18.02.2016 Views

De Route van Breda naar Princenhage (1993)

Ter gelegenheid van monumentendag 1993 verscheen het boekje 'De route van Breda naar Princenhage'. Dit pareltje beschrijft alles wat je daarover zou willen weten.

Ter gelegenheid van monumentendag 1993 verscheen het boekje 'De route van Breda naar Princenhage'. Dit pareltje beschrijft alles wat je daarover zou willen weten.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

y


DE ROUTE VAN BREDA NAAH PRINCENHAGE.<br />

Als thema voor de Open Monumentendag <strong>1993</strong> is gekozen<br />

de route <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> <strong>naar</strong> <strong>Princenhage</strong>. <strong>De</strong> om<strong>van</strong>grijke<br />

restauratie <strong>van</strong> de St. Martinuskerk te<br />

<strong>Princenhage</strong> is onlangs afgesloten. Dit bouwwerkvormt<br />

het eindpunt <strong>van</strong> de route. <strong>De</strong>ze wordt gevormd door<br />

de Haagdijk, Nieuwe Haagdijk, Haagweg en Haagse<br />

Markt, alle straten met een interessante stedebouwkundige<br />

ontwikkeling en met een grote verscheidenheid<br />

aan monumenten. Wij treffen panden aan uit diverse<br />

bouwperioden <strong>van</strong>af de Renaissance tot heden,<br />

waaronder Art-Nouveau panden en panden in de Amsterdamse<br />

Schoolstijl. Een aantal daar<strong>van</strong> zijn rijks- of<br />

gemeentemonument. ln dit boekwerkje zal aandacht<br />

worden besteed aan zowel de geschiedenis <strong>van</strong> de<br />

straten als aan panden erlangs, die om welke reden dan<br />

ook belangrijk zijn nader te bekijken. <strong>De</strong> nadruk zal dit<br />

jaar liggen op een begraafplaats. Naast een weergave<br />

<strong>van</strong> de stijlontwikkeling <strong>van</strong> de graven op de begraafplaatsen<br />

Zuilen en Haagveld, zijn de graven <strong>van</strong> een<br />

aantal bekende <strong>Breda</strong><strong>naar</strong>s in de route over het kerkhof<br />

opgenomen.<br />

Speciale dank gaat uit <strong>naar</strong> de Gemeentelijke Archiefdienst,<br />

die in de persoon <strong>van</strong> G. Otten de auteur met<br />

raad en daad heeft bi.igestaan.<br />

Omdat zowelde Haagdijk, Nieuwe Haagdijk (met zaterdagmarkt)<br />

en de Haagweg verkeersgevaarlijke straten<br />

zijn, is de tocht uitgezet als wandeltocht.<br />

Wij wensen U een aangename en interessante Open<br />

Monumentendag <strong>1993</strong>.<br />

Drs. E. de Bruyn<br />

Wethouder Monumenten.<br />

<strong>Breda</strong>, 11 september <strong>1993</strong>.


Ca.1932.<br />

DE HAAGDIJK,<br />

<strong>De</strong> oudste geschiedenis (periode voor ca. 1550).<br />

Al in de 14e eeuw is de Haagdijk, voorheen ook wel<br />

Adijk of Hadijk genaamd, een verkeersweg richting<br />

Antwerpen, West-Brabant en Zeeland. Ze vormt de dijk<br />

waarover de weg <strong>naar</strong> Hage (heden <strong>Princenhage</strong>) is<br />

aangelegd. <strong>De</strong> Haagweg loopt in deze tijd nog over<br />

grondgebied dat hoort tot deze heerlijkheid. <strong>De</strong> Haagdijk<br />

wordt voor de eerste keer vermeld door Jan I <strong>van</strong><br />

Polanen in een oorkonde <strong>van</strong> 1368 als Haghedijc. <strong>De</strong><br />

weg krijgt dan een betere verbinding met <strong>Breda</strong> doorde<br />

bouw <strong>van</strong> een nieuwe brug over de Mark. Aan de<br />

westzijde wordt de Haagdijk afgesloten door de St.<br />

Meertenspoort nabij de St. Meefiensbrug. <strong>De</strong> pootl<br />

wordt voor het eerst vermeld in 1506, maar wellicht<br />

stond hier al een ouder exemplaar ter beveiliging <strong>van</strong><br />

de handeldrijvende en neringdoende lieden, die toen<br />

nog buiten de vestingmuren <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> woonden.<br />

Het gebied rond de Haagdijk karakteriseerde zich in<br />

deze tljd door laag gelegen delen, hoofdzakelijk bestaande<br />

uit weilanden en beemden. Ten zuiden <strong>van</strong> de<br />

Haagdijk ligt de rivier de Gampel, ten noorden er<strong>van</strong><br />

stroomt de Donk. Beide rivieren vormen de vertakte<br />

monding <strong>van</strong> de A of Weerijs. <strong>De</strong> rivier de Gampel<br />

stroomt ter plaatse <strong>van</strong> de huidige Gravenstraat, de<br />

Donk loopt ten noorden <strong>van</strong> de Haagdijk achter de<br />

huizen langs, om halverwege de huidige Princenkade<br />

uit te monden in de Mark. Door de natuurlijke loop <strong>van</strong><br />

de rivieren door de eeuwen heen, zou het hoger gelegen<br />

zandgebied tussen de rivieren zijn slingerende<br />

vorm hebben gekregen. <strong>De</strong>ze bleef bestaan toen er<br />

bebouwing kwam en een weg over de dijk werd aangelegd.<br />

Een andere theorie over het ontstaan <strong>van</strong> de<br />

Haagdijk is, dat men steeds korte dijk.ies zou hebben<br />

aangelegd <strong>van</strong> de ene zandheuvel <strong>naar</strong> de andere. <strong>De</strong><br />

zandheuvels, donken genaamd, zouden gelegen hebben<br />

ter hoogte <strong>van</strong> de Dieststraat en Pelmolenstraat.<br />

<strong>De</strong> gebieden grenzend aan de (Haag)dijk zullen in deze<br />

tijd regelmatig onder water hebben gestaan. <strong>De</strong> bebouwing,<br />

bestaande uit houten huizen, beperkt zich in deze<br />

tijd dan ook tot de de dijk. Aan het begin aan de<br />

noordzijde er<strong>van</strong>, d.w.z.lussen de Haagdijk en de rivier<br />

de Donk, staat <strong>van</strong>af de 14e eeuw de kapel <strong>van</strong> Markendaal.<br />

<strong>De</strong>ze wordt in het begin <strong>van</strong> de 16e eeuw<br />

ver<strong>van</strong>gen door een nieuwe, kruisvormige kerk in<br />

laatgotische stijl, die halverwege de 193 eeuw werd<br />

afgebroken. (Afb. 1)<br />

Een anderbekend gebouw aan de toe:T: 3e Haagdijk


oudste gedeelte <strong>van</strong> de stad heeft tot gevolg dat bebouwing<br />

ontstaat langs de westzijde <strong>van</strong> de haven (heden<br />

Prinsenkade). Hierin komt definitief structuur, wanneer<br />

in 1610 de haven wordt verbreed en een nieuwe Hoge<br />

Brug wordt gebouwd. ln 1613 legt Filips Wiilem, prins<br />

<strong>van</strong> Oranje, de eersle steen voor een kademuurtussen<br />

Haagdijk en Hoge Brug. <strong>De</strong> nieuwe kade, die halverwege<br />

de Donk overbrugde, wordt in het begin ln Vlaanderen<br />

en ook wel Haagdijk genoemd, maar spoedig<br />

krijgt ze, <strong>naar</strong> de prins, de officidle naam Prinsenkaay.<br />

<strong>De</strong> naam ln Vlaanderen blijftf echter nog lange tijd in<br />

gebruik voor de buurt die gevormd wordt door de prinsenkade<br />

en de Zoutstraat. <strong>De</strong> Zoutstraat wordt aangelegd<br />

tezamen met de Prinsenkade in 1613.<br />

Ten zuiden <strong>van</strong> de Haagdijk is er in de 16e eeuw slechts<br />

de Rozemarijnstraat. ln 1553 wordt ze vermeld als<br />

Peerloopsersteeg en gedeeltelijk ook als Kromme Elleboog.<br />

Pas <strong>van</strong>af 1644 komt de naam Rosemarynstraete<br />

voor. Het straatje loopt dan nog dood op de Gampel.<br />

<strong>De</strong> veranderingen in dit gebied zetten in na de aankoop<br />

Afb. 1 <strong>De</strong> Markendaalse kerk, 1744<br />

is het Manhuis, gelegen op de plaats <strong>van</strong> het latere<br />

Gasthuis (gesloopt 1 978). Het wordt geopend op 30 mei<br />

1455, in 1636 onder gezag gesteld <strong>van</strong> de Aalmoezenierskamer,<br />

waarna het een kwijnend bestaan leidde.<br />

<strong>De</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> de Haagdijk hangt <strong>van</strong>af het<br />

vroegste begin nauw samen met de activiteiten in de<br />

haven <strong>van</strong> <strong>Breda</strong>. <strong>De</strong> Haagdijk ontwikkelt zich als een<br />

handelsnederzetting, een havenkwartier met lintbebouwing<br />

buiten de vestingmuur, waar met name koopluien<br />

neringdoenden woonden. Het is dan ook niet verwonderlijk<br />

dat dit voor <strong>Breda</strong> zo belangrijke kwartier in 1543<br />

binnen de nieuwe vestingwerken rond de stad wordt<br />

opgenomen.<br />

Het gebied Haagdijk en omgeving tussen ca. 1550<br />

en 1682. (Kaart I en ll)<br />

<strong>De</strong> aanleg <strong>van</strong> nieuwe vestingwerken voor <strong>Breda</strong>, betekent<br />

een nieuwe fase in de ontwikkeling <strong>van</strong> de Haagdijk.<br />

Ze vormt <strong>van</strong>af deze tijd een straat binnen de<br />

stadsbebouwing waar<strong>van</strong> de aangrenzende gebieden<br />

worden betrokken in de verdere ontwikkeling <strong>van</strong> de<br />

stad. Rond 1550 wordt een brug over de Mark gebouwd<br />

ter hoogte <strong>van</strong> de Vismarktstraat, de Nieuwe of Hoge<br />

Brug genaamd. <strong>De</strong> bouw <strong>van</strong> deze brug tegenover het<br />

Kaart 1, Plattegrond <strong>Breda</strong> 1744<br />

Rechts onder de Haagdijk fussen Gampel en Donk.<br />

door de gemeente <strong>Breda</strong> in 1617 <strong>van</strong> de Gasthuisvelden,<br />

beemden en weilanden tot dan toe in bezit <strong>van</strong><br />

het Gasthuis aan de Boschstraat. ln 1618 wordt een<br />

brug gebouwd over de Gampel (later Pekbrug genaamd),<br />

waardoor dit gebied ten zuiden <strong>van</strong> de Haagdijk<br />

wordt ontsloten. Het gebied <strong>van</strong> de Gampel, met als<br />

enige bebouwing de Gampelstraete, vermeld in 1580<br />

en gelegen <strong>van</strong>af de Haagdijk in zuidelijke richting tot<br />

aan de rivier, krijgt dan zijn eerste nieuwe huizen. <strong>De</strong>ze<br />

worden gesitueerd <strong>van</strong>af de nieuw gebouwde brug in<br />

westelijke richting, d.w.z. direkt ten zuiden <strong>van</strong> de rivier.<br />

Nadat in 1 632, <strong>van</strong>wege reconstructiewerkzaamheden<br />

<strong>van</strong> de vestingwerken, zowel de Donk als de Gampel<br />

voorzien zijn <strong>van</strong> sluizen, kan men de waterstand regelen<br />

en de gebieden naast de rivieren drooghouden. Dit<br />

hee{t tot gevolg dat men in 1640 delen <strong>van</strong> de beemden<br />

gaat bebouwen. Juist in deze tijd worden in <strong>Breda</strong> veel<br />

huizen gebouwd voor de huisvesting <strong>van</strong> militairen in de<br />

stad. ln het verlengde <strong>van</strong> de Gampelstraal worden in


Herlin), dat heden nog te vinden is op het terrein <strong>van</strong> de<br />

Seeligkazerne.<br />

Ook ten noorden <strong>van</strong> de Haagdijk wordt het gebied<br />

ontsloten en bebouwd. ln 1640 worden hier langs de<br />

vestingwerken barakken gebouwd <strong>van</strong> hetzelfde type<br />

als in de Gampel.<br />

Het gebied Haagdijk en omgeving tussen 1682 en<br />

1870. (Kaart lll)<br />

<strong>De</strong> nieuwe vestingwerken <strong>van</strong> 1682 betekenen <strong>van</strong>af<br />

ca. 1800 voor <strong>Breda</strong> een keurslijf , dat door de tijd heen<br />

steeds strakker zou gaan knellen tot de afbraak er<strong>van</strong><br />

in 1870-80. Voor de Haagdijk en omgeving heeft dit<br />

Kaart 2, Fragment vogelvluchtkaart <strong>Breda</strong> door<br />

l. Blaeu, Kop Haagdijk. 1622/24<br />

dit kader de Gampelse- of Antwerpse Barakken (nabij<br />

Antwerpse Poort) gebouwd. Naast de uitbouw <strong>van</strong> bestaande<br />

straatjes, zoals de Dieststraat (bekend <strong>van</strong>af<br />

1 4e eeuwonderde naam Donk, Donksteeg, Donkstraat<br />

en AchterDiest) ontstaan ten noorden en ten zuiden <strong>van</strong><br />

de Haagdijk de eerste pooden en stegen waaraan<br />

huizen staan, die alleen bereikbaar zijn <strong>van</strong>af de Haagdijk.<br />

Wanneer wij ons een voorstelling maken <strong>van</strong> de Haagdijk<br />

rond 1600 moeten wij uitgaan <strong>van</strong> een straat, die<br />

zijn huidige loop al heeft gekregen. Erlangs panden<br />

staan, die nog grotendeels uit hout bestaan. Vanaf het<br />

eersle kwaft <strong>van</strong> de 17e eeuw begint de Haagdijk qua<br />

aanzien te veranderen. <strong>De</strong> eerste bakstenen panden,<br />

uitgevoerd in renaissancestijl, verschijnen, waar<strong>van</strong> er<br />

in de loop <strong>van</strong> de eeuw nog enkelen zouden worden<br />

gebouwd.<br />

Een tweede verandering, met gevolgen voor de Haagdijk<br />

en omgeving, vindt plaats in 1682, wanneer belangrijke<br />

werkzaamheden plaatsvinden aan de vestingwerken.<br />

Voor de aanleg <strong>van</strong> nieuwe vestingwerken wordt<br />

de Haagdijk met ongeveer een kwart ingekort. 36 huizen,<br />

alsmede de St. Meerlenspoortworden afgebroken.<br />

<strong>De</strong> poort wordl ver<strong>van</strong>gen door een nieuwe, meer<br />

zuidelijk gelegen stadspoort met wapenplein. Om deze<br />

poort te bereiken wordt <strong>van</strong>af de Haagdijk, die dan<br />

doodloopt op de vestingwerken, de Nieuwe Huizen<br />

aangelegd (1687-88) aan welke straat <strong>van</strong>af de aanleg<br />

nieuwe huizen worden gebouwd. Tegelijkertijd wordt ter<br />

hoogte <strong>van</strong> het begin <strong>van</strong> de huidige Nieuwe Prinsenkade<br />

de Waterpoort aangelegd als uitgaande weg<br />

voor voetgangers en het jaagpad langs de Mark. Pas in<br />

18A2 zou de poorl geschikt worden gemaakt voor de<br />

doorgang <strong>van</strong> karren en ander verkeer. Aan de oostzijde<br />

<strong>van</strong> de Gasthuisvelden (einde <strong>van</strong> huidige Jan <strong>van</strong><br />

Polanenkade) wordt in 1682 langs de Mark een wagenen<br />

wapenplaats aangelegd met twee arsenaalgebouwen,<br />

teruuijl in 1771len noorden <strong>van</strong> dit complex een<br />

monumentaal nieuw arsenaal gebouw (architect J.C.W.<br />

Kaart 3, Uit <strong>van</strong> Goor, <strong>Breda</strong> ca. 1740<br />

gegeven, meerdan voorwelk ander stadsgedeelte ook,<br />

desastreuze gevolgen. Met name na 1800, wanneer in<br />

versneld tempo zich allerlei bedrijljes langs of in de<br />

buurt <strong>van</strong> de Haagdijk vestigen, neemt de bouw <strong>van</strong><br />

huizen aan poorten, stegen en binnenhofjes achter de<br />

Haagdijk explosief toe. <strong>De</strong> bedrijfjes trekken werkmensen<br />

aan die in de buurt er<strong>van</strong> komen wonen. <strong>De</strong>ze<br />

ontwikkeling heelt vreselijke gevolgen voor de leefomstandigheden<br />

<strong>van</strong> de mensen. ln combinatie met het<br />

ontbreken <strong>van</strong> rioleringen, sanitair en het slechte drinkwater,<br />

zijn de kleine, donkere huisjes voor de vaak grote<br />

gezinnen die erwonen spoedig broeihaarden <strong>van</strong> ziektes.(Afb.<br />

2) ln 1804 wordt de Achterom (Agterom) gebouwd,<br />

terwijlin 1840 de Antwerpse Barakken worden<br />

ingericht tot woningen voor arme mensen.(Af b. 3) Ook<br />

de Provoost of Geweldiger, gelegen tussen de Antwerpse<br />

Barakken en de Antwerpse Poort en tot '1825 militaire<br />

ge<strong>van</strong>genis, wordt in 1825126 omgebouwd tot een aantal<br />

woningen, waarin het, <strong>van</strong>wege de slechte hygi6ne,<br />

alles behalve goed toeven is. Stank-, rook- en lawaaioverlast<br />

behoren in deze tijd tot de dageliiks terugkerende<br />

ongemakken voor de bewoners op en rond de


1854 en 1866 vallen er vele doden te betreuren in het<br />

gebied rond de Haagdijk <strong>van</strong>wege de choleraepidemiedn<br />

die er heersen. <strong>De</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het water <strong>van</strong> de<br />

Donk en de Gampel verslechtert door de komst <strong>van</strong> de<br />

bedrijfjes in korte tijd zienderogen. Pas de sloop <strong>van</strong> de<br />

vestingwerken zou aan dit alles een einde maken. lntussen<br />

zijn er krachten werkzaam die verlichting in de<br />

situatie proberen te brengen. ln 1843 zijn enkele zusters<br />

Franciscanessen in <strong>Breda</strong> neergestreken om de leiding<br />

<strong>van</strong> hel in 1819, op de plaats <strong>van</strong> het oude Manhuis,<br />

gestichte gasthuis op zich te nemen. Naast hulp aan<br />

zieken, breidt hun charitatieve werk zich, met name na<br />

1860, uit in de vorm <strong>van</strong> armenbedeling over het hele<br />

gebied <strong>van</strong> de Haagdijk.<br />

Het gebied Haagdijk en omgeving tussen 1870 en<br />

1940. (Kaart lV en V)<br />

Wanneer rond 1870 begonnen wordt met de sloop <strong>van</strong><br />

de vestingwerken en de aanleg <strong>van</strong> het Plan <strong>van</strong> Uiileg<br />

<strong>van</strong> F.W. <strong>van</strong> Gendt (1831-1900), begint voor het gebied<br />

Haagdijk de grote uittocht en de structurele<br />

verbetering <strong>van</strong> de bestaande situatie. Vanaf 1873<br />

wordt gewerkt aan een riolering voor de Haagdijk en<br />

Afb. 2 Gezicht achterzijde Jan v. Polanenkade <strong>van</strong>uit<br />

de Achterom, L. Hardenberg ca. 1860<br />

Haagdijk. Voorbeelden hier<strong>van</strong> zijn de vestiging in 1765<br />

(1793 herbouwd) <strong>van</strong> een glasblazerij (na 1826 tapijtenfabriek)<br />

in het pand hoek Achterom /Jan <strong>van</strong> Polannenkade<br />

(heden Markendaalseweg 1B) en de ljzergieterij<strong>van</strong><br />

Frans Klep aan de Haagdijk in 1856 (in 1888<br />

als Etna voortgezet aan de Tramsingel). Een en ander<br />

moest wel leiden tot trieste sociale omstandigheden..ln<br />

Kaart 4, de oude vestingwerken met daar overheen<br />

getekend het Plan <strong>van</strong> Uitleg, W.F. <strong>van</strong> Gendt, 1874.<br />

Afb.3 Gampelbuurt - Ratteval, 1910<br />

aangrenzende straten. <strong>De</strong> Gampelstraat krijgt haar eerste<br />

riolering, terwijl de Gampel eerst gedeeltelijk overkluisd,<br />

maar in 1897 def initief wordt gedempt. <strong>De</strong> Donk<br />

wordt tussen 1863 en 1883 overkluisd en in '1890 gedempt.<br />

<strong>De</strong> eerste bedrijfjes verlaten het gebied om<br />

nieuwbouw te plegen in de nieuwe 19e eeuwse schil<br />

(met name Tramsingel en Spoorlcuurt), terwijl een aantal<br />

mensen vertrekt <strong>naar</strong> nieuwbouwwoningen langs en<br />

nabij de Tramsingel en het gebied Middellaan-Leuve<strong>naar</strong>straat-Nijverheidssingel.<br />

ln het gebied Haagdijk<br />

volgt daarop de afbraak <strong>van</strong> tientallen onbewoonbaar<br />

verklaarde woningen, met name aan de poorten, stegen<br />

en binnenholjes <strong>van</strong> de Haagdijk. ln 1895 wordt een<br />

Gemeentelijke Bo uwverorde ni ng u itgevaardigd waarin<br />

het verboden wordt sloppen, stegen of binnenhofjes


ingrijpend. Door het vertrek <strong>van</strong> de bedrijfjes en tiental_<br />

len mensen uit de stegen, poorten en binnenhofjes<br />

wordt levensruimte geschapen voor de mensen dig er<br />

blijven wonen. Er treedt een schaalvergroting op door_<br />

dat panden worden samengevoegd of p-erceten worden<br />

samengetrokken waarop men nieuwbouw pleegt. ln<br />

deze tijd verandert <strong>Breda</strong> <strong>van</strong> een woon- in een winkelstad,<br />

in welke ontwikkeling met name de hoofdstraten<br />

<strong>van</strong> de stad zijn betrokken, ook de Haagdijk. Tussen<br />

1BB0-1910 ondergaat de straat een ware gedaanteverandeiing.<br />

Ongeveer de helft <strong>van</strong> de bebouwing wordt<br />

tijdens deze periode betrokken in nieuwbouw- of<br />

verbouwingsplannen. (Afb. 4) Niet aileen krijgen veel<br />

panden <strong>naar</strong> de mode <strong>van</strong> de tijd een witgepieisterde<br />

gevel, maar een aantal krijgt op de begane grond tevens<br />

een winkelpui.<br />

0 25 5a 75 oom<br />

4J-f<br />

Rekonslruktie G.Oilen h pvoh Gils,1ggg<br />

Kaart 5, Gangen aan de Haagdijk, circa tB90<br />

achter de hoofdstraten in de stad aan te leggen en te<br />

bebouwen.<br />

<strong>De</strong> Haagdijk krijgt aan het westelijk uiteinde, waar de<br />

vestingwerken lagen, een groot plein waarop de nieuw<br />

aangelegde straten Fellenoordstraat en Schorsmolenstraat<br />

uitkomen. <strong>De</strong> straatweg <strong>naar</strong> <strong>Princenhage</strong><br />

wordt, evenals de uitgaande wegen <strong>naar</strong> Ginneken en<br />

<strong>De</strong>n Bosch, aan gesloten met een 30 meter brede straat<br />

met middenberm. Dit gedeelte, Nieuwe Haagdijk geheten,<br />

wordt aangelegd in 1875 en wordt voortgezet aan<br />

de overzijde <strong>van</strong> de brug overde Mark met opnieuw een<br />

30 meter brede straat met middenberm, die daar al<br />

Haagweg heet. Aan de Nieuwe Haagdijk en genoemd<br />

gedeelte <strong>van</strong> de Haagweg verrijzen herenhuizen, gegoede<br />

middeklaswoningen en winkelwoonhuizen.<br />

Vestingwerken, Antwerpsepoort, het bastion de Leuge<strong>naar</strong><br />

(tot 1870 met oliemolen liggend ter hoogte <strong>van</strong> de<br />

Middellaan), alles verdwijnt, zodat in korte tijd het gebied<br />

een gedaanteverwisseling ondergaat. ln het gebied<br />

ten noorden <strong>van</strong> de Haagdijk wordt de volkswijk<br />

Middelllaan-Leuve<strong>naar</strong>straat gebouwd met ruimte voor<br />

nieuwe bedrijven als de in 1883 als Chocoladefabriek<br />

<strong>De</strong> Bont & Co. opgerichte Stoomchocoladefabriek de<br />

Kwatta. Ten zuiden <strong>van</strong> de Nieuwe Haagdijk wordt in<br />

'1878 de Sluissingel en de nieuwe Fellenoordstraat (genaamd<br />

<strong>naar</strong> de Fellenoord, verdwenen bij de aanleg<br />

<strong>van</strong> de vestingwerken in 1682) aangelegd, alsmede de<br />

Sluisstraat. <strong>De</strong> Fellenoordstraat wordt in '1BBB doorgetrokken<br />

over militair terrein richting <strong>van</strong> Coothplein. Het<br />

terrein <strong>van</strong> de Seeligkazerne zou nog lange tijd de<br />

verdere ontwikkeling <strong>van</strong> het gebied ten zuiden <strong>van</strong> de<br />

Haagdijk tegenhouden.<br />

Beschreven ontwikkelingen hebben grote gevolgen<br />

voor de Haagdijk. Het karakter <strong>van</strong> de straat verandert<br />

*<br />

ru.hdd<br />

Afb.4 Haagdijk 1902<br />

tr,.a.rai|i:k<br />

::ji/1<br />

:..t"4 i t<br />

%.<br />

<strong>De</strong> geestelijke- en sociale zorg komen in dezelfde tijd in<br />

het gebied Haagdijk tot volle btoei. ln 1BB9 vestigen zich<br />

de paters Capucijnen aan de Schorsmolenstraat alwaar<br />

zij in 1905 de St. Fidetis stichten ats vereniging voor<br />

jongens uit sociaal achtergestelde milieus. Het Gasthuis<br />

aan de Haagdijk groeit intussen uit tot een volwaardig<br />

ziekenhuis met verpleeg- en verzorgingsinrichting<br />

voor hulpbehoevenden en ouden <strong>van</strong> dagen. ln 1B9B-<br />

99 worden de losse delen <strong>van</strong> het Gasthuis samengevoegd<br />

tot 66n geheel achter een 96 meter lange gevel,<br />

tenrvijl het Gasthuis wordt vooaien <strong>van</strong> een nieuwe<br />

kapel (Architect P.J. <strong>van</strong> Genk) (Afb. 5) tn 1883 wordt<br />

naast het Gasthuis aan de Schormolenstraat een gemeenteziekenhuis<br />

gevestigd. Door de stichting <strong>van</strong> het<br />

St. lgnatiusziekenhuis (1922-23) verviel het Gasthuis<br />

tot bejaardentehuis voor mannen en vrouwen, tenrvijl het<br />

gemeenteziekenhuis werd herbestemd tot G.G.D..<br />

Door de aanleg <strong>van</strong> de Gerardus Majellawijk <strong>van</strong>af 1914<br />

door de Woningbouwvereniging N.V. Volkshuisvesting,<br />

wordt de behoefte aan winkels op de Haagdijk alteen<br />

maar groter. ln de periode 1918-40 worden in een


tweede verbouwingsgolf nog eens een groot aantal<br />

panden verbouwd tot winkelpand.<br />

Ten noorden <strong>van</strong> de Haagdijk wordt het gebied Middellaan-Leuve<strong>naar</strong>straat<br />

gesloopt om plaatste makenvoor<br />

nieuwbouw, terwijlten zuiden <strong>van</strong> de Haagdijkde Gerardus<br />

Majellawijk voor een groot gedeelte wordt herbouwd.<br />

Afb.5 Haagdijk met R.K. Gasthuis 1939<br />

Het gebied Haagdijk en omgeving na de Tweede<br />

Wereldoorlog.<br />

Zowel de Haagdijk, als de omgeving <strong>van</strong> de straat<br />

zouden in de periode na de Tweede Wereldoorlog<br />

opnieuw ingrijpend veranderen. (Afb. 6) Op de Haagdijk<br />

krijgen, met name in de jaren zestig en zeventig een<br />

aantalwinkels een nieuwe gevel en winkelpui, waar<strong>van</strong><br />

maalverhoudingen, materiaalgebruik, vormgeving en<br />

kleurstelling dermate afwijken <strong>van</strong> de bestaande situatie,<br />

dat ze heden als storend worden ervaren. Daarnaast<br />

worden een aantalpanden rigoreus afgebroken en ver<strong>van</strong>gen<br />

door architectuur die lijdt aan hetzelfde kwaliteitsgebrek.<br />

Een voorbeeld hier<strong>van</strong> vinden wij op de<br />

Iocatie <strong>van</strong> het voormalige Gasthuis. <strong>De</strong> 96 meter lange<br />

gevel <strong>van</strong> dit gebouw wordt in 1978 afgebroken en<br />

ver<strong>van</strong>gen door winkels met apartementen erboven.<br />

Tevens is de bouw <strong>van</strong> de Primarkt, verwezenlijkt op<br />

een locatie waar eens vijf panden stonden (1987/BB),<br />

hier<strong>van</strong> een voorbeeld.<br />

<strong>De</strong> Haagdijk met omgeving is door de lange geschiedenis<br />

<strong>van</strong> verbouwingen, sloop en herbouwperioden<br />

uitgegroeid tot een heterogeen stadsdeel. Met zijn aulentieke<br />

slingerende rooilijnen en deels nog oude bebouwing,<br />

loopt ze als de hoofdstraat door het gebied.<br />

<strong>De</strong>ze situatie is zich echter aan het wijzigen. <strong>De</strong> Haagdijk<br />

is een echte winkelstraat aan het worden, waarover<br />

de stroom <strong>van</strong> doorgaand verkeer verdwijnt. <strong>De</strong>ze gaat<br />

nu noord-zuid over de cityring en over de Fellenoordstraat-Schorsmolenstraat.<br />

<strong>De</strong> straat telt, ondanks ver,<br />

bouwingen, nog een aantal interessante monumenten<br />

die getuigen <strong>van</strong> de lange ontwikkelingsgeschiedenis<br />

<strong>van</strong> de straat.<br />

Afb. 6 Kathedraal of Barbarakerk, gesloopt 1969


Afb.7 Nieuwe Haagdijk 1916<br />

<strong>De</strong> Nieuwe Haagdijk.<br />

<strong>De</strong> Nieuwe Haagdijk wordt aangelegd als een 30 meter<br />

brede straat met middenberm (vergelijk Nieuwe Boschstraat<br />

en Nieuwe Ginnekenstraat). (Afb. 7) Van woonstraat<br />

verandert ze in grofweg twee perioden in een<br />

winkelstraat. <strong>De</strong> eerste periode valt <strong>van</strong> ca. 1900 tot ca.<br />

'1910. <strong>De</strong> tweede komt op gang in de jaren vijftig en zet<br />

zich doortot in onze tijd. <strong>De</strong> straat is tevens het toneel<br />

<strong>van</strong> een weekmarkt. Via de Haagpoortbrug gaat de<br />

straat vloeiend over in de Haagweg, waar<strong>van</strong> het beginstuk<br />

ook wordt aangelegd over een breedte <strong>van</strong> 30<br />

meter met een middenberm.


Tramstation Haagpoort<br />

DE ONTWIKKELING VAN DE HAAGWEG IN DE NE.<br />

GENTIENDE EN HET BEGIN VAN DE TWINTIGSTE<br />

EEUW. (Kaart Vl, Vll, Vlll en tX)<br />

<strong>De</strong> periode v66r 1850<br />

lnleiding<br />

<strong>De</strong> Haagweg is <strong>van</strong>ouds de verbinding lussen de stad<br />

<strong>Breda</strong> en het dorp <strong>Princenhage</strong>. Als we een wandeling<br />

maken over deze weg en kijken <strong>naar</strong> de huizen en<br />

gebouwen zien we dat het karakter daar<strong>van</strong> voor de<br />

verschillende gedeelten <strong>van</strong> de weg nogaluiteenloopt.<br />

<strong>De</strong> Haagweg begint bijde Haagpoortbrug met de Sint-<br />

Annakerk. Dit gedeelte is erg breed met zijn twee rijen<br />

bomen op het midden en getuigt <strong>van</strong> een stedelijk<br />

uiterlijk. Bij de Dijklaan versmalt de weg zich. <strong>De</strong> huizen<br />

zijn hier ineens ouder. Bijde Kolfbaanstraat begint een<br />

lang, kaarsrecht gedeelte met een afwisselende bebouwing<br />

<strong>van</strong> grote en kleine huizen, soms in rijen, soms<br />

vrijstaand, <strong>van</strong> verschillende ouderdom. Dit gedeelte<br />

wordt ruw onderbroken door de kruising met de Ettensebaan.<br />

Bij het oude huis <strong>De</strong> Bloemkool maakt de weg<br />

een knik <strong>naar</strong> rechts en <strong>van</strong>af hier is hij voozien <strong>van</strong><br />

lichte bochten. Na de onoverzichtelijke kruising met de<br />

Heuvelstraat krijgt de Haagweg weer een heel ander<br />

karakter. Hier overheerst het groen. We passeren kerkhof<br />

Zuilen en de tegenover elkaar gelegen parken <strong>van</strong><br />

Princenoord en Vilta <strong>De</strong> Hage. Na de kruising met de<br />

Nieuwe Heilaarstraat heet het hier nog wel Haagweg,<br />

maar eigenlijk is dit de oude dorpsstraat <strong>van</strong> princenhage<br />

met winkels en oude woonhuizen.<br />

Om deze opvallende veranderingen te kunnen begrijpen<br />

is het noodzakelijk de geschiedenis <strong>van</strong> de Haagweg<br />

na te gaan.<br />

<strong>De</strong> Steenweg<br />

<strong>De</strong> verbinding tussen <strong>Breda</strong> en princenhage is zeer<br />

oud. Een getuige hier<strong>van</strong> is de herberg <strong>De</strong> Bloemkool.<br />

Het huis bestaat nog: Haagw eg 217.1n 1806 werd hier<br />

koning Lodewijk frlapoteon door het <strong>Breda</strong>se stadsbestuur<br />

ont<strong>van</strong>gen. I<br />

ln 1683 werd besloten tot de aanleg <strong>van</strong> een steenweg.2<br />

<strong>De</strong> Haagweg is daarmee een <strong>van</strong> de oudste steenwegen<br />

in Nederland. <strong>De</strong> weg is niet aangelegd door de<br />

stad <strong>Breda</strong>, maar door de heerlijkheid <strong>Princenhage</strong>. Tot


ver in de negentiende eeuw werd de weg in <strong>Princenhage</strong><br />

aangeduid als dd Steenweg.<br />

Voor het gebruik er<strong>van</strong> werd tolgeheven. Het tolhuisje<br />

stond aan het begin <strong>van</strong> de Haagweg, op de hoek <strong>van</strong><br />

de huidige Kolfbaanstraat. ln de omgang werd het het<br />

Duitenhuisje genoemd, een naam die bewaard is gebleven<br />

in de straatnaam Duitenhuisstraat. <strong>De</strong> gebruikers<br />

<strong>van</strong> de nieuwe steenweg hadden behoefte aan schaduw.<br />

Meteen in 1684 werden er daarom 600 iepenbomen<br />

langs de weg geplant.<br />

Meer dan een eeuw lang bleef de steenweg geisoleerd<br />

en gaf hij alleen aansluiting op zandwegen. [ierin werd<br />

verinOeiing gebracht door-keizer Napoleon.3 Van 18't 1<br />

tot 1815 maakte Nederland deel uit <strong>van</strong> het Franse<br />

keizerrijk en de aanleg <strong>van</strong> straatwegen was een <strong>van</strong><br />

de middelen om dit rijk bij elkaar te houden. Bij dekreet<br />

<strong>van</strong> 1 6 december 181 1 werden deze wegen omschreven.<br />

Onder de veertien wegen <strong>van</strong> de eerste klasse<br />

komt op de tweede plaats voor de weg <strong>van</strong> Parijs via<br />

Antwerpen, <strong>Breda</strong>, Gorinchem en Utrecht <strong>naar</strong> Amsterdam.<br />

ln 1806 was. men <strong>van</strong>uit Antwerpen al met de<br />

aanleg begonnen.a ln 1810 werd in Wuustwezel, aan<br />

de grens, de aarden baan aangelegd en aan het einde<br />

<strong>van</strong> 1813 was de weg voltooid tot <strong>Breda</strong>. <strong>De</strong> reeds<br />

bestaande steenweg <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> <strong>naar</strong> <strong>Breda</strong>werd<br />

in de nieuwe straatweg opgenomen. Oorspronkelijk<br />

was het de bedoeling de Rijsbergseweg bij de Roskam<br />

rechtdoor te trekken en na een lichte knik aan te laten<br />

sluiten op het rec[te gedeelte tussen de Bloemkool en<br />

de vesting <strong>Breda</strong>.s ln het Algemeen Rijksarchief bevinden<br />

zich kaarten uit 1814 die deze situatie weergeven.<br />

Het gedeelte <strong>van</strong> de Bloemkooltot aan de vesting werd<br />

door de Fransen inderdaad opnieuw bestraat, maar de<br />

nieuwe steenweg door de Heuvel werd niet aangelegd.<br />

Toen Napoleon in 1815 ten valkwam was men met de<br />

weg gevorderd tot Geertruidenberg. <strong>De</strong> aanleg <strong>van</strong><br />

straatwegen werd echter met kracht voortgezet door de<br />

eerste koning der Nederlanden, Willem l. ln 1816 waren<br />

de werkzaamheden gereed tot aan Sleeuwijk.<br />

ln 1823 begon men met de aanleg <strong>van</strong> een andere<br />

belangrijke weg: de straatweg <strong>van</strong> Tholen <strong>naar</strong> Grave,<br />

via Bergen op Zoom, <strong>Breda</strong>, Tilburg en <strong>De</strong>n Bosch. <strong>De</strong><br />

aarden baan tussen Etten en <strong>Princenhage</strong> werd gelegd<br />

in 1825 en 1826 waarna tussen 1828 en 1830 de<br />

bestrating werd voltooid. ln <strong>Princenhage</strong> sloot deze weg<br />

aan op de reeds bestaande steenweg <strong>naar</strong> <strong>Breda</strong>. <strong>De</strong><br />

Haagweg maakle dus onderdeel uit <strong>van</strong> twee verbindingen:<br />

Antwerpen-<strong>Breda</strong> en Bergen op Zoom-<strong>Breda</strong>.<br />

Aldeze wegen waren tolwegen. Het Duitenhuisje heette<br />

voortaan Tol nummer B. Het beheer <strong>van</strong> al deze wegen,<br />

dus ook <strong>van</strong> de huidige Haagweg, vielonder Rijkswaterstaat.<br />

Een <strong>van</strong> de laatste overblijfselen <strong>van</strong> deze<br />

situatie is Mijlpaal 35 (Afb. 9). <strong>De</strong>ze 66n meter hoge,<br />

hardstenen paal staat nog steeds ter hoogte <strong>van</strong> Haagweg<br />

311. Volgens de topografische kaart <strong>van</strong> 1840<br />

begon de nummering <strong>van</strong> de mijlpalen in Sleeuwijk en<br />

eindigde hij aan de grens bij Wernhout. 200 meter ten<br />

oosten <strong>van</strong> Mijlpaal35 bevindt zich nog een zeshoekig<br />

basaltzuiltje in de bestrating <strong>van</strong> het trottoir, ter hoogte<br />

<strong>van</strong> het huis Haagweg 279. Dit is een <strong>van</strong> de weinige<br />

hektometerpaaltjes die overgebleven zijn. <strong>De</strong> straatweg<br />

<strong>naar</strong> Bergen op Zoom had een eigen nummering. Mijlpaal<br />

nummer 5 aan de Oude Liesboslaan herinnert hier<br />

aan.<br />

Afb.9<br />

<strong>De</strong> verboden kring<br />

Het feit dat <strong>Breda</strong> een vesting was, was <strong>van</strong> grote<br />

invloed op de ontwikkeling <strong>van</strong> de huidige Haagweg.<br />

Volgens de Vestingwet <strong>van</strong> 1814 konden in tijd <strong>van</strong><br />

oorlog alle buitenplaatsen, stallingen, huizingen, boerenwoningen,<br />

schuren of getimmerten, tuiningen,<br />

boomgaarden, dreeften en andere beplantingen gelegen<br />

binnen 300 roeden <strong>van</strong> de vesting, dat is 1131<br />

mete^r, zonder vergoeding afgebroken of gerooid worden.o<br />

<strong>De</strong>ze zogenaamde verboden kring strekte z_ich<br />

toentertijd uit to-i en met het huidige kerkliof Zuilen.T'<br />

ln 1842 werd de vesting aan de zijde <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong><br />

nog uitgebreid met twee lunetten, vooruitgeschoven<br />

werken.o Koning Willem ll kwam speciaal te paard uit<br />

Tilburg om de nieuwe verdedigingswerken te inspekteren."<br />

Van der {a beschreef uit eigen aanschouwing de weg<br />

in 1845.10 <strong>De</strong> weg <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> derwaarts (<strong>naar</strong> <strong>Princenhage</strong>)<br />

is ter wederzijde met hooge opgaande boomen<br />

beplant, die echter, tijdens de Belgische onlusten, <strong>van</strong><br />

de stad af tot op zekeren afstand, wegens de inbeleg-<br />

10


stelling <strong>van</strong> die vesting, omgehouwen zijn. Het aangename<br />

lommer, dat men op dezen weg heeft (...) (lokt)<br />

vele wandelaars uit <strong>Breda</strong> derwaarts, ... .<br />

Na de erkenning <strong>van</strong> de Belgische onaf hankelijkheid in<br />

1839 verzochten het stadsbestuur <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> en het<br />

gemeentebestuur <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> de Haagweg.weer<br />

opnieuw met lindebomen te mogen beplanten.'' Een<br />

cieraad <strong>van</strong> den weg <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> op deze gemeente<br />

noemde het gemeentebestuur<strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> in ]845<br />

de bomen die ze sinds 1830 moesten missen.'t Na<br />

enkele vergeef se pogingen kon kon in 1853 de beplanting<br />

<strong>van</strong> de Haagweg en <strong>van</strong> de andere toegangswegen<br />

<strong>van</strong> <strong>Breda</strong> worden hersteld.'" Vlak buiten de Antwerpse<br />

Poort was de weg beplant met olryenbomen, verderop<br />

zullen het wel linden zijn geweest.ra<br />

Buiten de vestingwerken werd <strong>van</strong>ouds veeltuinbouw<br />

bedreven. Zelfs in de huidige situatie zijn er aan de<br />

Haagweg nog enkele oude hovenierderijtjes bewaard<br />

gebleven. We noemen Haagweg 275-277 en vooral het<br />

prachtige huisje Haagweg 357.<br />

Tot aan het begin <strong>van</strong> de negentiende eeuw werden de<br />

doden in en rond de kerken begraven. Dit was uiteraard<br />

erg onhygidnisch en in 1829 werd dit daarom verboden.'"<br />

ln 1826 kochten de drie Rooms-Katholieke parochies<br />

<strong>van</strong> <strong>Breda</strong> gezamenlijk een tuin met koepel aan<br />

de Haagweg. ln dat^zelfde jaar nog lieten zij hier een<br />

kerkhof aanleggen. '' ln 1829 kocht de Hervormde gemeente<br />

<strong>van</strong> <strong>Breda</strong> de koepel naast het Katholieke kerkhof<br />

met hetzelfde doel.20'<strong>De</strong> beide kerkhoven werden<br />

aangeduid als Katholiek, repektievelijk Protestants Zuilen.<br />

ln 1980 werd voor Protestant Zuilen de nieuwe<br />

naam Haagveld ingevoerd.<br />

Afb. 10, Hotel, Pension, Restaurant <strong>De</strong> Koepel 1920-2A<br />

<strong>De</strong> koepeltjes en de aanleg <strong>van</strong> kerkhof Zuilen<br />

Nieuwe huizen mochten binnen de verboden kring niet<br />

worden gebouwd, maar bestaande panden mochten in<br />

stand worden gehouden. Langs de Haagweg stond een<br />

groot aantal koepeltjes, buitenhuisjes of zomerhuisjes<br />

<strong>van</strong> bemiddelde <strong>Breda</strong><strong>naar</strong>s die de stad wilden ontvluchten.<br />

Het koepeltje ter plaatse <strong>van</strong> het huidige kerkhof<br />

Haagveld wordt in 1827 omschreven als Eene in<br />

steen gebouwde achtkante koepel, met kelder, keuken<br />

en heerentuin, met daarin staande Chineesche Tent en<br />

beplantingen <strong>van</strong> linden,"vrucht en andere bomen, om,<br />

ri ngd met be ukeh agen.' "<br />

<strong>De</strong> <strong>Breda</strong>se schilder C.C. Huysmans vervaardigde in<br />

'1832 een schilderij <strong>van</strong> de begraafpl.aats Zuilen waarop<br />

in de verte zo'n koepeltje te zien is. ro<br />

Aan de zuidzijde <strong>van</strong> de Haagweg stond tussen de<br />

huidige Amstelstraat en Rijnstraat nog lot 1928 een<br />

koepeltje." Rond de eeuwwisseling was dit omringd<br />

door een parkje met een vijver en slingerpaadjes. Verderop,<br />

op de punt <strong>van</strong> de Haagweg en de Heuvelstraat,<br />

stond een koepeltje dat zo lang bestaan heeft, dat er<br />

zelfs nog foto's <strong>van</strong> bekend zijn (Afb. 10). Aan de<br />

noordzijde stonden koepeltjes ter plaatse <strong>van</strong> het huidige<br />

kerkhof Zuilen, het kerkhof Haagveld en <strong>van</strong> Princenoord.<br />

<strong>De</strong> Haagweg in de periode 1850-1914<br />

<strong>De</strong> periode 1850-1914 is de meest belangrijke periode<br />

in de ontwikkeling <strong>van</strong> de Haagweg. ln deze periode<br />

vinden kort na elkaar enkele ingrijpende veranderingen<br />

plaats.<br />

ln 1853 werd de verboden kring teruggebracht tot 600<br />

meter. Hierdoor kon aan de Haagweg, vooral rond<br />

kerkhof Zuilen, een aantal villa's gebouwd worden. Een<br />

volgende stap was^.de ontmanteling <strong>van</strong> de vesting<br />

<strong>Breda</strong>, <strong>van</strong>af 1869.'' Binnen een zeer korte tijd veranderde<br />

<strong>Breda</strong> grondig <strong>van</strong> aanzien. <strong>De</strong> wallen werden<br />

gesloopt en tussen de Haagdijk en de Haagweg werd<br />

in 1875 een geheel nieuwe verbinding aangelegd: de<br />

Nieuwe Haagdijk. <strong>De</strong> verboden kring werd afgeschaft.<br />

<strong>De</strong> Rijkstollen in de provincie Noord-Brabant werden<br />

afgekocht in 1872, en daarmee verdween ook {q tol bij<br />

het Duitenhuis aan het begin <strong>van</strong> de Haagweg." <strong>De</strong>ze<br />

had tot dan toe een belemmering gevormd voor vestiging<br />

aan de Haagweg. Enige jaren daarna ontstond<br />

daar een nieuwe wijk, die, hoewelgelegen op grondgebied<br />

<strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong>, geheelop de stad georiEnteerd<br />

was.<br />

<strong>De</strong> aanleg, in '1890, <strong>van</strong> de tramlijn <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> <strong>naar</strong><br />

<strong>Princenhage</strong>, betekende een nieuwe stimulans tot het<br />

bouwen <strong>van</strong> huizen langs de Haagweg.<br />

ln 1899 deed de gemeente <strong>Breda</strong> een, uiteindelijk vergeef<br />

se, poging om door annexatie <strong>van</strong> delen <strong>van</strong> Teteringen,<br />

Glnneken en <strong>Princenhage</strong> zijn grondgebied te<br />

vergroten. <strong>De</strong>ze poging koncentreerde zich voornamelijk<br />

op de Ginnekenweg en de Baronielaan. Aan de zijde<br />

<strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> werd alleen het Duitenhuis in de plannen<br />

betrokken, een bewijs dat de bebouwing aan de<br />

Haagweg zich nog niet erg had verdicht. <strong>De</strong> verstedelijking<br />

<strong>van</strong> de Haagweg ging echter gewoon door en<br />

rond 1914 moest deze als voltooid worden beschouwd.<br />

11


Nii die tijd zijn er uiteraard nog wel huizen gebouwd op<br />

overgebleven lege plekken en in de plaats <strong>van</strong> gesloopte<br />

panden.<br />

<strong>De</strong>.ontwikkeling <strong>van</strong> de Haagweg was overigens niet<br />

gericht op het dorp princennage, maar op het verder<br />

ryeg gelegen Liesbos, zoals ook de ontwikkeling <strong>van</strong> de<br />

Ginnekenweg en het dorp Ginneken gericht wai op het<br />

Mastbos. Ten westen <strong>van</strong> princenhage kunnen we eni_<br />

ge villa-ontwikkeling konstateren tangl Oe Liesboslaan.<br />

Rond het Liesbos werden na de opening <strong>van</strong> de tramlijn<br />

hotels en kindervakantiekolonies gebouwd en ook en_<br />

kele villa's. <strong>De</strong> Liesboslaan heeft echter nooit een aan_<br />

eengesloten bebouwing gekregen.<br />

Villa-ontwikkeling rond Zuilen<br />

Met de nieuwe Vestingwet <strong>van</strong> 1g53 mochten binnen<br />

de afstand <strong>van</strong> 600 meter buiten de vestino oebouwen<br />

opgetrokken worden uit verbrandbare stoffeInJs Boven_<br />

dien mochten er binnen de verboden kring ook houtge_<br />

wassen geplant worden. <strong>De</strong> gemeenten <strong>Breda</strong>, prin_<br />

cenhage en Ginneken profiteerden hier<strong>van</strong> onmiddellijk<br />

door de wegen buiten de <strong>Breda</strong>se wallen te laten be_<br />

planten. Buiten die kring werden in Ginneken bovendien<br />

aan de Ginnekenweg binnen korte tijd tussen de tien en<br />

de twintig villa's gebouwd. <strong>De</strong>ze huizen hadden een<br />

gepleisterde lijstgevel<strong>van</strong> vijf vensterassen breed, met<br />

een deur in het midden. Aan<strong>van</strong>kelijk was ersprake <strong>van</strong><br />

gladgepleisterde lijstgevels zonder verdere versiering,<br />

later werden de gevels voorzien <strong>van</strong> slucdekoratiea.<br />

Oorspronkelijk werden deze villa's omringd door grote<br />

tuinen, ontworpen in Engelse landschapsstijl.<br />

Aan de kant <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> was de ontwikkeling meer<br />

bescheiden, maar in grote lijnen identiek met de ontwikkeling<br />

in Ginneken. Een groot deel<strong>van</strong> de bewoners <strong>van</strong><br />

de villa's alhier was rentenier of gepensioneerd militair<br />

of ambte<strong>naar</strong> uit Oost-lndi6. Een opvallend groot deel<br />

was bovendien Nederlands-Hervormd. <strong>De</strong> samenstelling<br />

<strong>van</strong> de bevolking <strong>van</strong> de Haagweg week daarmee<br />

nogal af <strong>van</strong> die <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> als geheel. Afbeeldingen<br />

uit deze tijd <strong>van</strong> de Haagweg zijn niet bewaard<br />

gebleven. Uit schilderijen rond deze tijd vervaardigd<br />

blijkt echter dat men de omgeving <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> vooral<br />

waardeerde <strong>van</strong>wege de rust, de landelijkheid en het<br />

groen.<br />

<strong>De</strong> Engelse parken rond Princenoord en <strong>De</strong> Hage zijn<br />

goed bewaard gebleven. Zij vormen als het ware een<br />

Arkadisch landschap, waartegen de witte villa,s zich<br />

scherp aftekenen. <strong>De</strong> tuinen rond de Bloemkool en rond<br />

Schuylenburg zijn al lang verdwenen. <strong>De</strong> tuin achter<br />

Huize Mertersem is pas sedert enkele jaren volgebouwd.<br />

Schuylenburg en de Bloemkool<br />

P.J. Werden, Rooms-Katholiek priester te <strong>Breda</strong>, liet in<br />

1853 aan de huidige Heuvelstraat in zijn tuin een koepel<br />

met keuken bouwen.24 Op de kaart <strong>van</strong> de verboden<br />

kringen uit 1856 is die tuin iraaiweergeg.r.n ,tin<br />

iSii<br />

I:1 11.^1,-hll rijn ko epe r aan p.A. euyie ido rp, spi e getf a_<br />

bnkant te <strong>Breda</strong>, die twee jaar later op deze plaals de<br />

huidige viila Schuytenburg bouwde.<br />

<strong>De</strong>.herberg <strong>De</strong> Bloemkoolwas in 1Qg3 eigendom <strong>van</strong><br />

de logementhouder p.p. Dielemans.26 tn t gSO verkocht<br />

hij het huis met de moestuin aan zijq_famitietid A.J.<br />

Dielemans, eveneens logementho udei.27 Een gedeelie<br />

<strong>van</strong> het perceel echterverkocht hij, samen met een fuln<br />

tot v.erggaak aan N. <strong>van</strong> Siebergen, vleeshouwer te<br />

<strong>Breda</strong>.'" <strong>De</strong>ze bouwde daarop nog datzellde jaar een<br />

nieuwe woning, eveneens aangeduid als Huize <strong>De</strong><br />

Bloemkool. Dit kan echter niet h6t nog bestaande he_<br />

renhuis Haagweg 211 zijn. Het pand lag binnen de<br />

verboden kring en Van Siebergen moet dui een houten<br />

huis gebouwd hebben, waar<strong>van</strong> alleen het fundament<br />

en de schoorstenen <strong>van</strong> steen waren. Ook deze villa<br />

was volgens de kaart <strong>van</strong> de verboden kringen uit 1856<br />

omgeven door een tuin met slingerpaadyes.Van Sieber_<br />

gen verhuurde het pand blijkbaar, want q-e eerste bewo_<br />

ner was J. <strong>van</strong> Bronkhuijze uit Leiden.2s ln 1859 werd<br />

hij opgevotgd door Mark prager Lin^{o, <strong>van</strong> 1853 tot<br />

1865 lektor aan de KMA in <strong>Breda</strong>.3o Hij is tandetijk<br />

bekend geworden door het tijdschrift ,Nederlandsche<br />

Spectator', waarin hij artikelen schreef onder het pseu_<br />

doniem <strong>De</strong>n ouden heer Smits.<br />

Een derde vitla uit deze tijd is de huidige viila <strong>De</strong> Hage,<br />

Haagweg 339. tn 1856 kocht G.A. eeiking, gepensio_<br />

neerd kapitein te Bredg, hier een perceeien bouwde<br />

daar in 'lB58 een huis.sr ln de adresboekjes <strong>van</strong> 1891<br />

tot 1B9B wordt het aangeduid als Viila Sopnia. Het pand<br />

is later afgebroken en ver<strong>van</strong>gen door een nieuw huis.<br />

Princenoord<br />

<strong>De</strong> meest indrukwekkende villa die in deze serie is<br />

gebouwd, is zonder twijfel de villa princenoord, Haagweg<br />

366. ln 1864 lieten de erven <strong>van</strong> wijlen de heer G.<br />

Moolenbergh te <strong>Breda</strong> twee hovenierdeiilen veilen met<br />

huizen, stallen, schuur en tuinen, beplant met velerhan_<br />

de vruchtbomen, en nog een tuin met koeoel. te prin_<br />

9enlrage,<br />

nabij het dorp, aan de Steenweg.3, oe adver_<br />

tentie in de <strong>Breda</strong>sche Courant<strong>van</strong> 1B september 1864<br />

voegde daar uitdrukkelijk aan toe dat Het geheel zeer<br />

geschikt (was) tot het aanteggen <strong>van</strong> een zeer aange_<br />

naam Buiten. <strong>De</strong> partikulier p.J. Kocken was het diar<br />

blijkbaar mee eens want hij kocht de goedgqen en liet<br />

daarop een grote villa bouwen: princenoord.s3 Oo 1 mei<br />

1866 kon hij de nieuwe woning betrekken.sa<br />

Na de ontmanteling <strong>van</strong> de vesting <strong>Breda</strong> zette de reeds<br />

aange<strong>van</strong>gen villaontwikkeling rond Zuilen zich door.<br />

<strong>De</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> kerkhof Zuilen en de reeds bestaande<br />

villa's zoals Princenoord zullen dit ook bevorderd<br />

hebben. <strong>De</strong> kunsthandelaar Vincent <strong>van</strong> Gogh,<br />

een oom <strong>van</strong> de bekende schilder, liet in 1g73 een groot<br />

12


herenhuis bouwen, het nog steeds bestaap-de Huize<br />

Mertersem op de hoek <strong>van</strong> de Esserstraat.3s ln 1876<br />

legden de kinderen <strong>van</strong> de aannemer M. Verhoeven de<br />

eerste steen <strong>van</strong> de villa Joshof, Haagweg 329. Enkele<br />

jaren later, in 1882, bouwde Verhoeven nggst zijn villa<br />

het dubbele herenhuis Haagweg 321-323.s6 <strong>De</strong>z'e panden<br />

waren bedoeld voor de verhuur: in 1895 woonde in<br />

een <strong>van</strong> de twee herenhuizen K.A. de Jong, gepensioneerd<br />

president <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> Justitie te Makassar.-'<br />

ln 1879 tenslotte, bouwde Jan Jurridn <strong>van</strong> Langelaar,<br />

architekt te Amsterdam, voorzichzelt de villa Mg-ertensheim,<br />

naast het kerkhol Zuilen, Haagweg 356.38<br />

Bouwterrein voor villa's op het Oosteind<br />

Nadat in 1890 de tramlijn was aangelegd werd langzaam<br />

maar zeker de Haagweg verder volgebouwd.<br />

Daarbij kwamen de villa's met hun grote parken onder<br />

druk te staan <strong>van</strong> de oprukkende verstedelijking, getuige<br />

een advertentie uit de Woninggids <strong>van</strong> Soeter en Co.<br />

uit 1910, waarin de villa Princenoord te koop werd<br />

aangeboden met het daarneven gelegen bouwterrein."o<br />

Pas in de jaren 1932-1934 echter zijn de panden<br />

Haagweg 376-384 op het terrein <strong>van</strong> Princenoord gebouwd.<br />

ln de loop <strong>van</strong> de tijd is rond Zuilen nog meer bebouwing<br />

ontstaan. We zullen daar niet dieper op ingaan. Wat ons<br />

w6l opgevallen zal zijn is dat de huizen tegenover het<br />

kerkhof zo vq <strong>naar</strong> achteren staan. Dit is egn gevolg<br />

<strong>van</strong> de Wet op de Lijkbezorging <strong>van</strong> 1869.4u Volgens<br />

adikel 16 <strong>van</strong> deze wet mochten binnen 50 meter <strong>van</strong><br />

de begraafplaats geen gebouwen worden opgericht. .<br />

herenhuizen voor in de plaats te stellen.al ln 1914 en<br />

1918 verkocht de gemeente de grond weer in percelen<br />

als bouwterrein."' Waarschi.inlijk betreft het hier de<br />

ondergrond <strong>van</strong> de huidige villa's Haagweg 390, 392 en<br />

416.(Afb. 10A)<br />

<strong>De</strong> ontmanteling <strong>van</strong> de vesting <strong>Breda</strong>.<br />

ln 1869 werd begonnen met de ontmanteling <strong>van</strong> de<br />

vesting <strong>Breda</strong>. <strong>De</strong> werkzaamheden stonden onder leiding<br />

<strong>van</strong> de lngenieur der Domeinen voor de Ontmanteling<br />

der Vestingen, Frederik Willem <strong>van</strong> Gendt. Eerst<br />

werden de Ginnekenpoort en de Boschpoort gesloopt<br />

en in 1871 de Haagpoort. <strong>De</strong> slechting <strong>van</strong> de vestingwerken<br />

zelf kwam slechts langzaam op gang. ln 1874<br />

werd de slechting <strong>van</strong> de vestingwerken rond de voormalige<br />

Haagpoort aanbesteed. <strong>De</strong> bedoeling <strong>van</strong> Van<br />

Gendt was een nieuwe weg aan te leggen met een<br />

breedte <strong>van</strong> dertig meter in een rechte lijn <strong>van</strong> het einde<br />

<strong>van</strong> de Haagdijk <strong>naar</strong> de Haagweg ter hoogte <strong>van</strong> het<br />

Duitenhuis."" (Afb. 108) Het Rijk bezat echter aileen de<br />

grond tot aan de huidige Dijklaan. Om de nieuwe weg<br />

<strong>naar</strong> <strong>Princenhage</strong> op de volle breedte door te kunnen<br />

trekken zou grond aangekocht moeten worden <strong>van</strong><br />

partikulieren."* Uiteindelijk werd echter een goedkopere<br />

oplossing gekozen. <strong>De</strong> weg werd tot aan de Dijklaan<br />

aangelegd op dertig meter en het gedeelte tot aan de<br />

huidige Kolfbaanstraat op 16 meter. Bovendien zitten er<br />

bijde Dijklaan en bijde Kolf baanstraat tichte knikken in<br />

de weg. Op die manier hoefde maar 66n klein perceeltje<br />

aangekocht te worden.<br />

<strong>De</strong> Nieuwe Haagdijk draagt zijn naam sinds 1877. ln<br />

1876 al plantte de gemeente <strong>Breda</strong> hier en op het begiq<br />

<strong>van</strong> de huidige Haagweg 250 iepebomen in vier rijen.a5<br />

<strong>De</strong> bestrating lag tussen de middelste twee bomenrijen.<br />

ln 1877 werd op de vierde veiling <strong>van</strong> geslechte vestinggronden<br />

de bouwgrond aan de Nieuwg Haagdijk binnen<br />

de Singelgracht in kavels verkocht.a6 Alle i


OE HAAGWEG V66R DE ONTMANTELING.lS53-1868<br />

I Bestoonde bebouwhg crrco 1830.<br />

t] o vrllo's en kepellles geb@wd in d€<br />

F€riode 1853 - 1880.<br />

0 50 100 150 200m<br />

,'^.\<br />

1 \<br />

.l<br />

PRINSENHAGE<br />

//<br />

a<br />

l\<br />

r)<br />

Joshol,<br />

1876<br />

, t<br />

"-h<br />

Kaafi Vl<br />

DE HAAGWEG NA OE ONTMANTELING EN DE AANLEG VAN DE TRAM,1868-1914.<br />

I Bestoonde bebouwing, 1868<br />

EE-EA Bouwlerreinen. in exploitolie gdbrochl<br />

tussen 1870 - 1890<br />

llTllllffi Bouwierrernen. 1890-1914<br />

(beholve socrole woningbouw)<br />

i- :lI Fobfl eksterreinen<br />

Tromlrjn,1890<br />

0 50 100 150 200n 1<br />

_\<br />

/ K*eken1<br />

Bruynse:<br />

Aerogeen -<br />

) , gosl obr e<br />

'<br />

.a.- ,<br />

.,<br />

Lt,<br />

-z7r nmerlobrei<br />

1912<br />

,)<br />

Kaart Vlll<br />

14


a<br />

\ \<br />

;><br />

l'.<br />

,,/\<br />

,,<br />

\'<br />

\,<br />

/\,<br />

./ , ,"..rr\s Weerll9 i<br />

Lo o\<br />

-.ra4<br />

Rekonstruktie G. Otten en P von Gils, 1g93<br />

Kaart Vll<br />

1'-.'' ?. .Vilto<br />

"., |^<br />

{'1+;,r 1[!$.*<br />

Tuin von<br />

Lourilssen<br />

1 Tolsteeg<br />

2 Veslkont<br />

3 BoeimeerstroolJe,l8gO<br />

Rekonstruktie G.0lten en Pvon Gils, <strong>1993</strong><br />

Kaart lX<br />

15


met bekwame spoed door, want al in h,etzelfde jaar<br />

werden hier de eerste huizen gebouwd.*' Ten zuiden<br />

<strong>van</strong> de Haagweg lag nog een tijdlang een restant <strong>van</strong><br />

de vestingwerken: het reduit <strong>van</strong> Lunet A, een soort<br />

bakstepen bunker. Dit restant werd pas opgeruimd in<br />

1Bg4.48<br />

<strong>De</strong> schrijfster Louise Stratenus beschreef de Nieuwe<br />

Haagdijk en de Haqgweg in haar roman Lindendaal, die<br />

speelt rond 1870.4e Een ieder kent den weg die <strong>van</strong> de<br />

stad <strong>naar</strong> buiten voert. Eerst de laatste straat dier<br />

plaats, de Haagdijk, een slecht geplaveide, armeliike<br />

weg, tusschen twee rijen winkelhuizen, die voor het<br />

meerendeel slechts voor de kleinste beurzen uitstallen,<br />

en daarna het open veld, zonder eenige podzie, eene<br />

vlakte waar meestal rondreizende marskramers of kermislieden<br />

hunne houten wagens opslaan;de wallen die<br />

men omlaag heeft gehaald met het doel om de plaats<br />

te verfraaien, hebben met hun verdwijnen alles even<br />

t roo ste loo s achte rg e I ate n.<br />

Het Duitenhuis<br />

Nadat de tollen afgeschaft waren in 1872 werden in<br />

1873 de Rijkstolhuizen met bijbehorende gronden<br />

ope nbaa r ve rkocht, onder andere het tolhui s op_{e hoek<br />

<strong>van</strong> de Haagweg en de huidige Kolfbaanstraat.ru Waarschijnlijk<br />

werd in het tolhuis al herberg gehouden.<br />

Louise Stratenus vervolgt in haar roman: Eenmaalechter<br />

voorbij het zoogenaamde Duitenhuis, eene uitspanning<br />

waar men in vroegere jaren gewoon was des<br />

zomers den avondte gaan doorbrengenonder een paar<br />

leelijke boompjes, waar men voor een dubbeltie per<br />

persoon theewater kreeg en <strong>van</strong> de f rissche buitenlucht<br />

genoot, er in de gedachten bloemen- en hooigeur bii'<br />

tooverde, komt men aan een breede, trotsche laan, aan<br />

we€rszijden met hooge boomen beplant;daar eerst ook<br />

begint het landeliike, de kleine villa's verheffen zich<br />

telkens aan den weg, breede heggen omzoomen de<br />

greppels, en waar ook het oog zich heenwendt overal<br />

groen en lucht; men haalt ruimer adem en voelt zich<br />

herleven.<br />

<strong>De</strong> <strong>Breda</strong><strong>naar</strong> J. Philipsep-beschreef het Duitenhuis in<br />

1875 heel wat positiever.'' 3 Prinsenhage (...) behoett<br />

in het geheel niet voor Ginneken onder te doen. <strong>De</strong><br />

bodem is vruchtbaarder, de natuur milder.'t Geen ik<strong>van</strong><br />

de koffijhuizen in den Zandberg gezegd heb, dient ook<br />

voor het Duitenhuis, <strong>van</strong> den heer Baehr-Brunold. Dit<br />

Duitenhuis ligt een steenworp <strong>van</strong> <strong>Breda</strong>. <strong>De</strong> <strong>Breda</strong>'<br />

<strong>naar</strong>s noemen 't ook wel eens de kindertuin, omdat de<br />

kleinen daar menige aangename uitspanning zoeken<br />

en vinden. <strong>De</strong> bloemisterii<strong>van</strong> de heeren Bruinzeels en<br />

Co., atsmede de bloem-en boomkwekerii<strong>van</strong> den heer<br />

Van Poppel hebben niet alleen goeden naam in <strong>Breda</strong>,<br />

maar zelfs in de hof stad (<strong>De</strong>n Haag). 't ls een wellust in<br />

die tuinen een dag door te brengen. Geen wonder dan<br />

ook, dat beide zeer druk bezocht worden. <strong>De</strong> bloemkwekerijen<br />

<strong>van</strong> Bruijnseels en Van Poppel lagen verder<br />

op aan de Haagweg.<br />

ln 1892 bouwde de [gffiehuishouder J. Snel het huidige<br />

pand Haagw eg 70.52 Nog steeds draagt dit pand trols<br />

het opschrift'Duitenhuis. Caf6-Biljard. J. Snel', maar het<br />

is geen caf6 meer.<br />

Reeds v66r 1890 werd er aan het Duitenhuis 's zomers<br />

in de vroege morgen markt gehoudeqjn de beroemde<br />

<strong>Breda</strong>se aardbezi€n en in ander f ruit.cr Pas in dat jaar<br />

werd de f ruitmarkt door de gppeente <strong>Princenhage</strong> door<br />

een verordening geregeld."* <strong>De</strong> fruitmarkt werd gewoon<br />

op straatgehouden, maarin 1913was het verkeer<br />

op de Haagweg z6 toegenomen dat de fruitmarkt <strong>van</strong>wege<br />

dqyagens en de karren overlast begon op te<br />

leveren.""<br />

Een nieuwe stadswiik<br />

<strong>De</strong> blokken geslechte vestinggrond buiten de singelgracht<br />

werden pas verkaveld na 1900 en zijn dus nog<br />

heel lang braak blijven liggen. Bij het Duitenhuis echter,<br />

vlak buiten de gemeentegrens <strong>van</strong> <strong>Breda</strong>, ontstond al<br />

gauw een bebouwing <strong>van</strong> arbeiderswoningen,$ie later<br />

aangeduid zou worden als de wijk Duitenhuis.co Stedebouwkundig<br />

gezien moest dit beschouwd worden als<br />

parasitaire randbebouwing. Om de strengere <strong>Breda</strong>se<br />

bouwverordening te ontgaan bouwden spekulanten op<br />

Princenhaags grondgebied woningen die aan veelminder<br />

zware eisen moesten voldoen. Ook andere steden<br />

werden in delg tijd gekonfronteerd met soortgelijke<br />

verschijnselen."'<br />

<strong>De</strong> gemeente <strong>Princenhage</strong> stelde de groei<strong>van</strong> de nieuwe<br />

wijk nauwelijks op prijs. ln het gemeenteverslag <strong>van</strong><br />

1890 wordt nog gezegd dat de toestand <strong>van</strong> het armwezen<br />

voldoende is, maar in 1892 wordt geklaagd dat<br />

de achteruitgang (<strong>van</strong> het armwezen) (...) voornamelijk<br />

te wijten (is) aan het zich vestigen <strong>van</strong> vele arbeidersgezinnen<br />

onder deze gemeente in de nabijheid <strong>van</strong><br />

<strong>Breda</strong>, en deze klacht wordt daarna jaar op jaar herhaald.<br />

Atb. 11, <strong>De</strong> Haagweg, richting <strong>Princenhage</strong>.<br />

omgeving Duitenhuis, ca. 191 0<br />

16


<strong>De</strong> arbeiderswoningen in het Duitenhuis werden meestal<br />

gebouwd in de vorm <strong>van</strong> lange rijen in 66n bouwlaag<br />

met de nok <strong>van</strong> het dak evenwijdig aan de straat. Ze<br />

waren in de regelvoorzien <strong>van</strong> een deur en 66n raam<br />

in de voorgevel. <strong>De</strong> meeste <strong>van</strong> deze woningen zijn later<br />

gesloopt of onherkenbaar verbouwd, maar hier en daar<br />

zijn nog voorbeelden aanwezig: Haagweg 92, Haagweg<br />

160-162 (voorheen in een steegje, nu met uitzicht op de<br />

Ettensebaan), Kolfbaanstraat 10 en Duitenhuisstraat<br />

6-8. Al deze huizen zijn voorzien <strong>van</strong> enige architektonische<br />

elementen: lijsten, stucwerk of afwijkend gekleurd<br />

metselwerk. Een eenvoudige arbeiderswoning,<br />

zonder ook maar de geringste versiering, vinden wij op<br />

Kolfbaanstraat 25, misschien wel het enige voorbeeld<br />

<strong>van</strong> dit type woning dat nog overgebleven is. Slechts<br />

enkele huizen hadden een verdieping: het Duitenhuis<br />

zelf, het pand er naast en twee panden daartegenover<br />

(Afb. 1 1).<br />

ln 1B7B bouwde de <strong>Breda</strong>se hovenierJohannes Vriens<br />

vier huisjes op een stukje^grond tussen de Haagweg en<br />

het voormalige Lunet A."o ln de volgende jaren bouwde<br />

hij regelmatig huisjes bij, totdat hij in 1890 15 huisjes in<br />

eigendom had. D-e <strong>Breda</strong>se hovenier Cornelis Klaassen<br />

deed hetzelfde.5e <strong>De</strong>ze huisjes stonden gedeeltelijk in<br />

de tegenwoordige Tolgteeg. Ze bestonden uit een kamertje<br />

en een zolder.bu <strong>De</strong> huizen langs de grachtkant<br />

<strong>van</strong> de vestinggracht rond het voormalig Lunet A kregen<br />

in de volksmond al gauw de naam Vestkanl; lage,<br />

besmuikte eenkamerkrotten en kazernewoningen<br />

wordt deze bebouwing later omschreven. <strong>De</strong> punt tussen<br />

de Haagweg en de Vestkant was door zijn kleine<br />

oppervlakte en ongelukkige ligging waarschijntijk minder<br />

geschikt voor de tuinbouw.<br />

ln de wijk Duitenhuis zijn er op bescheiden schaal<br />

nieuwe straten aangelegd. ln feite waren het echter niet<br />

meer dan sloppen, zoals de al even genoemde Tolsteeg.<br />

Ook in de buurt <strong>van</strong> andere steden kwam hetzelfde<br />

verschijnsel voor: een spekulant kocht een smalle<br />

akker, maakte een doodlopend wegje <strong>van</strong> vijf of zes<br />

meter breedte en bouwde daar woningen aan. ln de<br />

gemeente <strong>Breda</strong> was bijde aanleg <strong>van</strong> nieuwe straten<br />

een minumumbreedte <strong>van</strong> tien meter voorgeschreven.<br />

<strong>De</strong> Algemene Politieverordening <strong>van</strong> de gemeente <strong>Princenhage</strong><br />

<strong>van</strong> 1890 gaf echter geen aanwijzingen omtrent<br />

de minumumbreedte <strong>van</strong> straten.63 pas in de<br />

Verordening op het Bouwen, die door de princenhaagse<br />

raad op 10 juli 1897 werd vastgesteld, werd de<br />

minumumbreedte <strong>van</strong> nle.uw-aangelegde straten vastgesteld<br />

op zeven meter.o*<br />

ln 1890 verkocht de hovenier Adrianus Machielsen een<br />

akker op een openbare veiling als bouwgrond in twaalf<br />

kavels."" <strong>De</strong>ze kavels waren gedeeltelijk gelegen aan<br />

de Straatweg, maar gedeeltelijk waren ze getegen aan<br />

een eigen weg, die gemeenschappelijk moest worden<br />

onderhouden. ln 1907 kreeg deze straat de naam Boeimeerstraatje.<br />

Aan de andere kant <strong>van</strong> het straatje lag<br />

toen overigens de tuin <strong>van</strong> mevrouw Laurijssen, zodg-t<br />

de bewoners niet geheel<strong>van</strong> groen verstoken waren.66<br />

ln 1927 kreeg de straat de naam Westeinde en in 1950<br />

werd het de huidige naam Amstelstraat. Rond 1966<br />

werd de oorspronkelijke bebouwing gesloopt voor de<br />

aanleg <strong>van</strong> de Vincent <strong>van</strong> Goghstraat.<br />

ln 1892 kocht de par.tikulier C. Mermans een moestuin<br />

ten noorden <strong>van</strong> de Haagweg. ln datzellde jaar nog<br />

bouwde hlj hier 17 huisjes in een straatje (Afb. i2). ln<br />

1905 in ieder geval werd het min of meer officieel de<br />

Mermansstraat genoemd. Bij oudere <strong>Breda</strong><strong>naar</strong>s is het<br />

straatje nog bekend als de Reet <strong>van</strong> Mermans. ln 1g07<br />

kreeg de straat zijn huidige naam Duitenhuisstraat,<br />

omdat hij naast de tuin <strong>van</strong> caf6 Duitenhuis lag. <strong>De</strong><br />

straat is op het breedste gedeelte zeven meter breed.<br />

<strong>De</strong> ingang is niet breder dan vier meter.<br />

Het perceel aan de noordzijde <strong>van</strong> de Haagweg tussen<br />

de huidige Dijklaan en Kolfbaanstraat dat door het Rijk<br />

gekocht was om in verband met de ontmanteling de<br />

Haagweg recht te kunnen trekken werd in '187g weer<br />

gedeeltelijk gevqi.ld op de zesde veiiing <strong>van</strong> gestechte<br />

vestinggronden.o' Het we1$ gekocht door de <strong>Breda</strong>se<br />

timmerman A. Robbeson.o' ln 1880 verkavelde hij het<br />

perceel en verkocht de grond aan vier nieuwe eigenaren,<br />

die nog in hetzelfde jaar of het jaar daarop een huis<br />

bouwden. Ook dit perceel moet worden beschouwd als<br />

een restperceel dat voor de tuinbouw geen waarde had.<br />

<strong>De</strong> Reet <strong>van</strong> Mermans<br />

Afb. 12, Duitenhuisstraat. 1966<br />

ln 1896 besloot de gemeenteraad <strong>van</strong> princenhage met<br />

het oog op de vele nieuwe woningen nabij het Duitenhuis<br />

een afzonderljjge wijk in te stellen, eveneens Duitenhuis<br />

genaamd.o' <strong>De</strong>ze wijk omvatte een gedeelte<br />

<strong>van</strong> het Dijkje (Dijklaan), Haagweg 34-136 en 31-113,<br />

de Kolfbaanstraat, de Duitenhuisstraat, het Boeimeerstraatje<br />

(Amstelstraat), de Vestkant en de later zo genoemde<br />

Tolsteeg. <strong>De</strong> grens <strong>van</strong> het Duitenhuis vieldus<br />

ongeveer samen met het huidige kruispunt Haagweg-<br />

Ettensebaan.<br />

17


ln 1899 werd het Duitenhuis betrokken in de annexatieplannen<br />

<strong>van</strong> de gemeente <strong>Breda</strong>. Niet iedereen in <strong>Breda</strong><br />

was daar zo blij mee. ln de vergadering <strong>van</strong> de<br />

Commissie uit de ingezetenen bedoeld bij artikel 131<br />

der Gemeentewet <strong>van</strong> 30 maart 1904 werd daarover<br />

gesproken.68 <strong>De</strong> heer Moerel had een bezoek gebracht<br />

aan de buurtschap Duitenhuis: eene groote uitgestrektheid<br />

bouw-en weiland met hier en daar een kleine<br />

arbeiderswoning op vrij grooten afstand <strong>van</strong> elkaar gelegen,<br />

eene zeer kleine strook slechts aan eene zijde<br />

met kleine huisjes bebouwd;wegen zoo slecht, dat men<br />

door de modderwaadde, verschillende woningen onbewoond<br />

door gebrek aan drinkwater. Wat enorme uitgaven<br />

moet annexatie <strong>van</strong> dat gedeelte medebrengen<br />

voor rioleering, bestrating enz. tegen bijna geen inkomsfen.<br />

ln 1903 vezochten de bewoners <strong>van</strong> het Duitenhuis<br />

de gemeenteraad <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> om betere<br />

ve rlichti ng, rio^l^e ri ng e n bestrati ng, voorlopig echter zonder<br />

resultaat.oY<br />

Vanaf 1879 werden er in <strong>Breda</strong> plannen gemaakt tot<br />

aanleg <strong>van</strong> stoomtramlijnen. Diverse personen probeerden<br />

rond de stad 66n aaneengesloten netwerk tot<br />

stand te brengen, maar slaagden daar de een na de<br />

ander niet in. <strong>De</strong> eerste poging werd ondernomen door<br />

de heer S. Brons, die niet verder kwam dan een stoomtram<br />

<strong>naar</strong> Oosterhout. ln 1883 richtte de gepensioneerde<br />

Majoor der Artillerie <strong>van</strong> het lndische Leger M.A.<br />

Kuytenbrouwer de Ginnekensche Tramweg Maatschappij<br />

op die in '1884 de eerste tram <strong>naar</strong> Ginneken<br />

liet rijden. ln datzelfde jaar kreeg Kuytenbrouwertevens<br />

een koncessie voor een paardentramweg <strong>naar</strong> princenhage<br />

en in 1886 een definitieve koncessie voor een<br />

stoomtramweg <strong>naar</strong> Oudenbosch en Zundert. ln 1886<br />

richtte hij daarom (waarschijnlijk in Londen) de Engtish-<br />

Dutch Light Railway Company op en daarna in Brussel<br />

de Soci6t6 hollando-belge de tramways. ln lBBB moest<br />

hij echter zijn koncessie overdoen aan Jonkheer<br />

D.J.A.A. <strong>van</strong> Lawick <strong>van</strong> Pabst <strong>van</strong> Nijvelt, burgemeester<br />

<strong>van</strong> Arnhem. <strong>De</strong>ze was waarschijnlijk familie <strong>van</strong> de<br />

douaridre C.N. <strong>van</strong> Lawick, de toenmalige eigenaresse<br />

<strong>van</strong> Princenoord. Van Lawick op zijn beurt richte in 1889<br />

in <strong>Breda</strong> met Belgisch kapitaalde Zuid-Nederlandsche<br />

Stoomtramweg-Maatschappijop, die in 1890 de stoomtramlijnen<br />

<strong>Breda</strong>-<strong>Princenhage</strong>-Antwerpen eqf rincenhage-Oudenbosch<br />

in bedrijf-bracnt 1nt'0. t S1.73<br />

<strong>De</strong> Sint-Annaparochie<br />

ln 1905 werd de Sint-Annakerk ingewijd op de hoek <strong>van</strong><br />

de Haagweg en de Weerijssingel. <strong>De</strong> kerk is ontworpen<br />

doorJos Cuypers, de zoon <strong>van</strong> P.J.H. Cuypers, en Jan<br />

Stuyt. <strong>De</strong>ze kerk vormt nog steeds de kern <strong>van</strong> deze<br />

wijk en een stg$ebouwkundig aksent aan het begin <strong>van</strong><br />

de Haagweg. /u <strong>De</strong> bedoeling was oorspronkelijk tegen<br />

de noordelijke zijbeuk een grote toren te bouwen, waardoor<br />

dit punt nog meer aandacht zou hebben gekregen.<br />

Door geldgebrek is het daar nooit <strong>van</strong> gekomen. Ook<br />

het interieur is nooit voltooid, maal_door de ontworpen<br />

ikonografie bijzonder interessant.'' <strong>De</strong> grens <strong>van</strong> de<br />

nieuwe Sint-Annaparochie kwam te liggen bij de BIonnkool.<br />

Het D_qitenhuis werd daarmee kerkelijk bij <strong>Breda</strong><br />

ingedeeld.T2<br />

Na 1905 werd ten noorden en ten zuiden <strong>van</strong> de Sint-<br />

Annakerk gestart met het bouwen <strong>van</strong> sociale woningbouw,<br />

een bijzonder i nle ressante ontwikkeli ng, waarwe<br />

helaas hier niet verder op in kunnen gaan.<br />

ln 1927 werd het Duitenhuis dan toch door <strong>Breda</strong> geannexeerd.<br />

<strong>De</strong> Duitenhuisstraat en het Westeinde waren<br />

nog parlikulier eigendom. <strong>De</strong>ze twee straten, de Kolfbaanstraat<br />

en de Vestkant waren bovendien niet verhard.<br />

<strong>De</strong> komst <strong>van</strong> de tram<br />

<strong>De</strong> Zuid-Nederlandsche Stoomtramweg'Maat'<br />

schappij<br />

Afb. 13, Z.N.S.M. lok.5, 1933<br />

Als eerste lijn werd op 14 mei 1890 $g paardentram<br />

<strong>Breda</strong>-<strong>Princenhage</strong>-Liesbos geopend.'" ln twee rijtuigen<br />

reden de genodigden <strong>naar</strong> <strong>Princenhage</strong>. Uit bijna<br />

iedere huis aan de Princenhaagsche Steenweg wapperde<br />

de vlag. ln <strong>Princenhage</strong> werden het Nederlandse<br />

en het Belgische volkslied gespeeld waarna in het raadhuis<br />

diverse toespraken gehouden werden in het Nederlands<br />

en in het Frans. <strong>De</strong> tram reed daarna door <strong>naar</strong><br />

het Liesbos, waar de harmonie in de tuin <strong>van</strong> Huis ten<br />

Bosch enige muzieknummers ten beste gaf , onder andere<br />

een nieuwe Trammars.<br />

<strong>De</strong> tramlijn lag op de Haagweg aan de zuidzijde <strong>van</strong> de<br />

weg, tussen de bestrating en de bomen. ln 1891 bouwde<br />

de ZNSM een tramstation op de hoek <strong>van</strong> de Haagweg<br />

en de Tramsingel, dat de de tamelijk grootsle_edse<br />

aanduidi ng kree g vin Station <strong>Breda</strong>-Haagpoo11.75<br />

<strong>De</strong> paardentram reed aan<strong>van</strong>kelijk_.1ret een frekwentie<br />

<strong>van</strong> ongeveer twee trams per uur.'o Later gingen ook<br />

1B


stoomtrams rijden en reed de paardentram een of twee<br />

keer per uur tussen de stoomtrams door.' ' In de zomer<br />

reed de paardentram vier keer per dag door <strong>naar</strong> het<br />

Liesbos.'" <strong>De</strong>ze frekwentie was aanzienlijk lager dan<br />

die <strong>van</strong> de paardentram <strong>naar</strong> Ginneken.<br />

Dat er een tram liep wilde overigens niet zeggen dat<br />

iedereen daar ook gebruik <strong>van</strong> maakte. Historisch is het<br />

verhaal <strong>van</strong> een lid <strong>van</strong> de SDAP uit <strong>Breda</strong>, die in juli<br />

1900 een gesprek wilde hebben met H.H. <strong>van</strong> Kol,<br />

afgevaardigde in de Tweede Kamer <strong>van</strong> die partij. Van<br />

Kolwoonde toen in Villa Sophia (Haagweg 339) en ons<br />

SDAP-lid !^ad daar een wandeling <strong>van</strong> anderhalf uur<br />

voor over!7e <strong>De</strong> komst <strong>van</strong> de Ginn-ekense tram had tot<br />

gevolg dat de Ginnekenweg in ongeveer tien jaar geheel<br />

was volgebouwd. <strong>De</strong> ontwikkelingen die de tram<br />

langs de Haagweg bracht waren heelwat minder spektakulair.<br />

Bloemkwekerijen<br />

<strong>De</strong> eersten die <strong>van</strong> de nieuwe ontsluiting profiteerden<br />

waren de kwekers. <strong>De</strong> firma Bruynseels en Co. liet<br />

meteen in 1890 een nieuw herenhuis bouwen (Haagweg<br />

304).80 Aan de bloemkwekeri[was een caf6 veibonden,<br />

tevens halte <strong>van</strong> de tram."' Het koffiehuis had<br />

een heerlijk zitje in de tuin. ln een advertentie in de<br />

Nieuwe <strong>Breda</strong>sche Courant <strong>van</strong> 11 juni 1890 maakte<br />

E.M. Tombrink bekend dat hijzijn bloemkwekerij <strong>De</strong>cima<br />

verplaatst had <strong>van</strong> Hoeven <strong>naar</strong> Qq Princenhaagschen<br />

Steenweg nabij het Duitenhuis.E2 Hil beval zicl<br />

aan tot het aanleggen <strong>van</strong> tuinen en parken en de<br />

levering <strong>van</strong> de daartoe benodigde planten. Een kwekerij<br />

die al langer bestond, maar ook profiteerde <strong>van</strong> de<br />

tram, was de tuinbouwinrichting Kweeklust <strong>van</strong> P. <strong>van</strong><br />

Poppel. <strong>De</strong>ze was gevestigd aan de huidige Posthoornstraat,<br />

slqqhts twee minuten <strong>van</strong> stoom- en paardentramweg.oo<br />

Bestellingen werden bezorgd in <strong>Breda</strong>, Ginneken<br />

en Teteringen.<br />

Toerisme<br />

Ook het toerisme profiteerde <strong>van</strong> de tram. Aan het eind<br />

<strong>van</strong> 1890 werd door G.J. Burck de bouw aanbesteed<br />

<strong>van</strong> Hotel Liesbosch.Ba Dit hotelzou tot aan de Tweede<br />

Wereldoorlog de belangrijkste toeristische vooziening<br />

zijn aan de rand <strong>van</strong> het bos.<br />

Het eerste toeristische gidsje <strong>van</strong> <strong>Breda</strong>, <strong>Breda</strong> en<br />

Omstreken in Woord en Beeld uit 1897 geeft een beschrijving_<strong>van</strong><br />

de wandeling <strong>naar</strong> <strong>Princenhage</strong> en het<br />

Liesbos.65 Uit alles blijkt, hoe landelijk de Haagwegtoen<br />

nog was. <strong>De</strong> Prinsenhaagsche straatweg is wel een der<br />

f raaiste <strong>van</strong> Noord-Brabant. Hij is kenmerkend recht en<br />

breed en de verschijning <strong>van</strong> de zware vrachtkar door<br />

een linnen huif gedekt en het groote paard met ziine<br />

rinkelende bellen en roode kwasten aan het hoofdstel,<br />

of <strong>van</strong> de boerinnen met de groote mutsen en kleuilge<br />

doeken of lange mantels, komt het Brabantsche karakter<br />

er <strong>van</strong> versterken. ln tegenstelling met den Ginnekenschen<br />

weg is hier de blik veelal onbelemmerd en<br />

dwaalt met voldoening over het stille landschap en de<br />

boerenwoningen, tuinen, bouwlanden en vitta's. Een<br />

paar <strong>van</strong> deze laatste, bevalliger of rijker dan andere,<br />

mogen niet onvermeld blijven: Meertensheim en prinsenoord.<br />

Ook (...) villa Withelmina (...) verdient velnelding.<br />

Een paar jaar later is de toon heel anders.86 <strong>De</strong><br />

Prinsenhaagsche straatweg was vroeger,met zijne dubbele<br />

rij lommerrijke boomen, een der fraaiste <strong>van</strong><br />

Noord-Brabant; jammer dat hij in de laatste jaren, vooral<br />

in de omgeving <strong>van</strong> het Duitenhuis, zoo ontsierd is<br />

geworden door tal <strong>van</strong> arbeiderswoningen. Hadde het<br />

gemeentebestuur <strong>van</strong> Prinsenhage, door het vaststellen<br />

eener verordening op het bouwen, tijdig maatregelen<br />

getroffen, dan zouden in de plaats <strong>van</strong> die nederige<br />

woningen, wellicht prachtige heerenhuizen en villa's<br />

verrezen zijn.<br />

Bouwgrond te koop<br />

Villa's<br />

Na de aanleg <strong>van</strong> de tram zijn er aan de Haagweg villa's<br />

gebouwd, zij het maar in bescheiden mate. ln 1g90<br />

maakte Th. Beijersbergen bekend dat hijbierbrouwerij<br />

de Drie Linden had opggricht voor enkel en dubbel<br />

gerstebier en Oud Bruin.ui ln 1904 bouwde hii naast de<br />

brouwerij de nog bestaande villa Haagw eg 248.88<br />

Daartegenover werd in 1898 Villa Wilhelmina gebouwd,<br />

Haagweg 189. <strong>De</strong> zeer elegant gebouwde gebouwde<br />

Villa 'Wilhelmina'. (...) <strong>De</strong> tuin (is) een lusthof <strong>van</strong> btoemen,<br />

het huis, een in Zwitserschen^gtijl opgetrokken<br />

vil/a, aldus een beschrijving uit 1907.6v<br />

Een zeer bescheiden villa uit 1901 was Villa Emma,<br />

Haagweg 219-221, eigenlijk een dubbel herenhuis mef<br />

vrij grooten tuin (...), nabij de Blomkool, langs stoom- en<br />

paardentram, zeer geschikt voor groot gezin,... Het huis<br />

had in 191'l nog geen waterleiding maar^yvdl een welen<br />

regenwaterpomp dn een hoenderhokleu<br />

Na de aanleg <strong>van</strong> de tram is de Haagweg langzaam<br />

maar zeker volgebouwd. ln veel gevallen splitsten hoveniers<br />

aan de straatweg een perceel bouwgrond af <strong>van</strong><br />

ongeveer denig meter diep en verkochten dit in kavels.<br />

Om de tuinderi.ien bereikbaar te houden behielden ze<br />

een steegje <strong>van</strong> de straatweg <strong>naar</strong> de achtergelegen<br />

percelen. <strong>De</strong> veilingen <strong>van</strong> bouwgrond werden meestal<br />

gehouden voor <strong>Breda</strong>se notarissen in <strong>Breda</strong>se koffiehuizen<br />

of in caf6 Duitenhuis. Bovendienwoonden veelal<br />

zowel de verkopers als de kopers <strong>van</strong> de bouwgrond in<br />

<strong>Breda</strong>. <strong>De</strong> verstedelijking <strong>van</strong> de Haagweg is dus een<br />

proces geweest dat geheel <strong>van</strong>uit <strong>Breda</strong> op gang werd<br />

gebracht. Bouwondernemers en partikulieren bouwden<br />

vervolgens aan de Haagweg losstaande huizen of woningen<br />

in blokjes <strong>van</strong> vijf d tien panden.<br />

<strong>De</strong> <strong>Breda</strong>se hovenier Cornelis Teurlings, om maar eens<br />

een voorbeeld te noemen, bood in 1899 een perceel<br />

bouwgrond te koop aan, gelegen aan de Steenweg, in<br />

19


zes kavels.el Later werden hierop de panden Haagweg<br />

1 60-1 98 gebouwd.<br />

ln hel Dagblad <strong>van</strong> Noord-Brabant <strong>van</strong> 28-29 januari<br />

1906 konden we een advertentie lezen voor een perceel<br />

bouwterrein gelegen naast de Blomkool, op de punt <strong>van</strong><br />

de Haagweg en de huidige Oosterstraat. Later zijn hier<br />

de woningen 223-239 gebouwd.<br />

Rond 1914 was dit proces voltooid. Op de oudste lucht-<br />

{oto's, <strong>van</strong> vlak na de Eerste Wereldoorlog, en op kadastrale<br />

kaarten uit die tijd kunnen we zien wat het resultaat<br />

was. <strong>Breda</strong> en <strong>Princenhage</strong> waren verbonden door<br />

een lange strook lintbebouwing <strong>van</strong> een zeer gemengd<br />

karakter: villa's, hovenierderijen, zelfs nog enkele percelen<br />

tuingrond, blokjes woningen (met en zonder voortuintjes),<br />

en nog enkele fabrieken. <strong>De</strong> overheersende<br />

bouwstijlwaren het eclecticisme en de Art-Nouveau, of<br />

beter gezegd'timmermans-A11-Nouveau'.<br />

<strong>De</strong> druk op de bouwgrond was in deze tijd blijkbaar nog<br />

niet zo hoog dat het aantrekkelijk was om ook de<br />

zijstraten <strong>van</strong> de Haagweg te gaan ontwikkelen. <strong>De</strong><br />

huidige Oosterstraat en Heuvelstraat bleven nagenoeg<br />

zonder bebouwing en nieuwe zijstraten werden niet<br />

aangelegd.<br />

Nette burgerwoningen<br />

Op de hoek <strong>van</strong> de Tuinzichtlaan treffen we een rij<br />

woningen aan met Art-Nouveaugevels en voortuinen<br />

met iizeren hekjes. ln een <strong>van</strong> de gevels prijkt het jaartal<br />

1909. ln het Dagblad <strong>van</strong> Noord-Brabant<strong>van</strong> 2 oktober<br />

1904 lezen we een advertentie voor een openbare<br />

verkoping <strong>van</strong> negen percelen bouwterrein aan de<br />

steenweg <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> <strong>naar</strong> <strong>Princenhage</strong>, elk breed voor<br />

langs de straat 1 1 meter, ter diepte <strong>van</strong> 30 meter, naast<br />

de firma Bruijnseels. Om te voorkomen dat een bouwspekulant<br />

hier arbeiderswoningen zou bp^uwen kocht de<br />

gemeente <strong>Princenhage</strong> de grond aan."' ln 1908 verkocht<br />

de gemeente de grond weer aan de Princenhaagse<br />

metselaar en aannemer Th.J. Beekers, na-dat Beekers<br />

66rst bouwtekeningen had laten zien.e3 ln 'tg0g<br />

heeft Beekers hier de nieuwe huizen gebouwd. ln 1910<br />

verkocht hij het bouwterrein dat hij nog over had aan<br />

verschillende personen. Ook de huizen probeerde hij<br />

meteen te verkopen. ln de Woninggids <strong>van</strong> Soeter en<br />

Co <strong>van</strong> 27 maarl,1910 treffen we de volgende advertentie<br />

aan: Te koop 4 nette burgerwoningen met voor- en<br />

achtertuin getegen aan den Prinsenhaagsche Steenweg<br />

bijden Btomkool (...). Kooppriis uiterst billiik. leder<br />

der perceelen is ook afzondeiliik te koop."" ln 191 t had<br />

hij de huizen inderdaad verkocht. <strong>De</strong> hele operatie was<br />

dus binnen drie jaar afgerond. Ongetwiileld zal er aan<br />

de Haagweg meer op deze manier gespekuleerd ziin.<br />

<strong>van</strong> het Duitenhuis Heltes'Jamfabriek gebouwd, beter<br />

bekend als 'de Sjam'.es ln enkele jaren'ontwikkelde dit<br />

bedrijf zich tot een voor die tijd enorm komplex met<br />

aansluitingen op spoor- en tramweg. Men maakte zelfs<br />

plannen voor een kanaal dat de Iabriek met de singel<br />

zou verbinden. Een groot gedeelte <strong>van</strong> de bevolking <strong>van</strong><br />

het Duitenhuis vond hier werk, gedeeltelijk in de vorm<br />

<strong>van</strong> smerig thuiswerk. ln 1915 werd de fabriek door<br />

brand venvoest en herbouwd. Een gedeelte <strong>van</strong> deze<br />

gebouwen is thans nog te herkennen in het huidige<br />

Preservenbedrijf aan de Ettensebaan en de broodfabriek<br />

<strong>van</strong> Welten aan de Haagweg.<br />

In 1901 probeerde de elektrotechnikus Carel Bruijnis<br />

(Haagweg 261) een fabri^e..[ op te richten voor de leverantie<br />

<strong>van</strong> acyteleengas.'o <strong>De</strong>ze poging leidde niet tot<br />

resultaat. ln 1904 verzocht de gemeente <strong>Princenhage</strong><br />

om leverantie <strong>van</strong> steenkolengas uit de <strong>Breda</strong>se gasfabrie[,<br />

zowel voor straatverlichting als voor partikulieren."<br />

<strong>De</strong> voonvaarden <strong>van</strong> de gemeente <strong>Breda</strong> waren<br />

echter voor de gemeente <strong>Princenhage</strong> niet aanvaardbaar.<br />

ln 1905 richtte de gemg-ente <strong>Princenhage</strong> een<br />

eigen aErogeengasfabriek"op.eB <strong>De</strong> fabriek, laatst genummerd<br />

Haagweg 292, werd na 1960 gesloopt voor<br />

de doorbraak <strong>van</strong> de Tuinzichtlaan. Het was een merkwaardig<br />

hoog pand met op de begane grond de machineriedn<br />

en daarboven in twee verdiepingen de woning<br />

<strong>van</strong> de machinist. <strong>De</strong> inwoners <strong>van</strong> Princenhaoe konden<br />

nu overgaan <strong>van</strong> petroleumverlichting op gai.ee oe<br />

Princenhaagse gasfabriek was blijkbaar toch geen sukses<br />

want in 1913 werd alsnog een overeenkomst gesloten<br />

met de gemeente <strong>Breda</strong> voor de leverantie <strong>van</strong> gas.<br />

ln 1912 verplaatste L. Chabot zijn stoomtimmerfabriek<br />

<strong>van</strong> de Niiverheidssinqel <strong>naar</strong> de hoek <strong>van</strong> de Haagweg<br />

e n de Heuvelstraat. 1 0d Het indrukwekkende f abrieisgebouw<br />

kunnen we nu nog bewonderen. (A{b. 14) Chabot<br />

vervaardigde kozijnen, ramen, deuren en alle soorten<br />

betimmerjngen en werkte dus vooral voor de bouwnijverheid.lol<br />

-<br />

Fabrieken<br />

Aan de Haagweg zijn aan het begin <strong>van</strong> de twintigste<br />

eeuw enkele fabrieken gesticht. ln 1900 werd in de buurt<br />

Atb. 14, stoomtimmerfabriek Chabot, ca 1915<br />

20


DE HAAGWEG VAN 1914 TOT NU<br />

In 1915 werd in de gemeenteraad <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong><br />

voorgesteld de sloten langs de <strong>Breda</strong>scheweg (Haagweg)<br />

te dempen en op de plaats daar<strong>van</strong> voetpaden aan<br />

te leggen.'"' <strong>De</strong>ze zaak was al meerdere malen met<br />

Rijkswaterstaat besproken, maar zonder resultaat. Hieruit<br />

blijkt dat de Haagweg op dat moment nog niet een<br />

geheel stedelijk aanzicht had. Niettemin kunnen we<br />

toch stellen dat de Haagweg en de bebouwing daarlangs<br />

in 1914 min of meer zijn definitieve vorm bereikt<br />

had.<br />

Op de volgende ontwikkelingen zullen we kort ingaan.<br />

ln 1927 werd een gedeelte <strong>van</strong> de Haagweg door <strong>Breda</strong><br />

geannexeerd. <strong>De</strong> gemeentegrens schoof op <strong>naar</strong> de<br />

huidige Rijnstraat. ln feite was <strong>Princenhage</strong> toen alzo<br />

met <strong>Breda</strong> vergroeid dat annexatie <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong>dorp<br />

voor de hand had gelegen. Dat gebeurde echter<br />

pas in 1942.<br />

Na de Eerste Wereldoorlog bleken de stoomtramwegen<br />

hopeloos verouderd te zijn. Men was niet bereid geld te<br />

investeren in de modernisering <strong>van</strong> het trambedrijf en<br />

dat betekende geleidelijk aan het einde <strong>van</strong> de tramwegen<br />

in Noord-Brabant. <strong>De</strong> tramrails werd opgebroken in<br />

1937 en het voormalige tramstation werd hoofdkantoor<br />

<strong>van</strong> de busmaatschappij BBA.<br />

ln 1927 verzocht de gemeente <strong>Breda</strong> het Rijk het gedeelte<br />

<strong>van</strong> de Haagweq dat geannexeerd was, in eigendom<br />

te mogen oueinerien.lu3 ln 1936 *erd dit gedeelte<br />

inderdaad overgedragen. Door de aanleg <strong>van</strong> autowegen<br />

rond <strong>Breda</strong> verloor de Haagweg zijn funktie <strong>van</strong><br />

doorgaande weg. Pas in 1960 werd het overige gedeelte<br />

<strong>van</strong> de Haagweg doorde gemeente overgenomen en<br />

was de Haagweg dus geen rijksweg meer.1oa ln de<br />

overdracht was uitdrukkelijk het eigendom <strong>van</strong> de afstandspalen<br />

inbegrepen, dus ook <strong>van</strong> Mijlpaal 35.<br />

ln de jaren zestig werd de Ettensebaan-Vincent <strong>van</strong><br />

Goghstraat doorgebroken. Het kruispunt met de Haagweg<br />

is sinds die tijd nog steeds niet gerekonstrueerd en<br />

met passende bebouwing afgerond. ln diezelfde tijd<br />

werden ook de Nieuwe Heilaarstraat en de Tuinzichtlaan<br />

aangelegd. <strong>De</strong>ze situaties zijn stedebouwkundig<br />

heelwat bevredigender opgelost. Tevens werd de Liesboslaan<br />

<strong>van</strong> een echte laan omgebouwd tot een autoweg.<br />

Daarmee werd de relatie tussen <strong>Princenhage</strong> en<br />

het Liesbos verstoord.<br />

<strong>De</strong> bomen<br />

Het aan<strong>van</strong>keli.ike beeld <strong>van</strong> de breede, trotsche laan,<br />

aan we)rszijden met hooge boomen beplantis sedertdien<br />

grondig veranderd. Op ,oto's <strong>van</strong> het begin <strong>van</strong><br />

deze eeuw kunnen we zien dat de beplanting toen pas<br />

vernieuwd was. Bij de annexatie <strong>van</strong> 1927 stonden er<br />

op de Haagweg op het <strong>Breda</strong>se gedee.l[q 28 iepebomen,2T<br />

lindebomen en 10 jonge linden. ''" Volgens de<br />

direkteur <strong>van</strong> Beplantingen waren de iepebomen op<br />

enkele uitzonderingen na ziek en de lindebomen krom<br />

en scheef . Alles moest worden gerooid. ln 193'l werden<br />

de lindebomen gerooid tussen de Zaanlandsche Houthandel<br />

(onggveer huidige kruising Ettensebaan) en de<br />

Rijnstraat. ''o Langs het gedeelte <strong>van</strong> de Haagweg dat<br />

in 1942 geannexeerd werd stonden toen echter noo<br />

steeds bomen, die echter sindsdien verdwenen ziin.1o7<br />

Enkele jaren geleden zijn er boompjes geplant op het<br />

gedeelte Ettensebaan-Tuinzichtlaan. <strong>De</strong>ze bomen<br />

staan echter veel te ver uit elkaar om enige indruk te<br />

maken. <strong>De</strong> middenberm <strong>van</strong> het gedeelte tussen de<br />

Singel en de Dijklaan is beplant met platanen, zoals de<br />

Nieuwe Haagdijk. Tussen de Dijklaan en de Ettensebaan<br />

is de weg nog kaal en onherbergzaam. Dit weegt<br />

des te zwaarder omdat deze buurt over het algemeen<br />

al slecht <strong>van</strong> groen is voozien.<br />

<strong>De</strong> beplanting is bepalend voor het karakter <strong>van</strong> de<br />

Haagweg. <strong>De</strong> bebouwing wisselt sterk: grote en kleine<br />

huizen, open en gesloten bebouwing, huizen aan de<br />

straat en huizen met voortuintjes. Het profiel<strong>van</strong> deze<br />

voormalige rijksweg is ruim genoeg om bomen in laanbeplanting<br />

toe te staan. Herstel <strong>van</strong> deze beplanting zou<br />

meehelpen eenheid te brengen in de beleving <strong>van</strong> de<br />

weg.<br />

Noten<br />

Aanvullend onderzoek betreff ende de geschiedenis <strong>van</strong><br />

de Haagweg zou verricht kunnen worden in het archief<br />

<strong>van</strong> de Rijkswaterstaat in Noord-Brabant in het Rijksarchief<br />

in <strong>De</strong>n Bosch, in het archief <strong>van</strong> de Sint-Annaparochie,<br />

dat nog steeds op de pastorie berust en in de<br />

kadastrale leggers <strong>van</strong> de gemeente <strong>Princenhage</strong> in het<br />

gemeentearchief in Prinsenbeek.<br />

1. J.F. Corstens, <strong>Breda</strong>, Geschiedkundige Bijzonderheden<br />

(<strong>Breda</strong>,1900).<br />

2. Frans Brekelmans, '<strong>De</strong> Steenweg <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> <strong>naar</strong><br />

<strong>Princenhage</strong>', in Tax andria 1 942, 225.<br />

T. Kappelhof, '<strong>De</strong> Steenweg <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> <strong>naar</strong> <strong>Princenhage</strong>',<br />

in Hage 5,3.<br />

3. C.R. Hermans, 'Geschiedkundig overzigt der<br />

Straatwegen in de provincie Noordbrabanf , in<br />

H andelingen <strong>van</strong> het Provinciaal Genootschap <strong>van</strong><br />

Kunsten en Wetenschappen in Noordbrabant over<br />

den jare 1852.<br />

4. Karel Peeters, 'Het ontstaan der Staatsbaan Antwerpen-<strong>Breda</strong><br />

te Wuestwezel ( 1 806-1 1 )', in Wesalia<br />

1 (1926).<br />

5. ARA <strong>De</strong>n Haag, Afdeling Kaarten en Tekeningen,<br />

VTH (Verzameling Tekeningen Hingman), inv. nr.<br />

1 291 en WCAP (Kaarten-archief derAfdeeling Waterstaat<br />

<strong>van</strong> het <strong>De</strong>partement <strong>van</strong> Binnenlandse<br />

Zaken), inv. nr. 1346.<br />

21


o. Wet <strong>van</strong> 16 november'1814. Staatsblad 1814 no.<br />

1 06.<br />

21.<br />

Gerard Otten, '<strong>De</strong> ontmanteling <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> en het<br />

Plan <strong>van</strong> Uitleg <strong>van</strong> Van Gendt, 1869-1881', in<br />

J aarboek Oranjeboom XtlY ( 1 991 ).<br />

8.<br />

ARA <strong>De</strong>n Haag, Afdeling Kaarten en Tekeningen,<br />

OPV(Oude Plans <strong>van</strong> Vestingen), inv. nr. B 246;<br />

GA<strong>Breda</strong>, afd. lll-95, inv. nr.4B8.<br />

F.A. Brekelmans, 'Het laatste vestingwerk <strong>van</strong> <strong>Breda</strong>',<br />

in Jaarboek Oranjeboom X/X(1966).<br />

9. <strong>Breda</strong>sche Courant,20 juli 1843.<br />

1 0. A.J. <strong>van</strong> derAa, Geschiedkundige beschrijving<strong>van</strong><br />

de stad <strong>Breda</strong> en hare omstreken (Gorinchem,<br />

1845),108.<br />

22.<br />

23.<br />

24.<br />

25.<br />

'Alkoop der Rijkstollen in de provincie Noord-Brabant'<br />

in Nieuwe <strong>Breda</strong>sche en Oosterhoutsche<br />

Courant,l8 april 1872.<br />

Wet <strong>van</strong> 21 december 1853, Staatsblad no. 128;<br />

ARA <strong>De</strong>n Haag, Aldeling Kaarten en Tekeningen,<br />

OSPV (Oude Situatie-Plans <strong>van</strong> Vestingen), inv.<br />

nr. B 40.<br />

GAPbeek, kadastrale leggers, art. 1659.<br />

ARA <strong>De</strong>n Haag, Afdeling Kaarten en Tekeningen,<br />

OSPV (Oude Situatie-Plans <strong>van</strong> Vestingen), inv.<br />

nr. B 40.<br />

11. GA<strong>Breda</strong>, afd.l-314, inv. nr. 371, volgnr. 790, d.d.<br />

1 2 december '1839.<br />

26. GAPbeek, kadastrale leggers, art. 160a.<br />

12. GAPbeek, voorl. inv. nr. 1930a.<br />

27. GAPbeek, kadastrale leggers, art. 1955.<br />

13. GA<strong>Breda</strong>, afd.l-314, inv. nr. 374, volgnr. 920, d.d.<br />

27 oktober 1842; Gemeenteverslagen <strong>Breda</strong> 1837,<br />

volgnr. 24;1842, volgnr. 9; 1848, volgnr. 9; 1851,<br />

1 1 en 1853, B.<br />

28. GAPbeek, kadastrale leggers, art. 1954.<br />

29. GAPbeek, bevolkingsregister 1850-1859.<br />

14. GA<strong>Breda</strong>, atd.l3l4, inv. nr.3085.<br />

15. GA<strong>Breda</strong>, ald. lll-117, inv. nr.212.<br />

30. GAPbeek, bevolkingsregister 1850-1859; Thera<br />

Boon-Corthals, Schrijvers achterna, Een literaire<br />

wandeling door <strong>Breda</strong> (<strong>Breda</strong>, 1989), 77.<br />

16. F.A. Gooskens, Ach Lieve Tiid. Acht eeuwen <strong>Breda</strong>,<br />

de <strong>Breda</strong><strong>naar</strong>s en hun ziel en zaligheid (Zwolle,<br />

1985),73.<br />

31. GAPbeek, kadastrale leggers, art. 1998.<br />

32. GA<strong>Breda</strong>, afd. lll-86, inv. nr. 23,akhe214.<br />

17. GA<strong>Breda</strong>, afd. ll-25, kadastrale leggers, art. 5105.<br />

33. GAPbeek, kadastrale leggers, art,.2523.<br />

18. M.W. <strong>van</strong> Boven, Begraven in en rond de Grote<br />

Kerk <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> (Aalsmeer, 1 987), 19.<br />

34. GAPbeek, bevolkingsregister 1860-1879.<br />

19. GA<strong>Breda</strong>, afd. lll-95, inv. nr. 4BB en afd. lll-105,<br />

voorl. inv. nr. 3.212.21 .<br />

35. Herman Dir<strong>van</strong>, '<strong>De</strong> kunsthandelaar Vincent <strong>van</strong><br />

Gogh uit <strong>Princenhage</strong>',in Hage 19.<br />

20. GA<strong>Breda</strong>, afd. lll-1 17,inv. nr. 212.<br />

36. GAPbeek, kadastrale leggers, an.3234.<br />

22


37 . GAPbeek, bevolkingsregister 1890.<br />

38. GAPbeek, kadastrale leggers arl.3224.<br />

39. GA<strong>Breda</strong>, afd. lll-157, inv. nr.37.<br />

53.<br />

54.<br />

K.M. Smith en G.L. Janssen, 209; H. t' Sas, 'tn<br />

Memoriam', in ln en om <strong>Breda</strong>. Schetsen (<strong>Breda</strong>,<br />

1 e07).<br />

GAPbeek, voorl. inv. nr. 8, fol. 28 en 28v, raadsvergadering<br />

5 maart 1890.<br />

40. Wet <strong>van</strong> 10 april 1869, Staatsblad nummer 65.<br />

41. GAPbeek, voorl. inv. nr. '10, lol.70, raadsvergadering<br />

3 april '1912;GA<strong>Breda</strong>, afd. lll-113, inv. nr. 1,<br />

fol. 157 en inv. nr.777 .<br />

55.<br />

56.<br />

GAPbeek, voorl. inv. nr. 9, fol 122v, raadsvergadering<br />

7 febr. 1913.<br />

P.C.M. <strong>De</strong>kkers, <strong>De</strong> volkshuisvesting <strong>van</strong> de arbeiders<br />

in de 19de eeuw in <strong>Princenhage</strong> (Tilburg,<br />

1976),15.<br />

42<br />

43.<br />

44.<br />

GAPbeek, voorl. inv. nr. '10, fol. 168, raadsvergadering<br />

7 augustus 1914, en fol. 269v, raadsvergadering<br />

29 oktober 1917.<br />

GA<strong>Breda</strong>, ald. 1314, inv. nr. 3060, brief <strong>van</strong> Van<br />

Gendt dd. 21 augustus 1874, en kaartje dd. 2 juli<br />

1874.<br />

GA<strong>Breda</strong>, a|d. l3/4, inv. nr. 3060, brief <strong>van</strong> Van<br />

Gendt dd. 8 oktober 1874 en brief <strong>van</strong> W.J.L. de<br />

Grez dd. 26 oktober 1874.<br />

57<br />

58.<br />

59.<br />

P.K. <strong>van</strong> Meurs en Th.K. <strong>van</strong> Lohuizen,'<strong>De</strong> stedebouwkundige,<br />

economische en sociale oorzaken<br />

en gevolgen <strong>van</strong> parasitaire randbebouwing,, in<br />

Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw,<br />

januari 1939.<br />

<strong>De</strong>kkers, '15 en GAPbeek, kadastrale leggers, art.<br />

2663.<br />

<strong>De</strong>kkers, 15 en GAPbeek, kadastrale leggers, ail.<br />

3327.<br />

45.<br />

Gemeenteverslag <strong>Breda</strong> 1879, 68; GA<strong>Breda</strong>, afd.<br />

l-3/4, inv. nr. 3632, kaartjes dd. 1882 en 1889.<br />

46. GA<strong>Breda</strong>, afd. II-25, voorl. inv. nr. 79b.<br />

60.<br />

'Door onbekend <strong>Breda</strong>. Buiten de oude veste. <strong>De</strong><br />

Tolsteeg' in Dagblad <strong>van</strong> Noord-Brabant en Zeeland,7<br />

juni 1941 .<br />

47 . GA<strong>Breda</strong>, kollektie bouwtekeningen 1866-1902.<br />

61. GA<strong>Breda</strong>, afd. ll-25, voorl. inv. nr. 7gb.<br />

48<br />

49<br />

50<br />

51.<br />

GA<strong>Breda</strong>, afd. l-3/4, inv. nr. 3068 en <strong>Breda</strong>sche<br />

Courant, 1 4 januari 1 894.<br />

Louise Stratenus, Lindendaal (Arnhem, 1890),<br />

182.<br />

Advertentie in Nieuwe <strong>Breda</strong>sche en Oosterhoutse<br />

Courant,20 april 1873.<br />

(J. Philipsen) <strong>Breda</strong> en de <strong>Breda</strong><strong>naar</strong>s, door een<br />

<strong>Breda</strong><strong>naar</strong> (<strong>Breda</strong>, 1875), 67 .<br />

62. GAPbeek, kadastrale leggers, arl.g417.<br />

63. GAPbeek, voorl. inv. nr. 8. fol.50v, raadsvergadering<br />

21 oktober 1890.<br />

64.<br />

65.<br />

GAPbeek, voorl. inv. nr. 8. fol. 158v, raadsvergadering<br />

10 juli 1897.<br />

Advertentie in Nieuwe <strong>Breda</strong>sche Courant,26 januari<br />

1890 en GA<strong>Breda</strong>, afd. lll-50 (Notari6le archieven<br />

1843-1905), inv. nr. 31, akte 735.<br />

52. GAPbeek, kadastrale leggers, aft.4324.<br />

bb.<br />

GAPbeek, voorl. inv. nr. 9, fol. 128v, raadsvergadering<br />

31 juli 1907.<br />

23


67. GAPbeek, voorl. inv. nr.8, fol. 113, raadsvergade- 83. Advertentie in Nieuwe <strong>Breda</strong>sche Courant,l0 en<br />

ring 1 mei 1895. 17 augustus 1890.<br />

84. Advertentie in Nieuuze <strong>Breda</strong>sche Courant,l9 oktober<br />

1890.<br />

69. GAPbeek, voorl. inv. nr.8, fol.259, raadsvergadering<br />

12 december 1903.<br />

70. Jan Kalf , '<strong>De</strong> Sint-Annakerk te <strong>Breda</strong>', in Dagblad<br />

<strong>van</strong>Noord-Brabant,23en24 april1905.<br />

71. Jan Kalt, lconografie der R.K. Parochie-kerk St.<br />

Anna te <strong>Breda</strong> (Haarlem, 1905).<br />

72. GA<strong>Breda</strong>, afd. lll-113, inv. nr. 1, fol. 166-167.<br />

73. W.J.M. Leideritz, <strong>De</strong> tramwegen <strong>van</strong> Noord-Bra'<br />

bant(Leiden, 1978),90.<br />

85. K.M. Smith en G.L. Janssen, <strong>Breda</strong> en Omstreken<br />

in Woord en Beeld (<strong>Breda</strong>, 1897), 208.<br />

86. K.M.SmithenG.L.Janssen, <strong>Breda</strong>enOmstreken<br />

in Woord en Beeld <strong>Breda</strong>, (1902(2)), 156.<br />

87. Advertentie in Nieuwe <strong>Breda</strong>sche Courant,26 oktober<br />

1890.<br />

BB. GAPbeek, kadastrale leggers, ar|.4192 en 5203.<br />

89. H. de Ruiter, Geillustreerde Gids voor de Baronie<br />

<strong>van</strong> <strong>Breda</strong> (<strong>Breda</strong>, 1907),265.<br />

74. <strong>Breda</strong>sche Courant, 15 mei '1890 en Nieuwe <strong>Breda</strong>sche<br />

en Oosterhoutsche Courant,l B mei 1890. 90. GA<strong>Breda</strong>, afd. lV-32, supplement, inv. nr. 6; advertentie<br />

in Dagblad <strong>van</strong> Noord-Brabant,l april 1911.<br />

75. Leideritz,95.<br />

91. GAPbeek, kadastrale leggers, art. 3853; advertentie<br />

in de <strong>Breda</strong><strong>naar</strong>, 25 november 1899;GA<strong>Breda</strong>,<br />

76. Advertentie in Nieuwe <strong>Breda</strong>sche en Oosterhout- afd. lll-50 (notari6le archieven 1843-1905), inv. nr.<br />

sche Couranl 10 augustus 1890.<br />

158, akte 207 en216.<br />

77. Adverl,entiein <strong>Breda</strong>sche Courant,24 april1892. 92. GAPbeek, voorl. inv. nr. B, fol. 285, raadsvergadering<br />

5 november 1904.<br />

78. Advertentie in <strong>Breda</strong>sche Courant, T iuli 1892.<br />

93. GAPbeek, voorl. inv. nr. 8, fol 174v, raadsvergadering<br />

29 oktober 1908;kadastrale leggers, art.5704.<br />

79. C.W. Ten Teije, <strong>De</strong> opkomst <strong>van</strong> het socialisme in<br />

<strong>Breda</strong>. Actie en reactie tot 1908 (Tilburg, 1986),<br />

132. 94. GA<strong>Breda</strong>, afd. lll-157, inv. nr.37.<br />

80. Advertentie in Nieuwe <strong>Breda</strong>sche Courant,30 mei 95. Henk Muntjewerff, 'Preserven bestaat als produk-<br />

1890. tiebedrijf deze maand tachtig jaar' in Nutricia<br />

Nieuws,juni 1981 . Henk Muntjewerff , "<strong>De</strong> quaestie<br />

der jamf abricage', <strong>De</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> de f ruitver-<br />

81. 'Bloemkweekerij Bruijnseels en Co.', in Nieuwe werkende industrie rond 1900. (Utrecht,1983).<br />

<strong>Breda</strong>sche en Oosterhoutsche Courant, 16 iuni<br />

1 895.<br />

82. zieook'Bloemkweekerij<strong>De</strong>cima'in Nieuwe<strong>Breda</strong>-<br />

96' GAPbeek' voorl' inv' nr' 8' fol' 226v' raadsverga-<br />

dering 3 september 1901;GA<strong>Breda</strong>' afd' lll-129'<br />

inv. nr. 12, pag.93.<br />

sche en oosterhoutsche courant, 11 augustus<br />

1895.<br />

24


. 97. Gemeenteverslag <strong>Breda</strong> 1904,75.<br />

98. GAPbeek, voorl. inv. nr. 1967a.<br />

99. GA<strong>Breda</strong>, afd. lll-129, inv. nr.12, pag. 108.<br />

1 00. Gemeenteverslag <strong>Princenhage</strong> 191 2, adresboekjes<br />

1912 en 1914.<br />

101. Noord-Brabant's nijverheid in beeld (Haarlem,<br />

1 e1 B).<br />

102. GAPbeek, voorl. inv. nr. 10, fol. 199v, raadsvergadering<br />

29 juli 1915.<br />

103. GA<strong>Breda</strong>, afd. ll-25 (periode 1928-1939), inv. nr.<br />

3874.<br />

104. GA<strong>Breda</strong>, Sekretariearchief 1960-1969, doos 263,<br />

map 1.<br />

105. GA<strong>Breda</strong>, Sekretariearchief 1926-1945, doos 2,<br />

map 1<br />

106. GA<strong>Breda</strong>, Sekretariearchief 1926-1945, doos 375,<br />

map lV.<br />

1 07. GA<strong>Breda</strong>, Sekretariearchief 1 945-1 959, doosT 17,<br />

map lll.<br />

25


$,re$xs*ht*ueg<br />

\e r\h*f<br />

Begraafplaats Zuilen, ca. 1904<br />

<strong>De</strong> begraaf plaats Zuilen.<br />

Algemeen.<br />

Begraafplaatsen hebben voor veel mensen iets sinisters<br />

over zich. Voor anderen echter hebben de graven<br />

een bijzondere aantrekkingskracht. Graven vertellen<br />

iets over de tijd waarin de overledene leefde, over zijn<br />

status of levensverhaal. Het gra{ <strong>van</strong> een bekende<br />

persoon geeft ook gelegenheid hem of haar te eren'<br />

Vroeger ging net begraven anders dan nu. Tot 1825<br />

worden doden in of rond keken begraven. <strong>De</strong>ze gewoonte<br />

heeft een religieuze oorsprong. Men ligt in gewijde<br />

grond en deelt daardoor in Gods genade. Het<br />

begraven in kerken heeft echter nadelen. <strong>De</strong> vloer <strong>van</strong><br />

de kerk ligt regelmatig open en tot vlak voor kerkdiensten<br />

wordt gezeuld met grafkisten en zerken' <strong>De</strong><br />

iijkkist is in de 't7e eeuw algemeen geworden, maar<br />

wanneer een graf te ondiep gegraven wordt hangt er in<br />

de kerkruimte-een penetrante lijklucht. Tijdens de Franse<br />

bezetting (1795-1813) wordt het begraven in kerken<br />

uit oogpunwan hygi6ne <strong>van</strong> overheidswege verboden,<br />

maar na hun vertrek in 1813 wordt het weer loegestaan'<br />

Er ontwikkelt zich landelijk echter een stroming die voor<br />

het begraven buiten de stad of het dorp is. ln de kerk<br />

begraven is niet hygidnisch en rond de kerken raakte<br />

de grond op, zeker in de vestingsteden die overbevolkt<br />

zijn. ln 1829 wordt bij Koninklijk Besluit het begraven in<br />

kerken verboden, evenals het begraven rond kerken<br />

gelegen in stedeliike centra. Tegelijkediid wordt het<br />

Regelement op het gebruik <strong>van</strong> de begraafplaats vastgesteld.<br />

Voor <strong>Breda</strong> betekent dit dat de drie parochies<br />

<strong>van</strong> de stad op zoek moeten <strong>naar</strong> een locatie buiten de<br />

stad. <strong>De</strong>ze vindt men ten noorden <strong>van</strong> de straatweg<br />

<strong>naar</strong> <strong>Princenhage</strong> op goede afstand (35 Nederlandse<br />

ellen) <strong>van</strong> stads- en dorpskom gelegen. ln deze tijd is<br />

het gebied tussen <strong>Breda</strong> en <strong>Princenhage</strong> nog landelijk<br />

en staan langs de Haagweg diverse koepeltjes (buitenhuisjes).<br />

<strong>De</strong> drie parochies kopen een terrein aan met<br />

koepeltje, terwi.il ook de protestante gemeenschap <strong>van</strong><br />

<strong>Breda</strong> een lerrein (eveneens met een koepeltje) aankopen,<br />

gelegen ten westen <strong>van</strong> het katholieke gedeelte.<br />

Het kadaster wijst uitdat in 1830 de begraafplaats een<br />

om<strong>van</strong>g had <strong>van</strong> 8130 vierkante meter. <strong>De</strong> begraafplaats,<br />

eigendom en in beheer bij de R.K. Gemeente<br />

<strong>Breda</strong> (Bij K.B. was er <strong>van</strong>af 1864 toezicht <strong>van</strong> de<br />

zo


Gemeenten op de kerkhoven), zijnde drie parochies,<br />

wordt aangelegd in '1826. <strong>De</strong> eerste begrafenis vindt er<br />

plaats op 1 juni 1828, welke gebeurtenis is afgebeeld<br />

op een schilderij <strong>van</strong> C.C. Huysmans (1832). (Afb.<br />

f rontpagina)<br />

Door de tijd heen is de begraafplaats steeds uitgebreid<br />

tot de om<strong>van</strong>grijke begraafplaats die ze heden is (Afb.<br />

16). Een aantal nieuwe parochies die rond <strong>Breda</strong> ontstaan<br />

na het slechten <strong>van</strong> de wallen begraven hun<br />

doden op Katholiek Zuilen. Echter Ginneken en <strong>Princenhage</strong><br />

hebben eigen begraafplaatsen, waarop men<br />

heden nog begraaft. Er kwomen ook nieuwe begraafplaatsen,<br />

aan de Tilburgseweg (Driesprongkerk) en bij<br />

de Mariakerk (Overakkerstraat). <strong>De</strong> katholieke begraafplaats<br />

wordt uiteindelijk Zuilen genoemd, de Protestante<br />

Haageveld (1 980).<br />

Afb. 16<br />

<strong>De</strong> voorste gedeelten <strong>van</strong> beide begraafplaatsen zijn de<br />

meest interessante. Hier liggen grofweg de oudere graven.<br />

<strong>De</strong>ze dateren nog <strong>van</strong> een tijd dat strenge bepalingen<br />

golden ten aanzien <strong>van</strong> om<strong>van</strong>g, vorm, hoogte,<br />

opschrilt en versiering <strong>van</strong> de graven. Het K.B. <strong>van</strong> 1825<br />

werd in 1869 ver<strong>van</strong>gen door de wet op de lijkbezorging<br />

(48 artikelen), waarin voorschriften waren opgenomen<br />

t.a.v. de ligging <strong>van</strong> de begraafplaats, het aantal in een<br />

stad, de ruiming <strong>van</strong> graven, de vorm <strong>van</strong> de kist en<br />

tijdstip (niet voor 36 uur na het overlijden en niet na vijf<br />

dagen). Een en ander heeft gevolgen voor het aanzicht<br />

<strong>van</strong> de begraafplaatsen. lmmers, men mag niet.?lle<br />

grafvormen bouwen en de begraafplaats moet voldoen<br />

aan bepaalde eisen. Het ontwerpen <strong>van</strong> graven en<br />

begraafplaatsen komt in de belangstelling. Heeft het<br />

ontwerpen <strong>van</strong> praalgraven voorheen in de kerken veel<br />

aandacht gekregen, nu krijgen buitengraven deze aandacht.<br />

Op de begraafplaatsen wordl de natuur aangepast.<br />

Treurbomen, populieren en donker naaldhout zorgen<br />

voor een droevige stemming. L.A. Springer en D.J.<br />

Zocher zijn bekende ontwerpers <strong>van</strong> begraaafplaatsen<br />

waar<strong>van</strong> het werk algemeen wordt nagevolgd. Zuilen<br />

krijgt een strak stramien met <strong>van</strong> lanen en pleintjes en<br />

daarmee een echt Springerkarakter, dat echter in latere<br />

tijd deels werd gewijzigd.<br />

ln Zuid-Europa krijgen begraafplaatsen een martelarenl,ape!.<br />

ln de noordelijke landen is dit een herdenkingskapel,<br />

waarin men een H. Mis kan laten opdragen of de<br />

dode kan opbaren. Op de katholieke begraafplaats<br />

Zuilen verdween rond 1970 helaas de neo-klassicistische<br />

kapel met koepel, die hier in vorige eeuwgebouwd<br />

was. Ze stond aan het einde <strong>van</strong> het laantje dat wij<br />

opkomen wanneer wij de begraafplaats betreden en<br />

was het middelpunt in het aanlegstramien.<br />

Tot ca. 1970 telt de begraafplaats, naast de speciale<br />

locaties voor religieuzen, vier klassen. <strong>De</strong>ze zijn ingedeeld<br />

in velden en/of vakken. <strong>De</strong> eerste klasse omvat<br />

grafkelders, waarin men wordt bijgezet voor onbeperkte<br />

duur. <strong>De</strong> tweede klasse omvat zandgraven voor de duur<br />

<strong>van</strong> 25 jaar, waarna men de bestaande situatie steeds<br />

kan verlengen. <strong>De</strong> derde klasse omvatte zandgraven<br />

voor de duur <strong>van</strong> 15 jaar, de vierde klasse zandgraven<br />

omvat voor de duur <strong>van</strong> 10 jaar. Na 1970 vervalt dit<br />

systeem en worden ook nieuwe graven tussen de oude<br />

gedolven op plaatsen waar deze worden geruimd. Door<br />

het hanteren <strong>van</strong> de klassen ontstaand op de begraafplaats<br />

clusters <strong>van</strong> graven <strong>van</strong> families en personen die<br />

een bepaalde sociaal-maatschappelijke afkomst hadden<br />

of nog hebben. Zowel op de kathotieke als op het<br />

protestante gedeelte vinden wij velden met grafkelders<br />

of individuele zandgraven waarin personen liggen begraven<br />

<strong>van</strong> bekende <strong>Breda</strong>se families. Ook is er een<br />

veld speciaal voor overleden woonwagenbewoners.<br />

Vanal de vorige eeuw maken de graven qua vormgeving<br />

en uitvoering een enorme ontwikkeling door. Hier<strong>van</strong><br />

een overzicht.<br />

<strong>De</strong> stijlontwikkeling der graven.<br />

Aan het einde <strong>van</strong> de 18e eeuw behoort het ontwerpen<br />

<strong>van</strong> graven in Frankrijk tot de belangrijke bezigheden<br />

<strong>van</strong> architecten. Bekende architecten die graven ontwerpen<br />

waren Boull6e en Ledoux. Zijdoen met name<br />

onderzoek <strong>naar</strong> de vormgeving <strong>van</strong> klassieke grafmonumenten<br />

en laten zich er in hun ontwerpen door inspireren.<br />

Dit resulteert in een aantal modelllen die uiteenlopen<br />

<strong>van</strong> de klassieke graftombe met deksel, tot vormen<br />

<strong>van</strong> tempeltjes, steles, obilisken. Dit alles wordt<br />

aangevuld met een scala aan doodssymbolen, zoals<br />

f akkels, zandlopers en doodshoofden. ln de 19e eeuw,<br />

wanneer ook in Engeland en Duitsland weer meer belangstelling<br />

bestaat voor de grafmonumenlen, komt er<br />

verandering in de klassieke modellen. <strong>De</strong> so-ciaalmaatschappelijke<br />

status <strong>van</strong> de overledene wordt belangrijk<br />

hetgeen tot uiting komt in protserige graven met<br />

invloeden <strong>van</strong> allerlei perioden (neo-architectuur), ol in<br />

teksten op de graven. Er wordt g[ewerkt in diverse<br />

materiaalsoorten, maar steeds meer is er zotg voor de<br />

eenheid tussen grafarchitectuur en de omringende natuur.<br />

Witmarmeren graven werden omringd door<br />

donkerbladige struiken of bomen en ijzeren graven door<br />

lichtbladige struiken. Vanaf de 19e eeuw hebben<br />

27


protestanten en katholieken een verschillende voorkeur<br />

voor de grafvormen. ls bij de katholieken het graf met<br />

bed en opstand (meestal met kruis) gewoonte, bij protestanten<br />

is in deze tijd een voorkeur te zien voor een<br />

stdle (alleen standsteen) te zien, welke voorkeur tot op<br />

de dag <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag is blijven bestaan. (Afb. 17)<br />

Afb.18<br />

Afb. 17<br />

Veel protestantse families lieten een grafkelder bouwen,<br />

tenvijl bij katholieken het familiegraf als zandgraf<br />

veelvuldig voorkomt. Het verschiltussen beide uit zich<br />

in de toepassing <strong>van</strong> andere materialen. Katholieken<br />

passen vele soorten natuursteen en marmer toe,<br />

protestanten slechts enkele soorten. Door dit alles is er<br />

een verschil in sfeer en karakter tussen een katholieKe<br />

en een protestantse begraafplaats. Het verschil is duidelijk<br />

te zien wanneer wij het katholieke Zuilen en het<br />

protestante Haagveld met elkaar vergelijken. Op het<br />

katholieke gedeelte komen meer verschillende typen<br />

grafmonumenten en toepassing <strong>van</strong> materialen voor,<br />

teruijl het karakter <strong>van</strong> de vakken soms somber, dan<br />

weer uitbundig is te noemen (velden 25F G enH). (Afb.<br />

1B)<br />

<strong>De</strong> sfeer op de protestante begraafplaats is over het<br />

algeheel somberder en ingetogener, tenvijl het karakter<br />

soberder en plechtstatiger (men hoort ook wel zeggen<br />

"deftiger") is te noemen.<br />

<strong>De</strong> grafvormen.<br />

Vanaf de middeleeuwen is het staande kruis als<br />

grafmonument in zwang gebleven. (Afb' 19) Soms u'(-<br />

gevoerd in hout, maar meestal in steen, kan het kruis<br />

allerlei vormen aannemen.<br />

Naast de kruisgraven zijn in het begin <strong>van</strong> de 19e eeuw<br />

de gralmonumenten geinspireerd in hun vormgeving<br />

door klassieke voorbeelden in de meerderheid. <strong>De</strong>ze<br />

trend was rond 1830, toen Zuilen werd gestlcht, voorbij.<br />

Naast het staande kruis was de meest voorkomende<br />

Afb. 19<br />

grafvorm de liggende grafsteen. Voorbeelden <strong>van</strong> deze<br />

grafvormen zien wij in velden'25A en 40A .(Afb.20)<br />

Een type dat <strong>van</strong>af ca. 1820, na afwezigheid <strong>van</strong> een<br />

eeuw, weer op begraafplaatsen voorkomt is het z.g.<br />

boomkruis. (Afb. 21) Het kruis is gebeeldhouwd als een<br />

boomstam, vaak voorzien <strong>van</strong> een lauwerkrans. Het<br />

boomkruis in deze vorm is ontstaan in de 18e eeuw. <strong>De</strong><br />

symboliek <strong>van</strong> het levende hout <strong>van</strong> het kruis <strong>van</strong> Christus<br />

wordt in dit graftype gecombineerd met dat <strong>van</strong> de<br />

28


vergankelijkheid door het hout in steen te beeldhouwen.<br />

<strong>De</strong> lauwerkrans is het symbool voor de triomf in de<br />

dood. Een aantal voorbeelden <strong>van</strong> dit type grafmonument<br />

vinden wij in de velden 25B en 40C. Het boomkruis<br />

bleef in zwang tot aan de Tweede Wereldoorlog.<br />

Op het gedeelte Haageveld vinden wij het enige ijzeren<br />

grafmonument dat <strong>Breda</strong> rijk is. Het dateert <strong>van</strong> 1831<br />

en werd opgericht voor Cornelis Jan Wouter Nahuys,<br />

heer <strong>van</strong> het landgoed "Burgst" (Haagse Beemden).<br />

(Afb. 22)Het ijzeren grafmonument werd in delen gemaakt<br />

en op de begraafplaats in elkaar gezet.Er zijn<br />

vele vormvariaties, maar die <strong>van</strong> de afgeknotte obilisk<br />

met aldekking waarop een vaas was heel populair.<br />

Afb.20<br />

'"ao<br />

Afb.22<br />

Afb.21<br />

Halveruuege de 19e eeuw komt er weer belangstelling<br />

voor het klassieke grafmodel. Dat geldt aan<strong>van</strong>kelijk<br />

alleen de klassieke Romeinse stdle. Het graf <strong>van</strong> <strong>van</strong><br />

de familie Petit (Vak 25 B) vormt een voorbeeld hier<strong>van</strong>.<br />

(Afb. 23)<strong>De</strong> vormgeving komt al in de '18e eeuw voor.<br />

Het graf <strong>van</strong> de familie Petit dateert <strong>van</strong> 1851/52 en<br />

behoort daarmee tot een <strong>van</strong> de oudste nog aan-wezige<br />

graven op het kerkhof . <strong>De</strong>ze stdle is opgebouwd als een<br />

klassiek graf monument <strong>naar</strong> Romeins model met brede<br />

basis met opstand (standsteen) welke is afgedekt met<br />

29


tombe is omhangen met guirlanders, teruvijl de namen<br />

<strong>van</strong> de personen die hier begraven zijn rondom op de<br />

voet <strong>van</strong> de tombe staan vermeld.<br />

Vanaf ca. 1880 komt ook de afgebroken zuil voor,<br />

symbool voor het (vaak te vroeg) afgebroken leven.<br />

<strong>De</strong>ze aan de klassieke oudheid ontleende vormgeving<br />

was populair in de 1Be en 19e eeuw in landen als<br />

Duitsland en Oostenrijk. Een goed voorbeeld <strong>van</strong> deze<br />

grafvorm op het katholieke gedeelte vinden wij in Vak<br />

40B (familie Tiggeler, 1907). <strong>De</strong>ze grafvorm was bij<br />

protestanten meer in trek dan bij katholieken en bleef<br />

bij hen langere tijd in zwang. Na de Tweede Wereldoorlog<br />

zien wijop Haagveld zelf s varianten ontstaan waarin<br />

het motief <strong>van</strong> de afgebroken zuil op originele wijze<br />

wordt loegepast. Een goed voorbeeld daar<strong>van</strong> vinden<br />

wij in het veld met de gralkelders aansluitend op veld<br />

1A (Afb. 27) Hel graf, ontworpen in 1948, telt twee<br />

afgebroken zuilen met een tussenopbouw. Vanaf ca.<br />

1 880 tot ca. 1 91 0 worden door katholieken zerk en kruis<br />

gecombineerd. (Afb. 28)Hel kruis staat dan op de zerk,<br />

of het wordt in de standsteen gebeiteld. ln veld 25A zien<br />

wij daar<strong>van</strong> voorbeelden. <strong>De</strong> graven zijn voorzien <strong>van</strong><br />

teksten in de vorm <strong>van</strong> naamvermeldingen met data. <strong>De</strong><br />

protestanten houden het in deze tijd bijde eenvoudige<br />

strdle. Veld 1CN op Haagveld geeft hier<strong>van</strong> een goede<br />

indruk. Het zijn staande stenen zondergrafbed (Atb.29)<br />

Soms wordt met een hekwek het graf bed aangegeven.<br />

Afb.23<br />

een frontonmotief . Vermeld zijn de namen <strong>van</strong> de leden<br />

<strong>van</strong> de familie die hier begraven liggen (vijf), omringd<br />

door symbolen. Wij zien klimopbladeren, symbool voor<br />

het lijden en de passie, op de hoeken <strong>van</strong> de steen<br />

eikenbladeren, symbool voor kracht en triomf en rosetten,<br />

symbool voor het nieuwe leven. <strong>De</strong> symbolen zijn<br />

ontleend aan tradities in de Katholieke kerk. Ze komen<br />

vaak voor op glas-in-loodramen en in beeldhouwwerk<br />

op kapitelen en in portalen <strong>van</strong> kerken.<br />

Rond 1880 voegen zich twee nieuwe modellen bij de<br />

klassieke grafontwerpen. Met name bijde protestanten<br />

komen obiliskvormige gralmonumenten voor (Afb. 24),<br />

terwijl tevens de graftombe zijn intrede doet, na bijna<br />

een eeuw uit de belangstelling te zijn geweest. Om zich<br />

bij de ontwerpen te laten inspireren, kijkt men <strong>naar</strong><br />

tombes uit de Renaissance en Klassicistische periode,<br />

die op hun beurt een voorbeeld namen aan tombes uit<br />

de klassieke oudheid. Het graf <strong>van</strong> Th. H. Kessels<br />

(1BgB, Vak 25D) vormt een overgangsmodel. Het heeft<br />

een opstand met boomkruis gecombineerd met een<br />

klassieke tombe, inclusief het motief <strong>van</strong> de gedrapeerde<br />

doek, dit <strong>naar</strong> het voorbeeld <strong>van</strong> 17e en '1Be<br />

eeuwse tombes.fifb. 25) Na ca. 1910 komen steeds<br />

meer tombes met een klassieke vormgeving voor. Een<br />

hoogtepunten in vormgeving en uitvoering is het graf<br />

<strong>van</strong> Alph. Stassen uit 1938 in Vak l}.(Afb. 26) <strong>De</strong><br />

Afb.24<br />

30


Afb.25<br />

Afb.27<br />

ln Veld '1HN zien wij er twee naast elkaar daterend <strong>van</strong><br />

rond 1900.<br />

Afb.26<br />

Opmerkelijk is rond 1BB0 de opkomst <strong>van</strong> de bouw <strong>van</strong><br />

grafkelders. Een eeuw lang was deze vorm <strong>van</strong> begraven<br />

uit de belangstelling geweest. <strong>De</strong>ze vorm <strong>van</strong> begraven<br />

komt veel vaker voor bij protestanten dan bij<br />

katholieken. Grafkelders komen <strong>van</strong>af de ca. 1BB0 voor<br />

(Veld 1 op Haagveld) (Atb. 30) en pas na 1900 (Vetd<br />

40C op Zuilen) op het kathotieke gedeelte. <strong>De</strong> grafkelder<br />

moet niet venvard worden met f amiliegraven. Eerstgenoemden<br />

bestaan uit een gemetselde ondergrondse<br />

kamer waarin de leden <strong>van</strong> een lamilie begraven worden<br />

(in de zijwanden). <strong>De</strong> gratkelder wordt toegedekt<br />

met een grote steen waarop de namen vermeld staan<br />

<strong>van</strong> de personen die er liggen. Het familiegraf is een<br />

zandgraf waarin meerdere personen uit een familie<br />

liggen. Het is beperkter <strong>van</strong> om<strong>van</strong>g dan de grafkelder.<br />

Vaak denkt men door de monumentale afdekking <strong>van</strong><br />

deze graven te maken te hebben met een grafkelder.<br />

Hel voorname uiterlijk <strong>van</strong> grafkelders en familiegraven<br />

komt vooral tot stand door de vaak indrukwekkende<br />

grafstenen met teksten en familiewapens. <strong>De</strong>ze graven<br />

zien er soms uit als echte tombes. Tot de meest voorkomende<br />

symbolen die op deze graven voorkomen<br />

horen het doodshoofd (symbootverganketijkheid) en de<br />

palmtak (symboolzegetocht <strong>naar</strong> rijk der hemelen).<br />

31


I<br />

Veld 25a toont ons globaal hoe rond 1900 het doorsnede<br />

graf voorde tweede en derde klassen werd vorm<br />

gegeven. Het gaat vooral liggende grafstenen in combinatie<br />

met opgerichte kruisen of met een combinatie <strong>van</strong><br />

stdle en kruis. <strong>De</strong> standstenen worden op allerlei manieren<br />

bedindigd. Wijzien recht afgeslolen stenen, stenen<br />

met een klokvormige afsluiting, spitsboogvormige<br />

stenen of combinaties <strong>van</strong> deze vormen met een kruis.<br />

<strong>De</strong> meeste graven in dit veld zijn <strong>van</strong> middenstandsf<br />

amilies uit <strong>Breda</strong>. Evenals in het opvolgende vak<br />

40Azijn de grafstenen en kruisen ontworpen, zonder al<br />

te veel decoratie. Hier en daar wordt een detail als een<br />

palmtak of duif toegevoegd, maar over het algemeen<br />

wordt slechts de naam genoemd <strong>van</strong> de overledenen.<br />

Hierboven genoemde grafontwerpen blijven tot ca.<br />

1930 naast elkaar bestaan. Slechts een enkele maal<br />

wijkt iemand af <strong>van</strong> het bestaande patroon. Zo vinden<br />

wij in vak 25A een gral uit 1917 (A.A.D. Kleijmans)<br />

waarop wij twee uit stucwerk vervaardigde in elkaar<br />

geslagen handen zien, symbool voor het leven nu en<br />

het leven in het hiernamaals.<br />

,<br />

@,,<br />

":'<br />

?".,<br />

Afb.28<br />

Afb.30<br />

Afb.29<br />

Tot de uitzonderlijke grafmonumenten die men in deze<br />

tijd op het kerkhoven vindt, is die <strong>van</strong> het lerse kruis. ln<br />

het Vak 25H zien wij in het graf <strong>van</strong> de familie Grooten<br />

uit 1936 hier<strong>van</strong> een voorbeeld. Het lerse kruis is in feite<br />

een kruis omgeven door een stralengloed, welk lhema<br />

doorde eeuwen heen gestyleerd werd weergegeven. ln<br />

latere tijd zou uit deze kruisvorm de grafsteen ontstaan<br />

waar<strong>van</strong> slechts de bovenzijde gebeeldhouwd is in de<br />

contouren <strong>van</strong> een lers kruis. ln het centrum <strong>van</strong> het<br />

kruis is dan een Christuskop aangebracht.<br />

Een andere bijzondere vorm <strong>van</strong> Eraf monument vinden<br />

wij in de trommelgraven. Ze bestaan uit een ronde of<br />

ovale ijzeren doos met glas ervoor. (Afb. 31 )ln de doos<br />

worden bloemen, een naamplaquette en een foto <strong>van</strong><br />

de overledenen getoont . <strong>De</strong>ze grafvorm, ontleend aan<br />

militaire graven in Frankrijk en Belgi6 <strong>van</strong> na de Eerste<br />

Wereldoorlog, komt in <strong>Breda</strong> voor <strong>van</strong>af ca. 1920 tot na<br />

32


ca. 1930 zien wij de stijl toegepast in graf monumenten,<br />

gecombineerd met een Afi-D6co-vormgeving in de<br />

toegepaste kunsten (plaquettes, beeldhouwwerk). Een<br />

bijzonder mooi voorbeeld op Zuilen vormt het graf <strong>van</strong><br />

de familie <strong>van</strong> Aalst uit 1932 (Veld 25C).(Afb. 34)Het<br />

heeft een opbouw in de vorm <strong>van</strong> een gemetselde<br />

spitsboog op een breed gemetselde voet. Het hoge<br />

standgedeelte, heeft een verdiept binnenveld waarin<br />

een bronzen plaquette met het portret <strong>van</strong> de overledene<br />

als memorie-element (uitgevoerd door de beeldhouwer<br />

Gerard <strong>van</strong> Aalst). <strong>De</strong> bakstenen opbouw en de<br />

plaquette zijn uitgevoerd in Art-D6costijl. <strong>De</strong> naast elkaar<br />

liggende graven <strong>van</strong> Petrus Pennen (Veld 25B) en<br />

Wilhelm <strong>van</strong> Spronsen uit 1938 zijn tevens goede voorbeelden<br />

<strong>van</strong> deze ontwikkeling . (Afb. 35) ln de opbouw<br />

<strong>van</strong> de graven is witte en groene geglazuurde baksteen<br />

toegepast. <strong>De</strong>ze graven zijn verri.ikt met voorstellingen<br />

<strong>van</strong> Joop Bonsel, uitgevoerd in terracotta in Art-D6costijl<br />

(Christuskop met doornenkroon en engel als orante<br />

(biddende tiguur)).<br />

rliiitit<br />

?:jlzi :.1t:: I<br />

Na ca. 1940 doet de invloed <strong>van</strong> de <strong>De</strong>lftse Schoolstijl<br />

zich steeds nadrukkelijker gelden. Het Art-D6co-etement<br />

verdwijnt, om plaats te maken voor meer details<br />

ontleend aan de klassieke oudheid. <strong>De</strong> begraafplaats<br />

de Tweede Wereldoorlog en was bij Protestanten veel<br />

meer in zwang dan bij katholieken.<br />

Vanaf ca. 1920 worden de ontwerpen <strong>van</strong> graven mode<br />

gevoelig, d.w.z. steeds vaker komen profane invoeden<br />

voor. Wanneer de Expressionistische bouwtrant <strong>van</strong><br />

Amsterdamse School in zwang is en in de toegepaste<br />

kunsten de Art-D6costijlzijn intrede doet, is de invloed<br />

<strong>van</strong> deze ontwerpstijlen ook waar te nemen in de ontwerpen<br />

<strong>van</strong> graven. <strong>De</strong> standsteen wordt niet alleen<br />

meer rond ol met een spitsboog afgesloten, maar nu<br />

doet ook de keperboog zijn intrede, terwijl het beeldhouwwerk<br />

op de steen in Art-D6costijlwordt uitgevoerd.<br />

(Afb.32) Parallel hieraan zien wij ook invloed <strong>van</strong> de<br />

Nieuwe Zakelijkheid. Een en ander levert een merkwaardige,<br />

maar in vormgeving bijzondere combinatie<br />

<strong>van</strong> vormen op. Het graf <strong>van</strong> C.A. Rhee uil1930 (Afb.<br />

33l is voor <strong>Breda</strong> uitzonderlijk te noemen. Het is een<br />

<strong>van</strong> de weinige voorbeelden <strong>van</strong> deze stijlmengeling.<br />

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de opstand<br />

hagelwit zou worden, maar door de sterk afwijkende<br />

kleur temidden <strong>van</strong> de natuurstenen graven werd dit<br />

achterwege gelaten. Slechts de plaat met naamsvermelding<br />

werd in witmarmer uitgevoerd,<br />

Rond 1930 viert in de profane architectuur de lnterbellumstijl<br />

hoogtij. <strong>De</strong> invloed <strong>van</strong> deze strenge baksteenbcuw,<br />

voor een deelvoorlkomend uit de Amsterdamse<br />

Schoolstijl, doet zich gelden in de grafontwerpen. Vanaf<br />

Afb.32<br />

33


ealistische vormen <strong>van</strong> voor de oorlog worden beinvloed<br />

door het werk <strong>van</strong> Charles Eyck en generatiegenoten<br />

en maken plaats voor een scherpere tekening,<br />

die uiteindelijk zal uitmonden in de weergave <strong>van</strong> tijdloos<br />

aandoende gestyleerde figuren. Aan de vormgeving<br />

<strong>van</strong> deze graven is bijzonder veel aandacht besteed.<br />

Ook nu zijn er uitzonderingen. ln de Velden 40C en 25B<br />

vinden wij graven uit 1944 en 1945, die bestaan uit een<br />

stenen kruis waar<strong>van</strong> het ontwerp is gelnspireerd door<br />

Vroeg Christelijke afbeeldingen. (Afb. 37) ln het centrum<br />

<strong>van</strong> het kruis is de Verrijzende Christus weergegeven,<br />

terwijlde albeelding wordt omgeven door Christus<br />

monogrammen of door eikenbladeren (symbool voor<br />

kracht en triomf).<br />

Na 1960 komen steeds meerverschillende grafvormen<br />

voor, gecombineerd met andere materialen dan natuursteen<br />

en baksteen. Daar<strong>van</strong> zijn enkele traditioneel,<br />

zoals het Lotharings- of lerse kruis, maar ook komen<br />

vormen voor die eenmalig zijn. <strong>De</strong> klassieke symbolen<br />

voor de dood worden steeds vaker ver<strong>van</strong>gen door<br />

eigen toevoegingen. Zo komen graven voorwaarop een<br />

liels (Afb. 3B), een motor of een palet met verfkwast is<br />

Afb.33<br />

kent goede voorbeelden <strong>van</strong> deze ontwikkeling. ln veld<br />

40B heeft een bakstenen graf uit 1938 de vorm gekregen<br />

<strong>van</strong> twee tegen elkaar geplaatste verjongende<br />

steunberen. Erin is een spitsboogvormige nis aangebracht<br />

waarin een terracotta plaquette met een afbeelding<br />

<strong>van</strong> het H. Kruis <strong>van</strong> G. <strong>van</strong> Bijsterveld. ln Vak 25A<br />

is het graf voor A. Blomsath uit 1942, uitgevoerd is als<br />

een klassiek aandoend tempeltje. Vlakbij liggen nog<br />

twee bakstenen graven, die alle stijlelementen bevatten<br />

die dit soort graven bezitten (beide 1 940). (Afb. 36)Een<br />

bevat een terracotta plaquette met de afbeelding <strong>van</strong> de<br />

H. Theresia die rozen plukt, het andere graf heeft een<br />

bakstenen opbouw dat is algedekt met een gemetseld<br />

frontonmotief . ln het verdiepte binnenveld is een terracotta<br />

plaquette met de afbeelding <strong>van</strong> de Verrijzende<br />

Christus aangebracht.<br />

Nade Tweede Wereldoorlog krijgen de baksteengraven<br />

een vrijere vormgeving. In Veld 40D zien wij het bakstenen<br />

graf <strong>van</strong> J.H. Touw uit 1950 <strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong><br />

Wim Harzing, waar<strong>van</strong> delen uitgevoerd in geglazuurde<br />

terracotta en voorzien <strong>van</strong> een medaillon met de afbeelding<br />

<strong>van</strong> het Kruis en de Verrijzende Christus. <strong>De</strong><br />

;",<br />

n',<br />

#A<br />

"'"w ,..,"<br />

"-:<br />

wi;1p<br />

Afb.34<br />

34


afgebeeld. <strong>De</strong>ze af beeldingen zeggen iets over de overledenen<br />

of vertellen hoe deze is gestorven. Dit soort<br />

sociaal-maatschappelijke venvijzingen vinden wij wijdverbreid<br />

over de nieuwe delen <strong>van</strong> de begraafplaats.<br />

Afb.35<br />

Op het voorste gedeelte <strong>van</strong> de begraafplaats lagen<br />

aan<strong>van</strong>kelijk niet veel moderne graven. Doordat graven<br />

geruimd wordem en ver<strong>van</strong>gen worden komen <strong>van</strong>af<br />

ca. 1970 ook moderne graven voor. Een er<strong>van</strong> is zeer<br />

representatief voor de moderne tijd. Het graf voor de<br />

overleden Ger in Vak 258 bestaat uit een roestvrije<br />

sarcofaag met als afdekking een spiegel in een witte<br />

lijsl. (Afb. 39) Op de spiegel is een witte dui, afgebeetd<br />

(deze wiekt in de lucht die weerspiegetd wordt). Op de<br />

witte lijst rond de spiegelzijn witgeschilderde terracotta<br />

schorpioenen aangebracht. Het graf heeft niet alleen<br />

een afwijkend materiaal gebruik, maar vooral een<br />

persoonlijke toepassing <strong>van</strong> symbolen.<br />

Afb.36<br />

Afb.38<br />

Afb.37<br />

Atb.39<br />

35


S,el$$ , N*{$:s<br />

:\<br />

N$N<br />

Markt <strong>Princenhage</strong>, ca. 1914<br />

<strong>De</strong> Haagse Markt en de Dreef.<br />

<strong>Princenhage</strong> (toen Mertersem en later Hage geheten)<br />

wordt voor het eerst officieelgenoemd in een akte <strong>van</strong><br />

'1<br />

198. Hoe de bebouwing en stratenloop er toen uit zag<br />

is niet bekend, maar het zal een bescheiden boerensamenleving<br />

zijn geweest die woonde in houten boerderijen<br />

gelegen langs zandpaden rondom een klein kerkgebouw.<br />

Van de Haagse Markt is dan nog geen sprake.<br />

ln 1261 werd deze kapel tot "halve kerk" (bijna parochiekerk)<br />

verheven en in 1316 tot een echte parochiekerk.<br />

ln 1328 bestuurt Hage zichzelf , het had een<br />

eigen bestuur en Heilog Jan lll richt er een schepenbank<br />

op voor het uitoef enen <strong>van</strong> een eigen rechtspraak.<br />

Bekend is dat deze rechtspraak plaatsvond onder de<br />

lindebomen op het plein voor de kerk. Was dit het begin<br />

<strong>van</strong> de Haagse Markt ?<br />

Wij zien dan de Haagse Markt ontstaan in de de loop<br />

<strong>van</strong> de 15e en 16e eeuw uit de verbreding, gelegen ter<br />

hoogte <strong>van</strong> de kerk in de doorlopende straat <strong>van</strong> <strong>Breda</strong><br />

<strong>naar</strong> Bergen op Zoom. Langs de weg vindt men strokenverkaveling,<br />

maar ook nu weten wij weinig over de<br />

bebouwing die hier stond. <strong>De</strong> oudst bekende af beelding<br />

<strong>van</strong> de Haagse Markt dateert <strong>van</strong> 1624 (teke<strong>naar</strong> onbekend)<br />

en toont ons een blik <strong>van</strong>af de Haagweg waat ze<br />

zich verbreed in westelijke richting. (Afb. 40)<br />

" :.i.;Wts<br />

'*, -.'io*;o-'<br />

Afb.40, Oudst bekende tekening dorpskom <strong>Princenhage</strong>,<br />

1 624<br />

36


*<br />

llr<br />

{<br />

<strong>De</strong> meeste huizen tellen 66n bouwlaag, maar op de<br />

voorgrond hebben ze twee bouwlagen met zadeldaken.<br />

iVat opvalt is, dat op de albeelding de kerk niet voorkomt.<br />

<strong>De</strong>ze werd <strong>van</strong>af 1490 vernieuwd. ln 1499 was<br />

het koor gereed en in 1564 de gehele kerk op de toren<br />

na (de toren werd 1650 en 1666 vernieuwd en verhoogd).<br />

Voor het ontstaan <strong>van</strong> de Haagse Markt in haar huidige<br />

vorm zijn de ontwikkelingen in het eerste kwart <strong>van</strong> de<br />

'16e eeuw belangrijk. ln deze tijd wordt midden in de<br />

wegverbreding een huis gebouwd <strong>De</strong> Vier Heemskinderen<br />

genaamd, met de gevel <strong>naar</strong> de Haagweg en dat<br />

dus aan beide kanten nog kon worden gepasseerd.<br />

Hierdoor ontstaat een plein met een westwand, die<br />

korte tijd daarna Plaetse of Plaatse wordt genoemd.<br />

Bekend is dat aan dit plein in 1518 Het Floode Hert wordt<br />

gevestigd en dat op de locatie waar heden Nouwens<br />

gevestigd is in deze tijd de herberg de Zwaan te vinden<br />

rs. <strong>De</strong> nieuwe situatie is op een plattegrond <strong>van</strong> rond<br />

1650 goed is te zien. (Kaaft X) .<br />

iI\CF<br />

l{.,<br />

.;Srzr<br />

-_l-E. Q-^<br />

}-?<br />

Kaart X, Dorpskom HAGE 1650-1750<br />

<strong>De</strong> kadasterkaart uit 1832 toont ons de bebouwing <strong>van</strong><br />

het dorp op dat moment. (Kaart Xl) ln de loop <strong>van</strong> de<br />

19e eeuw breidt de bebouwing zich uit langs de Haaga<br />

u-J<br />

--J- 1)<br />

a<br />

ge en kan worden begonnen met de wederopbouw <strong>van</strong><br />

de vernielde huizen en boerderijen.<br />

ln 1646 wordt de Dreef door Prins Wllem ll, baron <strong>van</strong><br />

<strong>Breda</strong>, in zijn huidige loop aangelegd (deels nieuw,<br />

deels een verbreding) als een grote doorgaande weg<br />

<strong>van</strong> Prinsenhage <strong>naar</strong> het Mastbos (1744-57 Weg <strong>naar</strong><br />

het Mastbosch, 1777 Mastboschweg en <strong>van</strong>af 1907<br />

Dreel genaamd). Extra lichtpunt bij de aanteg <strong>van</strong> de<br />

straat is de bouw <strong>van</strong> een dorpsschool, die in 179'l<br />

verplaatst zou worden <strong>naar</strong> een bijgebouw <strong>van</strong> de St.<br />

Martinuskerk.<br />

Gedurende de 17e en 1Be eeuw ontwikkelt de bebouwing<br />

zich nauwelijks. Slechts rond de kerk en aan de<br />

toevoerwegen <strong>naar</strong> de Haagse Markt staan wat huizen<br />

en boerderijen met schuren. Belangrijkste gebouwen<br />

die in deze tijd worden gerealiseerd zijn een schuurkerk<br />

voor de katholieken (rond 1 640) en het stadhuis (1792).<br />

Het pand wordt gebouwd <strong>naar</strong> het voorbeeld en onder<br />

invloed <strong>van</strong> de administratieve wetgeving in de Franse<br />

Republiek, die echter pas in 1795 na de komst <strong>van</strong> de<br />

Fransen in praktijk zou worden gebracht. <strong>De</strong> Haagse<br />

Markt gaat opnieuw roerige tijden tegemoet. Op 1B<br />

februari 1793 trekt het Franse leger <strong>Princenhage</strong> binnen.<br />

Het dorps bestuur krijgt opdracht te zorgen voor<br />

voedsel en onderdak <strong>van</strong> 7000 soldaten (<strong>Princenhage</strong><br />

telde toen zelf slechts 3700 inwoners !). <strong>De</strong> soldaten,<br />

voor een groot deel ondergebracht in de kerk, richtten<br />

daar veel schade aan. Op de Haagse Markt verschijnt<br />

een vrijheidsboom. Eind februari vertrekken ze met<br />

F. 12.500,-, geplukt <strong>van</strong> de dorpsbevolking, en de twee<br />

brandspuiten <strong>van</strong> het dorp. <strong>De</strong> vrijheidsboom wordt kort<br />

daarop door Hollandse soldaten onder leiding <strong>van</strong> stadhouder<br />

Willem V omgezaagd. ln 1794 zijn de Fransen<br />

weer terug en zouden er blijven er tot 25 december<br />

1913. ln deze mag <strong>Princenhage</strong> voor het eerst zijn eigen<br />

bestuurders kiezen, teruuijlde schepenen niet meerdoor<br />

de Baron <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> benoemd worden. Er wordt een<br />

burgelijke stand ingevoerd, er komt dienstplicht en het<br />

ondenvijs zal worden verbeterd. <strong>De</strong> administratieve<br />

diensten komen in het stadhuis aan de Haagse Markt.<br />

Aan het begin <strong>van</strong> de 19e eeuw zijn alleen de Haagse<br />

Markt, de Liesboschstraat tot aan de Koe, de Heilaarstraat,<br />

het smalle stukje Haagweg tot aan Huis Mertersem<br />

en de Dreef tot aan de Doelen bebouwd.<br />

Wanneer de katholieken, onder invloed <strong>van</strong> de<br />

godsdienstvrijheid die de Fransen hebben ingevoerd, in<br />

1801 de St. Martinuskerk weer in gebruik nemen, moeten<br />

de Protestanten uitkijken <strong>naar</strong> een nieuw godshuis.<br />

Er komt een nieuw kerkgebouw, dat met hulp <strong>van</strong><br />

Koning Willem I in 1819 aan de Dreef wordt gebouwd.<br />

Naast de woning <strong>van</strong> de predikant verrijst de Johanneskerk<br />

uitgevoerd in Waterstaatsstijl. <strong>De</strong>ze neo-klassicistischestijl<br />

wordt zo genoemd omdat ze ontworpen<br />

werd door ingenieurs <strong>van</strong> Rijkswaterstaat.<br />

Wanneer in 1566 de Tachtigjarige oorlog uitbreekt is<br />

<strong>Princenhage</strong> een welvarend dorp met een nieuwe kerk.<br />

ln 1573 wordt het interieur <strong>van</strong> de kerk door Geuzen<br />

vernield, terwijl het dorp wordt geplunderd. ln de tijd<br />

erna zouden Spaanse en Hollandse soldaten elkaar<br />

regelmatig afwisselen en steeds voor overlast zorgen,<br />

met als hoogtepunt de ellende die ontstaat na het<br />

innemen <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> in 1590 met het Tudschip (zware<br />

oorlogsbelasting, veel schade en vluchtelingen). Met<br />

name de kerk heeft in deze tijd veelte lijden. En alsof<br />

alle oorlogsellende in die jaren niet genoeg is bezoekt<br />

tussen 1603 en 1605 ook de pest nog het dorp, waardoor<br />

een aantal burgers <strong>van</strong> het dorp sterft. ln 1625<br />

wanneer op 5 juni <strong>van</strong> dat jaar <strong>Breda</strong> in Spaanse<br />

handen is gevallen, staat door de gevechten die zich<br />

afspelen in en rond het kamp Ysenburg bij <strong>Princenhage</strong><br />

in het dorp haast geen huis meer overeind. Pas wanneer<br />

Prins Frederik Hendrik op 1 1 oktober 1 637 het dorp<br />

binnentrekt zal het voorgoed rustig blijven in Princenhacl


I<br />

:,,<br />

)rY",,4,h,<br />

vAf )t )t 1<br />

ffig<br />

Wanneer er in 1B9B een herinneringsteken voor de<br />

troonsbestijging <strong>van</strong> koningin Wilhelmina wordt opgericht<br />

krijgt dit een plaats op de Haagse Markt voor het<br />

stadhuis. Later, wanneer <strong>Princenhage</strong> wordt ingesloten<br />

door nieuwe wijken <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> zou de herdenkingsnaald<br />

verplaatst worden <strong>naar</strong> het Heuvelplein.<br />

Aan de noordzijde <strong>van</strong> de Haagse Markt lag tot en met<br />

1971 de Heilaarstraat. (Afb. 40 C) <strong>De</strong>ze werd toen<br />

geheel afgebroken en ver<strong>van</strong>gen door de Pastoor<strong>van</strong><br />

Spaandonkstraat. In 1650 kwam de Heilaarstraat nog<br />

uit op de weg <strong>naar</strong> het Liesbosch en was toen niet<br />

bebouwd. ln 1824 zien wij haar uitkomen op de Haagse<br />

Markt en werd toen Kerkweg of Kerkstraat genoemd, dit<br />

<strong>naar</strong> de schuurkerk die hier stond. Pas in 1907 werd het<br />

Heilaarstraat en daarna de huidige naam. <strong>De</strong> aansluiting<br />

op de Haagse Markt bleef in latere tijd ongewijzigd,<br />

zij het dat de straat nu veel breder is dan vroeger, omdat<br />

hier een cal6 werd gesloopt.<br />

Kaart Xl, eerste kadastrale kaart <strong>van</strong> de kom <strong>van</strong><br />

<strong>Princenhage</strong>, 1832<br />

weg (villa's en burgerwoningen, de Dreef (burgenaroningen)<br />

en Liesboschlaan richting Liesbosch. Langs de<br />

Heilaarstraat (bijvoorbeeld de zogenaamde Tien Geboden),<br />

delen <strong>van</strong> de Dreef en de Mastboschstraat worden<br />

arbeidershuizen gebouwd. Het laatste stukje Haagweg,<br />

voorheen Voorstraat genaamd) ontwikkelt zich tot de<br />

winkelstraat<strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong>. (Afb.40 A) Aan de eclectische-,<br />

neo-renaissance- en door Art-Nouveaustijl benvloede<br />

gevels en houten winkelpuien is te zien dat dit<br />

gebeurde <strong>van</strong>af circa 1880. Na een brand in de kerk in<br />

1873 wordt deze door P.J.H. Cuypers gerestaureerd en<br />

krijgt ze haar huidige vorm. Met name de markanfe<br />

toren met hoektorentjes domineert het dorpsbeeld. Het<br />

dorp blijft echter beperkt <strong>van</strong> om<strong>van</strong>g en de marktplaats<br />

het onbetwiste centrum. ln 1BB1 krijgt het dorp een heus<br />

postkantoor. Het wordt gebouwd aan de Dreef B <strong>naar</strong><br />

het ontwerp <strong>van</strong> de architect J. Lijdsman.<br />

Rondom de oude dorpskern <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> is met<br />

name na 1970 de situatie ingrijpend gewijzigd. Nieuwe<br />

wegen werden aangelegd en de oude kern werd omsloten<br />

door nieuwe wijken. <strong>De</strong> Haagse Markt en omliggende<br />

straten zouden hun vorm behouden. Al veranderde<br />

door de tijd heen een deel<strong>van</strong> de bebouwing rond het<br />

plein en aan deze straten, de oude kern bezit tal<br />

monumenten en beeldbepalende panden. Om deze<br />

reden is het zeer aanbevelenswaardig de kern <strong>van</strong> het<br />

voormalige dorp tot beschermd dorpsgezicht te verklaren.<br />

I<br />

I<br />

Afb.4A A, Voorstraat <strong>Princenhage</strong><br />

Afb. 40 C, Markt <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong><br />

38


DE WANDELTOCHT.<br />

Een wandeling over de Haagdijk.<br />

Aan het begin <strong>van</strong> de Haagdijk lag tot 1942 een brug<br />

over de Mark. ln dat jaar werd de rivier op dit punt<br />

gedempt. <strong>De</strong> brug verdween en over de loop er<strong>van</strong> werd<br />

in zuidelijke richting de Markendaalseweg aangelegd.<br />

<strong>De</strong> Haven werd pas gedempt in 1964. Staande voor het<br />

pand <strong>De</strong> Trapkes tegenover het begin <strong>van</strong> de Haagdijk<br />

(einde Tolbrugstraat ter hoogte <strong>van</strong> de voormalige 13e<br />

eeuwse stadspoort (zie aftekening in het plaveisel), kunt<br />

U beschreven situatie goed overzien. <strong>De</strong> entree tot de<br />

Haagdijkwerd doorde tijd heen grondig gewijzigd. (Afb.<br />

41) Aan de zuidzijde (links)werd het hoekpand Haagdijk<br />

1-la in 1990 herbouwd tezamen met Haagdijk 3<br />

<strong>naar</strong> een ontwerp <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se architect F. Jacobs.<br />

Alleen de lijstgevel, daterend <strong>van</strong> 1871, werd gerestaureerd,<br />

inclusief de afsluitende kroonlijst op consoles<br />

(fries). <strong>De</strong> houten winkelpui werd toegevoegd na een<br />

vergroting <strong>van</strong> de vorige winkel in 1906. <strong>De</strong>ze bevat alle<br />

stijlkenmerken (hoofdgestel, pilasters, consoles, etc.)<br />

die men rond 1900 aan een monumentale houten winkelpui<br />

stelde. Naast het hoekpand aan de noordzijde<br />

ziet U het pand Prinsenkade 2, een <strong>van</strong> de mooiste<br />

Art-Nouveaugevels die <strong>Breda</strong> bezil. Ze werd 1902 gebouwd<br />

<strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se architecten<br />

P.A. Oomes en L. <strong>van</strong> de Pas.<br />

klassicistische gevel werd vroeger bekroond door een<br />

f ronton. ln 1928 werd no. 10 verbouwd en kreeg het een<br />

nieuwe gevel in lnterbellumstijl. Aan no.12is nog te zien<br />

hoe de oude situatie eruit zag. Het huis dateert <strong>van</strong> de<br />

17e (fundamenten en kern) en 18e eeuw. <strong>De</strong> g'evel<br />

kreeg in de eerste helft <strong>van</strong> de 19e eeuw haar huidige<br />

vorm, tenruijl aan de achterzijde delen werden aangebouwd.<br />

Aan de achtezijde zijn de brouwerijgebouwen<br />

nog duidelijk herkenbaar.<br />

<strong>De</strong> Haagdijk maakt aan het begin een bocht <strong>naar</strong> links.<br />

t<br />

T<br />

Afb.42<br />

Afb.41<br />

Haagdijk no. 6 is als winkel/woonhuis ontstaan rond<br />

1890. Het voorste gedeelte <strong>van</strong> het oude huis (17e en<br />

1Be eeuw) werd afgebroken en een nieuw met winkelruimte<br />

ervoor geplaatst. <strong>De</strong> begane grond werd verbouwd.<br />

<strong>De</strong> gepleisterde bovengevel is straatbeeldtyperend<br />

voor de Haagdijk.<br />

Haagdijk 10-12. (Alb. 42) Eens vormden deze panden<br />

het pand <strong>van</strong> de brouwerij Het Anker <strong>De</strong> oorspronkelijk<br />

Het rijksmonument Haagdijk 11, gelegen tegenover no.<br />

10-12, heet <strong>De</strong> Roy Scheir en dateert <strong>van</strong> het begin <strong>van</strong><br />

de 17e eeuw. Het pand heeft een witgeverfde trapgevel<br />

welke wordt bekroond door een pijnappel. <strong>De</strong> gevel<br />

bevat vier lelieankers die illustratief zijn voorde decoratieve<br />

wijze waarop ankers tijdens de eerste helft <strong>van</strong> de<br />

17e eeuw werden toegepast. Bekend uit een <strong>van</strong> de<br />

schrijverijen <strong>van</strong> de toenmalige eige<strong>naar</strong> <strong>van</strong> het huis<br />

werd de witle verf op de gevel in '1806 aangebracht<br />

onder invloed <strong>van</strong> de Franse mode gevels te stucen of<br />

wit te schilderen. <strong>De</strong> luiken met zandlopermotief zijn<br />

vernieuwd.<br />

39


I<br />

Haagdijk 5, 9 en 15-15a en 16 ziin voorbeelden <strong>van</strong><br />

ectectis-cne gevels ontstaan aan het einde <strong>van</strong> de 19e<br />

eeuw toen de Haagdilk veranderde <strong>van</strong> woon- tot winkelstraat.<br />

Haagdijk 15'15a is in de kern een 18e eeuws<br />

huis met oudere-fundamenten. Rond 1895 werd de<br />

gevel gewijzigd waarlcij de houten wink-elpui op natuuritenen<br />

ptint werd aangebrachl. (Afb. 43)Ze is vervaardigd<br />

<strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se timmerman J' de<br />

Kinter (vergelijk Haagdijk 1-1a). Een hoge kroonlijst<br />

sluit de gevel af. Ze is uitgevoerd in stuc en wordt<br />

opgedeeld door rijk uitgewerkte consoles/gootsteunen'<br />

nenstad, in de 17e eeuw in de Hollandse Renaissancestijl<br />

werden gebouwd (vergeli jk Haagdijk 7 4-7 6-7 8, T o'<br />

renstraat 1 , Havermarkt 21 en Grote Markt 61). <strong>De</strong> gevel<br />

is rijk uitgevoerd met waterlijsten, twee natuurstenen<br />

medaillons, geprofileerde (toog)lijsten, boogvelden gevuld<br />

met driepassen en riik uitgewerkte muurankers in<br />

de vorm <strong>van</strong> krulankers. <strong>De</strong> gevelwordt bekroond door<br />

een overhoeks geplaatste zuil, ook wel toppilaster genaamd.<br />

ln 1921 werd ze gerestaureerd doorde <strong>Breda</strong>se<br />

architect Frans Mol. Op de begane grond werd toen de<br />

quasie middeleeuwse winkelpui aangebracht, die heden<br />

een aardig document vormt <strong>van</strong> de romantische<br />

restauratieopvattingen <strong>van</strong> de Rijksdienst voor de<br />

Monumentenzorg en <strong>van</strong> de architect tijdens het lnterbellum.<br />

I<br />

I<br />

l<br />

'i,fffi!ffiiijt<br />

Afb.43<br />

Haagdiik 1 8-18a is een rijksmonum.ent' Het 17e eeuwr.<br />

nIi. nuO oorspronkelijk kruiskozijnen' <strong>De</strong> achtergeu.f<br />

it nog oorspronkelijk. be f rontgevel, opgetrokken uit<br />

g.t. tJti.ttteentjes werd eind 19e eeuw gewijzigd toen<br />

6p de Oegane grond een winkelwerd ingericht'<br />

Haagdijk 22'22a,Het Swart Lam genaamd of zoals de<br />

g.r.j iii;.n retme tdt "VAN OU DS T SWART SCHAEP"'<br />

i, ..n run de mooiste gevels aan de Haagdijk' (Afb 4!)<br />

5. g.r.r vin rret rijkimonument past in een reeks<br />

trupg.".ia uan panden, die, verspreid over de bin-<br />

Afb.44.<br />

Haagdiik 21 werd in 1886 gedeeltelijk herbouwd (kelder<br />

17e in 1Be eeuw, gevel langs Rozemariinstraat 1Be<br />

eeuw), waarbij werd ingespeeld op de ligging op een<br />

hoek.'<strong>De</strong> ecleitische gevel, heden witgesausd, werd op<br />

de hoek afgeschuind en voorzien <strong>van</strong> een erker' ln<br />

1909-10 krJeg de winkel een nieuwe pui waar<strong>van</strong> de<br />

vormgeving nog wortelt in de Art-Nouveau, maarwaarin<br />

40


t<br />

il<br />

de symmetrische patronen <strong>van</strong> de gekleurde tegels de<br />

Art-D6costijl (rood en zwart) zich al aandkondigen.<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> minder geslaagde nieuwbouw zijn de<br />

panden Haagdijk 24 en37. Ondanks een historiserend<br />

karakter is de kwaliteit <strong>van</strong> de architectuur in vormgeving,<br />

detaillering en uitvoering beneden de maat. Dat<br />

het mogelijk is tussen oude bebouwing moderne architectuur<br />

te plegen die i.n harmonie is met de omgeving,<br />

bewijst de gevel <strong>van</strong> Haagdijk 35. (Afb. 45) Ze is<br />

gebouwd in 1988 <strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> het <strong>Breda</strong>se<br />

architectenbureau Hoytema, Stoelinga, Margry bv. <strong>De</strong><br />

gevel is zorgvuldig gecomponeerd en ingepast in het<br />

gevelritme <strong>van</strong> de Haagdijk. Hierdoor past ze, ondanks<br />

haarom<strong>van</strong>g, een afwijkend materiaalgebruik en ongewone<br />

kleurstelling, goed in de gevelwand.<br />

Afb.45<br />

t,<br />

-W;<br />

,./ @r ,'./,,':<br />

i;ffi w%<br />

Haagdijk 39 (gevel 1868-69, kern 17e-18e eeuw),48<br />

(gevel ca. 1900, kern 17e en 1Be eeuw) en 54 (gevel<br />

ca. 1880, kern 1Be eeuw) zijn voorbeelden <strong>van</strong> panden<br />

die in de tweede helft <strong>van</strong> de 19e eeuw werden verbouwd<br />

<strong>van</strong> woon- tot winkelhuis.<br />

Dat historiserend bouwen geen garantie hoeft te zijn<br />

voor een goede invulling bewijst ook Haagdijk 45. Dit<br />

pand met een kern uit de 17e en 18e eeuw, kreeg in<br />

1988 een nieuwe frontgevel met een "Oud Hollands"<br />

karakter (refererend aan de Hollandse Renaissancesrijl).<br />

Tussen de no's 39 en 45 ligt een poort die voorheen<br />

toegang gaf tot een hofje met vier huisjes. Ook naast<br />

no. 48 ligt een poort, waarin oorspronkelijk vier huisjes<br />

stonden. <strong>De</strong>ze poort geeft ons de gelegenheid de zijgevel<br />

<strong>van</strong> no. 48 te bekijken. Aan het mestselwerk is te<br />

zien dat het pand <strong>naar</strong> achteren toe driemaal werd<br />

uitgebouwd. Ook het verhogen <strong>van</strong> <strong>van</strong> het pand met<br />

een tweede etage is goed waar te nemen.<br />

<strong>De</strong> winkelpui <strong>van</strong> no. 54 (ontwerper onbekend) is uitgevoerd<br />

in Art-D6costijl (1928). Het glas-in-tood in de pui<br />

werd ontworpen door het glazeniersatelier Fa. Bogtman<br />

in Haarlem.<br />

Op deze plaats is het moment te wijzen op de brandgangen<br />

tussen de panden. Vanaf de 16e eeuwworden<br />

ze aangelegd en bleven in het bebouwingsweefsel<strong>van</strong><br />

de Haagdijk tot op heden bewaard. Tussen de no's<br />

50-52 ziet u een voorbeeld hier<strong>van</strong>.<br />

Dat een gevelwand verpest kan worden ziet u aan<br />

Haagdijk 5B-58a, 62-62a. <strong>De</strong> gevel <strong>van</strong> no. 60 werd in<br />

ca. 1885 verbouwd en in ca. 1905 verrijkt met een<br />

winkelpui in Art-Nouveaustijl.<br />

Tot de mooiste gevels op de Haagdijk behoren die <strong>van</strong><br />

de rijksmonumenten 74-76 en 82, uitgevoerd in Hollandse<br />

Renaissanceslijl. (Afb. 46 en 47) No 74-76,<br />

genaamd <strong>De</strong> Sevensterre, werd in 1939 gerestaureerd<br />

door de architect F. Mol, waarbij de quasie laatmiddeleeuwse<br />

winkelpui werd toegevoegd (vergelijk Haagdijk<br />

22). <strong>De</strong> gevel wordt bekroond door een trapgevel. Ze<br />

bevat uitgekraagde togen op kopjes boven de vensters,<br />

als top een overhoeks geplaalste zuil en fraai uitgewerkte<br />

muurankers.<br />

Haagdijk no 78, <strong>De</strong>n Wildeman genaamd, dateert <strong>van</strong><br />

1 613. <strong>De</strong>ze trapgevel is uitgevoerd in gele baksteen met<br />

ontlastingsbogen boven de vensters <strong>van</strong> rode baksteen.<br />

Ze beval natuurstenen waterlijsten, terwijl in de<br />

boogvelden (in de topgevelvoorzien <strong>van</strong> een driepas),<br />

siermetselwerk voorkomt in de vorm <strong>van</strong> vlechtwerk uit<br />

rode en witte baksteen. <strong>De</strong> trapgevel wordt bekroond<br />

door een overhoeks geplaatste zuil. Krulankers geven<br />

het bouwjaar weer <strong>van</strong> het pand: 1613. ln 1909 werd<br />

het gerestaureerd door de architect G. de Hoog.<br />

Haagdijk 71 is een <strong>van</strong> de mooiste voorbeelden in de<br />

stad <strong>van</strong> Art-Nouveauslill. (Afb. 48) <strong>De</strong> gevel werd in<br />

1909 ontworpen door de <strong>Breda</strong>se architecten P.A.<br />

Oomes en L. <strong>van</strong> de Pas. Tot hun beste werken in<br />

Art-Nouveaustijl behoren tevens Prinsenkade 2, de winkelpui<strong>van</strong><br />

St. Janstraat 7 en de gevel<strong>van</strong> Ginnekenweg<br />

336-338. Vergelijking tussen deze objecten laat zien<br />

hoe de architecten een zeer verzorgde, eigen<br />

architectuurjargon in deze bouwtrant ontwikkelden.<br />

41


Afb.46<br />

Afb.47<br />

Kenmerk daar<strong>van</strong> is a-symmetrie, toepassing <strong>van</strong> natuursteen<br />

in de onderpui en <strong>van</strong> veelkleurige baksteen<br />

in het bovengedeelten, gebogen stijlen en regels in de<br />

vensterpartijen. Het halletje voor de winkel is geheel<br />

betegeld en tot in detail verzorgd.<br />

Haagdijk B0 heeft een bijzondere winkelpui. ln 1922<br />

werO Oe oude ver<strong>van</strong>gen door een in Art-D6costijl opgebouwd<br />

uit gele geglazuurde tegeltjes. <strong>De</strong> gevel past<br />

in een typisch <strong>Breda</strong>se traditie. Er zijn weinig steden in<br />

Nederland, die een tegeltjescultuur in winkelpuien<br />

bezitten als <strong>Breda</strong> (vergelijk Boschstraat 93,<br />

Schorsmolenstraat 7, Nieuwe Haagdijk 44 en Ginnekenweg<br />

3).<br />

Tussen de no's B0 en 82 ziet U weer een brandgang'<br />

<strong>De</strong> zijgevel<strong>van</strong> het rijksmonument no' 82 is interessant'<br />

Ze vertoont 17e en 1Be eeuws metselwerk. Het pand,<br />

<strong>De</strong>n Cleijnen Wildeman genaamd, dateert <strong>van</strong> 1605 en<br />

heeft een eenvoudige trapgevel met lraaie muurankers'<br />

Links en rechts zien wij laat 19e eeuwse eclectische<br />

gevels <strong>van</strong> winkel/woonhuizen, waar<strong>van</strong> de kern steeds<br />

17e enlol lBe eeuws is (no's 84-86, 85, etc', de gevel<br />

<strong>van</strong> no. 83 is herbouwd). Ze vertonen een grote vari6teit<br />

aan details en geven een goed beeld <strong>van</strong> de wijze<br />

waarop winkeliers aan het einde <strong>van</strong> de 19e eeuw hun<br />

winkel een eigen gezicht gaven.<br />

Tussen de no's 86 en 106 lag voorheen de toegang tot<br />

een hofje, de Lamsgang geheten. Het telde zes huisjes<br />

en een werkplaatsje. Tussen de no's 85 en 99 lag de<br />

Zaadgang met vijf huisjes. (Afb. 49) <strong>De</strong> oude steegloop<br />

werd in 1992 gebruikt om een nieuwe doorgang te<br />

maken <strong>naar</strong> de Achterom (heden nieuw gemetselde<br />

poort).<br />

Ter hoogte <strong>van</strong> no. 108 (Primarkt) is te zien wat kan<br />

gebeuren met een historisch stadsbeeld, wanneer<br />

kleinschalige panden worden afgebroken, en ver<strong>van</strong>gen<br />

door 66n grootschalig pand waar<strong>van</strong> maatverdeling,<br />

uniform materiaalgebruik, geleding en detaillering<br />

<strong>van</strong> de architectuur geen rekening houdt met de historische<br />

omgeving. Het straatbeeld wordt er door verstoord.(Afb.<br />

50)<br />

<strong>De</strong> gevel <strong>van</strong> no. 119 is exemplarisch voor de wijze<br />

waarop men in de jaren zestig met de historische Haag-<br />

42


Afb.48<br />

Afb.49<br />

dijk is. omgesprongen. Gevelritme en straatbeeld zijn<br />

door de toepassing <strong>van</strong> afwijkende maatverhoudingen<br />

en materialen niet in het historisch straatbeelO geco'nti_<br />

nueerd.<br />

Haagdijk 133-133a dateert <strong>van</strong> de 17e en.t8e eeuw,<br />

maar kreeg rond 1g90 een nieuwe eclectische gevei<br />

met houten winkelpui ontworpen en gemaakt door de<br />

timmerman C. de Kanter. (Afb. Sl)-<strong>De</strong> 19e eeuwse<br />

neo-renaissance trapgevel <strong>van</strong> het ernaast gelegen no.<br />

135 werd in 1978 gerestaureerd, tijdens welke iestau_<br />

ratie de onderpui werd ver<strong>van</strong>gen.<br />

Haagdijk 144 (voorheen het piusgesticht) vertegen_<br />

woordigt een restant <strong>van</strong> het oude Gasthuis dat tot t Zg<br />

het straatbeeld <strong>van</strong> het Iaatste gedeelte <strong>van</strong> de Haagdijk<br />

domineerde . (Afb. 52)tn het pJnd was de mannenafde_<br />

lingsevestigd, Tot 1 juli <strong>1993</strong> was het pand in gebruik<br />

als Stedelijke Muziekschoot. <strong>De</strong> gevelwerd ontirorpen<br />

door de architect p.J. <strong>van</strong> Genk in 1906.Ze is ontwor_<br />

pen in de zogenaamde Katholieke-Gestichtsstijl. <strong>De</strong>ze<br />

kenmerkt zich door herhaling <strong>van</strong> architectuurdetails<br />

(vensterpartijen, ornamenten,bogen, etc.) waardoor de<br />

gevel een grote regelmaat vertoont en een karakte_<br />

ristieke, maar wat saaie architectuur oplevert. Het natuursteen<br />

is zorgvuldige toegepast in Ob vorm <strong>van</strong> een<br />

monumentale omlijsting <strong>van</strong> de ingangspartij, een Levelplint<br />

en in tijsten op verdiepingh6ogie. -<br />

ln dit gedeelte <strong>van</strong> de straat zien wijweer een aantal<br />

panden uit de 17e en 1ge eeuw, die einO 1ge eeuw<br />

verbouwd zijn tot winkel/ woonhuis.<br />

Op de hoek met pelmolenstraat, ligt het gemeentetijk<br />

monument Haagdijk 141-141a. @ro ssj Her obidt<br />

werd gebouwd in 1gB4 <strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> de archi_<br />

tecten P.A. Oomens en L. <strong>van</strong> de pas. Het pand is een<br />

goed voorbeeld <strong>van</strong> de zorgvuldige wijze waarop de<br />

winkelarchitectuur aan het eiide va-n Oe ige eeuw werd<br />

gecomponeerd. <strong>De</strong> houten winkelpui, vervaardigd door<br />

de <strong>Breda</strong>se timmerman C. de Kantei fr..ft een hoofd_<br />

gg:tgl met. accent op de ingangspartij in de vorm <strong>van</strong><br />

een kuif . Kijkend <strong>van</strong>uit net westen zie'je hte winkelpui<br />

en.frontgevel zich over een travee om de hoek in de<br />

Pelmolenstraat voortzetten, waardoo, ea, maximale<br />

presentatie <strong>van</strong> de winkelwordt bereikt. <strong>De</strong>ze krijgt nog<br />

een extra accent door het reclameveld op de-eerst6<br />

verdieping (voorheen chocoladereclame <strong>van</strong> Kwatta en<br />

43


Afb.50<br />

later cacaoreclame <strong>van</strong> Droste). Het reclameveld leidt<br />

tevens de aandacht af <strong>van</strong> de zijgeveltot men vlak bij<br />

de winkel is. Oude muurreclames vormen een apart en<br />

wat vergeten hoofdstuk in de monumentenzorg.<br />

Tussen de no's 146 en 160 lag voorheen een hofje met<br />

zes huisjes, terwijl aan de andere zijde <strong>van</strong> 160 weer<br />

een brandgang te zien is.<br />

Afb.52<br />

Haagdijk 149laat architectuurzien, die in de jaren vijftig<br />

voor de welstandscommissie <strong>van</strong> de gemeente acceptabel<br />

was. Herbouw <strong>van</strong> de oorspronkelijke gevel zou<br />

hier een meerwaarde betekenen voor het straatbeeld.<br />

Haagdijk 166-168-168a, gebouwd in 1902 <strong>naar</strong> een<br />

ontwerp <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se architect J.A. <strong>van</strong> Dongen, is<br />

een gemeentelijk monument (op achtergrond Afb. 54).<br />

<strong>De</strong> bakstenen gevel, uitgevoerd in Art-Nouveaustijl, is<br />

uniek in haar soort in <strong>Breda</strong>. <strong>De</strong> soberheid is voor de<br />

Art-Nouveaustijl zeldzaam te noemen. ln 1954 werd de<br />

aangepaste winkelpui aangebracht gemaakt <strong>naar</strong> het<br />

ontwerp <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se aannemer C. Clement.<br />

Ook in dit gedeelte <strong>van</strong> de straat zien wij veel eclectische<br />

gevels (bijvoorbeeld no's 183-183a, 185-185a).<br />

<strong>De</strong> gevels bevatten geprofileerde lijsten rond binnenvelden<br />

<strong>van</strong> stuc en met het turrettemotief boven de vensterpoorten<br />

(op plaats kuif).<br />

Tussen de no's 151-171(zie nummering op zijmuur) en<br />

171-1Bl lagen vroeger stegen <strong>naar</strong> holjes met respectievelijk<br />

drie en vier huisjes met kleine bedrijfsruimten.<br />

<strong>De</strong> steeg tussen de no's 171-181 heette de Watergang.<br />

Afb.51<br />

Haagdijk 180 is opnieuw een voormalig onderdeel<strong>van</strong><br />

het St. Elisabeth Gasthuis gebouwd <strong>naar</strong> het ontwerp<br />

<strong>van</strong> P.J. <strong>van</strong> Genk in 1898. (Afb.54)Voorheen was dit<br />

het administratiegebouw <strong>van</strong> het Gasthuis. <strong>De</strong> gevel<br />

44


'ji<br />

,i<br />

$<br />

ft<br />

I<br />

$<br />

:i,<br />

$<br />

.ii<br />

Afb.53<br />

Afb.54<br />

komt overeen met die <strong>van</strong> no. 144. Ze is eveneens<br />

u itgevoerd in de Katholieke-Gestichtsstijl.<br />

Tussen de no's 185-197 ligt een hofje <strong>van</strong> twee huizen,<br />

een huisje (ongenummerd) en een bedrijfsruimte, diep<br />

achter in de poort. (Afb. 55) Op deze locatie lag <strong>van</strong>af<br />

1856 tot 1888 de ijzergieterij <strong>van</strong> Frans Klep (als Etna<br />

voortgezet aan de Tramsingel). Wanneer men de poort<br />

binnengaat is aan de linkerzijde nog een huisje dat<br />

exemplarisch is voor de huisjes zoals er vroeger vele<br />

aan de achterhofjes <strong>van</strong> de Haagdijk stonden. <strong>De</strong> gevel<br />

bevat een deur en een raam, terwijl erachter slechts een<br />

kamerwaste vinden is. Tussen de no's 297 en 213lag<br />

een hofje <strong>van</strong> acht eenkamerwoningen, tussen de no's<br />

217-239 een met zeven huisjes en tussen de no's<br />

239-249 een met vier huisjes. lnteressant om te zien is<br />

hoe de huidige panden die hier staan over de voormalige<br />

stegen zijn heengebouwd, maar op de begane<br />

grond nog poorten bezitten die onder de huizen door<br />

<strong>naar</strong> achteren leiden. Genoemde stegen waren bekend<br />

om hun trieste sociale leefomstandigheden. ln dit gedeelte<br />

<strong>van</strong> de Haagdijk was het geen uitzondering dat<br />

gezinnen met zes kinderen in de een- of tweekamerhuisjes<br />

woonden. Hier vielen ook de meeste slachtoffers<br />

tijdens de choleraepidemiedn die de Haagdijk<br />

teisterden in de 19e eeuw.<br />

Haagdijk 213-215 heeft een monumentale gevel over<br />

zes vensterassen. <strong>De</strong> witgepleisterde gevel, gebouwd<br />

in 1895-96, kreeg tezamen met de houten winkelpui in<br />

1922/23 haar huidige vorm. (Afb. 56) Ondanks het late<br />

bouwjaar zijn nog invloeden waar te nemen <strong>van</strong> de<br />

Art-Nouveaustijl in de afwerking <strong>van</strong> de winkelpuien de<br />

bovenlichten der vensterpartijen.<br />

<strong>De</strong> no's 182-254 vormden voorheen de gevel <strong>van</strong> het<br />

St. Elisabeth Gasthuis. Wat geldt voor de gevel <strong>van</strong> de<br />

Primarkt gaat ook op voor de architectuu r <strong>van</strong> de nieuwe<br />

winkel/woonhuizen die hier zijn gebouwd. Bouwvolumes,<br />

maatvoering, gevelritme, materiaalgebruik en<br />

kleurstelling zijn niet afgestemd op de historische omgeving,<br />

waardoor de architectuur als storend ervaren<br />

wordt in de historisch omgeving. Halvenruege deze<br />

nieuwbouw leidt een doorgang ons <strong>naar</strong> het binnenplein<br />

<strong>van</strong> het huidige Elisabeth verpleeghuis, waarwij aan het<br />

zogenaamde Kerkplein de pandjes Haagdijk 188-198<br />

aantreffen. (Afb. 57) <strong>De</strong>ze zes woonhuisjes werden<br />

gebouwd in 1862 en tussen 1880-87 door het Gasthuis<br />

in gebruik genomen. <strong>De</strong> architectuur er<strong>van</strong> is bescheiden<br />

en typerend voor kleine middenstandshuizen uit de<br />

tweede helft <strong>van</strong> de 19e eeuw achter de Haagdijk. Om<br />

de hoek ligt de voormalige boerderij <strong>van</strong> het Gasthuis.<br />

(Afb. sB)<br />

45


Afb.55<br />

Afb.56<br />

Afb.57<br />

Afb.58<br />

46


<strong>De</strong> uitgebouwde gedeelten waren lange tijd in gebruik<br />

als timmerwerkplaats en ververijlwasserij. Met name de<br />

windveren langs de dakpartij met hun houtsnijwerk zijn<br />

karakteristiek voor het bouwwerk.<br />

Aan de andere zijde <strong>van</strong> de plein ligt de kapel<strong>van</strong> het<br />

voormalig Gasthuis, heden in gebruik bij het verpleeghuis.<br />

(Afb. 59) Dit gemeentemonument is voor U<br />

opengesteld.<br />

met natuurstenen ornamenten. <strong>De</strong> kerkruimle is overwelfd<br />

met een houten tongewelf . Absiscalot, triomfboog<br />

(<strong>naar</strong> priesterkoor) en colonades zijn rijk gedecoreerd<br />

met schilderingen en sjabloonwerk. <strong>De</strong> glas-in-loodvensters<br />

in de koorpartijbevatten scdnes uit het leven <strong>van</strong><br />

Christus, Maria en diverse heiligen.<br />

Wij lopen terug <strong>naar</strong> de Haagdijk.<br />

Het laatste object op de Haagdijk waarop hier gewezen<br />

wordt is de winkelpui <strong>van</strong> Haagdijk 253-2S3a. <strong>De</strong>ze<br />

werd gebouwd in '1904 in Art-Nouveaustijl <strong>naar</strong> het<br />

ontwerp <strong>van</strong> de architect G. Esbach en is opgebouwd<br />

uit witte geglazuurde steen. ln 1925 kreeg ze een nieuw<br />

kozijn.<br />

Het einde <strong>van</strong> de Haagdijk is interessant <strong>van</strong>wege de<br />

stedebouwkundige situatie. <strong>De</strong> straat mondt uit op een<br />

groot plein. Vroeger liep de straat door. ln 1682 werd dit<br />

gedeelte afgebroken voor de aanleg <strong>van</strong> nieuwe<br />

vestingwallen, tenruijl de Nieuwe Huizenwerd gecre6erd<br />

als nieuwe uitgaande straat <strong>naar</strong> een nieuwe stadspoort,<br />

die op zijn beuft weer in 1871 werd gesloopt. <strong>De</strong><br />

ligging <strong>van</strong> het hoekpand Haagdijk-Nieuwe Huizen met<br />

het f ront <strong>naar</strong> de Nieuwe Huizen is in deze tijd tot stand<br />

gekomen. (Afb.60)<br />

Afb.59<br />

<strong>De</strong> kapelwerd gebouwd in 1899, in de neo-gotischestijl,<br />

<strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> architect P.J. <strong>van</strong> Genk (aannemer<br />

Gebr. Bakkeren, <strong>Breda</strong>), dezelfde als <strong>van</strong> de H.<br />

Harlkerk aan de Baronielaan. ln het exterieur is dit te<br />

zien aan de ingangspartij en de gevel erboven met<br />

roosvenster. Het interieur werd in de jaren zestig versoberd.<br />

Een gedeelte <strong>van</strong> de oude uitdossing bleef echter<br />

bewaard. <strong>De</strong> kapel heeft een zevenzijdige absis. <strong>De</strong><br />

transeptarmen hebben verdiepte halfronde gevelvelden,<br />

aan de dagzijden ingekant en voorzien <strong>van</strong> decoratieve<br />

zuilen <strong>van</strong> stuc en voorzien <strong>van</strong> bladkapitelen.<br />

<strong>De</strong> transeptarmen bevatten roosramen en tripletten<br />

(drie gekoppelde vensters) waar<strong>van</strong> het glas-in-lood<br />

werd vervaardigd door het atelier F. Nicolas te Roermond.<br />

Op de viering <strong>van</strong> de kerk staat een dakruiter met<br />

klokje. Het interieur telt vier traveedn en transeptarmen<br />

met tribunes. ln de derde travee staantegen dewanden<br />

monumentale biechtstoelen opgebouwd uit een kasteelachtige<br />

architectuur met kantelen en rijk versierd<br />

Afb.60<br />

<strong>De</strong> straten die hier liggen werden in1874 vastgesteld in<br />

het Plan <strong>van</strong> Uitleg <strong>van</strong> F.W. <strong>van</strong> Gendt (1831-1900).<br />

Door de uitvoering daar<strong>van</strong> werd het plein tot stand<br />

gebracht dat de overgang vormt tussen Haagdijk en<br />

Nieuwe Haagdijk. <strong>De</strong> hoekpanden aan dit plein kregen<br />

alle een afgeschuinde hoek bekroond door een f ronton,<br />

waardoor het een stedebouwkundige eenheid werd.<br />

(Zie afb. 7) Dit stedebouwkundig verband is heden nog<br />

te zien, al werd een gedeelte <strong>van</strong> de Nieuwe Huizen-<br />

Fellenoordstraat ver<strong>van</strong>gen door nieuwbouw (de zogenaamde<br />

Drommedaris <strong>van</strong> de architect F. Haverman).<br />

Wijwandelen de Nieuwe Haagdijk op.<br />

47


Nieuwe Haagdiik 1-1a is een winkel/woonhuis uit circa<br />

1880 waar<strong>van</strong> de winkelpui werd verbouwd in 1910.<br />

(Afb.61) Ze is uitgevoerd in witte geglazuurde tegels<br />

<strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> de architect G. Esbach in Art-<br />

Nouveaustijl. Let U op het fronton boven de afgeschuinde<br />

hoek en de relatie met het pand aan de overzijde<br />

(Nieuwe Haagdijk 2-2a). Dil pand werd in 1905 verbouwd<br />

tot winkel/ woonhuis.<br />

Aan de overzijde zien wij weer een voorbeeld <strong>van</strong> de<br />

tegeltjescu ltuur in <strong>Breda</strong>. <strong>De</strong> cal6pui <strong>van</strong> no. 44 (1 931)<br />

is uitgevoerd in veelkleurige tegels in Art-D6costijl.<br />

Afb.62<br />

Wijwandelen over de Haagpoodbrug de Haagweg op.<br />

Gelegen op de hoek Haagweg-Weeri.issingel vormt de<br />

St. Annakerk een markant punt binnen de 19e eeuwse<br />

stadsbebouwing. (Afb. 63) Dil rijksmonument is voor<br />

U opengesteld.<br />

Afb.61<br />

Zowel de noord- als de zuidgevel <strong>van</strong> de straat geelt<br />

een goed beeld <strong>van</strong> de doorsnede kwaliteit <strong>van</strong> de<br />

eclectische stijl, zoals deze over de gehele 19e eeuwse<br />

schilwerd gebouwd.<br />

Nieuwe Haagdijk 3 heeft een fraaie houten winkelpui<br />

met hoofdgestel en houtsnijwerk uit ca. 1880.<br />

Opvallende verschijning in de zuidelijke gevelwand <strong>van</strong><br />

de straat zijn de panden 67a en 67-67b. (Afb. 62) <strong>De</strong><br />

gevel<strong>van</strong> Nieuwe Haagdijk 67a bevat neo-renaissance<br />

details, terwijl 67-67b neo-barokke architectuurdetails<br />

bevat in de vorm <strong>van</strong> voluutkrullen en lijsten.<br />

Laatstgenoemde gevel werd gemaakt <strong>naar</strong> Antwerpse<br />

voorbeelden. Karakteristiek voor deze neoarchitectuur<br />

is de toepassing <strong>van</strong> helderrode baksteen afgewisseld<br />

met decoratieve elementen <strong>van</strong> natuursteen. Laatstgenoemede<br />

gevel is in zijn soort zeldzaam voor <strong>Breda</strong>'<br />

Het is daarom te betreuren dat ze in slechte staat<br />

verkeerd.<br />

<strong>De</strong> locatie <strong>van</strong> de kerk op deze plek is niet toevallig. <strong>De</strong><br />

singelvormt een brede groene strook binnen de stadsbebouwing<br />

waaraan door de tijd vele grote gebouwen<br />

werden gesituee rd (ge<strong>van</strong>genis St. lgnatiusziekenhuis,<br />

Watertoren. <strong>De</strong> ligging <strong>van</strong> de gebouwen langs de<br />

singel is niet toevallig. Ze vormen markante plekken in<br />

het stadsbeeld en dragen in grote mate bij aan de<br />

identiteit <strong>van</strong> <strong>Breda</strong>. Van de drie kerken die langs de<br />

singel gebouwd werden rest slechts de St. Annakerk.<br />

<strong>De</strong> St. Jozefkerk (Oranjesingel) en de Theresiakerk<br />

(Tramsingel) werden afgebroken. <strong>De</strong> Annakerk is niet<br />

georiOnteerd op het oosten, maar is ingepast in de<br />

structuur <strong>van</strong> het stedelijk weefsel, zoals opgezet in het<br />

Plan <strong>van</strong> Uitleg.<br />

<strong>De</strong> kerk werd gebouwd in 1905 <strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong><br />

Jos. Cuypers en J. Stuyt. Ze is opgetrokken uit schoonmetselwerk,<br />

afgewisseld met natuursteen in de vorm<br />

<strong>van</strong> speklagen en decoratieve elementen. Het exterieur<br />

<strong>van</strong> de kerk is boeiend <strong>van</strong>wege de variEteit in bouwvolumes<br />

en architectuurdetaillering. We zien zadel-,<br />

tent-, schild- en lesse<strong>naar</strong>sdaken belegd met leien. Het<br />

front heeft een traptoren gekregen, bekroond met een<br />

open houten spits, terwijlwijop de viering een meerzijdige<br />

dakruiter zien met spits. <strong>De</strong> ingangspartij tot de<br />

kerk is verwerkt in een diep portaal met een spitsboogvormige<br />

portaalpoort met verspringende wangen. Baksteen<br />

en natuursteen wisselen elkaar af .<br />

4B


deksel en kraan. Meest opvallende aspect <strong>van</strong> het<br />

interieur is de Lourdesgrot in de O.L. Vrouwekapel met<br />

hekwerk.<br />

<strong>De</strong> kerk heeft gebrandschilderde ramen, die voor een<br />

deel werden uitgevoerd door de glazenier Frits Geuer.<br />

Afgebeeld zijn scdnes uit het leven <strong>van</strong> St. Anna, en<br />

Christus. Naast de gebrandschilderde ramen is het koor<br />

verrijkt met wandkleden.<br />

<strong>De</strong> kerk is rijksmonument omdat ze, nog gebouwd in de<br />

neogotische stijl, met haar brede schipruimte en wijde<br />

bogen in het interieur als een goed voorbeeld wordt<br />

gezien <strong>van</strong> de overgangstijd in de kekbouw <strong>van</strong> de<br />

traditionele neogotische kerk <strong>naar</strong> de zaalkerk. Vanwege<br />

de liturgische veranderingen in de Katholieke Kerk<br />

is een beter zicht op het altaar gewenst met als gevolg<br />

dat de architecten er<strong>naar</strong> streven het middenschip breder<br />

en de zijbeuken smaller te maken, terwijl er ook<br />

minder pilaren in de kerk moeten komen die het uitzicht<br />

op het altaar belemmeren. <strong>De</strong> St. Annakerk wordt gezien<br />

als exemplarisch voor deze overgangstijd.<br />

Wandelen wij verder over de Haagweg. Het eerste<br />

gedeelte <strong>van</strong> de straat vertoont grote overeenkomsten<br />

met de Nieuwe Haagdijk, al treffen wij naast panden in<br />

eclectische stijl, hier ook architectuur aan uit het lnterbellum.<br />

Afb.63<br />

Vanaf de Weerijssingel zien we de versneden steunberen<br />

en grote spitsboogvensters met natuurstenen tracering<br />

ook. <strong>De</strong> achterzijde <strong>van</strong> de kerk is f raai <strong>van</strong> opbouw.<br />

Naast de absis verrijst een traptoren met aan de basis<br />

een driezijdige zijkapel en aansluitend de polygonaal<br />

gesloten O.L. Vrouwe kapel met portaal. Helaas werd<br />

de grote toren die bij de kerk was gedacht (op de hoek<br />

met singel) nimmer uitgevoerd. Op deze plaats is nu een<br />

portaalgebouwd.<br />

<strong>De</strong> kerkruimte bestaat uit een schip over drie traveedn,<br />

een transept en een koor <strong>van</strong> twee traveedn, dat wordt<br />

afgesloten met een zevenzijdige absis. <strong>De</strong> wanden zijn<br />

opgetrokken uit rode baksteen. <strong>De</strong> kerkruimte wordt<br />

overwelfd door kruisribgewelven en een stergewelf boven<br />

de viering, uitgevoerd in gele baksteen. <strong>De</strong> vieringpijlers<br />

zijn geplaatst op zwafie basementen, de<br />

grijsgroene kolommen <strong>van</strong> de kerkruimte ook. <strong>De</strong> scheibogen<br />

komen voort uit de pijlers. Het neogotische interieur<br />

is nagenoeg geheel intact en werd door de tijd<br />

heen geplaatst. Het allaar werd geplaatst bij de inwijding<br />

<strong>van</strong> de kerk, de preekstoel pas in 1928. <strong>De</strong> altaren,<br />

waaronder een gewijd aan St. Anna en een aan de H.<br />

Familie, werden door de tijd heen geplaatst. Ze ziin<br />

uitgevoerd in witte zandsteen, evenals de beelden (H.<br />

Hart, St. Jozef en St. Antonius). <strong>De</strong> kruiswegstaties in<br />

de kerk zijn bijzonder. Ze werden geschilderd op koper.<br />

<strong>De</strong> kerk heeft een natuurstenen doopvont met koperen<br />

Het complex woonhuizen Haagweg 26-32, Diiklaan<br />

2-2a en <strong>van</strong> Meterenstraat 1-1a werd ontworpen door<br />

ingeniers <strong>van</strong> Openbare Werken <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> en gebouwd<br />

in 1923 door het aannemersbedrijf W.F.W. v.d.<br />

Wagt uit Nijmegen. (Afb. 64) ln 1925126 werden de<br />

delen aan de zijstraten gerealiseerd. ln 1985 werd het<br />

complex gerestaureerd door het Architectenbureau W.<br />

Bunnik uit <strong>Breda</strong>. <strong>De</strong> bakstenen gevels zijn uitgevoerd<br />

in de Amsterdamse Schoolstijl. <strong>De</strong> beneden- en bovenwoningen<br />

zijn geschakeld in spiegelbeeld. <strong>De</strong> ingangspartijen<br />

op de begane grond hebben halfronde bovenlichten<br />

met daar omheen siermetselwerk. <strong>De</strong> houten<br />

paneeldeuren zijn uitgevoerd in Art-D6costijl. Die <strong>van</strong><br />

de bovenwoningen liggen in verdiepte gevelvelden en<br />

hebben kepervormige bovenlichten. Op de eerste verdieping<br />

zien ovale vensters aangebracht voor de verlichting<br />

<strong>van</strong> de trappenhuizen. Tussen de bovenlichten<br />

<strong>van</strong> de deurparijen en de ovale vensters zijn stroken<br />

siermetselwerk aangebracht. <strong>De</strong> gevelbe6indiging bestaat<br />

afwisseld uit geknikte topgevels en afgeplatte<br />

topgevels (getrapte keperbogen). Ook de topgevels zijn<br />

voorzien <strong>van</strong> siermetselwerk. Het complex is een <strong>van</strong><br />

de mooiste in zijn soort in <strong>Breda</strong>, reden waarom door<br />

de Gemeente <strong>Breda</strong> veel aandacht is besteed aan de<br />

restauratie er<strong>van</strong>.<br />

Haagweg 21-Oranjeboomstraat 1 was voorheen een<br />

kloosterhuis met lagere school. (Afb. 65) <strong>De</strong> panden<br />

werden ontworpen in 1916 (gereed 1917) door de <strong>Breda</strong>se<br />

architect Jacq. Groendaal. Het hoekpand is<br />

uitgevoerd in neo-renaissancestijl met neo-gotische<br />

detaillering, het schoolgebouw is uilgevoerd in de Katholieke-Gestichtsstijl.<br />

<strong>De</strong> architectuur <strong>van</strong> het hoek-<br />

49


ekroond met een topgevel. Opvallende detail zijn de<br />

drie spitsboogvormige vensterpartijen in de trapgevel.<br />

Ze zijn aangebracht in een verdiept gevelveld dat wordt<br />

afgesloten met een keperboog en bevatten maaswerk<br />

uit gele baksteen. Aansluitend zien wij op het Dr. J.<br />

lngenhouszplein het lagereschoolgebouw in een soberdere<br />

bouwtrant. ln het interieur valt de nadruk op het<br />

grote trappenhuis. Het heeft een ijzeren spijltjesleuning,<br />

bordessen en een lambrisering <strong>van</strong> witte geglazuurde<br />

tegels. <strong>De</strong> rest <strong>van</strong> de architectuur is eenvoudig met<br />

witgestucte muren, houten vloeren in de voormalige<br />

klaslokalen en tegelvloeren in de hal/gangpartijen. Heden<br />

zijn de klaslokalen ingericht als ateliers voor kunste<strong>naar</strong>s.<br />

Het plein is aangelegd als een inham in de zuidzijde <strong>van</strong><br />

de Haagweg. Tezamen met de St. Annakerk vormen de<br />

klooster- en schoolgebouwen een echte katholieke<br />

hoek binnen de bebouwing.<br />

Het plein wordt gedomineerd door de meer dan 100<br />

meter lange gevel <strong>van</strong> de voormalige St. Franciscus<br />

kweekschool <strong>van</strong> de Broeders <strong>van</strong> Huybergen (tngenhouszplein<br />

2, heden dependance Hogeschool W.<br />

Brabant). (Afb. 66) Het schoolgebouw is voor U<br />

opengesteld.<br />

Afb.64<br />

pand is rijk gedetailleerd. <strong>De</strong> symmetrische frontgevel<br />

telt vijf vensterassen, waar<strong>van</strong> de middelste met de<br />

ingangspartij is opgevat als een middenrisaliet, bekroond<br />

met een trapgevel. ln de gevelwordt gele baksteen<br />

als decoratief element toegepast, bijvoorbeeld in<br />

de bovenlateien der vensterpartijen. <strong>De</strong> verdiepte<br />

gevelvelden worden afgesloten door muizentanden<br />

(overhoeks gemetselde steentjes). <strong>De</strong> zi.jgevel is a-<br />

symmetrisch met een risaliet gedeelte in de zuidzijde<br />

Afb.66<br />

Afb.65<br />

<strong>De</strong> school werd gebouwd in 1916 <strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong><br />

de architect Jacq. Groenendaal in opdracht <strong>van</strong> het<br />

Bestuur <strong>van</strong> de Opvoeding en Onderwijsstichting St.<br />

Marie te Huybergen (Congregatie Broeders <strong>van</strong> Huybergen).<br />

<strong>De</strong> bouw <strong>van</strong> de kapel vond plaats in 1921,<br />

tenruijl in 1 931 het pand aan de oostzijde werd uitgebreid<br />

met een vleugel langs de Oranjeboomstraat. Het exterieur<br />

heelt sinds de bouw nauwelijks wijzigingen ondergaan,<br />

het interieur werd door de tijd heen wel aangepast.<br />

<strong>De</strong> schooltelt drie bouwlagen (inclusief kelder) en<br />

is afgedekt met een afgeplat schilddak. <strong>De</strong> gevels zijn<br />

opgetrokken uit rode baksteen. Het bouwwerk is een<br />

<strong>van</strong> de beste voorbeelden in de stad <strong>van</strong> de Katholieke-Gestichtsstijl<br />

(zie tevens Haagdijk 144). Kenmerk<br />

daar<strong>van</strong> is de herhaling <strong>van</strong> architectuurdetails<br />

50


(vensterpartijen, boogvelden, speklagen), waardoor de<br />

gevel een regelmatig ritme en een beetje saai uiterlijk<br />

heeft. Ook het middenrisaliet met ingangspartij (inclusief<br />

bordestrap) en topgevelwaarin een heiligenbeeld<br />

(St. Fanciscus) ontbreekt niet. <strong>De</strong> plattegrond <strong>van</strong> het<br />

gebouw is interessant. <strong>De</strong>ze is opgezet met een centrale<br />

halpafiij met trappenhuis met aansluitend vleugels<br />

met (geschakelde) klaslokalen waarlangs lange gangen.<br />

Staande in de centrale hal kon een persoon de<br />

bewegingen <strong>van</strong> de leerlingen in beide gangen in 66n<br />

blik overzien. Het trappenhuis met bordessen en dubbele<br />

vluchten is opgehangen in het betonskelet. Het<br />

heeft een decoratieve ijzeren leuning met spijlen en<br />

houten handgreep. Zo'nzelde soort trappenhuis vinden<br />

wij aan het uiteinde <strong>van</strong> de westvleugel. <strong>De</strong> gangen<br />

hebben vloeren met patronen gelegd in rode en gele<br />

tegels. Vanuit de centrale halbereikt men de voormalige<br />

kapelruimte, heden ingericht als bibliotheek. <strong>De</strong> voorhal<br />

is uitgevoerd in dezelfde rode en gele baksteen als de<br />

kapelruimte. Het gedeelte <strong>van</strong> de zangtribune dat inpandig<br />

is gelegen wordt ondersteund door rood marmeren<br />

zuilen met composiet kapitelen (lonische met Korinthische<br />

orde). <strong>De</strong> kapelruimte telt een versmalde<br />

travee voor de zangtribune, een schip <strong>van</strong> twee traveedn,<br />

een transept en een zevenzijdige absis die de<br />

koorpafiij afsluit. Er is een mooie alweging in de toepassing<br />

<strong>van</strong> donkerrode, lichtrode en gele baksteen. <strong>De</strong><br />

gordelbogen zijn uitgevoerd in rode baksteen, terwijlde<br />

graatgewelven zijn uitgevoerd in gele baksteen. Voorhal<br />

en kapel hebben glas -in-loodramen waar<strong>van</strong> een<br />

gedeelte figuratief is uitgevoerd. Die in de absis <strong>van</strong> de<br />

kapelruimte (1925, maker onbekend) bevatten de voorstellingen:<br />

Verstand, Raad, Sterkte, Wetenschap en<br />

Vroomheid, voor de Broeders <strong>van</strong> Huybergen die hier<br />

de kwekelingen onderwijs gaven de ideale eigenschappen<br />

om onderwijzer le worden.<br />

Afb.67<br />

is uitgevoerd in Art-Nouveaustijl (witgeglazuurde tegels),<br />

terwijlde bakstenen bovenpui met zijn overhoeks<br />

metselwerk wordt beinvloed door Berlages architectuurwerk.<br />

Het rijtje panden gelegen <strong>van</strong>af de Kolfbaanstraat markeert,<br />

tezamen met de huizen ertegenover (no's 37-39,<br />

1890-91, architect P.A. Oomes en L. <strong>van</strong> der Pas) de<br />

Iocatie <strong>van</strong> het voormalige tolhuis, dat was gelegen op<br />

de hoek met de Kolfbaanstraal. (Afb. 6S)<strong>De</strong> gevel <strong>van</strong><br />

Haagweg 70, het voormalige caf6-biljard Duitenhuis<br />

(ca. 1900, architect A. Verlegh) is gebouwd in ectectische<br />

stijl. <strong>De</strong> voormalige cal6pui vertoont invloeden<br />

<strong>van</strong> de Art-Nouveaustill. (Afb.69)<br />

Wij vervolgen onze tocht over de Haagweg.<br />

Gaande in westelijke richting verandert de bebouwing<br />

<strong>van</strong> karakter. Wij zien architectuur uit verschillende<br />

perioden door elkaar, maar echt monumentale panden<br />

zijn hiertussen niet te vinden. Het gedeelte tussen de<br />

Dijklaan en de Kollbaanstraat dat ten opzichte <strong>van</strong> de<br />

Nieuwe Haagdijk vooruit geschoven ligt zou oorspronkelijk<br />

ook 30 meter breed worden. ln plaats daar<strong>van</strong><br />

ontstond de huidige situatie. <strong>De</strong> huizen die hier staan<br />

zijn alle <strong>van</strong> na 1880 toen deze percelen werden verkaveld,<br />

inclusief Haagweg 34-36, de uitspanning Pas<br />

Buiten (in de volksmond voorheen Moeke Mols), die hier<br />

1912 gevestigd werd en in zijn huidige vorm dateefi <strong>van</strong><br />

1933. (Afb. 67) <strong>De</strong> architectuur <strong>van</strong> het pand, met zijn<br />

witgepleisterde gevels en hoekopbouw is benvloed<br />

doorde doorde Expressionistische bouwkunst en Nieuwe<br />

Zakelijkheid. <strong>De</strong> getegelde caf6pui, uitgevoerd in<br />

Art-D6costijl, past in de tegeltjescultuur <strong>van</strong> <strong>Breda</strong>.<br />

Haagweg 48, een winkel/woonhuis werd gebouwd in<br />

1909/10 <strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> de architect G. Esbach.<br />

<strong>De</strong> winkelpui <strong>van</strong> de voormalige fruit en groentewinkel<br />

:",:^:'."' ,:,':.-,.<br />

Atb. 68, Duitenhuis bij <strong>Breda</strong>, 1902<br />

<strong>De</strong> woningbouw langs de Haagweg <strong>naar</strong> <strong>Princenhage</strong><br />

groeide door de tijd heen uit tot een lange lintbebouwing,<br />

onderbroken door straten en tuinen. Even<br />

voorbij het Duitenhuis ligt het Duitenhuisstraatje, bij<br />

oudere <strong>Breda</strong><strong>naar</strong>s beter bekend als <strong>De</strong> reet <strong>van</strong> Mermans.<br />

<strong>De</strong> eerste naam herinnerend aan het tolhuis dat<br />

51


Overakkerstraat, de Bavelselaan, de Prins-Hendrikstraat<br />

en langs de Haagweg. <strong>De</strong> mooiste exemplaren<br />

vormen Haagweg 168 en 174 waawan de gevels<br />

si ermetselwe rk bezitte n, terwijl het ri jtje 1 7G1 86 ( 1 91 2-<br />

13), met hun top- en trapgeveltjes met overhoeks geplaatste<br />

zuiltjes op de lop, neo-renaissancistisch <strong>van</strong><br />

bouwtrant zijn. (Afb. 70)<br />

Een hoogtepunt in de bebouwing langs de Haagweg<br />

vormt no. 189, Villa Wilhelmina. (Afb. 71). Dit pand is<br />

voor U opengesteld.<br />

Afb.69<br />

hier stond (zie tekst Haagweg), de tweede aan het<br />

straatje met 17 huisjes die C. Mermans hier bouwde'<br />

ln de periode ca. 1900-ca. 1920 worden veel kavels<br />

Iangs de uitgaande wegen <strong>van</strong> <strong>Breda</strong> bebouwd met<br />

kleinere burgermanshuizen, uitgevoerd in baksteen. Ze<br />

worden gebouwd over een bouwlaag met een top- of<br />

trapgevel. Wij vinden ze in vele variaties langs de Teteringsedijk,<br />

de Tilburgseweg, de Valkenierslaan, de<br />

Afb.70<br />

Afb.71<br />

Dit pand werd gebouwd in 1898-99 in opdracht <strong>van</strong> de<br />

Douairidre mevrouw C.J. Hoog, geboren Ketelaar, <strong>naar</strong><br />

het ontwerp <strong>van</strong> de Rotterdamse architect Herman <strong>van</strong><br />

der Kloot-Meyburg. Op 20 april 1898 werd de eerste<br />

steen gelegd. <strong>De</strong> eerste jaren na de oplevering woont<br />

hier de architect, terwijl adresboeken vermelden dat het<br />

pand tevens als pension in gebruik was. ln 1906 wordt<br />

het huis gehuurd door de Hervormde Gemeente <strong>van</strong><br />

<strong>Princenhage</strong>, die er de Ned. Ver. tot Chr. Verzorging<br />

<strong>van</strong> drankzuchtigen in vestigde. Omdat het pand niet<br />

mocht ogen als een kliniek werd aan het exterieur niets<br />

veranderd. Daarin werd wel de spreuk aangebracht<br />

"Dat Uwen oogen open zijn dag en nacht over dit huis"<br />

(1 KON. B. vers 29a). Tot aan de Tweede Wereldoorlog<br />

bleef het op<strong>van</strong>gtehuis. <strong>De</strong> Bezetter gebruikte het als<br />

ontspanningsoord, in welke tijd het interieur ernstig te<br />

lijden had. Na de oorlog werd in het pand een kamerverhuurbedri.if<br />

gevestigd, dat in 1953 goed <strong>van</strong> pas komt<br />

52


voor het op<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> slachtoffers <strong>van</strong> de watersnoodramp.<br />

Na allerlei woonbestemmingen werd het<br />

pand in 1992 gerestaureerd en herbestemd tot wooncomplex<br />

met acht woningen.<br />

Villa Wilhelmina is typisch een landhuis <strong>van</strong> rond de<br />

eeuwwisseling. Het is de tijd dat architecten na de golf<br />

<strong>van</strong> neostijlen op zoek zijn <strong>naar</strong> nieuwe vormen <strong>van</strong><br />

architectuur en daarvoor kijken <strong>naar</strong>voorbeelden in het<br />

buitenland. ln de architectuur <strong>van</strong> het huis zien wij<br />

Art-Nouveauinvloeden uit Belgi6 (ingangspartij), maar<br />

tevens invloeden <strong>van</strong> de Engelse landhuisarchitectuur<br />

(topgevel met vakwerk). ln het interieur zijn alleen nog<br />

de hal /gang en de grote voor- en achterkamer op de<br />

begane grond intact. <strong>De</strong> twee kamers hebben een f raaie<br />

beti mmering, terwijl in de voorkamer de schoorsteenopbouw<br />

met spiegel nog gaaf bewaard is. Aan geschilderde<br />

teksten boven de erkernis en boven de nispoort<br />

in de oostelijke wand <strong>van</strong> de kamer is nog te zien dat<br />

de kamers vroeger, toen de Hervormde Gemeente er<br />

haar op<strong>van</strong>gtehuis had, in gebruik zijn geweest als<br />

kerkruimte.<br />

H aagweg 21 4-216-218vormt een ense mble woonhuisbedrijfsruimte<br />

uitgevoerd in verzorgde eclectische stijl<br />

( 1 892/1 896), architect Jacq. G roenen daal). (Af b. 72 ) D e<br />

gevel is gevat tussen pilasters gemetseld uit donker<br />

baksteen voorzien <strong>van</strong> voetstukken en kapitelen. <strong>De</strong><br />

basis <strong>van</strong> de topgevel (werkplaats) bevat siermetselwerk<br />

<strong>van</strong> rode en gele baksteen.<br />

Afb.73<br />

lTH&ffiMffi<br />

N$NWH<br />

B.H*<br />

NW<br />

&ffi<br />

SN<br />

sffi<br />

Verderop aan de ovezijde <strong>van</strong> de straat vinden wil het<br />

in vervallen staat verkerende herenhuis no. 211. Dit<br />

pand werd gebouwd in 18BB in de traditie <strong>van</strong> een<br />

symmetrische gepleisterde lijstgevel met de ingangspartij<br />

in het midden zoals er in <strong>Breda</strong>, <strong>Princenhage</strong> en<br />

met name Ginneken vele gebouwd zouden worden (zie<br />

tevens Huis Mertersem). No. 211 werd gebouwd in de<br />

tuin <strong>van</strong> no.217, Huize <strong>De</strong> Bloemkoolgenaamd. (Afb.<br />

74) <strong>De</strong> voormalige herberg dateert uit de 18e eeuw,<br />

Afb.72<br />

Haagweg 250 werd gebouwd 1904-05 door de bierbrouwer<br />

Th. Beijersbergen (biebrouwerij <strong>De</strong> Drie Linden.<br />

(Afb. 73) <strong>De</strong> architectuur, is opgetrokken in de<br />

eclectische stijl. ln de dakpartijdoet zich invloed gelden<br />

<strong>van</strong> de Chaletstijl in de vorm <strong>van</strong> overstekken met<br />

houtsnijwerk. Qua architectuurtraditie past het huis in<br />

de reeks waartoe bijvoorbeeld Oude Liesbosch la an 207<br />

hoort. <strong>De</strong> architectuur is verzorgd. <strong>De</strong> gevarieerdheid in<br />

de bouwvolumes, deur- en vensterpaniien alsmede de<br />

toepassing <strong>van</strong> meerdere kleuren baksteen in siermetselwerk<br />

getuigen hier<strong>van</strong>.<br />

Afb.74<br />

53


maar dankt zijn huidige uiterlijk aan een latere verbouwing,<br />

toen het werd verbouwd tot woonhuis. Dit is het<br />

huis waarin 1806 koning Lodewijk Napoleon door het<br />

<strong>Breda</strong>se stadsbestuur werd ont<strong>van</strong>gen.<br />

H.P. Berlage introduceerde in Nederland de uit baksteen<br />

gemetselde dakbalustrade. Dit architectuurdetail<br />

werd door architecten uit het begin <strong>van</strong> de eeuw te pas<br />

en te onpas toegepast. Vaak komt men panden tegen<br />

waar<strong>van</strong> de bouwtrant half in de 19e eeuwse neo-stijlen,<br />

eclectische stijl of Art-Nouveau wortelt, maar waarin in<br />

de vormgeving de nieuwe architectuurontwikkelingen al<br />

in details te zien zijn. Haagweg 225-239 (1904/06) is<br />

zo'n rijtje huizen. In de architectuur <strong>van</strong> deze panden<br />

zien wij eclectische- en Art-Nouveauinvloeden, maar<br />

tevens worden enkele gevels bekroond door een dakbalustrade.<br />

Haagweg 262-264-266 met pakhuis werd gebouwd<br />

rond 1910 <strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> de architect G. Esbach.<br />

(Afb.75) Het rijtje <strong>van</strong> drie woonhuizen is symmetrisch<br />

<strong>van</strong> opzet, het pakhuis is er aan de westzijde in dezelfde<br />

tijd aangebouwd. <strong>De</strong> architectuur, hier en daar aangetast,<br />

bleef globaal bewaard in de huidige situatie en<br />

vertoont een mengeling aan invloeden. Ze wortelt<br />

gedeeltelijk nog in de eclectische stijl, maar tevens zien<br />

wij in architectuurdetails invloed <strong>van</strong> de Art-Nouveau. ln<br />

de middelste gevel valt het voor de architectuur <strong>van</strong><br />

Esbach zo typerende hoef ijzervormig venster direct op.<br />

Opvallend zijn ook de gekoppelde vensterpartijen in de<br />

topgevels. <strong>De</strong> vensterpoorten zijn afgesloten met keperbogen<br />

gemetseld uit een lichtere soort baksteen. <strong>De</strong><br />

kepervorm keert terug in de roedeverdeling <strong>van</strong> het<br />

hoef ijzervormig kozijn. <strong>De</strong> architect G. Esbach ontwierp<br />

in het begin <strong>van</strong> de eeuw met name panden in het<br />

gebied <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> en de Haagpoort. Enkele <strong>van</strong><br />

de mooiste gevelontwerpen <strong>van</strong> G. Esbach vindt U in<br />

de westwand <strong>van</strong> de Dijklaan (no's 21 en25'27). Daarin<br />

keert ook het hoefijzervormig venster terug.<br />

Het voormalige kaaspakhuis heeft een gesloten gevel,<br />

maar de vormgeving en detaillering <strong>van</strong> de gevel is<br />

Afb.75<br />

Afb.76<br />

uitgevoerd in dezelfde traditie als die <strong>van</strong> de gevels der<br />

woonhuizen. <strong>De</strong> kaas die vroeger in het pakhuis werd<br />

opgeslagen moest koel worden bewaard. <strong>Breda</strong> telt<br />

heden nog maar enkele pakhuizen verspreid over de<br />

binnenstad. Wij vinden er bijvoorlceeld een aan de<br />

Boschstraat 86 in neo-renaissancestijl (1894/95), een<br />

aan de Middellaan 1a (1921122) in Amsterdamse<br />

Schoolstijl en een Achter de Lange Stallen 32 (hoek v.<br />

Coothplein) (1924125) in dezelfde bouwtrant.<br />

Haagweg 27O (1909, architect H. <strong>van</strong> der Horst) is een<br />

ook een voorbeeld <strong>van</strong> baksteenarchitectuur uit het<br />

eerste decennium <strong>van</strong> de eeuw. <strong>De</strong> architectuur <strong>van</strong> dit<br />

woonhuis wortelt nog in de 19e eeuwse traditie, maar<br />

details er<strong>van</strong> zijn uitgevoerd in Art-Nouveaustijl (bijvoorbeeld<br />

de natuurstenen vensterbanken). Voor dit soort<br />

baksteenarchitectuur, waar<strong>van</strong> <strong>Breda</strong> een aantal mooie<br />

voorbeelden kent, bestaat geen stijlaanduiding, maar<br />

tegenwoordig groeit de waardering voor deze overgangsstijl.<br />

Ter hoogte <strong>van</strong> no. 274 stuiten wijop een inleressant<br />

archltectuurverschijnse l. ln 191 2 was op no.241-243 de<br />

fabriekshal <strong>van</strong> de Stoomtimmedabriek L. Chabot gebouwd<br />

<strong>naar</strong> een ontwerp <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se architect<br />

54


Jacq. Groenendaal. <strong>De</strong>ze architect ontwierp naast dit<br />

industrile object andere panden in een bouwtrant, waar<strong>van</strong><br />

details zijn ontleend aan het werk <strong>van</strong> H.P. Berlage.<br />

<strong>De</strong> voormalige Gerardus Majellakerk (Gerardus<br />

l'4ajellawijk) werd door Groenendaal als "kerk <strong>van</strong> de<br />

arbeiders" ontworpen met eenzelfde opbouw (verhoogde<br />

middenpartij met zijbeuken) en gevelindeling<br />

met siermetselwerk. Hijontwierp een aantal huizen met<br />

eenzelfde driebeukige opzet. <strong>De</strong> topgevel<strong>van</strong> de verhoogde<br />

middenpartijknotte hij af omze te bekronen met<br />

een gemetselde dakbalustrade <strong>van</strong> rode baksteen. No.<br />

274 is hier<strong>van</strong> een voorbeeld. (Afb. 76)<br />

Haagweg 241-243 is een markant fabriekscomplex uit<br />

het begin <strong>van</strong> de eeuw. (Afb. 77)Hel werd gebouw in<br />

'1912 als Stoomtimmedabriek L. Chabot (1929 Brandblusapparatenfabriek<br />

Saval-Kronenburg), <strong>naar</strong> een ontwerp<br />

<strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se architect Jacq. Groenendaal uit<br />

1909. <strong>De</strong> hal is '1986-87 herbestemd tot meubeltoonzaal,<br />

hetgeen door de Tilburgse architect A. Smulders<br />

op een dermate voodreffelijke wijze gebeurde, dat deze<br />

in november 19BB werd gederd met de Brabantse<br />

Monumentenprijs. Karakteristiek aan het gebouw is de<br />

driebeukige opbouw en indeling. Het object bezit nog<br />

alle karakteristieke architectuurdetails die architect<br />

Jacq. Groenendaal het meegaf. <strong>De</strong> grote boogramen<br />

voor verlichting <strong>van</strong> de hal, hebben een bakstenen<br />

tracering, teruijl het houten binnenskelet in tact is gebleven<br />

en geheel in oude staat is geconcerveerd.<br />

Tegenover de fabriekshal staan op de hoek met de<br />

Tuinzichtlaan Haagweg 282-284-286, ontworpen in<br />

een eenvoudige Art-Nouveaustijl, door de architect G.<br />

Esbach uit <strong>Princenhage</strong> en gebouwd in 1909 door de<br />

Princenhaagse metselaar en aannemer Th.J. Beekers,<br />

eige<strong>naar</strong><strong>van</strong> het perceel. <strong>De</strong> oranjerode baksteen (Belgische<br />

baksteen) wordt afgewisseld met gele baksteen,<br />

terwijl de boogvorm regelmatig terugkeert in deur- en<br />

vensterpartijen. (Afb. 78)<br />

Wij steken de kruising met de Heuvelstraat over en<br />

vervolgen de tocht over de Haagweg in de richting <strong>van</strong><br />

<strong>Princenhage</strong>.<br />

Alvorens een wandeltocht over het kerkhof Zuilen te<br />

maken, is het mogelijk een bezoek te brengen aan<br />

de werkplaats <strong>van</strong> de Fa. Jaques <strong>van</strong> Beckhoven &<br />

Zn. maker <strong>van</strong> graf monumenten (werkplaats Haagweg<br />

289 tegenover begraafplaats).<br />

Afb.77<br />

Afb.78<br />

55


Een wandeling over de begraafplaatsen Zuilen en Haagveld.<br />

Wijbeginnen onze wandeling bij het katholieke gedeelte Zuilen genaamd. (Kaart Xll)<br />

\<br />

b.<br />

I<br />

\.-t-=<br />

I<br />

'r-<br />

/r:<br />

-\1<br />

106<br />

;<br />

-Q<br />

\q<br />

jio<br />

-va '<br />

*.-.-:<br />

q<br />

h<br />

\<br />

{<br />

r<br />

lU<br />

,-.<br />

\-<br />

o a.<br />

h<br />

\ ON<br />

a kl<br />

h<br />

I<br />

u)<br />

\<br />

,/<br />

-\s<br />

*(J<br />

H Q-.<br />

soq<br />

3\ b<br />

'P "''1 /<br />

e 9.,<br />

flE-+<br />

c<br />

tt'<br />

oo,<br />

\\ 'd<br />

I<br />

I<br />

h.l<br />

el<br />

\t<br />

bl<br />

xl<br />

\J:<br />

-01 --\'<br />

I<br />

I<br />

I<br />

1..<br />

c<br />

b<br />

b..<br />

.e<br />

-r<br />

0<br />

0<br />

{<br />

Kaart Xll, Plattegrond "Zuilen" (wandelroute ingetekend)<br />

56


Wij lopen door de hooldingang de begraafplaats op.<br />

Links <strong>van</strong> ons zien wij in veld 25C het monumentale<br />

bakstenen gralmonument <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se familie <strong>van</strong><br />

Aalst uit 1932. (No. 1 ) Het graf werd ontworpen met hulp<br />

<strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se architect F. Veruvoerd en is uitgevoerd<br />

in de lnterbellumstijl, de bronzen plaquettes zijn uitgevoerd<br />

in Art-D6costijl. <strong>De</strong> plaquettes zijn vervaardigd<br />

door de bekende <strong>Breda</strong>as beeldhouwer Gerard <strong>van</strong><br />

Aalst, waar<strong>van</strong> wij ook werk kunnen bewonderen aan<br />

de bank in het Wilhelminapark (Notaris Verschraagebank)<br />

Wij slaan rechtsaf het Ligusterpad in. ln het veld rechts<br />

(25A) zien wij veelvoorbeelden <strong>van</strong> liggende grafstenen<br />

grafmonumenten bestaande uit een standsteen met<br />

kruis. (Afb. 20) Voorheen lagen hier alleen tweede en<br />

derde klas (zand)graven, maar door de tijd heen zijn op<br />

de plaatsen waar graven geruimd zijn ook nieuwe graven<br />

gekomen. Onder de bekende namen die wij hier<br />

zien zijn die <strong>van</strong> de familie Josephy en Bielars.<br />

Op het veld links <strong>van</strong> het Ligusterpad (258) vinden wij<br />

het hierboven besproken moderne graf <strong>van</strong> Ger (no. 2).<br />

(Afb.3e)<br />

Lopen wij door over het Ligusterpad. Links, tegenover<br />

het Anjerpad ziet U het grafmonument <strong>van</strong> de familie<br />

Petit uit 1852 (no.3) (Afb.23). Dit is een <strong>van</strong> de oudste<br />

nog aanwezige graven op het kerkhof (zie beschrijving<br />

hierboven) <strong>De</strong> familie Petit is bekend <strong>van</strong> de steenhouweri.i<br />

(Terheijdenstraat) die generatie op generatie overging<br />

op de kinderen.<br />

Rechts <strong>van</strong> het Anemoonpad en Anjerpad liggen de<br />

Velden 40A en B. (Afb.79)Yeld 40B was vroeger het<br />

gedeelte waar eerste en tweede klas begraven werd.<br />

Dat is er de reden <strong>van</strong> dat wij hier vele familiegraven<br />

<strong>van</strong> bekend <strong>Breda</strong>se lamilies vinden. <strong>De</strong> familiegraven<br />

die wij hier aantreflen zijn "surrogaat grafkelders", d.w.z.<br />

het zijn zandgraven met een monumentale opbouw. Wij<br />

vinden er bijvoorbeeld graven <strong>van</strong> de f amilie Stulemeijer<br />

(no. 4)(g rooti ndustrieel, bijvoorbeeld H.K. l.), Smits <strong>van</strong><br />

Waesberghe (no. 5) (Drie Hoefijzers brouwerij), leden<br />

<strong>van</strong> de familie Meeus (verzekeringen) en <strong>van</strong> Mierlo<br />

Afb.79<br />

(ouders <strong>van</strong> politicus H. <strong>van</strong> Mierlo) (no. 6). Twee<br />

bijzondere graven in dit veld zijn de liggende steen <strong>van</strong><br />

voormalige Franse kroonpretendent Louis Charles de<br />

Boutton uit lBBB en een stenen boomkruis <strong>van</strong> zijn<br />

vrouw Einert Jeanne de Bourbon uit 1876 (no.7).(Afb.<br />

B0)<br />

Afb. B0<br />

Loopt U terug door het veld 40B <strong>naar</strong> het Anjerpad. U<br />

ziet het onder no. B aangegeven grafmonument uit<br />

1907 in de vorm <strong>van</strong> een afgebroken zuil. Dit type komt<br />

op de katholieke begraafplaats maar een enkele maal<br />

voor (zie beschri.iving hierboven).<br />

Er vlak bij vindt U (no. 9) een graf in traditionele stijl,<br />

opgebouwd uit baksteen. Het gral lijkt opgebouwd uit<br />

twee steunberen die met de rug <strong>naar</strong> elkaar staan. ln<br />

de spitsboogvormige nis is een terracottaafbeelding<br />

aangebracht met kruis. Via het Anjerpad loopt U terug<br />

<strong>naar</strong> het Ligusterpad. Recht tegenover het Anjerpad<br />

zien wij in veld 258 twee graf monumenlen naast elkaar<br />

in lnterbellumstijl met Art-D6codecoratie (no. 10)<br />

Wij lopen door <strong>naar</strong> Veld 40C en zien op de hoek de<br />

grote klassieke graftombe <strong>van</strong> de Familie Stassen uit<br />

1938. (no. 11) (Afb. 26 en beschrijving hierboven).<br />

Ernaast ligt een graf monument uitgevoerd in Art-D6costijluit<br />

1937 <strong>van</strong> Margotje Verhagen en een in de vorm<br />

<strong>van</strong> een afgebroken zuil. ln het veld 40C zien wijtevens<br />

een aantal boomkruisen waar<strong>van</strong> een aantal hierboven<br />

57


eschreven. Met name het graf <strong>van</strong> E.J. Smits (no. 12)<br />

uit 1928 is hier<strong>van</strong> een mooi voorbeeld. (Af b. 21 en tekst<br />

hierboven).<br />

Aan het einde <strong>van</strong> het Ligusterpad komen wij aan een<br />

bijzonder interessant gedeelte <strong>van</strong> het kerkhof . Wij zien<br />

achtereenvolgens het grafveld <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se Begijnen<br />

met drie pastoors <strong>van</strong> het Begijnhol (Afb. 81 en<br />

B2),<br />

Zusters <strong>van</strong> Congregaties en de graven <strong>van</strong> Catechisten<br />

(Afb.83)<br />

Afb. 83<br />

en tenslotte de graven<br />

(Afb.84).<br />

<strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se bisschoppen<br />

Afb. 81<br />

Afb. 84<br />

Afb.82<br />

<strong>De</strong> Begijnen lagen niet altijd bij elkaar begraven. Voor<br />

1830 werden ze begraven in de Waalse kapel aan de<br />

Catharinastraat, ondanks dat deze kerk niet in hun bezit<br />

was (heden nog steeds te bezoeken). ln 1829 werd een<br />

wet uitgevaardigd dat om hygidnische redenen niet<br />

meer in de kerken begraven mocht worden. <strong>De</strong> Begijnen<br />

huurden daarna een plaats op het nieuwe Zuylen<br />

waar na 1830 de Begijnen verspreid over het kerkhof<br />

werden begraven. Het veld zoals het heden is aangelegd<br />

met houten hekwerk er omheen dateert <strong>van</strong> het<br />

begin <strong>van</strong> de jaren zeventig. Let u op de graven, Begijnen<br />

worden nooit begraven met een naamsvermelding.<br />

<strong>De</strong> graven zijn anoniem. Naast de Begijnen zijn ook drie<br />

pastoors <strong>van</strong> het Begijnhof begraven (het Begijnhof<br />

58


iormt een zelfstandige parochie in de binnenstad). <strong>De</strong><br />

graven vertellen dat hier de pastoors <strong>van</strong> Zon (overl.<br />

1839), Verdaasdonk (overl. 1883) en Mgr. v.d. Corput<br />

overl. 1908) liggen begraven.<br />

<strong>De</strong> graven <strong>van</strong> de kloosterlingen zijn eenvoudig. Een<br />

grafsteen vermeld naam en data. Hetzelfde ziet U bijde<br />

graven <strong>van</strong> de Catechisten. Het eerste lid <strong>van</strong> de Pius<br />

X stichting (Catechisten) werd hier begraven in 1958.<br />

Cok de stichter, Mgr. Frencken, ligt hier begraven.<br />

Oorspronkelijk was zijn gral gesitueerd in een aparte<br />

kapel in de tuin <strong>van</strong> kasteel Bouvigne waar de Catechisien<br />

hun opleidingscentrum hadden gevestigd. Nadat zij<br />

hierweggingen werden op 14 december 1972 de stoffe-<br />

Iijke resten <strong>van</strong> Mgr. Frencken overgebrachl <strong>naar</strong> Zuy-<br />

Ien.<br />

Ook de bisschoppen waren voorheen begraven op een<br />

andere plaats n.l. naast het familiegraf <strong>van</strong> Stulemeijer<br />

lVak 40B). ln augustus 1964 bij de begrafenis <strong>van</strong><br />

l/gr. Baeten werden de graven <strong>van</strong> Mgr. <strong>van</strong> Genk<br />

roverl. maafi. 1874), Mgr. <strong>van</strong> Beek (overl. oktober<br />

1884), Mgr. Leijten (overl. mei 1914) en Mgr. Hopmans<br />

ioverl. 1951) overgeplaatst, terwijl de eerste bisschop<br />

<strong>van</strong> het Bisdom <strong>Breda</strong>, Mgr. <strong>van</strong> Hooydonk (overl.<br />

1868), die hier nog niet begraven lag <strong>van</strong>uit Hoeven<br />

<strong>naar</strong> Zuylen werd overgebracht.<br />

Vanaf het grafveld met de graven <strong>van</strong> de bisschoppen<br />

<strong>van</strong> het Bisdom <strong>Breda</strong> lopen even tussen de vakken<br />

40E en 40D door <strong>naar</strong> het Azaliapleintje. ln het middenperkje<br />

ziet U de toegang tot een grafkelder. <strong>De</strong>ze kelder<br />

was steeds de noodkelder om mensen in bij te zetten<br />

i<strong>van</strong>neer deze niet <strong>naar</strong> hun graf konden worden gedragen.<br />

Afb.85<br />

naast het symbool<strong>van</strong> een roos, een liets is afgebeeld<br />

(no. 16). Dit is een <strong>van</strong> de graven, waarop de symbolentaal<br />

inspeelt op een sociaal aspect in het maatschappelijke<br />

leven <strong>van</strong> de overledene.<br />

<strong>De</strong> Beukenweg mondt uit bij het Veld 15A-K1. Hier<br />

liggen priesters begraven uit <strong>Breda</strong>se parochies. (A/b.<br />

86) Er zijn vele bekende namen bij <strong>van</strong> priesters die<br />

werkten in parochies verspreid over geheel <strong>Breda</strong>. <strong>De</strong><br />

graven bestaan uit eenvoudige liggende zerken met<br />

daarop alleen naamsvermeldingen.<br />

Wij Iopen terug via het Azaliapleintje tussen de vakken<br />

25S en 40D door <strong>naar</strong> de Beukenweg. ln vak 40D<br />

komen wij langs het interessante bakstenen graf <strong>van</strong> A.<br />

Touw uit 1950. (no. 13) Ook dit graf werd ontworpen<br />

door Wim Harzing. Het is voorzien <strong>van</strong> geglazuurde<br />

terracotta afbeeldingen <strong>van</strong> het H. Kruis met daarin een<br />

medaillon met de afbeelding <strong>van</strong> de Opstanding <strong>van</strong><br />

Christus. Let U vooral op de tekening <strong>van</strong> de Christusf<br />

iguur, die sterk afwijkt <strong>van</strong> de afbeeldingen met hetzelfde<br />

thema uit de lnterbellumtijd.<br />

Voor wij rechts afslaan de Beukenlaan in kijken wij nog<br />

even <strong>naar</strong> links. ln h et Veld 40C zien wij het stenen kruis<br />

<strong>van</strong> het graf <strong>van</strong> W.F.M. <strong>van</strong> Engelen uit 1944 (no.14),<br />

waar<strong>van</strong> het ontwerp is geinspireerd door Flomeinse<br />

voorbeelden (over vormgeving zie hierboven). Vlakbij<br />

staat een uniek graf in de vorm <strong>van</strong> een Pi6ta uitgevoerd<br />

in natuursteen, waar<strong>van</strong> er op de gehele begraafplaats<br />

nog slechts twee zijn. (no. 15) (Afb. 85)<strong>De</strong>ze grafvorm<br />

was met name rond 1950 korte tijd in de belangstelling.<br />

Ook hier zien wij, evenals in vele terracotta afbeeldingen<br />

uit deze tijd, in de vormgeving de invloed<br />

<strong>van</strong> de School<strong>van</strong> Charles Eyck.<br />

Wijlopen de Beukenlaan af richting Afrikanenweg. Aan<br />

de linkerzijde ligt Vak 25B. Halverweg het vak zien wij<br />

een moderne grafsteen (graf R. Wildeboer) waarop,<br />

Afb.86<br />

Wij maken even een kleine omweg en slaan linksaf de<br />

le Kastanjelaan in. ln het veld links <strong>van</strong> deze weg (vetd<br />

25E, no. 17\ zien wij het opvallend witmarmeren graf<br />

<strong>van</strong> de woonwagenbewoner Tsjeu Bomers, dat men<br />

eerder in ltalid op een begraafplaats veruacht dan in<br />

Nederland. Het graf, waarop een huisje met renaissancevormen,<br />

een mariabeeldje en engeltjes op de hoeken,<br />

is typerend voor de wijze waarop woonwagenbewoners<br />

omgaan met de dood. Het graf is lieflijk en<br />

zoetig en uitbundig om te zien door de rijke detaillering<br />

en het gebruik <strong>van</strong> wit marmer.<br />

59


Via het Salviapad komen wij bij het Esdoornpad. ln deze<br />

hoek <strong>van</strong> het kerkhof liggen twee bijzonder mooie graven<br />

die U moet zien. Het eerste gelegen in Veld 25C<br />

(no. 1B) dateert <strong>van</strong> ca. 1900 en is een typisch voorbeeld<br />

<strong>van</strong> een mengeling aan grafvormen, bijeengebracht<br />

in een grafmonumenl. (Afb. 87)<strong>De</strong> sokkel begint<br />

als obiliskmodel, maar is afgeknot en heeft een vierkante<br />

opbouw gekregen, met decoratie in de vorm <strong>van</strong><br />

staande voluten. Daar boven op is een kruis gezet. <strong>De</strong><br />

witmarmeren memorietafels zijn aangebracht op de<br />

voet en bovenbouw <strong>van</strong> het monument. Onder het kruis<br />

ziet U een veel voorkomend symbool op het kerkhof.<br />

Twee handen reiken <strong>naar</strong> elkaar, symbool voor het<br />

verleden en de toekomst.<br />

ln Veld 25 D zien wijde hierboven besproken graftomde<br />

<strong>van</strong> Th.H. Kessels uit 1898. (Afb. 25).Ookdit graf is een<br />

combinatie <strong>van</strong> een aantal zelfstandig voorkomende<br />

grafvormen. <strong>De</strong> tombe is overdekt met een doek, <strong>naar</strong><br />

het voorbeeld <strong>van</strong> 1Be eeuwse graftombes. Aan het<br />

einde staat een hoge standsteen mettekst en daarweer<br />

op een boomkruis mel lauwerkrans. <strong>De</strong> vormgeving <strong>van</strong><br />

het graf is verzorgd en vol symbolen. Zo wordt het<br />

boomkruis wordt omslingerd door klimop, symboolvoor<br />

de dood.<br />

Van hieraf lopen wij via het Esdoornpad <strong>naar</strong> het papaverpad.<br />

<strong>De</strong> Velden 25 F-G-H zijn ingeruimd voor de<br />

graven <strong>van</strong> woonwagenbewone rs. (Afb. 49) <strong>De</strong> velden<br />

zijn de meest vrolijke en uitbundige die er op Zuilen zijn<br />

te vinden. Evenals bij het graf <strong>van</strong> Tsjeu Bomers (no.<br />

17) vinden wij hier een ruime toepassing <strong>van</strong> wit, rose<br />

en donker marmer gecombineerd met een rijke schakering<br />

aan vormen. Dit alles geeft deze velden een bijzonder<br />

karakter. Een graf in Veld 25 (no. 20) (Afb. SS)is<br />

exemplarisch voor de gralcultuur <strong>van</strong> de woonwagenbewoners.<br />

Achter Veld 25H aan het Papaverpad liggen<br />

twee zerken <strong>van</strong> roodkleurig marmer. ln het linker graf<br />

liggen de bekende circusartiesten de heer en mevrouw<br />

de Bever (Circus Bever) begraven.(no. 21)<br />

Wellicht valt het U op dat er zoveel graven zijn waarop<br />

foto's voorkomen. Dat heeft een specifieke oorzaak. Bij<br />

woonwagenbewoners is het percentage anallabeten<br />

groot. Velen <strong>van</strong> hen kunnen de teksten op de graven<br />

niet lezen. Om toch het graf te kunnen herkennen is een<br />

loto aangebracht.<br />

Afd. 88<br />

Afb. 87<br />

60


Van het Papaverpad lopen wijvia de Jasmijnweg <strong>naar</strong> het protestant gedeelte Haagveld. (Kaart Xil|<br />

4t4*<br />

,[&<br />

t;t<br />

/i/ft1//u<br />

l-<br />

/<br />

*w<br />

sll<br />

llhll.<br />

q'r<br />

r)a))<br />

)-?Lt<br />

/,,,<br />

36<br />

/'\'//) ( /e) e,,)<br />

t1<br />

-1)<br />

1n<br />

)<br />

1-U<br />

///<br />

4c<br />

/cru<br />

r.r3<br />

(!1*"g<br />

Kaart Xt tt, Plattegrond "Haagveld" (wandelroute ingetekend)<br />

61


Het verschil in sfeer en karakter valt meteen op. Het<br />

protestant gedeelte is veel somberder en er komen wel<br />

andere, maar lang niet zoveel verschillende types grafmonumenten<br />

voor. Ook de diversiteit aan materiale<br />

toegepast in de grafmonumenten is minder.<br />

Wij slaan linksaf lopen door het vak 3A en gaan opnieuw<br />

linksaf. Op de hoek zien wij een voorbeeld <strong>van</strong> een<br />

grafmonument in de vorm <strong>van</strong> een obilisk (ca. 1900)<br />

(no. 1) (Afb. 24)<br />

Voorbij het dienstgebouw en langs de heg met het<br />

katholieke gedeelte ligt een lange reeks grafkelders<br />

afgedekt met monumentale grafstenen. (no. 2) (Afb.30)<br />

Hier liggen leden <strong>van</strong> de families Rueb (<strong>van</strong> Backer en<br />

Rueb), Pels-Rijcken, <strong>van</strong> Slingeland, <strong>van</strong> Limburg-Stirum<br />

en het dubbelgraf <strong>van</strong> de heren <strong>van</strong> Burgst. Eens<br />

vervulden de leden <strong>van</strong> deze f amilies belangrijke posten<br />

in het sociale-, economische- of culturele leven <strong>van</strong><br />

<strong>Breda</strong>. <strong>De</strong> graf stenen zijn soms prachtig gebeeldhouwd.<br />

<strong>De</strong> meeste zijn voorzien <strong>van</strong> familiewapens<br />

en symbolen <strong>van</strong> de dood als doodshoofden,<br />

beenderen en palmtakken.<br />

Rechts <strong>van</strong> de weg langs de grafkelders ligt in de<br />

Velden 1B, 2-0 en 1H een graftype dat op het protestantse<br />

gedeelte vaker voorkomt dan op het katholieke.<br />

<strong>De</strong> afgebroken boomstronk is een tussenvorm tussen<br />

het boomkruis en de algebroken pilaar. Met name het<br />

graf in veld 1B <strong>van</strong> Ch. Kocken-Resner is een mooi<br />

voorbeeld <strong>van</strong> dit type.(no. 3) ln een enkel geval zijn<br />

twee afgebroken pilaren te zien met daartussen een<br />

opstand met opschrifl. (Afb. 27)<br />

Zeer bijzonder voor <strong>Breda</strong> is het ijzeren graf <strong>van</strong> Cornelis<br />

Jan Wouter Nahuys, heer <strong>van</strong> Burgst uit 1831. (no.<br />

4) (Afb. 22 )Yan dicht bij is goed te zien hoe de ijzeren<br />

platen afzonderlijk zijn gemaakt en op de hardstenen<br />

sokkelzijn geplaatst. Ook de afdekking bestaat uit losse<br />

delen. <strong>De</strong> vaas werd daarop als los element aangebracht.<br />

ln feite gaat het hier om een standaard model<br />

grafvorm dat men <strong>naar</strong> eigen behoeven kon laten voorzien<br />

<strong>van</strong> teksten, wapens of andere afbeeldingen. <strong>De</strong><br />

ontwerper en de firma waar het gemaakt is zijn onbekend.<br />

Opvallend detail aan het monument is de omgekeerde<br />

toorts op de noord-westhoek <strong>van</strong> het graf . Ze is<br />

symbool voor het einde <strong>van</strong> het leven (thema "dovende<br />

levensvlam" <strong>naar</strong> R. Jacquaert).<br />

<strong>De</strong> belangrijkste graftypen en de meest bijzondere graven<br />

op de oudste gedeeelten <strong>van</strong> Zuilen en Hageveld<br />

hebben wij nu gezien. Wij verlaten het kerkhof Hageveld,<br />

niet voordat we in het laatste gedeelte <strong>van</strong> het<br />

kerkhof, verscholen achter een boom en liggend tegen<br />

de heg, het graf hebben bezocht <strong>van</strong> de oom en tante<br />

<strong>van</strong> de schilder Vincent <strong>van</strong> Gogh, V. <strong>van</strong> Gogh en E.F.<br />

<strong>van</strong> Gogh-Vrijdag. Het graf werd aangelegd in 1857<br />

toen de vrouw overleed. (no. 5) <strong>De</strong> "herder en leraar"<br />

Vincent <strong>van</strong> Gogh overleed in 1874.<br />

Wij lopen door en zijn weer terug op de Haagweg.<br />

Terugkijkend <strong>naar</strong> de plaats waar wij de begraalplaats<br />

binnen gingen is te zien welk enorm terrein de begraafplaats<br />

omvat en hoezeerde begraafplaats haarstempel<br />

drukt op het straatbeeld in dit gedeette <strong>van</strong> de Haagweg.<br />

Omdat aan<strong>van</strong>kelijk op 50 meter afstand <strong>van</strong> een begraafplaats<br />

gebouwd moest worden zien wij tegenover<br />

Zuilen en Haagveld de huizen (grote voortuinen) ver<br />

terugliggen <strong>van</strong> de rooilijn. ln latere tijd mocht wel<br />

gebouwd worden langs de rooilijn. Met name tijdens het<br />

lnterbellum zijn veel open plekken in de bestaande<br />

bebouwing opgevuld.<br />

Tegenover de begraafplaats Zuilen staat voor het pand<br />

Haagweg 311 de oude Mijlpaat no. 35. (Atb. 9)yanat<br />

dit punt is het precies 35 kilometer tot aan het veer <strong>van</strong><br />

Sleeuwijk. <strong>De</strong> kilometerpaat stamt nog uit de tijd dat de<br />

Haagweg deeluitmaakte <strong>van</strong> de verbinding Antwerpen-<br />

<strong>Breda</strong> en Bergen op Zoom-<strong>Breda</strong>, welke werden aangelegd<br />

in de eerste decennia <strong>van</strong> de 1ge eeuw..<br />

Wij naderen een mooi gedeelte <strong>van</strong> de Haagweg. Aan<br />

de noordzijde <strong>van</strong> de straat ligt Villa Meertensheim<br />

(Haagweg 354-356). (Afb. Sg) <strong>De</strong> vitta met zijn schitderachtige<br />

architectuur werd gebouw 1879180 <strong>naar</strong> het<br />

Afb.89<br />

ontwerp <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se architect J.J. <strong>van</strong> Langelaar.<br />

<strong>De</strong>ze architect was een leerling <strong>van</strong> de bekende neogo-<br />

62


lische bouwmeester P.J.H. Cuypers. Van Langelaar<br />

ontwierp voor <strong>Breda</strong> de O.L. Vrouwe Hemelvaartkerk<br />

aan de Ginnekenstraat (1890, gesloopt 1967)en de St.<br />

Jozefkerk (zonder toren) aan de Oranjesingel (1897,<br />

gesloopt 1977). Aan de architecluur <strong>van</strong> het pand,<br />

uitgevoerd in neo-renaissancestijl met neo-gotische accenten,<br />

is te zien dat de architect veel met kerkbouw<br />

bezig was. Van Langelaar sloot zich in zijn architec-<br />

'luurontwerpen (woonhuis Nwe. Boschstraat 49, villa<br />

Wildtsanck, Ginnekenweg 219 en notarishuis Liesboschstraat<br />

23) aan bij de landelijke ontwikkelingen in<br />

baksteenbouw en eclectische stijlen, maar de invloed<br />

<strong>van</strong> de kerkelijke architectuur met name in de vorm <strong>van</strong><br />

spitsboogvensters (al dan niet gesloten) maakt geeft<br />

zijn architectuur een speciaal karakter. Naast het siermetselwerk<br />

in de gevels en de gevarieerde opbouw <strong>van</strong><br />

de bouwvolumes tot en met de toren, is met name de<br />

ingangspartij<strong>van</strong> het pand interessant. <strong>De</strong>ze is voorzien<br />

<strong>van</strong> een uitgebouwd portiek met aan de binnenzijde een<br />

heus kruisribgewelf. In 1952 is de villa verbouwd tot<br />

twee woningen, waarbij het achterste gedeelte werd<br />

gewijzigd en uitgebreid.<br />

Het pand naast villa Meerstensheim werd 1939 gebouwd<br />

in de Traditionele stijl <strong>van</strong> de <strong>De</strong>lftse School,<br />

<strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se architect Frans Mol.<br />

<strong>De</strong> architectuur is origineel en verzorgd. <strong>De</strong> a-symmetrisch<br />

ingedeelde gevelkent een grote variatie aan deuren<br />

vensterpartijen waarin een inpandig balkon, verwerkt<br />

als loggia, het hoogtepunt vormt.<br />

Aan de overzijde staat het huis Joshol. <strong>De</strong> eerste steen<br />

voor dit pand werd gelegd door de zes broers Verhoeven<br />

op 4 juli 1876. ln 1930 werd de f rontgevel gewijzigd.<br />

Van een statige gevel met hoge vensters werd het huis<br />

verbouwd in een bouwtrant die geinspireerd is door de<br />

Amsterdamse- en Haagse School.<br />

Haagweg 366, villa Princenoord. (Afb. 90) Op deze<br />

locatie lagen tot 1864 twee hovenierswoningen met<br />

opstallen boomgaarden en tuinen eigendom <strong>van</strong> de<br />

heer G. Moolenbergh. <strong>De</strong>ze werden in september 1864<br />

gekocht door P.J. Kocken, die er de villa Princenoord<br />

op liet bouwen. 1 mei 1866 was het huis gereed. <strong>De</strong> villa<br />

is gebouwd in een archilectuurtraditie die, beinvloed<br />

door Franse voorbeelden, begin 19e eeuw komt opzetten<br />

en zich daarna wijd verbreidde over Nederland. Ze<br />

bestaat uit de bouw <strong>van</strong> buitenplaatsen en landhuizen<br />

met een symmetrische gevel over vijf vensterassen,<br />

een monumentale ingangspartij, vensters opde begane<br />

grond met luiken en meestaleen schilddak. <strong>Princenhage</strong><br />

kende reeds huizen in deze traditie bijvoorbeeld de<br />

Lindenborg aan de Sprundelsebaan (ca. 1830-40) en<br />

het huis Mefiersem, heden postkantoor (1852). ln 1863-<br />

64 werd in deze traditie ook Dreef 6 gebouwd. <strong>De</strong> villa,<br />

met zijn statige gevel met deur- en vensterpoorten met<br />

afgeronde hoeken, wordt omringd door een parkachtige<br />

tuin waar<strong>van</strong> ze het middelpunt vorml. Bedoeld als<br />

echte buitenplaats is de villa nu omringd door bebouwing.<br />

Vroeger echter was de tuin nog veel groter. ln<br />

1932-34 werd aan de westzijde een stuk eraf gehaald<br />

voor de bouw <strong>van</strong> het rijtje Haagweg 376-384. Aardig is<br />

hier op te merken dat dezelfde architect <strong>van</strong> het huis<br />

Princenoord een jaar later aan de slag ging in het<br />

Ginneken. GinnekenwegZT5istot in det,ils een evenbeeld<br />

<strong>van</strong> villa Princenoord.<br />

Afb.90<br />

Tegenover de villa Princenoord ligt Haagweg 33g, villa<br />

<strong>De</strong> Haghe. (Afb. 9t) Het pand kent een bijzondere<br />

geschiedenis. ln 18BB staat op de locatie <strong>van</strong> het huidige<br />

landhuis een woonhuis met schuur (familie C.E.A.<br />

Bode). ln 1905 verkoopt de weduwe C.E.J. Bode-<strong>De</strong>rks<br />

het huis aan F.C.V. Dommer <strong>van</strong> poldersveldt, burgemeester<br />

<strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong>. <strong>De</strong>ze laat in 1906 het huis<br />

afbreken en ver<strong>van</strong>gen door het huidige. ln 1907 wordt<br />

Afb.91<br />

63


de tuin rond het huis ingericht in Engelse landschapsstijl.<br />

Tijdens een vakantie in Zwitserland verblijft de<br />

familie Dommers <strong>van</strong> Polderveldt aan het meer <strong>van</strong><br />

Neuchatel. Ze is daar bij vrienden in een chalet met<br />

vakwerk dat daar is gebouwd in 1870178. Tijdens deze<br />

vakantie overlijdt de eige<strong>naar</strong>. <strong>De</strong> erfgename geeft er<br />

blijk <strong>van</strong> uit het huis te willen weggaan. <strong>De</strong> lamilie<br />

onderzoekt daarop de mogelijkheid het huis te kopen,<br />

het te demonteren en overte laten brengen <strong>naar</strong> <strong>Breda</strong>.<br />

Over de onderhandelingen weten wij niets, maar deze<br />

lopen positief af . Het huis wordt gedemonteerd op de<br />

fundering en stenen buitenmuren (begane grond) na.<br />

Uiteindelijk wordt het in <strong>Princenhage</strong> op een nieuwe<br />

fundering en met nieuwe buitenmuren weer opgebouwd.<br />

Vanwege de windgevoeligheid was het verplicht<br />

in Nederland vier binnenmuren te plaatsen. <strong>De</strong> herbouw<br />

vond plaats door het aannemersbedrijf A.N. Sprangers<br />

uit <strong>Princenhage</strong>. <strong>De</strong> villa heeft oorspronkelijk een houten<br />

dakpartij belegd met leien. ln Nederland wordt een<br />

pannendak duurzamer geacht, hetgeen mogelijk wordt<br />

aan te leggen door de stenen binnenmuren (neerwaartse<br />

druk). Een typisch Nederlands detail in het<br />

exterieur is de hardstenen plint (J. Petit), die er<br />

oorspronkelijk niet bij hoorde. Ook de dakpartij <strong>van</strong> de<br />

erker (oostzijde) wordt bij de bouw in 1906 aangepast<br />

en eveneens voorzien <strong>van</strong> een pannendak. ln het interieur<br />

is de grote trap anders dan in het oorspronkelljke<br />

huis. Ze wordt in aangepaste stijl gemaakt door de<br />

meestertimmerman F. Beekers uit <strong>Princenhage</strong>. <strong>De</strong>ze<br />

timmerman verzorgde ook het hang en sluitwerk der<br />

ramen.<br />

ln '1918 wordt het huis verkocht aan G. <strong>van</strong> der Koogh,<br />

civielingenieuw uit Alkmaar. Hijwoont er maar een jaar,<br />

maar door zijn toedoen verdwenen de fraaie gebeeldhouwde<br />

overstekken die het huis eerst had. ln 1919<br />

verkoopt de heer <strong>van</strong> der Koogh het pand aan de f amilie<br />

Lomans, die het pand door de tijd heen zorgvuldig<br />

onderhield.<br />

Haagweg 357-357a is een voormalige hovenierswoning.<br />

Ze telt slechts een bouwlaag en bestaat uit drie<br />

gedeelten. Het middelste is het oudste en daterrt uit het<br />

laatste kwart <strong>van</strong> de 1Be eeuw. Aan de westzijde werd<br />

1852 een potstal gebouwd, die in latere tijd diverse<br />

malen verbouwd werd. Het oosteliik gedeelte <strong>van</strong> het<br />

pand is uit het laatste decennium <strong>van</strong> de 19e eeuw. Bij<br />

de bouw <strong>van</strong> dit gedeelte werd de frontgevel ca. 60 cm<br />

verhoogd en voorzien <strong>van</strong> een gladde gestucte fries (zie<br />

bouwsporen in zijgevel). Tevens werden alle deurpartijen,<br />

zowel in in- als exterieur verhoogd en voorzien <strong>van</strong><br />

een bovenlicht. Omdat er zoveel bouwsporen te zien<br />

waren werd de frontgeveltoen ook wit geschilderd.<br />

Het complex Haagweg 363'365 vormt architectonisch<br />

een bijzonder object.(Afb. 92) <strong>De</strong> panden, uitgevoerd<br />

in de Amsterdamse Schoolstijl, werden gebouwd in<br />

1929-30 als broodfabriek-bakkerij met winkel met een<br />

beneden en twee bovenwoningen. Het werd gebouwd<br />

in opdracht <strong>van</strong> mej. F.C. Bayings <strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong><br />

de architect C.A. Bom. ln 1949 werd het object in<br />

opdracht <strong>van</strong> de heer C. Kriesels verbouwd tot garage.<br />

ln 1976 werd het pand getroffen door een brand. Vanwege<br />

de vele bouwsporen werd het pand later witgeschilderd.<br />

Helaas verdwenen toen de karakteristieke<br />

ladderkozijnen der vensters. Heden is nog wel goed het<br />

siermetselwerk <strong>van</strong> de halfronde uitbouwen in de<br />

middenpartij, die oorsp ro nke lijk ware n ve nruerkt als zui l-<br />

of torenachtige elementen met een afdekking. Het aansluitend<br />

rijtje huizen (Haagweg 369-373)werd gebouwd<br />

in 1928 <strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> de architect G. Esbach in<br />

Amsterdamse Schoolstijl.<br />

Afb.92<br />

Doorlopend over de Haagweg wordt onze aandacht<br />

getrokken door de villa no. 392.2e werd gebouwd rond<br />

1910 in een baksteenarchitectuurtrant die in het begin<br />

<strong>van</strong> de eeuw in Nederland in zwang raakte. Kenmerkend<br />

voor deze villabouw is de a-symmetrische gevel<br />

en de statige bouwtrant waarin architectuurmolieven<br />

voorkomen ontleend aan het Hollands Klassicisme.<br />

Vensterpartijen en de afgeronde top met guirlandemotief<br />

vormen een vrije interpretatie <strong>van</strong> deze Klassicistische<br />

bouwlrant. Het hekwerk voor de villa werd<br />

speciaal voor het gebouw ontworpen. Soortgelijke baksteenbouw,<br />

maar minder <strong>van</strong> kwaliteit zien wij in de<br />

panden Haagweg 394 en 377-399. <strong>De</strong> bekroning <strong>van</strong><br />

de topgevels met een staande ruit is voor <strong>Breda</strong> zeldzaam<br />

te noemen.<br />

Wij naderen <strong>Princenhage</strong>.<br />

64


I<br />

Voor het huis Mefiersem kijken wij eerst <strong>naar</strong> links. Op<br />

de hoek Laan <strong>van</strong> Mertersem_hoek Esserstraat ligt de<br />

villa Haghehoeck (Haagweg 385) en ernaast Laan<br />

<strong>van</strong> Mertesem 2. <strong>De</strong> <strong>Breda</strong>se architect Jan de Lint<br />

ontwiep de viila's in 1932-1934/35. Haagweg 385 werd<br />

eerst gebouwd als artsenwoning met-praktijkruimte.<br />

Laan <strong>van</strong> Mertersem 2werdgebouwd voor burgemees_<br />

ter Sutorius <strong>van</strong> princenhage. Beide villa,s zijn jebouwd<br />

i1 een landelijke boerderijachtige bouwtrant met rieten<br />

dakbedekking en vensters meiluiken. <strong>De</strong> architectuur<br />

is verzorgd hetgeen goed is af te lezen aan de delaille_<br />

ring (plint, deur- en vensterpaflijen, etc..<br />

<strong>van</strong> der Pas voorzien <strong>van</strong> een nieuwe frontgevel. ln<br />

deze.tijd was het pand een wagenmakerij. <strong>De</strong> toenmali_<br />

ge eige<strong>naar</strong> liet een aangepaste pui maken met het<br />

motief <strong>van</strong> een wiel met spaken in lret boventicht boven<br />

de deurpartij. <strong>De</strong> houten winketpui werJvervaarOigO<br />

d9orA, Fr6jaert uit Antwerpen. lnteressant <strong>van</strong> vormge_<br />

ving zijn ook de veetkleurige tegettaOteius in Oe bo6!_<br />

velden <strong>van</strong> de vensters. 2e ziin uitgevoerO in de Art_<br />

Nouveaustijlen werden gemaakt in Intwerpen.<br />

Huis Mertersem (hoek Haagweg-Esserstraat) had<br />

voor de v.erbouwing tot postkantoor (1990) haar in_<br />

gangspartij aan de Haagweg. (A f b. 93) Op de locatie <strong>van</strong><br />

het huidige pand stonden oorspronkelijk drie panden in<br />

bezit <strong>van</strong> de Hoofdambte<strong>naar</strong> Johan ,in der Vinne. Na<br />

diens dood in 1870 kwamen deze te koop. Het oostelijk<br />

gelegen pand werd gekocht door Vincent <strong>van</strong> Gogh<br />

(oom <strong>van</strong> de schilder Vincent <strong>van</strong> Gogh), die erin staa-g_<br />

de in 1873 ook het westelijk ernaas-t getegen huis ie<br />

kopen. ln 1873 werden de twee panOen ingrijpend<br />

verbouwd in de traditie <strong>van</strong> landhuizen als Oe tinOen_<br />

borg aan de Sprundelsebaan, over welke architectuur<br />

hierboven bijvilla princenoord is geschreven. Het huis<br />

kreeg toen ook zijn naam veruuijiend <strong>naar</strong> de plaats_<br />

naam <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> in middeleeuwse oorkonden.<br />

Het pand heeft een markante ligging in het dorpsbeeld.<br />

<strong>De</strong> nieuwe flat ten zuiden <strong>van</strong> net huis past zich wel in<br />

kleur, maar helaas niet in vorm aan aan het bouw_<br />

volume <strong>van</strong> Huis Mertersem. Bijde herbestemming <strong>van</strong><br />

het huis werd de ingang verplaatst <strong>naar</strong> de kopse gevel<br />

(Esserstraat). ln feite is een dergelijke situatie ,,onmogelijk",<br />

omdat juist het meest t


;,,2<br />

hier verwerkt als een soort kuif. Genoemde<br />

architectuurdetails, i nclusief winkelpui, {ri es en gootpartij<br />

met klossen, geven het pand een statig karakter. Het<br />

motief <strong>van</strong> veelkleurige tegeltjes komt wel vaak voor in<br />

boogvelden <strong>van</strong> deur- en vensterparlijen, maar in <strong>Breda</strong><br />

kennen wij slechts enkele panden waar deze tegeltjes<br />

voorkomen in een fries of ander deel <strong>van</strong> de gevel<br />

(Mauritsstraat 20 en Ginnekenweg 86).<br />

Martinuskerk. Doorde aanleg <strong>van</strong> het stadhuis ontstond<br />

ook het straatje ten westen <strong>van</strong> het stadhuis richting<br />

kerk, kerkhof , pastorie en Doelen. Het interieur <strong>van</strong> het<br />

pand is zeer modern en laat zien hoe een historisch<br />

object herbestemd kan worden tot een modern kantoorpand.<br />

w','<br />

W<br />

k<br />

7<br />

-,,'&<br />

"81<br />

z<br />

74<br />

Afb.96<br />

Afb.95<br />

Wij komen op de Haagse Markt en beginnen onze<br />

rondgang bij<br />

Haagse Markt 1, het voormalige raadhuis <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong>.<br />

Dit pand is voor U opengesteld.<br />

Het werd gebouwd in 1792. ln 1925 werd het intern<br />

gedeeltelijk verbouwd en in 1971 intern geheel verbouwd<br />

tot kantoorpand. <strong>De</strong> bakstenen geve I met bordes<br />

is in de Klassicistische bouwtrant uitgeveoerd. (Afb.96)<br />

Middenrisaliet met ingangsparlij en de zijdelen <strong>van</strong> de<br />

gevel zijn gevat tussen pilasters, terwill het middenrisaliet<br />

wordt bekroond door een f ronton. <strong>De</strong> locatie aan<br />

de zijde <strong>van</strong> de kerk hangt samen met de open plek die<br />

hier was aansluitend op de begraafplaats rond de St'<br />

Haagse Markt 5 (Afb.97)was tot 1974 de kosterij<strong>van</strong><br />

de kerk. Daarna werd het huis respectievelijk hulpposkantoor<br />

en na enkele jaren al woonhuis. Vroeger telde<br />

het pandje een bouwlaag. ln latere tijd werd een bouwlaag<br />

toegevoegd, terwijl de gevelglad werd afgestuct.<br />

Haagse Markt 6-6a, <strong>De</strong> Prins <strong>van</strong> Oranje genaamd.<br />

(A{b. 97) <strong>De</strong> bebouwing aan deze <strong>van</strong> de markt is<br />

ontstaan tussen 1655-68. Vanaf ca.1697 tot 1840 is in<br />

het pand een bierbrouwerij gevestigd. Ze beslaat de<br />

panden Haagse Markt 6-6a-7 en Doelenstraat 1-1a. ln<br />

1841 wordt het pand geschikt gemaakt voor de bewoning<br />

door particulieren en in drie delen opgesplitst,<br />

te ruuij I de bie rbrouweri j achte r het hu i s we rd af gebroke n.<br />

16 juli 1870 verkocht de eigenaresse, jonkvrouwe<br />

Binckhorst, haar deel <strong>van</strong> het complex aan het R.K.<br />

Kerkbesluur <strong>van</strong> de St. Martinusparochie, die het in<br />

gebruik neemt als pastorie. ln 1906 verkoopt Mathijs<br />

Grooters de rest <strong>van</strong> het pand aan het R.K. Kerkbestuur,<br />

die dit deel bij de pastorie trekt. ln dit jaar wordt ook de<br />

gehele voorgevelopnieuw opgetrokken in de bouwtrant<br />

bo


Haagse Markt 8 op de hoek met de Doelstraat wordt<br />

gebouwd in '1951 als hulpostkantoor voor <strong>Princenhage</strong><br />

op de plaats waar tot 1620 het huis <strong>De</strong> Vier Heemskinderen<br />

heeft gestaan. (Afb. 98) In de tijd daarna staat<br />

hier een monumentaal herenhuis <strong>De</strong> Hutte <strong>van</strong> Graelf<br />

Willem genaamd, waar<strong>van</strong> onder het huidige pand resten<br />

bewaard zijn gebleven. Het ontwerp, uitgevoerd in<br />

Traditionele <strong>De</strong>lftse Schoolstijl, wordt door de Dienst<br />

Gebouwen der P.T.T. gemaakt. <strong>De</strong> architectuur <strong>van</strong> het<br />

object is eenvoudig, maar vezorgd. Met name is aandacht<br />

besteed aan de ingangspartij en de afwerking<br />

<strong>van</strong> de hoekpartij. Sinds drie jaar is in het pand een<br />

winkel gevestigd.<br />

Afb.97<br />

zoals die nu is te zien. Tenslotte verkoopt het R.K.<br />

Kerkbestuur het pand op 30 maart 1968 aan de<br />

Boerenleenbank <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> (RABO-bank), die er<br />

een filiaal in vestigt. Daartoe wordt de gehele begane<br />

grond uitgebroken en een stuk aan de achterzijde aan<br />

het pand toegevoegd. Het pand heeft een gepleisterde<br />

lijstgevel, welke op de begane grond is voorzien <strong>van</strong> een<br />

rusticamotief . <strong>De</strong> hoge staande vensters op de begane<br />

g rond h ebben waaierzwikken ( rondboogvormig bovenlicht)<br />

en een geprofileerde omlijsting voorzien <strong>van</strong> een<br />

sluitsteenmotief. <strong>De</strong> kleinere vensters op de eerste<br />

verdieping bezitten dezelfde omlijsti ng en sluitsteenmotieven.<br />

Het object is afgedekt door een groot en een<br />

klein (no. 6a) schilddak.<br />

Afb.98<br />

Haagse Markt 9-10 dateert <strong>van</strong> 1709 (zie jaarankers in<br />

zijgevel) en is <strong>van</strong>af die tijd <strong>De</strong> prins Cardinaal genaamd.(eveneens<br />

afb. 98) <strong>De</strong> voorganger <strong>van</strong> dit huis,<br />

de herberg <strong>De</strong> Vier Heemskinderen, wordt in het eerste<br />

kwart <strong>van</strong> de 1 6e eeuw midden in het verbrede gedeelte<br />

<strong>van</strong> de straatweg gebouwd, die doorloopt in westelijke<br />

richting richting Bergen op Zoom. Rond 1620 wordt het<br />

pand in drie kavels verdeeld. Op de kaart <strong>van</strong> de Aard<br />

uit ca. 1650 zien wij de plek bebouwd met drie woonhuizen.<br />

ln 1637 en 1647 wordt no. 10 in verkoopactes Het<br />

Vyer Hemelspeert genoemd (na ca. 1650 kortweg Het<br />

Heemspaard). <strong>De</strong> nummers 9 en 1 0 worden in de vorige<br />

eeuw samengetrokken. Het pand heeft een grijsgepleisterde<br />

lijstgevel. <strong>De</strong> winkel is al zeer oud, in ieder<br />

geval <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> de 19e eeuw (toen<br />

vleeshouwerij). <strong>De</strong> ingang tot het huis ligt om de hoek<br />

aan de Liesbosstraat 1a. <strong>De</strong> deurpartij is bekroond met<br />

een hoofdgestel steunend op staande voluten en voorzien<br />

<strong>van</strong> een groot bovenlicht met lraaie roedeindeling.<br />

Boven in de gevelziet U de bouwdatum <strong>van</strong> het huidige<br />

pand in de muurankers: 1709.<br />

Enkele meters verderop in de Liesbosstraat ziet U een<br />

klassiek aandoende houten rondboogpoort met fronton,<br />

afkomstig <strong>van</strong> de in 191 1 afgebroken kerk te Klein-<br />

Zundert. <strong>De</strong> poort werd hiertoen pas geplaatst en is niet<br />

afkomstig <strong>van</strong> de schuurkerk <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> zoals<br />

vaak wordt beweerd (afgebroken in 1803).<br />

Haagse Markt 11. (Afb.99) Een <strong>van</strong> de indrukwekkendste<br />

panden aan de markt is het rijksmonument no. '11,<br />

Het Schoutshuis genaamd. Het pand wordt gebouwd in<br />

1777 in opdracht <strong>van</strong> de laatste schout <strong>van</strong> de Heerlijkheid<br />

Princenh age : Jan Ad ri aan Rijcken (1 7T t -1794)<br />

door de Princenhaagse timmerman Anthony Grootens.<br />

Naast het pand ligt dan een koetshuis, maar dit wordt<br />

in 1921122 ver<strong>van</strong>gen door een winkel/woonhuis. Het<br />

huis heeft een bakstenen gevel met aan de oostzijde<br />

een driezijdige erker opgetrokken over drie bouwlagen.<br />

<strong>De</strong> vensterpoorten zijn afgesloten met een segmentboogvormige<br />

strek (bovenlatei), terwijl de bovenste<br />

venSters een wigvormige roedeindeling kregen. Te zien<br />

aan de profilering <strong>van</strong> de randen, lijkt de ingangspartij<br />

lijkt in de eerste helft <strong>van</strong> de 19e eeuw een nieuwe<br />

omlijsting te hebben gekregen ol de bestaande werd<br />

gewijzigd. Het voor en achtergedeelte <strong>van</strong> het huis zijn<br />

afgedekt met afzonderlijke afgeplatte schilddaken<br />

waarop monumentaal uitgemetselde schoorstenen. ln<br />

1975 wordt het pand helaas opgedeeld in twee aparte<br />

aparte woonhuizen, terwijl het interieur <strong>van</strong> het westelijk<br />

gedeelte werd verbouwd. Het oostelijk gedeelte werd<br />

1992 gerestaureerd en gerenoveerd (nieuwe keukeninrichting<br />

en sanitaire voorzieningen). Door de op-<br />

67


deling krijgt het westelijk gedeelte een nieuwe ontsluiting<br />

en is de interessante plattegrond, middengang met<br />

zijvertrekken en ingebouwd trappenhuis, niet meer<br />

herkenbaar.<br />

Haagse Markt 16-16a. (Afb. 100) Het bestaande hoekpand<br />

met de voormalige Heilaarstraat (toen alleen<br />

woonhuis)wordt ingrijpend verbouwd in 1897, vermoedelijk<br />

<strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se architect J.A.<br />

<strong>van</strong> Dongen. <strong>De</strong> kern <strong>van</strong> het huidige huis bevat nog<br />

delen uit de 1Be eeuw, maar de gehele gevelpartij en<br />

delen <strong>van</strong> het achterliggende woonhuis zijn opnieuw<br />

opgebouwd. <strong>De</strong> gevel, uitgevoerd in neo-renaissancestijl,<br />

is opgetrokken uit rode baksteen met toevoeging<br />

<strong>van</strong> veelkleurige baksteen in details (heden gevel witgesausd).<br />

Tijdens de Tweede Wereldoorlog loopt het<br />

pand aan de oostzijde schade op door een granaatinslag,<br />

maar deze wordt geheel hersteld. Het pand<br />

heeft een afgeschuinde hoek waarin de ingang tot de<br />

winkel is ondergebracht. Het pand heeft mooie houten<br />

winkelpui en ook de wijze waarop het afgeschuinde<br />

gedeelte onder de trapgevel is afgewerkt leveft een<br />

bijzonder architectuurdetail op. Het motief <strong>van</strong> de dubbele<br />

trapgevel (twee in elkaar geschoven trapgevels)<br />

wordt door de architect J.A. <strong>van</strong> Dongen in <strong>Breda</strong> gelntroduceerd.<br />

Catharinastraal22 (ca. 1890) is hier<strong>van</strong> een<br />

voorbeeld. Twee overhoeks geplaatste zuiltjes bekronen<br />

de trapgevels, tenruijl deze gevat zijn tussen torenachtige<br />

elementen, waarop eveneens overhoeks geplaatste<br />

zuiltjes staan. Siersmeedwerk met een windvaan<br />

bekroont de trapgevels. Helaas kunnen wij door<br />

het witschilderen <strong>van</strong> de gevelde wisselwerking tussen<br />

de helderrode oranjerode baksteen, het stucwerk en de<br />

veelkleurige baksteen niet meer zien.<br />

Afb.99<br />

Haagse Markt 12. (idem afb. 99) Dit pand kent een<br />

gecompliceerde bouwgeschiedenis. Officieel vormt dit<br />

rijksmonument de nummers 1 2-13 en 14. Op deze plek<br />

bestaat al in de 16e eeuw bebouwing Huis de Swaen<br />

geheten. ln 1597 verkoopt A.Fl. Dirven, secretaris <strong>van</strong><br />

de Heerlijkheid <strong>De</strong> Hage, het pand en het wordt in twee<br />

gedeelten gesplitst, waar<strong>van</strong> het westelijk deel <strong>De</strong> Cleijne<br />

Swaen wordt genaamd. In de 17e eeuw Huis de<br />

Swaen een herberg, hetgeen zo blijft tot in de 'l9e eeuw.<br />

Ca. 1830 werden de twee panden samengevoegd achter<br />

een nieuwe gepleisterde lijstgevel. ln 1897 zou in het<br />

hoekgedeelte <strong>van</strong> het huis een winkel gevestigd worden,<br />

maar de verbouwing ging om onbekende redenen<br />

nimmer door. Tot 1952 zou het pand een groot woonhuis<br />

blijven. ln dat jaar werd het verbouwd tot winkel/<br />

woonhuis. <strong>De</strong> eerste winkelpui werd al in 1958 ver<strong>van</strong>gen<br />

en verbouwd tot de huidige situatie. <strong>De</strong> oude ingangspartij<br />

met bovenlicht is tijdens deze verbouwing<br />

helaas verdwenen. Het caf6 dat naast het pand was<br />

gelegen in de Heilaarstraat (heden Pastoor <strong>van</strong><br />

Spaendonkstraat), werd met de aanleg <strong>van</strong> deze nieuwe<br />

straat in 1971 afgebroken.<br />

Afb.100<br />

Haagse Markt 19-20. Het object heelt een gepleisterde<br />

lijstgevel <strong>van</strong> ca. 1890, de begane grond is verbouwd<br />

(winkelpui). Alin een koopakte <strong>van</strong> 1540 eeuwwordtdit<br />

pand vermeld als <strong>De</strong> Leeuw. ln de 1Be eeuw wordt het<br />

losstaande huis ver<strong>van</strong>gen door twee woonhuizen, die<br />

op hun beurt in het begin <strong>van</strong> de 19e eeuw worden<br />

samengevoegd. Waarschijnlijk telde het pand toen nog<br />

slechts een bouwlaag. <strong>De</strong> huidige gevel en het grote<br />

zadeldak dateren <strong>van</strong> ca. 1890.<br />

68


Haagse Markt 22. (Dil pand is een restaurant en is<br />

voor u opengesteld ) (Afb. 1a1) <strong>De</strong> locatie kent een<br />

bouwgeschiedenis die teruggaat tot in de 1 6e eeuw (zie<br />

kaart <strong>van</strong> Aard). Het huidige pand bevat resten <strong>van</strong>af<br />

de 1Be eeuw. Vanaf de 1Be eeuw staat hier Huize<br />

Stratenus. Het is genaamd <strong>naar</strong> de familie Stratenus<br />

waar<strong>van</strong> de dochter Louise een bekend schrijfsterwerd,<br />

met name door haar roman Lindendaal en haar gedichten.<br />

Het huis bestond oorspronkelijk uit twee gedeelten.<br />

Onder de bewoners J. Kluts en zijn vrouw werden de<br />

delen rond 1800 samengevoegd. Rond 1860 worden de<br />

huizen verbouwd. Er komt een etage op de achterzijde.<br />

ln 1887 wordt in opdracht <strong>van</strong> kolonel jonkheer G.<br />

Leyssius en zijn vrouw H.J. Schadee <strong>van</strong> der Does, het<br />

pand opnieuw ingrijpend verbouwd. Aan de voorzijde<br />

wordt een etage opgebouwd, tenruijl de gehele verdieping<br />

wordt heringericht. Achter het pand wordl een<br />

tuinkamer toegevoegd. Wat opvalt is dat het pand niet<br />

een geheel nieuwe voorgevel heeft gekregen. <strong>De</strong> gevel<br />

op de begane grond richt zich nog precies <strong>naar</strong> de oude<br />

indeling, terwijl op de eerste etage slechts drie vensters<br />

werden aangebracht in overeenstemming metde inrichting<br />

daar. 1892 was de gehele verbouwing klaar. Uit<br />

deze tijd stammen ook de glas-in-loodramen uitgevoerd<br />

Afb.101<br />

door het glazeniersatelier't Prinsenhof (J. Schouten) uit<br />

<strong>De</strong>lft in een vormentaal ontleend aan renaissance en<br />

barokmotieven. Ze bevatten medai llons met voorste Ilingen<br />

geinspireerd door de jacht (hert, wolfkop, houtsnip<br />

en glansfazant). <strong>De</strong> Art-D6co glas-in-loodramen zijn<br />

1922 aangebracht door Mevr. Blankers <strong>van</strong> de Velde.<br />

ln 1988 wordt het pand restaurant. Het interieur wordt<br />

zorgvuldig gespaard en waar nodig gerestaureerd. Het<br />

huis krijgtt een doorde Lodewijk XVle stijlgelnspireerde<br />

interieurdecoratie, aangevuld met eikenhouten lambriseringen<br />

en diverse typen Belgische schoorsteenmantels.<br />

Om in het interieur een grote eenheid te<br />

verkrijgen, krijgt tijdens de verbouwing de achterkamer<br />

op de begane grond haar balkenplafond. ln de halpartij<br />

zijn name op de deurpartijen (gerestaureerd 19BB-89<br />

door heer <strong>van</strong> Gils <strong>Princenhage</strong>) en het koepelplafond<br />

versierd met stucwerk looplijsten, bladeren en florale<br />

motieven, de moeite <strong>van</strong> het bekijken waard. Op de<br />

hoeken <strong>van</strong> de gangpoorten staande consoles <strong>van</strong> stuc.<br />

Haagse Markt 23, Huize <strong>van</strong> Schwarem. Dit pand is<br />

voor U opengesteld. (Afb. 102)<strong>De</strong> naam <strong>van</strong> het pand,<br />

gebouwd in 1746, veruvijst <strong>naar</strong> de familie <strong>van</strong> Schwarem,<br />

die hier woonde <strong>van</strong> 1792 tot 1830. G.U. <strong>van</strong><br />

Schwarem was secretaris <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong>, zijn zoon<br />

Adriaan maire-adjoint tijdens de Bataafse Republiek en<br />

daarna eerste burgemeester <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> (<strong>van</strong>af<br />

1814). Diens zoon Hendrik richtte opnieuw het notariaat<br />

te <strong>Princenhage</strong> op dat zich tot op de dag <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag<br />

voortzette (Schwarem, Bode, Bossers, Esser, Bots).<br />

Het pand kent een interessante bouwgeschiedenis. Het<br />

is niet bekend wat op deze locatie staat toen in 1746 de<br />

bouw <strong>van</strong> een nieuw huis werd aange<strong>van</strong>gen. Dit zou<br />

gebeurd zijn door een zekere Anthonie Jonker, die<br />

echter slechts '10 maanden in het pand woonde. Heden<br />

telt het pand twee dwars geplaatste dakkappen met een<br />

zakgoot eilussen. Het eerste huis, dat nog slechts een<br />

bouwlaag telde, besloeg alleen het voorste gedeelte (in<br />

h et i nte rieur het gedeelte tot aan het trappenhuis). Rond<br />

1800 (1801 ?) werd het pand aan de westzijde uitgebreid<br />

met een tuinkamer en kreeg het aan de oostzijde<br />

een keukenaanbouw.<br />

ln 1830-31 vindt een ingrijpende verbouwing plaats. <strong>De</strong><br />

huidige gevel wordt voor het pand gebouwd door de<br />

toenmalige eige<strong>naar</strong> Elias Lusac, terwijl aan de achterzijde<br />

het huis over de gehele breedte een uitbreiding<br />

met verdieping krijgt. lnpandig wordt, gedeeltelijk op de<br />

locatie <strong>van</strong> de oude keuken, een nieuw trappenhuis<br />

aangelegd.<br />

Het huis kreeg een gepleisterde neo-klassicistische<br />

gevel, waarin een ingangspartij in de vorm <strong>van</strong> een<br />

portico met opgebouwd raamrisaliet. <strong>De</strong> houten zuilen<br />

<strong>van</strong> de portico zijn uitgevoerd in de lonische stijl en<br />

staan op hoge voetstukken. Het hoofdgestel, bestaat uit<br />

een kroonlijst met hoge architraaf . <strong>De</strong> deurpartij bevat<br />

een fraai gesneden bovenlicht in Lodewijk XVle-stijl. <strong>De</strong><br />

vensterpoorten zijn omrand door geprofileerde stuclijsten,<br />

die op de begane grond hebben het motief <strong>van</strong><br />

hooldgestellen. <strong>De</strong> gevel wordt algesloten door een<br />

69


usticamotief en voorzien <strong>van</strong> sierslucwerk onder de<br />

vensterpartijen met intekening <strong>van</strong> llorale motieven. <strong>De</strong><br />

f ries <strong>van</strong> het pand heeft een gebosseerd binnenveld en<br />

repeteert drie maal het centrelismotief. Het pand vervult<br />

een belangrijke rol in het beeld <strong>van</strong> de markt, doordat<br />

de gevelwand <strong>van</strong> de markt voorbijdit pand overgaat in<br />

die <strong>van</strong> de Haagweg.<br />

Afb. 102<br />

f ries in de vorm <strong>van</strong> een gladde kroonlijst. Op de dakpartij<br />

zien we twee hoog opgemetselde schoorstenen met<br />

rookkapen, ookwel wind<strong>van</strong>gen genaamd. Voor het<br />

huis staan stoeppalen met kettingen ertussen. Het huis<br />

heeft een bijzonder interieur. Aan de westzijde (links)<br />

ligt de grote kamer over de gehele diepte <strong>van</strong> het huis.<br />

ln de jaren zestig zijn de twee kamers gelegen in de<br />

westzijde <strong>van</strong> hel huis samengevoegd tot 66n ruimte.<br />

Om de draagmuur tussen de verlrekken op de eerste<br />

verdieping te ondersteunen wordt een ijzeren H-balk<br />

ingebracht. <strong>De</strong>ze is omtimmerd en verwerkt als een<br />

grote architraaf die ligt overtwee Dorische zuilen. Halveruege<br />

het huis aan de oostzijde (rechts) ligt het<br />

trappenhuis. Bijzonder aan de bordestrap is de trapleuning.<br />

<strong>De</strong>ze is uitgevoerd als een koperen slang waar<strong>van</strong><br />

de kop beneden eindigt als trappaal en de staart reikt<br />

tot aan het bordes in de trap. <strong>De</strong> slang werd vervaardigd<br />

te Antwerpen, de maker is onbekend.<br />

Haagse Markt 24-25. (Afb. 103) Ook op deze plaats<br />

staat reeds in de 17e eeuw bebouwing. Ze is te zien<br />

rechts op een gravure <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> uit ca. 1650<br />

(Haagweg richting westen). Ze bestaat twee woonlagen.<br />

Onder het huidige pand is nog 66n muurdeel te<br />

vinden <strong>van</strong> bebouwing uit die tijd. Het huidige pand is<br />

<strong>van</strong> 1878/81. Het zijn typisch laat 19e eeuwse woonhuizen<br />

met een gepleisterde gevel uitgevoerd in<br />

Afb.103<br />

Architectonisch en bouwhistorisch interessant zijn de<br />

panden Haagse Markt 29-30-31-32. (Afb. 105)lnhun<br />

huidige gedaante dateren de gevels <strong>van</strong> ca. 1870-1900,<br />

maar aan de dakvormen, de verbouwde gevels en de<br />

achterzijden is te zien dat ze een lange bouwgeschiedenis<br />

doormaakten en in de kern ouder zijn. ln<br />

1 615 zullen de panden die hier stonden schade hebben<br />

opgelopen door de brand in Het Roode Hert. Geveltoppen<br />

met vlechtingen (no.29), hetzelfde type dakkap en<br />

metselwerk (30-31 en 32 was vroeger 66n pand) en een<br />

interessante onderkeldering, geven deze objecten een<br />

kwaliteit waar<strong>van</strong> het wenselijk is dat ze uitgebreid<br />

bouwhistorisch wordt onderzocht.<br />

Haagse Markt 34, Het Roode Herl. (Afb. 106)ln 1615<br />

brandde de toen bestaande herberg tot de grond toe af.<br />

Vanaf die tijd ontwikkelde de herberg zich tot de grote<br />

horecagelegenheid die ze nu is (geschiedenis <strong>van</strong> Het<br />

Roode Hert vastgelegd in een boekwerkje H.Dirven-met<br />

medewerking <strong>van</strong> E.M. Dolne, dat te verkrijgen is in het<br />

caf6). ln de kern zijn nog vele bouwfasen bewaard<br />

70


gebleven. ln 1935 kreeg het pand zijn huidige gevel,<br />

gebouwd <strong>naar</strong> het ontwerp <strong>van</strong> de <strong>Breda</strong>se architect<br />

Frans Mol. Ze is uitgevoerd in een mengeling <strong>van</strong><br />

I nterbellumstijl met Kropholle riaanse stijlinvloeden (met<br />

narne natuu rstenen hoekblokken).<br />

Afb. 105<br />

Voor Het Roode Hert staat de hardstenen dorpspomp,<br />

die hier rond 1790 geplaatst werd. (Afb. 107)Op de plint<br />

<strong>van</strong> het rijksmonument staat te lezen: AALVA. Lodewijk<br />

XIV-XV. <strong>De</strong> betekenis <strong>van</strong> de eerste letters werd nimmer<br />

ontcijferd. <strong>De</strong> pomp werd nog gebruikt tot in het<br />

Afb. 107<br />

eerste decennium <strong>van</strong> deze eeuw. Ze raakle buiten<br />

gebruik toen de kern <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> geheel was<br />

aangesloten op het waterleidingnet. <strong>De</strong> straten rond de<br />

kern kwamen daarna pas aan de beurt, terwijl op veel<br />

boerderijen nog tot na de Tweede Wereldoorlog gebruik<br />

werd gemaakt <strong>van</strong> een pomp of Put. Wij lopen de hoek om richting Johanneskerk en passeren<br />

daarbij eerst bakstenen geveltjes in eenvoudige<br />

Art-Nouveaustijl <strong>van</strong> Dreel 1 -3.<br />

Afb. 106, <strong>Princenhage</strong>, Hotel"Het Roode Hert"<br />

Dreef 5, de Johanneskerk. (Af b. 108) ln 1801 werd de<br />

St. Martinuskerk door het bestuur <strong>van</strong> de Bataadse<br />

Republiek weer teruggegeven aan de katholieken. <strong>De</strong><br />

97 leden <strong>van</strong> de protestantse gemeenschap <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong><br />

kregen hiervoor schadevergoeding, dit ten<br />

behoeve <strong>van</strong> de bouw <strong>van</strong> een nieuw kerkgebouw.<br />

Eerst werd het pand Dreef 6 gehuurd, waar in het<br />

voorhuis een kerkruimte werd ingericht. Na de stichting<br />

<strong>van</strong> het Koninkrijk der Nederlanden werd door Koning<br />

Willem I de helpende hand toegestoken voor het realiseren<br />

<strong>van</strong> een nieuw onderkomen. <strong>De</strong> kerk werd gebouwd<br />

in 1819 <strong>naar</strong> ontwerp en onder supervisie <strong>van</strong><br />

de heer Plomp, ingenieur <strong>van</strong> Rijks Waterstaat. Het<br />

aannemerswerk werd gedaan door J. <strong>van</strong> den Maagdenberg<br />

uit Leur. <strong>De</strong> neo-klassicistische bouwlrant<br />

waarin het kerkgebouw werd opgetrokken wordt dan<br />

ook wel Waterstaatsstijl genoemd. Kenmerk <strong>van</strong> deze<br />

bouMrant is een symmetrisch opgebouwde gevelvoorzien<br />

klassicistische architectuuronderdelen, zoals pila-<br />

71


en (lonische orde), boven de pilaren een architraaflries<br />

met daarop een f ronton (driehoekige gevelopstand met<br />

verdiept binnenveld). ln <strong>Breda</strong> zijn de St. Antoniuskerk<br />

aan de St. Janstraat, de St. Catharinakapel op het<br />

Begijnhof en de voormalige kerk aan de Waterstraat,<br />

alle uit 1836-37, andere goede voorbeelden <strong>van</strong> deze<br />

bouwtrant. <strong>De</strong> gevel heeft een monumentale<br />

ingangspartij met hoofdgestel. Ernaast zijn tekststenen<br />

in de gevel aangebracht. Wij lezen links: Ex decreto<br />

Gulielmi ltotis Belgii Regis Augustissimi Haecce Aedes<br />

Aerarii Publici Sumptibus Ardificata est (Krachtens een<br />

besluit <strong>van</strong> Willem l, koning <strong>van</strong> geheel Belgi6, is dit<br />

bouwwerk uit middelen der openbare schatkist gebouwd).<br />

Op de tekststeen rechts staat te lezen: D.<br />

Jacobus <strong>van</strong> Pellecom Doctrinae Christianae lnterpres<br />

Apud Scidamens es Huius Aedis Fundamentum Posuit<br />

Xl Ant Kalendas Aprilis CICICCCCXIX. (D(ominee)Jacobus<br />

<strong>van</strong> Pellecom leraar in de Christelijke leer te<br />

Schiedam legde de eerste steen <strong>van</strong> dit gebouw op 20<br />

maart 1819. <strong>De</strong>ze <strong>van</strong> Pellecom was de vader <strong>van</strong> de<br />

eerste predikant A.N. <strong>van</strong> Pellecom. 30 september 1819<br />

hield de dominee zijn eerste preek in het nieuwe kerkgebouw.<br />

kruis vervaardigd uit balken die vrijkwamen bij de verbouwing<br />

<strong>van</strong> het huis Zoudtland aan de Sprundelsebaan.<br />

Het tapijt onder de avondmaalstalel en de antependia<br />

voor de tafel werden geknoopt door vrouwelijke<br />

leden <strong>van</strong> de protestantse gemeenschap. <strong>De</strong> koperen<br />

kroontjes die hangen in de kerkruimte worden vermeld<br />

als geschenk <strong>van</strong> de oom en tante <strong>van</strong> Vincent <strong>van</strong><br />

Gogh, die woonden in het Huis Mertersem en begraven<br />

liggen op Haagveld. <strong>De</strong> glazen kaarsenkroon in het<br />

midden <strong>van</strong> de kerkruimte werd vervaardigd te Antwerpen<br />

en is even oud als de kerk zelf. Tenslotte is hier<br />

vermeldenswaardig de naamlijst <strong>van</strong> predikanten tegen<br />

de linker zijmuur. Ze werd vervaardigd in 1984 door de<br />

handschriftkunste<strong>naar</strong> J.C. Friederich uit Zevenbergen.<br />

<strong>De</strong> lijst is compleet <strong>van</strong>af 1648. Boven de lijst ziet u het<br />

voormalig gemeentewapen <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> en rechts<br />

het kerkzegel der voormalige Hervormde Gemeente<br />

<strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong>. <strong>De</strong>ze werd in 1968 samengevoegd<br />

met die <strong>van</strong> <strong>Breda</strong>.<br />

Naast het kerkgebouw vindt u Dreef 7-9, ookwel "de<br />

protestantse pastorie" genaamd. (AIb. 107 naast Johanneskerk)<br />

Het is een'1Be eeuws huis (ca. 1780)met<br />

een symmetrische gevel en een zadeldak. Het koetshuis<br />

dat bij dit pand hoorde werd voor de Hervormde<br />

w W W<br />

Ẉ :N<br />

Afb.108<br />

ln 1967 bleek het kerkgebouw te klein voor de groeiende<br />

protestantse gemeenschap <strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong>. <strong>De</strong><br />

<strong>Breda</strong>se architect J. de Wilde ontwierp een nieuw gedeelte<br />

in aangepaste stijl dat een jaar later in gebruik<br />

kon worden genomen. ln het interieur kwam het orgel<br />

nu boven de ingangspartij, de preekstoel werd verplaatst<br />

<strong>naar</strong> de linker hoek. Let u bij het bekijken <strong>van</strong> de<br />

kansel op de opgaande adelaar op de leuning. <strong>De</strong>ze is<br />

het symbool voor de e<strong>van</strong>gelist Johannes waar<strong>naar</strong> de<br />

kerk is genoemd. <strong>De</strong> kerk telt twee doopvonten, een<br />

oude geelkoperen (de z.g. Katwijkse doopvont) met op<br />

het deksel een neerstrijkende duif , symbool voor de H.<br />

geest en een stenen afkomstig uit een kerk in Oost-Brabant.<br />

<strong>De</strong> kansel, uitgevoerd in Lodewijk XlVe-stijl en de<br />

koperen doopvont kwamen in de kerk onder het predikantschap<br />

<strong>van</strong> dominee A.C.J. <strong>van</strong> Maasdijck (1886-<br />

1895). Opvallend in het interieur is het zware houten<br />

iisN<br />

ii<br />

Afb.109<br />

t:'N<br />

..w<br />

*iW<br />

"'.<br />

ffi<br />

ffi<br />

ffi<br />

#<br />

ffi<br />

N<br />

72


kerk afgebroken (1819). ln 1803 werd het aangekocht<br />

door de Hervormde Gemeente, die het liet inrichten als<br />

pastorie. Van 1803 tot 1965 wonen hier predikantengezinnen,<br />

daarna wordt het kantoorpand. <strong>De</strong> monumentale<br />

ingangspartij in de uit lJsselsteentjes opgetrokken<br />

gevel is bijzonder <strong>van</strong> vormgeving. Ze heeft zijlichten in<br />

de deurstijlen, z.g. fendtres battants, welke voor <strong>Breda</strong><br />

uniek zijn. (Afb. 109) Voor het pand staan nbatuurste_<br />

nen paaltjes waartussen de ijzeren staven of kettingen<br />

ontbreken. Sinds mensenheugnis staan daar ook de<br />

vier lindebomen. Het huis, dat in '1973 werd gerestaurteerd,<br />

kondigt in zijn symmetrische vorm over vijf<br />

vensterassen en met ingangspartij in het midden de<br />

nieuwe traditie aan <strong>van</strong> soortgelijke huizen met<br />

gepleisterde gevels, zoals men ze <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong><br />

de 19e eeuw over geheel <strong>Breda</strong> aantreft en waar<strong>van</strong> het<br />

aan de oveaijde getegen Dreef 6 (Afb. t I0l een mooi<br />

voorbeeld is uit latere tijd (1863-64). <strong>De</strong> gepteisterde<br />

gevel <strong>van</strong> dit pand vertoont al de eerste sporen <strong>van</strong><br />

eclectische decoratieve elementen.<br />

afzonderlijke huizen. Het tinkergedeelte (no. 1 1 ) dateert<br />

in zijn huidige vorm <strong>van</strong> <strong>van</strong> na 1819. Op een prent <strong>van</strong><br />

Het Roode Hert uit ca. 1820, zien wij db oude herberg<br />

die hier stond nog in zijn oude vorm. Rechts in de gevel<br />

was een poort <strong>naar</strong> het achtererf , het halfronde venster<br />

is het restant <strong>van</strong> een hooizolderdie boven de poortwas<br />

gelegen. <strong>De</strong> ingangspartijmet hoofdgestel, is a_symme_<br />

trisch in de gevel aangebracht hetgeen wijst op een<br />

onregelmatige plattegrond en het venruerken <strong>van</strong> oude_<br />

re delen in het huidige pand. Ook het onregelmatig<br />

verloop <strong>van</strong> de vensterassen wijst hierop. ln-de 196<br />

eeuw werd de bovenetage gebouwd, maar deze heeft<br />

een andere gevelindeling en plattegrond dan de begane<br />

grond (zie tevens Haagse Markt 22). <strong>De</strong> gepteisierde<br />

lijstgevel met zijn monumentate ingangspa-rtijen hoge_<br />

staande vensters met luiken, zijn weer typisch Jen<br />

product <strong>van</strong> de vroege 1ge eeuw toen deze in zwang<br />

raakten. No. 13 is gebouwd over een bouwlaag en veel<br />

eenvoudiger <strong>van</strong> architectuur. <strong>De</strong> witgepleisterde f ront_<br />

gevel was oorspronkelijk symmetrisch over vijf venste_<br />

rassen (vensters met waaierzwikken) met een deur_<br />

partij in het midden. Rond 1890 werd het pand ver_<br />

bouwd tot winkel/woonhuis.<br />

Tenslotte Dreef 8-8a. (Afb. 1fi) Het pand werd ge_<br />

bouwd in ca. 1890 als postkantoor <strong>naar</strong> het ontwerp ian<br />

de <strong>Breda</strong>se architect J. Lijdsman. <strong>De</strong>ze kreeg de op_<br />

dracht een gevel te ontwerpen die paste in Oe Oorpi_<br />

sfeer <strong>van</strong> de kern <strong>van</strong> princenhage. Ze is eenvoudig<br />

maar indrukwekkend, zoals gewenst voor een openbaar<br />

gebouw. Rond de bovenlichten <strong>van</strong> vensterpartijen<br />

is siermetselwerk aangebracht evenals in de fries (over_<br />

hoeks gemetselde bakstenen muizentanden ge_<br />

naamd). <strong>De</strong> Gemeente <strong>Breda</strong> heeft de herbestemmr;ng<br />

Afb. 1t0<br />

Dreef 9 vormde voorheen de kleine kosterswoning. Het<br />

huis heeft een kroonlijst en schilddak uit 1819. Ook deze<br />

gevel is opgetrokken uit lJsselsteentjes. (Afb. 107, midden<br />

voor hoge pand).<br />

Dreef 11-13, de Gouden Leeuw genaamd <strong>naar</strong> de<br />

herberg die hier stond. Heden vormen 1'l en '13 twee<br />

Afb. 111<br />

IJ


en restauratie <strong>van</strong> het pand voortvarend aangepakt,<br />

met het gevolg dat het voor <strong>Princenhage</strong> historisch<br />

belangrijke object bewaard is gebleven.<br />

Tenslotte staan de deuren <strong>van</strong> de St. Martinuskerk<br />

voor U open.<br />

(Afb. 112 en 113) Alle informatie over de kerk en de<br />

onlangs afgesloten restauratie is in de kerk verkrijgbaar<br />

in de vorm <strong>van</strong> een boekwerk.<br />

Speciale aandacht tijdens het bezoek aan de kerk wordt<br />

gevraagd voor een presentatie achter in de kerk. Hier is<br />

te zien hoe de Monumenten Werkgroep <strong>van</strong> de Kontact<br />

Kommissie <strong>Princenhage</strong> bezig is het cultureel edgoed<br />

<strong>van</strong> <strong>Princenhage</strong> in kaart te brengen en daarvoor in de<br />

meest brede zin <strong>van</strong> het woord opkomt.<br />

Hiermede is onze wandeltocht bedindigd.<br />

Afb. I 12, <strong>Princenhage</strong>, St. Martinuskerk, zuidzijde<br />

ca. 1960 Afb. 113<br />

74


Colofon<br />

Uitgave<br />

Gemeente <strong>Breda</strong><br />

Postbus 2521<br />

4800 CM <strong>Breda</strong><br />

Stadskantoor<br />

Claudiusprinsenlaan 1 0<br />

Tekst<br />

Drs. E.M. Dolne<br />

Tekstgedeelte geschiedenis Haagweg G. Otten<br />

Tekstgedeelte begraafplaatsen Zuilen en Hageveld<br />

E.M. Dolne m.m.v. Mevrouw A. <strong>van</strong> Oostenrijk.<br />

Vormgeving en druk<br />

Drukkerij West Brabant b.v.<br />

Afbeeldingen:<br />

E.M. Dolne.<br />

Afbeeldingen 10, 11 ,12, 13 en 14 Gemeente Archief<br />

<strong>Breda</strong>.<br />

Afbeelding frontpagina <strong>Breda</strong>'s Museum.<br />

Afbeelding 1 ,3,4,5,6,7, B, 10A, 14,15,404, 408, 40C,<br />

41 , 68, 106, 1 07, 1 12 en 1 13 Collectie E.M. Dolne.<br />

Albeelding 2 Rijksinstituut voor Kunsthistorische<br />

documentatie, <strong>De</strong>n Haag.<br />

Kaafien Gemeente Archief <strong>Breda</strong>.<br />

<strong>Breda</strong>, juli <strong>1993</strong>.<br />

75

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!