derhalve nog steeds sprake zijn van e<strong>en</strong> ‘publiekrechtelijkeinstelling’ (rov. 47). Het ontbrek<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie is dan ook niet e<strong>en</strong>noodzakelijk elem<strong>en</strong>t van de definitie van ‘publiekrechtelijke instelling’ (idem).Niettemin – <strong>en</strong> dit was de nuancering die het Hof aan deze vaststelling<strong>en</strong> gaf –het bestaan van concurr<strong>en</strong>tie is ook weer niet geheel irrelevant voor de beantwoordingvan de vraag of überhaupt sprake is van e<strong>en</strong> behoefte van algeme<strong>en</strong>belang (van andere dan industriële of commerciële aard; rov. 48). Immers, zobetoogde het Hof, het bestaan van e<strong>en</strong> ‘sterke’ concurr<strong>en</strong>tie, <strong>en</strong> in het bijzonderhet feit dat de betrokk<strong>en</strong> instelling op de markt met ander<strong>en</strong> moet concurrer<strong>en</strong>,kan e<strong>en</strong> aanwijzing zijn dat realiter ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> behoefte van algeme<strong>en</strong>belang (rov.49). Na e<strong>en</strong> blik op de lijst van ‘publiekrechtelijke instelling<strong>en</strong>’die vermeld staan op de bijlage bij de – oorspronkelijke – Richtlijn 71/305, constateerdehet Hof dat het bij de behartiging van behoeft<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> belangin het algeme<strong>en</strong> gaat om activiteit<strong>en</strong> die de <strong>over</strong>heid zelf verricht dan wel bij deverrichting waarvan zij e<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>de invloed wil houd<strong>en</strong> (rov. 51).179Aldus is de red<strong>en</strong>ering van het Hof, hoewel wat cryptisch, wel duidelijk.Ze komt erop neer dat de aanwezigheid, op e<strong>en</strong> markt, van (pot<strong>en</strong>tiële) concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wel degelijk van invloed is voor de beantwoording van de vraag of e<strong>en</strong>bepaalde activiteit kan word<strong>en</strong> aangemerkt als e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong>-belangstaak, voorde vervulling waarvan de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> zekere bescherming toekomt. De opgesomdevoorbeeld<strong>en</strong> uit de jurisprud<strong>en</strong>tie mak<strong>en</strong> duidelijk dat het Hof, bij zijninterpretatie van wat onder ‘staat’ dan wel ‘<strong>over</strong>heid’ moet word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>,niet uitgaat van ‘formele’ maar van ‘materiële’ criteria. Het gaat niet zozeer omde rechtsvorm van e<strong>en</strong> marktdeelnemer, maar om de werkzaamhed<strong>en</strong> die dezeverricht. Om tot de ‘<strong>over</strong>heid’ te behor<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid bij e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stvan op<strong>en</strong>baar belang te word<strong>en</strong> vastgesteld, terwijl de (c<strong>en</strong>trale) <strong>over</strong>heid op devervulling daarvan – via e<strong>en</strong> opdracht, financiering, b<strong>en</strong>oeming of controle –e<strong>en</strong> zeker toezicht kan uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Intuss<strong>en</strong> kan het bestaan van (veel) concurr<strong>en</strong>tieop de betreff<strong>en</strong>de markt erop duid<strong>en</strong> dat niet e<strong>en</strong>s sprake is van e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stvan op<strong>en</strong>baar belang. Precieze definities zijn niet voorhand<strong>en</strong>. Ieder geval zal opzijn eig<strong>en</strong> merites moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld.Wat daarvan zij, uit de rechtspraak kan, bij wijze van conclusie, word<strong>en</strong> afgeleiddat het <strong>over</strong>heidsbegrip door het Hof ruim wordt uitgelegd. Deze ruime uitlegheeft uiteraard gevolg<strong>en</strong> voor het bereik van de verplichting<strong>en</strong> die kracht<strong>en</strong>s deverdrag<strong>en</strong> op de ‘lidstaat Nederland’ rust<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>4.3 mededinging4.3.1 algeme<strong>en</strong>Zoals reeds is opgemerkt, laat het geme<strong>en</strong>schapsrecht de lidstat<strong>en</strong> in beginselvrij bij de inrichting van hun <strong>over</strong>heidsorganisatie. Anderzijds vloeit uit hetbeginsel van de vrije markt voort dat deze inrichting ge<strong>en</strong> afbreuk mag do<strong>en</strong> aanhet functioner<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vrije markt binn<strong>en</strong> de gehele Geme<strong>en</strong>schap. Dit betek<strong>en</strong>tdat zodra de <strong>over</strong>heid activiteit<strong>en</strong> ontplooit welke gelijk<strong>en</strong>is verton<strong>en</strong> metdie van onderneming<strong>en</strong>, erop wordt toegezi<strong>en</strong> dat dit ge<strong>en</strong> afbreuk doet aan devrije markt. Voor wat betreft de mededinging (vgl. rapport-Coh<strong>en</strong>: par. 5.1-5.5, 7.1)zijn in het bijzonder de artikel<strong>en</strong> 81-89 (oud: 85-94) eg-Verdrag van belang.Deze verdragsbepaling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> deel uit van het “regime waardoor wordt verzekerddat de mededinging binn<strong>en</strong> de Interne Markt niet wordt verstoord”,hetge<strong>en</strong> ingevolge artikel 3 sub g. eg-Verdrag e<strong>en</strong> onderdeel van het optred<strong>en</strong>van de Geme<strong>en</strong>schap is.180De artikel<strong>en</strong> 81 <strong>en</strong> 82 (oud: 85 <strong>en</strong> 86) eg betreff<strong>en</strong> het optred<strong>en</strong> van onderneming<strong>en</strong>.Blijk<strong>en</strong>s artikel 81 word<strong>en</strong> als onver<strong>en</strong>igbaar met de geme<strong>en</strong>schappelijkemarkt beschouwd “... alle <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>, allebesluit<strong>en</strong> van ondernemingsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle onderling afgestemde feitelijkegedraging<strong>en</strong>, welke de handel tuss<strong>en</strong> de lidstat<strong>en</strong> ongunstig kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong><strong>en</strong> ertoe strekk<strong>en</strong> of t<strong>en</strong> gevolge hebb<strong>en</strong> dat de mededinging binn<strong>en</strong> degeme<strong>en</strong>schappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst ...”. Artikel 82verbiedt het misbruik mak<strong>en</strong>, door e<strong>en</strong> of meer onderneming<strong>en</strong>, van e<strong>en</strong>“machtspositie op de geme<strong>en</strong>schappelijke markt of op e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk deel daarvan”.Terwijl het derde lid van artikel 81 de mogelijkheid biedt om rek<strong>en</strong>ing tehoud<strong>en</strong> met de bijzondere aard van bepaalde economische sector<strong>en</strong> (zaak 45/86(Verband der Sachversicherer), Jur. 1987 405, rov. 15), k<strong>en</strong>t artikel 82 ge<strong>en</strong> uitzondering<strong>en</strong>.Ook al richt<strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 81 <strong>en</strong> 82 zich naar de letter tot onderneming<strong>en</strong>,ze hebb<strong>en</strong> ook relevantie voor de <strong>over</strong>heid indi<strong>en</strong> deze ofwel zèlf alsondernemer ofwel als wetgever optreedt. In dit laatste verband is artikel 10(oud: 5) eg, de verplichting inzake Geme<strong>en</strong>schapstrouw, van belang.Artikel 86 (oud: 90) eg betreft het optred<strong>en</strong> van op<strong>en</strong>bare bedrijv<strong>en</strong> alsmedeonderneming<strong>en</strong> waaraan bijzondere of exclusieve recht<strong>en</strong> zijn verle<strong>en</strong>d (lid 1)respectievelijk onderneming<strong>en</strong> belast met het beheer van di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong>economisch belang of die het karakter drag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> fiscaal monopolie (lid 2).De artikel<strong>en</strong> 87-89 (oud: 92-94) eg hebb<strong>en</strong> betrekking op het verbod, gericht totde lidstat<strong>en</strong>, van steunmaatregel<strong>en</strong> van de stat<strong>en</strong> of in welke vorm ook metstaatsmiddel<strong>en</strong> bekostigd die de mededinging door begunstiging van bepaaldeonderneming<strong>en</strong> of bepaalde producties vervals<strong>en</strong> of dreig<strong>en</strong> te vervals<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>4.3.2 mededinging <strong>en</strong> de uitoef<strong>en</strong>ing van <strong>over</strong>heidsgezagDe werkingssfeer van het Europese mededingingsrecht is e<strong>en</strong> ruime. Behoud<strong>en</strong>se<strong>en</strong> aantal uitdrukkelijke uitzondering<strong>en</strong> 5 , zijn de mededingingsregels in beginselop alle soort<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong> van toepassing. Zo zijn de artikel<strong>en</strong> 85 <strong>en</strong> 86in het verled<strong>en</strong> reeds toegepast op sector<strong>en</strong> zoals het vervoer (zak<strong>en</strong> 209-213/84(Ministère Public), arrest van 30 april 1986, Jur. 1986 1425; zaak 66/86 (AhmedSaeed Flugreis<strong>en</strong>), arrest van 11 april 1989, Jur. 1989 803), de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing(Zaak C-393/92 (Almelo e.a.), arrest van 27 april 1994, Jur. 1994 I-1477), <strong>en</strong> hetbank- <strong>en</strong> verzekeringswez<strong>en</strong> (zaak 172/80 (Züchner), arrest van 14 juli 1981,Jur. 1981 2021).Niettemin zijn de mededingingsregels niet van toepassing op de ‘uitoef<strong>en</strong>ingvan <strong>over</strong>heidsgezag’ (arrest van 16 juni 1987, zaak 118/85 (Commissie/Italië),Jur. 1987 2599, rov. 7 <strong>en</strong> 8) of op organ<strong>en</strong> van de staat ‘handel<strong>en</strong>d’ in hun hoedanigheidvan <strong>over</strong>heid (arrest van 4 mei 1988, zaak 30/87 (Bodson), Jur. 19882479, rov. 18). In die situatie – e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heid die binn<strong>en</strong> haar soevereine bevoegdheidoptreedt (zie ook Bellamy and Child 1993: 42) – is van ge<strong>en</strong> belang of destaat zijn <strong>over</strong>heidsgezag rechtstreeks via e<strong>en</strong> tot het c<strong>en</strong>trale bestuur behor<strong>en</strong>dorgaan uitoef<strong>en</strong>t, dan wel via e<strong>en</strong> afzonderlijk lichaam waaraan hij bijzondere ofuitsluit<strong>en</strong>de recht<strong>en</strong> heeft toegek<strong>en</strong>d (zaak 118/85 (Commissie/Italië), rov. 7 <strong>en</strong>8; arrest van 18 maart 1997, zaak C-343/95 (Calì <strong>en</strong> Figli), Jur. 1997 I-1547, rov. 16<strong>en</strong> 17).181E<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid handelt in de uitoef<strong>en</strong>ing van <strong>over</strong>heidsgezag wanneer de betrokk<strong>en</strong>activiteit “e<strong>en</strong> taak van algeme<strong>en</strong> belang (is) die behoort tot de kerntak<strong>en</strong>van de staat” <strong>en</strong> die “weg<strong>en</strong>s (zijn) aard <strong>en</strong> (zijn) doel <strong>en</strong> de regels waaraan hij(is) onderworp<strong>en</strong> neer(komt) op het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van prerogatiev<strong>en</strong> (...) dietypisch <strong>over</strong>heidsprerogatiev<strong>en</strong> zijn” (zaak C-364/92 (SAT Fluggesellschaft),reeds aangehaald, rov. 30; zaak C-343/95 (Calì <strong>en</strong> Figli), reeds aangehaald, rov. 22<strong>en</strong> 23). Voorts lijkt uit rov. 22 van het arrest in de zaak Höfner <strong>en</strong> Elser afgeleid temoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de mededingingsregels niet van toepassing zijn wanneer debetrokk<strong>en</strong> activiteit altijd in hand<strong>en</strong> is geweest van, <strong>en</strong> noodzakelijkerwijs moetword<strong>en</strong> verricht door, <strong>over</strong>heidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (arrest van 11 december 1991, zaakC-41/90 (Höfner <strong>en</strong> Elser), Jur. 1991 I-1979. Ook: conclusie Jacobs in de zak<strong>en</strong>C-67/96 e.a., par. 314). De vraag di<strong>en</strong>t dus te word<strong>en</strong> gesteld of e<strong>en</strong> bepaaldeactiviteit noodzakelijkerwijs door op<strong>en</strong>bare e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> of hun verteg<strong>en</strong>woordigerswordt verricht.4.3.3 het ondernemingsbegripIngevolge de jurisprud<strong>en</strong>tie van het Hof omvat het begrip ‘onderneming’ “elkee<strong>en</strong>heid die e<strong>en</strong> economische activiteit uitoef<strong>en</strong>t, ongeacht haar rechtsvorm <strong>en</strong>de wijze waarop zij wordt gefinancierd” (zaak C-41/90 (Höfner <strong>en</strong> Elser), reedsaangehaald, rov. 21). In zijn conclusie in de zak<strong>en</strong> C-67/76 e.a. memoreert Jacobsdat het begrip ‘onderneming’ e<strong>en</strong> dubbel doel di<strong>en</strong>t. Enerzijds wordt door het


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>begrip mogelijk gemaakt dat de categorieën verkeersdeelnemers word<strong>en</strong> bepaaldwaarop de mededingingsregels van toepassing zijn. Anderzijds kan met behulpvan het begrip ‘onderneming’ de e<strong>en</strong>heid word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> waaraan e<strong>en</strong>bepaalde gedraging moet word<strong>en</strong> toegerek<strong>en</strong>d (par. 206). Richtinggev<strong>en</strong>d is ofde betrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong>titeit e<strong>en</strong> activiteit ontplooit die ertoe strekt de in de artikel<strong>en</strong> 81<strong>en</strong> 82 bedoelde gevolg<strong>en</strong> teweeg te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.182E<strong>en</strong> – zeldzaam – voorbeeld van e<strong>en</strong> zaak waarbij het Hof oordeelde niet temak<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ‘onderneming’, betrof e<strong>en</strong> arrest van 17 februari 1993in de zaak Poucet et Pistre (gevoegde zak<strong>en</strong> C-159/91 <strong>en</strong> C-160/91, Jur. 1993I-637). De zaak betrof het optred<strong>en</strong> van Franse ziek<strong>en</strong>kass<strong>en</strong>. Het Hof <strong>over</strong>woogdat de ziek<strong>en</strong>kass<strong>en</strong>, of de organ<strong>en</strong> die meewerk<strong>en</strong> aan het beheer van de op<strong>en</strong>baredi<strong>en</strong>st van de sociale zekerheid, e<strong>en</strong> taak van zuiver sociale aard vervull<strong>en</strong>(rov. 18). Hun werkzaamheid berust immers, zo stelde het Hof, op het beginselvan nationale solidariteit <strong>en</strong> mist ieder winstoogmerk. De betaalde uitkering<strong>en</strong>zijn wettelijke uitkering<strong>en</strong> die niet afhang<strong>en</strong> van het bedrag van de premies.Hieruit volgt, aldus het Hof, dat de werkzaamhed<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong> organ<strong>en</strong>die belast zijn met het beheer van socialezekerheidsstelsels, ge<strong>en</strong> economischeactiviteit<strong>en</strong> zijn, zodat de organ<strong>en</strong> zelf niet aan te merk<strong>en</strong> zijn als onderneming<strong>en</strong>in de zin van de artikel<strong>en</strong> 81 <strong>en</strong> 82 eg (rov. 19).Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> me<strong>en</strong>de het Hof dat e<strong>en</strong> orgaan zonder winstoogmerk (wel) e<strong>en</strong>onderneming is in de zin van artikel 81 e.v. eg-Verdrag, wanneer dat:• belast is met het beheer van e<strong>en</strong> – als aanvulling van e<strong>en</strong> verplicht basisstelselbedoeld – stelsel van ouderdomsverzekering;• bij wet als facultatief stelsel is ingevoerd; <strong>en</strong>• met inachtneming van de door de daartoe bevoegde autoriteit<strong>en</strong> vastgesteldebepaling<strong>en</strong>, met name inzake aansluitingsvoorwaard<strong>en</strong>, bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitkering<strong>en</strong>,werkt volg<strong>en</strong>s het kapitalisatiebeginsel (Hofzaak C-244/94, arrestvan 16 november 1995 (Fédération française des Sociétés d’Assurance e.a./Ministère de l’Agriculture et de la Pêche), Jur. 1995 I-4013).Immers, zo oordeelde het Hof, zelfs al heeft e<strong>en</strong> dergelijk orgaan ge<strong>en</strong> winstoogmerk,<strong>en</strong> zelfs al bevat het door dit orgaan beheerde stelsel bepaalde solidariteitsaspect<strong>en</strong>die <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s beperkt zijn <strong>en</strong> niet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> metde solidariteitsaspect<strong>en</strong> die de verplichte socialezekerheidsstelsels k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>,het oef<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> economische activiteit uit <strong>en</strong> concurreert daarbij met lev<strong>en</strong>sverzekeringsmaatschappij<strong>en</strong>(rov. 21).4.3.4 de <strong>over</strong>heid als ondernemerAldus geformuleerd <strong>en</strong> uitgelegd kan ook de <strong>over</strong>heid als onderneming word<strong>en</strong>aangemerkt, voorz<strong>over</strong> deze zelf, dan wel via op<strong>en</strong>bare licham<strong>en</strong> of ander<strong>en</strong>waaraan zij speciale of exclusieve recht<strong>en</strong> heeft toegek<strong>en</strong>d, economische activiteit<strong>en</strong>verricht (vgl. Pijnacker Hordijk <strong>en</strong> Snoep 1996: 923-929).


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Met betrekking tot <strong>over</strong>heidslicham<strong>en</strong> onderzoekt het Hof in het bijzonder of debetrokk<strong>en</strong> activiteit wordt verricht – althans kan word<strong>en</strong> verricht – door particulieree<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> die zich bezighoud<strong>en</strong> met de desbetreff<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong>- of di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>ing(arrest<strong>en</strong> Calì alsmede Höfner <strong>en</strong> Elser). De toepassing van deartikel<strong>en</strong> 85 <strong>en</strong> 86 op <strong>over</strong>heidslicham<strong>en</strong> wordt in dit verband gerechtvaardigddoor het feit dat zij operer<strong>en</strong> op dezelfde of vergelijkbare markt<strong>en</strong> <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>dedezelfde beginsel<strong>en</strong> als ‘normale’ onderneming<strong>en</strong> (arrest van 18 juni 1998, zaakC-35/96 (Commissie/Italië), Jur. 1998 I-3851, rov. 36-38. Ook: conclusie Jacobsin de zak<strong>en</strong> C-67/96 e.a., par. 214).Derhalve hanteert het Hof – ook hier – in het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘functionele’b<strong>en</strong>adering waar het gaat om de uitleg van het begrip ‘onderneming’ (zie ook:Van Gerv<strong>en</strong> et al. 1997: 69). De belangrijkste maatstaf is of de betrokk<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heide<strong>en</strong> activiteit uitoef<strong>en</strong>t die, althans in beginsel, door e<strong>en</strong> particuliere ondernemingkan word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d met het oog op het mak<strong>en</strong> van winst. Noch derechtsvorm van de e<strong>en</strong>heid noch de wijze waarop zij wordt gefinancierd, is vanbelang (zaak C-41/90 (Höfner <strong>en</strong> Elser), rov. 21; arrest van 11 december 1997,zaak C-55/96 (Job C<strong>en</strong>tre), Jur. 1997 I-7119, rov. 21).Zo werd bijvoorbeeld van <strong>over</strong>heidsinstanties als de Duitse Bundesanstalt fürArbeit (zaak C-41/90, Höfner) <strong>en</strong> de Italiaanse Amministrazione Autonoma deiMonopoli di Stato (zaak 118/85, Commissie/Italië) aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat zij activiteit<strong>en</strong>van economische aard uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> met betrekking tot arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ingrespectievelijk het aanbied<strong>en</strong> van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> op de markt van tabaksfabrikat<strong>en</strong>.Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zijn de mededingingsregels niet van toepassing geachtop e<strong>en</strong> particuliere v<strong>en</strong>nootschap die in opdracht van e<strong>en</strong> lidstaat milieu-inspectietak<strong>en</strong>verricht (zaak C-343/95, Calì). Het feit dat e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid ge<strong>en</strong> winstoogmerkheeft (zak<strong>en</strong> C-209-215/78 <strong>en</strong> C-218/95, arrest van 29 oktober 1980(Van Landewyck), Jur. 1980 3125, rov. 88) of ge<strong>en</strong> economische doeleind<strong>en</strong>nastreeft (arrest van 30 april 1974, zaak 155/73 (Sacchi), Jur. 1974 409, rov. 13 <strong>en</strong>14), doet niet ter zake. Het feit ook dat bepaalde tak<strong>en</strong> door de staat aan bepaaldee<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> zijn opgedrag<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> belang, wil niet zegg<strong>en</strong> dat die e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>ge<strong>en</strong> onderneming zijn, al was het maar omdat het bestaan van artikel 86(oud: 90), led<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2, EG-Verdrag in dat geval in wez<strong>en</strong> zinloos zou zijn.De mededingingsregels zijn dan ook van toepassing op de activiteit<strong>en</strong> van bijvoorbeeldleveranciers van telecommunicatie- <strong>en</strong> posterijdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, <strong>publieke</strong>omroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> hav<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte is ook het feit dat bepaalde activiteit<strong>en</strong>normaal gesprok<strong>en</strong> aan op<strong>en</strong>bare licham<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgedrag<strong>en</strong>, niet voldo<strong>en</strong>deom die activiteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de mededingingsregels te do<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> (zie conclusieJacobs in de zak<strong>en</strong> C-67/96 e.a., par. 312) .1834.3.5artikel 86 (oud: 90) lid 1 eg-verdrag: op<strong>en</strong>bare bedrijv<strong>en</strong>Ook de <strong>over</strong>heid, voorz<strong>over</strong> deze op de markt optreedt, kan derhalve als ‘onderneming’word<strong>en</strong> aangemerkt. Voor <strong>over</strong>heidsbedrijv<strong>en</strong> is dit nog e<strong>en</strong>s uitdrukkelijkgestipuleerd in artikel 86 (oud: 90), lid 1, eg-Verdrag (zie ook: Asser


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Instituut 1998 <strong>en</strong> Akyürek-Kievits 1998: 7 e.v.). Ingevolge het eerste lid van dezebepaling namelijk mog<strong>en</strong> de lidstat<strong>en</strong> “met betrekking tot de op<strong>en</strong>bare bedrijv<strong>en</strong><strong>en</strong> de onderneming<strong>en</strong> waaraan zij bijzondere of uitsluit<strong>en</strong>de recht<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong>,ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele maatregel [nem<strong>en</strong> of handhav<strong>en</strong>] welke in strijd is met de regels vanhet Verdrag, met name die bedoeld in de artikel<strong>en</strong> 12 <strong>en</strong> 81 tot <strong>en</strong> met 89”. 6Het begrip ‘op<strong>en</strong>baar bedrijf’ wordt in artikel 2 van Richtlijn 80/723 van deCommissie van 25 juni 1980 7 omschrev<strong>en</strong> als “elk bedrijf waarop <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>rechtstreeks of middellijk e<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong>de invloed kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> uithoofde van eig<strong>en</strong>dom, financiële deelneming of de desbetreff<strong>en</strong>de voorschrift<strong>en</strong>”.Daaraan is toegevoegd (zie de tweede alinea van art. 2) dat “dominer<strong>en</strong>deinvloed wordt vermoed uitgeoef<strong>en</strong>d te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, wanneer de <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>,al dan niet rechtstreeks, t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het bedrijf: a. de meerderheid van hetgeplaatste kapitaal van dat bedrijf bezitt<strong>en</strong>; b. <strong>over</strong> de meerderheid van de stemrecht<strong>en</strong>verbond<strong>en</strong> aan de door g<strong>en</strong>oemd bedrijf uitgegev<strong>en</strong> aandel<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>of; c. meer dan de helft der led<strong>en</strong> van het orgaan van bestuur, van beheer ofvan toezicht van g<strong>en</strong>oemd bedrijf kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.”184Anders dan de artikel<strong>en</strong> 81 <strong>en</strong> 82 eg, die gericht zijn tot onderneming<strong>en</strong>, is artikel86 lid 1 eg gericht tot de lidstat<strong>en</strong>. Er bestaat echter e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> beginsel– voortvloei<strong>en</strong>d uit artikel 10 (oud: 5) lid 2 eg – dat de lidstat<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong>mog<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> of handhav<strong>en</strong> welke aan de mededingingsregels hun nuttigeffect kunn<strong>en</strong> ontnem<strong>en</strong> (arrest van 16 november 1977, zaak 13/77 (inno),Jur. 1977 2115, rov. 30 <strong>en</strong> 31; zaak 66/86 (Ahmed Saeed Flugreis<strong>en</strong>), rov. 48;arrest van 18 juni 1991, zaak C-260/89 (ert), Jur. 1991 I-2925, rov. 35). In die zinis de bepaling aan te merk<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> lex specialis van artikel 10 lid 2 EG-Verdrag(arrest van 5 oktober 1994, zaak C-323/93 (C<strong>en</strong>tre d’insémination de la Crespelle),Jur. 1994 I-5077, rov. 15).In e<strong>en</strong> kanttek<strong>en</strong>ing bij de, zojuist gememoreerde, bepaling van artikel 2, tweedealinea, van Richtlijn 80/723, stelt het Hof in zijn arrest in de gevoegde zak<strong>en</strong>188-190/80, reeds aangehaald, dat de bepaling<strong>en</strong> van artikel 90 (nieuw: 86) juistin het Verdrag zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> omdat de <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> invloed kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>op de commerciële beslissing<strong>en</strong> van de op<strong>en</strong>bare bedrijv<strong>en</strong>. Deze invloed kanword<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d, zo vervolgt het Hof, op basis van financiële deelnemingdan wel van voorschrift<strong>en</strong> inzake het beheer van het bedrijf. Door juist deze criteriate kiez<strong>en</strong> ter bepaling van de financiële betrekking<strong>en</strong> waar<strong>over</strong> zij gegev<strong>en</strong>smoet kunn<strong>en</strong> verkrijg<strong>en</strong> om haar toezichthoud<strong>en</strong>de taak kracht<strong>en</strong>s artikel 90lid 3 8 te vervull<strong>en</strong>, is de Commissie binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van haar beoordelingsbevoegdheidgeblev<strong>en</strong>, aldus het Hof (rov. 26). Overig<strong>en</strong>s zij t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van deverwijzing, in het eerste lid van artikel 86 eg, naar “onderneming<strong>en</strong> waaraan zijbijzondere of uitsluit<strong>en</strong>de recht<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong>” opgemerkt dat het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> vandergelijke recht<strong>en</strong> als zodanig niet onver<strong>en</strong>igbaar is met de artikel<strong>en</strong> 86 lid 1 <strong>en</strong>artikel 82 (zaak 155/73, arrest van 30 april 1974 (G. Sacchi), Jur. 1997 409, rov. 14;zaak 311/84 (cbem), reeds aangehaald, rov. 17; zaak C-41/90 (Höfner <strong>en</strong> Elser),reeds aangehaald, rov. 29; arrest van 10 december 1991, zaak C-179/90


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>(Merci Conv<strong>en</strong>zionali Porto di G<strong>en</strong>ova, Jur. 1991 I-5889, rov. 16; arrest van19 mei 1993, zaak C-320/91 (Corbeau), Jur. 1993 I-2533, rov. 11; zaak C-323/93(C<strong>en</strong>tre d’insémination de la Crespelle), reeds aangehaald.). Niettemin is de vrijheidvan de lidstat<strong>en</strong> om – met name – uitsluit<strong>en</strong>de recht<strong>en</strong> toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> nietonbeperkt (zie conclusie Jacobs in de zak<strong>en</strong> C-67/96 e.a., par. 393 e.v.). In e<strong>en</strong>rec<strong>en</strong>t arrest (hofzaak C-163/96, arrest van 12 februari 1998 (S. Raso e.a.),Jur. 1998 I-533) formuleert het Hof deze doctrine als volgt:Ofschoon het <strong>en</strong>kele feit dat door het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van uitsluit<strong>en</strong>de recht<strong>en</strong> als bedoeld in artikel 90lid 1 van het Verdrag e<strong>en</strong> machtspositie wordt gecreëerd, als zodanig niet onver<strong>en</strong>igbaar is metartikel 86, handelt e<strong>en</strong> lidstaat in strijd met de in deze twee bepaling<strong>en</strong> vervatte verbod<strong>en</strong>,wanneer de betrokk<strong>en</strong> onderneming door de <strong>en</strong>kele uitoef<strong>en</strong>ing van de haar toegek<strong>en</strong>de uitsluit<strong>en</strong>derecht<strong>en</strong> misbruik van haar machtspositie maakt, of indi<strong>en</strong> deze recht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> situatie kunn<strong>en</strong>creër<strong>en</strong> waarin deze onderneming tot e<strong>en</strong> dergelijk misbruik wordt gebracht.In de gevoegde zak<strong>en</strong> Nederland/Commissie <strong>en</strong> ptt/Commissie (gevoegdezak<strong>en</strong> C-48/90 <strong>en</strong> C-66/90, arrest van 12 februari 1992, Jur. 1992 I-565) war<strong>en</strong>de modaliteit<strong>en</strong> van de privatisering van het voormalige Staatsbedrijf der pttaan de orde. De Commissie verweet Nederland dat de uitwerking die aan de privatiseringwas gegev<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> inbreuk opleverde op de artikel<strong>en</strong> 90 (nieuw: 86)lid 1, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 86 (nieuw: 82) eg-Verdrag. Dit vanwege demachtspositie die de ptt, ingevolge e<strong>en</strong> desbetreff<strong>en</strong>de wijziging van dePostwet, ook buit<strong>en</strong> het terrein van de ‘gewone post’ zou verwerv<strong>en</strong> <strong>en</strong> het misbruikdat hiervan e<strong>en</strong> onvermijdelijk gevolg zou zijn doordat koeriersdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>van de markt van postbezorging bov<strong>en</strong> de 50 gram zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geweerd.Overig<strong>en</strong>s heeft het Hof in deze zak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> inhoudelijk oordeel <strong>over</strong> de bevinding<strong>en</strong>van de Commissie behoev<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong>. De beroep<strong>en</strong> van de Nederlandseregering <strong>en</strong> de ptt werd<strong>en</strong> reeds op procedurele grond<strong>en</strong> (verband houd<strong>en</strong>demet de inbreuk die de Commissie had gemaakt op het recht van verweer van deNederlandse regering) gegrond bevond<strong>en</strong>.1854.3.6 artikel 86 (oud: 90) lid 2 eg-verdrag: di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong>economisch belangDeze bepaling (zie ook: Asser Instituut 1998 <strong>en</strong> Akyürek-Kievits 1998: 35 e.v.)luidt als volgt:De onderneming<strong>en</strong> belast met het beheer van di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> economisch belang of die hetkarakter drag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> fiscaal monopolie, vall<strong>en</strong> onder de regels van dit Verdrag, met name onderde mededingingsregels, voor z<strong>over</strong> de toepassing daarvan de vervulling, in feite of in rechte, van dehun toevertrouwde bijzondere taak niet verhindert. De ontwikkeling van het handelsverkeer magniet word<strong>en</strong> beïnvloed in e<strong>en</strong> mate die strijdig is met het belang van de Geme<strong>en</strong>schap.Het gaat hier (weliswaar) om e<strong>en</strong> onderneming in de zin van artikel 81, maar dane<strong>en</strong> die is belast met e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare nutstaak. In het kader van haar bedrijfsvoeringis e<strong>en</strong> dergelijke onderneming ‘slechts’ onderworp<strong>en</strong> aan de werking van


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>het mededingingsregime van het Verdrag, voorz<strong>over</strong> de toepassing daarvan ge<strong>en</strong>afbreuk doet aan de goede taakvervulling. Het gaat derhalve om e<strong>en</strong> geclausuleerdetoepassing.Artikel 90 lid 2 beoogt in die zin het belang van de lidstat<strong>en</strong> om bepaalde onderneming<strong>en</strong>te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> als instrum<strong>en</strong>t van economisch of fiscaal beleid, te verzo<strong>en</strong><strong>en</strong>met het belang van de Geme<strong>en</strong>schap bij de naleving van de mededingingsregels<strong>en</strong> het behoud van de e<strong>en</strong>heid van de geme<strong>en</strong>schappelijke markt (arrest van23 oktober 1997, zaak C-157/94 (Commissie/Nederland), Jur. 1997 I-5699, rov. 39).Niettemin di<strong>en</strong>t de bepaling, die immers e<strong>en</strong> afwijking van de regels van hetVerdrag toestaat, <strong>en</strong>g word<strong>en</strong> uitgelegd (zaak C-157/94 (Commissie/Nederland),rov. 37). Zo stelde het Hof in het arrest in de zaak Porti di G<strong>en</strong>ova dat voor de inartikel 90 (nieuw: 86) lid 2 eg-Verdrag neergelegde uitzondering op de regels vanhet Verdrag niet alle<strong>en</strong> de voorwaarde geldt dat de betrokk<strong>en</strong> onderneming doorde <strong>over</strong>heid is belast met het beheer van e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st van algeme<strong>en</strong> economischbelang, maar ook dat de toepassing van de verdragsregels de vervulling van deaan deze onderneming toevertrouwde bijzondere taak verhindert <strong>en</strong> dat hetbelang van de Geme<strong>en</strong>schap niet wordt geschaad (rov. 26).186Bij de definitie van de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> economisch belang waarmeebepaalde onderneming<strong>en</strong> word<strong>en</strong> belast, kan de lidstat<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong>dat zij rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met doelstelling<strong>en</strong> die verband houd<strong>en</strong> met hun nationaalbeleid (zaak C-157/94 (Commissie/Nederland), rov. 40). Zo blijv<strong>en</strong> delidstat<strong>en</strong> bevoegd hun stelsels van sociale zekerheid naar eig<strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> in tericht<strong>en</strong> (arrest van 7 februari 1984, zaak 38/82 (Duphar), Jur. 1984 523, rov. 16;zak<strong>en</strong> C-159/91 <strong>en</strong> C-160/91 (Poucet et Pistre) rov. 6; arrest van 17 juni 1997,zaak C-70/95 (Sodemare), Jur. 1997 I-3395, rov. 27). Ter zake beschikk<strong>en</strong> zij <strong>over</strong>e<strong>en</strong> ruime discretionaire bevoegdheid.Voor de toepasselijkheid van de uitzondering van artikel 86 lid 2 is het niet noodzakelijkdat de onderneming in haar bestaan wordt bedreigd (zaak C-157/94(Commissie/Nederland), rov. 43). Het is voldo<strong>en</strong>de – zo blijkt reeds uit de redactievan de verdragsbepaling – dat de toepassing van de mededingingsregels devervulling, in feite of in rechte, van de aan de onderneming toevertrouwde bijzonderetak<strong>en</strong> verhindert. In de praktijk is deze beoordeling uiteraard nietgemakkelijk. Steeds zal e<strong>en</strong> onderzoek per geval moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Zoveel iswel duidelijk dat de <strong>over</strong>heid die c.q. het bedrijf dat zich op deze uitzonderingsbepalingw<strong>en</strong>st te beroep<strong>en</strong>, aannemelijk di<strong>en</strong>t te mak<strong>en</strong> dat daadwerkelijk sprakeis van e<strong>en</strong> ‘di<strong>en</strong>st van algeme<strong>en</strong> economisch belang’ respectievelijk dat ook opandere wijze aan de voorwaard<strong>en</strong> van toepassing van de bepaling is voldaan(zaak C-157/94 (Commissie/Nederland), rov. 51 <strong>en</strong> 58). De vraag, vervolg<strong>en</strong>s,in hoeverre de vervulling van die uitzonderingsbepaling recht geeft om de mededingingsregelsvan het verdrag te <strong>over</strong>tred<strong>en</strong>, is nog moeilijker te beantwoord<strong>en</strong>.In het arrest in de zaak Ahmed Saeed Flugreis<strong>en</strong>, reeds aangehaald, merkte hetHof op dat de bevoegde nationale autoriteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de rechterlijke autoriteit<strong>en</strong> dievan geschill<strong>en</strong> daar<strong>over</strong> k<strong>en</strong>nis nem<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> minste moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong>


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>om welke vereist<strong>en</strong> het precies gaat <strong>en</strong> hoe de behartiging daarvan de normalebedrijfsvoering van de betrokk<strong>en</strong> onderneming(<strong>en</strong>) beïnvloedt (rov. 56). Het Hofsignaleerde, met andere woord<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> behoefte aan e<strong>en</strong> transparante situatie.In het arrest in de zaak Geme<strong>en</strong>te Almelo, reeds aangehaald, werd voor de beoordelingvan deze vraagstelling de bijzondere verantwoordelijkheid van de nationalerechter onderstreept (rov. 50 <strong>en</strong> dictum, onder 2c).4.3.7 artikel 16 eg-verdrag (verdrag van amsterdam)Het Verdrag van Amsterdam – dat <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s, op het mom<strong>en</strong>t van schrijv<strong>en</strong> vandeze studie, nog niet in werking is getred<strong>en</strong> – introduceert, in het Eerste Deelvan het eg-Verdrag betreff<strong>en</strong>de de ‘Beginsel<strong>en</strong>’, e<strong>en</strong> nieuwe bepaling die betrekkingheeft op de vervulling van op<strong>en</strong>bare belangstak<strong>en</strong>. Deze nieuwe bepalingluidt als volgt: “Onverminderd de artikel<strong>en</strong> 73, 86 <strong>en</strong> 87 <strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> de plaats diede di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> economisch belang in de geme<strong>en</strong>schappelijke waard<strong>en</strong>van de Unie innem<strong>en</strong>, alsook de rol doe zij vervull<strong>en</strong> bij het bevorder<strong>en</strong> vansociale <strong>en</strong> territoriale sam<strong>en</strong>hang, drag<strong>en</strong> de Geme<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> de lidstat<strong>en</strong> er, inhet kader van hun onderscheid<strong>en</strong>e bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het toepassingsgebiedvan dit Verdrag zorg voor dat deze di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> op basis vanbeginsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorwaard<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> in staat stell<strong>en</strong> hun tak<strong>en</strong> te vervull<strong>en</strong>.”187Deze bepaling moet in sam<strong>en</strong>hang met e<strong>en</strong> verklaring van de Confer<strong>en</strong>tieword<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. Ingevolge deze verklaring, als Verklaring 13 aan de Slotakte vanhet Verdrag van Amsterdam gehecht, di<strong>en</strong><strong>en</strong> de bepaling<strong>en</strong> van artikel 16 “teword<strong>en</strong> uitgevoerd met volledige inachtneming van de jurisprud<strong>en</strong>tie van hetHof van Justitie, onder meer wat de beginsel<strong>en</strong> van gelijke behandeling, kwaliteit<strong>en</strong> continuïteit van deze di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> betreft”.Hoewel de verwijzing naar het belang van de vervulling van op<strong>en</strong>bare nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>e<strong>en</strong> plaats heeft verworv<strong>en</strong> in het Eerste Deel van het eg-Verdragbetreff<strong>en</strong>de ‘De Beginsel<strong>en</strong>’ van de eg-sam<strong>en</strong>werking, mag niet word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>dat de bepaling, zoals geformuleerd, implicaties heeft voor de interpretatievan de onderligg<strong>en</strong>de bepaling, artikel 86 lid 2 eg. De toegevoegde verklaringbeoogt zulks ook tot uitdrukking te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.4.3.8 tuss<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong>Uit het voorgaande kan word<strong>en</strong> afgeleid dat activiteit<strong>en</strong> ter behartiging van e<strong>en</strong>algeme<strong>en</strong> belang – behoud<strong>en</strong>s het geval van de uitoef<strong>en</strong>ing van typisch <strong>over</strong>heidsgezag<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong>s, zij het in bijzondere omstandighed<strong>en</strong>, het geval vane<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> als op<strong>en</strong>baar nutsbedrijf – aan de werking van het ‘normale’ communautairemededingingsrecht zijn onderworp<strong>en</strong>. In de praktijk is de situatieechter niet altijd ‘zwart-wit’. Met name in het geval van ‘tuss<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong>’ kunn<strong>en</strong>problem<strong>en</strong> ontstaan. Daarbij valt in het bijzonder te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> tweetalsituaties (zie ook Steyger 1996: 74 e.v.):


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>1881 Deels <strong>over</strong>heidstaak, deels commerciële activiteit<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> bedrijf is deels belast met de vervulling van e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidstaak, doch kanvoor e<strong>en</strong> ander deel commercieel op de markt optred<strong>en</strong>. Deze situatie komt<strong>en</strong>igszins <strong>over</strong>e<strong>en</strong> met de situatie die reeds eerder ter sprake kwam in hetkader van het communautaire aanbestedingsrecht, <strong>en</strong> waarbij e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong>instelling, naast haar taak om in e<strong>en</strong> behoefte van algeme<strong>en</strong> belang te voorzi<strong>en</strong>,vrij is om andere activiteit<strong>en</strong> te verricht<strong>en</strong> (zaak C44/96 (Mannesmann),reeds aangehaald, rov. 25; zaak C-360/96 (Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Arnhem <strong>en</strong> Rhed<strong>en</strong>),reeds aangehaald, rov. 55). In wez<strong>en</strong> is hier sprake van twee markt<strong>en</strong>: die vande <strong>publieke</strong> activiteit <strong>en</strong> die van de nev<strong>en</strong>activiteit (Rapport-Coh<strong>en</strong>: 39). In ditsoort situaties di<strong>en</strong><strong>en</strong> de verantwoordelijkheid van op<strong>en</strong>baar nutsbedrijf <strong>en</strong>die van ‘gewoon’ commercieel bedrijf goed te word<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> <strong>en</strong>, voor detoetsing aan de mededingingsregels van het Verdrag, ook strikt uit elkaar teword<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>.Met name di<strong>en</strong>t voorkom<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> dat het bedrijf, vanwege de beschermingdie het ondervindt bij de te vervull<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare nutstaak, bevoordeeldwordt wanneer het, voor haar rester<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>, met andere ‘gewone’onderneming<strong>en</strong> in concurr<strong>en</strong>tie treedt. Hier kan word<strong>en</strong> gedacht aan praktijk<strong>en</strong>die wel als ‘kruissubsidiëring’ word<strong>en</strong> aangeduid. Dat wil zegg<strong>en</strong> dat deonderneming de kost<strong>en</strong> van haar, commerciële, activiteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong>bepaalde markt geheel of t<strong>en</strong> dele t<strong>en</strong> laste br<strong>en</strong>gt van haar activiteit<strong>en</strong> op e<strong>en</strong>andere, beschermde, markt (Pijnacker Hordijk <strong>en</strong> Snoep 1996: 924). Of, in debewoording<strong>en</strong> van het rapport-Coh<strong>en</strong> (blz.39):[Van kruissubsidiëring] is sprake als de <strong>over</strong>heidsonderneming haar marktactiviteit<strong>en</strong> faciliteertmet middel<strong>en</strong>, die voortkom<strong>en</strong> uit de <strong>publieke</strong> taakvervulling. Het gaat hier om andere dan fiscalevoordel<strong>en</strong>. Als de <strong>over</strong>heidsonderneming bedrijfsmiddel<strong>en</strong>, arbeid <strong>en</strong> product<strong>en</strong> die ingezetword<strong>en</strong> bij de <strong>publieke</strong> taakvervulling, ook gebruikt voor haar marktactiviteit<strong>en</strong>, dan moet<strong>en</strong>deze op basis van marktconforme tariev<strong>en</strong> bij de <strong>en</strong>titeit die de marktactiviteit<strong>en</strong> uitvoert inrek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gebracht, <strong>en</strong> door die <strong>en</strong>titeit in haar prijz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorberek<strong>en</strong>d. Als dat nietgebeurt, is er sprake van machtsmisbruik.2 Concurr<strong>en</strong>tie bij vervulling <strong>over</strong>heidstaak.E<strong>en</strong> bedrijf is weliswaar belast met de vervulling van e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidstaak, dochtreedt op e<strong>en</strong> markt op waarop zich t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van (e<strong>en</strong> deel van) diezelfdeactiviteit<strong>en</strong> ook concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong>. Deze situatie, die gelijk<strong>en</strong>is vertoontmet de situatie die ook in het kader van het communautaire aanbestedingsrechtter sprake kwam (zaak C-360/96 (Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Arnhem <strong>en</strong> Rhed<strong>en</strong>),reeds aangehaald, bij de bespreking van de derde vraag van de verwijz<strong>en</strong>derechter, rov. 38 e.v.), kan erop duid<strong>en</strong> dat ofwel de gehele te vervull<strong>en</strong> taakdan wel het desbetreff<strong>en</strong>de deel daarvan in werkelijkheid ge<strong>en</strong> beschermingbehoeft, <strong>en</strong> dus ook niet verdi<strong>en</strong>t.Ook hier geldt dat de situatie steeds op haar eig<strong>en</strong> merites zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>beoordeeld. Voorts zij ook hier te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat de uitzondering<strong>en</strong> op hetalgem<strong>en</strong>e verdragsregime steeds <strong>en</strong>g door het Hof van Justitie word<strong>en</strong> uitgelegd.Bijvoorbeeld, zodra op e<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de markt sprake is van concurr<strong>en</strong>tie


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>door ‘gewone’ onderneming<strong>en</strong> respectievelijk concurr<strong>en</strong>tie zeer wel mogelijkmoet word<strong>en</strong> geacht, is er weinig red<strong>en</strong> om nog e<strong>en</strong> beroep op e<strong>en</strong> uitzonderingspositiete honorer<strong>en</strong>.Iets vergelijkbaars geldt voor de situatie waarin de <strong>over</strong>heid, al is het maargeleidelijk, bepaalde ‘beschermde’ markt<strong>en</strong> voor concurr<strong>en</strong>tie op<strong>en</strong> stelt. Delaatste tijd zijn juist <strong>over</strong> dit soort van situaties bericht<strong>en</strong> in de Nederlandsepers versch<strong>en</strong><strong>en</strong>. 9 In dergelijke situaties di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> zich goed te realiser<strong>en</strong> dat,indi<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid zelf k<strong>en</strong>nelijk mogelijkhed<strong>en</strong> ziet om (gedeelt<strong>en</strong> van)bepaalde markt<strong>en</strong> of voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te liberaliser<strong>en</strong>, dit als consequ<strong>en</strong>tie heeftdat e<strong>en</strong> beroep op e<strong>en</strong> door het eg-Verdrag erk<strong>en</strong>de uitzonderingsgrond omde toegang tot de desbetreff<strong>en</strong>de markt respectievelijk voorzi<strong>en</strong>ing te belemmer<strong>en</strong>,niet meer geloofwaardig <strong>over</strong>komt. De <strong>over</strong>heid heeft dan, als hetware, ‘afstand’ gedaan van haar recht op bescherming. Hierbij ware ook tebed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat, zoals het Hof in e<strong>en</strong> vergelijkbare context al e<strong>en</strong>s heeftbetoogd, de fundam<strong>en</strong>tele verdragsbeginsel<strong>en</strong> reeds lang geled<strong>en</strong> rechtstreeks<strong>en</strong> onvoorwaardelijk toepasselijk zijn geword<strong>en</strong>, om welke red<strong>en</strong> het aan d<strong>en</strong>ationale wetgever niet is toegestaan ‘nieuwe termijn<strong>en</strong>’ in te voer<strong>en</strong> (zaakC-353/89 (Commissie/Nederland), arrest van 25 juli 1991, Jur. 1991 I-4069,rov. 26 <strong>en</strong> 27).1894.3.9 <strong>over</strong>heid als wetgeverBehalve door zelf actief op de markt op te tred<strong>en</strong>, kan de <strong>over</strong>heid ook op anderewijze in conflict kom<strong>en</strong> met de mededingingsvoorschrift<strong>en</strong> van het Verdrag.Hier gaat het om e<strong>en</strong> doctrine die het Hof heeft ontwikkeld op basis van artikel10 (oud: 5) eg-Verdrag, welke bepaling betrekking heeft op het beginsel vanGeme<strong>en</strong>schapstrouw.Ingevolge deze doctrine (zie ook: conclusie Jacobs in de zak<strong>en</strong> C-67/96 e.a.,par. 301, alsmede de in voetnoot 125 van deze conclusie aangegev<strong>en</strong> jurisprud<strong>en</strong>tie)wordt vooropgesteld dat artikel 81 alle<strong>en</strong> betrekking heeft op het gedrag vanonderneming<strong>en</strong>. Wettelijke of bestuurlijke maatregel<strong>en</strong> van de lidstat<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>daar derhalve in beginsel niet onder. Gelez<strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>hang met artikel 10lid 2 eg, verlangt artikel 85 echter van de lidstat<strong>en</strong> dat deze ge<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong>invoer<strong>en</strong> of in stand houd<strong>en</strong> – ook ge<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> van wetgev<strong>en</strong>de ofbestuurlijke aard – die aan de op onderneming<strong>en</strong> toepasselijke mededingingsregelshun effect kunn<strong>en</strong> ontnem<strong>en</strong>. Dat is het geval in drie situaties:1 wanneer e<strong>en</strong> lidstaat vaststelling van met artikel 85 strijdige <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>,besluit<strong>en</strong> of onderling afgestemde feitelijke gedraging<strong>en</strong> verlangt of bevordert;2 wanneer hij de effect<strong>en</strong> daarvan versterkt; of3 wanneer hij zijn wetgeving het <strong>over</strong>heidskarakter ontneemt door aan particulierehandelar<strong>en</strong> de verantwoordelijkheid <strong>over</strong> te drag<strong>en</strong> voor het nem<strong>en</strong> vaneconomische beslissing<strong>en</strong> die gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de economische sfeer.T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de eerste twee situaties eist het Hof voor onwettigheid van de<strong>over</strong>heidsmaatregel<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> direct verband bestaat met anticoncurr<strong>en</strong>tieel


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>gedrag van onderneming<strong>en</strong> (zaak C-2/91 (M<strong>en</strong>g), reeds aangehaald; zaakC-245/91 (ohra), reeds aangehaald).190E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te illustratie van deze doctrine is te vind<strong>en</strong> in het arrest van 1 oktober1998 in de zaak Autotrasporti Librandi/Cutti Spedizione e Servizi Internazionali(zaak C-38/97, Jur. 1998 I-5955). Het Hof herinnerde eraan – <strong>en</strong> verwees in ditverband naar ‘vaste’ rechtspraak – dat de artikel<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> 85 (nieuw: 10 <strong>en</strong> 81) eg-Verdrag word<strong>en</strong> geschond<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> lidstaat het totstandkom<strong>en</strong> van metartikel 85 strijdige mededingingsregeling<strong>en</strong> oplegt of begunstigt dan wel de werkingdaarvan versterkt, of aan zijn eig<strong>en</strong> regeling het <strong>over</strong>heidskarakter ontneemtdoor de verantwoordelijkheid voor het nem<strong>en</strong> van besluit<strong>en</strong> op economischgebied aan particuliere marktdeelnemers <strong>over</strong> te drag<strong>en</strong> (rov. 26). Het Hof herinnerdeer voorts aan dat de artikel<strong>en</strong> 3g, 5 <strong>en</strong> 86 (nieuw: 3g, 10 <strong>en</strong> 82) eg-Verdragop e<strong>en</strong> nationale regeling kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast indi<strong>en</strong> bewez<strong>en</strong> is dat dedesbetreff<strong>en</strong>de regeling aan e<strong>en</strong> onderneming e<strong>en</strong> economische machtspositieverle<strong>en</strong>t, die haar in staat stelt de instandhouding van e<strong>en</strong> daadwerkelijke mededingingop de relevante markt te verhinder<strong>en</strong>. Het wordt die onderneming danmogelijk gemaakt zich jeg<strong>en</strong>s haar concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, haar afnemers <strong>en</strong>, uiteindelijk,ook de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in belangrijke mate onafhankelijk te gedrag<strong>en</strong> (rov. 27).De gedachte achter de hier g<strong>en</strong>oemde, ‘nieuwe’, norm is dat de lidstat<strong>en</strong> <strong>private</strong>onderneming<strong>en</strong> niet in staat mog<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> zich aan de verbod<strong>en</strong> van de artikel<strong>en</strong>81 <strong>en</strong> 82 eg te onttrekk<strong>en</strong> door h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘dekmantel’ te gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> wettelijkeregeling (Hessel <strong>en</strong> Mortelmans 1997: 273). Ev<strong>en</strong>min kan teg<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heidword<strong>en</strong> opgetred<strong>en</strong> op basis van Verord<strong>en</strong>ing 17 uit 1962 (Pb L 204 van 13 maart1962). Het Hof heeft zich nog niet uitgesprok<strong>en</strong> <strong>over</strong> de vraag of de <strong>over</strong>heid alsonderneming kan word<strong>en</strong> aangemerkt wanneer zij rechtstreeks met onderneming<strong>en</strong>handelscontract<strong>en</strong> sluit. Hierbij is <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s van belang dat alle<strong>en</strong> <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> ‘merkbaar effect’ op de interstatelijke handel onder het verbodvan artikel 81 vall<strong>en</strong> (vgl. Bagatelbek<strong>en</strong>dmaking van de Commissie, Pb C 231van 3 september 1986: 20, zoals gewijzigd bij Mededeling van de Commissie,Pb C 368 van 23 december 1994: 20). Het feit <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s dat de <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komstbeperkt blijft tot één lidstaat is ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om aan te nem<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> (merkbaar)effect op de tuss<strong>en</strong>staatse handel aanwezig is. 104.3.10 steunmaatregel<strong>en</strong>Ingevolge artikel 87 (oud: 92) lid 1 eg-Verdrag zijn steunmaatregel<strong>en</strong> van de lidstat<strong>en</strong>of in welke vorm ook met staatsmiddel<strong>en</strong> bekostigd, die de mededingingdoor begunstiging van bepaalde onderneming<strong>en</strong> of bepaalde producties vervals<strong>en</strong>of dreig<strong>en</strong> te vervals<strong>en</strong>, onver<strong>en</strong>igbaar met de geme<strong>en</strong>schappelijke markt,voor z<strong>over</strong> deze steun het handelsverkeer tuss<strong>en</strong> de lidstat<strong>en</strong> ongunstig beïnvloedt.In wez<strong>en</strong> betreft het hier voorwaard<strong>en</strong> die in vergaande mate <strong>over</strong>e<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>met die van de artikel<strong>en</strong> 81 <strong>en</strong> 82 eg-Verdrag. Ook al wordt het niet metzoveel woord<strong>en</strong> gezegd, het gaat om e<strong>en</strong> verbod.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Het tweede lid van artikel 87 verklaart e<strong>en</strong> aantal categorieën van steunmaatregel<strong>en</strong>van rechtswege ‘ver<strong>en</strong>igbaar’ met de geme<strong>en</strong>schappelijke markt, terwijlhet derde lid van artikel 87 e<strong>en</strong> aantal categorieën van steunmaatregel<strong>en</strong> vermeldtdie als ver<strong>en</strong>igbaar met de geme<strong>en</strong>schappelijke markt ‘kunn<strong>en</strong>’ word<strong>en</strong>beschouwd. Het oordeel is hier aan de Commissie.Het Verdrag bevat ge<strong>en</strong> definitie van het begrip ‘steunmaatregel’. Uit de jurisprud<strong>en</strong>tievan het Hof van Justitie kan echter word<strong>en</strong> afgeleid dat het moet gaanom e<strong>en</strong> voordeel dat, zonder e<strong>en</strong> duidelijke teg<strong>en</strong>prestatie, door de <strong>over</strong>heid isverschaft <strong>en</strong> dat niet elders kan word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> derhalve e<strong>en</strong> niet-commercieelkarakter draagt (vgl. zaak 61/79, arrest van 27 maart 1980 (D<strong>en</strong>kavit),Jur. 1980 1205; zaak C-301/87, arrest van 14 februari 1990 (Boussac), Jur. 1990I-307). Aldus laat het Hof zich niet zozeer leid<strong>en</strong> door de ‘vorm’ waarin de steunis gegev<strong>en</strong>, maar beoordeelt het met name het effect dat de steunmaatregel heeft(Hancher, Ottervanger <strong>en</strong> Slot 1993: 19). Met andere woord<strong>en</strong>, ook hier gaat hetHof uit van e<strong>en</strong> ‘functionele’ uitlegging.Meestal gaat het om het verschaff<strong>en</strong> van geld, maar dat hoeft niet. Wel is besliss<strong>en</strong>ddat het verstrekte voordeel op geld waardeerbaar is <strong>en</strong>, op de e<strong>en</strong> of anderewijze, t<strong>en</strong> laste van de <strong>over</strong>heid komt: te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt aan sch<strong>en</strong>king<strong>en</strong>, subsidies,fiscale voordel<strong>en</strong>, voorfinanciering, deelneming in e<strong>en</strong> aandel<strong>en</strong>kapitaal ofexportsteun. Het begrip wordt door het Hof in ieder geval ‘ruim’ uitgelegd.191In het kader van verzelfstandigings-, privatiserings- <strong>en</strong> andere liberaliseringsoperatieszal bezi<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of de modaliteit<strong>en</strong> die aan e<strong>en</strong> dergelijkeoperatie zijn verbond<strong>en</strong>, niet e<strong>en</strong> vervalsing van de concurr<strong>en</strong>tieverhouding<strong>en</strong> opde betreff<strong>en</strong>de markt teweeg kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>: verkoop van aandel<strong>en</strong> (ver) onderde ‘marktprijs’, afstoting van e<strong>en</strong> bedrijf teg<strong>en</strong> ‘dumpprijz<strong>en</strong>’, vorm<strong>en</strong> vangedwong<strong>en</strong> winkelnering, fiscale voordel<strong>en</strong>, het meegev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> startkapitaalof subsidies <strong>en</strong> dergelijke. In het geval van e<strong>en</strong> bedrijfsverkoop zal in de regel e<strong>en</strong>aanbesteding di<strong>en</strong><strong>en</strong> plaats te hebb<strong>en</strong>. Steeds zal bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of de transactie‘normaal’ is verlop<strong>en</strong>, als ‘normaal economisch handel<strong>en</strong>’ kan word<strong>en</strong> aangemerkt<strong>en</strong> daadwerkelijk teg<strong>en</strong> normale marktvoorwaard<strong>en</strong> heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Ge<strong>en</strong>sprake is derhalve van steun indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reëel te acht<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>prestatie heeft plaatsgevond<strong>en</strong>of, op andere wijze, in vergelijking met andere, gelijksoortige, transacties‘normale’ prijz<strong>en</strong> zijn betaald. Het rapport-Coh<strong>en</strong> signaleert dat de artikel<strong>en</strong>92-94 (nieuw: 87-89) steeds belangrijker word<strong>en</strong> voor zak<strong>en</strong> waarin geklaagdwordt <strong>over</strong> (kruis)subsidiëring van commerciële nev<strong>en</strong>activiteit<strong>en</strong> (blz. 42).Verwez<strong>en</strong> wordt onder andere naar het arrest van 11 juli 1996 in de zaak C-39/94(sfei), waarin het Hof <strong>over</strong>weegt “dat het verstrekk<strong>en</strong> van logistieke <strong>en</strong> commerciëlesteun, zonder normale teg<strong>en</strong>prestatie, door e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare onderneming aanhaar privaatrechtelijke dochteronderneming<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> activiteit uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> dieop<strong>en</strong>staat voor de vrije mededinging, kan word<strong>en</strong> aangemerkt als staatssteun inde zin van artikel 92 van het Verdrag” (Jur. 1996 I-3547, rov. 57).


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Voornem<strong>en</strong>s inzake steunmaatregel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bij de Commissie gemeld word<strong>en</strong><strong>en</strong> mog<strong>en</strong>, hang<strong>en</strong>de het door de Commissie te verricht<strong>en</strong> onderzoek, niet t<strong>en</strong>uitvoer word<strong>en</strong> gelegd (art. 88 (oud: 93) lid 3 eg). Dit geldt ook de uitzondering<strong>en</strong>van de led<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3 van artikel 88 eg-Verdrag (voor de te volg<strong>en</strong> procedure,zie de led<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2 van artikel 88 (oud: 93) eg).4.4 interne markt4.4.1 fundam<strong>en</strong>tele beginsel<strong>en</strong> van vrij verkeer192De verwez<strong>en</strong>lijking van de fundam<strong>en</strong>tele beginsel<strong>en</strong> van vrij verkeer betreft e<strong>en</strong>van de hoofddoelstelling<strong>en</strong> van het eg-Verdrag, namelijk die inzake de totstandkomingvan e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke markt. In de tekst van het eg-Verdragword<strong>en</strong> de begripp<strong>en</strong> ‘geme<strong>en</strong>schappelijke markt’ <strong>en</strong> ‘interne markt’ door elkaargebruikt. Hoewel het begrip ‘interne markt’ eerst door de Europese Akte,in werking getred<strong>en</strong> op 1 juli 1987, is ingevoerd 11 , is uit de rechtspraak van hetHof van Justitie duidelijk geword<strong>en</strong> dat beide begripp<strong>en</strong> inhoudelijk in wez<strong>en</strong>dezelfde betek<strong>en</strong>is hebb<strong>en</strong> (zaak C-300/89, arrest van 11 juni 1991(Commissie/Raad), Jur. 1991 I-2867).In het kader van de werking van de interne markt zijn voor de onderhavigevraagstelling meer in het bijzonder de voorschrift<strong>en</strong> inzake de fundam<strong>en</strong>telebeginsel<strong>en</strong> inzake het vrij verkeer van goeder<strong>en</strong>, person<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> kapitaalvan belang. 12 Inderdaad leidt de werking van de vier vrijhed<strong>en</strong> tot beperking<strong>en</strong>van de vrijheid van de lidstaat t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de vaststelling van maatregel<strong>en</strong>inzake marktregulering. Meer in het bijzonder valt te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan nationale regeling<strong>en</strong><strong>en</strong> modaliteit<strong>en</strong> met betrekking tot e<strong>en</strong> te verzelfstandig<strong>en</strong> of te privatiser<strong>en</strong>werkzaamheid, doch door de toepassing waarvan belemmering<strong>en</strong> voor het– door ander<strong>en</strong> uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> – vrij verkeer word<strong>en</strong> opgeworp<strong>en</strong>. Dit kan onderandere het geval zijn indi<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid in haar wetgeving aan de uitvoerderexclusieve recht<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>t die de handel beperk<strong>en</strong> maar die, welbeschouwd,niet noodzakelijk zijn voor het te bereik<strong>en</strong> doel.4.4.2 jurisprud<strong>en</strong>tie hof van justitieZo werd in het geval van de te privatiser<strong>en</strong> Nederlandse Omroeporganisatie(nob) door het Hof aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de verplichting, opgelegd aan de nationaleomroepinstelling<strong>en</strong>, om voor het mak<strong>en</strong> van hun radio- <strong>en</strong> televisieprogramma’sgebruik te mak<strong>en</strong> van de technische faciliteit<strong>en</strong> van de nob, e<strong>en</strong> inbreuk opleverdeop artikel 49 (oud: 59) eg-Verdrag (zaak C-353/89, Commissie/ Nederland).Het Hof accepteerde – onder meer – niet het argum<strong>en</strong>t van de Nederlandse regeringdat de regeling noodzakelijk was t<strong>en</strong>einde e<strong>en</strong> harmonieuze <strong>over</strong>gang te verzeker<strong>en</strong>van het vroegere omroepstelsel, waarin de voor het mak<strong>en</strong> van programma’snoodzakelijke technische faciliteit<strong>en</strong> tot de <strong>over</strong>heidssector behoord<strong>en</strong>, naare<strong>en</strong> stelsel van vrije mededinging. In dit verband wees het Hof erop dat de dwing<strong>en</strong>debepaling<strong>en</strong> van artikel 59 (oud) eg reeds aan het einde van de <strong>over</strong>gangs-


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>periode, die op 31 december 1969 verstreek, rechtstreeks <strong>en</strong> onvoorwaardelijk vantoepassing war<strong>en</strong> geword<strong>en</strong>. Het voegde hieraan toe dat het de nationale wetgever‘derhalve’ niet is toegestaan nieuwe termijn<strong>en</strong> in te voer<strong>en</strong> (rov. 26 <strong>en</strong> 27).E<strong>en</strong> andere Nederlandse zaak betrof de inrichting van de nationale wetgeving ophet terrein van de elektriciteitsvoorzi<strong>en</strong>ing. Hier was in 1988 wetgeving tot standgekom<strong>en</strong> die de sep (nv Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de Elektriciteitsproductiebedrijv<strong>en</strong>) hetmonopolie inzake de invoer van elektriciteit voor de op<strong>en</strong>bare voorzi<strong>en</strong>ing toek<strong>en</strong>de.Het Hof me<strong>en</strong>de in e<strong>en</strong> arrest van 23 oktober 1997 (zaak C-157/94,Commissie/Nederland) dat de instelling van dit monopolie neerkwam op e<strong>en</strong>discriminer<strong>en</strong>de regeling die in strijd is met artikel 31 (oud: 37) eg-Verdrag(rov. 23 <strong>en</strong> 24). Aan e<strong>en</strong> toetsing van de betrokk<strong>en</strong> regeling aan artikel 86(oud: 90) lid 2 eg kwam het Hof <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet toe, omdat het betrokk<strong>en</strong>Commissie-beroep op andere grond<strong>en</strong> – die betrekking hadd<strong>en</strong> op de stellingnamevan de Commissie gedur<strong>en</strong>de de diverse schriftelijke fases van de infractieprocedure– werd afgewez<strong>en</strong>.In het arrest Sodemare van 17 juni 1997 (zaak C-70/95, Jur. 1997 I-3395) kwamhet Hof tot de conclusie dat e<strong>en</strong> regeling – het ging om Italiaanse wetgeving –die alle<strong>en</strong> aan particuliere aanbieders zonder winstoogmerk toestaat om deelte nem<strong>en</strong> aan de uitvoering van het nationale stelsel van sociale bijstand(d.m.v. het sluit<strong>en</strong> van <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> die recht gev<strong>en</strong> op vergoeding door de<strong>over</strong>heid van de kost<strong>en</strong> van sociale di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing op het gebied van degezondheidszorg), niet in strijd kwam met de artikel<strong>en</strong> 43 (oud: 52) <strong>en</strong> 48(oud: 58) eg-Verdrag (rov. 23-35).193Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> stelde het Hof in arrest<strong>en</strong> van 2 april 1998 in de zak<strong>en</strong> Decker(zaak C-120/95, Jur. 1998 I-1831) <strong>en</strong> Kohll (zaak C-158/96, Jur. 1998 I-1931) vastdat e<strong>en</strong> nationaal vereiste kracht<strong>en</strong>s welke in het buit<strong>en</strong>land gemaakte ziektekost<strong>en</strong>alle<strong>en</strong> met de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de bevoegd<strong>en</strong>ationale – in casu Luxemburgse – autoriteit<strong>en</strong> vergoed word<strong>en</strong>, in strijd was metde artikel<strong>en</strong> 28 (oud: 30) respectievelijk 48 (oud: 59) eg-Verdrag. Daarbij verdi<strong>en</strong>topmerking dat het in de zaak Decker ging om de vergoeding van de kost<strong>en</strong> vanaanschaf van e<strong>en</strong> bril <strong>en</strong> in de zaak Kohll om de kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> orthodontischebehandeling. In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t arrest (zaak C-18/95, arrest van 26 januari 1999(Terhoeve), n.n.g.) betreff<strong>en</strong>de nationale stelsels van sociale zekerheid stelt hetHof, met verwijzing naar de twee zojuist g<strong>en</strong>oemde uitsprak<strong>en</strong>, nog e<strong>en</strong>s vast dat,terwijl de lidstat<strong>en</strong> bij gebreke van harmonisatie op communautair niveaubevoegd zijn de voorwaard<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong> persoon zich kan ofmoet aansluit<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> stelsel van sociale zekerheid, de lidstat<strong>en</strong> niettemin bij deuitoef<strong>en</strong>ing van die bevoegdheid het geme<strong>en</strong>schapsrecht di<strong>en</strong><strong>en</strong> te eerbiedig<strong>en</strong>(rov. 34).E<strong>en</strong> ander voorbeeld is het arrest van 23 oktober 1997 in de zaak C-189/95(Franzén, Jur. 1997 I-5909) betreff<strong>en</strong>de het Zweedse wettelijke monopolie op deverkoop van alcoholhoud<strong>en</strong>de drank<strong>en</strong>, wijn <strong>en</strong> zwaar bier. Hier erk<strong>en</strong>de het


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Hof dat e<strong>en</strong> nationaal monopolie op de detailverkoop van alcoholhoud<strong>en</strong>dedrank<strong>en</strong>, in z<strong>over</strong>re het de volksgezondheid teg<strong>en</strong> de nadelige gevolg<strong>en</strong> vanalcoholgebruik beoogt te bescherm<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> doel van algeme<strong>en</strong> belang di<strong>en</strong>t(rov. 41). Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> me<strong>en</strong>de het Hof dat de nationale – in casu Zweedse –bepaling<strong>en</strong> die de invoer van alcoholhoud<strong>en</strong>de drank<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong> aanondernemers die houder zijn van e<strong>en</strong> productie- of groothandelsvergunning,in strijd kwam<strong>en</strong> met de artikel<strong>en</strong> 28 (oud: 30) <strong>en</strong> 30 (oud: 36) eg-Verdrag.4.4.3 inbreuk van instelling zelf194Behalve dat de toepassing van nationale regelgeving inbreuk<strong>en</strong> op het gr<strong>en</strong>s<strong>over</strong>schrijd<strong>en</strong>dverkeer teweeg kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, bestaat natuurlijk ook de mogelijkheiddat de – geprivatiseerde of verzelfstandigde – instelling zelf, in het kader vanhaar bedrijfsvoering, zich schuldig maakt aan discriminaties of andersoortigebelemmer<strong>en</strong>de handeling<strong>en</strong>, ook al vloeit zo’n gedrag niet, althans niet rechtstreeks,voort uit de toepasselijke regelgeving (Steyger 1996: 79). In hoeverre de<strong>over</strong>heid op e<strong>en</strong> dergelijk optred<strong>en</strong> van de – geprivatiseerde of verzelfstandigde –instelling aangesprok<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>, zal afhang<strong>en</strong> van de mate waarin de <strong>over</strong>heidin staat is invloed, of toezicht, op de bedrijfsvoering van de betrokk<strong>en</strong> organisatieuit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Is er sprake van zo’n, al is het maar pot<strong>en</strong>tieel, toezicht ofinvloed, dan di<strong>en</strong>t de <strong>over</strong>heid, in het kader van het verzelfstandigings- of privatiseringsproces,te bevorder<strong>en</strong> dat de organisatie zich ‘aan de wet’ zal houd<strong>en</strong>respectievelijk zich het recht voor te behoud<strong>en</strong> om bepaalde bevoegdhed<strong>en</strong> weer‘terug’ te nem<strong>en</strong>. Eerst wanneer vastgesteld kan word<strong>en</strong> dat de <strong>over</strong>heid ge<strong>en</strong><strong>en</strong>kele band met de organisatie onderhoudt dan wel de organisatie geheel zelfstandigop de markt kan operer<strong>en</strong>, berust de verantwoordelijkheid voor hetoptred<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> bij de instelling zelf.In de praktijk zal e<strong>en</strong> beoordeling per geval noodzakelijk zijn. Zo oordeelde hetHof in de zaak C<strong>en</strong>tro Servizi Spediporto (zaak C-96/94, arrest van 5 oktober1995, Jur. 1995 I-2883) dat de artikel<strong>en</strong> 3 sub g, 5, 85, 86 <strong>en</strong> 90 (nieuw: 3 sub g,10, 81, 82 <strong>en</strong> 86) alsmede artikel 30 (nieuw: 28) eg-Verdrag zich er niet teg<strong>en</strong>verzett<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> regeling van e<strong>en</strong> lidstaat bepaalt dat tariev<strong>en</strong> voor goeder<strong>en</strong>vervoer<strong>over</strong> de weg door de <strong>over</strong>heid word<strong>en</strong> goedgekeurd <strong>en</strong> verbind<strong>en</strong>d verklaardop basis van voorstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> comité. De meerderheid van de led<strong>en</strong>van het comité betrof verteg<strong>en</strong>woordigers van de <strong>over</strong>heid, e<strong>en</strong> minderheid verteg<strong>en</strong>woordigdede belanghebb<strong>en</strong>de marktdeelnemers. Het comité moest in zijnvoorstell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal criteria van op<strong>en</strong>baar belang in acht nem<strong>en</strong>. Alvor<strong>en</strong>s devoorstell<strong>en</strong> goed te keur<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>de de <strong>over</strong>heid rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de opmerking<strong>en</strong>van andere op<strong>en</strong>bare <strong>en</strong> particuliere organisaties. De <strong>over</strong>heid konzelfs de tariev<strong>en</strong> ambtshalve vaststell<strong>en</strong> (ook aangehaald in rov. 29 van het arrestvan 1 oktober 1998 in de zaak C-38/97, Librandi).E<strong>en</strong> variant deed zich voor in e<strong>en</strong> (alweer oudere) zaak, door de Commissie aangespann<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> Ierland, naar aanleiding van e<strong>en</strong> ‘buy Irish’ campagne van deIrish Goods Council (zaak 249/81, arrest van 24 november 1982 (Commissie/


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Ierland), Jur. 1982 4005). Het Hof me<strong>en</strong>de niet alle<strong>en</strong> dat deze campagne e<strong>en</strong>belemmer<strong>en</strong>d effect op het gr<strong>en</strong>s<strong>over</strong>schrijd<strong>en</strong>de handelsverkeer kon hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>om deze red<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong> geacht. Het oordeelde ook dat de Ierseregering hiervoor verantwoordelijk kon word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Immers, zo steldehet Hof vast, de regering b<strong>en</strong>oemde de led<strong>en</strong> van de Council, verle<strong>en</strong>de aan deCouncil <strong>over</strong>heidssubsidies die de kost<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels dekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> bepaalde dedoelstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e opzet van de door de Council gevoerde campagne terbevordering van de aan- <strong>en</strong> verkoop van Ierse product<strong>en</strong> (rov. 15).4.5gevolg<strong>en</strong> van niet-naleving4.5.1 toezicht op nalevingIn het Europese recht berust het primaire toezicht op het handel<strong>en</strong> van de lidstat<strong>en</strong>bij de Commissie. Het gaat hier om de taak van de Commissie als ‘gardi<strong>en</strong>du Traité’: artikel 211 (oud: 155), 1e ‘streepje’, eg. 13 In het kader van de uitoef<strong>en</strong>ingvan deze toezichthoud<strong>en</strong>de taak kan de Commissie e<strong>en</strong> nalatige lidstaatvoor het Hof aansprek<strong>en</strong> in het kader van de zog<strong>en</strong>oemde infractieprocedure. 14Waar het de verhouding met de lidstat<strong>en</strong> betreft, is de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid van delidstat<strong>en</strong> het aanspreekpunt voor de Commissie. Met andere woord<strong>en</strong>, ‘Brussel’heeft in beginsel alle<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met de ‘lidstaat’ zelf <strong>en</strong> niet met individueleonderdel<strong>en</strong> of organ<strong>en</strong> daarvan. Brussel bemoeit zich derhalve niet met de wijzewaarop de lidstat<strong>en</strong> uitvoering gev<strong>en</strong> aan hun verdragsrechtelijke verplichting<strong>en</strong>respectievelijk welke organ<strong>en</strong> of instanties daarbij betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,zolang de implem<strong>en</strong>tatie maar op de juiste wijze <strong>en</strong> op tijd geschiedt. Zo niet,dan kan ‘Brussel’ volstaan zich te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tot de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid, als jeg<strong>en</strong>s deGeme<strong>en</strong>schap verantwoordelijke autoriteit. Omgekeerd kan de nationale c<strong>en</strong>trale<strong>over</strong>heid zich jeg<strong>en</strong>s ‘Brussel’ niet disculper<strong>en</strong> door bepaalde tak<strong>en</strong> of verantwoordelijkhed<strong>en</strong>‘uit te bested<strong>en</strong>’ aan andere actor<strong>en</strong>. Hoe de verantwoordelijkhed<strong>en</strong>uiteindelijk uitvall<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trale <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid respectievelijkandere instanties die bij het implem<strong>en</strong>tatieproces zijn betrokk<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong>puur interne aangeleg<strong>en</strong>heid van de lidstat<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt ook door de internevoorschrift<strong>en</strong> van de lidstat<strong>en</strong> bepaald.195In het kader van de discussie inzake verzelfstandiging, liberalisering <strong>en</strong> privatiseringbetek<strong>en</strong>t dit dat de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid door ‘Brussel’ verantwoordelijk kanword<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> voor de juiste nakoming van haar verdragsverplichting<strong>en</strong>,voorz<strong>over</strong> die verplichting<strong>en</strong> althans rechtstreeks tot de lidstat<strong>en</strong> zijn gericht.Dit betek<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>zeer dat de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid zich, waar het gaat om het optred<strong>en</strong>van verzelfstandigde of geprivatiseerde instelling<strong>en</strong>, alle<strong>en</strong> kan disculper<strong>en</strong>indi<strong>en</strong> zij kan aanton<strong>en</strong> dat haar ge<strong>en</strong> verantwoordelijkheid treft voor het optred<strong>en</strong>van de desbetreff<strong>en</strong>de instelling. Dit zal in de regel alle<strong>en</strong> het geval kunn<strong>en</strong>zijn indi<strong>en</strong> aannemelijk is dat zijd<strong>en</strong>s de <strong>over</strong>heid ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele invloed (meer) ophet handel<strong>en</strong> van zo’n instelling (via financiering, toezicht of b<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong>)wordt of kan word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Wordt e<strong>en</strong> lidstaat in het kader van e<strong>en</strong> infractieprocedure door het Hof vanJustitie veroordeeld, dan is deze staat gehoud<strong>en</strong> al die maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> di<strong>en</strong>odig zijn om uitvoering te gev<strong>en</strong> aan het desbetreff<strong>en</strong>de arrest: artikel 228(oud: 171), lid 1, eg-Verdrag. Blijft e<strong>en</strong> lidstaat daarmee in gebreke, dan kan deCommissie teg<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> lidstaat e<strong>en</strong> tweede procedure bij het Hof aanhangigmak<strong>en</strong>: artikel 228, lid 2, eg. Zou het Hof dan vaststell<strong>en</strong> dat de lidstaathet eerdere arrest niet heeft uitgevoerd <strong>en</strong> zou de lidstaat in dat verband andermaalveroordeeld word<strong>en</strong>, dan kan het Hof aan die tweede veroordeling debetaling van e<strong>en</strong> forfaitaire som of e<strong>en</strong> dwangsom verbind<strong>en</strong>: artikel 228(oud: 171) lid 2, 2e <strong>en</strong> 3e alinea, eg-Verdrag. 154.5.2 verantwoordelijkheid nationale rechter196Ook op de nationale rechter berust, als orgaan van de staat, e<strong>en</strong> verantwoordelijkheidom het Europese recht e<strong>en</strong> ‘nuttige werking’ te gev<strong>en</strong>. Hier zijn deimplicaties van de verplichting inzake Geme<strong>en</strong>schapstrouw, neergelegd in artikel10 (oud: 5) eg-Verdrag, van belang. In dit verband valt te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan aanknopingspunt<strong>en</strong>met – door het Hof van Justitie ontwikkelde – beginsel<strong>en</strong> zoalsrechtstreekse werking, ‘geme<strong>en</strong>schapsrecht conforme’ interpretatie van hetnationale recht, alsmede <strong>over</strong>heidsaansprakelijkheid.Ter illustratie van deze verantwoordelijkheid van de nationale rechter kanword<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> op de rechtspraak van het Hof van Justitie waar het gaat om degevolg<strong>en</strong>, voor concurr<strong>en</strong>te ondernemers, wanneer de <strong>over</strong>heid de aanbestedingsrichtlijn<strong>en</strong>van de eg niet dan wel niet-correct heeft toegepast (bijv. arrestvan 4 maart 1999 in de zaak C-258/97, Hospital Ing<strong>en</strong>ieure Krank<strong>en</strong>haustechnik/Landeskrank<strong>en</strong>anstalt<strong>en</strong>-Betriebsgesellschaft,n.n.g.). Zo heeft het Hof,in gevall<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> lidstaat heeft nagelat<strong>en</strong> vereiste uitvoeringsmaatregel<strong>en</strong>vast te stell<strong>en</strong> of maatregel<strong>en</strong> heeft vastgesteld die niet in <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemmingzijn met e<strong>en</strong> richtlijn, onder bepaalde voorwaard<strong>en</strong> het recht van justitiabel<strong>en</strong>erk<strong>en</strong>d om zich in rechte op e<strong>en</strong> richtlijn te beroep<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><strong>over</strong> e<strong>en</strong> lidstaat diezijn verplichting<strong>en</strong> niet nakomt. Hoewel, zo voegt het Hof hieraan toe, dezeminimumwaarborg ge<strong>en</strong> rechtvaardiging kan vorm<strong>en</strong> voor het verzuim van e<strong>en</strong>lidstaat om tijdig de aan het doel van elke richtlijn beantwoord<strong>en</strong>de uitvoeringsmaatregel<strong>en</strong>te treff<strong>en</strong>, kan hij niettemin tot gevolg hebb<strong>en</strong> dat de justitiabel<strong>en</strong>zich teg<strong>en</strong><strong>over</strong> e<strong>en</strong> lidstaat op de materiële bepaling<strong>en</strong> van de desbetreff<strong>en</strong>derichtlijn kunn<strong>en</strong> beroep<strong>en</strong> (zaak C-258/97 (Hospital Ing<strong>en</strong>ieure), rov. 26; daar isook gewez<strong>en</strong> op rov. 44 van het arrest van 17 september 1997 in de zaak C-54/96(Dorsch Consult), Jur. 1997 I-4961). Het Hof doelt hier op de doctrine van de‘rechtstreekse werking’, de mogelijkheid voor justitiabel<strong>en</strong> om zich jeg<strong>en</strong>s de<strong>over</strong>heid rechtstreeks op geme<strong>en</strong>schapsrechtelijke bepaling<strong>en</strong> te beroep<strong>en</strong> insituaties waarin – ingevolge e<strong>en</strong> vaste rechtspraak – het betrokk<strong>en</strong> Europeesrechtelijkevoorschrift inhoudelijk gezi<strong>en</strong> onvoorwaardelijk <strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>d<strong>en</strong>auwkeurig is (zaak 8/81 (Becker), blz. 53; zaak 152/84 (Marshall), rov. 46).


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Voorts heeft het Hof in herinnering gebracht dat de uit e<strong>en</strong> richtlijn voortvloei<strong>en</strong>deverplichting van de lidstat<strong>en</strong> om het met die richtlijn beoogde doel teverwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>, alsook de verplichting van de lidstat<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>s artikel 5(nieuw: 10) eg-Verdrag om alle algem<strong>en</strong>e of bijzondere maatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong>die geschikt zijn om de nakoming van die verplichting te verzeker<strong>en</strong>, geld<strong>en</strong>voor alle met <strong>over</strong>heidsgezag beklede instanties in de lidstat<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus, binn<strong>en</strong>het kader van hun bevoegdhed<strong>en</strong>, ook voor de rechterlijke instanties. Het Hofleidt hieruit af dat de nationale rechter, bij de toepassing van bepaling<strong>en</strong> vannationaal recht <strong>en</strong> ongeacht of deze van eerdere of latere datum dan de richtlijnzijn, deze zoveel mogelijk moet uitlegg<strong>en</strong> in het licht van de bewoording<strong>en</strong> <strong>en</strong>het doel van de richtlijn, t<strong>en</strong>einde het hiermee beoogde resultaat te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong>aldus aan artikel 189 (nieuw: 249), derde alinea, van het Verdrag te voldo<strong>en</strong>(zaak C-258/97 (Hospital Ing<strong>en</strong>ieure), rov. 25; daar is ook gewez<strong>en</strong> op rov. 43 vanhet arrest in de zaak C-54/96 (Dorsch Consult)). Deze beginsel<strong>en</strong> staan in dedoctrine wel bek<strong>en</strong>d als ‘geme<strong>en</strong>schapsrecht conforme’ interpretatie van nationaalrecht (zie ook: zaak C-106/89, arrest van 13 november 1990 (Marleasing), Jur. 1990I-4135, rov. 8; zaak C-334/92, arrest van 16 december 1993 (Wagner Miret),Jur. 1993 I-6911, rov. 20; <strong>en</strong> zaak C-91/92, arrest van 14 juli 1994 (Faccini Dori),Jur. 1994 I-3325, rov. 26).T<strong>en</strong> slotte zij erop gewez<strong>en</strong> dat, indi<strong>en</strong> nationale bepaling<strong>en</strong> niet in <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemmingmet de betrokk<strong>en</strong> richtlijn kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgelegd, de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s de desbetreff<strong>en</strong>de procedures van nationaal recht vergoedingkunn<strong>en</strong> vorder<strong>en</strong> van de schade die zij hebb<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> doordat de richtlijn nietbinn<strong>en</strong> de gestelde termijn is omgezet (zaak C-258/97 (Hospital Ing<strong>en</strong>ieure),reeds aangehaald, rov. 27; daar is ook gewez<strong>en</strong> op rov. 45 van het arrest in dezaak C-54/96 (Dorsch Consult), reeds aangehaald). Hier is derhalve het beginselinzake ‘<strong>over</strong>heidsaansprakelijkheid’ aan de orde.1974.5.3 <strong>over</strong>heidsaansprakelijkheidWat het beginsel inzake <strong>over</strong>heidsaansprakelijkheid betreft: op zich behoeft niette verbaz<strong>en</strong> dat de <strong>over</strong>heid aansprakelijk kan word<strong>en</strong> gesteld indi<strong>en</strong>, door hetuitblijv<strong>en</strong> van handeling<strong>en</strong> of door e<strong>en</strong> onjuiste uitvoering van Europeesrechtelijkeverplichting<strong>en</strong>, voor ander<strong>en</strong> schade ontstaat. Het is echter goed tewet<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> dergelijk beginsel inzake <strong>over</strong>heidsaansprakelijkheid ook in hetEuropese recht tot ontwikkeling is gekom<strong>en</strong>. De eerste stap in deze doctrine isgezet door het arrest van 19 november 1991 in de gevoegde zak<strong>en</strong> C-6/90 <strong>en</strong>C-9/90 (Francovich <strong>en</strong> Bonifaci; Jur. 1991 I-5357). In deze zaak was de nietuitvoering,door e<strong>en</strong> lidstaat, van e<strong>en</strong> communautaire richtlijn aan de orde.Het Hof oordeelde dat e<strong>en</strong> lidstaat aansprakelijk is voor de schade die voortvloeituit het niet-tijdig omzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> richtlijn indi<strong>en</strong> de richtlijn beoogt omparticulier<strong>en</strong> recht<strong>en</strong> toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (eerste voorwaarde); aan de hand van derichtlijn de inhoud van die recht<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> bepaald (tweede voorwaarde);<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> causaal verband bestaat tuss<strong>en</strong> de geled<strong>en</strong> schade <strong>en</strong> de niet-omzettingvan de richtlijn (derde voorwaarde) (rov. 40). De afwikkeling van zo’n schade-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>actie is onderworp<strong>en</strong> aan de voorschrift<strong>en</strong> van nationaal recht, zij het dat de voorwaard<strong>en</strong>daarvan niet ongunstiger mog<strong>en</strong> zijn dan de voorwaard<strong>en</strong> die voor soortgelijk<strong>en</strong>ationale vordering<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ook niet van di<strong>en</strong> aard mog<strong>en</strong> zijn datzij het verkrijg<strong>en</strong> van schadevergoeding nag<strong>en</strong>oeg onmogelijk of uiterst moeilijkmak<strong>en</strong> (rov. 42 <strong>en</strong> 43).198Het communautaire beginsel inzake <strong>over</strong>heidsaansprakelijkheid is verderontwikkeld <strong>en</strong> verfijnd in e<strong>en</strong> aantal latere uitsprak<strong>en</strong> (m.n. gevoegde zak<strong>en</strong>C-46/93 <strong>en</strong> C-48/93, arrest van 5 maart 1996 (Brasserie du Pêcheur <strong>en</strong>Factortame), Jur. 1996 I-1029; zaak C-392/93, arrest van 26 maart 1996 (BritishTelecom), Jur. 1996 I-1631; zaak C-5/94, arrest van 23 mei 1996 (Hedley Lomas),Jur. 1996 I-2553; <strong>en</strong> gevoegde zak<strong>en</strong> C-178/94, C-179/94, C-188/94, C-189/94<strong>en</strong> C-190/94, arrest van 8 oktober 1996 (Dill<strong>en</strong>kofer e.a.), Jur. 1996 I-4867).In het kader van die verfijning heeft het Hof e<strong>en</strong> parallel getrokk<strong>en</strong> met de voorwaard<strong>en</strong><strong>en</strong> criteria die in zijn jurisprud<strong>en</strong>tie inzake niet-contractuele aansprakelijkheidvan de Geme<strong>en</strong>schap zelf zijn vastgesteld: zie artikel 288 (oud: 215),tweede alinea, eg-Verdrag. 16 Deze verfijning<strong>en</strong> in aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, komtde rechtspraak van het Hof erop neer dat de lidstaat daadwerkelijk aansprakelijkkan word<strong>en</strong> gesteld in gevall<strong>en</strong> waarin het geme<strong>en</strong>schapsrecht ‘duidelijk’ is 17 <strong>en</strong>,ev<strong>en</strong>zeer, vaststaat dat de lidstaat in gebreke is geblev<strong>en</strong>. Is de situatie daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapsrechtelijk onduidelijk of beschikt de lidstaat in het kader vande naleving <strong>over</strong> e<strong>en</strong> zekere discretionaire vrijheid, dan treedt aansprakelijkheidalle<strong>en</strong> op indi<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> ‘voldo<strong>en</strong>de gekwalificeerde’ inbreuk (gevoegdezak<strong>en</strong> C-46/93 <strong>en</strong> C-48/93 (Brasserie du Pêcheur <strong>en</strong> Factortame), rov. 55).Terzelfder tijd di<strong>en</strong>t te zijn voldaan aan twee randvoorwaard<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> rechtsregeldie ertoe strekt aan particulier<strong>en</strong> e<strong>en</strong> recht toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t geschond<strong>en</strong> tezijn <strong>en</strong> er di<strong>en</strong>t sprake te zijn van e<strong>en</strong> direct causaal verband tuss<strong>en</strong> de sch<strong>en</strong>dingvan deze rechtsregel <strong>en</strong> de door de b<strong>en</strong>adeelde geled<strong>en</strong> schade (gevoegdezak<strong>en</strong> C-46/93 <strong>en</strong> C-48/93 (Brasserie du Pêcheur <strong>en</strong> Factortame), rov. 51).Om vast te stell<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van geme<strong>en</strong>schapsrecht ‘voldo<strong>en</strong>de gekwalificeerd’is, wordt als besliss<strong>en</strong>d criterium gehanteerd de ‘k<strong>en</strong>nelijke <strong>en</strong> ernstige’misk<strong>en</strong>ning – door e<strong>en</strong> lidstaat zo goed als door e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schapsinstelling –van de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> di<strong>en</strong>s discretionaire bevoegdheid di<strong>en</strong>t te blijv<strong>en</strong>(gevoegde zak<strong>en</strong> C-46/93 <strong>en</strong> C-48/93 (Brasserie du Pêcheur <strong>en</strong> Factortame),rov. 55). Elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die in dit verband door de bevoegde rechterlijke instantie inde beschouwing kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>, zijn onder meer: de mate van duidelijkheid<strong>en</strong> nauwkeurigheid van de geschond<strong>en</strong> regel, de omvang van debeoordelingsmarge die de geschond<strong>en</strong> regel de nationale of geme<strong>en</strong>schapsinstellinglaat, de vraag of al dan niet opzettelijk e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding is begaan of schade isveroorzaakt, de vraag of e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele rechtsdwaling al dan niet verschoonbaaris, de omstandigheid dat de handelswijze van de geme<strong>en</strong>schapsinstelling heeftkunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot het verzuim, <strong>en</strong> de vaststelling van met het geme<strong>en</strong>schapsrechtstrijdige praktijk<strong>en</strong> of nationale maatregel<strong>en</strong> (gevoegde zak<strong>en</strong>C-46/93 <strong>en</strong> C-48/93 (Brasserie du Pêcheur <strong>en</strong> Factortame), rov. 56).


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Hoewel het beginsel inzake <strong>over</strong>heidsaansprakelijkheid tot ontwikkeling isgekom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere juridische context, spreekt het voor zich dat dit beginsel<strong>en</strong> de daarbij in acht te nem<strong>en</strong> criteria – mutatis mutandis – toegepast kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> in het kader van ontwikkeling<strong>en</strong>, op nationaal niveau, inzake verzelfstandiging,liberalisering <strong>en</strong> privatisering.4.6 beknopte sam<strong>en</strong>vatting <strong>en</strong> slotopmerking<strong>en</strong>In het kader van de discussie <strong>over</strong> verzelfstandiging, liberalisering <strong>en</strong> privatiseringop nationaal niveau, moet rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantalEuropeesrechtelijke aspect<strong>en</strong>. Hoewel namelijk het eg-recht zich in beginselniet bemoeit met de wijze waarop e<strong>en</strong> lidstaat zijn <strong>over</strong>heidsorganisatie inricht,di<strong>en</strong><strong>en</strong> daarbij wel bepaalde randvoorwaard<strong>en</strong> in acht te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Deze betreff<strong>en</strong> in het bijzonder de verplichting<strong>en</strong> die op de lidstat<strong>en</strong> rust<strong>en</strong> uithoofde van het geme<strong>en</strong>schapsrecht inzake mededinging <strong>en</strong> interne markt.T<strong>en</strong>einde de implicaties van het geme<strong>en</strong>schapsrecht op deze terrein<strong>en</strong> goed tekunn<strong>en</strong> inschatt<strong>en</strong>, is van belang goed te onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat het begrip ‘<strong>over</strong>heid’geme<strong>en</strong>schapsrechtelijk ruim is op te vatt<strong>en</strong>. Behalve de c<strong>en</strong>trale <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>trale<strong>over</strong>heid vall<strong>en</strong> hieronder ook instelling<strong>en</strong>, op de bedrijfsvoering waarvan de<strong>over</strong>heid e<strong>en</strong> mate van invloed (via financiering, toezicht of b<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong>) kanuitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. In zijn rechtspraak gaat het Hof van Justitie in dit verband uit vane<strong>en</strong> ‘functionele’ interpretatie, waarbij niet zozeer wordt gekek<strong>en</strong> naar de rechtsvormvan e<strong>en</strong> marktdeelnemer, doch naar de activiteit<strong>en</strong> die de marktdeelnemerverricht. Voorbeeld<strong>en</strong> van deze ruime interpretatie zijn met name te vind<strong>en</strong> inhet communautaire aanbestedingsrecht. Deze ruime uitleg van het ‘<strong>over</strong>heids’-begrip br<strong>en</strong>gt met zich mee dat de verplichting<strong>en</strong> die kracht<strong>en</strong>s primair <strong>en</strong>/ofsecundair geme<strong>en</strong>schapsrecht op de lidstaat rust<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>zeer e<strong>en</strong> breed bereikhebb<strong>en</strong>.199Het Europese mededingingsrecht heeft e<strong>en</strong> ruime werkingssfeer. Voor de onderhavigevraagstelling komt het er in ess<strong>en</strong>tie op neer dat de mededingingsregels(alle<strong>en</strong>) niet van toepassing zijn op de uitoef<strong>en</strong>ing van specifieke <strong>over</strong>heidstak<strong>en</strong>.Ook het begrip ‘onderneming’ heeft in de jurisprud<strong>en</strong>tie van het Hof vanJustitie e<strong>en</strong> ext<strong>en</strong>sieve uitleg gekreg<strong>en</strong>. Ook hier volgt het Hof e<strong>en</strong> ‘functionele’interpretatie, hetge<strong>en</strong> wil zegg<strong>en</strong> dat beoordeeld wordt of e<strong>en</strong> activiteit in beginsel(ook) door e<strong>en</strong> particuliere onderneming zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verricht. In hetkader van deze appreciatie word<strong>en</strong> de door het geme<strong>en</strong>schapsrecht erk<strong>en</strong>de uitzondering<strong>en</strong>inzake, bijvoorbeeld, de uitoef<strong>en</strong>ing van <strong>over</strong>heidsgezag respectievelijkde verrichting van op<strong>en</strong>bare nutstak<strong>en</strong> ingevolge de jurisprud<strong>en</strong>tie van hetHof daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> juist strikt <strong>en</strong>, daardoor, <strong>en</strong>g uitgelegd.De ‘brede’ interpretatie zowel van het <strong>over</strong>heidsbegrip als van het begrip ‘onderneming’br<strong>en</strong>gt met zich mee dat de <strong>over</strong>heid, in het kader van haar optred<strong>en</strong>, inhet algeme<strong>en</strong> het ‘normale’ mededingingsregime van het Verdrag di<strong>en</strong>t te eerbiedig<strong>en</strong>.Het gaat dan in wez<strong>en</strong> om het optred<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid, via <strong>over</strong>heids-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong>, <strong>publieke</strong> instelling<strong>en</strong> dan wel ‘gewone’ onderneming<strong>en</strong>, als ‘normale’ondernemer op de markt. De ‘brede’ interpretatie van het begrip ‘onderneming’heeft meer in het bijzonder tot gevolg dat, behoud<strong>en</strong>s bijzondere situaties waarbijhet in de regel <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s ook nog aan de <strong>over</strong>heid zelf is om de behoefte aanbescherming aannemelijk te mak<strong>en</strong> (vgl. de problematiek van artikel 86 (oud: 90)lid 2 eg), marktwerking reeds in volle omvang kan word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>.200In de praktijk moet tev<strong>en</strong>s met – wat g<strong>en</strong>oemd wordt – ‘tuss<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong>’ rek<strong>en</strong>ingword<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> bijvoorbeeld e<strong>en</strong> bedrijf voor e<strong>en</strong> deel is belast met devervulling van e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidstaak, doch voor e<strong>en</strong> ander deel commercieel op demarkt kan optred<strong>en</strong>, moet word<strong>en</strong> opgepast dat de bescherming die het bedrijfkan ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan de behartiging van de algem<strong>en</strong>e belangstaak, niet mede wordtaangew<strong>en</strong>d in het kader van de activiteit<strong>en</strong> die het bedrijf ‘op de markt’, in concurr<strong>en</strong>tiemet ander<strong>en</strong>, verricht. ‘Kruissubsidiëring’ is in dit verband e<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>dvoorbeeld. Als tweede voorbeeld is g<strong>en</strong>oemd het bedrijf dat weliswaar e<strong>en</strong>op<strong>en</strong>bare nutsfunctie vervult, doch die verricht (al is het maar voor e<strong>en</strong> deel) inconcurr<strong>en</strong>tie met ander<strong>en</strong>. De aanwezigheid van concurr<strong>en</strong>tie op de markt kaner op duid<strong>en</strong> dat in werkelijkheid van e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare nutstaak ge<strong>en</strong> sprake is,zodat ook e<strong>en</strong> behoefte aan bescherming niet aanwezig is.Tev<strong>en</strong>s is uite<strong>en</strong>gezet dat de <strong>over</strong>heid ook op andere wijze dan door zelf actief opde markt op te tred<strong>en</strong>, in conflict kan kom<strong>en</strong> met het Europese mededingingsrecht.Als voorbeeld<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>oemd het optred<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid als wetgever<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidshandeling<strong>en</strong> die de verstrekking van steun betreff<strong>en</strong>. In het kadervan de onderhavige discussie betek<strong>en</strong>t dit dat niet kan word<strong>en</strong> geaccepteerd dataan verzelfstandigde of geprivatiseerde instelling<strong>en</strong> ‘voordel<strong>en</strong>’ word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>ddie aan concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onthoud<strong>en</strong>.In het kader van de werking van de interne markt zijn in het bijzonder devoorschrift<strong>en</strong> inzake de fundam<strong>en</strong>tele beginsel<strong>en</strong> inzake het vrij verkeer vanperson<strong>en</strong>, goeder<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> kapitaal van belang. De werking van deze vrijhed<strong>en</strong>kan de vrijheid van de lidstaat beperk<strong>en</strong>, wanneer die maatregel<strong>en</strong> inzakemarktwerking wil treff<strong>en</strong>. Meer in het bijzonder valt te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan bepaaldemodaliteit<strong>en</strong>, waarmee e<strong>en</strong> verzelfstandiging of privatisering gepaard gaat <strong>en</strong>die voor ander<strong>en</strong> die op de desbetreff<strong>en</strong>de markt werkzaam zijn, belemmering<strong>en</strong>voor hun bedrijfsvoering (kunn<strong>en</strong>) oplever<strong>en</strong>. In dit laatste verband zijn weerverschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> te onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>: belemmering<strong>en</strong> die het rechtstreeksegevolg zijn van de – voor de verzelfstandiging of privatisering gekoz<strong>en</strong> – modaliteit<strong>en</strong>of belemmering<strong>en</strong> die het – verzelfstandigde of geprivatiseerde – bedrijfzelf teweegbr<strong>en</strong>gt.Op het do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> van de nationale <strong>over</strong>heid wordt in het systeem van hetgeme<strong>en</strong>schapsrecht primair toezicht gehoud<strong>en</strong> door de Commissie. In dat verbandheeft de Commissie in beginsel alle<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met de c<strong>en</strong>trale nationale<strong>over</strong>heid, <strong>en</strong> niet met individuele onderdel<strong>en</strong> of organ<strong>en</strong> daarvan. In het kadervan het ‘op afstand’ zett<strong>en</strong> of privatiser<strong>en</strong> van tak<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dit dat de c<strong>en</strong>trale


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong><strong>over</strong>heid zich goed moet afvrag<strong>en</strong> of voldo<strong>en</strong>de verzekerd is dat zij die verantwoordelijkheidkan waarmak<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> opzichte van ‘Brussel’ kan zij zich immersniet disculper<strong>en</strong> met de stelling dat zij ge<strong>en</strong> invloed heeft op uitvoer<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong>.Marktwerking kan ook word<strong>en</strong> geëffectueerd omdat op de nationale rechter,als orgaan van de lidstaat, de verplichting rust om Europees recht jeg<strong>en</strong>s natuurlijke<strong>en</strong> rechtsperson<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘nuttige werking’ te gev<strong>en</strong>. Dit kan door geme<strong>en</strong>schapsrechtelijkebepaling<strong>en</strong> die voldo<strong>en</strong> aan de criteria voor rechtstreekse werking,rechtstreeks toe te pass<strong>en</strong>, ofwel door het nationale recht zoveel mogelijk‘geme<strong>en</strong>schapsrecht conform’ uit te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> toe te pass<strong>en</strong>. In diezelfde contextzij ook nog de consequ<strong>en</strong>tie van <strong>over</strong>heidsaansprakelijkheid aangestipt, in gevall<strong>en</strong>namelijk waarin de <strong>over</strong>heid zich heeft schuldig gemaakt aan ‘evid<strong>en</strong>te’sch<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>schapsrecht.T<strong>en</strong> slotte zij aangetek<strong>en</strong>d dat de <strong>over</strong>heid de reeds beperkte marges om de vervullingvan algeme<strong>en</strong>-belangstak<strong>en</strong> te bescherm<strong>en</strong>, verder versmalt door, al ishet maar geleidelijk, in die ‘beschermde’ sector<strong>en</strong> meer marktwerking toe testaan. In wez<strong>en</strong> komt het erop neer dat, wanneer e<strong>en</strong>maal de <strong>over</strong>heid geachtkan word<strong>en</strong> ‘afstand’ te do<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aanspraak op bescherming, de onmiddellijkedoorwerking van de marktwerking in de betrokk<strong>en</strong> sector moeilijk kanword<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gehoud<strong>en</strong>.201


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>not<strong>en</strong>2021 Prof.mr. J.W. de Zwaan is hoogleraar Recht van de Europese Unie aan de ErasmusUniversiteit Rotterdam.2 In deze studie wordt uitgegaan van de nummering van de verdragsbepaling<strong>en</strong> zoals diezal luid<strong>en</strong> na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam. Waar nodig is tuss<strong>en</strong>‘haakjes’ het oude nummer aangegev<strong>en</strong>.3 Omdat deze notitie de Europeesrechtelijke aspect<strong>en</strong> behandelt van process<strong>en</strong> als verzelfstandiging,liberalisering <strong>en</strong> privatisering, zal de Nederlandse mededingingswetgevingdie per 1 januari 1998 in werking is getred<strong>en</strong>, hier niet besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>4 Het gaat in het bijzonder om: Richtlijn<strong>en</strong> 71/305 (Pb L 185 van 16 augustus 1971, blz. 5) <strong>en</strong>93/37 (Pb L 199 van 9 augustus 1993, blz. 54) inzake <strong>over</strong>heidsopdracht<strong>en</strong> voor werk<strong>en</strong>;Richtlijn 93/36 (Pb L 199 van 9 augustus 1993, blz. 1) inzake <strong>over</strong>heidsopdracht<strong>en</strong> voorlevering<strong>en</strong>; Richtlijn 92/50 (Pb L 209 van 24 juli 1992, blz. 1) inzake <strong>over</strong>heidsopdracht<strong>en</strong>voor di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing; <strong>en</strong> Richtlijn 93/38 (Pb L 199 van 9 augustus 1993, blz. 84)inzake <strong>over</strong>heidsopdracht<strong>en</strong> in de sector<strong>en</strong> water- <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing, vervoer <strong>en</strong>telecommunicatie.5 Voorbeeld<strong>en</strong> zijn artikel 42, eerste alinea, eg betreff<strong>en</strong>de de landbouw; artikel 223, lid 1sub b, eg met betrekking tot militair materieel; <strong>en</strong> – aldus Advocaat-G<strong>en</strong>eraal Jacobs inzijn, nog niet gepubliceerde, conclusie van 28 januari 1999 in de zaak C-67/96 (AlbanyInternational), de gevoegde zak<strong>en</strong> C-115, 116 <strong>en</strong> 117/97 (Br<strong>en</strong>tjes’ Handelsonderneming)<strong>en</strong> zaak C-219/97 (Maatschappij Drijv<strong>en</strong>de Bokk<strong>en</strong>) – ‘tot op zekere hoogte’ artikel 90,lid 2, eg met betrekking tot onderneming<strong>en</strong> die belast zijn met het beheer van di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>van algeme<strong>en</strong> economisch belang (of die het karakter drag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> fiscaal monopolie).6 Dergelijke interv<strong>en</strong>ties van de <strong>over</strong>heid zoud<strong>en</strong> de vorm kunn<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong> van:financiering van of subsidieverl<strong>en</strong>ing aan de <strong>publieke</strong> onderneming; het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong>indirect voordeel, bijv. het gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> fiscaal voordeel of het beschikbaar stell<strong>en</strong> vaninfrastructuur; het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> exclusief recht.7 Officieel gehet<strong>en</strong>: Richtlijn 80/723 van de Commissie van 25 juni 1980 betreff<strong>en</strong>de dedoorzichtigheid in de financiële betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> lidstat<strong>en</strong> <strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare bedrijv<strong>en</strong>,Pb L 195 van 29 juli 1980, blz. 35. E<strong>en</strong> beroep van e<strong>en</strong> aantal lidstat<strong>en</strong>, gericht teg<strong>en</strong> detotstandkoming van de richtlijn, werd door het Hof afgewez<strong>en</strong>: arrest van 6 juli 1982,gevoegde zak<strong>en</strong> 188-190/80 (Franse Republiek, Italiaanse Republiek <strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>igdKoninkrijk van Groot-Brittannië <strong>en</strong> Noord-Ierland/Commissie), Jur. 1982 2545.8 Het derde lid van artikel 90 (nieuw: 86) eg verle<strong>en</strong>t de Commissie de mogelijkheid om,in het kader van het toezicht op de naleving van dit artikel, richtlijn<strong>en</strong> of beschikking<strong>en</strong>tot de lidstat<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong>.9 Zie bijvoorbeeld nrc van 3 februari 1999, blz. 18 (‘Nederland is iets te liberaal,hoe Nederlandse nutsbedrijv<strong>en</strong> de e<strong>en</strong> na de ander in buit<strong>en</strong>landse hand<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>);nrc van 15 februari 1999, blz. 7 (‘Aarzel<strong>en</strong>de liberalisatie drijft nutsbedrijv<strong>en</strong> in buit<strong>en</strong>landsehand<strong>en</strong>’); nrc van 23 maart 1999, blz. 7 (‘Nederland liberaliseert met de kop in hetzand’); nrc van 25 maart 1999 (Egbert Kalse, ‘Liberalisering nu in tek<strong>en</strong> poldermodel’).10 Zie bijvoorbeeld zaak C-8/72 (Ver<strong>en</strong>iging van Cem<strong>en</strong>thandelar<strong>en</strong>/Commissie), Jur. 1972977. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> ontkomt e<strong>en</strong> <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komst aan het verbod van artikel 85 (nieuw: 81),wanneer zij de markt slechts in zeer geringe mate beïnvloedt: zie, rec<strong>en</strong>telijk, arrest van21 januari 1999, gevoegde zak<strong>en</strong> C-215/96 <strong>en</strong> C-216/96 (Bagnasco e.a.), n.n.g., rov. 34.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>11 De interne markt wordt in artikel 14 (oud: 7 A), 2e alinea, eg-verdrag omschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong>“ruimte zonder binn<strong>en</strong>gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> waarin het vrije verkeer van goeder<strong>en</strong>, person<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong><strong>en</strong> kapitaal is gewaarborgd volg<strong>en</strong>s de bepaling<strong>en</strong> van dit Verdrag”. De primaire rechtsbasisvoor de vaststelling van voorschrift<strong>en</strong> ter verwez<strong>en</strong>lijking van de Interne Markt isartikel 95 (oud: 100 A) eg. Rec<strong>en</strong>telijk is e<strong>en</strong> notificatieprocedure betreff<strong>en</strong>de melding<strong>en</strong>van belemmering<strong>en</strong> van het vrij verkeer van goeder<strong>en</strong> tot stand gekom<strong>en</strong>: Verord<strong>en</strong>ing2679/98 van de Raad van 7 december 1998, Pb L 337 van 12 december 1998, blz. 8.12 Zie met name de artikel<strong>en</strong> 28-31 (oud: 30-37, goeder<strong>en</strong>verkeer), de artikel<strong>en</strong> 39-42(oud: 48-51, werknemers), de artikel<strong>en</strong> 43-48 (oud: 52-58, vestiging), de artikel<strong>en</strong> 49-55(oud: 59-66, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 56-60 (oud: 73 B-73 G, kapitaal <strong>en</strong> betalingsverkeer).E<strong>en</strong> vrij extreem voorbeeld waarbij e<strong>en</strong> lidstaat verantwoordelijk werd gehoud<strong>en</strong> voor hethandel<strong>en</strong>, zelfs, van particulier<strong>en</strong>, is het arrest van 9 december 1997 in de zaak C-265/95(Commissie/Frankrijk), Jur. 1997 I-6959. De zaak betrof e<strong>en</strong> verwijt van nalatigheid aanhet adres van de Franse Regering to<strong>en</strong> die niet optrad teg<strong>en</strong>, systematische, vernielingsactiesvan de zijde van Franse landbouwers teg<strong>en</strong> vrachtwag<strong>en</strong>s <strong>en</strong> landbouwproduct<strong>en</strong>uit het buit<strong>en</strong>land.13 De aanhef <strong>en</strong> eerste ‘streepje’ van deze bepaling luid<strong>en</strong>: “T<strong>en</strong> einde de werking <strong>en</strong> deontwikkeling van de geme<strong>en</strong>schappelijke markt te verzeker<strong>en</strong>: - ziet de Commissie toeop de toepassing zowel van de bepaling<strong>en</strong> van dit Verdrag als van de bepaling<strong>en</strong> welkede instelling<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>s dit Verdrag vaststell<strong>en</strong>.”14 Zie voor de verschill<strong>en</strong>de fases van de procedure: artikel 226 (oud: 169) eg-Verdrag.15 Tot dusverre is deze mogelijkheid tot het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> financiële sanctie, die doorhet Verdrag van Maastricht is geïntroduceerd, nog niet toegepast. Bij het Hof is mom<strong>en</strong>teelwel e<strong>en</strong> aantal zak<strong>en</strong> aanhangig, waarin de Commissie om oplegging van dergelijkesancties vraagt.16 Deze bepaling luidt als volgt: “Inzake de niet-contractuele aansprakelijkheid moet deGeme<strong>en</strong>schap <strong>over</strong>e<strong>en</strong>komstig de algem<strong>en</strong>e beginsel<strong>en</strong> welke de rechtsstelsels der lidstat<strong>en</strong>geme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, de schade vergoed<strong>en</strong> die door haar instelling<strong>en</strong> of door haar personeelsled<strong>en</strong>in de uitoef<strong>en</strong>ing van hun functies is veroorzaakt”. Mooie voorbeeld<strong>en</strong> vanarrest<strong>en</strong> waarin het Hof zijn doctrine inzake de niet-contractuele aansprakelijkheid vande Geme<strong>en</strong>schap heeft ontwikkeld, zijn het arrest van 2 december 1971 in de gevoegdezak<strong>en</strong> C-5/71 (Schöpp<strong>en</strong>stedt), Jur. 1971 975, <strong>en</strong> het arrest van 25 mei 1978 in de gevoegdezak<strong>en</strong> C-83/76, 94/76, 4/77, 15/77 <strong>en</strong> 40/77 (Bayerische hnl), Jur. 1978 1209.17 E<strong>en</strong> ‘duidelijke’ inbreuk is, bijvoorbeeld, aanwezig in geval van e<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>te niet-uitvoeringvan e<strong>en</strong> richtlijn <strong>en</strong> zulks door het Hof in e<strong>en</strong> arrest is vastgesteld, of indi<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>isvan e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schapsrechtelijk voorschrift voldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>baar is uit eerdere rechtspraakvan het Hof (de doctrine van de ‘acte clair’ respectievelijk van de ‘acte éclairé’).Zie ook de gevoegde zak<strong>en</strong> C-46/93 <strong>en</strong> C-48/93 (Brasserie du Pêcheur <strong>en</strong> Factortame),reeds aangehaald, rov. 57.203


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>literatuur204Akyürek-Kievits, H.E. (1998) Tuss<strong>en</strong> protectie <strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie, Europese Monografieën nr. 56,Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer.Asser Instituut Colloquium Europees recht (1998) Artikel 90 <strong>en</strong> de privatisering van Nederlandse<strong>publieke</strong> onderneming<strong>en</strong>, 27e zitting 1997, T.M.C. Asser Instituut, D<strong>en</strong> Haag.Bellamy and Child (1993), Common Market Law of Competition, London.Essers, M.J.J.M. (1998) ‘Het begrip ‘publiekrechtelijke instelling’ nogmaals onder de loep’,nter 1998: 65-68.Gerv<strong>en</strong>, W. van, L. Gysel<strong>en</strong>, M. Maresceau <strong>en</strong> J. Stuyk (1997) Kartelrecht II, Dev<strong>en</strong>ter.Hancher, L., T. Ottervanger <strong>en</strong> P.J. Slot (1993) ec State Aids, Chichester.Hessel <strong>en</strong> Mortelmans (1997) Het recht van de Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de dec<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>in Nederland, Dev<strong>en</strong>ter.Kort<strong>en</strong>bach-Buys, I.L. (1999) ‘Uitspraak in de zaak Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Arnhem <strong>en</strong> Rhed<strong>en</strong>/bfi’,nter 1999: 5-8.Steyger, E. (1996) Wring<strong>en</strong>d recht. Doorwerking van het geme<strong>en</strong>schapsrecht bezi<strong>en</strong> vanuit hetperspectief van de nationale <strong>over</strong>heid, ver-reeks 116.Eindrapport van de Werkgroep Markt <strong>en</strong> Overheid (‘rapport Coh<strong>en</strong>’) (1997) betreff<strong>en</strong>de hetProject Marktwerking, Deregulering <strong>en</strong> Wetgevingskwaliteit.Pijnacker Hordijk, E.P.H. <strong>en</strong> T.M. Snoep (1996) ‘De <strong>over</strong>heid als ondernemer, Kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>vanuit mededingingsrechtelijk perspectief’, njb 14 juni 1996, 24: 923-929.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>5informatie- <strong>en</strong> communicatietechnologie<strong>en</strong> de organisatie van <strong>publieke</strong>taakbehartigingF.J.P.M. Hoefnagel5.1 het belang van informatie voor vrag<strong>en</strong> vanop<strong>en</strong>baar bestuurIn zijn gezaghebb<strong>en</strong>d boek <strong>over</strong> de geschied<strong>en</strong>is van het op<strong>en</strong>baar bestuur, steltFiner (1997) dat pas sinds eind vorige eeuw sprake is van werkelijk effectiefop<strong>en</strong>baar bestuur. De nieuwe informatie- <strong>en</strong> communicatietechniek<strong>en</strong> (ict),die to<strong>en</strong> voorhand<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> hierbij cruciaal. Voordi<strong>en</strong> was op<strong>en</strong>baarbestuur vooral symbolisch. Ook in vele bestuurskundige theorieën <strong>over</strong> metname vrag<strong>en</strong> van effectieve uitvoering komt het informatieaspect als crucialefactor naar vor<strong>en</strong>.Zo berust het principaal-ag<strong>en</strong>tmodel dat aan veel verzelfstandigingsoperatiest<strong>en</strong> grondslag ligt, op het idee van e<strong>en</strong> informatievoorsprong van de ag<strong>en</strong>t.Tegelijkertijd maakt deze informatieasymmetrie het model ook kwetsbaar.De principaal is lang niet altijd in staat om de meest efficiënte ag<strong>en</strong>t te kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong>de ag<strong>en</strong>t kan misbruik mak<strong>en</strong> van zijn voorsprong door zich aan zijn taakstellingte onttrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> na te strev<strong>en</strong> op kost<strong>en</strong> van de principaal.De principaal heeft meerdere weg<strong>en</strong> om dit te voorkom<strong>en</strong>: hij koppelt de beloningvan de ag<strong>en</strong>t direct aan de zichtbaar gemaakte prestatie of hij zorgt voorbeter toezicht <strong>en</strong> controle <strong>en</strong> dwingt de ag<strong>en</strong>t tot het gev<strong>en</strong> van adequate informatie<strong>over</strong> zijn keuzegedrag <strong>en</strong> taakuitoef<strong>en</strong>ing.205Lipsky wijst erop dat de uitvoer<strong>en</strong>de ambt<strong>en</strong>aar met complexe problem<strong>en</strong> wordtgeconfronteerd waar de c<strong>en</strong>trale beleidsbepaler veelal ge<strong>en</strong> weet van heeft. Het iseerstg<strong>en</strong>oemde feitelijk veelal onmogelijk de regels zonder meer uit te voer<strong>en</strong>.Veelal is hij ook gedwong<strong>en</strong> om op zijn eig<strong>en</strong> manier e<strong>en</strong> weg te vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>eig<strong>en</strong> beleidsruimte te schepp<strong>en</strong>. Als deze informatie <strong>over</strong> de complexiteit van deuitvoering niet naar bov<strong>en</strong> komt <strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trale beleidsbepaler hier ge<strong>en</strong> weet vanheeft, dan wel de c<strong>en</strong>trale beleidsbepaler niet wil luister<strong>en</strong> naar de bureaucraat vande straat, treedt verlies van beleidseffectiviteit op.In al deze gevall<strong>en</strong> is het niet del<strong>en</strong> dan wel het niet will<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van informatie inde relatie tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de beleidsniveaus <strong>en</strong> actores e<strong>en</strong> cruciale factor.T<strong>en</strong> slotte is het onderscheid tuss<strong>en</strong> harde <strong>en</strong> zachte informatie van belang.De system<strong>en</strong> van geautomatiseerde informatieverwerking betreff<strong>en</strong> vooralharde gegev<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>. Mintzberg heeft onderzocht hoezeer de beeld- <strong>en</strong>m<strong>en</strong>ingsvorming van managers word<strong>en</strong> bepaald door de zachte, speculatieve <strong>en</strong>gefragm<strong>en</strong>teerde informatie die in de informele wandelgang<strong>en</strong> wordt opgedaan.De facto is de harde officiële informatie die door allerlei beslissingsondersteun<strong>en</strong>deinformatiesystem<strong>en</strong> wordt ‘uitgespuugd’ van minder belang. De beperkte


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>toegang tot deze zachte informatie is e<strong>en</strong> schaars goed. De roddels van vandaagzijn vaak de voor de toekomst meest relevante informatie. Dit betek<strong>en</strong>t dat m<strong>en</strong>zich niet al te sterk moet fixer<strong>en</strong> op de formele stelsels van verwerking van hardeinformatie die door ict word<strong>en</strong> geperfectioneerd.206Het lijkt dus zinvol onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ict als techniek van verwerving,opslag, verwerking <strong>en</strong> deling van informatie <strong>en</strong> de informatiearchitectuur,de feitelijke patron<strong>en</strong> van informatie, die bepal<strong>en</strong> wie op welk tijdstiptoegang heeft tot welke informatie, welke actores binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> organisatiesinformatie met elkaar kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> del<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat de kwaliteit van deinformatie is. Voor het functioner<strong>en</strong> van organisaties is juist deze informatiearchitectuur <strong>en</strong> niet ict als zodanig de cruciale factor. Wanneer e<strong>en</strong> feitelijkeinformatieasymmetrie tuss<strong>en</strong> beleidsactores in e<strong>en</strong> organisatie niet wordtonderk<strong>en</strong>d – actores word<strong>en</strong> wel geacht informatie te del<strong>en</strong>, maar do<strong>en</strong> dit infeite niet –, leidt dit tot verlies van effectiviteit. Bij <strong>publieke</strong> taakbehartigingkunn<strong>en</strong> dan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> meer normatieve eis<strong>en</strong> van goed bestuur in het gedrangkom<strong>en</strong>. Als bijvoorbeeld de c<strong>en</strong>trale beleidsbepaler geheel blind is voor de informatievoorsprongdie de uitvoerder van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> de facto heeft <strong>en</strong> debeleidsbepaler uitgaat van de fictie dat de uitvoerder geacht wordt de wetmechanisch uit te voer<strong>en</strong>, kan de uitvoerder de feitelijke beleidsruimte ook naareig<strong>en</strong> willekeur gebruik<strong>en</strong>. In dat geval zijn de rechtszekerheid <strong>en</strong> -gelijkheidalle<strong>en</strong> in de regels zelf te vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet in het beleidsproduct. Dit punt is vooralvan belang omdat veel klassieke vorm<strong>en</strong> van hiërarchische sturing uitgaan vande assumptie dat de c<strong>en</strong>trale beleidsbepal<strong>en</strong>de instantie bij uitstek de volledigeinformatie heeft om het geheel te bestur<strong>en</strong>.ICT is als techniek meer indirect van belang, omdat zij allerlei nieuwe vorm<strong>en</strong>van informatiearchitectuur mogelijk maakt.5.2 <strong>en</strong>ige methodologische <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>Het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige theorie <strong>over</strong> de betek<strong>en</strong>is van ict voor deorganisatie van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> is, gegev<strong>en</strong> deze indirecte werking, vrij vruchteloos.ict maakt immers e<strong>en</strong> variëteit van nieuwe informatiepatron<strong>en</strong> mogelijk.Bij de keuze in e<strong>en</strong> specifieke situatie zull<strong>en</strong> veelal <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> dieweinig met de techniek als zodanig te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.Er zijn aanvull<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> die ervoor pleit<strong>en</strong> om van zo’n theorie af te zi<strong>en</strong>.Allereerst is ict zelf in het geheel ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig begrip. Het is e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> deur,maar het moet wel gezegd word<strong>en</strong>: de technologische ontwikkeling is ge<strong>en</strong> lineairebeweging. Iedere fase van technologische ontwikkeling heeft haar eig<strong>en</strong> karakter.Zijn bijvoorbeeld veel huidige theorieën <strong>over</strong> de relatie tuss<strong>en</strong> ict <strong>en</strong> bestuur nietnog te sterk gebaseerd op de periode vóór Internet, e<strong>en</strong> systeem dat vooral gezi<strong>en</strong>zijn dec<strong>en</strong>traal karakter geheel nieuwe implicaties heeft? T<strong>en</strong> tweede zijn deimplicaties in hoge mate afhankelijk van de fase van maatschappelijke acceptatie:is ict e<strong>en</strong> hobby van <strong>en</strong>kel<strong>en</strong>, één van de vele geaccepteerde vorm<strong>en</strong> van verkeertuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties dan wel dé algeme<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>de verkeersvorm?


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>In meer algem<strong>en</strong>e zin kan word<strong>en</strong> gesteld dat de implicaties in hoge mate door desituatiegebond<strong>en</strong> context word<strong>en</strong> bepaald. Introductie <strong>en</strong> specifieke toepassing<strong>en</strong>van ict hang<strong>en</strong> af van <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> invloed op de specifieke context. Er is sprakevan e<strong>en</strong> wederkerige beïnvloeding: het door ict gestuurde informatiseringsproces<strong>en</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> context interacter<strong>en</strong> (Scheepers 1998: 42).Om deze red<strong>en</strong><strong>en</strong> will<strong>en</strong> Van der Donk <strong>en</strong> Snell<strong>en</strong> (1998: 9) dan ook niet wet<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> directe, algem<strong>en</strong>e causaliteitsrelatie tuss<strong>en</strong> ict <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur.ict moet vooral gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als ‘attractor’: zij begunstigt meer of minder autonomepolitieke, beleids- <strong>en</strong> juridische ontwikkeling<strong>en</strong>.Reflectie op de bestuurlijke gevolg<strong>en</strong> van ict vraagt eerder om d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in term<strong>en</strong>van ev<strong>en</strong>tualiteit, voorwaardelijkheid <strong>en</strong> waarschijnlijkheid in de relatieict, maatschappelijke context <strong>en</strong> bestuur dan om causaal-deterministischered<strong>en</strong>ering<strong>en</strong>. Het feit dat ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig inhoudelijk perspectief kan word<strong>en</strong>geschetst, hoeft ev<strong>en</strong>wel niet de mogelijkheid uit te sluit<strong>en</strong> om methodischehandreiking<strong>en</strong> te formuler<strong>en</strong> die leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> meer doordachte bestuurlijkeanticipatie op de ict-factor in e<strong>en</strong> concrete handelingssituatie of sector.E<strong>en</strong> poging om de aldus geformuleerde c<strong>en</strong>trale vraag van de studie te beantwoord<strong>en</strong>,wordt in paragraaf 5.6 ondernom<strong>en</strong>. Maar eerst is het zinvol na te gaanwat ict in haar huidige stadium als techniek inhoudt <strong>en</strong> hoe ict door de <strong>over</strong>heidfeitelijk wordt ingezet. Dit gebeurt in paragraaf 5.3 <strong>en</strong> 5.4.2075.3 huidige ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> karakteristiek<strong>en</strong> van ictOntwikkeling<strong>en</strong>Er is e<strong>en</strong> ontwikkeling gaande in de richting van steeds kleinere <strong>en</strong> krachtigerword<strong>en</strong>de informatiesystem<strong>en</strong>; het tijdperk van de grote gec<strong>en</strong>traliseerdesystem<strong>en</strong> is voorbij. Met name Internet, dat is gebaseerd op één <strong>over</strong>e<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>standaard, heeft geleid tot e<strong>en</strong> spontaan, niet-c<strong>en</strong>traal gestuurd systeemvan netwerk<strong>en</strong>. Er is e<strong>en</strong> verschuiving in de faciliter<strong>en</strong>de functie van ict:van het informatieproces binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> organisatie naar de communicatie tuss<strong>en</strong><strong>en</strong> binn<strong>en</strong> organisaties <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. De C is t<strong>en</strong> opzichte van de I versterkt.Daarnaast kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> van informatiesystem<strong>en</strong> <strong>en</strong>media in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate aan elkaar word<strong>en</strong> gerelateerd, waardoor nieuwekoppeling<strong>en</strong> mogelijk word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> data, beeld <strong>en</strong> geluid <strong>en</strong> geheel nieuwevirtuele wereld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecreëerd.Karakteristiek<strong>en</strong> van de huidige vorm<strong>en</strong> van ICTOnderscheid kan word<strong>en</strong> gemaakt tuss<strong>en</strong> de karakteristiek<strong>en</strong> van ict als zodanig<strong>en</strong> karakteristiek<strong>en</strong> die gerelateerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan de verschill<strong>en</strong>de functiesvan organisaties.Allereerst de karakteristiek<strong>en</strong> als zodanig:• ict zorgt voor e<strong>en</strong> sterke uitbreiding van de hoeveelheid beschikbare informatie.De automatisering van het informatieproces g<strong>en</strong>ereert ook kwalitatiefnieuwe informatie, de zog<strong>en</strong>oemde meta-informatie. ict automatiseert nietalle<strong>en</strong> de ondersteun<strong>en</strong>de informatievoorzi<strong>en</strong>ing in de organisatie, maar ver-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>heldert ook de bedrijfsprocess<strong>en</strong> van de organisatie zelf. ict automatiseertbedrijfsprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong> levert tev<strong>en</strong>s beheers- <strong>en</strong> sturingsinformatie op <strong>over</strong> deprocess<strong>en</strong> die zij automatiseert (Friss<strong>en</strong> 1996: 67).• De snelheid waarmee informatie wordt verzameld, verwerkt, verspreid <strong>en</strong>geselecteerd, neemt toe. Het territoriale bereik verliest zijn gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>.Beperk<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> van tijd <strong>en</strong> ruimte geld<strong>en</strong> minder.• De consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>souvereiniteit wordt versterkt. Ontvangers van informatiekunn<strong>en</strong> door ict steeds beter zelf bepal<strong>en</strong> op welke mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zij welkeinformatie will<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>.• Verz<strong>en</strong>ders van informatie kunn<strong>en</strong> veel selectiever te werk gaan bij debepaling van de doelgroep.• ict maakt steeds meer interactie tuss<strong>en</strong> z<strong>en</strong>der <strong>en</strong> ontvanger mogelijk.De consum<strong>en</strong>t wordt ‘prosum<strong>en</strong>t’.208Toegepast op de verschill<strong>en</strong>de functies van organisaties kunn<strong>en</strong> de karakteristiek<strong>en</strong>van ict als volgt word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat:• De functie van calculatie, als middel tot verdere rationalisering van de beleidsbepaling,wordt versterkt. Door de sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> capaciteit voor verzameling,verwerking <strong>en</strong> opslag van gegev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> computers steeds beter(be)rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Beleidsalternatiev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorgerek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gecreëerd.• ict biedt meer mogelijkhed<strong>en</strong> voor standaardisering, formalisering <strong>en</strong> routiniseringvan process<strong>en</strong>, waardoor de controle <strong>en</strong> disciplinering binn<strong>en</strong> deorganisatie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> versterkt. Deze to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> vancontrole, disciplinering <strong>en</strong> verzakelijking kunn<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s de structur<strong>en</strong> <strong>en</strong>process<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de organisaties weer transparanter mak<strong>en</strong>.• E<strong>en</strong> aspect dat vaak onderbelicht blijft, is dat ict ook nieuwe technologischemogelijkhed<strong>en</strong> biedt om de toegang tot informatiebestand<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong> <strong>en</strong>de opgeslag<strong>en</strong> informatie te bescherm<strong>en</strong>. Juist omdat t<strong>en</strong> gevolge van ictinformatievoorzi<strong>en</strong>ing méér wordt dan e<strong>en</strong> bepaalde vorm van beleidsondersteuning<strong>en</strong> ict de (toegang tot) informatie e<strong>en</strong> kostbaar goed maakt, is deopstelling van e<strong>en</strong> informatiearchitectuur met behulp van ict ook in belangrijkemate e<strong>en</strong> machtsvraag: welke actor kan de informatiearchitectuurbepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> wie welke informatie krijgt?• T<strong>en</strong> slotte vergroot ict de mogelijkhed<strong>en</strong> van communicatie binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> de organisaties.5.4 feitelijk gebruik van ict door de <strong>over</strong>heidDe navolg<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van feitelijk gebruik van ict door de <strong>over</strong>heid zijn teonderscheid<strong>en</strong>:a basisregistraties die gegev<strong>en</strong>s bevatt<strong>en</strong> <strong>over</strong> object<strong>en</strong>, process<strong>en</strong> <strong>en</strong> person<strong>en</strong>;b monitorsystem<strong>en</strong> die bedrijfsprocess<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooral e<strong>en</strong> functie hebb<strong>en</strong>in het interne beheer;c simulatiesystem<strong>en</strong> die beleidsplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong> doorrek<strong>en</strong><strong>en</strong>;d expertsystem<strong>en</strong> die de besluitvorming ondersteun<strong>en</strong>, gegev<strong>en</strong> de in hetsysteem opgeslag<strong>en</strong> red<strong>en</strong>eerregels;


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>efafhandelingssystem<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>selijke handeling<strong>en</strong> in het uitvoeringsproces,zoals beschikking<strong>en</strong>, substituer<strong>en</strong>;technologieën voor persoonlijke id<strong>en</strong>tificatie <strong>en</strong> ‘tracking’: id<strong>en</strong>tificati<strong>en</strong>ummersmak<strong>en</strong> koppeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> databestand<strong>en</strong> <strong>en</strong> volgsystem<strong>en</strong> mogelijk.Daarnaast is het frappant hoezeer in de formele, officiële beleidsontwikkelinginzake de reorganisatie van het op<strong>en</strong>baar bestuur ict e<strong>en</strong> wat ondergeschikterol speelt. In dit verband is er e<strong>en</strong> duidelijk verschil met het bedrijfslev<strong>en</strong> waarde structuur van de organisatie steeds meer wordt opgezet op basis van de logicavan de door ict bepaalde informatievoorzi<strong>en</strong>ing. Informatierelaties <strong>en</strong> communicatiepatron<strong>en</strong>word<strong>en</strong> uitgangspunt voor de inrichting van de organisatie;de organisatiestructuur wordt steeds meer e<strong>en</strong> informatie-infrastructuur(Friss<strong>en</strong> 1996: 173).5.5 de gevolg<strong>en</strong> van ict voor bestuurlijke concepties <strong>en</strong>maatstav<strong>en</strong> van op<strong>en</strong>baar bestuurMeer mogelijkhed<strong>en</strong> voor c<strong>en</strong>tralisatie <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>tralisatieOp basis van e<strong>en</strong> empirische studie <strong>over</strong> de invoering van ict bij SocialeDi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, concludeert Zuurmond dat ict voor alles via informatisering debureaucratie op e<strong>en</strong> hoger plan br<strong>en</strong>gt, perfectioneert <strong>en</strong> dat deze bureaucrati<strong>en</strong>ieuwe stijl, de zog<strong>en</strong>oemde infocratie, de instrum<strong>en</strong>tele onvolmaakthed<strong>en</strong> <strong>en</strong>de interne inconsist<strong>en</strong>ties van de klassieke bureaucratie wegneemt. Op instrum<strong>en</strong>teelniveau word<strong>en</strong> de klassieke bevelslijn<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> informatiearchitectuurdie als zodanig veel minder zichtbaar is. De uitvoerder staat nuniet meer onder het bevel van e<strong>en</strong> concrete fysieke persoon of van de formeleregel. De in de informatiearchitectuur vastgelegde procedures, informatiebronn<strong>en</strong>,beslissingscriteria <strong>en</strong> verantwoordingsmechanism<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> devrijheid van de uitvoerder. Webers ijzer<strong>en</strong> kooi met de tastbare tralies van deharde <strong>en</strong> rigide structuur wordt vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> nieuwe virtuele vesting(Friss<strong>en</strong> 1996: 102).209Tegelijkertijd vergroot ict de mogelijkhed<strong>en</strong> van dec<strong>en</strong>tralisatie in ruime zin,waaronder verzelfstandiging. Juist de nieuwe vorm<strong>en</strong> van ict mak<strong>en</strong> krachtigekleine e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> mogelijk die ook voldo<strong>en</strong>de informatieve kracht hebb<strong>en</strong> omzelf relevante informatie te verzamel<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong>. De capaciteit vandec<strong>en</strong>trale e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> versterkt doordat zij met behulp van ictook met elkaar in e<strong>en</strong> horizontale verbinding kunn<strong>en</strong> staan. Hiërarchischebeheersing via verticale integratie, via één fysieke organisatiestructuur is t<strong>en</strong>behoeve van de coördinatie niet langer noodzakelijk. De onderlinge sam<strong>en</strong>hangtuss<strong>en</strong> de dec<strong>en</strong>trale e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> kan ook lop<strong>en</strong> via de lijn van deze horizontalelijn<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de dec<strong>en</strong>trale e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>. Voor de c<strong>en</strong>trale actor blijft dan e<strong>en</strong> regie-,toezichts- <strong>en</strong> <strong>over</strong>zichtsfunctie <strong>over</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Het onderscheid tuss<strong>en</strong> beleidsbepaling <strong>en</strong> -uitvoering wordt steeds vagerBinn<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid word<strong>en</strong> thans vooral uitvoeringsfuncties verzelfstandigd<strong>en</strong> gedec<strong>en</strong>traliseerd. Dit klassieke bestuurlijk onderscheid, dat e<strong>en</strong> lineair <strong>en</strong>hiërarchisch verband veronderstelt tuss<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong>, is op zich alle<strong>en</strong>al werkbaar binn<strong>en</strong> bepaalde stabiele condities voor uitvoering, maar wordt doorde ict-ontwikkeling<strong>en</strong> nog meer ondergrav<strong>en</strong>. Technologisch is het goed mogelijkom beleid <strong>en</strong> beleidspraktijk heel nauw met elkaar te verbind<strong>en</strong> <strong>en</strong> om ontwikkeling<strong>en</strong> uitvoering van beleid op e<strong>en</strong> niveau te houd<strong>en</strong>.De gedachte dat kerndepartem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zich moet<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> tot de inhoudelijkestrategische beleidsvorming <strong>en</strong> de rest kunn<strong>en</strong> <strong>over</strong>lat<strong>en</strong> aan verzelfstandigdee<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>, houdt dit klassieke onderscheid tuss<strong>en</strong> beleidsbepaling <strong>en</strong> beleidsuitvoeringnog steeds in stand <strong>en</strong> honoreert onvoldo<strong>en</strong>de het feitelijk gegev<strong>en</strong>dat juist uitvoeringsorganisaties thans ook de sterkst geïnformatiseerde <strong>over</strong>heidsinstelling<strong>en</strong>zijn <strong>en</strong> dat deze geautomatiseerde informatieverwerking ookbeleids- <strong>en</strong> sturingsrelevante meta-informatie oplevert. Er ontstaat derhalve e<strong>en</strong>spanningsveld tuss<strong>en</strong> hun formele opdracht zich tot uitvoering te beperk<strong>en</strong> <strong>en</strong> devergroting van hun feitelijk vermog<strong>en</strong> om ook aan beleidsontwikkeling te do<strong>en</strong>.210De tijd/ruimtelijke verdichting die ict bevordert, leidt in bestuurlijke zin totverdichting van het beleidsproces. Op elk mom<strong>en</strong>t kom<strong>en</strong> informatie <strong>en</strong> metainformatiebeschikbaar. Deterritorialisering maakt de fysieke schaal, als belangrijkmotief voor c<strong>en</strong>trale beleidsbepaling, minder relevant. De indeling vanbestuur in lag<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> opzichte van elkaar hiërarchisch zijn geord<strong>en</strong>d <strong>en</strong> territoriaalzijn afgebak<strong>en</strong>d, verliest t<strong>en</strong> gevolge van ict steeds meer haar feitelijkegrondslag (wrr 1998).ict <strong>en</strong> de maatstav<strong>en</strong> voor goed bestuurHet meest duidelijk is de invloed van ict op de maatstaf van rechtszekerheid <strong>en</strong>dan vooral op één elem<strong>en</strong>t ervan: de k<strong>en</strong>baarheid van recht <strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsbeleid.ict kan niet alle<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>baarheid in algem<strong>en</strong>e zin vergrot<strong>en</strong>, zij maakt ook meergerichte, op specifieke doelgroep<strong>en</strong> of de concrete situatie van de burger toegesned<strong>en</strong>voorlichting beter mogelijk. Er is echter ook e<strong>en</strong> andere kant van de medaille.ict maakt informatie nog meer tot e<strong>en</strong> kostbaar goed <strong>en</strong> biedt ook nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong>tot uitsluiting van informatie. Ongeconditioneerde privatisering <strong>en</strong>commerciële uitbating van de verspreiding van informatie <strong>over</strong> recht <strong>en</strong> beleidleid<strong>en</strong> dan tot nieuwe risico’s van beperking van de <strong>publieke</strong> toegankelijkheid.ict heeft verder invloed op de mate waarin informatie door e<strong>en</strong> derde, zoals derechter, verifieerbaar is. ict roept nieuwe problem<strong>en</strong> op van auth<strong>en</strong>ticiteit vaninformatie <strong>en</strong> van de integriteit van informatiebronn<strong>en</strong>. Deze verifieerbaarheidis e<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde om in de concrete situatie norm<strong>en</strong> als rechtszekerheid<strong>en</strong> rechtsgelijkheid te waarborg<strong>en</strong>. Ook hier wordt weer duidelijk hoebesliss<strong>en</strong>d het is of ict-ontwikkeling<strong>en</strong> wel of niet g<strong>en</strong>ormeerd word<strong>en</strong>.Zonder op de nieuwe ict-situatie toegesned<strong>en</strong> regels van behoorlijk informatieverkeerkan ict het verificatieprobleem flink versterk<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Op verschill<strong>en</strong>de wijz<strong>en</strong> werkt ict in op de maatstaf van democratische sturing<strong>en</strong> controle. ict kan de op<strong>en</strong>baarheid van het besluitvormingsproces, als instrum<strong>en</strong>tvan democratische sturing, aanzi<strong>en</strong>lijk vergrot<strong>en</strong>. Juist bij de politiekdemocratischecontrole op de uitvoering komt het belang van de informatiearchitectuurpromin<strong>en</strong>t naar vor<strong>en</strong>. In het voorgaande is gesteld dat ict vooralde uitvoerders e<strong>en</strong> flinke informatievoorsprong geeft, ook als instrum<strong>en</strong>t ombeleid te ontwikkel<strong>en</strong>. Wanneer de democratische controle ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houdtmet deze t<strong>en</strong> gevolge van ict gecreëerde, nieuwe informatiepatron<strong>en</strong>, kan dezecontrole al snel tot e<strong>en</strong> schijnvertoning word<strong>en</strong>. Informatie <strong>en</strong> informatiseringvrag<strong>en</strong> in de nieuwe context van ict ook hier e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> institutioneel kader.Bij veel beschouwing<strong>en</strong> <strong>over</strong> nieuwe vorm<strong>en</strong> van democratie die ict mogelijkmaakt, ligt de nadruk vooral op nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> voor de participatiedemocratie,meer inspraak <strong>en</strong> medebeslissingsrecht voor de burger. Veel interessanterzijn wellicht nieuwe vorm<strong>en</strong> van democratie die de burger ook in de<strong>publieke</strong> sfeer e<strong>en</strong> directe, eig<strong>en</strong> beslissingsmacht bied<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrijheid gev<strong>en</strong>om zelf te kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de aanbieders van <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> strakke c<strong>en</strong>trale wettelijke regeling van het <strong>publieke</strong> aanbod kan vervang<strong>en</strong>word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> model van concurrer<strong>en</strong>de aanbieders <strong>en</strong> vragers, wanneer deburger als consum<strong>en</strong>t de kwaliteit van het product goed kan beoordel<strong>en</strong>.Deze versterking van marktelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> sector vraagt wel ome<strong>en</strong> informatiearchitectuur die de resultat<strong>en</strong> van de inspanning<strong>en</strong> van de aanbiederszichtbaar <strong>en</strong> vergelijkbaar maakt voor de vragers van de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Ook hiergeldt dat ict deze transparantie wel kan versterk<strong>en</strong>, maar dat het institutionelekader besliss<strong>en</strong>d is. De <strong>over</strong>heid krijgt dan e<strong>en</strong> nieuwe, ord<strong>en</strong><strong>en</strong>de rol.Overheidsregels zijn nodig, want juist in e<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tiesituatie is exclusieve,voor andere niet toegankelijke informatie voor aanbieders e<strong>en</strong> belangrijk instrum<strong>en</strong>t.Aanbieders hebb<strong>en</strong> er juist ge<strong>en</strong> belang bij hun inspanning <strong>en</strong> r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tzichtbaar te mak<strong>en</strong>.211Dat ict doelmatigheid <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid van het beleid kan versterk<strong>en</strong> is zonneklaar,maar ook hier gaat de beweging niet in één richting: ict maakt ook burgers<strong>en</strong> instelling<strong>en</strong> slimmer. ict <strong>en</strong> door ict gestimuleerde ontwikkeling<strong>en</strong> alsdeterritorialisering <strong>en</strong> turbul<strong>en</strong>tie mak<strong>en</strong> de beleidsomgeving voor de <strong>over</strong>heidveel complexer. Zij bied<strong>en</strong> burgers <strong>en</strong> instelling<strong>en</strong> ook nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong>zich aan het beleid te onttrekk<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> schept de versterkte doelmatigheid<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid nieuwe dilemma’s. Met behulp van ict kan de <strong>over</strong>heid hetgedrag van de burger steeds beter in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> controler<strong>en</strong>, maar hierkom<strong>en</strong> al snel normatieve gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> in zicht.5.6 ict <strong>en</strong> nieuwe vorm<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> taakbehartigingZoals aan het einde van paragraaf 5.2 is gesteld, is het niet zinvol op basis vanict-ontwikkeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijke inhoudelijke voorkeur uit te sprek<strong>en</strong> voorgew<strong>en</strong>ste organisatorische vorm<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> taakbehartiging. De hoofdvraagdi<strong>en</strong>t meer als e<strong>en</strong> methodisch probleem te word<strong>en</strong> geformuleerd: wat zijn meer


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong><strong>en</strong> minder zinvolle b<strong>en</strong>aderingswijz<strong>en</strong> om de ict-factor te verdisconter<strong>en</strong> bijhet ontwerp<strong>en</strong> van nieuwe bestuurlijke stelsels voor <strong>publieke</strong> taakbehartiging?Is het mogelijk tot bruikbare methodische handreiking<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>? In dezeparagraaf wordt hiertoe e<strong>en</strong> poging gedaan.212Analyse van de relevante aspect<strong>en</strong>Het is hier van belang de volg<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>:a De technologie zelf.Als de ondergrond niet goed is, berust<strong>en</strong> ook de vervolgred<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> opdrijfzand. Steeds moet duidelijk zijn, <strong>over</strong> welke fase van de technologischeontwikkeling we het hebb<strong>en</strong>, welke tr<strong>en</strong>dbreuk<strong>en</strong> er zijn t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van hetnabije verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke vervolgontwikkeling<strong>en</strong> meer of minder waarschijnlijkzijn. Het beste voorbeeld is hier de c<strong>en</strong>traliser<strong>en</strong>de werking. In hoeverrezijn beschouwing<strong>en</strong> <strong>over</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de c<strong>en</strong>trale beheersing t<strong>en</strong> gevolge vanict gebaseerd op achterhaalde technologische ontwikkeling<strong>en</strong>, zoals hetmainframeconcept? Wat betek<strong>en</strong><strong>en</strong> in de steiger staande nieuwe technologischestructur<strong>en</strong> als de koppeling van Internet aan oudere technologieën,zoals de geheel ingeburgerde televisie?b De economische acceptatie.ict heeft als economische bedrijfstak <strong>en</strong>kele specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Het turbul<strong>en</strong>te,ontwikkelingskarakter van ict als bedrijfstak impliceert dat aanbiedersg<strong>en</strong>eigd zijn onvoldrag<strong>en</strong> halfproduct<strong>en</strong> op de markt te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, zonderdat de vraag ernaar duidelijk is, met alle échecs van di<strong>en</strong>. De technologischeontwikkeling<strong>en</strong> in de aanbodsfeer kunn<strong>en</strong> juist aan de vraagkant teg<strong>en</strong>draadseontwikkeling<strong>en</strong> oproep<strong>en</strong>. De internationalisering van het aanbod in demedia heeft juist de vraag naar informatie, gericht op de eig<strong>en</strong> regionale leefsituatieversterkt.E<strong>en</strong> ander voorbeeld. ict leidt in de vorm van Internet inderdaad tot dec<strong>en</strong>tralisatie<strong>en</strong> netwerkvorming. De andere kant van ict als bedrijfstak wordt ev<strong>en</strong>welonderbelicht. Door de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mogelijkheid technische instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>te koppel<strong>en</strong> leidt ict immers ook tot economische c<strong>en</strong>tralisatie <strong>en</strong> nieuwemonopolies. Belangrijker is wellicht dat de technologisch mogelijke netwerkvorminggeheel niet plaats vindt in e<strong>en</strong> economisch vrije, belangeloze ruimte.Waar ict informatie transformeert van hulpmiddel tot e<strong>en</strong> economisch kostbaargoed, word<strong>en</strong> ook de nieuwe technologische mogelijkhed<strong>en</strong> tot uitsluitingeconomisch interessanter. Bij deze nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> tot uitsluiting versterk<strong>en</strong>juridische <strong>en</strong> nieuwe technische mogelijkhed<strong>en</strong> elkaar (Hug<strong>en</strong>holtz1998). Deze nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> tot uitsluiting zijn belangrijk, omdat deeffectiviteit van e<strong>en</strong> besturingsstelsel sterk wordt bepaald door de mate waarinde verschill<strong>en</strong>de actores hun informatie kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> del<strong>en</strong> (par. 5.1).c De maatschappelijke acceptatie.Het reeds g<strong>en</strong>oemde interactief karakter van de relatie tuss<strong>en</strong> ict <strong>en</strong> de maatschappelijkefactor sluit het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van technologisch determinisme<strong>en</strong> universele, niet-situatiegebond<strong>en</strong> patron<strong>en</strong> uit. De context in e<strong>en</strong>bepaalde sector bepaalt de invoeringsmogelijkhed<strong>en</strong> van ict, terwijl vervolg<strong>en</strong>sict deze context weer verandert. Dit tweerichtingsverkeer vraagt ook


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>dom e<strong>en</strong> goede analyse van de sociaal-culturele teg<strong>en</strong>kracht<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> adequateinvoering van ict verhinder<strong>en</strong> dan wel vertrag<strong>en</strong>. In veel beschouwing<strong>en</strong>wordt te gemakkelijk aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat maatschappelijke actores gretig d<strong>en</strong>ieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> van ict zull<strong>en</strong> omarm<strong>en</strong>. Het spel van actie/conservatieveteg<strong>en</strong>reactie wordt dan onvoldo<strong>en</strong>de in beeld gebracht.E<strong>en</strong> conservatieve terugslag bij technologische vernieuwing is van alle tijd<strong>en</strong>.Meestal gaat het hierbij om verme<strong>en</strong>d verlies van culturele waard<strong>en</strong> als socialecohesie, verlies van nationale id<strong>en</strong>titeit, de hogere cultuur, het primaat vande politieke democratie <strong>en</strong>zovoort. Ook de veronderstelde aantasting vangoed georganiseerde deelbelang<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van ict is als belemmer<strong>en</strong>defactor niets nieuws.Wel nieuw is dat nieuwe vorm<strong>en</strong> van ict heel sterk ingrijp<strong>en</strong> op ess<strong>en</strong>tiëledim<strong>en</strong>sies van m<strong>en</strong>selijk handel<strong>en</strong>, zoals ruimte <strong>en</strong> tijd, terwijl ruimte <strong>en</strong> tijdnog steeds het sociaal-culturele handel<strong>en</strong> structurer<strong>en</strong>. De culturele verschill<strong>en</strong>zijn immers nog steeds sterk territoriaal bepaald <strong>en</strong> acceptatie van technologieis vaak e<strong>en</strong> kwestie van g<strong>en</strong>eraties. De invoering van nieuwe vorm<strong>en</strong> vanict zal derhalve e<strong>en</strong> complex beeld oplever<strong>en</strong> van actie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke reactie.De bestuurlijke instituties.Ook hier zijn de dim<strong>en</strong>sie van tijd <strong>en</strong> ruimte ess<strong>en</strong>tieel. Zij kunn<strong>en</strong> ertoeleid<strong>en</strong> dat instelling<strong>en</strong> voor op<strong>en</strong>baar bestuur met e<strong>en</strong> zekere weerstand <strong>en</strong>vertraging de nieuwe technologie toepass<strong>en</strong>. Dit hangt ook sam<strong>en</strong> met deaard van dit type instelling<strong>en</strong>. Hun kracht ligt juist in het gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>best<strong>en</strong>dig kader voor maatschappelijk handel<strong>en</strong>. Het bestuur heeft lang nietaltijd de capaciteit om de turbul<strong>en</strong>tie van de nieuwe technologieën onmiddellijkte verwerk<strong>en</strong>, terwijl het bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de vraag is of het ook gew<strong>en</strong>st is dathet bestuur in e<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>t proces van organisatorische verandering moetkom<strong>en</strong>. Ook bedrijfseconomische <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid,de noodzaak van e<strong>en</strong> zekere afschrijvingstermijn voor de kost<strong>en</strong> van in hetverled<strong>en</strong> gedane ict-investering<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> zich hierteg<strong>en</strong> verzett<strong>en</strong>.De spanning tuss<strong>en</strong> de deterritorialiser<strong>en</strong>de werking van ict <strong>en</strong> de traditionele,territoriale verankering van de inrichting van het op<strong>en</strong>baar bestuur ishier ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> duidelijk belemmer<strong>en</strong>de factor.213De gew<strong>en</strong>ste optiekDit proces van actie/reactie maakt duidelijk dat de ict-factor in zijn uitwerkinge<strong>en</strong> sterk ambival<strong>en</strong>t karakter heeft, als faciliteit <strong>en</strong> als bedreiging, zij het voor deverschill<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> geheel eig<strong>en</strong> wijze. Veelal is de facilitering voor de<strong>en</strong>e actor e<strong>en</strong> bedreiging voor de ander. Dit vraagt om e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering die hetmeerduidig patroon van nieuwe kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedreiging<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>deactores afzonderlijk in beeld br<strong>en</strong>gt. Zoals iedere<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> groepsfoto er gemakkelijktoe neigt alle<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong> hoe hij/zij zelf op de foto staat, zo zal iedereactor zich al snel fixer<strong>en</strong> op de eig<strong>en</strong> nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> dieict biedt, zonder hierbij te lett<strong>en</strong> op de verander<strong>en</strong>de positie van zijn medespelers.Hij zal zo snel e<strong>en</strong> verkeerde inschatting mak<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> d<strong>en</strong>ke aan e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heiddie vooral kijkt naar haar nieuwe instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zonder rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>met de nieuwe toerusting die ict de burger geeft om het beleid te ontwijk<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Wanneer dit meerduidige patroon voor het voetlicht wordt gebracht, wordt ookduidelijk welke invloed ict heeft op de machts- <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>constellatie binn<strong>en</strong>e<strong>en</strong> specifieke situatie of sector. Ook wordt duidelijk welke actor de beste uitgangspositieheeft om het slimst gebruik te mak<strong>en</strong> van de nieuwe technologie.Het gew<strong>en</strong>ste aangrijpingspuntict betreft zowel de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als de doelstelling<strong>en</strong>: zij automatiseert deinformatievoorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> versterkt derhalve dit instrum<strong>en</strong>t. In meer brede zinbeperkt ict het instrum<strong>en</strong>tele handelingsvermog<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid doordat hetzowel sterk ingrijpt op de ruimtelijke als op de tijdsdim<strong>en</strong>sie: de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>dedeterritorialisering bemoeilijkt de handhaving van wetgeving <strong>en</strong> de verhoogdeturbul<strong>en</strong>tie van de maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong> zet het vermog<strong>en</strong> van de<strong>over</strong>heid om alert te reager<strong>en</strong> onder druk. ict leidt ook tot verschuiving<strong>en</strong>op het niveau van de doelstelling<strong>en</strong>, want de verander<strong>en</strong>de maatschappelijkecontext leidt tot nieuwe, opkom<strong>en</strong>de <strong>en</strong> tot afnem<strong>en</strong>de behoeftes aan <strong>over</strong>heidsoptred<strong>en</strong>.214Voor de verdiscontering van de ict-factor in de bestuurlijke organisatie is ev<strong>en</strong>wele<strong>en</strong> derde niveau als aangrijpingspunt belangrijker: de gevolg<strong>en</strong> van ictvoor de realiteitswaarde van empirische aannames die aan de bestaande bestuurlijkeconcept<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>. Iedere keuze voor e<strong>en</strong> bestuurlijke organisatievooronderstelt bepaalde opvatting<strong>en</strong> <strong>over</strong> het te verwacht<strong>en</strong> gedrag van deverschill<strong>en</strong>de actores. Die verwachting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> informatief elem<strong>en</strong>t:aannames <strong>over</strong> het informatiepatroon in de relatie tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de actores.Juist op de realiteitswaarde van dit informatieve elem<strong>en</strong>t van het verwachtingspatroongrijpt ict aan. Wanneer de feitelijke informatiearchitectuur nietmeer in <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming is met het patroon dat, gegev<strong>en</strong> de formele organisatiestructuur,geacht wordt aanwezig te zijn – bijvoorbeeld de c<strong>en</strong>trale beleidsbepalerwordt in strijd met de werkelijkheid geacht voldo<strong>en</strong>de informatie tehebb<strong>en</strong> om de uitvoerder te controler<strong>en</strong> –, treedt, zoals in paragraaf 5.1 naarvor<strong>en</strong> kwam, verlies op van beleidseffectiviteit. De oplossing moet derhalvegezocht word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aansluiting van de formele organisatiestructuur op d<strong>en</strong>ieuwe informatiearchitectuur, die met behulp van ict wordt vorm gegev<strong>en</strong>.De opstelling van de informatiearchitectuur met behulp van ictEr is ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige relatie tuss<strong>en</strong> ict <strong>en</strong> e<strong>en</strong> specifieke informatiearchitectuur.ict moet eerder word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> nieuwe ‘meccanodoos’ die juist e<strong>en</strong>variëteit aan nieuwe constructies mogelijk maakt. De vraag wat in e<strong>en</strong> concretesituatie de beste keuze is, wordt grot<strong>en</strong>deels bepaald door <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> dieweinig met ict als zodanig te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Situationele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, als deaard van het beleidsobject, de gestelde doel<strong>en</strong>, de fase waarin het beleidsprocesverkeert – nieuw of uitgekristalliseerd beleid – <strong>en</strong> de mate waarin er sprake isvan cons<strong>en</strong>sus <strong>over</strong> het beleid tuss<strong>en</strong> alle actores, bepal<strong>en</strong> of bijvoorbeeld e<strong>en</strong>meer c<strong>en</strong>trale dan wel dec<strong>en</strong>trale informatiearchitectuur gew<strong>en</strong>st is. In die zin isde keuze van e<strong>en</strong> informatiearchitectuur primair e<strong>en</strong> zaak van doeltreff<strong>en</strong>dheid<strong>en</strong> doelmatigheid.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>In de <strong>publieke</strong> sfeer zijn zeker twee andere aspect<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel van groot belang,namelijk macht <strong>en</strong> normativiteit. Omdat <strong>publieke</strong> taakbehartiging bepaald nietplaats vindt in e<strong>en</strong> machts- <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>vrij vacuüm <strong>en</strong> ict door de creatie vannieuwe informatiepatron<strong>en</strong> direct invloed heeft op deze machts- <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>constellatie,is in het bijzonder de politiek aanspreekbare <strong>over</strong>heid lang nietaltijd in staat om in alle vrijheid de meest doeltreff<strong>en</strong>de informatiestructuur tekiez<strong>en</strong>. Andere actores binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid prober<strong>en</strong> de nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong>die ict biedt, naar zich toe te trekk<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> d<strong>en</strong>ke aan uitvoer<strong>en</strong>deorgan<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid die met behulp van ict hun positie in de beleidsvormingwill<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> of aan particuliere bedrijv<strong>en</strong> die graag will<strong>en</strong> word<strong>en</strong>ingeschakeld bij de uitvoering van <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> omdat zij de in dat kader verkreg<strong>en</strong>informatie ook kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> om hun positie in de marktsector teversterk<strong>en</strong>.Dit gegev<strong>en</strong> roept voor de <strong>publieke</strong> taakbehartiging geheel eig<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> van normativiteitop. De nieuwe vorm<strong>en</strong> van feitelijke zeggingsmacht die ict voorbepaalde actores creëert, vrag<strong>en</strong> ook nieuwe vorm<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> normering <strong>en</strong>verantwoording. Dit geldt met name in de relatie tuss<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale beleidsbepaling<strong>en</strong> -uitvoering. Door ict veroorzaakte machtsverschuiving<strong>en</strong> in deze relatie di<strong>en</strong><strong>en</strong>in de structur<strong>en</strong> van verantwoording door te werk<strong>en</strong>. Waar in het bedrijfslev<strong>en</strong>om red<strong>en</strong><strong>en</strong> van doelmatigheid de organisatiestructuur steeds meer delogica van de informatiearchitectuur volgt <strong>en</strong> informatierelaties de basis vorm<strong>en</strong>voor de inrichting van organisaties, heeft de koppeling van de formele organisatiestructuuraan de informatiestructuur bij de <strong>publieke</strong> taakbehartiging e<strong>en</strong>geheel eig<strong>en</strong> ratio, namelijk het beginsel dat <strong>publieke</strong> macht ook om <strong>publieke</strong>verantwoording vraagt.215


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>literatuur216Bov<strong>en</strong>s, M.A.P. (1999) De digitale rechtsstaat, inaugurele rede, Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn: Samsom.Dommering, E.J. (1997) ‘Internet, e<strong>en</strong> juridische plaatsbepaling van e<strong>en</strong> nieuw communicatieproces’,blz. 129-151 in M.F. Gelok <strong>en</strong> W.M. de Jong (red.) Volatilisering in de Economie,wrr Voorstudies <strong>en</strong> Achtergrond<strong>en</strong> V98, D<strong>en</strong> Haag: Sdu Uitgevers.Donk, W.B.H.J. van de, <strong>en</strong> I.Th.M. Snell<strong>en</strong> (1998) ‘Towards a Theory of Public Administration inan Information Age’, blz. 3-19 in I.Th.M. Snell<strong>en</strong> and W.B.H.J. van de Donk (eds.)Public Administration in an Information Age, Amsterdam: ios Press.Finer, S.E. (1997) The History of G<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t. Volume III: Empires, Monarchies and the ModernState, Oxford: Oxford University PressFriss<strong>en</strong>, P.H.A. (1996) De virtuele staat, Schoonhov<strong>en</strong>: Academic Service.Hug<strong>en</strong>holtz, P.B. (1998) ‘Het Internet: het auteursrecht voorbij’, blz. 97-260 in Recht <strong>en</strong> Internet,handeling<strong>en</strong> Nederlandse Jurist<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging/1998-I, Dev<strong>en</strong>ter: W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink.A.W. Koers (1998) ‘Internet in kort bestek’, blz. 1-57, 260 in Recht <strong>en</strong> Internet, handeling<strong>en</strong>Nederlandse Jurist<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging/1998-I, Dev<strong>en</strong>ter: W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink.Y.C. Mets (1998) Cultuur <strong>en</strong> nieuwe media: tweerichtingsverkeer, E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de literatuurstudie,wrr Werkdocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> W97, D<strong>en</strong> Haag.Scheepers, A. (1998) ‘Beleidsuitvoering <strong>en</strong> ict: e<strong>en</strong> terugkoppelingsperspectief’, blz. 33-45 inW.B.H.J. van de Donk <strong>en</strong> P.H.A. Friss<strong>en</strong> (red.) Over bestuur, recht <strong>en</strong> informatisering,Lelystad: Koninklijke Vermande.Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (1998) Staat zonder land, E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning vanbestuurlijke gevolg<strong>en</strong> van informatie- <strong>en</strong> communicatietechnologie, D<strong>en</strong> Haag:Sdu Uitgevers.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>6 concurr<strong>en</strong>tiebevordering in infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong><strong>over</strong> ideologische <strong>en</strong> intellectuele beweging<strong>en</strong>M.J.W. van Twist <strong>en</strong> M.E.F. t<strong>en</strong> Heuvelhof 16.1 inleiding6.1.1 infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>Voor e<strong>en</strong> aantal sector<strong>en</strong> in onze sam<strong>en</strong>leving geldt dat ze slechts kunn<strong>en</strong> bestaandoordat er transport- <strong>en</strong> distributi<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> voorhand<strong>en</strong> zijn waarlangs de productie<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing gestalte krijg<strong>en</strong> (Armstrong <strong>en</strong> Doyle 1995: 2). De telecommunicatiesector<strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergiesector vorm<strong>en</strong> hier e<strong>en</strong> voorbeeld van, ev<strong>en</strong>alshet op<strong>en</strong>baar vervoer, de afvalverwerking <strong>en</strong> de drinkwatervoorzi<strong>en</strong>ing.Vanwege het cruciale belang dat in deze sector<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> toebedacht aande transport- <strong>en</strong> distributi<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong>, is het niet ongebruikelijk om hier vaninfrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> te sprek<strong>en</strong>.In de telecommunicatiesector bestaat de infrastructuur uit transmissiemedia<strong>en</strong> schakelc<strong>en</strong>trales. In de elektriciteitsvoorzi<strong>en</strong>ing gaat het om e<strong>en</strong> netwerkdat is opgebouwd uit e<strong>en</strong> hiërarchie van steeds hogere voltageaansluiting<strong>en</strong>.Wat betreft water moet<strong>en</strong> we d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> drinkwaternet, rioleringsnet <strong>en</strong>verwerkingsinstallaties. En het spoorwegnetwerk bijvoorbeeld, is weer uite<strong>en</strong> telegg<strong>en</strong> in het spoor, signaleringsystem<strong>en</strong>, grondwerk<strong>en</strong> (tunnels, brugg<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.)<strong>en</strong> natuurlijk de stations.2176.1.2 maatschappelijk belang infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>Infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> ons van elektriciteit, lever<strong>en</strong> brandstof<strong>en</strong> water, faciliter<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>suitwisseling t<strong>en</strong> behoeve van telefonie <strong>en</strong>omroep, vervoer<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> distribuer<strong>en</strong> goeder<strong>en</strong>. Infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> zijn hiermee van wez<strong>en</strong>lijk belang voor de economie. De product<strong>en</strong> <strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> waarin zij voorzi<strong>en</strong>, beïnvloed<strong>en</strong> op heel directe wijze de welvaart ine<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> de productiviteit <strong>en</strong> de internationale concurr<strong>en</strong>tiepositievan e<strong>en</strong> economie. We zijn zo afhankelijk van deze infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> dat het (tijdelijk) uitvall<strong>en</strong> van slechts één ervan rampzalige gevolg<strong>en</strong>heeft voor de moderne sam<strong>en</strong>leving. De maatschappelijke schade die optreedtbij e<strong>en</strong> dag zonder elektriciteit of telefonie is nauwelijks te <strong>over</strong>zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> zonderop<strong>en</strong>baar vervoer valt misschi<strong>en</strong> niet alles stil, maar toch wel veel.6.1.3 infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> verander<strong>en</strong> snelDe grote betek<strong>en</strong>is voor de economie <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving is waarschijnlijk e<strong>en</strong>belangrijke verklaring voor het feit dat tot voor kort bijna <strong>over</strong>al ter wereld debedrijv<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>war<strong>en</strong> (Europa: publiek monopolie), of anders toch onder scherp <strong>over</strong>heidstoezichtstond<strong>en</strong> (Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>: gereguleerd privaat monopolie). De laatste ti<strong>en</strong>jaar is dit echter in snel tempo aan het verander<strong>en</strong>. Over de hele wereld zijn land<strong>en</strong>aan het studer<strong>en</strong> op <strong>en</strong> aan het experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> met deregulering in dezesector<strong>en</strong>, in combinatie met e<strong>en</strong> privatisering van de <strong>over</strong>heidsbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>liberalisering van de markt<strong>en</strong> voor infrastructuurgebond<strong>en</strong> product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.De gedachte dat deregulering, tezam<strong>en</strong> met privatisering <strong>en</strong> liberalisering,tot e<strong>en</strong> meer efficiënte bedrijfsvoering in infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> zalleid<strong>en</strong>, is in korte tijd zo ongeveer <strong>over</strong>al ter wereld tot uitgangspunt van beleidgemaakt, hoezeer ook de snelheid <strong>en</strong> radicaliteit tuss<strong>en</strong> land<strong>en</strong> mag verschill<strong>en</strong>.Concurr<strong>en</strong>tie wordt hiervoor geacht de prikkel zijn, waarbij het vanuit dezebeleidsopvatting de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn die door lagere prijz<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>klantgerichtheid <strong>en</strong> meer productinnovatie de vrucht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> plukk<strong>en</strong>.218In politieke discussies zijn de (verwachte) positieve effect<strong>en</strong> van privatisering,liberalisering <strong>en</strong> deregulering steeds onderstreept, maar eig<strong>en</strong>lijk is het nog tevroeg om al e<strong>en</strong> afgewog<strong>en</strong> oordeel te kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> <strong>over</strong> de effect<strong>en</strong> die de ontwikkeling<strong>en</strong>in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> oproep<strong>en</strong>. Serieus empirischbewijs van de beloofde voordel<strong>en</strong> van de nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong> is er nog niet.6.1.4 paradigma’s, praktijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> p<strong>en</strong>dulesHet doel van deze studie is e<strong>en</strong> aantal meer algem<strong>en</strong>e, sector<strong>over</strong>stijg<strong>en</strong>dereflecties op de effect<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tiebevordering in infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> uit te werk<strong>en</strong>. We beschrijv<strong>en</strong> daartoe de paradigmaverschuivingdie t<strong>en</strong> grondslag ligt aan de ontwikkeling<strong>en</strong> in de diverse infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> <strong>en</strong> de nieuwe praktijk<strong>en</strong> die deze paradigmaverschuiving oproept.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> will<strong>en</strong> we de ontwikkeling<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>in historisch perspectief plaats<strong>en</strong>. Zou dit dan het voorspelde einde van degeschied<strong>en</strong>is zijn? Zijn alle verandering<strong>en</strong> die we in de toekomst nog mog<strong>en</strong>verwacht<strong>en</strong>, slechts de nasleep van de ontwikkeling<strong>en</strong> die nu plaatsvind<strong>en</strong>:privatisering, liberalisering <strong>en</strong> deregulering? Of moet<strong>en</strong> wij deze verandering<strong>en</strong>slechts beschouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de beweging van de p<strong>en</strong>dule, die onafw<strong>en</strong>dbaarop <strong>en</strong>ig mom<strong>en</strong>t ook weer e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>beweging zal oproep<strong>en</strong>?6.2 schuiv<strong>en</strong>de paradigma’sIn het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> is naar ons idee e<strong>en</strong> paradigmaverschuivingwaarneembaar. We sprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> paradigmaverschuiving,omdat het hier niet slechts e<strong>en</strong> ideologische maar ook e<strong>en</strong> intellectuele bewegingbetreft. Interessant aan de paradigma’s in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> die we hierna duid<strong>en</strong>, is niet alle<strong>en</strong> dat ze zowel intellectueleals ideologische dim<strong>en</strong>sies in zich ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong>, maar ook dat ze tegelijk e<strong>en</strong>situatie schets<strong>en</strong>, helder mak<strong>en</strong> wat er hieraan mis is <strong>en</strong> e<strong>en</strong> perspectief bied<strong>en</strong>op hoe het anders kan <strong>en</strong> beter moet. 2


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>6.2.1 het ‘klassieke’ paradigmaDe c<strong>en</strong>trale veronderstelling die aan het ‘klassieke’ paradigma t<strong>en</strong> grondslag ligt,is dat infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> bepaalde, met name economische,eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> met elkaar del<strong>en</strong>, die uitsluiting van concurr<strong>en</strong>tie w<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong>zelfs noodzakelijk mak<strong>en</strong>. Het gaat dan onder meer om de volg<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>(Bauer 1998: 3-6):• de hoge kapitaalint<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> de hoge investeringskost<strong>en</strong> die nodig zijn voorde aanleg <strong>en</strong> het beheer van de infrastructur<strong>en</strong>, zonder welke de sector<strong>en</strong> nietzoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bestaan;• de economische machtspositie die bedrijv<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van gebruikers doordat de markthet karakter van e<strong>en</strong> natuurlijk monopolie heeft;• het vitale belang van de product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die in deze sector<strong>en</strong> word<strong>en</strong>voorgebracht voor alle andere sector<strong>en</strong> van de economie <strong>en</strong> privé-huishoud<strong>en</strong>s;• onmisbaar voor iedere<strong>en</strong>, zonder dat steeds e<strong>en</strong> substituut beschikbaar is;• het strategische belang van de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> voor de economischeontwikkeling <strong>en</strong> de nationale veiligheid.Onderk<strong>en</strong>ning van eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> als deze heeft ertoe geleid dat tot voor kort inde Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> infrastructuurgebond<strong>en</strong> product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> door sterkgereguleerde <strong>private</strong> monopolies werd<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>, terwijl in Europa voordeze product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> tezelfder tijd het <strong>publieke</strong>-monopoliemodel werdgehanteerd.219Het stelsel van regels dat zich de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia heeft gevormd, is gebaseerdop het paradigma dat infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> natuurlijke monopolieszijn <strong>en</strong> dat <strong>over</strong>heidsinm<strong>en</strong>ging noodzakelijk is om gebruikers te bescherm<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> mogelijk misbruik van monopoliemacht <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele ruïneuze concurr<strong>en</strong>tie(Bauer 1998: 36). De specifieke economische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van deinfrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor hoge vaste kost<strong>en</strong>, die op zeerverschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorberek<strong>en</strong>d aan de gebruikers.Wanneer wordt afgezi<strong>en</strong> van <strong>over</strong>heidsregulering/<strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom, zou ditmaar al te gemakkelijk kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot misbruik van macht <strong>over</strong> prijz<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>pakkett<strong>en</strong><strong>en</strong> investering<strong>en</strong>. Zonder <strong>over</strong>heidsregulering kunn<strong>en</strong> er ookniets ontzi<strong>en</strong>de, destructieve vorm<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie ontstaan.Vanuit historisch perspectief valt te constater<strong>en</strong> dat het ‘klassieke’ paradigmazijn bestaansrecht ontle<strong>en</strong>t aan de negatieve ervaring<strong>en</strong> met het van oorsprong<strong>private</strong> <strong>en</strong> ongereguleerde di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>aanbod in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>.Het economische concept ‘natuurlijk monopolie’ wordt naar vor<strong>en</strong> gebrachtals verklaring voor teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de prestaties van <strong>private</strong> onderneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> deonvolkom<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van de markt als reguler<strong>en</strong>d mechanisme in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong>. Uitgaande van het ‘klassieke’ paradigma kunn<strong>en</strong> regulering<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> antwoord op teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>deprestaties van bedrijv<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> op de vrijemarkt (Bauer 1998: 27). Die prestaties word<strong>en</strong> dan met name gemet<strong>en</strong> aan de


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>hand van groothed<strong>en</strong> als de beschikbaarheid van di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> in afgeleg<strong>en</strong> gebied<strong>en</strong><strong>en</strong> voor groep<strong>en</strong> met lage inkom<strong>en</strong>s, eerlijkheid in de prijsstelling voor verschill<strong>en</strong>decategorieën gebruikers, <strong>en</strong>zovoort. Het paradigma kan niet alle<strong>en</strong> heldermak<strong>en</strong> wat er mis is met het toelat<strong>en</strong> van de vrije kracht<strong>en</strong> van de markt in deinfrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> maar ook e<strong>en</strong> perspectief bied<strong>en</strong> op hoe hethier anders moet <strong>en</strong> beter kan: publiek eig<strong>en</strong>dom <strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsregulering zijn tezi<strong>en</strong> als het resultaat van poging<strong>en</strong> om de politieke <strong>en</strong> economische macht vande bedrijv<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> te beteugel<strong>en</strong>, die kanleid<strong>en</strong> tot verspilling van schaarse middel<strong>en</strong>, willekeur in prijsstelling <strong>en</strong> ongelijkheidin het niveau <strong>en</strong> de kwaliteit van de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing.6.6.2 het ‘nieuwe’ paradigmaInmiddels heeft zich e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d, ‘nieuw’ paradigma aangedi<strong>en</strong>d in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><strong>over</strong> infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>traal hierin staat de bevordering vanmarktwerking, door concurr<strong>en</strong>tie bij de voortbr<strong>en</strong>ging van voormalige nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>mogelijk te mak<strong>en</strong>.220In het ‘klassieke’ paradigma is introductie van concurr<strong>en</strong>tie in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> per definitie onmogelijk, omdat het hier immers om natuurlijkemonopolies gaat. Van e<strong>en</strong> natuurlijk monopolie is sprake wanneer de goedkoopstemanier van producer<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> bereik wordt gebracht door één <strong>en</strong>keleaanbieder de gehele markt te lat<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>. De introductie van concurr<strong>en</strong>tie,door meerdere aanbieders toe te staan, stimuleert hier slechts ineffici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong>roept bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> destructieve vorm<strong>en</strong> van mededinging op door de <strong>over</strong>bodigeaanleg van extra infrastructuurvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (George et al. 1991: 362-363).Wanneer het gaat om de introductie van concurr<strong>en</strong>tie op het spoor lijkt het bijvoorbeeldweinig voor de hand ligg<strong>en</strong>d om e<strong>en</strong> ander bedrijf dat de concurr<strong>en</strong>tiewil aangaan te verzoek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweede spoornet naast het bestaande aan te legg<strong>en</strong>,behalve wellicht voor de drukste routes. De duplicering van infrastructuurdoor de aanleg van e<strong>en</strong> tweede rioolnet, e<strong>en</strong> tweede gasleidingnet of e<strong>en</strong> tweedeelektriciteitsnet wordt in de praktijk ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vaak inefficiënt <strong>en</strong> <strong>over</strong>bodiggeacht. Concurr<strong>en</strong>tie is in e<strong>en</strong> dergelijke situatie vanuit het ‘klassieke’ paradigmapraktisch gezi<strong>en</strong> niet goed voorstelbaar <strong>en</strong> in ieder geval ongew<strong>en</strong>st.Het ‘nieuwe’ paradigma daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> vertrekt vanuit de vaststelling dat door desterke binding met de infrastructuur niet de gehele sector, maar slechts onderdel<strong>en</strong>hiervan het k<strong>en</strong>merk van e<strong>en</strong> natuurlijk monopolie verton<strong>en</strong> (George et al.1991: 362-363). Door bijvoorbeeld e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de infrastructuurzelf <strong>en</strong> de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die via die infrastructuur word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d,kunn<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van de sector aan marktwerking onderworp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanconcurr<strong>en</strong>tieprikkels onderhevig word<strong>en</strong> gemaakt. Concreet: om concurr<strong>en</strong>tiemogelijk te mak<strong>en</strong> op het spoor kan ook word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar mogelijkhed<strong>en</strong>om meerdere bedrijv<strong>en</strong> gebruik te lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van dezelfde infrastructuur voorhet vervoer van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> person<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Het ‘nieuwe’ paradigma belichaamt e<strong>en</strong> kritiek op het model van het publiekmonopolie (of gereguleerd privaat monopolie) als de aangewez<strong>en</strong> wijze vanorganiser<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>. De c<strong>en</strong>trale gedachte die aanhet ‘nieuwe’ (of beter: hernieuwde) paradigma t<strong>en</strong> grondslag ligt, is dat de werkingvan de markt meer ruimte moet <strong>en</strong> kan krijg<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijke verklaring voor de onstuitbare opkomst van het‘nieuwe’ paradigma ligt ongetwijfeld beslot<strong>en</strong> in de weerklank die er op ditmom<strong>en</strong>t in de sam<strong>en</strong>leving te vind<strong>en</strong> is voor politiek gekleurde beschouwing<strong>en</strong>waarin de superioriteit van de <strong>private</strong> onderneming in e<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de marktwordt geplaatst teg<strong>en</strong><strong>over</strong> de nutsinstelling die moet verker<strong>en</strong> in de monopolistischeomgeving van de <strong>publieke</strong> bureaucratie. De paradigmaverschuiving die nuwaarneembaar is, laat zich hiermee deels verklar<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> opleving van heteconomisch <strong>en</strong> politiek ‘laissez-faire’-d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, gebaseerd op e<strong>en</strong> geloof in marktwerkingals doel op zich <strong>en</strong> als <strong>en</strong>ig mechanisme dat werkelijk recht kan do<strong>en</strong>aan individuele vrijheid <strong>en</strong> persoonlijke keuzes. Dit is echter slechts e<strong>en</strong> deelvan de verklaring. Het andere deel is dat zich, naast deze ideologische verschuiving,ook in intellectueel opzicht e<strong>en</strong> verandering voordoet in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong>infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>, die ertoe dwingt de juistheid van het ‘traditionele’paradigma opnieuw te bezi<strong>en</strong>. In de volg<strong>en</strong>de paragraaf licht<strong>en</strong> we dit toe.6.3 de maakbaarheid van de markt221De gedachte dat <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing (gas <strong>en</strong> elektriciteit), op<strong>en</strong>baar vervoer (bus<strong>en</strong> trein) <strong>en</strong> telecommunicatie (telefonie <strong>en</strong> omroep) te beschouw<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijnals e<strong>en</strong> natuurlijk monopolie waarin ge<strong>en</strong> ruimte is voor concurr<strong>en</strong>tie, laat zichterugvoer<strong>en</strong> tot het infrastructuurgebond<strong>en</strong> karakter hiervan. In elk van dezesector<strong>en</strong> is de voortbr<strong>en</strong>ging van product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> onlosmakelijk verbond<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> transport- <strong>en</strong> distributi<strong>en</strong>etwerk waarvan de gemiddelde kost<strong>en</strong>sterk dal<strong>en</strong> met de int<strong>en</strong>siteit van het gebruik. Hierdoor zijn grote schaalvoordel<strong>en</strong>(economies of scale) te behal<strong>en</strong>. Belangrijker nog is dat in elk van deze netwerk<strong>en</strong>sprake is van verzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> (‘sunk costs’). Dit zijn investering<strong>en</strong> inde infrastructuur die nodig zijn voor de productie <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing, maar di<strong>en</strong>iet via doorberek<strong>en</strong>ing aan de klant zijn terug te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het is precies deonderk<strong>en</strong>ning van deze schaalvoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> die in het klassiekeparadigma de opvatting onderbouwt dat infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>natuurlijke monopolies zijn, waarin als <strong>publieke</strong> nutsvoorzi<strong>en</strong>ing voor concurr<strong>en</strong>tiege<strong>en</strong> plaats is (George et al. 1991: 365).Hoe moet<strong>en</strong> we hier dan de w<strong>en</strong>s vanuit het ‘nieuwe’ paradigma begrijp<strong>en</strong> dat ermeer ruimte moet word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong> voor concurr<strong>en</strong>tie? Waar ligg<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> om concurr<strong>en</strong>tie te introducer<strong>en</strong><strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong>? We beschrijv<strong>en</strong> hierna e<strong>en</strong> viertal alternatiev<strong>en</strong>, die elkaar<strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet uitsluit<strong>en</strong> maar aanvull<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>6.3.1 concurr<strong>en</strong>tie op de infrastructuur/concurr<strong>en</strong>tie in de marktE<strong>en</strong> eerste mogelijkheid om concurr<strong>en</strong>tie te introducer<strong>en</strong> in deze sector<strong>en</strong> is omde infrastructuur zelf in publiek eig<strong>en</strong>dom te lat<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s concurr<strong>en</strong>tietoe te staan t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het gebruik hiervan. In het geval van de spoorweg<strong>en</strong>zou dit betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat het spoor in hand<strong>en</strong> blijft van de <strong>over</strong>heid, maar dat deexploitatie van de trein<strong>en</strong> die hier<strong>over</strong> rijd<strong>en</strong> aan onderling concurrer<strong>en</strong>demarktpartij<strong>en</strong> wordt <strong>over</strong>gelat<strong>en</strong>. Concurr<strong>en</strong>tie wordt hier mogelijk gemaaktdoor de verzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> te isoler<strong>en</strong> <strong>en</strong> door pot<strong>en</strong>tiële toetreders tot de marktvoor vervoer per trein de noodzaak te ontnem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> spoorweginfrastructuuraan te legg<strong>en</strong>.222E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de mogelijkheid om concurr<strong>en</strong>tie mogelijk te mak<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> is de infrastructuur in hand<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> van <strong>private</strong> partij<strong>en</strong>(doorgaans zijn dit de voormalige monopolist<strong>en</strong>: incumb<strong>en</strong>ts), waarbij de<strong>over</strong>heid dan in de rol van regulator moet gaan verzeker<strong>en</strong> dat toetreders tot demarkt teg<strong>en</strong> redelijke voorwaard<strong>en</strong> toegang hebb<strong>en</strong> tot het transport- <strong>en</strong> distributi<strong>en</strong>etwerkdat in hand<strong>en</strong> is van de incumb<strong>en</strong>ts. Dit is aan de orde in de telecommunicatiesector,waar de voormalige monopolist het netwerk dat nodig isvoor vaste telefonie, nog steeds stevig in hand<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> waar marktpartij<strong>en</strong>altijd bij elkaar moet<strong>en</strong> aanklopp<strong>en</strong> voor toegang tot elkaars netwerk, om telefoontjesdie <strong>over</strong> deze netwerk<strong>en</strong> gaan te kunn<strong>en</strong> afhandel<strong>en</strong>. Omdat de infrastructuurin deze constructie niet in eig<strong>en</strong>dom van de <strong>over</strong>heid is of komt <strong>en</strong> alev<strong>en</strong>min e<strong>en</strong> aparte onderneming toebehoort die zichzelf onthoudt van di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing<strong>over</strong> de infrastructuur, roept dit wel e<strong>en</strong> aantal specifieke reguleringsvraagstukk<strong>en</strong>op. De incumb<strong>en</strong>t die <strong>over</strong> het meest uitgebreide netwerkbeschikt, zal hier immers altijd e<strong>en</strong> sterke prikkel hebb<strong>en</strong> om toetreding vanconcurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong> of te ontmoedig<strong>en</strong>. Dit kan bijvoorbeeld door e<strong>en</strong> tehoge prijs voor interconnectie (d.w.z. koppeling van netwerk<strong>en</strong>) te stell<strong>en</strong>.De voorwaard<strong>en</strong> waaronder toegang wordt verschaft, zijn dus van ess<strong>en</strong>tieelbelang als de infrastructuur in hand<strong>en</strong> blijft van de marktpartij<strong>en</strong> zelf.Van op<strong>en</strong> toegang tot de infrastructuur is slechts sprake wanneer alle toetredersvrijelijk <strong>en</strong> onvoorwaardelijk gebruik kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van ‘bottl<strong>en</strong>eck’-faciliteit<strong>en</strong>op het terrein van de infrastructuur: spoorlijn<strong>en</strong>, uitz<strong>en</strong>dmast<strong>en</strong>, elektriciteitsnett<strong>en</strong>,drinkwaternet (Klein and Gray 1997: 1-2). Omdat de capaciteit hiervandoorgaans beperkt is, moet de toegang (interconnectie) tot de infrastructuurals bottl<strong>en</strong>eck-faciliteit word<strong>en</strong> beheerst. Niet alle treinmaatschappij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>tegelijk van het spoor gebruik mak<strong>en</strong>, niet alle omroeporganisaties kunn<strong>en</strong> opdezelfde kabelfrequ<strong>en</strong>tie uitz<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Wanneer e<strong>en</strong> incumb<strong>en</strong>t nu eig<strong>en</strong>aar is vanonderdel<strong>en</strong> van de infrastructuur die kunn<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> als bottl<strong>en</strong>eck-faciliteit<strong>en</strong>,is de verleiding groot om (pot<strong>en</strong>tiële) concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit te sluit<strong>en</strong> van het gebruikhiervan, door de prijs voor toegang tot de infrastructuur te verhog<strong>en</strong>. Om dergelijkgedrag te voorkom<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t de <strong>over</strong>heid (in de rol van regulator) regels testell<strong>en</strong> met eis<strong>en</strong> aan de incumb<strong>en</strong>t <strong>over</strong> toegang tot het net <strong>en</strong> interconnectievoorwaard<strong>en</strong>.In dit verband is het bijvoorbeeld mogelijk de incumb<strong>en</strong>t te


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>dwing<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> gebruikersprijs te betal<strong>en</strong> die ev<strong>en</strong> hoog is als de prijs die dezeincumb<strong>en</strong>t aan zijn concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vraagt. E<strong>en</strong> incumb<strong>en</strong>t kan in de verleidingkom<strong>en</strong> om de eig<strong>en</strong>dom van bottl<strong>en</strong>eck-faciliteit<strong>en</strong> te misbruik<strong>en</strong> voor hetopbouw<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tievoordeel in andere segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de markt.Monopoliewinst<strong>en</strong> die hier te behal<strong>en</strong> zijn, kunn<strong>en</strong> immers word<strong>en</strong> ingezet omprijsverlaging<strong>en</strong> te financier<strong>en</strong> in del<strong>en</strong> van de markt waar de concurr<strong>en</strong>tie welhevig is. Om dergelijke verschijnsel<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong> is het mogelijk gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> testell<strong>en</strong> aan de mate van verticale integratie in de bedrijfskolom <strong>en</strong> eis<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>met betrekking tot de scheiding van eig<strong>en</strong>dom van del<strong>en</strong> van het infrastructuursysteem.Bij e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>-access-b<strong>en</strong>adering krijgt de concurr<strong>en</strong>tie op de infrastructuurgestalte door de verkoop van recht<strong>en</strong> op netwerkcapaciteit aan concurrer<strong>en</strong>debedrijv<strong>en</strong> op non-discriminatoire basis (Klein <strong>en</strong> Gray 1997: 2). Voor sommigetyp<strong>en</strong> infrastructuur zal het echter moeilijk zijn dergelijke recht<strong>en</strong> te definiër<strong>en</strong>,vast te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> te handhav<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> manier waardoor echte concurr<strong>en</strong>tiemogelijk is. In e<strong>en</strong> elektriciteitsnet bijvoorbeeld is de capaciteit die al dan nietgebruikt wordt in bepaald deel van het netwerk, e<strong>en</strong> functie van het totaal aanelektriciteitsstrom<strong>en</strong> door het gehele systeem <strong>en</strong> dus niet van e<strong>en</strong> lokaal procesvan onderhandeling<strong>en</strong> of van e<strong>en</strong> beperkt aantal transportbeslissing<strong>en</strong>. In zo’ngeval is het weinig praktisch om capaciteitsrecht<strong>en</strong> of toegangsrecht<strong>en</strong> te definiër<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> alternatief is dan het gebruik van e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal dispatch-systeem datde strom<strong>en</strong> optimaliseert <strong>en</strong> op elk mom<strong>en</strong>t direct de vraag <strong>en</strong> het aanbod opelkaar afstemt. Dit garandeert op<strong>en</strong> toegang, in die zin dat winn<strong>en</strong>de biedersaltijd <strong>en</strong> per definitie hun stroom kunn<strong>en</strong> afzett<strong>en</strong>. Dergelijke ‘smart poolingsystems’word<strong>en</strong> nu <strong>over</strong>al ter wereld in de elektriciteitssector gebruikt.223Product<strong>en</strong> als elektriciteit <strong>en</strong> gas of drinkwater zijn dermate homoge<strong>en</strong> dat hetvoor de klant niet uitmaakt waar het vandaan komt, welke weg het heeft afgelegd<strong>en</strong> door wie het precies wordt aangebod<strong>en</strong>. Dit ligt anders in bijvoorbeeldde telecommunicatie- <strong>en</strong> spoorwegsector. Hier word<strong>en</strong> complexere eis<strong>en</strong> aan deafhandeling <strong>over</strong> de infrastructuur gesteld. E<strong>en</strong> klant, in dit geval e<strong>en</strong> beller ofe<strong>en</strong> reiziger, wil hier e<strong>en</strong> specifiek punt in het netwerk bereik<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> bepaaldelocatie of e<strong>en</strong> bepaald persoon. Hier di<strong>en</strong><strong>en</strong> arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> ontworp<strong>en</strong>voor de di<strong>en</strong>stregeling <strong>over</strong> de infrastructuur om concurr<strong>en</strong>tie mogelijk temak<strong>en</strong>. Het gaat dan in concreto bijvoorbeeld om de toedeling van landings- <strong>en</strong>stijgingsrecht<strong>en</strong> voor vliegtuig<strong>en</strong> (airport slots) <strong>en</strong> om de toewijzing van specifiekespoorlijn<strong>en</strong> voor gebruik op e<strong>en</strong> bepaald tijdstip aan e<strong>en</strong> bepaalde treinmaatschappij.Ook hier is echter e<strong>en</strong> ‘slim’ verdeelsysteem nodig. De waardevan elk gebruiksrecht voor e<strong>en</strong> spoorwegtraject op e<strong>en</strong> bepaald tijdstip hangtimmers mede af van wat er gebeurt in andere, aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zowelin tijd als plaats. Om e<strong>en</strong> optimaal gebruik te bevorder<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>secundaire markt voor de handel in gebruiksrecht<strong>en</strong> mogelijk te mak<strong>en</strong>.Recht<strong>en</strong> die in de primaire markt word<strong>en</strong> aangekocht van de beheerder van deinfrastructuur kunn<strong>en</strong> nu via handel met andere marktpartij<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> voor allemarktpartij<strong>en</strong> optimale di<strong>en</strong>stregeling leid<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Het is dus mogelijk om op e<strong>en</strong> aantal manier<strong>en</strong> ruimte te schepp<strong>en</strong> voor concurr<strong>en</strong>tieop de infrastructuur. Zo is het mogelijk om de infrastructuur te scheid<strong>en</strong>van de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing <strong>over</strong> het net. Vervolg<strong>en</strong>s kan dan de infrastructuur in hand<strong>en</strong>van de <strong>over</strong>heid word<strong>en</strong> gelegd of aan e<strong>en</strong> <strong>private</strong> onderneming word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>die zelf ge<strong>en</strong> belang heeft in de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing. Ook is het mogelijk om deinfrastructuur in eig<strong>en</strong>dom te lat<strong>en</strong> van de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers. Om concurr<strong>en</strong>tievervalsingte voorkom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dan wel duidelijke voorwaard<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld metbetrekking tot de toegang door derd<strong>en</strong>. Afhankelijk van (de technische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>van) het specifieke type infrastructuur di<strong>en</strong><strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de eis<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> gesteldaan de vorm van de markt <strong>en</strong> de wijze waarop concurr<strong>en</strong>tie gestalte kan krijg<strong>en</strong>.6.3.2 concurr<strong>en</strong>tie om de infrastructuur / betwistbare markt<strong>en</strong>224E<strong>en</strong> van de mogelijkhed<strong>en</strong> om ruimte te schepp<strong>en</strong> voor concurr<strong>en</strong>tie in infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> is het bevorder<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie op de infrastructuur,dat wil zegg<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie in de markt. E<strong>en</strong> andere mogelijkheid isom concurr<strong>en</strong>tie om de infrastructuur te lat<strong>en</strong> ontstaan. In de literatuur staatdeze constructie bek<strong>en</strong>d als de vorming van betwistbare markt<strong>en</strong> (contestablemarkets). Hier gaat het erom het monopolie op de infrastructuur via e<strong>en</strong> franchiseconstructiete gunn<strong>en</strong> aan de bieder die de laagste prijs teg<strong>en</strong> de beste kwaliteitaan de klant<strong>en</strong> biedt (Klein <strong>en</strong> Gray 1997: 1). Wanneer gekoz<strong>en</strong> wordt voorconcurr<strong>en</strong>tie om de markt, ding<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> naar franchises die ze het rechtgev<strong>en</strong> om voor bepaalde tijd in e<strong>en</strong> specifiek segm<strong>en</strong>t van de markt <strong>en</strong>ig produc<strong>en</strong>tvan e<strong>en</strong> goed of di<strong>en</strong>st te zijn. Deze constructie is bedoeld om ruimte teschepp<strong>en</strong> voor onderlinge concurr<strong>en</strong>tie. Zij wordt onder meer gebruikt bij detoedeling van omroep- <strong>en</strong> telefoniefrequ<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> bij het gunn<strong>en</strong> van de recht<strong>en</strong>om bepaalde bus- of spoorlijn<strong>en</strong> te exploiter<strong>en</strong>.Om te illustrer<strong>en</strong> hoe het mis kan gaan wanneer concurr<strong>en</strong>tie haar intrede doetin de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> wordt niet zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorbeeld uit hetbusvervoer aangehaald. Hier gaat het verhaal dat buss<strong>en</strong> in Groot-Brittannië omhet hardst red<strong>en</strong> <strong>en</strong> elkaar via volstrekt onverantwoorde inhaalmanoeuvresging<strong>en</strong> passer<strong>en</strong> om maar het eerst bij e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de halte te kunn<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> depassagiers die daar stond<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijk probleem is teontlop<strong>en</strong> door de markt zo te structurer<strong>en</strong> dat er sprake is van de gunning vantijdelijke monopolies (in dit geval de exploitatie van bepaalde buslijn<strong>en</strong>).Niet concurr<strong>en</strong>tie in de markt, maar concurr<strong>en</strong>tie om (del<strong>en</strong> van) de markt ishier dus het aangewez<strong>en</strong> alternatief. Bij concurr<strong>en</strong>tie om de markt ding<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong> naar het recht om voor bepaalde tijd <strong>en</strong>ig aanbieder, dus monopolist,te zijn. Door e<strong>en</strong> monopoliepositie aan tijdslimiet<strong>en</strong> te bind<strong>en</strong> <strong>en</strong> met <strong>en</strong>ige regelmaate<strong>en</strong> hernieuwde allocatie in het vooruitzicht te stell<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> de monopolist<strong>en</strong>hier door de <strong>over</strong>heid geprikkeld kwaliteit te blijv<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> <strong>en</strong> voeling tehoud<strong>en</strong> met de klant. Er zijn in de loop der tijd diverse mechanism<strong>en</strong> ontwikkeldom tijdelijke exclusieve marktrecht<strong>en</strong> toe te del<strong>en</strong> (Tyler <strong>en</strong> Bednarczyk 1993:669-671). Zo is het om te beginn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar dat de gunn<strong>en</strong>de <strong>over</strong>heid ad hoc<strong>en</strong> van geval tot geval besluit <strong>over</strong> de toewijzing van e<strong>en</strong> tijdelijk monopolie.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>E<strong>en</strong> dergelijk mechanisme is snel <strong>en</strong> goedkoop, maar ook vatbaar voor kritiekdoordat procedurele waarborg<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>heid of onbehoorlijkeinvloedsuitoef<strong>en</strong>ing tijd<strong>en</strong>s het besluitvormingsproces.Vervolg<strong>en</strong>s is het mogelijk de beslissing <strong>over</strong> toewijzing te baser<strong>en</strong> op het principe‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’ (first-come first-served). Ook dezemanier is snel <strong>en</strong> goedkoop, maar heeft weer als nadeel dat het gevestigd<strong>en</strong>bevoordeelt t<strong>en</strong> opzichte van nieuwkomers, die soms teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> betere prijskwaliteitverhoudingkunn<strong>en</strong> lever<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> <strong>over</strong>heid kan bij de toewijzing van opdracht<strong>en</strong> ook kiez<strong>en</strong> voor de loterij <strong>en</strong>zo het toeval als beslissingsvariabele inroep<strong>en</strong>. Om te voorkom<strong>en</strong> dat hierdoore<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> inadequate beslissing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt, zijn dan <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s meestalwel bepaalde kwalificatie-eis<strong>en</strong> gesteld aan de deelname. Loterij<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> alsvoordeel dat ze snel <strong>en</strong> goedkoop zijn. De uitkomst<strong>en</strong> ervan word<strong>en</strong> echter ookgek<strong>en</strong>merkt door willekeur <strong>en</strong> mede daarom door de meeding<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> alszeer frustrer<strong>en</strong>d ervar<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de mogelijkheid om te besliss<strong>en</strong> <strong>over</strong> de toewijzing is het organiser<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> beauty contest. Typer<strong>en</strong>d voor deze methode is dat de vergunningvragersmet gedetailleerde voorstell<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de evaluatie hiervan plaatsvindtdoor middel van e<strong>en</strong> formeel vastgelegde procedure. Deze methode heeft alsvoordeel dat de voorbereiding gedeg<strong>en</strong> is <strong>en</strong> de bieding informatief. Het voorzietde lic<strong>en</strong>tieverl<strong>en</strong>er van uitgebreide informatie, het moedigt de aanbieders ook aanzichzelf te onderscheid<strong>en</strong> door service-innovatie <strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de prijz<strong>en</strong>. Het isook e<strong>en</strong> transparant systeem, met procedurele waarborg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>heid<strong>en</strong> misbruik. Het kost echter wel veel tijd <strong>en</strong> veel geld, zowel voor delic<strong>en</strong>tievrager als voor deg<strong>en</strong>e die de lic<strong>en</strong>tie verle<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong> variant hierop is deprijsvraag, waarvan m<strong>en</strong> zich in de architectuur bedi<strong>en</strong>t. Net als de prijsvraagkunn<strong>en</strong> ook comparative hearings word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> bijzondere vorm van debeauty contest. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d is hier dat op<strong>en</strong>bare hoorzitting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> georganiseerd,waarvan het doel is dat de relevante <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de verl<strong>en</strong>ingvan e<strong>en</strong> bepaalde opdracht aan e<strong>en</strong> bepaalde aanbieder op tafel kom<strong>en</strong>.225E<strong>en</strong> laatste mogelijkheid om concurr<strong>en</strong>tie om de markt te organiser<strong>en</strong> is hethoud<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> veiling. Deze methode krijgt op dit mom<strong>en</strong>t doorgaans de voorkeur.Veil<strong>en</strong> wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de toedeling van spectrumfrequ<strong>en</strong>ties,voor de vergunningverl<strong>en</strong>ing aan mobiele telefoonoperators <strong>en</strong> bijhet gunn<strong>en</strong> van concessies voor de exploitatie van b<strong>en</strong>zinepomp<strong>en</strong>. Er zijn verschill<strong>en</strong>demanier<strong>en</strong> van veil<strong>en</strong>. In de praktijk wordt steeds meer gekoz<strong>en</strong> voorde ‘simult<strong>en</strong>eous asc<strong>en</strong>ding approach’. 3Hoewel de exclusieve positie op de markt bij concurr<strong>en</strong>tie om de infrastructuurals zodanig wel blijft bestaan, is er toch e<strong>en</strong> prikkel voor de monopolist om naaroptimale effici<strong>en</strong>cy te strev<strong>en</strong>, door de dreiging dat het franchisecontract naafloop van de termijn niet zal word<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gd. E<strong>en</strong> periodieke veiling van de


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>exclusieve marktrecht<strong>en</strong> geeft de <strong>over</strong>heid als franchisegever bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> belangrijkestrategische informatie <strong>over</strong> de waarde die marktpartij<strong>en</strong> aan de exploitatievan het monopolie toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De introductie van concurr<strong>en</strong>tie om de infrastructuuris verder interessant omdat met deze constructie het probleem van deverzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> (sunk costs) te omzeil<strong>en</strong> valt.226De introductie van concurr<strong>en</strong>tie om de markt, bijvoorbeeld door het veil<strong>en</strong> vanexclusieve marktrecht<strong>en</strong>, is echter niet zonder risico’s (vgl. George et al. 1991:375). Echte concurr<strong>en</strong>tie verdwijnt hier wanneer er mogelijkhed<strong>en</strong> bestaan omgeheime afsprak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bieders te mak<strong>en</strong>. De marktpartij die hier voor e<strong>en</strong>bepaalde tijd het monopolie gegund heeft gekreg<strong>en</strong>, heeft als incumb<strong>en</strong>tbeschikking <strong>over</strong> informatie die niet voor andere marktpartij<strong>en</strong> toegankelijk is.Deze informatiescheefheid kan in het proces van prijsvorming e<strong>en</strong> negatieve rolspel<strong>en</strong>. Het is moeilijk contract<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> te specificer<strong>en</strong> wanneer nietprijsgebond<strong>en</strong>factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> of wanneer er onzekerheidbestaat <strong>over</strong> toekomstige ontwikkeling<strong>en</strong> in de vraag <strong>en</strong>/of de prijs. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>is het lastig <strong>en</strong> tegelijk wel zeer wez<strong>en</strong>lijk de contracttermijn te bepal<strong>en</strong>.Wanneer de termijn te kort is, kan dit ongunstig zijn voor de investeringsbeslissing<strong>en</strong>die de houder van e<strong>en</strong> tijdelijk monopolie moet nem<strong>en</strong>: waarom zoud<strong>en</strong>we de kapotte zitting<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bus vervang<strong>en</strong> als het toch onzeker is of we hiervolg<strong>en</strong>d jaar ook nog rijd<strong>en</strong>? Is de termijn te lang, dan kan dit prikkels wegnem<strong>en</strong>voor de franchis<strong>en</strong>emer om werkelijk efficiënt <strong>en</strong> klantgericht te werk<strong>en</strong>.Het spreekt hiermee voor zich dat ook e<strong>en</strong> keuze voor concurr<strong>en</strong>tie om de marktspecifieke reguleringsvrag<strong>en</strong> met zich br<strong>en</strong>gt. Deze hebb<strong>en</strong> onder meer betrekkingop de organisatie van de primaire markt (toedeling via veiling, contractduur,<strong>en</strong>z.) <strong>en</strong> de secundaire markt (voorwaard<strong>en</strong> voor verhandelbaarheid).6.3.3 concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> infrastructur<strong>en</strong> / monopolistischeconcurr<strong>en</strong>tieSector<strong>en</strong> die door hun infrastructuurgebond<strong>en</strong> karakter de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>natuurlijk monopolie verton<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> op heel verschill<strong>en</strong>de manier aan concurr<strong>en</strong>tieword<strong>en</strong> blootgesteld. E<strong>en</strong> alternatief voor concurr<strong>en</strong>tie op de infrastructuurof concurr<strong>en</strong>tie om de infrastructuur, zoals hiervoor beschrev<strong>en</strong>,is het bevorder<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> infrastructur<strong>en</strong>. Deze vorm van concurr<strong>en</strong>tiewordt in de literatuur ook wel intermodale of monopolistische concurr<strong>en</strong>tieg<strong>en</strong>oemd. Trein<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> zich bijvoorbeeld geconfronteerd met concurr<strong>en</strong>tievan auto’s <strong>en</strong> buss<strong>en</strong>, als het gaat om reizigersvervoer. In de telecommunicatieword<strong>en</strong> lijngebond<strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong> steeds meer blootgesteld aan concurr<strong>en</strong>tievan draadloze di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (mobiele telefonie) <strong>en</strong> in de toekomst zal er wellichtzelfs sprake zijn van concurrer<strong>en</strong>de lijngebond<strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong>, nu de kost<strong>en</strong>voor de aanleg van dergelijke infrastructuur fors omlaag gaan.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Het is mogelijk dergelijke (vaak onbedoelde <strong>en</strong> vanuit het traditionele paradigmazelfs ongew<strong>en</strong>st geachte) vorm<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie bewust te bevorder<strong>en</strong> doorhet buss<strong>en</strong> bijvoorbeeld toe te staan dezelfde langeafstandstraject<strong>en</strong> te exploiter<strong>en</strong>als de trein <strong>en</strong> door de treinmaatschappij<strong>en</strong> in de geleg<strong>en</strong>heid te stell<strong>en</strong> taxibedrijv<strong>en</strong>op te kop<strong>en</strong> waarmee e<strong>en</strong>zelfde of zelfs betere dekkingsgraad te bereik<strong>en</strong>valt dan nu voor de busbedrijv<strong>en</strong> mogelijk is. Concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> infrastructur<strong>en</strong>is ook te bevorder<strong>en</strong> door het stimuler<strong>en</strong> van technologische innovatiesgericht op het tot stand br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van multifunctionele infrastructur<strong>en</strong>: telefoonkabelsdie ook televisiesignal<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verspreid<strong>en</strong>, televisiekabels die ooktelefoonverkeer kunn<strong>en</strong> afhandel<strong>en</strong>, pijpleidingnetwerk<strong>en</strong> die niet slechts ethyle<strong>en</strong>of gas of water kunn<strong>en</strong> vervoer<strong>en</strong>, maar al deze product<strong>en</strong> (<strong>en</strong> meer).6.3.4 concurr<strong>en</strong>tie met de infrastructuur/ monopolistischeconcurr<strong>en</strong>tie-2E<strong>en</strong> laatste mogelijkheid om concurr<strong>en</strong>tie te bevorder<strong>en</strong> in infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> is alternatieve productiewijz<strong>en</strong> tot ontwikkeling te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> waarmeede product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> voortgebracht, zonder dat e<strong>en</strong> beroep hoeft te word<strong>en</strong> gedaan op deinfrastructuurvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. In dit laatste alternatief komt dus het infrastructuurgebond<strong>en</strong>karakter van de productie <strong>en</strong> distributie te vervall<strong>en</strong>. Nu ontstaater marktwerking door wat we zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong> als concurr<strong>en</strong>tie metde infrastructuur. In de watersector kan hier bijvoorbeeld de fles bronwater alsconcurr<strong>en</strong>t voor het leidingwater geld<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voor beeld uit de elektriciteitssectoris de ontwikkeling van de huisg<strong>en</strong>erator (microwarmtekrachtkoppeling(wkk) met Stirlingmotor), die als kleine c<strong>en</strong>trale thuis in de toekomst voor elkhuishoud<strong>en</strong> op zich stroom <strong>en</strong> warmte kan gaan lever<strong>en</strong>.227De grootschalige introductie van e<strong>en</strong> dergelijke nieuwe technologie zorgt nietalle<strong>en</strong> voor concurr<strong>en</strong>tie met de huidige manier van producer<strong>en</strong> <strong>en</strong> distribuer<strong>en</strong>van elektriciteit, maar kan op termijn zelfs mogelijk het einde betek<strong>en</strong><strong>en</strong> van deinfrastructuur.6.3.5het ‘nieuwe’ paradigma: e<strong>en</strong> specificatieWat is nu, al met al, de red<strong>en</strong>ering die gevolgd wordt in het ‘nieuwe’ paradigma,wanneer het aankomt op concurr<strong>en</strong>tiebevordering in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong>? Het vertrekpunt is hier dat de specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaaldeinfrastructuurgebond<strong>en</strong> sector bepal<strong>en</strong>d zijn voor de ruimte die er is voor(bepaalde vorm<strong>en</strong> van) concurr<strong>en</strong>tie. Om die specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> goed inbeeld te krijg<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> de economische structuur in die sector in og<strong>en</strong>schouwte nem<strong>en</strong> (Klein <strong>en</strong> Gray 1997: 3). De economische structuur van de sectordi<strong>en</strong>t hierbij te word<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> op het niveau van afzonderlijke schakels, omzo per schakel te kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> of er al dan niet van e<strong>en</strong> natuurlijk monopoliesprake is <strong>en</strong> wat de mogelijkhed<strong>en</strong> voor concurr<strong>en</strong>tie zijn.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Ruimte lat<strong>en</strong> voor concurr<strong>en</strong>tie is relatief e<strong>en</strong>voudig wanneer verzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>(sunk costs) niet belangrijk zijn. Immers, naarmate de kost<strong>en</strong> die nodig zijn voorproductie <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing, maar die niet op de klant<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verhaald,hoger zijn, zal de toetreding door derd<strong>en</strong> minder makkelijk kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gerealiseerd. Juist door de binding met infrastructurele voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>zijn verzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> <strong>over</strong> het algeme<strong>en</strong> echter juist wel belangrijk in sector<strong>en</strong>als het op<strong>en</strong>baar vervoer, de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de telecom. Concurr<strong>en</strong>tie inde markt is hier toch e<strong>en</strong> optie wanneer het mogelijk is om de verzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>te isoler<strong>en</strong>. Het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> duidelijke scheiding tuss<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong>domvan de infrastructuur <strong>en</strong> het recht van exploitatie via di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing <strong>over</strong> hetnetwerk kan in dit opzicht bijvoorbeeld e<strong>en</strong> uitweg bied<strong>en</strong>. Concurr<strong>en</strong>tie om demarkt door de tijdelijke toewijzing van monopoliefranchises zal het meest efficiëntzijn waar duidelijke schaalvoordel<strong>en</strong> (economies of scale) te behal<strong>en</strong> zijndoor e<strong>en</strong> goede planning (scheduling), zoals bij de exploitatie van stedelijk busvervoerof de vaste vuilnisophaaldi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Concurr<strong>en</strong>tie met de markt (monopolistischeconcurr<strong>en</strong>tie) door het bevorder<strong>en</strong> van mededinging tuss<strong>en</strong> infrastructur<strong>en</strong>of met e<strong>en</strong> infrastructuur is e<strong>en</strong> optie die steeds als aanvulling hieropkan geld<strong>en</strong>.228In sector<strong>en</strong> waar de infrastructuur het transport <strong>en</strong> de distributie van homog<strong>en</strong>egoeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (gas, elektriciteit) verzorgt <strong>en</strong> het begin- <strong>en</strong> eindpunt erniet toe do<strong>en</strong>, is het zinvol te kiez<strong>en</strong> voor ‘smart pooling systems’, althans daarwaar e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de grote markt voor <strong>en</strong>ige concurr<strong>en</strong>tie kan word<strong>en</strong> gecreëerd.In sector<strong>en</strong> waarvoor geldt dat de goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> verzorgd viade infrastructuur niet homoge<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> het begin- <strong>en</strong> eindpunt er wel toe do<strong>en</strong>,is het zinvol te kiez<strong>en</strong> voor <strong>en</strong>ige vorm van op<strong>en</strong> toegang (op<strong>en</strong> access) ofgedeeld gebruik (common carriage), met regulering van de interconnectie.Deze b<strong>en</strong>adering wordt vooral toegepast in de telecommunicatie, maar kan ookword<strong>en</strong> gebruikt als het gaat om de spoorweg<strong>en</strong> of de exploitatie van gaspijpleiding<strong>en</strong>.Niet onbelangrijk is verder het besef dat technologische innovatie steeds demogelijkhed<strong>en</strong> voor concurr<strong>en</strong>tie kan vergrot<strong>en</strong>. Hierbij kan het gaan om allehiervoor onderscheid<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie: concurr<strong>en</strong>tie op de infrastructuur(ontwikkeling nieuwe di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, bijv. resale van telefoniecapaciteit),concurr<strong>en</strong>tie om de infrastructuur (internetondersteuning van de veiling vooretherfrequ<strong>en</strong>ties), concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> infrastructur<strong>en</strong> (multifunctionaliteit vanbijv. de ant<strong>en</strong>nekabels: omroep <strong>en</strong> telefonie) <strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie met de infrastructuur(huisg<strong>en</strong>erator<strong>en</strong> in de elektriciteitsvoorzi<strong>en</strong>ing).Wat nu als concurr<strong>en</strong>tie, in het licht van deze diverse opties, in e<strong>en</strong> bepaaldeschakel toch nog onmogelijk blijkt <strong>en</strong>/of ongew<strong>en</strong>st is? Sluitstuk van de red<strong>en</strong>eringin het ‘nieuwe’ paradigma is dat er dan nog altijd de klassieke optie op<strong>en</strong>staat om te kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> publiek monopolie of e<strong>en</strong> sterk gereguleerd privaatmonopolie.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>6.4 dubbelzinnige praktijk<strong>en</strong>6.4.1 meer markt, minder <strong>over</strong>heidRed<strong>en</strong>er<strong>en</strong>d vanuit het ‘nieuwe’ paradigma is e<strong>en</strong> aantal ontwikkeling<strong>en</strong> in ganggezet binn<strong>en</strong> de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> die meer ruimte moet<strong>en</strong>schepp<strong>en</strong> voor de markt dan nu het geval is <strong>en</strong> die ertoe leid<strong>en</strong> dat de voortbr<strong>en</strong>gingvan nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> meer op afstand van de <strong>over</strong>heid zal plaatsvind<strong>en</strong>dan nu het geval is.PrivatiseringOverhed<strong>en</strong> stot<strong>en</strong> hun aandel<strong>en</strong> in nutsbedrijv<strong>en</strong> af. Bedrijv<strong>en</strong> die op ditmom<strong>en</strong>t operer<strong>en</strong> in de nutssector zull<strong>en</strong> meer op afstand kom<strong>en</strong> te staan van<strong>over</strong>hed<strong>en</strong> dan nu het geval is. De aandel<strong>en</strong> van nutsbedrijv<strong>en</strong> zijn nu veelalgeheel of gedeeltelijk in hand<strong>en</strong> van <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>. Op termijn zull<strong>en</strong> veel <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>hun belang<strong>en</strong> in deze afstot<strong>en</strong>. Aandel<strong>en</strong> van kpn zijn reeds nu vrij verhandelbaarop de beurs. E<strong>en</strong> groot aantal geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft zijn aandel<strong>en</strong> in televisiekabelbedrijv<strong>en</strong>verkocht. Op termijn zull<strong>en</strong> lagere <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> hun belang<strong>en</strong>in <strong>en</strong>ergieproductie- <strong>en</strong> distributiebedrijv<strong>en</strong> gaan afstot<strong>en</strong>. ns speelt met degedachte van e<strong>en</strong> beursgang. Wat er in de toekomst moet gebeur<strong>en</strong> met de aandel<strong>en</strong>in afvalverwerkingsinstallaties <strong>en</strong> busbedrijv<strong>en</strong>, staat periodiek ter discussie.Vervreemding van de aandel<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet automatisch dat deband van <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> met deze bedrijv<strong>en</strong> niet toch nog e<strong>en</strong> bijzondere kan blijv<strong>en</strong>.Zo hebb<strong>en</strong> sommige geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bedong<strong>en</strong> dat zij ook na de verkoop van deaandel<strong>en</strong> in ‘hun’ kabelbedrijv<strong>en</strong> direct of indirect invloed blijv<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> ophet programma-aanbod op de kabel <strong>en</strong> op de tariev<strong>en</strong> voor de abonnem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.229LiberaliseringDel<strong>en</strong> van de afzetmarkt voor nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> van niet<strong>publieke</strong>bedrijv<strong>en</strong>. Naast de bedrijv<strong>en</strong> die nu reeds operer<strong>en</strong> in de nutssector,zull<strong>en</strong> zich in veel sector<strong>en</strong> nieuwe bedrijv<strong>en</strong> meld<strong>en</strong> op de markt. De ess<strong>en</strong>tievan liberalisering is dat markt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgesteld voor toetreders. Markt<strong>en</strong> dievoorhe<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong> door slechts één <strong>over</strong>heidsbedrijf als monopolist,zull<strong>en</strong>, zo veel mogelijk, gewone markt<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong>: markt<strong>en</strong> waarverschill<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> elkaar beconcurrer<strong>en</strong>. Sommige van deze bedrijv<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>dezelfde di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> product<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong> als de klassieke nutsbedrijv<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k indit verband bijvoorbeeld aan e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse <strong>en</strong>ergieproduc<strong>en</strong>t die op termijnzijn elektriciteit zal aanbied<strong>en</strong> aan Nederlandse kleinverbruikers. Voor de consum<strong>en</strong>tzal het niet uitmak<strong>en</strong>, want voor hem is het grosso modo elektriciteit. Maarer zull<strong>en</strong> ook nieuweling<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> die nieuwe product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong>.In de telecomsector is dit nu reeds gaande. Veel toetreders prober<strong>en</strong> hier metgedeeltelijk nieuwe di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats te ver<strong>over</strong><strong>en</strong> op de Nederlandse markt.DereguleringDe voortbr<strong>en</strong>ging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zal in de toekomst meer op afstandvan de <strong>over</strong>heid plaatsvind<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> groter deel van de product<strong>en</strong> of di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>in de nutssector<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voortgebracht, zal afkomstig zijn van bedrijv<strong>en</strong> waarde <strong>over</strong>heid ge<strong>en</strong> bijzondere band meer mee heeft of zelfs nooit mee heeft gehad.Bezi<strong>en</strong> we de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> afstand vanuit de huidige nutsbedrijv<strong>en</strong>, dan is ersprake van privatisering. Bezi<strong>en</strong> we diezelfde ontwikkeling in het licht van detotale markt, dan is sprake van liberalisering. Vanuit de <strong>over</strong>heid zelf bekek<strong>en</strong> isbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> sprake van deregulering. Hier gaat het om e<strong>en</strong> vermindering van demet sancties bedreigde beperking<strong>en</strong> die door de <strong>over</strong>heid aan organisaties <strong>en</strong>individu<strong>en</strong> zijn opgelegd. Binn<strong>en</strong> de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> ontstaatop die manier meer ruimte om de voorzi<strong>en</strong>ing van product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> naareig<strong>en</strong> inzicht vorm te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> in te richt<strong>en</strong>.230VerzelfstandigingOverig<strong>en</strong>s is met het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> van ontwikkeling<strong>en</strong> als privatisering, liberalisering<strong>en</strong> deregulering het proces van afstandsvergroting in de nutssector<strong>en</strong> nogniet volledig beschrev<strong>en</strong>. Het is namelijk zo dat niet alle<strong>en</strong> de productie <strong>en</strong> distributiezelf, maar ook de regulering van de nutssector<strong>en</strong> anders wordt georganiseerd.De regulering van de sector zelf komt meer op afstand van de <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>te staan. Wanneer e<strong>en</strong> markt door privatisering, liberalisering <strong>en</strong> dereguleringop<strong>en</strong>gebrok<strong>en</strong> wordt, ontstaat de behoefte aan e<strong>en</strong> orgaan dat de marktconditiesord<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regelt. Dit omvat meer dan toezicht alle<strong>en</strong>. Het gaat ook om hetschepp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ‘level playing field’, het bescherm<strong>en</strong> van ‘infant companies’ <strong>en</strong>de introductie van asymmetrische gedragsbepaling<strong>en</strong>. Deregulering van nutssector<strong>en</strong>is of komt veelal in hand<strong>en</strong> van organ<strong>en</strong> die op betrekkelijk groteafstand van de <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> staan. De precieze invulling van die afstand verschilt<strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s nog per sector. Soms wordt e<strong>en</strong> toezichthouder door de instelling vane<strong>en</strong> nieuw zelfstandig bestuursorgaan (dus via externe verzelfstandiging) opafstand van het departem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de minister geplaatst. De opta is hiervan e<strong>en</strong>voorbeeld. Maar soms ook mak<strong>en</strong> toezichthouders vooralsnog (al dan niet internverzelfstandigd in de vorm van e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>tschap) als c<strong>en</strong>trale afdeling of directiedeel uit van het departem<strong>en</strong>t. dte is bijvoorbeeld ingesteld als departem<strong>en</strong>taledi<strong>en</strong>st. Overig<strong>en</strong>s ziet het er inmiddels naar uit dat dte e<strong>en</strong> Kamer wordt binn<strong>en</strong>de Nederlandse Mededingingsautoriteit (nma), die zelf naar verwachtingvan e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>tschap zal word<strong>en</strong> omgevormd in e<strong>en</strong> zelfstandig bestuursorgaan.In het op<strong>en</strong>baar vervoer ontbreekt e<strong>en</strong> sectorspecifieke toezichthouder nog.6.4.2 meer markt, meer <strong>over</strong>heidNiet zeld<strong>en</strong> wordt het (door zowel voor- als teg<strong>en</strong>standers) vanzelfsprek<strong>en</strong>d geachtdat concurr<strong>en</strong>tie bevordering in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> meermarkt <strong>en</strong> dus minder <strong>over</strong>heid betek<strong>en</strong>t. De praktijk leert echter dat concurr<strong>en</strong>tiebevorderinge<strong>en</strong> veel complexere verandering oproept die wel ingrijp<strong>en</strong>deverschuiving<strong>en</strong> in <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> teweegbr<strong>en</strong>gt,maar die niet goed te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> zijn in term<strong>en</strong> van ‘meer voor de één, dus mindervoor de ander’. In dit opzicht is het nogal verwarr<strong>en</strong>d om de verandering<strong>en</strong> diezich nu voltrekk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de voortbr<strong>en</strong>ging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,aan te duid<strong>en</strong> met begripp<strong>en</strong> als deregulering, liberalisering <strong>en</strong> privatisering.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Deregulering?E<strong>en</strong> begrip als ‘deregulering’ is bepaald misleid<strong>en</strong>d, wanneer het erom gaat teb<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> welke ontwikkeling<strong>en</strong> zich mom<strong>en</strong>teel voltrekk<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong>. In plaats van dat er op dit mom<strong>en</strong>t regels word<strong>en</strong> afgeschaftin de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> of dat het aantal regels aan het verminder<strong>en</strong>is, zi<strong>en</strong> we namelijk dat er feitelijk e<strong>en</strong> proces gaande is waarin (tegelijk)juist nieuwe (<strong>en</strong> vaak niet minder maar meer) regels word<strong>en</strong> gesteld. Neemnu de telecommunicatiesector. Hier zi<strong>en</strong> we dat er in veel land<strong>en</strong> op dit mom<strong>en</strong>tregulering tot stand komt waar hiervan voorhe<strong>en</strong> niet of nauwelijks sprake was(Hudson 1997: 76). Immers, waar telecommunicatie onderdeel is van e<strong>en</strong> publiekmonopolie bestaat de behoefte aan e<strong>en</strong> apart stelsel van regulering niet; beslissing<strong>en</strong><strong>over</strong> frequ<strong>en</strong>tieverdeling, standaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hier g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>door hetzelfde <strong>over</strong>heidsbedrijf dat voor de nutsfunctie verantwoordelijk is.Wanneer er ruimte ontstaat voor concurr<strong>en</strong>tie, verandert dit. Waar land<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tietoelat<strong>en</strong> in bijvoorbeeld de elektriciteitsvoorzi<strong>en</strong>ing of het op<strong>en</strong>baarvervoer, moet<strong>en</strong> ze zichzelf nieuwe vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, zoals: hoe zorg<strong>en</strong> we ervoordat deze nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> toegankelijk blijv<strong>en</strong> voor de gehele bevolking? Hoeverzeker<strong>en</strong> we ons ervan dat de productie van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor iedere<strong>en</strong>betaalbaar blijft? Hoe realiser<strong>en</strong> we onze milieudoelstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke middel<strong>en</strong>zijn er om sociale <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de markt voldo<strong>en</strong>de telat<strong>en</strong> meeweg<strong>en</strong>? Door concurr<strong>en</strong>tie toe te staan ziet de <strong>over</strong>heid zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>ine<strong>en</strong>s g<strong>en</strong>oodzaakt e<strong>en</strong> ‘level playing field’ tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> waar gelijkekans<strong>en</strong> bestaan voor voormalige monopolist<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe toetreders. Tegelijkdi<strong>en</strong>t diezelfde <strong>over</strong>heid ook nog e<strong>en</strong>s de belang<strong>en</strong> van de moeilijk bereikbare,perifere <strong>en</strong> commercieel gezi<strong>en</strong> minder interessante klant<strong>en</strong> te waarborg<strong>en</strong>.Nieuwe beleidsvrag<strong>en</strong> do<strong>en</strong> hier hun intrede: regeling van de toegang totbottl<strong>en</strong>eck-faciliteit<strong>en</strong>, op<strong>en</strong>brek<strong>en</strong> van monopolieposities <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gaan vankruissubsidiëring.231Zelfs in e<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de vrije markt is regulering nodig om zeker te stell<strong>en</strong> datde marktpartij<strong>en</strong> eerlijk met elkaar concurrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> door hun bedrijfsactiviteit<strong>en</strong>uiteindelijk niet alle<strong>en</strong> hun individuele belang<strong>en</strong>, maar ook het gezam<strong>en</strong>lijke,maatschappelijk belang di<strong>en</strong><strong>en</strong> (Hudson 1997: 76). Misleid<strong>en</strong>d aan dit alles is datonder het mom van deregulering in feite tegelijk ook e<strong>en</strong> ontwikkeling gaande isdie precies het teg<strong>en</strong>deel behelst, namelijk de introductie van regulering waardaarvan voorhe<strong>en</strong> niet of anders toch veel minder sprake was.Liberalisering?E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d begrip waarmee de ontwikkeling<strong>en</strong> die mom<strong>en</strong>teel gaande zijn inde infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>, doorgaans word<strong>en</strong> aangeduid is ‘liberalisering’.Ook deze term is bij nader inzi<strong>en</strong> bepaald misleid<strong>en</strong>d. Liberalisering staatvoor vrijmaking van de markt, door de toetreding door pot<strong>en</strong>tiële concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>toe te staan. Doel van dit alles is natuurlijk dat er concurr<strong>en</strong>tie ontstaat. Maarom concurr<strong>en</strong>tie te creër<strong>en</strong> in infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> is veel meernodig dan het toestaan van toetreding door nieuwkomers (Hudson 1997: 76).


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Om concurr<strong>en</strong>tie te creër<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de belemmering<strong>en</strong> te word<strong>en</strong><strong>over</strong>wonn<strong>en</strong>, bijvoorbeeld:• incumb<strong>en</strong>t advantages: de gevestigde monopolist zal <strong>over</strong> e<strong>en</strong> behoorlijkemachtspositie beschikk<strong>en</strong>. Technische, financiële <strong>en</strong> juridische(merknaam)voordel<strong>en</strong>, voortkom<strong>en</strong>d uit de specifieke positie van de incumb<strong>en</strong>t,mak<strong>en</strong> de toetreding voor nieuwe aanbieders al snel onaantrekkelijk;• cross-subsidization: inkomst<strong>en</strong> uit niet-concurrer<strong>en</strong>de del<strong>en</strong> van de marktzoud<strong>en</strong> door de gevestigde partij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet om voordeel tebehal<strong>en</strong> in de concurrer<strong>en</strong>de del<strong>en</strong> van de markt. Ook dit schrikt toetredingaf;• bottl<strong>en</strong>eck facilities: om concurrer<strong>en</strong>d te kunn<strong>en</strong> operer<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> nieuweaanbieders te beschikk<strong>en</strong> <strong>over</strong> infrastructuurvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die niet zeld<strong>en</strong>nog in hand<strong>en</strong> zijn van de voormalige monopolist<strong>en</strong>. Dit simpele feit is e<strong>en</strong>voudigte misbruik<strong>en</strong> voor het afschrikk<strong>en</strong> van pot<strong>en</strong>tiële toetreders.232Van liberalisering in de zin van ‘vrijlat<strong>en</strong>’ kan dan ook ge<strong>en</strong> sprake zijn. Integ<strong>en</strong>deel,als concurr<strong>en</strong>tiebevordering het doel is, komt het erop aan e<strong>en</strong> hele seriemaatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong> die erop gericht zijn de markt op e<strong>en</strong> onbelemmerde <strong>en</strong>verantwoorde wijze zijn werk te lat<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. De mate waarin e<strong>en</strong> markt daadwerkelijkals geliberaliseerd kan word<strong>en</strong> beschouwd, hangt af van interconnectievoorwaard<strong>en</strong><strong>en</strong> toegangsregels. In dit licht is niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> koppeling van netwerk<strong>en</strong>nodig, maar di<strong>en</strong><strong>en</strong> ook (op het eerste gezicht) technische zak<strong>en</strong> zorgvuldigte word<strong>en</strong> vastgelegd, zoals de prijsstelling voor gebruik van de infrastructuur<strong>en</strong> de ontleding van het netwerk in compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die belangrijk zijnvoor het schepp<strong>en</strong> van echte concurr<strong>en</strong>tie.Gelijke toegang voor alle partij<strong>en</strong> is bijzonder belangrijk voor het ontstaan vanconcurr<strong>en</strong>tie maar zal door het vrijlat<strong>en</strong> van de markt niet kunn<strong>en</strong> ontstaan(Hudson 1997: 73-74). Partij<strong>en</strong> in de markt die eig<strong>en</strong>aar zijn van infrastructuurvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,zull<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> hun monopoliepositie in de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing<strong>over</strong> het netwerk te bescherm<strong>en</strong> door interconnectie te weiger<strong>en</strong> of de toegangsprijshoger te stell<strong>en</strong> dan de kost<strong>en</strong> die zijzelf kwijt zijn of die de toetreders kunn<strong>en</strong>opbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.Om concurr<strong>en</strong>tie mogelijk te mak<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> goede voorwaard<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>geschap<strong>en</strong>. Regels moet<strong>en</strong> zowel de technische vereist<strong>en</strong> als de prijs van interconnectiespecificer<strong>en</strong>. Anders zull<strong>en</strong> toetreders moet<strong>en</strong> inboet<strong>en</strong> op de kwaliteitvan hun di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing of zull<strong>en</strong> zij interconnectie met het bestaande netwerkniet kunn<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>. Interconnectieregels zijn ook noodzakelijk voor detechnische gelijkschakeling van de aanbieders. Gebruikers moet<strong>en</strong> zich ge<strong>en</strong>zorg<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>over</strong> al te grote kwaliteitsverschill<strong>en</strong> in de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing,afhankelijk van welke technologie door welke aanbieder wordt gebruikt.Liberalisering op zich, in de betek<strong>en</strong>is van vrijlating zonder dat mete<strong>en</strong> ook aanvull<strong>en</strong>deregels word<strong>en</strong> gesteld in de richting van voormalige of bestaandemonopolist<strong>en</strong>, is in infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> niet voldo<strong>en</strong>de om daad-


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>werkelijk concurr<strong>en</strong>tie te schepp<strong>en</strong> (Hudson 1997: 76). Ruimte voor concurr<strong>en</strong>tiekan alle<strong>en</strong> dan ontstaan wanneer de <strong>over</strong>heid haar verantwoordelijkheidneemt <strong>en</strong> de markt zo ontwerpt <strong>en</strong> reguleert dat er e<strong>en</strong> ‘level playing field’ ontstaat,met gelijke kans<strong>en</strong> voor gevestigde monopolist<strong>en</strong> (incumb<strong>en</strong>ts) <strong>en</strong> nieuwetoetreders op de markt. De verantwoordelijkheid van de <strong>over</strong>heid strekt dus veelverder dan het vrijlat<strong>en</strong> van de markt door toetreding door pot<strong>en</strong>tiële concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>toe te lat<strong>en</strong>, om zich vervolg<strong>en</strong>s simpelweg terug te trekk<strong>en</strong> uit de markt(Kahn 1998: 17-18).Concluder<strong>en</strong>d kan word<strong>en</strong> vastgesteld dat de term ‘liberalisering’ nogal misleid<strong>en</strong>dis als typering voor de verandering<strong>en</strong> die mom<strong>en</strong>teel in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>; deze verandering<strong>en</strong> behelz<strong>en</strong> zo ongeveer hetteg<strong>en</strong>deel van e<strong>en</strong> vrijmaking van de markt.Privatisering?Niet alle<strong>en</strong> liberalisering <strong>en</strong> deregulering zijn misleid<strong>en</strong>d als het erom gaat teb<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> welke ontwikkeling<strong>en</strong> zich aan het voltrekk<strong>en</strong> zijn in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong>, ook e<strong>en</strong> begrip als privatisering is in dit opzicht bijnadere beschouwing niet bepaald verhelder<strong>en</strong>d. Op zichzelf bezi<strong>en</strong> houdt privatiseringniet veel meer in dan de <strong>over</strong>dracht van eig<strong>en</strong>dom van e<strong>en</strong> organisatie ofinstelling uit de <strong>publieke</strong> sector aan de <strong>private</strong> sector. De problem<strong>en</strong> die er zoud<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> bestaan met monopolieposities in e<strong>en</strong> bepaalde sector, blijv<strong>en</strong> naprivatisering dus gewoon bestaan. Na <strong>over</strong>dracht van de eig<strong>en</strong>dom van e<strong>en</strong> organisatieof instelling aan de <strong>private</strong> sector ontstaat zeker niet vanzelf e<strong>en</strong> markt oféén van de vorm<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie die hiervoor zijn aangeduid.Als er al e<strong>en</strong> positief pleidooi voor privatisering op zichzelf te houd<strong>en</strong> valt,di<strong>en</strong>t dit gebaseerd te zijn op e<strong>en</strong> direct verband tuss<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong>dom (publiekof privaat) <strong>en</strong> de effici<strong>en</strong>cy van e<strong>en</strong> organisatie. De bewijsvoering op dit punt isbepaald niet sluit<strong>en</strong>d <strong>en</strong> <strong>over</strong>tuig<strong>en</strong>d. Weliswaar zijn er vele studies naar deeffect<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong>dom op bedrijfsprestaties versch<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar bij elkaar is hetbeeld dat ze g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>, zeer g<strong>en</strong>uanceerd.233Sommige studies lat<strong>en</strong> de superioriteit van <strong>publieke</strong> onderneming<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>(zie: Millward 1982), terwijl andere studies juist concluder<strong>en</strong> dat <strong>private</strong> onderneming<strong>en</strong>beter scor<strong>en</strong> omdat <strong>publieke</strong> instelling<strong>en</strong> per definitie hogere kost<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> (Borchering et al. 1982). Als we e<strong>en</strong> organisatie als de oecd(1992: 29) mog<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong>, is de belangrijkste verklaring voor deze variëteit in debevinding<strong>en</strong> “the varying interaction betwe<strong>en</strong> ownership and competition andthe effects of regulation where competition is abs<strong>en</strong>t”. Dit leidt ons weg vansimpele veronderstelling<strong>en</strong> <strong>over</strong> de superioriteit van de <strong>en</strong>e vorm van eig<strong>en</strong>dombov<strong>en</strong> de andere <strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt ons weer terug bij het belang van concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> demaakbaarheid van de markt.Privatisering op zich mist wat dat betreft eig<strong>en</strong>lijk precies het punt waar het inde infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> werkelijk om draait, namelijk ruimteschepp<strong>en</strong> voor de markt <strong>en</strong> de bevordering van concurr<strong>en</strong>tie. Niet voor niets iser in de elektriciteitssector in dit licht voor gekoz<strong>en</strong> om liberalisering van de


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>markt aan de privatisering van de nutsbedrijv<strong>en</strong> als regionale monopolies voorafte lat<strong>en</strong> gaan. Hoewel in sterk ideologisch gekleurde betog<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tiebevorderingwel naar vor<strong>en</strong> wordt gebracht als e<strong>en</strong> manier om de pathologieën van de<strong>over</strong>heid te vervang<strong>en</strong> door de superieure kracht<strong>en</strong> van de markt, is in de praktijkvan e<strong>en</strong> dergelijke vervanging ge<strong>en</strong> sprake (Kettl 1993: 14). Door de hernieuwde<strong>en</strong> geïnt<strong>en</strong>siveerde aandacht voor de maakbaarheid van de markt, deinzet van nieuwe <strong>en</strong> innovatieve instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (bijv. veil<strong>en</strong> <strong>en</strong> franchising) <strong>en</strong>marktconforme variant<strong>en</strong> van regulering, zijn <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> markt feitelijk steedsmeer op elkaar aangewez<strong>en</strong> <strong>en</strong> in elkaar verstr<strong>en</strong>geld geraakt. De term privatiseringis al met al nogal misleid<strong>en</strong>d als aanduiding voor e<strong>en</strong> ontwikkeling waarde privatisering van <strong>publieke</strong> onderneming<strong>en</strong> (voorz<strong>over</strong> die al aan de orde is:elektriciteitssector, watersector) veel minder wez<strong>en</strong>lijk is dan het versterk<strong>en</strong>van de <strong>publieke</strong> invloed op <strong>private</strong> partij<strong>en</strong> (‘g<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>talizing of the <strong>private</strong>sector’) door e<strong>en</strong> herontdekking van de maakbaarheid van de markt.6.5vervag<strong>en</strong>de p<strong>en</strong>dules6.5.1 het einde van de geschied<strong>en</strong>is?234Als we Francis Fukuyama mog<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong>, zijn wij getuige van het einde van degeschied<strong>en</strong>is. Naar zijn opvatting is de geschied<strong>en</strong>is (in de Hegeliaanse zin van e<strong>en</strong>continue confrontatie tuss<strong>en</strong> ideologieën) t<strong>en</strong> einde met de universalisering vande liberale democratie als de ultieme staatsvorm. Het lijkt op dit mom<strong>en</strong>t welmode om het einde van van alles <strong>en</strong> nog wat te verkondig<strong>en</strong>: onze geschied<strong>en</strong>is,onze ideologie, onze democratie, onze natiestaat, noem maar op. Het zal hetseizo<strong>en</strong> wel zijn: het einde van e<strong>en</strong> eeuw <strong>en</strong> zelfs van e<strong>en</strong> mill<strong>en</strong>nium is nabij.Toch kan hiermee niet de vraag word<strong>en</strong> afgedaan of we ook voor de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> e<strong>en</strong> post-historische periode tegemoet gaan, met het uitzichtop eeuw<strong>en</strong>lange eindeloze verveling. Zijn alle verandering<strong>en</strong> die in de toekomstnog te verwacht<strong>en</strong> zijn, slechts de nasleep van de privatisering, liberalisering<strong>en</strong> deregulering die nu plaats hebb<strong>en</strong>? Of moet<strong>en</strong> we deze ontwikkeling<strong>en</strong>slechts beschouw<strong>en</strong> als de zoveelste beweging van de p<strong>en</strong>dule, die vroeg of laatonafw<strong>en</strong>dbaar zal word<strong>en</strong> gevolgd door e<strong>en</strong> beweging in omgekeerde richting?Onze positie is deze: op het eerste gezicht vertoont de geschied<strong>en</strong>is van deinfrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> inderdaad de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>duleachtigebeweging. Bij nader inzi<strong>en</strong> ligt dit echter ingewikkelder, omdat debegripp<strong>en</strong> waarmee we de nu gaande zijnde ontwikkeling<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>, onsmisleid<strong>en</strong>: ze suggerer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beweging die de <strong>en</strong>e kant op gaat, terwijl tegelijkook e<strong>en</strong> beweging de andere kant op gaande is.6.5.2 op het eerste gezicht: e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>duleachtige bewegingTot in de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw war<strong>en</strong> infrastructurele voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, zoals weg<strong>en</strong>,kanal<strong>en</strong>, spoorweg<strong>en</strong>, gas- <strong>en</strong> elektriciteitsleiding<strong>en</strong>, riolering<strong>en</strong> <strong>en</strong> watersystem<strong>en</strong>,geheel <strong>en</strong> al in particuliere hand<strong>en</strong>. De inm<strong>en</strong>ging door de <strong>over</strong>heid was


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>minimaal, voorz<strong>over</strong> überhaupt aanwezig (Klein <strong>en</strong> Roger 1995: 1). De twintigsteeeuw br<strong>en</strong>gt hierin verandering. Niet alle<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> de infrastructurele voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>zelf dan steeds meer in hand<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid, ook de bedrijv<strong>en</strong> diezich bezighoud<strong>en</strong> met de voortbr<strong>en</strong>ging van de product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> via dieinfrastructurele voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, rak<strong>en</strong> steeds sterker gereguleerd of word<strong>en</strong> zelfsg<strong>en</strong>ationaliseerd. Overheidsinterv<strong>en</strong>ties gebaseerd op het eerder beschrev<strong>en</strong>‘traditionele’ paradigma vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verklaring hiervoor. Ontevred<strong>en</strong>heid <strong>over</strong>de effici<strong>en</strong>cy, de klantgerichtheid <strong>en</strong> de innovativiteit van onderneming<strong>en</strong> in deinfrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> zorgt dan in de loop van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong>tachtig voor e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de verandering in vele land<strong>en</strong>, waarbij het acc<strong>en</strong>t wordtverlegd van de <strong>over</strong>heid terug naar de markt. E<strong>en</strong> golf van privatisering, liberalisering<strong>en</strong> deregulering gaat <strong>over</strong> de wereld. Het hiervoor reeds toegelichte ‘nieuwe’paradigma vormt de basis daarvoor. Het is alsof deze beweging past in e<strong>en</strong>historische ontwikkeling die zich k<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>duleachtige beweging(Klein <strong>en</strong> Roger 1995: 1).E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de ‘swing of the p<strong>en</strong>dulum’ is zeker te verwacht<strong>en</strong>, als we ons bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>dat privatisering, liberalisering <strong>en</strong> deregulering weliswaar beloftevolle perspectiev<strong>en</strong>mog<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> voor de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>, maar dat erook aanzi<strong>en</strong>lijke risico’s mee verbond<strong>en</strong> zijn. Het is één ding om te verkondig<strong>en</strong>dat er concurrer<strong>en</strong>de markt<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>,het is iets geheel anders om daar in de praktijk ook daadwerkelijk invullingaan te gev<strong>en</strong>. Hier zi<strong>en</strong> we dat ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele toekomstw<strong>en</strong>s, hoe veelbelov<strong>en</strong>dook, zich laat realiser<strong>en</strong> zonder dat eerst e<strong>en</strong> aantal obstakels <strong>en</strong> belemmering<strong>en</strong>wordt <strong>over</strong>wonn<strong>en</strong>.235Wanneer er onder het mom van deregulering in feite sprake is van (re-)regulering,als liberalisering in werkelijkheid allesbehalve e<strong>en</strong> vrijmaking van de marktbehelst <strong>en</strong> privatisering gepaard gaat met e<strong>en</strong> beweging die precies het teg<strong>en</strong>deelbewerkstelligt, kan van e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>duleachtige beweging maar moeilijk sprake zijn.Deze conclusie wordt nog e<strong>en</strong>s versterkt door het besef dat de paradigmaverschuivingdie zich nu voordoet in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong>, meer omvat dan e<strong>en</strong> ideologisch getinte herontdekking van het klassiekemarktd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Het omvat, zoals gezegd, zeker óók e<strong>en</strong> intellectuele vooruitgangin het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> voor marktwerking in infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong>. Hoewel soms met grote stelligheid het teg<strong>en</strong>deel wordtbeweerd (o.a. Hoogerwerf 1995: 78), betek<strong>en</strong>t de herontdekking van de marktzeker niet zonder meer e<strong>en</strong> terugkeer naar de sam<strong>en</strong>leving van de vorige eeuw.6.5.3 de complem<strong>en</strong>taire verhouding van <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> marktConcurr<strong>en</strong>tie di<strong>en</strong>t zorgvuldig te word<strong>en</strong> ontworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> gereguleerd. Hiervooris e<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire verhouding tuss<strong>en</strong> <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> markt b<strong>en</strong>odigd <strong>en</strong> nietde monopolisering van één ord<strong>en</strong>ingsprincipe t<strong>en</strong> koste van de ander.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Wanneer de <strong>over</strong>heid zich terugtrekt als eig<strong>en</strong>aar van de infrastructur<strong>en</strong> <strong>en</strong> alseig<strong>en</strong>aar van de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> <strong>over</strong> de infrastructur<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>gt ditmet zich mee dat de <strong>over</strong>heid vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> nieuwe rol moet gaan vervull<strong>en</strong>.Deze rol betreft het ontwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> reguler<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> markt die door investeerdersgeloofwaardig <strong>en</strong> door klant<strong>en</strong> eerlijk <strong>en</strong> legitiem wordt bevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> diebov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voor de economie als geheel effici<strong>en</strong>cy kan garander<strong>en</strong>. Het is immersonmisk<strong>en</strong>baar zo dat de introductie van marktwerking <strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie in pot<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iet alle<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> maar ook risico’s met zich br<strong>en</strong>gt (Kettl 1993: 164).236E<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel gevaar is bijvoorbeeld dat particuliere bedrijv<strong>en</strong> de markt van<strong>publieke</strong> nutsfuncties tracht<strong>en</strong> te p<strong>en</strong>etrer<strong>en</strong>, door onder de kostprijs te gaan zitt<strong>en</strong>,in de verwachting dat ze die prijz<strong>en</strong> later weer kunn<strong>en</strong> opvoer<strong>en</strong> als e<strong>en</strong>maale<strong>en</strong> monopoliepositie is verworv<strong>en</strong>. Het gevaar is hier dus dat zich na privatisering,liberalisering <strong>en</strong> deregulering in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> die geleidelijk aan e<strong>en</strong> positie als monopolist wet<strong>en</strong> teverwerv<strong>en</strong> of die zich als conglomeraat met andere bedrijv<strong>en</strong> (oligopolie) instaat wet<strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> aandeel in de markt te misbruik<strong>en</strong> om toetreding doornieuwe concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>. Wanneer <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> zich w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> totonderneming<strong>en</strong> om via bijvoorbeeld aanbesteding <strong>publieke</strong> doel<strong>en</strong> langs <strong>private</strong>weg te realiser<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong> deze onderneming<strong>en</strong> soms onderling informele afsprak<strong>en</strong>om niet op prijs te concurrer<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> terugker<strong>en</strong>d probleem in weg<strong>en</strong>aanleg.T<strong>en</strong> slotte is er het gevaar van fraude. Bij inschakeling van de markt kan zich corruptievoordo<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> historische red<strong>en</strong> om de bureaucratie in te schakel<strong>en</strong> aanhet begin van de twintigste eeuw was de bescherming van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> corruptie door <strong>private</strong> partij<strong>en</strong>.De veelgeprez<strong>en</strong> discipliner<strong>en</strong>de werking van de markt bestaat slechts als <strong>en</strong>voorz<strong>over</strong> er sprake is van onderlinge concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong> die succesbeloont <strong>en</strong> fal<strong>en</strong> bestraft (Kettl 1993: 180). Wanneer deze discipliner<strong>en</strong>dewerking van de markt om welke red<strong>en</strong> dan ook niet gerealiseerd wordt, ontstaanonvermijdelijk problem<strong>en</strong>, variër<strong>en</strong>d van bots<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> misbruik vaneconomische machtsposities tot fraude. Markt<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zorgvuldig word<strong>en</strong> ontworp<strong>en</strong><strong>en</strong> gereguleerd, om goed te kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> (Osborne <strong>en</strong> Gaebler1992: 104-106). Of het nu gaat om op<strong>en</strong>baar vervoer of om telefonie, bedrijv<strong>en</strong> diehier operer<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de neiging gaan verton<strong>en</strong> de meest winstgev<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>van de markt af te rom<strong>en</strong>: de meest r<strong>en</strong>dabele busroutes of de klant<strong>en</strong> die hetmeeste voor de telefoondi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>. Wanneer markt<strong>en</strong>niet zorgvuldig ontworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> gereguleerd zijn, kan de concurr<strong>en</strong>tie word<strong>en</strong>ondermijnd. Als <strong>private</strong> onderneming<strong>en</strong> bijvoorbeeld concessies krijg<strong>en</strong> om voorperiodes van twintig tot dertig jaar e<strong>en</strong> elektriciteitsc<strong>en</strong>trale te exploiter<strong>en</strong>, zijn erred<strong>en</strong><strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg om aan te nem<strong>en</strong> dat hier nauwelijks sprake is van e<strong>en</strong> discipliner<strong>en</strong>dewerking van de markt door de introductie van concurr<strong>en</strong>tieprikkels.Zelfs wanneer <strong>private</strong> bedrijv<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> monopoliepositie hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zeg<strong>en</strong>oeg politieke <strong>en</strong> economische macht ontwikkel<strong>en</strong> om concurr<strong>en</strong>tie teg<strong>en</strong> teondermijn<strong>en</strong> (Osborne <strong>en</strong> Gaebler 1992: 106). Indi<strong>en</strong> de concurr<strong>en</strong>tie niet vol-


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>do<strong>en</strong>de zorgvuldig is ontworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> gereguleerd, zull<strong>en</strong> bijvoorbeeld <strong>private</strong>busmaatschappij<strong>en</strong> in de verleiding kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> om grote somm<strong>en</strong> geld tesp<strong>en</strong>der<strong>en</strong> aan lobby-activiteit<strong>en</strong> bij de wetgever <strong>en</strong>/of aan smeergeld voor hetverkrijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> van hun contract<strong>en</strong>. Ondernemers die betrokk<strong>en</strong> zijn bijvuilophaaldi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> verkeerd ontworp<strong>en</strong> markt in de verleidingkunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> hun politieke invloed te gebruik<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> om dehoeveelheid huisvuil te reducer<strong>en</strong>, zoals recycling <strong>en</strong> brongericht beleid.Concurr<strong>en</strong>tie die wel zorgvuldig is ontworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> gereguleerd, kan hierteg<strong>en</strong><strong>over</strong>weer mogelijkerwijs maatschappelijk gezi<strong>en</strong> eerlijker resultat<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> dane<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsmonopolie (Osborne <strong>en</strong> Gaebler 1992: 105). Van <strong>private</strong> partij<strong>en</strong>kan word<strong>en</strong> geëist dat zij vergelijkbare lon<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> verstrekk<strong>en</strong> of bepaaldgew<strong>en</strong>st gedrag stimuler<strong>en</strong>. Het is belangrijk te beseff<strong>en</strong> dat wez<strong>en</strong>lijke waard<strong>en</strong><strong>en</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>publieke</strong> doel<strong>en</strong> van <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> niet verlor<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> te gaan doorde introductie van concurr<strong>en</strong>tie. Van <strong>private</strong> contractant<strong>en</strong> kan heel goedword<strong>en</strong> geëist dat ze alle segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de markt di<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zo kan afromingword<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> zorgvuldig ontworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> gereguleerde marktwerking kan de <strong>publieke</strong> zaakdi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> is hiermee het teg<strong>en</strong><strong>over</strong>gestelde van de uitverkoop van <strong>publieke</strong>tak<strong>en</strong> aan de ‘vrije markt’. De vrije markt bestaat niet, t<strong>en</strong> minste als hiermeee<strong>en</strong> markt vrij van <strong>over</strong>heidsregulering wordt bedoeld. Alle legale markt<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gestructureerd door <strong>over</strong>heidsregels.2376.5.4 <strong>over</strong>heidsregulering: van vervanging naar voorwaarde voormarktwerkingOm e<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire verhouding tuss<strong>en</strong> <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> markt tot stand tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> duurzaam te behoud<strong>en</strong> zijn nieuwe <strong>en</strong> innovatieve vorm<strong>en</strong> vanregulering noodzakelijk, niet e<strong>en</strong> onvoorwaardelijk geloof in de zelfreguler<strong>en</strong>dewerking van de markt of e<strong>en</strong> uitverkoop van <strong>over</strong>heidsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan demarkt. In dit opzicht is het niet onbelangrijk te constater<strong>en</strong> dat tot het midd<strong>en</strong>van de jar<strong>en</strong> tachtig regulering vooral ter vervanging van concurr<strong>en</strong>tie werdingezet, op het mom<strong>en</strong>t dat concurr<strong>en</strong>tie niet mogelijk werd geacht of in depraktijk faalde. Inmiddels wordt hier anders teg<strong>en</strong>aan gekek<strong>en</strong>. Reguleringwordt nu niet meer zozeer als e<strong>en</strong> substituut voor concurr<strong>en</strong>tie gezi<strong>en</strong>, maar alsaanvulling hierop, bedoeld om de mogelijk negatieve effect<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie,zoals ongelijke toegang voor di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers of grote gebiedsgebond<strong>en</strong> prijsverschill<strong>en</strong>,weg te nem<strong>en</strong> (Bauer 1998: 4). Met de introductie van e<strong>en</strong> meer procompetitieveb<strong>en</strong>adering van <strong>publieke</strong> nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is het uitgangspuntvan de <strong>over</strong>heidsregulering verschov<strong>en</strong> in de richting van het faciliter<strong>en</strong> vancompetitie (bijv. door vrije toegang <strong>en</strong> interconnectiebeleid) <strong>en</strong> het begeleid<strong>en</strong>van de <strong>over</strong>gang naar meer competitieve marktstructur<strong>en</strong>. Traditionele vorm<strong>en</strong>van regulering word<strong>en</strong> steeds meer vervang<strong>en</strong> door nieuwe, innovatieve <strong>en</strong>marktconforme reguleringsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan is de vervangingvan rate base/rate of return regulation door performance based regulation.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>E<strong>en</strong> voorbeeld is ook de inzet van gro<strong>en</strong>estroomcertificat<strong>en</strong> in de stroomvoorzi<strong>en</strong>ing.Verder kan hier het gebruik van concessievoorwaard<strong>en</strong> als middel voorhet bereik<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> doel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangemerkt als e<strong>en</strong> vorm van meermarktconforme regulering. Regulering wordt steeds nadrukkelijker gezi<strong>en</strong> alse<strong>en</strong> voorwaarde voor concurr<strong>en</strong>tie in plaats van als e<strong>en</strong> vervanger hiervan, zoalshet doorgaans werd opgevat in het ‘klassieke’ paradigma op de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> als <strong>publieke</strong> nutsvoorzi<strong>en</strong>ing (Bauer 1998: 8).6.6 vrag<strong>en</strong> met betrekking tot ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> sturing238Ess<strong>en</strong>tieel in de gedachtevorming <strong>over</strong> infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> is hetbesef dat rondom de voortbr<strong>en</strong>ging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> zeer hybride karakter geld<strong>en</strong>. Enerzijds is de voortbr<strong>en</strong>ging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>verbond<strong>en</strong> met doel<strong>en</strong> die zich lat<strong>en</strong> typer<strong>en</strong> als: de levering van goedkopedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> deugdelijke kwaliteit van di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed niveauvan productinnovatie. Goedkope <strong>en</strong>ergie, goed <strong>en</strong> goedkoop op<strong>en</strong>baar vervoer<strong>en</strong> goedkope telecom word<strong>en</strong> alom gew<strong>en</strong>st geacht. Door het acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong> vanbedrijfsmatig d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in de nutssector<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> deze doel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> bereikword<strong>en</strong> gebracht. Ontwikkeling<strong>en</strong> als privatisering, liberalisering <strong>en</strong> dereguleringpass<strong>en</strong> hierbij.Anderzijds zijn aan nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ook specifieke maatschappelijke doel<strong>en</strong>verbond<strong>en</strong>. Energie moet schoon, betrouwbaar <strong>en</strong> voor iedere<strong>en</strong> betaalbaar zijn,gebruik van het op<strong>en</strong>baar vervoer di<strong>en</strong>t in het licht van milieudoelstelling<strong>en</strong> teword<strong>en</strong> gestimuleerd als alternatief voor automobiliteit <strong>en</strong> telecom is e<strong>en</strong> middelom vorm te gev<strong>en</strong> aan het recht op informatie voor e<strong>en</strong> ieder in onze sam<strong>en</strong>leving.De aanvaarding van deze doel<strong>en</strong> wijst steeds in de richting van e<strong>en</strong> meerdan gewone <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>is.We nem<strong>en</strong> het hybride karakter van de doelstelling<strong>en</strong> die rondom de nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>geld<strong>en</strong>, hier als vertrekpunt voor e<strong>en</strong> beschouwing <strong>over</strong> vrag<strong>en</strong> metbetrekking tot de ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> sturing in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>.Ze kom<strong>en</strong> voort uit <strong>en</strong>kele belangrijke ontwikkeling<strong>en</strong> die we hier aan de ordewill<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, namelijk: internationalisering <strong>en</strong> het ontstaan van oligopolies.6.6.1 internationaliseringTot voor kort opereerd<strong>en</strong> infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> altijd op nationalebasis. Internationale activiteit<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij wet verbod<strong>en</strong> in zowel de land<strong>en</strong>waar pot<strong>en</strong>tiële investeerders vandaan zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> als de land<strong>en</strong>waar geïnvesteerd zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Bauer 1998: 67). Inmiddels ligt dit welanders: buit<strong>en</strong>landse investeerders word<strong>en</strong> uitg<strong>en</strong>odigd om te invester<strong>en</strong> <strong>en</strong> derestricties die word<strong>en</strong> opgelegd voor investering<strong>en</strong> van nationale bedrijv<strong>en</strong> inhet buit<strong>en</strong>land, zijn versoepeld.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Privatisering, liberalisering <strong>en</strong> deregulering drag<strong>en</strong> bij aan de internationaliseringvan het bedrijfslev<strong>en</strong> dat de Nederlandse markt bedi<strong>en</strong>t. Privatisering vanbedrijv<strong>en</strong> kan ertoe leid<strong>en</strong> dat de aandel<strong>en</strong> van het voorhe<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> nutsbedrijfdirect of op termijn geheel of gedeeltelijk in buit<strong>en</strong>landse hand<strong>en</strong> terechtkom<strong>en</strong>.Liberalisering van de markt kan implicer<strong>en</strong> dat de Nederlandse marktop<strong>en</strong> moet voor buit<strong>en</strong>landse bedrijv<strong>en</strong>. Deregulering schept ruimte voor initiatiev<strong>en</strong>van binn<strong>en</strong>landse <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse onderneming<strong>en</strong> om allianties te vorm<strong>en</strong>,fusies aan te gaan of <strong>over</strong>names te initiër<strong>en</strong>. Tezam<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong>voor de internationalisering die nu in de nutssector<strong>en</strong> op gang komt.Internationalisering kan meerdere gedaant<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>. Het kan gaan ombuit<strong>en</strong>landse gigant<strong>en</strong> die onder eig<strong>en</strong> naam de Nederlandse markt betred<strong>en</strong>.Voorbeeld<strong>en</strong> hiervan in de afvalsector zijn bfi <strong>en</strong> Waste Managem<strong>en</strong>t. In debussector gaat het onder meer om Arriva <strong>en</strong> Vancom <strong>en</strong> in de hav<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> wehier bijvoorbeeld <strong>over</strong> Hutchison Whampoa. Verder kan het gaan om buit<strong>en</strong>landsegigant<strong>en</strong> die het ‘vermomd als David’ opnem<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de Nederlandseincumb<strong>en</strong>t (Goliath). In de telecomsector is Telfort hier e<strong>en</strong> voorbeeld van.T<strong>en</strong> slotte kan het gaan om buit<strong>en</strong>landse gigant<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> Nederlands bedrijf<strong>over</strong>nem<strong>en</strong>. Dit speelt op het spoor, zowel bij het goeder<strong>en</strong>vervoer (db-cargokoopt ns-cargo) als bij het person<strong>en</strong>vervoer (cgea koopt aandel<strong>en</strong> in L<strong>over</strong>s).239Rondom internationalisering in de voortbr<strong>en</strong>ging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>in term<strong>en</strong> van ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> sturing t<strong>en</strong> minste de volg<strong>en</strong>de twee vrag<strong>en</strong>: 4• Di<strong>en</strong>t het ‘level playing field’ op nationaal of op internationaal niveau teword<strong>en</strong> vorm gegev<strong>en</strong>?• In hoeverre is het gew<strong>en</strong>st of acceptabel dat infrastructur<strong>en</strong> <strong>en</strong> nutsbedrijv<strong>en</strong>in buit<strong>en</strong>landse hand<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>?Natuurlijk speelt het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> antwoord op deze vrag<strong>en</strong> zich niet in hetluchtledige af. Er is regelgeving, met name Europese, die de beantwoording vandeze vrag<strong>en</strong> inkadert. Maar in de praktijk blijk<strong>en</strong> land<strong>en</strong> bij de uitvoering vandeze regelgeving uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de strategieën te kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. Ze kunn<strong>en</strong> vooruitlop<strong>en</strong>op regels, maar er ook voor kiez<strong>en</strong> juist achterop te lop<strong>en</strong>. Wie de situatiein diverse Europese land<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t vergelijkt, ziet dat zesterk van elkaar kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>. Het <strong>en</strong>e land is veel verder met privatisering<strong>en</strong>/of liberalisering dan het andere. In het <strong>en</strong>e land heeft de incumb<strong>en</strong>t noge<strong>en</strong> veel sterkere positie dan in het andere. Per land verschilt de rol van de toezichthoudersterk, <strong>en</strong>zovoort. De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> land<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> erop dat erminimaal <strong>en</strong>ige ruimte is voor strategische keuzes door <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>.Het ‘level playing field’: op nationaal of op internationaal niveau?Is de ambitie om op nationaal niveau in Nederland e<strong>en</strong> level playing field te creer<strong>en</strong>,dan is de consequ<strong>en</strong>tie hiervan dat de incumb<strong>en</strong>ts die hier inmiddels actiefzijn, minder ruimte krijg<strong>en</strong> dan nieuwkomers. Het doel hiervan is dat er op d<strong>en</strong>duur op de binn<strong>en</strong>landse markt <strong>en</strong>igerlei vorm van concurr<strong>en</strong>tie ontstaat.Volg<strong>en</strong>s deze red<strong>en</strong>ering houdt opta str<strong>en</strong>g toezicht op kpn <strong>en</strong> is eerst geprobeerdom vsn op te splits<strong>en</strong>, waarna to<strong>en</strong> dat niet lukte, dit busbedrijf te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>is gegev<strong>en</strong> dat zij in haar huidige vorm niet het marktaandeel in het Nederlandsebusvervoer kan behoud<strong>en</strong> dat ze nu heeft (door uitsluiting van aanbestedingsprocedures).Kiest m<strong>en</strong> ervoor het ‘level playing field’ op internationaal niveau te bezi<strong>en</strong>, danleidt dit tot geheel andere strategieën. Internationaal bezi<strong>en</strong> zijn de Nederlandseincumb<strong>en</strong>ts doorgaans betrekkelijk klein. Om internationaal de concurr<strong>en</strong>tie aante kunn<strong>en</strong> zou de Nederlandse incumb<strong>en</strong>t op zijn thuismarkt niet te zeer <strong>en</strong>zeker niet te snel aan beperking<strong>en</strong> onderworp<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s dezelaatste red<strong>en</strong>ering kwam het plan tot stand om de <strong>en</strong>ergieproductiebedrijv<strong>en</strong>met elkaar te lat<strong>en</strong> fuser<strong>en</strong> tot het grootschalig productiebedrijf. Alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong>bedrijf met e<strong>en</strong> omvang van de Nederlandse productiebedrijv<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong> zou opde internationale markt e<strong>en</strong> faire kans hebb<strong>en</strong>.240Nutsbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> infrastructur<strong>en</strong>: in binn<strong>en</strong>- of buit<strong>en</strong>landse hand<strong>en</strong>?Liberalisering <strong>en</strong> privatisering kunn<strong>en</strong> ertoe leid<strong>en</strong> dat gedeelt<strong>en</strong> van nutsbedrijv<strong>en</strong><strong>en</strong> infrastructur<strong>en</strong> onder buit<strong>en</strong>lands beheer kom<strong>en</strong>, bijvoorbeeld doordatde aandel<strong>en</strong> van incumb<strong>en</strong>ts geheel of gedeeltelijk in buit<strong>en</strong>landse hand<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k in dit verband aan Hutchison Whampoa, dat e<strong>en</strong> bod heeft uitgebrachtop ect <strong>en</strong> hiermee de strategisch belangrijke containerterminal inde Rotterdamse hav<strong>en</strong> in eig<strong>en</strong>dom zou krijg<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k ook aan db-Cargo, datsam<strong>en</strong>gaat met ns-Cargo. Ook kan het zo zijn dat belangrijke gedeelt<strong>en</strong> van deNederlandse markt in hand<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong>landse service providers.Dit laatste is nu al het geval in de afvalwereld.Natuurlijk maakt het de gewone gebruiker weinig uit of hij zijn elektriciteitbetrekt uit e<strong>en</strong> Nederlands of e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>lands bedrijf. Maar omdat met de voortbr<strong>en</strong>gingvan nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> doorgaans <strong>publieke</strong> doel<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> zijn diehet nationaal belang betreff<strong>en</strong> (economisch belang, maar ook staatsveiligheid <strong>en</strong>de dreig<strong>en</strong>de afhankelijkheid van andere land<strong>en</strong> voor vitale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>),wordt de vraag of nutsbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> infrastructur<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>, of zelfs maarmog<strong>en</strong>, internationaliser<strong>en</strong> doorgaans met grote terughoud<strong>en</strong>dheid b<strong>en</strong>aderd.De beantwoording van beide vrag<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van strategieën voor ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong>sturing hangt nauw sam<strong>en</strong>. Kiest m<strong>en</strong> ervoor om Nederland als het relevant<strong>en</strong>iveau te beschouw<strong>en</strong> waarop e<strong>en</strong> level playing field te organiser<strong>en</strong> valt, danleidt dit onvermijdelijk tot internationalisering van nutsbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> infrastructur<strong>en</strong>via deelname door buit<strong>en</strong>landse bedrijv<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de inzet daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> isom het level playing field op internationaal niveau te realiser<strong>en</strong>, dan is de kansop e<strong>en</strong> dergelijke internationalisering aanzi<strong>en</strong>lijk geringer. Vanwege de sam<strong>en</strong>hangtuss<strong>en</strong> beide vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ze hier als onderdeel van hetzelfde dilemmabeschouwd.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Tabel 6.1Dilemma level playing field/bedrijfseig<strong>en</strong>domlevel playing field:level playing field:nationaalinternationaalbedrijv<strong>en</strong> op binn<strong>en</strong>landse markt:bedrijv<strong>en</strong> op binn<strong>en</strong>landse markt:internationaalnationaalpositief • sleutelonderdel<strong>en</strong> van economie blijv<strong>en</strong> • reciprociteit: de Nederlandse bedrijv<strong>en</strong>in Nederlandse hand<strong>en</strong>krijg<strong>en</strong> kans<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>land• sterke binn<strong>en</strong>landse incumb<strong>en</strong>t krijgt faire • er komt buit<strong>en</strong>lands kapitaal <strong>en</strong> k<strong>en</strong>niskans in het buit<strong>en</strong>landnaar Nederlandnegatief • ge<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie op de binn<strong>en</strong>• • verzwakking van de positie van Nederlandsemarktlandse incumb<strong>en</strong>ts•Nederlandse incumb<strong>en</strong>t krijgt ge<strong>en</strong>• ongevaarlijk og<strong>en</strong>de buit<strong>en</strong>landse toetreders‘concurr<strong>en</strong>tie training’blijk<strong>en</strong> (na fusies) gevaarlijke concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>• onvoldo<strong>en</strong>de prikkels voor verbetering<strong>en</strong> •verafhankelijking in vitale del<strong>en</strong>in prijs, kwaliteit <strong>en</strong> innovatievan de Nederlandse economieOp zoek naar e<strong>en</strong> dilemmabest<strong>en</strong>dig arrangem<strong>en</strong>tAls <strong>en</strong> voorz<strong>over</strong> Nederland kiest voor e<strong>en</strong> zeer behoud<strong>en</strong>de of getemporiseerdeinternationaliseringsstrategie door het zolang of zoveel mogelijk afscherm<strong>en</strong>van de binn<strong>en</strong>landse markt, heeft dit e<strong>en</strong> aantal consequ<strong>en</strong>ties. Te verwacht<strong>en</strong>valt dat infrastructur<strong>en</strong> die tot de basis van de Nederlandse economie gerek<strong>en</strong>dkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, in hand<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> van de Nederlandse <strong>over</strong>heid of van Nederlandseonderneming<strong>en</strong> waar<strong>over</strong> Nederlandse <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> bijzondere zegg<strong>en</strong>schaphebb<strong>en</strong>. Het wordt buit<strong>en</strong>landse bedrijv<strong>en</strong> onmogelijk gemaakt om viae<strong>en</strong> strategische positionering op de infrastructur<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tievoordel<strong>en</strong> tebehal<strong>en</strong> die de Nederlandse economie schade zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> berokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.E<strong>en</strong> andere consequ<strong>en</strong>tie is dat de Nederlandse incumb<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> strijd behoeft telever<strong>en</strong> op de binn<strong>en</strong>landse markt. Op zijn thuismarkt kan hij daarom e<strong>en</strong> stabiele<strong>en</strong> betrouwbare omzet realiser<strong>en</strong>, wat hem in staat stelt in het buit<strong>en</strong>landde concurr<strong>en</strong>tie krachtig aan te gaan.241Er zijn echter ook nadel<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de keuze voor deze strategie. Het eerst<strong>en</strong>adeel is dat de verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie aan de Nederlandse consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>onthoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie op internationaal niveau bijvoorbeeldleidt tot goedkopere di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> product<strong>en</strong>, zal de Nederlandse consum<strong>en</strong>t hierniet snel van profiter<strong>en</strong>. Het tweede nadeel is dat de afwezigheid van concurr<strong>en</strong>tiede drive tot technologische innovatie wel e<strong>en</strong>s zou kunn<strong>en</strong> wegnem<strong>en</strong>.Tot slot kan de comfortabele situatie voor de incumb<strong>en</strong>t op zijn thuismarkt e<strong>en</strong>red<strong>en</strong> zijn wat minder scherp te zijn in de bedrijfsvoering dan bij int<strong>en</strong>sieve,dus ook binn<strong>en</strong>landse, concurr<strong>en</strong>tie het geval zou zijn.Als <strong>en</strong> voorz<strong>over</strong> Nederland kiest voor e<strong>en</strong> strategie van voortvar<strong>en</strong>de internationalisering,gekoppeld aan het strev<strong>en</strong> om op nationaal niveau e<strong>en</strong> level playingfield tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, heeft dit opnieuw e<strong>en</strong> aantal specifieke consequ<strong>en</strong>ties.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Toepassing van het reciprociteitsbeginsel zal ertoe leid<strong>en</strong> dat waar Nederlandsemarkt<strong>en</strong> zich op<strong>en</strong><strong>en</strong> voor buit<strong>en</strong>landse bedrijv<strong>en</strong>, omgekeerd ook Nederlandsebedrijv<strong>en</strong> toegang krijg<strong>en</strong> tot buit<strong>en</strong>landse markt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> tweede voordeel is datde Nederlandse economie baat kan hebb<strong>en</strong> bij goed functioner<strong>en</strong>de buit<strong>en</strong>landsebedrijv<strong>en</strong> die invester<strong>en</strong> in infrastructur<strong>en</strong> waarvan ook Nederlandse bedrijv<strong>en</strong>gebruik kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> risico is hier wel dat buit<strong>en</strong>landse bedrijv<strong>en</strong> die zichop de Nederlandse markt begev<strong>en</strong>, bijvoorbeeld via allianties of verschuiving<strong>en</strong>in de eig<strong>en</strong>dom, binn<strong>en</strong> het bereik kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong>landse gigant<strong>en</strong>,die in staat zijn Nederlandse bedrijv<strong>en</strong> van de markt te drukk<strong>en</strong>. Via e<strong>en</strong> strategischepositionering op de infrastructuur kunn<strong>en</strong> zij de nationale incumb<strong>en</strong>ts ine<strong>en</strong> zeer ongemakkelijke positie manoeuvrer<strong>en</strong>. De vrees is in dit verband bijvoorbeelddat buit<strong>en</strong>landse bedrijv<strong>en</strong> de markt zull<strong>en</strong> afrom<strong>en</strong> (cream skimming/cherry picking) <strong>en</strong> de binn<strong>en</strong>landse bedrijv<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> afschep<strong>en</strong> met de minderinteressante del<strong>en</strong> van de markt. Ook de <strong>over</strong>weging dat vitale del<strong>en</strong> van d<strong>en</strong>ationale economie in buit<strong>en</strong>landse hand<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, speelt hier e<strong>en</strong> rol.242E<strong>en</strong> aantal strategieën is d<strong>en</strong>kbaar om uit dit dilemma te gerak<strong>en</strong>. De eerste strategieis om sleutelonderdel<strong>en</strong> in de sector<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> die niet of slechtsonder string<strong>en</strong>te voorwaard<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bereik van Nederlandse <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. Overweging<strong>en</strong> hierbij zijn het belang voor deeconomie of het belang voor andere ess<strong>en</strong>tiële waard<strong>en</strong>. Hierbij speelt ook e<strong>en</strong>rol of alternatiev<strong>en</strong> voor de desbetreff<strong>en</strong>de infrastructurele voorzi<strong>en</strong>ing beschikbaarzijn of niet. Indi<strong>en</strong> er alternatiev<strong>en</strong> zijn, zal de behoefte aan bijzonderebescherming minder zijn. Fysieke netwerk<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> veelal de smalste schakelin de productiekolom van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Er is doorgaans maar één netwerk(het spoor) of er is maar e<strong>en</strong> zeer beperkt aantal fysieke netwerk<strong>en</strong> (telecommunicatie).Stroomafwaarts in de productiekolom verbred<strong>en</strong> de schakels zich danweer, met andere woord<strong>en</strong>: op het netwerk is dan weer concurr<strong>en</strong>tie mogelijk.Het is daarom goed zorgvuldig na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> het eig<strong>en</strong>dom van de fysiekeinfrastructuur, <strong>over</strong> de regels die geld<strong>en</strong> voor vervreemding ervan <strong>en</strong> <strong>over</strong> deregels die toezi<strong>en</strong> op de toegang tot het netwerk. Voor telecom geldt bijvoorbeelddat het telefoonnet eig<strong>en</strong>dom is van kpn, het eig<strong>en</strong>dom van kabelnett<strong>en</strong> isverspreid <strong>over</strong> e<strong>en</strong> groot aantal partij<strong>en</strong>, het juridisch eig<strong>en</strong>dom van het spoor isin hand<strong>en</strong> van ns Railinfratrust bv <strong>en</strong> het economisch eig<strong>en</strong>dom is in hand<strong>en</strong>van ns Railinfrabeheer bv. Het transportnet voor <strong>en</strong>ergie is eig<strong>en</strong>dom van de<strong>en</strong>ergieproductiebedrijv<strong>en</strong>, die op hun beurt weer in hand<strong>en</strong> zijn van lagere<strong>over</strong>hed<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>t is beslot<strong>en</strong> dat het rijk 50 proc<strong>en</strong>t + 1 aandeel in hand<strong>en</strong> krijgtvan dit netwerk. E<strong>en</strong> andere strategie is om geleidelijk te internationaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong>steeds in <strong>over</strong>leg met de sector af te weg<strong>en</strong> welke risico’s op dat mom<strong>en</strong>t aanverdere internationalisering zijn verbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe deze risico’s afgedekt kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong>. Tot slot kan aanvull<strong>en</strong>de regelgeving word<strong>en</strong> ontworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> vastgesteldom ess<strong>en</strong>tiële belang<strong>en</strong> te bescherm<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>6.6.2 oligopolievormingIn discussies <strong>over</strong> de gew<strong>en</strong>ste marktvorm bij de voortbr<strong>en</strong>ging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>is niet zeld<strong>en</strong> de (to<strong>en</strong>) bestaande situatie van het (<strong>publieke</strong>) monopolieafgezet teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>ste situatie van e<strong>en</strong> vrije markt, waarin veel bedrijv<strong>en</strong>met elkaar wedijver<strong>en</strong> om de gunst van de consum<strong>en</strong>t. Echter, in de praktijk zalvoor veel product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> in de nutssector<strong>en</strong> ook na privatisering <strong>en</strong>liberalisering van e<strong>en</strong> vrije markt ge<strong>en</strong> sprake zijn. De dominante marktvorm isdie van e<strong>en</strong> oligopolie. In e<strong>en</strong> oligopolie kunn<strong>en</strong> process<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> die devoordel<strong>en</strong> van de beoogde concurr<strong>en</strong>tie grot<strong>en</strong>deels t<strong>en</strong>iet do<strong>en</strong>. In plaats vanelkaar te beconcurrer<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> de pot<strong>en</strong>tiële concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> oligopoliede neiging om de strijd uit de weg gaan. Dit alles vanuit het besef dat ze doorelkaar te beconcurrer<strong>en</strong> hun betrekkelijk comfortabele positie kunn<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong>.De process<strong>en</strong> die dit besef oproept kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld de volg<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong>aannem<strong>en</strong>:• pot<strong>en</strong>tiële concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> fuser<strong>en</strong> (db-cargo <strong>en</strong> ns-cargo);• pot<strong>en</strong>tiële concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gaan allianties aan (Unisource, luchtvaartmaatschappij<strong>en</strong>);• collusie tuss<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong> in het oligopolie (Libertel <strong>en</strong> kpn; ns-reizigers<strong>en</strong> db-reizigers).243Het is van belang te beseff<strong>en</strong> dat oligopolies ontstaan waar wellicht is gehooptop vrije marktachtige constellaties, omdat arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zijn ontworp<strong>en</strong>om in e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> markt te functioner<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong> oligopoloïde setting e<strong>en</strong> heelandere uitwerking hebb<strong>en</strong> dan in e<strong>en</strong> vrije markt. E<strong>en</strong> complicatie bij dit alles isdat het veel tijd zal vrag<strong>en</strong> voordat de markt<strong>en</strong> die zich nu ontwikkel<strong>en</strong> rondomde nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> meer definitieve vorm aannem<strong>en</strong>.Hoe di<strong>en</strong>t het toezicht te word<strong>en</strong> ingericht <strong>en</strong> vormgegev<strong>en</strong>?Bij de privatisering van nutsbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> de liberalisering van de markt voor nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>komt het erop aan bestuurlijke arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> die responsiefzijn <strong>en</strong> hiermee recht kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> aan verander<strong>en</strong>de <strong>en</strong> veranderlijkemarktconstellaties. E<strong>en</strong> bestuurlijk arrangem<strong>en</strong>t dat geschikt wordt geacht om derisico’s van oligopoloïde situaties te mitiger<strong>en</strong>, is de instelling van e<strong>en</strong> toezichthouder/regulator.In land<strong>en</strong> waar altijd al <strong>private</strong> monopolies belast war<strong>en</strong> met delevering van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (usa) <strong>en</strong> waar al eerder ervaring is opgedaan metprivatisering <strong>en</strong> liberalisering (uk), is dit arrangem<strong>en</strong>t in de nutssector niet onbek<strong>en</strong>d.In Nederland wint de rol van onafhankelijke regulator (toezichthouder <strong>en</strong>marktmeester) snel aan gewicht. In de telecomsector is opta aangewez<strong>en</strong> alsregulator, hierin geflankeerd door de nma <strong>en</strong> het Commissariaat voor de Media.In de <strong>en</strong>ergiesector is dte aangewez<strong>en</strong> als toezichthouder <strong>en</strong> marktmeester.dte zal e<strong>en</strong> Kamer bij de nma word<strong>en</strong>. De vormgeving van de toezichthouder ise<strong>en</strong> belangrijke <strong>en</strong> gevoelige zaak. E<strong>en</strong> van de dilemma’s die hierbij speelt, is depositionering van de toezichthouder t<strong>en</strong> opzichte van de sector <strong>en</strong> de minister.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Schematisch laat dit dilemma zich als volgt weergev<strong>en</strong>:Tabel 6.2Dilemma positionering toezichthoudernabij sectornabij ministerpositief draagvlak doet recht aan ministeriële verantwoordelijkheidgoede infonegatief niet onafhankelijk ondeskundigge<strong>en</strong> gezag in veldE<strong>en</strong> toezichthouder die zich nabij de sector bevindt, zal goed geïnformeerd zijn<strong>over</strong> de sector. Hij k<strong>en</strong>t de economie <strong>en</strong> de technologie van de sector. Besluit<strong>en</strong>van de toezichthouder zull<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong> van deze k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> van begrip voor deproblem<strong>en</strong> die in de sector lev<strong>en</strong>. De kans op draagvlak van besluit<strong>en</strong> van detoezichthouder is daarom aanzi<strong>en</strong>lijk. De keerzijde hiervan is dat de onafhankelijkheidvan de toezichthouder gemakkelijk in het geding kan kom<strong>en</strong>.244E<strong>en</strong> positionering nabij de minister heeft als voordeel dat de minister in staat iszijn verantwoordelijkheid te nem<strong>en</strong>, maar het is dan maar zeer de vraag of detoezichthouder in de og<strong>en</strong> van de sector voldo<strong>en</strong>de deskundig is. Indi<strong>en</strong> twijfelsbestaan aan zijn deskundigheid zal dat t<strong>en</strong> koste gaan van zijn gezag in het veld.Er is sprake van e<strong>en</strong> dilemma: e<strong>en</strong> keuze voor nabijheid tot de sector sluit nabijheidtot het veld uit <strong>en</strong> vice versa. Beide keuzes k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong>.Nabijheid van de toezichthouder tot de één impliceert afhankelijkheid van detoezichthouder <strong>en</strong> juist deze afhankelijkheid tast het gezag van de toezichthouderin de og<strong>en</strong> van de ander aan.De oplossing voor dit dilemma ligt beslot<strong>en</strong> in de afhankelijkheidsparadox: doortegelijk vele afhankelijkhed<strong>en</strong> te schepp<strong>en</strong>, creëer je juist onafhankelijkheid.Door de toezichthouder afhankelijk te mak<strong>en</strong> van zowel de sector als van deminister krijgt hij de geleg<strong>en</strong>heid informatie uit twee bronn<strong>en</strong> in te winn<strong>en</strong>.Hierdoor beschikt hij <strong>over</strong> meer informatie dan zowel de sector als de minister,wat hem in werkelijkheid in e<strong>en</strong> betrekkelijk onafhankelijke positie plaatst.Bescherm<strong>en</strong> van de concurr<strong>en</strong>tie of van de concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>?E<strong>en</strong> vraag die zich onvermijdelijk voordoet bij de introductie van marktwerkingis of het regime dat de <strong>over</strong>gangsfase beheerst, incumb<strong>en</strong>ts <strong>en</strong> toetreders opgelijke wijze moet behandel<strong>en</strong> of dat hier (in beginsel slechts tijdelijk) <strong>en</strong>igeongelijkheid gerechtvaardigd is. Hierbij valt onder meer te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan striktereregulering van de prijsstelling door de voormalige monopolist. Daar waar concurr<strong>en</strong>tiebevorderinghet beleidsdoel is, lijkt e<strong>en</strong> uniform stelsel van regels vooralle partij<strong>en</strong> het ultieme doel op de lange termijn, wanneer e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> vrijemarkt is ontstaan. In de praktijk wordt dat voor de huidige situatie echter ge<strong>en</strong>reële optie geacht. Niet zeld<strong>en</strong> wordt hier de positieve discriminatie van toetredersals noodzakelijk <strong>en</strong> onvermijdelijk gezi<strong>en</strong>.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Om e<strong>en</strong> eerlijke concurr<strong>en</strong>tiepositie te garander<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> toetreders natuurlijkte word<strong>en</strong> beschermd teg<strong>en</strong> kruissubsidiëring of teg<strong>en</strong> poging<strong>en</strong> van de voormaligemonopolist<strong>en</strong> om door verticale integratie concurr<strong>en</strong>tie te verhinder<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t eerlijke toegang te word<strong>en</strong> verzekerd voor nieuwkomers tot dedoor deze incumb<strong>en</strong>ts beheerste, bottl<strong>en</strong>eck-faciliteit<strong>en</strong>. De neiging bestaatechter om verder te gaan dan alle<strong>en</strong> het garander<strong>en</strong> van eerlijke concurr<strong>en</strong>tiepositiesvoor toetreders op basis van hun relatieve effici<strong>en</strong>cy. Voorkeur<strong>en</strong> di<strong>en</strong>iet aan relatieve effici<strong>en</strong>cy zijn gerelateerd, spel<strong>en</strong> soms ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rol <strong>en</strong>soms word<strong>en</strong> poging<strong>en</strong> gedaan om toetreders te bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> efficiëntereacties van incumb<strong>en</strong>ts (Kahn 1998: 36). Nieuwe bedrijv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan (tijdelijk)afgeschermd in de concurr<strong>en</strong>tieslag met de incumb<strong>en</strong>ts. Dit betek<strong>en</strong>t bijvoorbeelddat deze nieuwe bedrijv<strong>en</strong> tijdelijk van al te heftige prijsconcurr<strong>en</strong>tieword<strong>en</strong> gevrijwaard. Dit om de nieuwe bedrijv<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heid te gev<strong>en</strong> ervaringop te do<strong>en</strong>, zich in e<strong>en</strong> markt te vestig<strong>en</strong> <strong>en</strong> hierdoor op lange termijn te kunn<strong>en</strong><strong>over</strong>lev<strong>en</strong> zonder verdere bescherming. E<strong>en</strong> voorbeeld van hoe dit in de praktijkuitwerkt, is dat de incumb<strong>en</strong>t in de telecomsector vaak wordt uitgeslot<strong>en</strong> vanmeebied<strong>en</strong> in de veiling van bepaalde spectrumfrequ<strong>en</strong>ties. Dat kan zeker ruimteschepp<strong>en</strong> voor toetred<strong>en</strong> door nieuwkomers, maar het valt niet te ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>dat acties zoals deze op zichzelf anticompetitief zijn. (Kahn 1998: 37).Dergelijke asymmetrische beperking<strong>en</strong> van de initiatiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> reacties vanincumb<strong>en</strong>ts gaan op zichzelf beschouwd verder dan het slechts instandhoud<strong>en</strong>van concurr<strong>en</strong>tie door onderling concurrer<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> te bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>concurr<strong>en</strong>tie (Kahn 1998: 39). Doorgaans word<strong>en</strong> dergelijke acties gerechtvaardigdmet de red<strong>en</strong>ering dat het hier om tijdelijke maatregel<strong>en</strong> gaat die slechts ine<strong>en</strong> <strong>over</strong>gangsfase geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> die niet meer nodig zijn bij het volwass<strong>en</strong> word<strong>en</strong>van de markt. Zeker in het licht van de dreig<strong>en</strong>de oligopolievorming in de sector<strong>en</strong>waar<strong>over</strong> we hier sprek<strong>en</strong>, zou dit wel e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> al te optimistisch standpuntkunn<strong>en</strong> zijn. Om te voorkom<strong>en</strong> dat oligopolies gaan ontstaan op het spoor, opde afvalmarkt <strong>en</strong> bij de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zou het bescherm<strong>en</strong> van nieuwe toetredersteg<strong>en</strong> prijsefficiënte reacties van de gevestigde partij<strong>en</strong> op de markt wele<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zaak van lange adem kunn<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>.245Tabel 6.3Dilemma bescherming concurr<strong>en</strong>tie/concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>Bescherm<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>Bescherm<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tiepositief behoud van meerdere marktpartij<strong>en</strong> prijsefficiënte reacties gevestigde partij<strong>en</strong>negatief klant<strong>en</strong> draai<strong>en</strong> op voor de kost<strong>en</strong> oligopolievorming door uit de markt drukk<strong>en</strong>van nieuwkomersMogelijk ligt de oplossing voor dit dilemma beslot<strong>en</strong> in de onderk<strong>en</strong>ning van deparadox dat concurr<strong>en</strong>tiebevordering in de praktijk vraagt om e<strong>en</strong> situatie waarineerder de bescherming van bepaalde marktpartij<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie aan deorde is dan e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve blootstelling hieraan.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Precies omgekeerd kan de oplossing voor dit dilemma ook wel e<strong>en</strong>s beslot<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong> in de onderk<strong>en</strong>ning dat er ge<strong>en</strong> directe sam<strong>en</strong>hang bestaat tuss<strong>en</strong> dehoeveelheid concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mate van concurr<strong>en</strong>tie. Het is e<strong>en</strong> misverstandte d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het aantal concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vanzelf meer concurr<strong>en</strong>tieimpliceert. De meerwaarde van e<strong>en</strong> concept als ‘contestable market’ is nujuist geleg<strong>en</strong> in het besef dat zelfs e<strong>en</strong> monopolist gedwong<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> omconcurrer<strong>en</strong>d te operer<strong>en</strong> door de dreiging van toetreding alle<strong>en</strong>.246Hybride organisaties: wel of niet toelaatbaarNiet alle infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tegelijkertijd <strong>en</strong> in hetzelfdetempo vrijgemaakt <strong>en</strong> ook binn<strong>en</strong> de uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de schakels waaruit e<strong>en</strong> sectoris opgebouwd bestaan verschill<strong>en</strong> naar de mate waarin <strong>en</strong> de snelheid waarmeeconcurr<strong>en</strong>tie zijn intrede doet. Hierdoor kan het heel goed zijn dat e<strong>en</strong> ondernemingdie zich bezighoudt met de voortbr<strong>en</strong>ging van e<strong>en</strong> of meer nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,zich op de <strong>en</strong>e markt in e<strong>en</strong> monopoliepositie bevindt <strong>en</strong> op de andere marktde concurr<strong>en</strong>tie met andere onderneming<strong>en</strong> moet aangaan. Dit kan bijvoorbeeldhet geval zijn omdat e<strong>en</strong> onderneming <strong>en</strong>erzijds als service provider met anderepartij<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong> moet, terwijl het tegelijk als monopolist de infrastructuurin eig<strong>en</strong>dom heeft. Het kan ook kom<strong>en</strong> doordat e<strong>en</strong> onderneming als ‘multiutility’tegelijk in meerdere sector<strong>en</strong> opereert, waarbij de <strong>en</strong>e sector al wel (telefonie)<strong>en</strong> de andere nog niet (water) of niet geheel (elektriciteit) is vrijgemaakt.E<strong>en</strong> belangrijke beleidsvraag is hoe moet word<strong>en</strong> omgegaan met dergelijke onderneming<strong>en</strong>,die zowel op monopolistische (regulated) als concurrer<strong>en</strong>de (nonregulated)markt<strong>en</strong> operer<strong>en</strong>. Moet m<strong>en</strong> toestaan dat onderneming<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong>beschikk<strong>en</strong> <strong>over</strong> e<strong>en</strong> monopolie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van infrastructurele voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,deelnem<strong>en</strong> aan de concurr<strong>en</strong>tie op de markt van de service providers? Mog<strong>en</strong>service providers die op de thuismarkt als incumb<strong>en</strong>t feitelijk <strong>over</strong> e<strong>en</strong> monopoliepositiebeschikk<strong>en</strong>, toetred<strong>en</strong> in nieuwe, opkom<strong>en</strong>de <strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de markt<strong>en</strong>?Is het toelaatbaar dat onderneming<strong>en</strong> die zich bevind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> nutssector die nogniet of niet geheel is op<strong>en</strong>gesteld voor concurr<strong>en</strong>tie, zich gaan begev<strong>en</strong> op markt<strong>en</strong>waar al wel van e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie sprake is? Steeds is hier de zorg dat decombinatie van moet<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong> op de <strong>en</strong>e markt <strong>en</strong> het bezit van e<strong>en</strong> monopoliepositieop de andere markt ruimte schept voor ongew<strong>en</strong>ste gedragseffect<strong>en</strong>,zoals kruissubsidiëring, zelfbevoordeling (self-dealing) <strong>en</strong> prijsdiscriminatie.Ongew<strong>en</strong>ste praktijk<strong>en</strong> zijn in dit verband: ‘limit-<strong>en</strong>try pricing’, dat wil zegg<strong>en</strong>:het stell<strong>en</strong> van prijz<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de kostprijs om toegang tot de markt voor ander<strong>en</strong>onaantrekkelijk te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘predatory pricing’, dat wil zegg<strong>en</strong>: het stell<strong>en</strong>van prijz<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> kostprijs om concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de markt uit te krijg<strong>en</strong>.Uitgaande van het zog<strong>en</strong>aamde ‘pure utility model’ kan er voor hybride organisatiesge<strong>en</strong> plaats zijn (Bauer 1998: 62-63). Het is vanuit dit model e<strong>en</strong> bedrijfmet e<strong>en</strong> monopoliepositie in de <strong>en</strong>e markt, bijvoorbeeld door het bezit vanbepaalde infrastructurele voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, niet toegestaan te participer<strong>en</strong> in (desegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van) andere markt<strong>en</strong> waar wel concurr<strong>en</strong>tie bestaat. Voordeel vandeze b<strong>en</strong>adering is dat niet of althans minder snel het risico bestaat dat bijvoor-


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>beeld e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er misbruik gaat mak<strong>en</strong> van zijn monopoliepositie op(bepaalde del<strong>en</strong> van) de infrastructuur. Nadeel is dat er niet, of althans mindersnel, synergie-effect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontstaan, die voortkom<strong>en</strong> uit de koppeling van(k<strong>en</strong>nis <strong>over</strong>) markt<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderneming.Het antwoord kan in dat licht ook juist omgekeerd luid<strong>en</strong> dat hybriditeit wel toelaatbaaris (o.a. In ‘t Veld 1997). De nutstaak kan goedkoper word<strong>en</strong> uitgevoerddoor de inkomst<strong>en</strong> die op de (nieuw ontwikkelde) markt word<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>ereerd.De winst<strong>en</strong> uit de nev<strong>en</strong>activiteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt om de tariev<strong>en</strong> vande <strong>publieke</strong> tak<strong>en</strong> te verlag<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk argum<strong>en</strong>t voor het toelat<strong>en</strong> (zelfsstimuler<strong>en</strong>) van hybriditeit is dat hiervan synergie-effect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitgaan.De organisatie wordt geprikkeld om klantgerichter, efficiënter <strong>en</strong> effectiever tefunctioner<strong>en</strong>. Onder invloed van de concurr<strong>en</strong>tie in de markt kan ook in de beschermd<strong>en</strong>utsvoorzi<strong>en</strong>ing de alomvatt<strong>en</strong>de aandacht voor de klant doordring<strong>en</strong>.Het voordeel van de b<strong>en</strong>utting van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring in verschill<strong>en</strong>de richting<strong>en</strong>kan groot zijn. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de kwaliteit van de professionele expertiseweer to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> wanneer ze in verschill<strong>en</strong>de richting<strong>en</strong> toepassing vindt.Sam<strong>en</strong>balling van creatieve pot<strong>en</strong>tie in hybride organisaties kan hierdoor voorde sam<strong>en</strong>leving juist weldadig zijn. Het kan innovatie bevorder<strong>en</strong>. Het getuigtbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> van goed r<strong>en</strong>tmeesterschap om niet altijd b<strong>en</strong>utte, maar wel noodzakelijkecapaciteit te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. De totale kost<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid word<strong>en</strong> hierdoorverlaagd.247Tabel 6.4Dilemma hybride organisatiesHybriditeit:niet toelaatbaarHybriditeitwel toelaatbaarpositief - voorkom<strong>en</strong> van kruissubsidiëring, - bevorder<strong>en</strong> van synergie-effect<strong>en</strong>:prijsdiscriminatie, self-dealinginnovatie, klantgerichtheid, <strong>en</strong>z.- mogelijkhed<strong>en</strong> van subsidies voor maatschappelijkgew<strong>en</strong>st gedragnegatief - belemmer<strong>en</strong> van synergie-effect<strong>en</strong> - risico van kruissubsidiëring, prijsdiscriminatie,self-dealingE<strong>en</strong> uitweg uit dit dilemma is geleg<strong>en</strong> in het verlat<strong>en</strong> van de dogmatische discussie<strong>over</strong> het wel of niet toelaatbaar zijn van hybride organisaties <strong>en</strong> in plaatshiervan op zoek te gaan naar de voorwaard<strong>en</strong> waaronder deze zinvol kunn<strong>en</strong>bestaan. Voorbeeld<strong>en</strong> van dergelijke voorwaard<strong>en</strong> zijn:• structurele scheiding op het niveau van de onderneming tuss<strong>en</strong> het deel dat<strong>over</strong> e<strong>en</strong> monopoliepositie beschikt <strong>en</strong> het deel dat zich op concurrer<strong>en</strong>demarkt<strong>en</strong> beweegt: gescheid<strong>en</strong> managem<strong>en</strong>t, gescheid<strong>en</strong> administratie,gescheid<strong>en</strong> rechtsvorm<strong>en</strong>;• opstelling van gedragscodes om inefficiënte transacties tuss<strong>en</strong> het nutsbedrijf<strong>en</strong> de marktonderneming(<strong>en</strong>) te eliminer<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>6.7 slotconclusies <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting6.7.1 onopgeloste spanning<strong>en</strong>, blijv<strong>en</strong>de dilemma’sHoewel de verandering<strong>en</strong> die zich nu voltrekk<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> drastisch <strong>en</strong> verstrekk<strong>en</strong>d zijn, kunn<strong>en</strong> we tegelijk vaststell<strong>en</strong> dat veelvan de onderligg<strong>en</strong>de beleidsvrag<strong>en</strong> niet wez<strong>en</strong>lijk veranderd zijn. Ondanksschuiv<strong>en</strong>de paradigma’s in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>,zijn de c<strong>en</strong>trale spanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> dilemma’s in ess<strong>en</strong>tie gelijk geblev<strong>en</strong>.248Dit zou ge<strong>en</strong> verrassing hoev<strong>en</strong> zijn. We zijn gew<strong>en</strong>d de product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>van infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> aan te duid<strong>en</strong> als <strong>publieke</strong> nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,omdat ze bepaalde waard<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> <strong>en</strong> belicham<strong>en</strong>. Deze waard<strong>en</strong>zijn onder meer: betaalbaarheid, bereikbaarheid, toegankelijkheid, betrouwbaarheid.De meeste (zo niet alle) van deze waard<strong>en</strong> zijn vatbaar voor verschill<strong>en</strong>in interpretatie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> conflicter<strong>en</strong> ze met elkaar <strong>en</strong> met andere waard<strong>en</strong>die we ev<strong>en</strong>zeer van belang vind<strong>en</strong> bij de voortbr<strong>en</strong>ging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>:efficiëntie, klantgerichtheid <strong>en</strong> innovativiteit. Dergelijke waardeconflict<strong>en</strong>word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> herstructurering van e<strong>en</strong> sector zeld<strong>en</strong> helemaal opgelost,hoe drastisch de verandering<strong>en</strong> ook mog<strong>en</strong> zijn.Neem nu de distributieve doel<strong>en</strong> die met de voortbr<strong>en</strong>ging van nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>verbond<strong>en</strong> zijn: betaalbaarheid voor alle inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> bereikbaarheidvoor iedere<strong>en</strong>. De monopoliepositie in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>verschafte de nutsbedrijv<strong>en</strong> tot voor kort de mogelijkheid om zonder veel problem<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> onder de kostprijs te verschaff<strong>en</strong> aan klant<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> laaginkom<strong>en</strong> of klant<strong>en</strong> die vanwege hun afgeleg<strong>en</strong> woonplaats met bijzonder hogekost<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconfronteerd. Voorbeeld<strong>en</strong> uit de telecomsector zijn indit verband de kruissubsidies van stedelijke naar landelijke telefoongebruikers<strong>en</strong> van langeafstandsbellers naar lokale bellers.Wanneer monopolies word<strong>en</strong> op<strong>en</strong>gebrok<strong>en</strong> <strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie wordt toegestaan,zull<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die veel hogere prijz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> dan de kost<strong>en</strong> dieer voor h<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> gemaakt, op zoek gaan naar andere aanbieders.En nieuwe toetreders op de markt zull<strong>en</strong> juist die marktsegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> will<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>waar de prijz<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> (grootverbruikers, veelverdi<strong>en</strong>ers)<strong>en</strong> zo geleidelijk voor de nutsbedrijv<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> voor kruissubsidiëringeliminer<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> situatie waarin marktwerking zijn intrede doet, kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong>zull<strong>en</strong> distributieve doel<strong>en</strong> niet zomaar (hoev<strong>en</strong> te) word<strong>en</strong> opgegev<strong>en</strong>, maardi<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> wel op zoek te gaan naar andere, marktconforme instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> omdeze doel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> bereik te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>; instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarvan de waarde in depraktijk nog maar moet word<strong>en</strong> bewez<strong>en</strong> (bijv. fondsvorming voor minderbedeeld<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e opslag op het gebruikstarief van de infrastructuur).De ontwikkeling<strong>en</strong> die zich nu voltrekk<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>,verander<strong>en</strong> de context waarin conflict<strong>en</strong> <strong>over</strong> de realisatie van bijvoorbeeld


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>distributieve doel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong>, uitonderhandeld <strong>en</strong> uitgevocht<strong>en</strong>; zijbeïnvloed<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> het relatieve gewicht dat door betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> aan bepaaldewaard<strong>en</strong> wordt toegek<strong>en</strong>d. Het vind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuwe balans kan hier hardnekkigespanning<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>, maar zal ook weer andere spanning<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> ofverget<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> opnieuw in het lev<strong>en</strong> roep<strong>en</strong>. Hoezeer e<strong>en</strong> nieuwe balansop e<strong>en</strong> zeker mom<strong>en</strong>t ook aanslaat, het eeuwige lev<strong>en</strong> heeft hij niet.De ontwikkeling<strong>en</strong> die nu plaatshebb<strong>en</strong> in de infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong>vind<strong>en</strong> hun bedding niet (alle<strong>en</strong>) in grootse <strong>en</strong> meeslep<strong>en</strong>de betog<strong>en</strong>, maar (ook)in praktisch beleidsd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Het totstandbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van verandering<strong>en</strong> in deinfrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> blijkt e<strong>en</strong> kwestie van smalle marges. Het gaatbij concurr<strong>en</strong>tiebevordering niet om de principiële <strong>en</strong> bevlog<strong>en</strong> keuze tuss<strong>en</strong>markt <strong>en</strong> <strong>over</strong>heid, maar om de praktische <strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerde afweging tuss<strong>en</strong>‘ja mits’ <strong>en</strong> ‘nee t<strong>en</strong>zij’. Concurr<strong>en</strong>tiebevordering in de infrastructuurgebond<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> is niet gelijk te stell<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> vervanging van de <strong>over</strong>heid door demarkt. Het is in plaats hiervan e<strong>en</strong> kwestie van voorzichtig experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> metnieuwe balans<strong>en</strong>, het organiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leerrijke omgeving door het toestaanvan e<strong>en</strong> zekere verscheid<strong>en</strong>heid hierbij, <strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van maatschappelijkeschade door het zo veel mogelijk vermijd<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of zo lang mogelijk uitstell<strong>en</strong>van ‘points of no return’.2496.7.2 sam<strong>en</strong>vattingInfrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die ess<strong>en</strong>tieelzijn voor het functioner<strong>en</strong> van moderne sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong>. Deze sector<strong>en</strong> producer<strong>en</strong><strong>en</strong> distribuer<strong>en</strong> bijvoorbeeld <strong>en</strong>ergie, transport, water <strong>en</strong> telecomdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.Tot rec<strong>en</strong>t war<strong>en</strong> deze sector<strong>en</strong> geord<strong>en</strong>d volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ‘klassiek’ paradigma datkort als volgt is sam<strong>en</strong> te vatt<strong>en</strong>.Al deze sector<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fysiek netwerk waarlangs productie, transport <strong>en</strong> distributie plaatsvindt.Aan dit netwerk zijn twee eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> gekoppeld: hoge verzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> veelschaalvoordel<strong>en</strong> bij grotere productie. Dit gaf aanleiding om te sprek<strong>en</strong> van ‘natuurlijke monopolies’in deze sector<strong>en</strong>. Overheidseig<strong>en</strong>dom of zware <strong>over</strong>heidsinm<strong>en</strong>ging is noodzakelijk omgebruikers te bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> misbruik van macht door de monopolist<strong>en</strong>.Ideeën <strong>over</strong> deregulering, marktwerking <strong>en</strong> privatisering hebb<strong>en</strong> ook deze sector<strong>en</strong>niet onberoerd gelat<strong>en</strong>. Op de golv<strong>en</strong> van deze ideeën is e<strong>en</strong> nieuw paradigmaaan het ontstaan dat kort als volgt luidt:Infrastructuurgebond<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> effectiever <strong>en</strong> efficiënter operer<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> het managem<strong>en</strong>tvan deze sector<strong>en</strong> prikkels krijgt voor economischer functioner<strong>en</strong>. Deze prikkels kunn<strong>en</strong>vorm krijg<strong>en</strong> door het managem<strong>en</strong>t op afstand te zett<strong>en</strong> van <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>, in het uiterste gevalzelfs te privatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> door concurr<strong>en</strong>tie te bevorder<strong>en</strong>. Concurr<strong>en</strong>tie kan vorm krijg<strong>en</strong> in vier,elkaar aanvull<strong>en</strong>de, alternatiev<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong>: concurr<strong>en</strong>tie op de infrastructuur, concurr<strong>en</strong>tie omde infrastructuur, concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> infrastructur<strong>en</strong> <strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie met de infrastructuur.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Het paradoxale <strong>en</strong> tegelijk krachtige aan dit nieuwe paradigma is dat het in staatis de ideeën die eraan t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>, om te buig<strong>en</strong> of in ieder geval e<strong>en</strong>nieuwe invulling te gev<strong>en</strong>. Zo wordt deregulering re-regulering, gaat liberaliseringgepaard met e<strong>en</strong> sterke beknotting van de vrijheid van de voormaligemonopolist <strong>en</strong> blijkt de privatisering zich te ontwikkel<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> ‘g<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>talizingof the <strong>private</strong> sector’. In het nieuwe paradigma rijz<strong>en</strong> nieuwedilemma’s waarvan hier e<strong>en</strong> aantal is besprok<strong>en</strong>: dilemma’s rondom internationalisering,rondom de vormgeving van hybride organisaties <strong>en</strong> rondom devormgeving van het toezicht.250


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>not<strong>en</strong>1 Dr. M.J.W. van Twist <strong>en</strong> prof.mr.dr. E.F. t<strong>en</strong> Heuvelhof zijn verbond<strong>en</strong> aan de FaculteitTechniek, Bestuur <strong>en</strong> Managem<strong>en</strong>t van de Technische Universiteit Delft <strong>en</strong> het DelftsInterfacultaire Onderzoeksc<strong>en</strong>trum voor Ontwerp <strong>en</strong> Managem<strong>en</strong>t van Infrastructur<strong>en</strong>.2 Vergelijk in dit verband Aucion (1990: 116) die stelt: “Ideas which gain asc<strong>en</strong>dancy inpolitical circles are best described as ‘paradigms’ for the simple reason that they combineboth intellectual and ideological dim<strong>en</strong>sions. They are models which have appeal becausethey appear to describe reality, they offer an explanation for the same, and they prescribeways to change in desired directions. In these respects, they have adher<strong>en</strong>ts beyond theexplicitly partisan circles of politics. At the same time, they are repres<strong>en</strong>ted in terms thatare simple and easy to digest. As a result, they are ideas which can be communicated topoliticians and bureaucrats in forms which do not presuppose that either politicians ofbureaucrats will have to read the original sources of the ideas.”3 Andere method<strong>en</strong> van veil<strong>en</strong> zijn: veil<strong>en</strong> bij opbod, veil<strong>en</strong> bij afslag, single sealed bidveiling <strong>en</strong> de Vickery-veiling. Het gaat te ver om hier op de afzonderlijke method<strong>en</strong>nader in te gaan, maar e<strong>en</strong> wel<strong>over</strong>wog<strong>en</strong> keuze tuss<strong>en</strong> deze method<strong>en</strong> is voor e<strong>en</strong> goedontwerp van de markt natuurlijk wel van ess<strong>en</strong>tieel belang.4 E<strong>en</strong> heel ander perspectief op de internationalisering van het bedrijfslev<strong>en</strong> in de nutssector<strong>en</strong>biedt <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s de vraag hoe om te gaan met buit<strong>en</strong>landse investering<strong>en</strong> van nationaleonderneming<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kwestie die hier aan de orde is, is onder welke voorwaard<strong>en</strong>m<strong>en</strong> investering<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>land toe moet staan, gezi<strong>en</strong> het risico dat bijvoorbeeld degebond<strong>en</strong> gebruikers in eig<strong>en</strong> land moet<strong>en</strong> opdraai<strong>en</strong> voor de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of verkeerdeinvesteringsbeslissing<strong>en</strong>?251


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>literatuur252Aucoin, P. (1990) ‘Administrative Reform in Public Managem<strong>en</strong>t: Paradigms, Principles,Paradoxes and P<strong>en</strong>dulums’, G<strong>over</strong>nance: An International Journal of Policy andAdministration, vol.3, nr.2, april 1990: 115-137.Batt<strong>en</strong>, D.F. and C. Karlsson (eds.) (1996), Infrastructure and the complexity of economicdevelopm<strong>en</strong>t, Berlin:Springer.Bauer, Johannes M. (1998) The role and evolution of public utility regulation. Tasks of regulation inan era of partial competition, Paper pres<strong>en</strong>ted at 40th naruc Annual RegulatoryStudies Program at Michigan State University, East Lansing, Michigan, August 3, 1998.Baumol, W.J. (1982) ‘Contestable markets: an uprising in theory of industry structure’, AmericanEconomic Review, maart 1982: 1-15.Baumol, W.J., Panzar, J.C. and R.D Willig (1982) Contestable markets and the theory of industrystructure, San Diego.B<strong>en</strong>net, J.T. and M.H. Johnson, Better G<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t at Half the Price: Private Production of PublicServices, New York: Caroline House Publishers.Biehl, D. (1986) The contribution of infrastructure to regional developm<strong>en</strong>t, Final report, Office forOfficial Publications of the European Communities, Luxembourg.Boston, J. and J. Martin, J. Pallot, P. Walsh (1996) Public Managem<strong>en</strong>t: The New Zealand Model,Auckland: Oxford University Press.Bozeman, B. (1987) All Organizations Are Public, Bridging Public and Private OrganizationalTheories, San Fransisco/ London: Jossey-Bass Publishers.Carnaghan R. and B. Bracewell-Milnes (1993) Testing the Market, Competitive T<strong>en</strong>dering forG<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t Services in Britain and abroad, London: The Institute of Economic Affairs.Colling, T. (1994) ‘Commerce versus Politics, Compulsory Competitive T<strong>en</strong>dering and theDetermination of Employm<strong>en</strong>t Policy in a British Local Authority’, blz.119-138 inClarke Thomas, International Privatisation; Strategies and Practices, Berlin/New York:Walter de Gruyter.Donahue, J.D. (1989) The Privatization Decision: Public Ends, Private means, New York:Basic Books.Ferlie, E. and A. Pettigrew, L. Ashburner, L. Fitzgerald (1996) The New Public Managem<strong>en</strong>t inAction, Oxford: Oxford University Press.Gabel D. and D.Weiman (1996) Sustaining Competition in Network Industries through Regulatingand Pricing Access, Dordrecht: Kluwer Academic Publishers.George, K.D. and C. Joll, E.L. Lynk (1991) Industrial Organisation: Competition, Growth andStructural Change, New York: Routledge, fourth edition.Hatry, H.P. (1983) A Review of Private Approaches for Delivery of Public Services, Washingtond.c.: Urban Institute Press.Hoogerwerf, A. (1995) Politiek als ev<strong>en</strong>wichtskunst, Dilemma’s rond <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> markt, Alph<strong>en</strong>aan d<strong>en</strong> Rijn: Samson H.D. Tje<strong>en</strong>k Willink.Hudson, H.E. Global Connections: International Telecommunications Infrastructure and Policy,New York: Van Nostrand Reinhold.Israel, A. (1992) Issues for Infrastructure Managem<strong>en</strong>t in the 1990s, World Bank DiscussionPapers, Washington d.c.: The World Bank.John Johnston (1986) ‘Public Servants and Private Contractors: Managing the Mixed ServiceDelivery System’, Canadian Public Administration, vol.29, Winter.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Kahn, A.E. (1998) Letting Go: Deregulating the Process of Deregulation, East Lansing, Michigan:msu Public Utility Papers.Kessides, C. (1993) Institutional options for the provision of infrastructure, World Bank DiscussionPapers, Washington: The World Bank, Washington.Kettl, D.F. (1993) Sharing Power, Public G<strong>over</strong>nance and Private Markets, Washington d.c.:The Brookings Institution.Klein, M. and N. Roger (1995) Back to the Future: The pot<strong>en</strong>tial in infrastructure privatization,Public Policy for the Private Sector Series, World Bank.Klein, M. and P. Gray (1997) Competition in Network Industries - Where and How to Introduce It,Public Policy for the Private Sector Series, World Bank.Krist<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, O.P. (1992) ‘Privatization’, in J. Kooiman and K.A. Eliass<strong>en</strong>, Managing PublicOrganizations, Lessons from Contemporary European Experi<strong>en</strong>ce, London: Sage.Marsland, D. (1996) Welfare or Welfare State? Contradictions and Dilemmas in Social Policy,London: MacMillan Press.Millward, R. (1982) ‘The comparative performance of public and <strong>private</strong> <strong>en</strong>terprise’, in Lord Roll(ed.), The Mixed Economy, London: Macmillan.Naschold, F. (1996) ‘Modernization of the State: Structural reforms and innovation strategies ofthe public sector’, in F. Naschold and C. von Otter, Public Sector Transformation,Rethinking markets and hierarchies in g<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t, Amsterdam/Philadelphia:John B<strong>en</strong>jamins Publishing Company.National Research Council (1995) Measuring and improving infrastructure performance,Washington: National Academy Press.Niskan<strong>en</strong>, W.A. (1971) Bureaucracy and Repres<strong>en</strong>tative G<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t, Chigago and New York:Aldine-Atherton.Noam, E.M. (1995) ‘Liberalization is just the beginning, From Competition to Self-Divesture’,ComWeek International, itu Telecom.oecd (1992) Regulatory Reform, Privatisation and Competition Policy, oecd/ocde, Paris.oecd (1994) Managing with market-type mechanisms, oecd/ocde, Parijs.Osborne, D. and T. Gaebler (1992) Reinv<strong>en</strong>ting g<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t: how the <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eurial spirit istransforming the public sector, Reading, Massachusetts: Addison-Wesley PublishingCompany Inc.Robinson, C. et al. (1994) Regulating the Utilities: The Way Forward, Institute of EconomicAffairs.Savas, E.S. (1987) Privatization: The Key to Better G<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t, Chatnam: Chatnam HousePublishers.Simonis, U.E. (ed.) (1977), Infrastruktur, Theorie und Politik, Köln: Kiep<strong>en</strong>hauer & Witsch.Stewart, J. and Walsh, K. (1992) ‘Change in the Managem<strong>en</strong>t of Public Services’, PublicAdministration 70: 499-518.Stiglitz, J.E. (1988) Economics for the public sector, New York, blz. 1-23, 61-90.Tyler, M. and S. Bednarczyk (1993) ‘Regulatory institutions and processes in telecommunications,An international study of alternatives’, Telecommunications Policy, December: 650-676.Veld, R.J. in’t (1995) Spel<strong>en</strong> met vuur. Over hybride organisaties, ‘s-Grav<strong>en</strong>hage: vuga.Vickers, J. and G. Yarrow (1991) Privatization: An Economic Analysis, Cambridge: mit Press.Vickrey, W. (1961) ‘Counterspeculation, auctions and competitive sealed t<strong>en</strong>ders’, Journal ofFinance: 8-37.253


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Vickrey, W. (1962) ‘Auction and bidding games’, blz. 15-27 in Rec<strong>en</strong>t advances in game theory;Proceedings of a confer<strong>en</strong>ce, Princeton University Press.Vogelsang, I. Welfare consequ<strong>en</strong>ces of Selling Public Enterprises: The United Kingdom,Washington d.c.: World Bank.Walsh, L. (1991) Competitive T<strong>en</strong>dering for Local G<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t Service - Initial Experi<strong>en</strong>ces,London: hsmo.Werkgroep Markt <strong>en</strong> Overheid (1996) Tuss<strong>en</strong>rapport van de werkgroep Markt <strong>en</strong> Overheid,Project Marktwerking, Deregulering <strong>en</strong> Wetgevingskwaliteit.Wilson, J.Q. (1989) Bureaucracy, What G<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>t Ag<strong>en</strong>cies Do and Why They Do It, New York:Basic Books.Wolf, C. (1993) Markets or g<strong>over</strong>nm<strong>en</strong>ts: choosing betwe<strong>en</strong> imperfect alternatives, Cambridge:mit Press, blz.1-35, 59-103.254


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>7 vernieuwing in het spoorvervoerI. van Enckevort 17.1 inleidingDe afnem<strong>en</strong>de bereikbaarheid <strong>en</strong> leefbaarheid van stedelijke gebied<strong>en</strong> in combinatiemet de beperkte financiële beheersbaarheid war<strong>en</strong> begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tigaanleiding tot e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>de herstructurering van het op<strong>en</strong>baar vervoer (ov).De commissies-Wijffels, -Brokx <strong>en</strong> -De Boer adviseerd<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s hetkabinet <strong>over</strong> de uitwerking van deze herstructurering, die tev<strong>en</strong>s uitvoeringmoet gev<strong>en</strong> aan de relevante eu-richtlijn<strong>en</strong>. De voorgestelde herstructurering isbek<strong>en</strong>d onder de noemer: ontvlechting, verzakelijking (organisatievraag) <strong>en</strong>markwerking (sturingsvraag) in het ov.Deze studie reconstrueert <strong>en</strong> analyseert de feitelijke red<strong>en</strong>ering die is gevolgd bijhet herstructurer<strong>en</strong> van het person<strong>en</strong>vervoer per spoor. Met andere woord<strong>en</strong>:hoe wordt de uitvoering van het spoorvervoer georganiseerd om de <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong> van leefbaarheid, bereikbaarheid <strong>en</strong> toegankelijkheid te realiser<strong>en</strong>.Vertrekpunt in de red<strong>en</strong>ering is het advies van de commissie-Wijffels (1992);de beleidsvoornem<strong>en</strong>s uit het regeerakkoord van Paars II (1998) vorm<strong>en</strong> heteindpunt. T<strong>en</strong> tijde van de afronding van deze studie versch<strong>en</strong><strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s dekabinetsvoornem<strong>en</strong>s voor marktwerking in het spoorvervoer. Deze blijv<strong>en</strong> hierbuit<strong>en</strong> beschouwing, alle<strong>en</strong> zal ter afsluiting kort op de beleidsvoornem<strong>en</strong>sword<strong>en</strong> gereflecteerd.255Opbouw studieParagraaf 7.2 start met e<strong>en</strong> beschrijving van de uitvoering van het spoorvervoerin historisch perspectief. Hieruit blijkt dat de betrokk<strong>en</strong>heid van de <strong>over</strong>heidmet het spoorvervoer tot het midd<strong>en</strong> van de vorige eeuw ge<strong>en</strong>szins vanzelfsprek<strong>en</strong>dwas. Paragraaf 7.3 gaat vervolg<strong>en</strong>s in op de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> van hetspoorvervoer <strong>en</strong> geeft drie red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor (to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de) <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>ismet het spoorvervoer: leefbaarheid, bereikbaarheid <strong>en</strong> toegankelijkheid of hetsociale belang. Paragraaf 7.4 beschrijft de beleidskeuzes die leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>deherstructurering van de uitvoering van het spoorvervoer, waarbij deexploitatie op afstand van de <strong>over</strong>heid wordt geplaatst. Paragraaf 7.5 reconstrueertde feitelijke red<strong>en</strong>ering die is gevolgd bij het op afstand plaats<strong>en</strong> van deexploitatie van het spoorvervoer. Hierbij word<strong>en</strong> de expliciete <strong>en</strong> implicietevooronderstelling<strong>en</strong> die zijn gehanteerd, blootgelegd. Paragraaf 7.6 toetst de feitelijkered<strong>en</strong>ering die t<strong>en</strong> grondslag heeft geleg<strong>en</strong> aan het verzelfstandig<strong>en</strong> vande exploitatie van het spoorvervoer aan de ijkpunt<strong>en</strong> van effectiviteit, efficiëntie,democratische legitimatie, rechtszekerheid <strong>en</strong> rechtsgelijkheid <strong>en</strong> gaat in opde onvolkom<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> in de red<strong>en</strong>ering. Paragraaf 7.7 gaat vervolg<strong>en</strong>s op hoofdlijn<strong>en</strong>in op de gew<strong>en</strong>ste red<strong>en</strong>ering. Paragraaf 7.8 rondt af met de belangrijksteconclusies aan de hand van vier vrag<strong>en</strong>. Hierbij zal tev<strong>en</strong>s kort word<strong>en</strong> ingegaanop de actuele voornem<strong>en</strong>s om de ns te privatiser<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>7.2 spoorvervoer in historisch perspectiefTot 1860 was het spoorvervoer in Nederland e<strong>en</strong> <strong>private</strong> aangeleg<strong>en</strong>heid. De rolvan de <strong>over</strong>heid beperkte zich tot het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van concessies voor de aanleg <strong>en</strong>de exploitatie van spoorverbinding<strong>en</strong>. Actieve steun van de politiek was geringomdat het spoorvervoer aanvankelijk als <strong>over</strong>bodig <strong>en</strong> bedreig<strong>en</strong>d werd gezi<strong>en</strong>voor het vervoer <strong>over</strong> water. Vanaf 1860 nam de <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>is vervolg<strong>en</strong>stoe, vanuit het besef dat e<strong>en</strong> goed werk<strong>en</strong>d spoor de nationale economischeontwikkeling <strong>en</strong> handel <strong>en</strong> nijverheid stimuleert. De <strong>over</strong>heid nam de verantwoordelijkheidop zich voor de aanleg van de infrastructuur; de exploitatie vandit nieuwe deel van het net bleef in particuliere hand<strong>en</strong>.256In 1890 war<strong>en</strong> de nadelige gevolg<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie aanleiding voor de <strong>over</strong>heidte besluit<strong>en</strong> dat slechts twee maatschappij<strong>en</strong> hun concessierecht voor deexploitatie kond<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong>: Staatsspoor <strong>en</strong> de Hollandse IJzer<strong>en</strong> SpoorwegMaatschappij. In 1917 ging<strong>en</strong> deze twee partij<strong>en</strong> op in e<strong>en</strong> belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schap:de Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong>. De ‘nieuwe’ ns r<strong>en</strong>deerde door de opkomstvan het busvervoer echter zeer matig. Tot 1920 dekte de <strong>over</strong>heid omwille vanhet algeme<strong>en</strong> belang de tekort<strong>en</strong> af. Omdat dit ge<strong>en</strong> gezonde <strong>en</strong> structureleoplossing werd gevond<strong>en</strong>, kreeg de staat in 1920 e<strong>en</strong> meerderheidsbelang in hetkapitaal van de ns <strong>en</strong> e<strong>en</strong> meerderheid in de Raad van Commissariss<strong>en</strong>. In 1937werd de staat <strong>en</strong>ig aandeelhouder van het spoorwegbedrijf.Deze verschuiving in eig<strong>en</strong>domsverhouding leidde tot e<strong>en</strong> sterk nationaal georiënteerdeonderneming <strong>en</strong> vergaande <strong>over</strong>heidinm<strong>en</strong>ging met de bedrijfsvoeringvoor het sociale <strong>en</strong> economische beleid van de <strong>over</strong>heid. De nadruk lag metname op de maatschappelijke functie van het bedrijf. Dit kwam tot uitdrukkingin de zog<strong>en</strong>aamde op<strong>en</strong>bare-di<strong>en</strong>stverplichting <strong>en</strong> e<strong>en</strong> formele betrokk<strong>en</strong>heidvan de <strong>over</strong>heid bij ondernemingsbeslissing<strong>en</strong> <strong>over</strong> bijvoorbeeld tariefstelling,di<strong>en</strong>stregeling, investeringsbeleid <strong>en</strong> financiering. Door deze e<strong>en</strong>zijdig opgelegdeverplichting werd de ns steeds minder op basis van bedrijfseconomischeprincipes geleid. In 1990 ontving de ns ter dekking van de tekort<strong>en</strong> zo’n1,4 miljard guld<strong>en</strong> (Wijffels 1992: II3).7.3 <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> spoorvervoerDe Wet Person<strong>en</strong>vervoer definieert op<strong>en</strong>baar vervoer als volgt: voor e<strong>en</strong> iederop<strong>en</strong> staand person<strong>en</strong>vervoer per trein, metro, tram, bus of auto volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stregeling. ‘Op<strong>en</strong>baar’ betek<strong>en</strong>t met andere woord<strong>en</strong> dat het ov voor iedere<strong>en</strong>op<strong>en</strong> staat, dat het op<strong>en</strong>baar toegankelijk is. Hiernaast verwijst het bijvoeglijknaamwoord ‘op<strong>en</strong>baar’ naar het <strong>publieke</strong> karakter van het ov, de betrokk<strong>en</strong>heidvan de <strong>over</strong>heid bij de sector (zie o.a. Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>dijk 1998: 20-25). De betrokk<strong>en</strong>heidvan de <strong>over</strong>heid bij het spoorvervoer vloeit voort uit drie <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong>. Twee hiervan hang<strong>en</strong> nauw sam<strong>en</strong> met de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de congestie instedelijke gebied<strong>en</strong>. De drie belang<strong>en</strong> zijn:


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>1 het sociale belang van het ov: het waarborg<strong>en</strong> van de toegankelijkheid vanhet ov voor iedere<strong>en</strong> die voor zijn verplaatsing is aangewez<strong>en</strong> op het ov(in alle gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> op alle tijd<strong>en</strong>);2 het belang van leefbaarheid: de bijdrage die het ov kan lever<strong>en</strong> om het aandeelvan de auto in de mobiliteit te lat<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunste van het milieu,de verkeersveiligheid, het <strong>en</strong>ergieverbruik;3 het belang van bereikbaarheid: de bijdrage die het ov kan lever<strong>en</strong> om het aandeelvan de auto in de mobiliteit te lat<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunste van de bereikbaarheidvan de stedelijke gebied<strong>en</strong>, de economische c<strong>en</strong>tra.Uit de beschrijving van de drie <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> blijkt hoezeer het spoorvervoere<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t van <strong>over</strong>heidsbeleid is. Zo verwijst het sociale belang naarde functie die het spoorvervoer vervult voor het inkom<strong>en</strong>sbeleid. Deze functieheeft het spoorvervoer geme<strong>en</strong> met onder meer de andere nutssector<strong>en</strong>.De belang<strong>en</strong> van leefbaarheid <strong>en</strong> bereikbaarheid verwijz<strong>en</strong> naar de functie vanhet spoorvervoer in het mobiliteitsbeleid van de <strong>over</strong>heid. Deze tweede functiedateert van begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig.7.4 beleidsvoornem<strong>en</strong>s voor de spoorwegsectorIn 1991 gaf het kabinet-Lubbers III de commissie-Wijffels opdracht e<strong>en</strong> adviesvoor te bereid<strong>en</strong> <strong>over</strong> de relatie tuss<strong>en</strong> de ns <strong>en</strong> de rijks<strong>over</strong>heid. Dit verzoekvond plaats teg<strong>en</strong> de achtergrond van het gewijzigde nationale verkeers- <strong>en</strong> vervoersbeleid<strong>en</strong> het communautaire spoorwegbeleid gericht op liberalisering vande bedrijfstak. E<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zetting van de voorstell<strong>en</strong> van de commissie-Wijffelsbegint dan ook bij voorkeur met e<strong>en</strong> schets van de nationale <strong>en</strong> Europesebeleidscontext (par. 7.4.1). Vervolg<strong>en</strong>s wordt op hoofdlijn<strong>en</strong> de voorgesteldeverandering voor de Nederlandse spoorwegsector in zijn totaliteit beschrev<strong>en</strong>(par. 7.4.2). Tot slot wordt ingegaan op de exploitatie van het person<strong>en</strong>vervoerper spoor. Daarbij wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> in deorganisatie <strong>en</strong> de aansturing van het person<strong>en</strong>vervoer (par. 7.4.3).2577.4.1 de nationale <strong>en</strong> europese beleidscontextDe voorstell<strong>en</strong> van de commissie-Wijffels moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de achtergrondvan het gewijzigde (nationale) mobiliteitsbeleid <strong>en</strong> het communautairespoorwegbeleid. In het mobiliteitsbeleid wordt voor het eerst sinds jar<strong>en</strong> prioriteitgegev<strong>en</strong> aan het versterk<strong>en</strong> van het op<strong>en</strong>baar vervoer in de strijd teg<strong>en</strong> de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>decongestie. De structuurschema’s Verkeer <strong>en</strong> Vervoer I <strong>en</strong> II (svv) dicht<strong>en</strong>e<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>de rol toe aan het vervoer per spoor bij het terugdring<strong>en</strong> van deautomobiliteit. De doelstelling in het svv II is om het person<strong>en</strong>vervoer per spoorte lat<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong> van 11 miljard reizigerskilometers tot 18 miljard in 2010. Om dezevolumegroei te realiser<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> herstructurering van de sector noodzakelijk.Naast deze wijziging in het nationale verkeers- <strong>en</strong> vervoersbeleid is het Europesebeleid e<strong>en</strong> belangrijke motor achter de herstructurering van de spoorwegsector.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>258In 1991 vaardigde de Europese Raad van Ministers e<strong>en</strong> richtlijn uit <strong>over</strong> de ontwikkelingvan de spoorweg<strong>en</strong> in de Geme<strong>en</strong>schap (Richtlijn 91/440), waarinliberalisatie van het railvervoer het uitgangspunt vormt. Deze richtlijn di<strong>en</strong>de op1 januari 1993 te zijn ingevoerd. De richtlijn k<strong>en</strong>t vier kerncompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:1 vergrot<strong>en</strong> van de commerciële autonomie van spoorwegbedrijv<strong>en</strong>: spoorwegonderneming<strong>en</strong>di<strong>en</strong><strong>en</strong> bestuurlijk onafhankelijk te word<strong>en</strong> ter versterkingvan hun concurr<strong>en</strong>tiepositie. Vervoersactiviteit<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> op basis vanbedrijfseconomische principes te word<strong>en</strong> ingericht, de <strong>over</strong>heidsinm<strong>en</strong>gingmet de bedrijfsvoering moet word<strong>en</strong> teruggedrong<strong>en</strong>;2 financiële sanering van de spoorweg<strong>en</strong> – <strong>en</strong> met name de vereff<strong>en</strong>ing van deschuld<strong>en</strong>last uit het verled<strong>en</strong>. Voorwaarde voor autonomie van het managem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> marktgeoriënteerd gedrag is e<strong>en</strong> gezond financieel beheer dat nietwordt belemmerd door e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme schuld<strong>en</strong>last uit het verled<strong>en</strong>. De nationale<strong>over</strong>hed<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> er zorg voor te drag<strong>en</strong> dat deze last wordt afgebouwd;3 boekhoudkundige scheiding van de exploitatie van vervoersdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetbeheer van de infrastructuur. Boekhoudkundige scheiding wordt geacht e<strong>en</strong>efficiënte exploitatie van het spoornet te vergemakkelijk<strong>en</strong>. Iedere lidstaatstaat het vrij om verder te gaan dan e<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d boekhoudkundige scheiding(nl. e<strong>en</strong> organisatorische scheiding);4 het creër<strong>en</strong> van (beperkte) toegangsrecht<strong>en</strong> tot de infrastructuur in degeme<strong>en</strong>schap voor internationale sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> van spoorwegonderneming<strong>en</strong><strong>en</strong> voor onderneming<strong>en</strong> die zich op gecombineerd vervoerwill<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>.Naast deze richtlijn is ook Verord<strong>en</strong>ing 1893/91 bepal<strong>en</strong>d voor het Europesespoorwegbeleid. Deze verord<strong>en</strong>ing houdt in e<strong>en</strong> wijziging van de regels voorde op<strong>en</strong>bare di<strong>en</strong>st. Handhaving van e<strong>en</strong>zijdig door de <strong>over</strong>heid opgelegdeverplichting<strong>en</strong> is niet meer toegestaan, behoud<strong>en</strong>s <strong>en</strong>kele uitzondering<strong>en</strong>(voor stads- <strong>en</strong> regionaal vervoer). De commerciële zelfstandigheid van spoorvervoerdersstaat voorop. Gelet op die zelfstandigheid di<strong>en</strong><strong>en</strong> de vervoersdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>die in het kader van de op<strong>en</strong>bare di<strong>en</strong>st word<strong>en</strong> verricht in e<strong>en</strong> contractmet de <strong>over</strong>heid te word<strong>en</strong> ondergebracht, met bijpass<strong>en</strong>de vergoeding(zgn. op<strong>en</strong>bare-di<strong>en</strong>stcontract<strong>en</strong>).7.4.2 verandering<strong>en</strong> in de sector van het spoorvervoerDe beoogde volumegroei <strong>en</strong> het Europese spoorwegbeleid vorm<strong>en</strong> de basis voorhet advies van de commissie-Wijffels. Dit advies heeft geleid tot e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>deherstructurering van de relatie tuss<strong>en</strong> de ns <strong>en</strong> de rijks<strong>over</strong>heid, e<strong>en</strong> herstructureringdie zowel e<strong>en</strong> proces van ontstatelijking als verstatelijking van de spoorwegsectorbetek<strong>en</strong>de. Van e<strong>en</strong> ontstatelijking is sprake bij de exploitatie van hetspoorvervoer. Het vergrot<strong>en</strong> van de ondernemingsvrijheid van de ns wordtcruciaal geacht voor het realiser<strong>en</strong> van de ambitieuze groeitaakstelling <strong>en</strong> voorhet versterk<strong>en</strong> van de r<strong>en</strong>tabiliteit van de spoorweg<strong>en</strong>. De invloed op het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau,de tariefstelling, het investerings- <strong>en</strong> personeelsbeleid isteruggedrong<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunste van de ns.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Het beeld van ontstatelijking is echter onvolledig. Op het niveau van de infrastructureleplanning (lange termijn <strong>en</strong> korte termijn) is juist sprake van e<strong>en</strong>proces van verstatelijking. De <strong>over</strong>heidsinvloed op de aanleg <strong>en</strong> het beheer vande infrastructuur <strong>en</strong> de verdeling van de infrastructuurcapaciteit is versterkt.Tot voor kort lag het initiatief voor de ontwikkeling van infrastructuur bij de ns,ev<strong>en</strong>als de uitvoering, het beheer <strong>en</strong> de verdeling van capaciteit. Continueringvan die situatie werd onw<strong>en</strong>selijk geacht, gezi<strong>en</strong> de voorzi<strong>en</strong>e concurr<strong>en</strong>tie opdiezelfde infrastructuur.De process<strong>en</strong> van verstatelijking <strong>en</strong> ontstatelijking hebb<strong>en</strong> geleid tot e<strong>en</strong> functiescheiding,waarbij de activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> d<strong>en</strong>s vergaand zijn ontvlecht. Er zijn vier functies onderscheid<strong>en</strong>: exploitatie vanreizigersvervoer, exploitatie van goeder<strong>en</strong>vervoer, verdeling van infrastructuurcapaciteit<strong>en</strong> aanleg <strong>en</strong> beheer van infrastructuur. Deze functies zijn elk in e<strong>en</strong>zelfstandige organisatorische e<strong>en</strong>heid ondergebracht (zie onderstaand schemavoor de verschill<strong>en</strong>de functies/bedrijfse<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>).Tabel 7.1Functies NS in relatie tot de <strong>over</strong>heidFunctieWijziging in relatie tot de <strong>over</strong>heid259Exploitatie van reizigersvervoerExploitatie van goeder<strong>en</strong>vervoerVerdeling van infrastructuurcapaciteitAanleg <strong>en</strong> beheer van infrastructuurVoorhe<strong>en</strong>: Di<strong>en</strong>st Exploitatie: nu bedrijfsmatige <strong>en</strong> financiële verzelfstandigingin e<strong>en</strong> aparte bedrijfse<strong>en</strong>heid: ns Reizigers bvVoorhe<strong>en</strong> Di<strong>en</strong>st Exploitatie: nu bedrijfsmatige <strong>en</strong> financiële verzelfstandigingin e<strong>en</strong> aparte bedrijfse<strong>en</strong>heid met rechtspersoonlijkheid:ns Cargo bvVoorhe<strong>en</strong> Di<strong>en</strong>st Exploitatie: nu organisatorisch onthecht in apartebedrijfse<strong>en</strong>heid van de ns: Railned. Railned opereert in opdracht <strong>en</strong>voor rek<strong>en</strong>ing van de Minister van v&wNu organisatorisch onthecht in e<strong>en</strong> aparte bedrijfse<strong>en</strong>heid van d<strong>en</strong>s: ns Infrabeheer. ns Infrabeheer opereert in opdracht <strong>en</strong> voorrek<strong>en</strong>ing van de minister van v&wVoorts is de relatie van de <strong>over</strong>heid tot elk van deze e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> nieuweleest geschoeid, afhankelijk van de aard van de functie. De e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> metfuncties met e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>dabel perspectief word<strong>en</strong> volledig ‘vrij’ gelat<strong>en</strong>, zodra zijfinancieel onafhankelijk van de <strong>over</strong>heid kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>. Deze e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>(met exploitatiefuncties) word<strong>en</strong> marktorganisaties g<strong>en</strong>oemd. De e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>zonder r<strong>en</strong>dabel perspectief, werk<strong>en</strong> in opdracht <strong>en</strong> voor rek<strong>en</strong>ing van de <strong>over</strong>heid(via contract<strong>en</strong>). Deze e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wel taakorganisaties g<strong>en</strong>oemd.Vreemd g<strong>en</strong>oeg adviseerde de commissie-Wijffels ook de taakorganisaties organisatorischonder te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> bij ns Holding (dit is <strong>over</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het kabinetsstandpunt).Dit is fel bekritiseerd vanuit de w<strong>en</strong>selijkheid om de onafhankelijkheidvan beide taakorganisaties te waarborg<strong>en</strong> bij toekomstige concurr<strong>en</strong>tie.Wijffels was echter van m<strong>en</strong>ing dat de onafhankelijkheid van capaciteits-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>managem<strong>en</strong>t afdo<strong>en</strong>de gewaarborgd zou zijn door deze e<strong>en</strong>heid onder onafhankelijktoezicht te plaats<strong>en</strong>. Voorts oordeelde de commissie dat plaatsing buit<strong>en</strong>het organisatorisch verband van de ns e<strong>en</strong> te grote aanslag zou pleg<strong>en</strong> op hetveranderingspot<strong>en</strong>tieel van de ns (zie o.a. In ’t Veld 1992). In het regeerakkoordvan het kabinet-Kok II heeft het kabinet dit standpunt herzi<strong>en</strong>: beide taakorganisatiesword<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de ns geplaatst.7.4.3 verandering<strong>en</strong> in de organisatie <strong>en</strong> aansturing van hetreizigersvervoer per spoorIn het vervolg van deze sectorstudie spitst de aandacht zich toe op de verandering<strong>en</strong>in de uitvoering van de exploitatie van het reizigersvervoer. De term<strong>en</strong>ns <strong>en</strong> nsr (ns-Reizigers) word<strong>en</strong> daarbij onderling uitwisselbaar gebruikt.Hierna beschrijv<strong>en</strong> we eerst de verandering<strong>en</strong> in de organisatie van het reizigersvervoerom vervolg<strong>en</strong>s in te gaan op de aansturing.260OrganisatievormDe voorgestelde verandering in de relatie tuss<strong>en</strong> de ns <strong>en</strong> het ministerie vanVerkeer <strong>en</strong> Waterstaat (v&w) wordt wel verzelfstandiging g<strong>en</strong>oemd. ns-Reizigersis op afstand van het ministerie geplaatst. Dit komt tot uitdrukking in de <strong>over</strong>drachtvan operationele verantwoordelijkhed<strong>en</strong> van het rijk naar nsr. Hierbijgaat het om de bevoegdheid de di<strong>en</strong>stregeling te bepal<strong>en</strong>, de tariefhoogte vast testell<strong>en</strong> <strong>en</strong> om de verantwoordelijkheid voor het investeringsbeleid <strong>en</strong> het personeelsbeleidvan de spoorweg<strong>en</strong>. nsr ontvangt die bevoegdhed<strong>en</strong> die nodig zijnom als commerciële organisatie e<strong>en</strong> op bedrijfseconomische principes geschoeidproduct/marktbeleid te voer<strong>en</strong>. De voorstell<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> financiële <strong>en</strong>beleidsmatige verzelfstandiging. Deze vertaalt zich organisatorisch in de vormingvan e<strong>en</strong> zelfstandige organisatie- of bedrijfse<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> ns-verband,met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> financiële verantwoordelijkheid.De <strong>over</strong>dracht van deze operationele verantwoordelijkhed<strong>en</strong> aan de ns betek<strong>en</strong>te<strong>en</strong> inperking van de ministeriële verantwoordelijkheid. De <strong>over</strong>dracht heeftechter niet geleid tot e<strong>en</strong> wijziging van de organisatievorm van de ns. De ns is<strong>en</strong> blijft e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschap. Formeel is de nv ns al sinds 1937 e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamdestructuurv<strong>en</strong>nootschap. In dat jaar werd de Staat <strong>en</strong>ig aandeelhouder vane<strong>en</strong> voormalig privaat bedrijf. Gezi<strong>en</strong> de vergaande <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>is met debedrijfsvoering vertoonde de organisatievorm echter meer k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>staatsbedrijf dan van e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschap. Scherts<strong>en</strong>d werd wel gesprok<strong>en</strong>van ‘staatsexploitatie in v<strong>en</strong>nootsvorm’ (Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>dijk 1998:64). Daarmeelijkt feitelijk sprake van e<strong>en</strong> verandering in organisatievorm, namelijk vanstaatsbedrijf naar <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschap.De vraag is echter of de verandering niet nog groter is. nsr vertoont onmisk<strong>en</strong>baarde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> privaat bedrijf, gezi<strong>en</strong> de grote mate van zelfstandigheid<strong>en</strong> winstoriëntatie. Niet voor niets noemt Wijffels privatisering van nsre<strong>en</strong> reële optie. Verkop<strong>en</strong> van de (<strong>over</strong>heids)aandel<strong>en</strong> acht de commissie echter


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>pas reëel wanneer ns-Reizigers r<strong>en</strong>dabel opereert. De commissie-Wijffels is welnagegaan of de <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschap met volledig <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom nietstrijdig is met de beoogde zelfstandigheid van nsr. Zij concludeert als volgt:(...) Als volledig eig<strong>en</strong>aar van de nv ns heeft de <strong>over</strong>heid bevoegdhed<strong>en</strong> die voortkom<strong>en</strong> uit hetv<strong>en</strong>nootschapsrecht. De zegg<strong>en</strong>schap van de algem<strong>en</strong>e vergadering van aandeelhouders is echterbeperkt, aangezi<strong>en</strong> de ns e<strong>en</strong> structuurv<strong>en</strong>nootschap is <strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk deel van de bevoegdhed<strong>en</strong>door de Raad van Commissariss<strong>en</strong> wordt uitgeoef<strong>en</strong>d. In het algeme<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zich t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>van deze taakverdeling ge<strong>en</strong> knelpunt<strong>en</strong> voor, met di<strong>en</strong> verstande dat het Rijk als aandeelhouderin wez<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> winst verwacht van de ns <strong>en</strong> het beleid van de onderneming dan ook nietprimair op winst is gericht (...)(Wijffels 1992: I-16)SturingsvormDe aansturing van de exploitatie van het reizigersvervoer heeft wel e<strong>en</strong> wijzigingondergaan in term<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>. Allereerstis het e<strong>en</strong>zijdige, directe sturingsinstrum<strong>en</strong>t van de op<strong>en</strong>bare-di<strong>en</strong>stverplichtingvervang<strong>en</strong> door het meerzijdige, directe instrum<strong>en</strong>t van de op<strong>en</strong>bare-di<strong>en</strong>stcontract<strong>en</strong>.Deze verandering is het gevolg van verord<strong>en</strong>ing 1893/91, die verbiedtom nog langer op<strong>en</strong>bare-di<strong>en</strong>stverplichting<strong>en</strong> op te legg<strong>en</strong> aan de ns. De di<strong>en</strong>stverplichtingbetek<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> plicht om teg<strong>en</strong> goedgekeurde tariev<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> regelmatigevervoersvoorzi<strong>en</strong>ing aan te bied<strong>en</strong> in de vorm van e<strong>en</strong> goedgekeurdedi<strong>en</strong>stregeling. In ruil daarvoor di<strong>en</strong>de de <strong>over</strong>heid de ns comp<strong>en</strong>satie te verl<strong>en</strong><strong>en</strong>voor de economische nadel<strong>en</strong> die hieruit voortvloei<strong>en</strong>. De verord<strong>en</strong>ingbepaalt dat vervoersdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die in het kader van de op<strong>en</strong>bare di<strong>en</strong>st word<strong>en</strong> verricht,nu in e<strong>en</strong> contract met de <strong>over</strong>heid moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ondergebracht, teg<strong>en</strong>e<strong>en</strong> <strong>over</strong>e<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> vergoeding. Dit betek<strong>en</strong>t dat wanneer de <strong>over</strong>heid treindi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>wil die nsr niet aanbiedt, ze deze kan kop<strong>en</strong> op contractbasis.261Naast het vervang<strong>en</strong> van op<strong>en</strong>bare-di<strong>en</strong>stverplichting door di<strong>en</strong>stcontract<strong>en</strong>,werd e<strong>en</strong> tweede sturingsinstrum<strong>en</strong>t <strong>over</strong>wog<strong>en</strong>: de introductie van marktwerking.Marktwerking in het nationale spoorvervoer is nodig om te voorkom<strong>en</strong> date<strong>en</strong> zelfstandige ns teg<strong>en</strong> het maatschappelijk belang handelt, bijvoorbeeld doorhaar monopoliepositie uit te buit<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoge tariev<strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong> voor te contracter<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. De voorgestelde marktwerking gaat nadrukkelijk verder dan deEuropese richtlijn, die <strong>en</strong>kel het ontsluit<strong>en</strong> van de railinfrastructuur bepaaltvoor internationale sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> die zich binn<strong>en</strong> de eg met railvervoerbezig houd<strong>en</strong>. De introductie van marktwerking in het spoor is niet uitgewerktdoor de commissie-Wijffels, maar door de commissie-Brokx (1995) inhaar advies ‘Marktwerking in het Op<strong>en</strong>baar Vervoer’.De commissie-Brokx is van m<strong>en</strong>ing dat bij de introductie <strong>en</strong> vormgeving vanconcurr<strong>en</strong>tie in het op<strong>en</strong>baar vervoer e<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerde aanpak nodig is naarschaalniveau <strong>en</strong> naar specifieke marktsituatie. Voor het r<strong>en</strong>dabele nationale netwerkvan person<strong>en</strong>vervoer werd concurr<strong>en</strong>tie op het spoor voorgesteld.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Hierbij wordt vervoersonderneming<strong>en</strong> uit binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>land op basis vanwederkerigheid, gelijkwaardigheid <strong>en</strong> non-discriminatie toegestaan gebruik temak<strong>en</strong> van de beschikbare (rail)infrastructuur voor het naar eig<strong>en</strong> inzicht aanbied<strong>en</strong>van treindi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of andere vervoersdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Onderlinge afstemmingtuss<strong>en</strong> de onderdel<strong>en</strong> van dit netwerk vindt uitsluit<strong>en</strong>d plaats op eig<strong>en</strong>initiatief. De rijks<strong>over</strong>heid draagt zorg voor de aanwezigheid <strong>en</strong> het ter beschikkingstell<strong>en</strong> van infrastructuur (op termijn teg<strong>en</strong> betaling van e<strong>en</strong> infraheffing).Het toedel<strong>en</strong> van de infrastructuur vindt plaats via tuss<strong>en</strong>komst van Railned,waarbij infraheffing als allocatief instrum<strong>en</strong>t wordt voorzi<strong>en</strong>. Inmiddels is(voorlopig) afgestapt van het voornem<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie op het nationale net teintroducer<strong>en</strong>. Het regeerakkoord van Paars II bepaalt dat nsr tot 2008 monopolistblijft op het nationale net.262Voor het (grot<strong>en</strong>deels) onr<strong>en</strong>dabele regionale spoornet stelde de commissie-Brokx concurr<strong>en</strong>tie om het spoor voor. Dit wil zegg<strong>en</strong> het aanbested<strong>en</strong> vanconcessies met e<strong>en</strong> looptijd van meer dan vijf jaar. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> stelde Brokx e<strong>en</strong>integratie voor met de systematiek van concessieverl<strong>en</strong>ing voor regionaal op<strong>en</strong>baarvervoer <strong>over</strong> de weg. De gedachte was om via e<strong>en</strong> getrapt systeem (eerste<strong>en</strong> concessieronde voor regionaal spoorvervoer, vervolg<strong>en</strong>s voor busvervoer <strong>en</strong>tot slot voor aanvull<strong>en</strong>d vervoer) e<strong>en</strong> geïntegreerd regionaal vervoersnetwerk teontwikkel<strong>en</strong>. Door gebruik te mak<strong>en</strong> van afzonderlijke concessies voor elkemodaliteit <strong>en</strong> de mate van afstemming op andere modaliteit<strong>en</strong> als selectiecriteriumte hanter<strong>en</strong>, kan de aanbested<strong>en</strong>de <strong>over</strong>heid bevorder<strong>en</strong> dat degew<strong>en</strong>ste afstemming tot stand komt. Het voorstel van de commissie is grot<strong>en</strong>deels<strong>over</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het regeerakkoord van Paars II. Het regionale spoor zalin de periode 2000 <strong>en</strong> 2008 word<strong>en</strong> gedec<strong>en</strong>traliseerd <strong>en</strong> toegevoegd aan hetbudget voor stads- <strong>en</strong> streekvervoer. Voor dat totale budget is het strev<strong>en</strong> om in2003 e<strong>en</strong> derde aan te bested<strong>en</strong>.Wanneer in het regionale netwerk, dat door aanbesteding van concessies ontstaat,of het nationale netwerk, dat door directe concurr<strong>en</strong>tie ontstaat, voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>ontbrek<strong>en</strong> die de regionale respectievelijk de nationale <strong>over</strong>heid maatschappelijknodig acht, kunn<strong>en</strong> hiervoor aanvull<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> op lijnniveauword<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong>. Dit wordt de contractsector g<strong>en</strong>oemd. Bij de contractsectorgaat het volg<strong>en</strong>s Brokx idealiter om het aanbested<strong>en</strong> van de realisatie van door de<strong>over</strong>heid gew<strong>en</strong>ste, aanvull<strong>en</strong>de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Voor de contractsector vervultde <strong>over</strong>heid de ontwikkelingsfunctie <strong>en</strong> zij definieert zelf de ontbrek<strong>en</strong>de verbinding(frequ<strong>en</strong>tie, kwaliteit, tariev<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.). Naast aanbested<strong>en</strong> is het ookmogelijk om bilateraal te onderhandel<strong>en</strong> met de vervoerders. De commissie-Brokx stelde e<strong>en</strong> contractduur voor van 25 jaar.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>7.5feitelijke red<strong>en</strong>eringHieronder reconstruer<strong>en</strong> we de feitelijke red<strong>en</strong>ering bij het op afstand plaats<strong>en</strong>van de exploitatie van het spoorvervoer. Deze is de resultante van e<strong>en</strong> onderhandelingsprocestuss<strong>en</strong> het Kabinet <strong>en</strong> de Tweede Kamer dat start met hetkabinetsstandpunt <strong>over</strong> de voorstell<strong>en</strong> van de commissie-Wijffels <strong>en</strong> voorlopigeindigt in het regeerakkoord voor Paars II. In de red<strong>en</strong>ering is e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong>aan te wijz<strong>en</strong>, waarop de oorspronkelijke voorstell<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> onafhankelijk,commercieel operer<strong>en</strong>d spoorwegbedrijf in e<strong>en</strong> monopoloïde markt zijn herijkt,t<strong>en</strong> gunste van het politiek primaat. De opbouw van deze paragraaf volgt devolg<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong> in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> het behartig<strong>en</strong> van het <strong>publieke</strong> belang:1 naar e<strong>en</strong> commercieel operer<strong>en</strong>d, zelfstandig spoorwegvervoer (commissie-Wijffels; 1992-1995) (par. 7.5.1).2 herstel van het politiek primaat naar aanleiding van de parlem<strong>en</strong>taire behandelingvan het <strong>over</strong>gangscontract 1995-2000 (par. 7.5.2)3 van marktwerking naar prestatiecontract<strong>en</strong> (1995 – 1998) (par. 7.5.3).7.5.1 voorstell<strong>en</strong> van de commissie-wijffels: naar e<strong>en</strong> zelfstandignsrAan de voorstell<strong>en</strong> van de commissie-Wijffels <strong>en</strong> het bijbehor<strong>en</strong>de kabinetsstandpuntligt e<strong>en</strong> aantal vooronderstelling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag.263Hypothese 1:De ondernemingsvrijheid van de ns moet word<strong>en</strong> vergroot om de doelstellingvan volumegroei van het spoorvervoer (svv I <strong>en</strong> II) <strong>en</strong> de doelstelling van e<strong>en</strong>r<strong>en</strong>dabel spoorvervoer te realiser<strong>en</strong> (Europese spoorwegbeleid).De red<strong>en</strong>ering dat vergroting van de ondernemingsvrijheid bijdraagt aan volumegroeiluidt als volgt. Om e<strong>en</strong> grotere markt aan te sprek<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> beter gediffer<strong>en</strong>tieerdvervoersaanbod nodig (naast de noodzakelijke uitbreiding van infrastructuur<strong>en</strong> e<strong>en</strong> adequaat flanker<strong>en</strong>d beleid). Om deze differ<strong>en</strong>tiatie te bereik<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> de spoorweg<strong>en</strong> in staat zijn snel <strong>en</strong> adequaat in te spel<strong>en</strong> op de gevarieerdebehoefte van de klant. Met andere woord<strong>en</strong> de spoorweg<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> meermarkt- <strong>en</strong> klantgericht kunn<strong>en</strong> operer<strong>en</strong>. Dit vraagt om verantwoordelijkhed<strong>en</strong>/beslissingsbevoegdhed<strong>en</strong> zo dicht mogelijk bij de klant.De red<strong>en</strong>ering dat het vergrot<strong>en</strong> van de ondernemingsvrijheid bijdraagt aan der<strong>en</strong>tabiliteit die nodig is om te kunn<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> internationale marktis als volgt. Concurrer<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> internationale markt vraagt erom dat spoorwegorganisatiescommercieel <strong>en</strong> zelfstandig hun product/marktbeleid kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>.Dit betek<strong>en</strong>t dat zij niet langer verplicht moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om teg<strong>en</strong>te lage tariev<strong>en</strong> of vergoeding<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te rijd<strong>en</strong> dan wel onr<strong>en</strong>dabele lijn<strong>en</strong> teexploiter<strong>en</strong>. Dit vraagt om autonomie van managem<strong>en</strong>t in de exploitatie (naastsanering van de schuld<strong>en</strong>last om de opgelop<strong>en</strong> achterstand<strong>en</strong> te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>).


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Om de ondernemingsvrijheid te vergrot<strong>en</strong> is het nodig operationele bevoegdhed<strong>en</strong><strong>over</strong> te drag<strong>en</strong>, zoals de bevoegdheid om de tariev<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong>,de di<strong>en</strong>stregeling te bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> autonoom financieel/investerings- <strong>en</strong> personeelsbeleidte voer<strong>en</strong>. Uit deze red<strong>en</strong>ering blijkt de vooronderstelling dat de(maatschappelijke) doelstelling van volumegroei <strong>en</strong> de (ondernemings)doelstellingvan r<strong>en</strong>tabiliteit tegelijkertijd te realiser<strong>en</strong> zijn. Uit de volg<strong>en</strong>de hypotheseblijkt hoe beide doelstelling<strong>en</strong> met elkaar ver<strong>en</strong>igd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Hypothese 2:Om de maatschappelijke groeidoelstelling op r<strong>en</strong>dabele wijze te realiser<strong>en</strong> is hetnodig dat de <strong>over</strong>heid zo’n prijsbeleid voert dat de gebruikerskost<strong>en</strong> van de aut<strong>over</strong>hoging van de treintariev<strong>en</strong> toestaan <strong>en</strong> dat de <strong>over</strong>heid onr<strong>en</strong>dabele di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>contracteert.264De ns is in internationaal vergelijk<strong>en</strong>d perspectief e<strong>en</strong> doelmatige spoorwegorganisatie(qua kost<strong>en</strong>dekkingsgraad). Om de r<strong>en</strong>tabiliteit te vergrot<strong>en</strong> is e<strong>en</strong>interne herstructurering alle<strong>en</strong> dan ook onvoldo<strong>en</strong>de. De commissie-Wijffelsrek<strong>en</strong>t voor dat daarnaast gediffer<strong>en</strong>tieerde prijsverhoging<strong>en</strong> nodig zijn, waarbijde ns beter de prijselasticiteit b<strong>en</strong>ut voor spits-, dal- <strong>en</strong> woon-werkverkeer.Verder zal nsr omwille van de r<strong>en</strong>tabiliteit structureel verlieslat<strong>en</strong>de lijn<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> afstot<strong>en</strong> (rationaliser<strong>en</strong> van het netwerk).Om ervoor te zorg<strong>en</strong> dat de b<strong>en</strong>odigde prijsverhoging<strong>en</strong> niet leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong>daling van het aantal passagiers, gaat de red<strong>en</strong>ering ervan uit dat de <strong>over</strong>heid e<strong>en</strong>zodanig prijsbeleid voert dat de gebruikerskost<strong>en</strong> van de auto verhoging van detreintariev<strong>en</strong> toestaan. Om te voorkom<strong>en</strong> dat het afstot<strong>en</strong> van verlieslat<strong>en</strong>delijn<strong>en</strong> de volumegroei in gevaar br<strong>en</strong>gt, moet de <strong>over</strong>heid de lijn<strong>en</strong> die zij ommaatschappelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> w<strong>en</strong>st, aanvull<strong>en</strong>d contracter<strong>en</strong>. Daarmee blijft zijuiteindelijk formeel verantwoordelijk voor het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau.In de red<strong>en</strong>ering wordt de suggestie gewekt dat de ns <strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid wederzijdsafhankelijk zijn van elkaar: de <strong>over</strong>heid is afhankelijk van de ns voor de realisatievan de beleidsdoelstelling<strong>en</strong> uit het svv I <strong>en</strong> II, de ns is afhankelijk van(het prijsbeleid van) de <strong>over</strong>heid om r<strong>en</strong>dabel te kunn<strong>en</strong> operer<strong>en</strong>. De vraag isalle<strong>en</strong> of die afhankelijkheid wel zo wederzijds is. Met de <strong>over</strong>dracht vanbevoegdhed<strong>en</strong> om tariev<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stregeling vast te stell<strong>en</strong> heeft de ns in elkgeval de mogelijkheid autonoom de r<strong>en</strong>tabiliteit te beïnvloed<strong>en</strong>. Deze ‘scheefheid’wordt in het advies van Wijffels erk<strong>en</strong>d (Wijffels 1992: II-8). Daarbij is dered<strong>en</strong>ering als geformuleerd in hypothese 3.Hypothese 3:Om te voorkom<strong>en</strong> dat de ns teg<strong>en</strong> het maatschappelijk belang in handelt,moet sprake zijn van concurr<strong>en</strong>tie. Hiernaast di<strong>en</strong><strong>en</strong> bedrijfseconomischebeslissing<strong>en</strong> te congruer<strong>en</strong> met het maatschappelijk belang. Wanneer niet aanbeide voorwaard<strong>en</strong> is voldaan, kan regulering nodig zijn.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>De red<strong>en</strong>ering t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie is als volgt: concurr<strong>en</strong>tie is nodigom het bedrijf te dwing<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> redelijk tariefbeleid. Anders gezegd: zonderconcurr<strong>en</strong>tie heeft de ns de mogelijkheid haar monopoliepositie uit te buit<strong>en</strong>door tariev<strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong> die niet marktconform zijn. Deze concurr<strong>en</strong>tie kandirect van andere spoorwegonderneming<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> of indirect van andere(op<strong>en</strong>baar)vervoersbedrijv<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> werkelijk alternatief vorm<strong>en</strong>. Voorlopigvalt volg<strong>en</strong>s de commissie-Wijffels deze vorm van concurr<strong>en</strong>tie echter niet teverwacht<strong>en</strong>.De red<strong>en</strong>ering t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van congru<strong>en</strong>tie is als volgt: de bedrijfseconomischebeslissing<strong>en</strong> van het bedrijf moet<strong>en</strong> in lijn zijn met wat maatschappelijk w<strong>en</strong>selijkwordt geacht. De ns kan bedrijfseconomische beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> die strijdigzijn met het maatschappelijk belang. Op basis van het principe van prijselasticiteitis het logisch dat de ns als commercieel operer<strong>en</strong>de organisatie detariev<strong>en</strong> in de spits verhoogt. Dit staat echter haaks op het strev<strong>en</strong> in het svv I<strong>en</strong> II om vooral in de spits volumegroei te realiser<strong>en</strong>.Wijffels constateert dat aan beide voorwaard<strong>en</strong> (nog) niet is voldaan <strong>en</strong> concludeertdat e<strong>en</strong> op winstoptimalisatie gericht bedrijf g<strong>en</strong>eigd kan zijn om – binn<strong>en</strong>op zich r<strong>en</strong>dabele of door de <strong>over</strong>heid gecontracteerde treinseries – bepaaldestations of frequ<strong>en</strong>ties op te heff<strong>en</strong> of sterk in prijs te verhog<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> alsmaatschappelijk ongew<strong>en</strong>st wordt ervar<strong>en</strong>. Om dit te voorkom<strong>en</strong> kan reguleringvan het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau <strong>en</strong> tariefruimte nodig zijn. Wijffels geeft er echterde voorkeur aan de ns het voordeel van de twijfel te gev<strong>en</strong>. De veronderstellingis dat de <strong>publieke</strong> opinie, de druk van politici <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>organisaties e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>decorriger<strong>en</strong>de werking zal hebb<strong>en</strong> (Wijffels 1992: II-9).265BeschouwingVertrekpunt in de red<strong>en</strong>ering bij het op afstand plaats<strong>en</strong> van de ns zijn de organisatievraag<strong>en</strong> de economische rationaliteit. De sturingsvraag krijgt ternauwernoodaandacht <strong>en</strong> dan alle<strong>en</strong> in randvoorwaardelijke zin. Terwijl de vorm <strong>en</strong> dehaalbaarheid van de concurr<strong>en</strong>tie nog onduidelijk zijn (<strong>en</strong> de haalbaarheid zelfsop<strong>en</strong>lijk wordt betwijfeld), wordt niettemin e<strong>en</strong> verzelfstandigingsproces ingang gezet. Vanuit e<strong>en</strong> historisch s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t is de hoop dat de maatschappelijkeverantwoordelijkheid van de ns (zelfregulering) ons behoedt voor harde, maarbedrijfseconomisch verantwoorde beslissing<strong>en</strong>.7.5.2 herwaardering van het politiek primaatTer uitwerking van het kabinetstandpunt <strong>over</strong> de commissie-Wijffels is e<strong>en</strong><strong>over</strong>gangscontract voorbereid voor de periode 1995-2000. Hierin word<strong>en</strong>afsprak<strong>en</strong> gemaakt <strong>over</strong> to<strong>en</strong>ame van de ondernemingsvrijheid van nsr, terwijlgelijktijdig de <strong>over</strong>heidsbijdrage voor de exploitatie van het spoorvervoer wordtafgebouwd. Het <strong>over</strong>gangscontract geeft nsr reeds gedur<strong>en</strong>de de <strong>over</strong>gangsperiodetariefvrijheid. Hiernaast zou nsr ook de di<strong>en</strong>stregeling mog<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>,met di<strong>en</strong> verstande dat de daling van het aantal plaatskilometers niet groter mag


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>zijn dan 15 proc<strong>en</strong>t. Voorts bevat het contract e<strong>en</strong> inspanningsverplichting voornsr tot groei van het aantal reizigerskilometers. Het <strong>over</strong>gangscontract heeft totveel discussie in de Tweede Kamer geleid, met als uitkomst dat de zelfstandigheidvan NSR in de <strong>over</strong>gangsperiode aan band<strong>en</strong> is gelegd. De zelfstandigepositie van NSR na de <strong>over</strong>gangsperiode bleef in de kamerbehandeling echterbuit<strong>en</strong> schot.Hypothese 4:Omwille van de effectiviteit <strong>en</strong> de democratische legitimatie van het mobiliteitsbeleidmoet de tariefvrijheid <strong>en</strong> de vrijheid om de di<strong>en</strong>stregeling te bepal<strong>en</strong> in de<strong>over</strong>gangsperiode aan band<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelegd.266De Tweede Kamer was van m<strong>en</strong>ing dat de tariefvrijheid <strong>en</strong> de vrijheid om dedi<strong>en</strong>stregeling te bepal<strong>en</strong> op gespann<strong>en</strong> voet staan met de doelstelling van volumegroeiuit het svv I <strong>en</strong> II, omdat de belang<strong>en</strong> van nsr <strong>en</strong> het Kabinet niet congru<strong>en</strong>tzijn (zie hiervoor). Met e<strong>en</strong> beroep op de effectiviteit van het mobiliteitsbeleidbracht de minister van Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat op verzoek van de Kamertwee wijziging<strong>en</strong> aan (Tweede Kamer 1995-1996, nr. 19: 21-30). In de eersteplaats werd de tariefvrijheid in de <strong>over</strong>gangsperiode beperkt tot e<strong>en</strong> bandbreedtevoor stijging van 2-4 proc<strong>en</strong>t. In de tweede plaats werd de ns tot 1998 de vrijheidafg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau aan te pass<strong>en</strong>. Pas wanneer duidelijkheidbestaat <strong>over</strong> de invulling van de contractsector kan de ns treinseriesafstot<strong>en</strong>.Meer impliciet heeft ook de democratische legitimatie e<strong>en</strong> rol gespeeld. E<strong>en</strong> anderered<strong>en</strong> om nsr tot 1998 niet de di<strong>en</strong>stregeling te lat<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>, is dat de Kamerop dat mom<strong>en</strong>t nog ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele duidelijkheid had <strong>over</strong> de omvang <strong>en</strong> invullingvan de contractsector. In de begroting van v&w was a priori e<strong>en</strong> bedrag gereserveerdvan jaarlijks 80 miljo<strong>en</strong> guld<strong>en</strong>. Het was alle<strong>en</strong> onduidelijk of dit voldo<strong>en</strong>deis om de op<strong>en</strong>bare nutsfunctie te kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> garander<strong>en</strong>, omdat onbek<strong>en</strong>dwas welke treinseries nsr zou gaan afstot<strong>en</strong>. Het is ook om deze red<strong>en</strong>dat de Tweede Kamer met succes de voorwaarde bedong dat ge<strong>en</strong> lijn<strong>en</strong> mog<strong>en</strong>word<strong>en</strong> afgestot<strong>en</strong> totdat duidelijkheid bestaat <strong>over</strong> de contractsector (TweedeKamer 1995-1996, nr. 20).Verder is in de Kamerbehandeling de fundam<strong>en</strong>tele vraag aan de orde geweest ofde <strong>over</strong>heid niet de grip op het mobiliteitsbeleid verliest, wanneer zij nsr tariefvrijheidverle<strong>en</strong>t (Tweede Kamer 1995-1996, nr. 23: 25, 32). Tariefvrijheid voornsr betek<strong>en</strong>t immers dat de mogelijkhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetast om door prijsbeleidhet gebruik van verschill<strong>en</strong>de vervoersmodaliteit<strong>en</strong> te beïnvloed<strong>en</strong>.Wanneer de ns tariefvrijheid heeft, kan zij alle<strong>en</strong> door de kost<strong>en</strong> van het autogebruikte beïnvloed<strong>en</strong> de automobiliteit reducer<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong> de afspraak in hetregeerakkoord om de kost<strong>en</strong> van het autogebruik de inflatie <strong>en</strong> internationaleontwikkeling te lat<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>, valt er weinig te verwacht<strong>en</strong> op het punt vanprijsbeleid.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>BeschouwingIn de kamerbehandeling van het <strong>over</strong>gangscontract werd<strong>en</strong> naast de economischeijkpunt<strong>en</strong> van effectiviteit (in de zin van klantgericht) <strong>en</strong> doelmatigheidnadrukkelijk ook juridische beginsel<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> gebracht van democratischelegitimatie <strong>en</strong> rechtszekerheid. Opvall<strong>en</strong>d is dat deze alle<strong>en</strong> in relatie tot het<strong>over</strong>gangscontract naar vor<strong>en</strong> zijn gebracht. Of de ns de tariefvrijheid <strong>en</strong> devrijheid om de di<strong>en</strong>stregeling te bepal<strong>en</strong> na de <strong>over</strong>gangsperiode (na 2000)behoudt, blijft in de discussie buit<strong>en</strong> schot.7.5.3 van marktwerking naar prestatiecontract<strong>en</strong>Hoofddoel van de verzelfstandiging van nsr is het vergrot<strong>en</strong> van de klant- <strong>en</strong>marktgerichtheid. Introductie van concurr<strong>en</strong>tie is hiertoe e<strong>en</strong> belangrijk instrum<strong>en</strong>t.De Europese richtlijn verplicht tot e<strong>en</strong> beperkte toegang tot de infrastructuurvoor internationale sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>. De lidstat<strong>en</strong> staat het vrijhierin verder te gaan. De voorstell<strong>en</strong> van de commissie-Brokx (1995) gaan in derichting van concurr<strong>en</strong>tie op het spoor voor het nationale of kernnet <strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tieom het spoor of de weg voor het regionale net. Daarmee gaan de voorstell<strong>en</strong>nadrukkelijk verder dan de Europese richtlijn.Hypothese 5:Marktwerking in het (commerciële) landelijke netwerk <strong>en</strong> het (onr<strong>en</strong>dabele)regionale net draagt bij aan de effectiviteit <strong>en</strong> efficiëntie van de uitvoering vanhet spoorvoer, ev<strong>en</strong>als de efficiëntie van de contractsector.267Voor het nationale (commerciële) netwerk is de red<strong>en</strong>ering als volgt. Concurr<strong>en</strong>tieop het nationale net versterkt de prijs-kwaliteitverhouding van het spoorwegvervoer.Immers als de onderneming niet levert wat de klant vraagt, verliest zijdeze aan concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Hiernaast bevordert concurr<strong>en</strong>tie de efficiëntie. Spoorwegonderneming<strong>en</strong>met hoge productiekost<strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> zich uit de markt.De commissie-Brokx gaat ervan uit dat directe concurr<strong>en</strong>tie op het kernnettuss<strong>en</strong> vervoeronderneming<strong>en</strong> haalbaar is.Voor het regionale (niet-r<strong>en</strong>dabele) netwerk is de gevolgde red<strong>en</strong>ering vergelijkbaar.Met di<strong>en</strong> verstande dat omwille van de integratie <strong>en</strong> afstemming van despoordi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> op elkaar <strong>en</strong> op andere vervoersdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, niet voor directe concurr<strong>en</strong>tieis gekoz<strong>en</strong> maar voor e<strong>en</strong> systematiek van aanbested<strong>en</strong> van concessies.Door de ontwikkelingsfunctie nadrukkelijk bij de vervoerder neer te legg<strong>en</strong>wordt bevorderd dat de markt- <strong>en</strong> klantk<strong>en</strong>nis optimaal wordt gebruikt om hetvervoersaanbod te definiër<strong>en</strong>.In de red<strong>en</strong>ering achter de introductie van marktwerking in de contractsector isalle<strong>en</strong> het efficiëntiemotief dominant (de ontwikkelingsfunctie is de verantwoordelijkheidvan de aanbested<strong>en</strong>de <strong>over</strong>heid). Aanbested<strong>en</strong> van onr<strong>en</strong>dabelelijn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t voor de vervoersonderneming<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong> op prijs (of productiekost<strong>en</strong>).Het biedt de aanbested<strong>en</strong>de <strong>over</strong>heid de mogelijkheid de aanbiedermet de laagste kost<strong>en</strong> te contracter<strong>en</strong>.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>De red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> achter de introductie van marktwerking gaan all<strong>en</strong> uit van devooronderstelling dat concurr<strong>en</strong>tie op elk van deze deelmarkt<strong>en</strong> of sector<strong>en</strong>mogelijk is. De haalbaarheid van directe concurr<strong>en</strong>tie op het nationale net isvanaf het begin ter discussie gesteld. Deze discussie heeft er onlangs toe geleiddat voorlopig wordt afgezi<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie op het nationale netwerk.In plaats daarvan wordt naar e<strong>en</strong> prestatiecontract met nsr gestreefd. De red<strong>en</strong>eringdaarbij is als volgt.Hypothese 6:Marktwerking op of om het nationale commerciële net is niet reëel, gezi<strong>en</strong> destarheid <strong>en</strong> de schaal van netwerk, de technische verwev<strong>en</strong>heid van spoor <strong>en</strong>trein <strong>en</strong> de kapitaalint<strong>en</strong>siteit van de productiemiddel<strong>en</strong>.268Directe concurr<strong>en</strong>tie op het zelfde kernnet is moeilijk haalbaar vanwege de starheid<strong>en</strong> de schaal van het netwerk. De starheid sluit mededinging op basis vansnelheid goeddeels uit (relevant voor beoogde volumegroei), omdat trein<strong>en</strong> diegebruik mak<strong>en</strong> van dezelfde infrastructuur elkaar niet kunn<strong>en</strong> inhal<strong>en</strong>. Blijft<strong>over</strong> concurr<strong>en</strong>tie op prijs <strong>en</strong> comfort. Ook dit blijkt praktisch lastig haalbaaromdat vervoersonderneming<strong>en</strong> van elkaar afhankelijk zijn voor het verloop vanhet vervoer. De volheid van ons net versterkt deze afhankelijkheid met gevolg<strong>en</strong>voor de di<strong>en</strong>stregeling, aansprakelijkheidsregeling<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort. Tot slot leidtconcurr<strong>en</strong>tie op ons (kleine) net tot e<strong>en</strong> versnipperde inzet van productiemiddel<strong>en</strong><strong>en</strong> is het daarmee inefficiënt. Het is om die red<strong>en</strong> dat van directe concurr<strong>en</strong>tiewerd afgezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> het voorstel werd gedaan om (naast regionale lijn<strong>en</strong>) ookhet nationale net aan te bested<strong>en</strong>.Maar ook concurr<strong>en</strong>tie om het kernnet (ofwel het aanbested<strong>en</strong> van netwerk<strong>en</strong> oflijn<strong>en</strong>) lijkt voorlopig niet reëel. De toetredingsdrempels voor concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijnhoog. Deze hang<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de geheel eig<strong>en</strong> karakteristiek<strong>en</strong> van de sector.E<strong>en</strong> eerste toetredingsdrempel is de technische verwev<strong>en</strong>heid van infrastructuur<strong>en</strong> trein: spoor <strong>en</strong> trein word<strong>en</strong> vaak als e<strong>en</strong> twee-e<strong>en</strong>heid ontwikkeld,gebouwd <strong>en</strong> geëxploiteerd door e<strong>en</strong> onderneming. Hierdoor moet het materieeldat op het spoorwegnet kan word<strong>en</strong> toegelat<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> groot aantal technischeeis<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>. De bestaande exploitant is hierbij in het voordeel teg<strong>en</strong><strong>over</strong>nieuwe toetreders. Dit komt duidelijk naar vor<strong>en</strong> op het gebied van <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing(tractie-<strong>en</strong>ergie) <strong>en</strong> de spoorwegveiligheid (eis van atb-apparatuur <strong>en</strong>eis<strong>en</strong> t.a.v. de ervaring van bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>d personeel).E<strong>en</strong> tweede toetredingsdrempel is de kapitaalint<strong>en</strong>siteit van de productiemiddel<strong>en</strong>.Het aanschaff<strong>en</strong> van locomotiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> treinstell<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong><strong>en</strong>zaak.Dit is deels e<strong>en</strong> technisch gegev<strong>en</strong>, maar voor e<strong>en</strong> ander deel het gevolg van deper land specifieke technische eis<strong>en</strong> die tot maatwerk bij de ontwikkeling <strong>en</strong>productie hebb<strong>en</strong> geleid. Onder meer om deze red<strong>en</strong> zijn er ge<strong>en</strong> leasebedrijv<strong>en</strong>voor locomotiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> treinstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontbreekt nag<strong>en</strong>oeg e<strong>en</strong> tweedehandsmarkt(in teg<strong>en</strong>stelling tot rijtuig<strong>en</strong>). Het verwerv<strong>en</strong> van locomotiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> treinstell<strong>en</strong>is voor nieuwe toetreders e<strong>en</strong> grote belemmering. De concessies die de


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong><strong>over</strong>heid zal gebruik<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de lev<strong>en</strong>sduur van materieel e<strong>en</strong>korte looptijd hebb<strong>en</strong>.7.6 toets<strong>en</strong> van de feitelijke red<strong>en</strong>eringHieronder toets<strong>en</strong> we de feitelijke red<strong>en</strong>ering die t<strong>en</strong> grondslag ligt aan het opafstand plaats<strong>en</strong> van de exploitatie van het reizigersvervoer aan de ijkpunt<strong>en</strong> vaneffectiviteit, efficiëntie, democratische legitimatie, rechtszekerheid <strong>en</strong> rechtsgelijkheid.Uitgangspunt is de voorgestelde uitvoeringsvariant met e<strong>en</strong> zelfstandige,commerciële nsr, met marktwerking in de vorm van concurr<strong>en</strong>tie op het(r<strong>en</strong>dabele) kernnet <strong>en</strong> aanbesteding op het (onr<strong>en</strong>dabele) regionale net <strong>en</strong> inde contractsector.EffectiviteitDraagt de bov<strong>en</strong>staande uitvoeringsvariant optimaal bij aan de realisatie van de<strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> van leefbaarheid, bereikbaarheid <strong>en</strong> toegankelijkheid voorsociale doelgroep<strong>en</strong>? De feitelijke red<strong>en</strong>ering is gebaseerd op de hypothese date<strong>en</strong> grotere ondernemingsvrijheid in combinatie met marktwerking de klant- <strong>en</strong>marktgerichtheid van nsr vergroot <strong>en</strong> hiermee bijdraagt aan de beoogde volumegroei.We kunn<strong>en</strong> hier drie kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> plaats<strong>en</strong>.269In de eerste plaats kan e<strong>en</strong> kanttek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> geplaatst bij de causale relatietuss<strong>en</strong> klantgerichtheid <strong>en</strong> volumegroei. De bedoeling is immers dat de volumegroeiplaats vindt t<strong>en</strong> koste van de auto. Uit onderzoek blijkt dat de gew<strong>en</strong>stesubstitutie uiterst lastig te beïnvloed<strong>en</strong> is (scp 1997; avv 1996). Substitutie vereiste<strong>en</strong> vergroting van de tijdsefficiëntie <strong>en</strong> flexibiliteit van het op<strong>en</strong>baar vervoer(<strong>en</strong> dan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> we ‘irrationele’ motiev<strong>en</strong> voor autogebruik als status <strong>en</strong> persoonlijkevrijheid niet e<strong>en</strong>s mee). Hiermee is de vraag relevant of verzelfstandigingin combinatie met marktwerking hiervoor afdo<strong>en</strong>de voorwaarde is. E<strong>en</strong> antwoordhierop relativeert noodzakelijkerwijs de bijdrage die concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> verzelfstandigingkan lever<strong>en</strong> aan de tijdsefficiëntie <strong>en</strong> flexibiliteit, gezi<strong>en</strong> de verwev<strong>en</strong>heidvan infrastructuur <strong>en</strong> trein. Zo ook is het onterecht om de to<strong>en</strong>ame vanhet aantal vertraging<strong>en</strong> in 1997 <strong>en</strong>kel te wijt<strong>en</strong> aan de verzelfstandiging. Dezehang<strong>en</strong> veeleer sam<strong>en</strong> met de omvangrijke werkzaamhed<strong>en</strong> aan het spoornet.In de tweede plaats wordt er in de red<strong>en</strong>ering te vanzelfsprek<strong>en</strong>d vanuit gegaandat de belang<strong>en</strong> van nsr <strong>en</strong> <strong>over</strong>heid parallel lop<strong>en</strong>. Dit wordt verduidelijkt metde stelling dat het belang van nsr het realiser<strong>en</strong> van omzetmaximalisatie is, terwijlde <strong>over</strong>heid belang heeft bij volumegroei. Hierbij is gemakshalve verget<strong>en</strong>dat e<strong>en</strong> verzelfstandigde nsr met tariefvrijheid die omzet (p x q) niet alle<strong>en</strong> kanverhog<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> groter volume (q) maar ook via e<strong>en</strong> hogere prijs (p). De mogelijkhed<strong>en</strong>voor nsr om dit ‘ongestraft ’ te do<strong>en</strong>, zijn groter naarmate de concurr<strong>en</strong>tiegeringer is <strong>en</strong> de vraag inelastischer. Omdat concurr<strong>en</strong>tie op het national<strong>en</strong>et, gezi<strong>en</strong> de specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de markt, niet reëel is, bestaat de kansdat ‘captive klant<strong>en</strong>’ (die ge<strong>en</strong> alternatief hebb<strong>en</strong>) hiervan de dupe word<strong>en</strong>.Dit staat op gespann<strong>en</strong> voet met de sociale doelstelling van het spoorvervoer.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>In de derde plaats houdt de uitvoeringsvariant er ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee dat e<strong>en</strong>zelfstandige, op bedrijfseconomische principes gerunde nsr op grond vanbedrijfseconomische <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> keuzes kan mak<strong>en</strong> die ingaan teg<strong>en</strong> demaatschappelijke belang<strong>en</strong> van leefbaarheid <strong>en</strong> bereikbaarheid, ongeacht of sprakeis van concurr<strong>en</strong>tie. Bijvoorbeeld het verhog<strong>en</strong> van de tariev<strong>en</strong> in de spits opgrond van de geringe prijselasticiteit in deze periode versus de svv-doelstellingvan volumegroei in de spits. Dit bezwaar wordt niet opgehev<strong>en</strong> door concurr<strong>en</strong>tie,omdat ook concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op basis van dezelfde <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> tot prijsdiffer<strong>en</strong>tiatiezull<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong>. De tucht van de markt is dan onvoldo<strong>en</strong>de om de<strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> veilig te stell<strong>en</strong>.270Conclusie:Vanuit het oogpunt van effectiviteit is het w<strong>en</strong>selijk de tariefruimte <strong>en</strong> het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveaute reguler<strong>en</strong>. Regulering is nodig om te voorkom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> zelfstandige,op bedrijfseconomische principes geënte nsr beslissing<strong>en</strong> neemt dieteg<strong>en</strong> het maatschappelijk belang ingaan <strong>en</strong> daarmee de effectiviteit van het mobiliteitsbeleidondergrav<strong>en</strong>. Regulering door de ‘tucht van de markt’ is onvoldo<strong>en</strong>deomdat concurr<strong>en</strong>tie ge<strong>en</strong> of slechts beperkt correctie oplevert van bedrijfseconomischgezonde beslissing<strong>en</strong> die ingaan teg<strong>en</strong> het maatschappelijk belang.EfficiëntieIn hoeverre is de efficiëntie van de taakuitvoering optimaal gewaarborgd in deuitvoeringsvariant van verzelfstandiging van nsr <strong>en</strong> netwerkmanagem<strong>en</strong>t?De feitelijke red<strong>en</strong>ering is gebaseerd op de hypothese dat zelfstandigheid bijdraagtaan de r<strong>en</strong>tabiliteit van het spoorvervoer (<strong>en</strong> daarmee indirect de efficiëntie),terwijl marktwerking de efficiëntie bevordert doordat vervoerders methoge productiekost<strong>en</strong> zichzelf uit de markt prijz<strong>en</strong>. Bij deze red<strong>en</strong>ering kunn<strong>en</strong>uit het oogpunt van efficiëntie de volg<strong>en</strong>de kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geplaatst.In de eerste plaats kan de efficiëntieprikkel die uitgaat van marktwerking ter discussieword<strong>en</strong> gesteld, althans voor het nationale kernnet. Concurr<strong>en</strong>tie op dezedeelmarkt valt voorlopig niet te verwacht<strong>en</strong>. De technische verwev<strong>en</strong>heid vanspoor <strong>en</strong> trein, de kapitaalint<strong>en</strong>siteit van de productiemiddel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de c<strong>en</strong>tralerol van de di<strong>en</strong>stregeling werp<strong>en</strong> grote barrières op voor pot<strong>en</strong>tiële toetreders(zie o.a. Schaafsma 1997). Het verzelfstandig<strong>en</strong> van de ns onder gelijktijdigeintroductie van concurr<strong>en</strong>tie betek<strong>en</strong>t daarmee het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zelfstandigemonopolist. Zonder concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft deze weinig prikkels om het (r<strong>en</strong>dabele)kernnet efficiënt te exploiter<strong>en</strong>.In de tweede plaats beïnvloedt het verzelfstandig<strong>en</strong> van nsr de financiëlebeheersbaarheid van de contractsector negatief, zolang het niet reëel is datconcurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op de nationale markt toetred<strong>en</strong>. Omdat concurr<strong>en</strong>tie ontbreekt,is de omvang van de contractsector niet het logische gevolg van e<strong>en</strong> paretooptimaalvervoersaanbod dat in de markt tot stand komt. In plaats hiervan kannsr relatief e<strong>en</strong>zijdig de pot<strong>en</strong>tiële omvang van de contractsector bepal<strong>en</strong>.Er bestaat ge<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke definitie van e<strong>en</strong> ‘onr<strong>en</strong>dabele di<strong>en</strong>st’.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>nsr is vrij te besluit<strong>en</strong> wanneer zij e<strong>en</strong> treindi<strong>en</strong>st afstoot. Dit betek<strong>en</strong>t tev<strong>en</strong>sdat winst<strong>en</strong> in de commerciële/r<strong>en</strong>dabele sector kunn<strong>en</strong> wegvloei<strong>en</strong> uit hetspoorvervoer. Daarmee wordt de vraag reëel of de <strong>over</strong>heid op termijn nietduurder uit is dan bij het afdekk<strong>en</strong> van de exploitatietekort<strong>en</strong>.Tot slot valt e<strong>en</strong> kanttek<strong>en</strong>ing te plaats<strong>en</strong> bij de efficiëntie van de taakuitvoeringbinn<strong>en</strong> de contractsector voor nationale <strong>en</strong> voor regionale lijn<strong>en</strong>. Voor de nationalecontractsector is opnieuw het uitblijv<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie problematisch <strong>en</strong>moet op andere wijze word<strong>en</strong> gewaarborgd dat de <strong>over</strong>heid teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zo laagmogelijke prijs de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> inkoopt (dit vraagt inzicht in de opbouw van de kost<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming <strong>over</strong> e<strong>en</strong> ‘pass<strong>en</strong>de vergoeding’). Voor de regionalecontractsector is concurr<strong>en</strong>tie wel mogelijk, met name concurr<strong>en</strong>tie met anderemodaliteit<strong>en</strong>. De vraag die hier in de toekomst opportuun zal zijn, is hoe detransactiekost<strong>en</strong> die gemoeid zijn met het proces van aanbesteding, zich verhoud<strong>en</strong>tot de efficiëntiewinst die via marktwerking wordt gerealiseerd.Conclusie:Het verzelfstandig<strong>en</strong> van de ns in e<strong>en</strong> monopoloïde markt is vanuit efficiëntie<strong>over</strong>weging<strong>en</strong>niet gew<strong>en</strong>st. Zonder e<strong>en</strong> reële kans op concurr<strong>en</strong>tie is de prikkeltot e<strong>en</strong> efficiënte exploitatie van het kernnet beperkt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het nadeligvoor de financiële beheersbaarheid van de contractsector (kernnet <strong>en</strong> contractsectorzijn als het ware communicer<strong>en</strong>de vat<strong>en</strong>). Dit betek<strong>en</strong>t dat voor het kernnetop andere wijze (marktconforme) efficiëntieprikkels moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingebouwd,bijvoorbeeld in de vorm van arrestatieafsprak<strong>en</strong> <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> <strong>over</strong> wanneere<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st mag word<strong>en</strong> afgestot<strong>en</strong>.271Democratische legitimatieBij democratische legitimatie gaat het in ess<strong>en</strong>tie om de vraag of de <strong>over</strong>heid voldo<strong>en</strong>desturings- <strong>en</strong> controlemogelijkhed<strong>en</strong> behoudt op de prestaties van nsr<strong>en</strong> hiermee op de realisatie van de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>. In de feitelijke red<strong>en</strong>eringwordt ervan uitgegaan dat de mogelijkhed<strong>en</strong> om de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> te behartig<strong>en</strong>voldo<strong>en</strong>de zijn gewaarborgd omdat de <strong>over</strong>heid verantwoordelijk blijftvoor het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau. Via de contractsector kan zij die lijn<strong>en</strong> inkop<strong>en</strong>die zij om maatschappelijke of sociale red<strong>en</strong><strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk acht (<strong>en</strong> daarbij gedetailleerdhet in te kop<strong>en</strong> product definiër<strong>en</strong> – frequ<strong>en</strong>ties, kwaliteit <strong>en</strong>z.).De sturing <strong>en</strong> controle op de prestaties van de ns zijn vergaand teruggedrong<strong>en</strong>.Dit is juist het achterligg<strong>en</strong>de doel van de hele operatie: het vergrot<strong>en</strong> van deondernemingsvrijheid. De vraag is echter of het ijkpunt van democratischelegitimatie hiermee niet is veronachtzaamd.In de eerste plaats moet de betek<strong>en</strong>is van de verantwoordelijkheid voor hetvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd, vanwege de afhankelijkheid van de<strong>over</strong>heid teg<strong>en</strong><strong>over</strong> nsr. Weliswaar kan de <strong>over</strong>heid besluit<strong>en</strong> welke onr<strong>en</strong>dabelelijn<strong>en</strong> zij contracteert, er is echter ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele (markt)sturing op nsr bij hetbepal<strong>en</strong> welke lijn<strong>en</strong> zij afstoot. Zij is volledig vrij zelf te bepal<strong>en</strong> welke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>zij wil afstot<strong>en</strong>. Wanneer de <strong>over</strong>heid vervolg<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> de keuze heeft tuss<strong>en</strong>


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>wel of niet contracter<strong>en</strong>, kan dit nauwelijks sturing word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd (zie ookeffectiviteit, red<strong>en</strong>ering 2).In de tweede plaats zijn met het <strong>over</strong>drag<strong>en</strong> van de bevoegdheid om tariev<strong>en</strong>vast te stell<strong>en</strong> de sturingsmogelijkhed<strong>en</strong> in het mobiliteitsbeleid sterk beperkt.De <strong>over</strong>heid heeft in haar prijsbeleid nog slechts de mogelijkheid om de variabeleautokost<strong>en</strong> te beïnvloed<strong>en</strong> om substitutie te bevorder<strong>en</strong>. De invloed op detreintariev<strong>en</strong> heeft zij immers uit hand<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Wanneer de ns de treintariev<strong>en</strong>verhoogt, is de <strong>over</strong>heid als het ware ‘gedwong<strong>en</strong>’ de autoprijz<strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong>om realisatie van de doelstelling<strong>en</strong> uit het svv I <strong>en</strong> II te waarborg<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>kmaar aan de discussie die ontstond in de Tweede Kamer to<strong>en</strong> nsr binn<strong>en</strong> debandbreedte van de ruimte van het <strong>over</strong>gangscontract de tariev<strong>en</strong> verhoogde).272In de derde plaats zijn ook de sturings- <strong>en</strong> controlemogelijkhed<strong>en</strong> via de organisatievormvan de <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschap beperkt. De <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschap isjuist bedoeld om de ondernemingsvrijheid van de organisatie te vergrot<strong>en</strong> <strong>en</strong> debemoei<strong>en</strong>is van de <strong>over</strong>heid met de bedrijfsvoering te minimaliser<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> interessantevraag is dan hoe de suggestie van In ’t Veld (1992: 294-295) om de <strong>over</strong>heidsaandel<strong>en</strong>te verkop<strong>en</strong> aan de klant<strong>en</strong> van de ns moet word<strong>en</strong> beoordeeldvanuit het oogpunt van democratische legitimatie (waarschijnlijk kritisch vanwegestrijdigheid van individuele belang<strong>en</strong> met het collectieve belang).Conclusie:De democratische legitimatie voor het nationale kernnet is voornamelijkgewaarborgd via het <strong>over</strong>heidseig<strong>en</strong>dom <strong>en</strong> voor de contractsector/regionaalspoorvervoer via de rol van opdrachtgever (omdat de aanbested<strong>en</strong>de <strong>over</strong>heid devervoersdi<strong>en</strong>st definieert, inclusief tarief <strong>en</strong>z.). Dit moet echter als onvoldo<strong>en</strong>deword<strong>en</strong> beoordeeld gezi<strong>en</strong> de maatschappelijke doeleind<strong>en</strong> die de <strong>over</strong>heid methet spoorvervoer beoogt. Deze veronderstell<strong>en</strong> dat de <strong>over</strong>heid invloed heeft opde tariev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de di<strong>en</strong>stregeling.RechtszekerheidIn hoeverre is de rechtszekerheid van het spoorvervoer voor burgers <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>optimaal gewaarborgd bij de voorgestelde uitvoeringsvariant? In teg<strong>en</strong>stellingtot bijvoorbeeld onderwijs heeft de burger ge<strong>en</strong> recht op op<strong>en</strong>baar vervoer.Wel kan dit ‘recht’ indirect word<strong>en</strong> afgeleid van andere grondrecht<strong>en</strong> (zie o.a.Nabb<strong>en</strong> 1996). De feitelijke red<strong>en</strong>ering gaat ervan uit dat de rechtszekerheidgewaarborgd wordt via de contractsector <strong>en</strong> via e<strong>en</strong> wettelijke regeling van deconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bescherming.In de eerste plaats leidt het aanbested<strong>en</strong> van treindi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> voor de contractsectorper definitie tot e<strong>en</strong> grotere rechtsonzekerheid. Enerzijds omdat de <strong>over</strong>heidniet alle lijn<strong>en</strong> die de ns afstoot, per definitie zal contracter<strong>en</strong>. Anderzijdsomdat onr<strong>en</strong>dabele lijn<strong>en</strong> periodiek onderwerp van e<strong>en</strong> politiek-bestuurlijkeafweging zull<strong>en</strong> zijn. De mate van rechtsonzekerheid die hierdoor ontstaat,neemt toe naarmate de looptijd van de contract<strong>en</strong> of concessies korter is.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>Omdat de ‘spoorwegmarkt niet perfect is’ zal de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bescherming nae<strong>en</strong> ervaringsperiode van twee jaar (van 1995-1997) word<strong>en</strong> verankerd in wet<strong>en</strong>regelgeving. In deze ervaringsperiode is het de bedoeling dat produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>- <strong>en</strong>consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>organisaties zelfstandig <strong>en</strong> actief naar oplossing<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>, zodatbij voorkeur op basis van e<strong>en</strong> voorstel van de betrokk<strong>en</strong> actor<strong>en</strong> tot regelgevingkan word<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong>. Hiermee lijkt de rechtszekerheid na de <strong>over</strong>gangsperiodevoldo<strong>en</strong>de gewaarborgd.Tot slot kan word<strong>en</strong> opgemerkt dat de rechtsonzekerheid met name in de <strong>over</strong>gangsperiodegroot is/was, vooral voor de spoorwegvervoerders (pot<strong>en</strong>tiëleconcurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de ns <strong>en</strong> de ns zelf). Er heeft lang onduidelijkheid bestaan<strong>over</strong> de invulling van het netwerkmanagem<strong>en</strong>t. Dit heeft de minister van v&wer niet van weerhoud<strong>en</strong> te experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> met marktwerking zonder dat sprakewas van <strong>en</strong>ig wettelijk kader (vgl. de concessieverl<strong>en</strong>ing aan L<strong>over</strong>s, inclusief deconcessies waarvan L<strong>over</strong>s ge<strong>en</strong> gebruik maakte).Conclusie:De rechtszekerheid van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervoerders lijkt met name in hetgeding in de <strong>over</strong>gangsperiode tot de relevante wettelijke regelgeving tot standkomt. Daarna lijkt de rechtszekerheid redelijk gewaarborgd, met di<strong>en</strong> verstandedat het recht op op<strong>en</strong>baar vervoer beperkt via de contractsector kan word<strong>en</strong>afgedwong<strong>en</strong>. Via de introductie van vraagafhankelijk vervoer probeert de <strong>over</strong>heidhier bij te stur<strong>en</strong>.273RechtsgelijkheidIn hoeverre is de rechtsgelijkheid optimaal gewaarborgd in de voorgestelde uitvoeringsvariant?Hier wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> de rechtsgelijkheidvan de burger <strong>en</strong> van de pot<strong>en</strong>tiële toetreders tot de spoorwegmarkt.Om deze vraag te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>, is het eerst nodig vast te stell<strong>en</strong> datmateriële gelijkheid van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet bestaat, omdat deze per definitiewordt beperkt door de ligging van het netwerk. De bewoners uit Noordoost-Groning<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niet dezelfde toegangsmogelijkhed<strong>en</strong> tot het spoor als debewoners uit de Randstad. Niettemin neemt de rechtsongelijkheid in de nieuwesituatie licht toe omdat bij de totstandkoming van het kernnet de r<strong>en</strong>tabiliteitc<strong>en</strong>traal staat (<strong>en</strong> niet de rechtsgelijkheid) <strong>en</strong> bij de totstandkoming van de contractsectorde effectiviteit. Het voornem<strong>en</strong> is om via vraagafhankelijk vervoermet name de toegang voor sociaal zwakker<strong>en</strong> tot het spoor te waarborg<strong>en</strong>.De rechtsongelijkheid van pot<strong>en</strong>tiële toetreders tot de markt is vooral in materiëlezin groot door de technische verwev<strong>en</strong>heid van spoor <strong>en</strong> trein. Hiervoor isal aangegev<strong>en</strong> dat de ns in het voordeel is omdat zij <strong>over</strong> het juiste materieelbeschikt (met tractie-<strong>en</strong>ergie; atb-beïnvloeding <strong>en</strong>z.) <strong>en</strong> <strong>over</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met dejuiste opleidingseis<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort. De verschill<strong>en</strong> zijn zelfs zo groot dat ze e<strong>en</strong>substantiële toetredingsdrempel vorm<strong>en</strong>. Deze conclusie heeft wel tot het comm<strong>en</strong>taargeleid dat e<strong>en</strong> veel verder gaande functiescheiding binn<strong>en</strong> de ns nodig


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>was geweest (ofwel: e<strong>en</strong> andere marktord<strong>en</strong>ing). In plaats van de scheiding infrastructuur<strong>en</strong> exploitatie is voorgesteld (Schaafsma 1997) e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> vervoerders (produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van vervoer met wagons, conducteurs <strong>en</strong>z.),verplaatsers (‘sleepbedrijv<strong>en</strong>’ met machinist<strong>en</strong>, locomotiev<strong>en</strong> die ruimte op hetspoor aanbied<strong>en</strong>) <strong>en</strong> verkeersmiddel<strong>en</strong> (zoals infrastructuur, locomotiev<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.).Voor concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die deze materiële ongelijkheid wet<strong>en</strong> te <strong>over</strong>winn<strong>en</strong> is devraag of de formele rechtsgelijkheid afdo<strong>en</strong>de is gewaarborgd bij het toedel<strong>en</strong>van de infrastructuurcapaciteit. In dit verband is met name de positionering vanRailned (verantwoordelijk voor het capaciteitsmanagem<strong>en</strong>t) van belang.De organisatorische positionering van Railned (met onafhankelijk toezicht)binn<strong>en</strong> de holding van de ns kan de schijn van partijdigheid niet vermijd<strong>en</strong>.Deze oplossing is dan ook terecht bekritiseerd. Zoals eerder aangegev<strong>en</strong>, is hettweede kabinet-Kok voornem<strong>en</strong>s Railned buit<strong>en</strong> het organisatorisch verbandvan de ns te plaats<strong>en</strong>.274Conclusie:De rechtsgelijkheid van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> lijkt niet substantieel in gevaar <strong>en</strong> geeftdaarmee weinig aanleiding voor e<strong>en</strong> andere organisatievorm voor nsr of instrum<strong>en</strong>tatie.De formele rechtsgelijkheid van de vervoerder daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> vraagt ome<strong>en</strong> andere organisatievorm voor ns Railned, waarbij de onafhankelijkheidwordt gewaarborgd. Het voornem<strong>en</strong> van het kabinet-Kok II om ns Railned uitde Holding te plaats<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> stap in de goede richting.Tot slotUit de bov<strong>en</strong>staande analyse blijkt dat in de nieuwe situatie met name de democratischelegitimatie, de effectiviteit <strong>en</strong> de efficiëntie onvoldo<strong>en</strong>de zijn gewaarborgd.Dit hangt sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal onvolkom<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> in de feitelijke red<strong>en</strong>ering.1 Het loskoppel<strong>en</strong> van de organisatie- <strong>en</strong> sturingsvraag van de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>.Hoewel de herstructurering wel is beargum<strong>en</strong>teerd vanuit de gew<strong>en</strong>ste volumegroeivan het spoorvervoer, is de doelstelling van de veranderingsoperatieal snel ‘ver<strong>en</strong>gd’ tot het vergrot<strong>en</strong> van de r<strong>en</strong>tabiliteit <strong>en</strong> klantgerichtheid vannsr. Dat klantgerichtheid niet zonder meer tot volumegroei leidt, dat r<strong>en</strong>tabiliteitstrijdig kan zijn met de doelstelling van volumegroei <strong>en</strong> dat bedrijfseconomischverantwoorde beslissing<strong>en</strong> maatschappelijk ongew<strong>en</strong>st kunn<strong>en</strong>zijn, is onvoldo<strong>en</strong>de <strong>over</strong>weging geweest bij het uitwerk<strong>en</strong> van de organisatie-<strong>en</strong> sturingsvorm. De keuze voor e<strong>en</strong> organisatievorm die nag<strong>en</strong>oeg ge<strong>en</strong>invloedsmogelijkhed<strong>en</strong> biedt, getuigt hiervan. Zo ook de aanvankelijke keuzevoor e<strong>en</strong> sturingsvorm (directe marktwerking) die ge<strong>en</strong> oplossing biedt bijincongru<strong>en</strong>tie van gezonde bedrijfsbelang<strong>en</strong> met maatschappelijk belang<strong>en</strong>.2 Loskoppel<strong>en</strong> van de organisatievraag van de sturingsvraag. Vanaf het beginheeft de organisatievraag c<strong>en</strong>traal gestaan bij het bepal<strong>en</strong> op welke wijze de<strong>publieke</strong> taak van spoorvervoer het beste kon word<strong>en</strong> uitgevoerd. Het antwoordop deze vraag luidde: het vergrot<strong>en</strong> van de ondernemingsvrijheid doore<strong>en</strong> zelfstandige bedrijfse<strong>en</strong>heid te creër<strong>en</strong> met financiële verantwoordelijkheid.De sturingsvraag werd alle<strong>en</strong> beantwoord in relatie tot de contractsector


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>(hoe stuurt de <strong>over</strong>heid het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau), maar niet in relatie totnsr. Zo kon e<strong>en</strong> situatie ontstaan waarbij e<strong>en</strong> verzelfstandigingsproces werdingezet, zonder dat duidelijk was op welke wijze deze ‘<strong>private</strong>’ monopolistzou word<strong>en</strong> bijgestuurd. De ondergeschiktheid van de sturingsvraag blijktook uit de suggestie van de commissie-Wijffels om te vertrouw<strong>en</strong> op zelfreguleringdoor nsr.3 De haat-liefdeverhouding met de ns. Dit is waarschijnlijk de beste irrationeleverklaring achter de hoop dat e<strong>en</strong> zelfstandige nsr die op bedrijfseconomischeprincipes is geschoeid, ook e<strong>en</strong> maatschappelijke functie vervult. E<strong>en</strong> grotereafstandelijkheid teg<strong>en</strong><strong>over</strong> nsr zou tot de conclusie hebb<strong>en</strong> geleid dat van e<strong>en</strong>nag<strong>en</strong>oeg autonome nsr niet zonder meer maatschappelijk verantwoord gedragkan word<strong>en</strong> verwacht. Vanuit e<strong>en</strong> zakelijkere houding was wellicht mete<strong>en</strong> totregulering van het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau <strong>en</strong> de tariefruimte beslot<strong>en</strong>. De dreigingvan concurr<strong>en</strong>tie (van <strong>over</strong>heidszijde – vgl. de concessie aan L<strong>over</strong>s) versus dedreiging van e<strong>en</strong> drastische sanering (van ns-zijde) is waarschijnlijk de echte verklaringdat nsr in de <strong>over</strong>gangsperiode al te drastisch in het netwerk saneerde.4 De <strong>over</strong>schatting van de mogelijkhed<strong>en</strong> om concurr<strong>en</strong>tie in de spoorwegmarktin te voer<strong>en</strong>. De spoorwegmarkt is e<strong>en</strong> markt met unieke karakteristiek<strong>en</strong> diede introductie van marktwerking lastig mak<strong>en</strong>. Dit hangt sam<strong>en</strong> met de technischeverwev<strong>en</strong>heid van spoor <strong>en</strong> trein, de starheid van het spoor <strong>en</strong> de kapitaalint<strong>en</strong>siteitvan de productiemiddel<strong>en</strong>. Deze karakteristiek<strong>en</strong> werp<strong>en</strong> hogetoetredingsdrempels op voor pot<strong>en</strong>tiële concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tieop of om het spoor op het nationale net onwaarschijnlijk. Alle<strong>en</strong> op de regionalemarkt lijkt concurr<strong>en</strong>tie voorlopig e<strong>en</strong> reële mogelijkheid <strong>en</strong> dan metname met andere vervoersmodaliteit<strong>en</strong> zoals de bus. De vraag is dan ookwaarom het kabinet hier nadrukkelijk verder ging dan de Europese richtlijn.De grote populariteit van het concept marktwerking <strong>en</strong> het geloof in de maakbaarheidvan (betwistbare) markt<strong>en</strong> speelt hier waarschijnlijk e<strong>en</strong> grote rol.5 Het Europese beleid. De Europese richtlijn is de stuw<strong>en</strong>de kracht achter deorganisatorische verzelfstandiging van de ns (<strong>en</strong> in mindere mate het voornem<strong>en</strong>om marktwerking te introducer<strong>en</strong>). De inhoud van de richtlijn <strong>en</strong> dedruk om de richtlijn te implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> is waarschijnlijk ook e<strong>en</strong> verklaringvoor de dominantie van de organisatievraag. De vereist<strong>en</strong> uit de richtlijn zijnmet name gericht op de organisatie van de spoorweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelt het vergrot<strong>en</strong>van de r<strong>en</strong>tabiliteit van de spoorweg<strong>en</strong> nadrukkelijk voorop (leefbaarheid <strong>en</strong>bereikbaarheid zijn in de richtlijn veeleer afgeleide doel<strong>en</strong>).2757.7 gew<strong>en</strong>ste red<strong>en</strong>eringUitgangspunt bij de gew<strong>en</strong>ste red<strong>en</strong>ering is het eu-beleid. Voor onze red<strong>en</strong>eringlijkt vooral de bepaling relevant die autonomie van managem<strong>en</strong>t van de spoorwegvervoerderverordonneert. Deze bepaling lijkt de weg naar de organisatievormvan het staatsbedrijf af te sluit<strong>en</strong>. Hiernaast beperkt verord<strong>en</strong>ing 1893/91de keuzemogelijkhed<strong>en</strong> voor de sturingsvorm. De verord<strong>en</strong>ing verbiedt immersom nog langer e<strong>en</strong>zijdige di<strong>en</strong>stverplichting<strong>en</strong> op te legg<strong>en</strong> aan spoorwegvervoerders.De gew<strong>en</strong>ste red<strong>en</strong>ering di<strong>en</strong>t aan deze twee randvoorwaard<strong>en</strong> te vol-


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>do<strong>en</strong>. Hieronder volgt e<strong>en</strong> mogelijke w<strong>en</strong>selijke red<strong>en</strong>ering, die e<strong>en</strong> volgtijdelijkheidvan ijkpunt<strong>en</strong> inhoudt (gebaseerd op de afweging welke ijkpunt<strong>en</strong> metname in het geding zijn).Welke (mate van) invloed is nodig om de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> adequaat te kunn<strong>en</strong>behartig<strong>en</strong>?Bij de gew<strong>en</strong>ste red<strong>en</strong>ering wordt het behartig<strong>en</strong> van de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> alsuitgangspunt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De eerste vraag bij het op afstand plaats<strong>en</strong> van de uitvoeringvan e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> taak luidt dan ook: welke invloed op de uitvoering isnodig om de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> adequaat te behartig<strong>en</strong>? De red<strong>en</strong>ering neemthiermee de ijkpunt<strong>en</strong> van democratische legitimatie <strong>en</strong> effectiviteit tot vertrekpunt.Voor de red<strong>en</strong>ering zijn de volg<strong>en</strong>de twee <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> relevant:1 het feit dat het spoorvervoer instrum<strong>en</strong>t van <strong>over</strong>heidsbeleid is; in combinatiemet2 de strijdigheid van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> met het bedrijfs- of organisatiebelangvan nsr.276Op grond van beide <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> had de conclusie moet<strong>en</strong> zijn dat directeinvloed is gew<strong>en</strong>st op het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau <strong>en</strong> de tariefruimte van nsr <strong>en</strong>andere toekomstige spoorwegvervoerders. De combinatie van e<strong>en</strong> verzelfstandigd<strong>en</strong>s (met tariefvrijheid <strong>en</strong> vrijheid van di<strong>en</strong>stregeling) <strong>en</strong> directe concurr<strong>en</strong>tieop het nationale net voldoet niet aan deze voorwaarde. Zelfs niet al zoudirecte concurr<strong>en</strong>tie reëel zijn.Op welke wijz<strong>en</strong> kan deze invloed word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d zodanig dat de organisati<strong>en</strong>iet teg<strong>en</strong> het maatschappelijk belang in handelt?De tweede vraag is die naar de wijz<strong>en</strong> waarop het handel<strong>en</strong> van de organisatiekan word<strong>en</strong> beïnvloed. Hiermee verwijst de vraag naar (combinaties van) mogelijkesturings- <strong>en</strong> organisatievorm<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong> de Europese richtlijn valt de mogelijkheidvan het directe e<strong>en</strong>zijdige instrum<strong>en</strong>t van de op<strong>en</strong>bare-di<strong>en</strong>stverplichtingaf. De volg<strong>en</strong>de directe invloedsmogelijkhed<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>over</strong>:• via netwerkmanagem<strong>en</strong>t in de vorm van het aanbested<strong>en</strong> van concessies.De <strong>over</strong>heid behoudt dan in de rol van opdrachtgever (formuler<strong>en</strong> vanconcessievereist<strong>en</strong>) invloed op, onder meer, het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau <strong>en</strong> detariefruimte;• via directe meerzijdige regulering, waarbij de tariefruimte <strong>en</strong> het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveauword<strong>en</strong> vastgelegd in bilaterale contract<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vervoerder <strong>en</strong><strong>over</strong>heid;• via verandering van de organisatievorm van e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschap naare<strong>en</strong> zelfstandig bestuursorgaan (zbo).Welke (combinatie) van invloedsmogelijkhed<strong>en</strong> draagt bij aan de meest efficiënteuitvoering van de <strong>publieke</strong> taak?Bij de afweging welke van deze invloedsmogelijkhed<strong>en</strong> het meest geschikt is,is vervolg<strong>en</strong>s de efficiëntie het relevante ijkpunt. Op grond van dit ijkpunt gaat(in theorie) de voorkeur uit naar directe invloed via aanbesteding, zowel voor


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>het nationale kernnet als voor het regionaal spoor/contractsector. Bij deze keuzedi<strong>en</strong><strong>en</strong> echter de volg<strong>en</strong>de twee <strong>over</strong>weging<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>:1 haalbaarheid van concurr<strong>en</strong>tie/marktwerking in het spoorwegvervoer;in combinatie met2 de transactiekost<strong>en</strong> gemoeid met het netwerkmanagem<strong>en</strong>t.Bov<strong>en</strong>staande betek<strong>en</strong>t voor het regionale net dat aanbested<strong>en</strong> de gew<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> e<strong>en</strong>haalbare optie lijkt. Voor het regionale net is de w<strong>en</strong>selijke red<strong>en</strong>ering daarmee inzekere zin conform de feitelijke red<strong>en</strong>ering. Voor het regionale net is concurr<strong>en</strong>tieimmers reëel. De w<strong>en</strong>selijkheid van deze optie wordt pas ondermijnd op hetmom<strong>en</strong>t dat de transactiekost<strong>en</strong> die gemoeid zijn met het organiser<strong>en</strong> van de aanbesteding,groter zijn dan de efficiëntiewinst als gevolg van deze vorm van marktwerking.De praktijk zal dit moet<strong>en</strong> uitwijz<strong>en</strong>. Wel is aannemelijk dat naarmate de<strong>over</strong>heid meer directe invloed wil behoud<strong>en</strong>, de transactiekost<strong>en</strong> hoger zull<strong>en</strong> zijn.Voor het nationale kernnet ligt de situatie anders. Op grond van het eerste criteriumhad de conclusie voor het nationale net moet<strong>en</strong> zijn dat, gezi<strong>en</strong> de specifiekekarakteristiek<strong>en</strong> van de spoorwegmarkt, (voorlopige) toetreding van concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>tot het nationale netwerk niet realistisch is. De optie van aanbested<strong>en</strong> valthiermee af. E<strong>en</strong> verdere marktord<strong>en</strong>ing, zoals hiervoor is voorgesteld, zou detoetredingsdrempels kunn<strong>en</strong> verlag<strong>en</strong> maar heeft ongetwijfeld hogere transactiekost<strong>en</strong>tot gevolg (vgl. de uk waar bijna 10 instanties met e<strong>en</strong> reguler<strong>en</strong>de,verdel<strong>en</strong>de taak in het lev<strong>en</strong> zijn geroep<strong>en</strong>). Blijft <strong>over</strong> het sturingsinstrum<strong>en</strong>tvan de bilaterale contract<strong>en</strong>.277Op grond van de ijkpunt<strong>en</strong> efficiëntie, effectiviteit <strong>en</strong> democratische legitimatieis het w<strong>en</strong>selijk om in zo’n bilateraal contract (marktconforme) prikkels in tebouw<strong>en</strong> ter bevordering van de efficiëntie <strong>en</strong> de effectiviteit van nsr (in term<strong>en</strong>van de mobiliteitsdoelstelling<strong>en</strong>). Zo’n prestatiecontract is naar alle waarschijnlijkheidook de uitkomst van de feitelijke red<strong>en</strong>ering (vgl. de beleidsvoornem<strong>en</strong>svan Paars II in het regeerakkoord), echter niet dan nadat e<strong>en</strong> omzwerving isgemaakt langs sturing via directe concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> via aanbesteding.Hoe kunn<strong>en</strong> rechtszekerheid, rechtsgelijkheid <strong>en</strong> democratische legitimatie tot slotword<strong>en</strong> geoptimaliseerd?Bij het optimaliser<strong>en</strong> van het sturings- <strong>en</strong> organisatiearrangem<strong>en</strong>t spel<strong>en</strong> <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>van rechtszekerheid <strong>en</strong> rechtsgelijkheid van burgers e<strong>en</strong> rol.Hieronder wordt e<strong>en</strong> aantal relevante aandachtspunt<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd:• de duur van het contract/concessie: omwille van de rechtzekerheid gaat devoorkeur uit naar e<strong>en</strong> lange doorlooptijd. Vanuit het oogpunt van democratischelegitimatie is niettemin e<strong>en</strong> korte doorlooptijd gew<strong>en</strong>st. Deze spanning kanwellicht word<strong>en</strong> opgehev<strong>en</strong> door in het contract of de concessie e<strong>en</strong> bepaling opte nem<strong>en</strong> die het de <strong>over</strong>heid toestaat om e<strong>en</strong>zijdig het contract op<strong>en</strong> te brek<strong>en</strong>;• wettelijke regeling van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bescherming <strong>en</strong> waarborg<strong>en</strong> van invloed/inspraakvan burgers op het opstell<strong>en</strong> van concessievoorwaard<strong>en</strong> bij aanbested<strong>en</strong>;• onafhankelijk toezicht op regionale ov-markt.


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>7.8 de vrag<strong>en</strong>In deze slotparagraaf word<strong>en</strong> aan de hand van vier vrag<strong>en</strong> de belangrijkste conclusiessam<strong>en</strong>gevat. Waar zinvol wordt verwez<strong>en</strong> naar het voorgaande.1 Wat zijn de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> van het spoorvervoer?Het spoorvervoer di<strong>en</strong>t drie <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong>. De <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> vanleefbaarheid <strong>en</strong> bereikbaarheid zijn expliciet vastgelegd in de Structuurschema’sVerkeer <strong>en</strong> Vervoer I <strong>en</strong> II <strong>en</strong> hiermee hecht verankerd in het mobiliteitsbeleid(volumegroei als bijbehor<strong>en</strong>d doel). Het <strong>publieke</strong> belang van toegankelijkheidvoor zij die zijn aangewez<strong>en</strong> op het op<strong>en</strong>baar vervoer is reedsdec<strong>en</strong>nia lang e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> voor de betrokk<strong>en</strong>heid van <strong>over</strong>heid.Gezi<strong>en</strong> deze <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> is spoorvervoer nadrukkelijk e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tvan <strong>over</strong>heidsbeleid (zie verder par. 7.3).2782 Welke keuz<strong>en</strong> zijn de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> op het onderhavige terrein gemaakt t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van organisatie/aansturing van de uitvoering van het spoorvervoer?De c<strong>en</strong>trale keuze in de organisatie van de exploitatie van het reizigersvervoeris om deze functie beleidsmatig <strong>en</strong> financieel te verzelfstandig<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> apartebedrijfse<strong>en</strong>heid met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> financiële verantwoordelijkheid: ns-Reizigers.Deze keuze betek<strong>en</strong>de in strikte zin ge<strong>en</strong> verandering in organisatievorm,omdat nsr e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschap blijft. Feitelijk is niettemin sprake vane<strong>en</strong> afname van de ministeriële verantwoordelijkheid omdat de <strong>over</strong>heid debevoegdhed<strong>en</strong> om de tariev<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>stregeling, personeelsbeleid <strong>en</strong> investeringsbeleidte bepal<strong>en</strong>, <strong>over</strong>draagt aan nsr. Voorts kunn<strong>en</strong> voortaan ook<strong>private</strong> partij<strong>en</strong> spoorwegdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong>. (zie verder par. 7.4.3).De c<strong>en</strong>trale keuze in de aansturing van de exploitatie van het reizigersvervoeris om netwerkmanagem<strong>en</strong>t te introducer<strong>en</strong> in de vorm van e<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerdeaanpak van marktwerking naar deelmarkt <strong>en</strong> schaalniveau: directeconcurr<strong>en</strong>tie op het spoor voor het nationale (r<strong>en</strong>dabele) kernnet; aanbestedingvan concessies voor het regionale (onr<strong>en</strong>dabele) net <strong>en</strong> aanbesteding vanonr<strong>en</strong>dabele lijn<strong>en</strong> in de contractsector. Dit laatste verwijst naar lijn<strong>en</strong> die d<strong>en</strong>s afstoot <strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid omwille van sociale of maatschappelijke doelstelling<strong>en</strong>op contractbasis inkoopt bij de spoorvervoerder (zie verder par. 7.4.3).3 Welke red<strong>en</strong>ering lag aan deze keuz<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag? In welke mate was hetEuropese recht hier bepal<strong>en</strong>d?Aan de organisatorische verzelfstandiging van nsr lag<strong>en</strong> vooral <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>van efficiëntie <strong>en</strong> effectiviteit (vgl. economische rationaliteit) t<strong>en</strong> grondslag.C<strong>en</strong>trale vooronderstelling was dat het nodig was de ondernemingsvrijheidvan nsr te vergrot<strong>en</strong> om de r<strong>en</strong>tabiliteit <strong>en</strong> klantgerichtheid (<strong>en</strong> daarmeede volumegroei) van de spoorweg<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Met anderewoord<strong>en</strong> de red<strong>en</strong>ering gaat ervan uit dat de doelstelling<strong>en</strong> tegelijkertijd terealiser<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> incongru<strong>en</strong>tie van organisatie- <strong>en</strong> maatschappelijkbelang oplever<strong>en</strong>. De Europese Richtlijn 91/440 is zeer bepal<strong>en</strong>d geweest


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>voor de verzelfstandiging van de exploitatiefunctie (in bijzonder de vereistevan autonomie van managem<strong>en</strong>t) (zie verder par. 7.5).Aan de keuze om marktwerking te introducer<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> opnieuw vooral <strong>over</strong>weging<strong>en</strong>van efficiëntie <strong>en</strong> effectiviteit t<strong>en</strong> grondslag. C<strong>en</strong>trale vooronderstellingis dat marktwerking de effectiviteit <strong>en</strong> efficiëntie vergroot. Achterdeze vooronderstelling gaat de hypothese schuil dat marktwerking op de verschill<strong>en</strong>dedeelmarkt<strong>en</strong> van het spoorvervoer mogelijk is. Ook de keuze voormarktwerking is waarschijnlijk door de Europese richtlijn beïnvloed, al gaande voorstell<strong>en</strong> nadrukkelijk verder. De keuze lijkt dan ook vooral beïnvloeddoor de grote populariteit die marktwerking de eerste helft van de jar<strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig g<strong>en</strong>iet (zie verder par. 7.5).4 Hoe had op grond van de vijf ijkpunt<strong>en</strong> de organisatie- <strong>en</strong> sturingsvraag(in sam<strong>en</strong>hang) beantwoord moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?De ijkpunt<strong>en</strong> van maatschappelijke effectiviteit (in relatie tot de <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong>), efficiëntie (in de zin van financiële beheersbaarheid van de contractsector)<strong>en</strong> democratische legitimatie zijn onvoldo<strong>en</strong>de gewaarborgd in debestaande red<strong>en</strong>ering. Hierdoor kon e<strong>en</strong> uitvoeringsvariant word<strong>en</strong> voorgestelddie feitelijk neerkomt op de creatie van e<strong>en</strong> <strong>private</strong> organisatie die alsmonopolist – in e<strong>en</strong> monopoloïde markt – zelfstandig de di<strong>en</strong>stregelingbepaalt, de tariev<strong>en</strong> vaststelt <strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig bepaalt welke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> zij afstoot.Deze variant kon mede ontstaan omdat de organisatievraag is losgekoppeldvan de sturingsvraag <strong>en</strong> de relatie met de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> op de achtergrondis geraakt (zie verder par. 7.6).279abHoe hadd<strong>en</strong> de organisatie- <strong>en</strong> sturingsvraag wel moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beantwoord?In de eerste plaats had omwille van de democratische legitimatie <strong>en</strong>de (maatschappelijke) effectiviteit moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld welke invloednodig is om de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> adequaat te behartig<strong>en</strong>. Hierbij had rek<strong>en</strong>ingmoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met:het feit dat het spoorvervoer e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t van het mobiliteitsbeleid is;<strong>en</strong> in het verl<strong>en</strong>gde hiervande incongru<strong>en</strong>tie van (bedrijfseconomische) belang<strong>en</strong> van de uitvoer<strong>en</strong>deorganisatie met de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> van leefbaarheid <strong>en</strong> mobiliteit.Op grond hiervan had de conclusie moet<strong>en</strong> luid<strong>en</strong> dat directe invloed op hetvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau <strong>en</strong> de tariefruimte nodig blijft.abcDeze invloed had op drie manier<strong>en</strong> gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:in de vorm van het aanbested<strong>en</strong> van concessies via het formuler<strong>en</strong> van gedetailleerdeconcessievoorwaard<strong>en</strong>;in de vorm van directe meerzijdige regulering, bijvoorbeeld in de vorm vanop<strong>en</strong>bare-di<strong>en</strong>stcontract<strong>en</strong>; <strong>en</strong>door van nsr e<strong>en</strong> zbo te mak<strong>en</strong> opdat voldo<strong>en</strong>de ministeriële invloed op hetvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau <strong>en</strong> de tariefruimte gewaarborgd blijft (e<strong>en</strong> wijziging instaatsbedrijf lijkt niet mogelijk vanwege de Europese vereiste van autonomie


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>van managem<strong>en</strong>t; de vraag is echter wat van e<strong>en</strong> wijziging van organisatievormmag word<strong>en</strong> verwacht, als feitelijk onder de organisatievorm <strong>over</strong>heidsv<strong>en</strong>nootschapvergaande <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>is plaatsvond).280abBij de keuze zoud<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s efficiëntieargum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de doorslag moet<strong>en</strong>gev<strong>en</strong>. Aanbesteding zou dan de voorkeur verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>, mits aan de volg<strong>en</strong>detwee voorwaard<strong>en</strong> is voldaan:toetreding van concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot de spoorwegvervoermarkt is reëel; <strong>en</strong>de transactiekost<strong>en</strong> die gemoeid zijn met het organiser<strong>en</strong> van de aanbestedingzijn lager dan de te verwacht<strong>en</strong> efficiëntiewinst.Gezi<strong>en</strong> de karakteristiek<strong>en</strong> van de sector is toetreding van concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ophet r<strong>en</strong>dabele nationale net niet reëel <strong>en</strong> hiermee niet w<strong>en</strong>selijk. Voor dezedeelmarkt betek<strong>en</strong>t dit directe regulering door e<strong>en</strong> prestatiecontract, metprestati<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> op basis van (internationale) b<strong>en</strong>chmarking. Zo’n contractbevat bij voorkeur (marktconforme) prikkels voor efficiëntie <strong>en</strong> effectiviteitin de vorm van e<strong>en</strong> bonus/malusregeling. Voor de deelmarkt van regionaalvervoer is niet zozeer van spoorvervoerders, maar wel van busbedrijv<strong>en</strong>toetreding te verwacht<strong>en</strong>. Aanbesteding is hier mogelijk <strong>en</strong> zal uiteindelijkmoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgewog<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de transactiekost<strong>en</strong> van het organiser<strong>en</strong>van de aanbesteding (<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van niet gebruikt spoor/onb<strong>en</strong>uttecapaciteit).Tot slot: Privatisering van de ns?Hoewel deze studie de actuele kabinetsvoornem<strong>en</strong>s om de ns te privatiser<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> beschouwing laat, is de verleiding te groot om hieraan geheel voorbij tegaan. Dit geldt temeer wanneer de hoofdconclusie van deze studie luidt dat hetadequaat waarborg<strong>en</strong> van de <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> directe <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>isveronderstelt, hetzij via opdrachtgeving <strong>en</strong>/of via marktwerking. Het voorstelom de ns te privatiser<strong>en</strong> zonder disciplinering in de vorm van martkwerking,betek<strong>en</strong>t de vorming van e<strong>en</strong> ‘<strong>private</strong> monopolist’, met alle risico’s van di<strong>en</strong>.Hoewel via opdrachtgeving (in de vorm van prestatiecontract<strong>en</strong> in combinatiemet b<strong>en</strong>chmarking) <strong>en</strong>ige disciplinering mogelijk blijft, is de hamvraag echterwaarom het kabinet privatisering van de ns nastreeft in e<strong>en</strong> monopoloïdemarkt? Met andere woord<strong>en</strong>: welke red<strong>en</strong>ering ligt hieraan t<strong>en</strong> grondslag?Draagt e<strong>en</strong> <strong>private</strong> organisatievorm meer bij aan het realiser<strong>en</strong> van de <strong>publieke</strong>belang<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> organisatievorm? Hiervoor lijkt weinig ondersteuningte vind<strong>en</strong> (zie ook Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>dijk 1998). En het argum<strong>en</strong>t dat aanbieders e<strong>en</strong>gelijkwaardige <strong>en</strong> non-discriminatoire kans moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, houdt in de monopoloïdemarkt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> stand. De privatisering lijkt dan ook eerder in hetbelang (<strong>en</strong> mede op het verzoek) van de ns dan van de <strong>over</strong>heid.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>not<strong>en</strong>1 Drs. I. van Enckevort is medewerker van b&a Groep.281


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>literatuur282Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer (1996) Autogebruik te stur<strong>en</strong>? Begripp<strong>en</strong>kader Mobiliteit <strong>en</strong>Gedrag, Rotterdam.Brokx, G. et al. (1995) Marktwerking in het Op<strong>en</strong>baar Vervoer, eindrapport commissie-BrokxOp<strong>en</strong>baar Vervoer, Utrecht.Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>dijk, J. (1998) Overheidsinvloed in het op<strong>en</strong>baar vervoer, e<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>d onderzoek naarderegulering, privatisering <strong>en</strong> verzelfstandiging in Europa, Amsterdam: Thesis Publishers.Huijser, R.W (1992) ‘De Europese Geme<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> de spoorwegonderneming<strong>en</strong><strong>en</strong> de nationale <strong>over</strong>hed<strong>en</strong>’, Tijdschrift voor Vervoerwet<strong>en</strong>schap, 3: 336-350.isotope: Improved Structure and Organization for urban Transport Operations of Pass<strong>en</strong>gers inEurope, research project under the auspices of the Fourth Framework Programme,Brussels (1997).Ministerie van Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat (1997) Marktwerking in het Regionaal Op<strong>en</strong>baar Vervoer,Implem<strong>en</strong>tati<strong>en</strong>ota, D<strong>en</strong> Haag.Nabb<strong>en</strong>, P. (1996) E<strong>en</strong> (grond)recht op op<strong>en</strong>baar vervoer? Grondrechtelijke consequ<strong>en</strong>tie van deverzelfstandiging van de ns, Wet<strong>en</strong>schapswinkel Recht<strong>en</strong>, Universiteit Utrecht, Utrecht.Schaafsma A. (1997) ‘Liever het ontleedmes dan de botte bijl – radicale scheiding van infrastructuur<strong>en</strong> exploitatie niet doeltreff<strong>en</strong>d voor concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> innovatie in de spoorwegbranche’,Tijdschrift voor Vervoerwet<strong>en</strong>schap, 3: 237-258.Steg L. , M. Arnold, M. Ras <strong>en</strong> E. van Velz<strong>en</strong> (1997) Maatschappelijke <strong>en</strong> Individuele Determinant<strong>en</strong>van Autogebruik, Sociaal Cultureel Planbureau, D<strong>en</strong> Haag: Sdu Uitgevers.Tweede Kamer, Handeling<strong>en</strong> vergaderjaar 1995-1996, 18 986, D<strong>en</strong> Haag: Sdu Uitgevers.Tweede Kamer, Handeling<strong>en</strong> vergaderjaar 1996-1997, 18 986, D<strong>en</strong> Haag: Sdu Uitgevers.Veld, R.J. in ‘t (1992) ‘Rond straks spor<strong>en</strong>’, Tijdschrift voor Vervoerwet<strong>en</strong>schap, 3: 285-295.Wijffels, H.H.F., et al. (1992) Spor<strong>en</strong> voor straks, advies <strong>over</strong> de toekomstige relatie tuss<strong>en</strong> <strong>over</strong>heid<strong>en</strong> Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong>, Utrecht.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>rapport<strong>en</strong> aan de regeringEerste raadsperiode (1972-1977)1 Europese Unie*2 Structuur van de Nederlandse economie*3 EnergiebeleidGebundeld in één publicatie (1974)*4Milieubeleid (1974)*5 Bevolkingsgroei (1974)*6 De organisatie van het op<strong>en</strong>baar bestuur (1975)*7 Buit<strong>en</strong>landse invloed<strong>en</strong> op Nederland: Internationale migratie (1976)*8 Buit<strong>en</strong>landse invloed<strong>en</strong> op Nederland: Beschikbaarheid van wet<strong>en</strong>schappelijke <strong>en</strong> technische k<strong>en</strong>nis (1976)*9 Comm<strong>en</strong>taar op de Discussi<strong>en</strong>ota Sectorrad<strong>en</strong> (1976)*10 Comm<strong>en</strong>taar op de nota Contour<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toekomstig onderwijsbestel (1976)*11 Overzicht externe adviesorgan<strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid (1976)*12 Externe adviesorgan<strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid (1976)*13 Mak<strong>en</strong> wij er werk van? Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de verhouding tuss<strong>en</strong> actiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-actiev<strong>en</strong> (1977)*14Interne adviesorgan<strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>heid (1977)*15 De kom<strong>en</strong>de vijf<strong>en</strong>twintig jaar – E<strong>en</strong> toekomstverk<strong>en</strong>ning voor Nederland (1977)*16 Over sociale ongelijkheid – E<strong>en</strong> beleidsgerichte probleemverk<strong>en</strong>ning (1977)*283Tweede raadsperiode (1978-1982)17 Etnische minderhed<strong>en</strong> (1979)*A. Rapport aan de RegeringB. Naar e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> etnisch minderhed<strong>en</strong>beleid?18 Plaats <strong>en</strong> toekomst van de Nederlandse industrie (1980)*19 Beleidsgerichte toekomstverk<strong>en</strong>ningDeel1: E<strong>en</strong> poging tot uitlokking (1980)*20 Democratie <strong>en</strong> geweld. Probleemanalyse naar aanleiding van de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in Amsterdam op 30 april 1980*21 Vernieuwing<strong>en</strong> in het arbeidsbestel (1981)*22 Herwaardering van welzijnsbeleid (1982)*23 Onder invloed van Duitsland. E<strong>en</strong> onderzoek naar gevoeligheid <strong>en</strong> kwetsbaarheid in de betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>Nederland <strong>en</strong> de Bondsrepubliek (1982)*24Sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d mediabeleid (1982)** Uitverkocht


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Derde raadsperiode (1983-1987)25 Beleidsgerichte toekomstverk<strong>en</strong>ningDeel 2: E<strong>en</strong> verruiming van perspectief (1983)*26 Waarborg<strong>en</strong> voor zekerheid. E<strong>en</strong> nieuw stelsel van sociale zekerheid in hoofdlijn<strong>en</strong> (1985)27 Basisvorming in het onderwijs (1986)28 De onvoltooide Europese integratie (1986)29 Ruimte voor groei. Kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedreiging<strong>en</strong> voor de Nederlandse economie in de kom<strong>en</strong>de ti<strong>en</strong> jaar (1987)30 Op maat van het midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> kleinbedrijf (1987)Deel 1: Rapport aan de Regering;Deel 2: Pre-adviez<strong>en</strong>31 Cultuur zonder gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> (1987)*32 De financiering van de Europese Geme<strong>en</strong>schap. E<strong>en</strong> interimrapport (1987)33 Activer<strong>en</strong>d arbeidsmarktbeleid (1987)34Overheid <strong>en</strong> toekomstonderzoek. E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie (1988)284Vierde raadsperiode (1988-1992)35 Rechtshandhaving (1988)36 Allochton<strong>en</strong>beleid (1989)37 Van de stad <strong>en</strong> de rand (1990)38 E<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>d perspectief. Arbeidsparticipatie in de jar<strong>en</strong> ’90 (1990)39 Technologie <strong>en</strong> <strong>over</strong>heid (1990)40 De onderwijsverzorging in de toekomst (1991)41 Milieubeleid. Strategie, instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> handhaafbaarheid (1992)42 Grond voor keuz<strong>en</strong>. Vier perspectiev<strong>en</strong> voor de landelijke gebied<strong>en</strong> in de Europese Geme<strong>en</strong>schap (1992)43 Ouder<strong>en</strong> voor ouder<strong>en</strong>. Demografische ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleid (1993)Vijfde raadsperiode (1993-1997)44 Duurzame risico’s. E<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>d gegev<strong>en</strong> (1994)45 Belang <strong>en</strong> beleid. Naar e<strong>en</strong> verantwoorde uitvoering van de werknemersverzekering<strong>en</strong> (1994)46 Besluit<strong>en</strong> <strong>over</strong> grote project<strong>en</strong> (1994)47 Hoger onderwijs in fas<strong>en</strong> (1995)48 Stabiliteit <strong>en</strong> veiligheid in Europa. Het verander<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong>veld voor het buit<strong>en</strong>lands beleid (1995)49 Orde in het binn<strong>en</strong>lands bestuur (1995)50 Tweedeling in perspectief (1996)51 Van verdel<strong>en</strong> naar verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Afweging<strong>en</strong> voor de sociale zekerheid in de 21e eeuw (1997)52 Volksgezondheidszorg (1997)53 Ruimtelijke-ontwikkelingspolitiek (1998)54Staat zonder land. E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van bestuurlijke gevolg<strong>en</strong> van informatie- <strong>en</strong> communicatietechnologie (1998)Rapport<strong>en</strong> aan de Regering <strong>en</strong> publicaties in de reeks Voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong> zijn verkrijgbaar in de boekhandel of via Sdu Servicec<strong>en</strong>trumUitgeverij<strong>en</strong>, Plantijnstraat, Postbus 20014, 2500 EA ’s-Grav<strong>en</strong>hage, tel. 070-3789880, fax 070-3789783.


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>Hieronder word<strong>en</strong> de publicaties uit de wrr-serie Voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong> opgesomd vanaf devierde raadsperiode. E<strong>en</strong> volledig <strong>over</strong>zicht van de voorstudies is beschikbaar op de wrr-website(http://www.wrr.nl) of aan te vrag<strong>en</strong> bij het bureau van de wrr (070 - 356 46 25).Vierde raadsperiode (1988-1992)V63 Milieu <strong>en</strong> groei. Verslag van e<strong>en</strong> studiedag op 11 februari 1988 (1988)V64De maatschappelijke gevolg<strong>en</strong> van erfelijkheidsonderzoek. Verslag van e<strong>en</strong> confer<strong>en</strong>tie op 16-17 juni 1988 (1988)V65H.F.L. Garrets<strong>en</strong>, H. Raat (1989) Gezondheid in de vier grote sted<strong>en</strong>V66P. de Grauwe e.a. ( 1989) De Europese Monetaire Integratie: vier visiesV67Th. Roelandt, J. Ve<strong>en</strong>man (1990) Allochton<strong>en</strong> van school naar werkV68W.H. Leeuw<strong>en</strong>burgh, P. van d<strong>en</strong> Eed<strong>en</strong> (1990) Onderwijs in de vier grote sted<strong>en</strong>V69M.W. de Jong, P.A. de Ruijter (red.) (1990) Logistiek, infrastructuur <strong>en</strong> de grote stad285V70C.A. Bartels, E.J.J. Roos (1990) Sociaal-economische vernieuwing in grootstedelijke gebied<strong>en</strong>V71W.J. Dercks<strong>en</strong> (ed.) (1990) The Future of Industrial Relations in Europe. Proceedings of a confer<strong>en</strong>ce in honour ofprof. W. AlbedaV72 Sociaal-economische gezondheidsverschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleid; preadviez<strong>en</strong> (1991)V73F.J.P.M. Hoefnagel (1992) Cultuurpolitiek: het mog<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong>V74K.W.H. van Beek, B.M.S. van Praag (1992) Kiez<strong>en</strong> uit sollicitant<strong>en</strong>. Concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zonder baanV75 Jeugd in ontwikkeling. Wet<strong>en</strong>schappelijke inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsbeleid (1992)V76A.M.J. Kreukels, W.G.M. Salet (ed.) (1992) Debating institutions and Cities. Proceedings of the Anglo DutchConfer<strong>en</strong>ce on Urban Reg<strong>en</strong>erationV77H.R. van Gunster<strong>en</strong> <strong>en</strong> P. d<strong>en</strong> Hoed (1992) Burgerschap in praktijk<strong>en</strong>V78F. Bletz, W. Dercks<strong>en</strong> and K. van Paridon (ed.) (1993) Shaping Factors for the Business Environm<strong>en</strong>t in theNetherlands after 1992V79N.T. Bischoff, R.H.G. Jongman (1993) Developm<strong>en</strong>t of Rural Areas in Europe. The Claim for NatureV80 Verslag <strong>en</strong> evaluatie van de vierde raadsperiode (1993)


voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>V81F.J.P.M. Hoefnagel m.m.v. H.G.M. H<strong>en</strong>driks <strong>en</strong> M.D. Verdaasdonk (1993) Het Duitse Cultuurbeleid in EuropaV82Vijfde raadsperiode (1993-1997)W.J. Dercks<strong>en</strong> e.a. (1993) Beroepswijs onderwijs. Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> dilemma’s in de aansluiting van onderwijs <strong>en</strong>arbeidV83W.G.M. Salet (1994) Om recht <strong>en</strong> staat. E<strong>en</strong> sociologische verk<strong>en</strong>ning van sociale, politieke <strong>en</strong> rechtsbetrekking<strong>en</strong>V84J.M. Bekkering (1994) Private verzekering van sociale risico’sV85C. Lambers, D.A. Lubach, M. Scheltema (1994) Versnelling juridische procedures grote project<strong>en</strong>V86cshob (1995) Aspect<strong>en</strong> van hoger onderwijs. E<strong>en</strong> internationale inv<strong>en</strong>tarisatieV87T. van der Meij e.a. (1995) Ontwikkeling<strong>en</strong> in de natuur. Visies op de lev<strong>en</strong>de natuur in de wereld <strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario’svoor het behoud daarvanV88L. Hag<strong>en</strong>doorn e.a. (1995) Etnische verhouding<strong>en</strong> in Midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Oost-Europa286V89H.C. Posthumus Meyjes, A. Szász, Christoph Bertram, W.F. van Eekel<strong>en</strong> (1995) E<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerd EuropaV90J. Rupnik e.a. (1995) Chall<strong>en</strong>ges in the EastV91J.P.H. Donner (rapporteur) (1995) Europa, wat nu?V92R.M.A. Jansweijer (1996) Goud<strong>en</strong> berg<strong>en</strong>, diepe dal<strong>en</strong>: de inkom<strong>en</strong>sgevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> betaalbareoudedagsvoorzi<strong>en</strong>ingV93W. Derks<strong>en</strong>, W.A.M. Salet (red.) (1996) Bouw<strong>en</strong> aan het binn<strong>en</strong>lands bestuurV94seo/Intomart (1996) Start-, slaag- <strong>en</strong> faalkans<strong>en</strong> van hoger opgeleide start<strong>en</strong>de ondernemersV95L.J. Gunning-Schepers, G.J. Kronjee and R.A. Spasoff (eds.) (1996) Fundam<strong>en</strong>tal Questions about the Future ofHealth CareV96 H.B.G. Ganzeboom <strong>en</strong> W.C. Ultee (red.) (1996) De sociale segm<strong>en</strong>tatie van Nederland in 2015V97J.C.I. de Pree (1997) Gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan verandering. De verhouding tuss<strong>en</strong> reorganisatie <strong>en</strong> structuurprincipes van hetbinn<strong>en</strong>lands bestuurV98M.F. Gelok <strong>en</strong> W.M. de Jong (1997) Volatilisering in de economieV99A.H. Kleinknecht, R.H. Oost<strong>en</strong>dorp, M.P. Pradhan (1997) Patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> economische effect<strong>en</strong> van flexibiliteit in deNederlandse arbeidsverhouding<strong>en</strong>V100J.P.H. Donner (1998) Staat in beweging


<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>V101W.J. Vermeul<strong>en</strong>, J.F.M. van der Waal, H. Ernste, P. Glasberg<strong>en</strong> (1997) Duurzaamheid als uitdaging. De afweging vanecologische <strong>en</strong> maatschappelijke risico’s in confrontatie <strong>en</strong> dialoogV102W. Zonneveld <strong>en</strong> A. Faludi (1998) Europese integratie <strong>en</strong> de Nederlandse ruimtelijke ord<strong>en</strong>ingV103 Verslag <strong>en</strong> evaluatie van de vijfde raadsperiode (1998)Zesde raadsperiode (1998-2002)V104Krijn van Beek (1998) De ondernem<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>leving. E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van maatschappelijke verandering <strong>en</strong>implicaties voor beleidOverige publicaties:Voor de e<strong>en</strong>heid van beleid. Beschouwing<strong>en</strong> ter geleg<strong>en</strong>heid van vijftig jaar Ministerie van Algem<strong>en</strong>e Zak<strong>en</strong> (1987)Eig<strong>en</strong>tijds burgerschap. WRR-publicatie onder leiding van H.R. van Gunster<strong>en</strong> (1992)Mosterd bij de maaltijd. 20/25 jaar WRR (1997) 287


288voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>


Plein 1813 nrs. 2 <strong>en</strong> 4, Postbus 20004, 2500 ea D<strong>en</strong> Haagtelefoon (070) 356 46 00, website http://www.wrr.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!