SCHIP
o2203002hvV
o2203002hvV
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
13<br />
RUÏNE<br />
Medewerkers van het Waterloopkundig Laboratorium meten de stroomsnelheid met<br />
een zogeheten ott-molen<br />
FOTO ARCHIEF WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM<br />
bereiken. Een verschil van ruim vier meter garandeert voldoende<br />
water en waterkracht. Het experimenteergebied is royaal opgezet<br />
en omvat bijna 125 hectare jong bos. Hier vinden met ingang van<br />
1951 de proeven plaats. De medewerkers, veelal hoogopgeleid,<br />
moeten met hun gezinnen van het westen van het land verhuizen<br />
naar de Noordoostpolder. Naar agrarisch gebied, zonder de<br />
culturele voorzieningen die zij gewend waren. Het zal niet altijd<br />
even gemakkelijk zijn geweest om hier te aarden. Vooral niet voor<br />
vrouw en kinderen thuis.<br />
In dit nieuwe Waterloopkundig Laboratorium De Voorst leggen de<br />
ingenieurs met veel gegraaf, beton, baksteen, ijzer en hout telkens<br />
weer nieuwe grote schaalmodellen aan van zeearmen en havens.<br />
Daarin doen zij proeven om de invloed van waterbouwkundige<br />
werken op de loop van het water te voorspellen. Stroming en golfslag,<br />
eb en vloed kunnen ze simuleren. Na afloop van de proeven<br />
zoeken de ingenieurs voor de volgende opdracht een andere plek<br />
in het bos. Het oude model blijft als een fossiel achter. Ook zijn er<br />
modelplaatsen die ze aanpassen en opnieuw gebruiken.<br />
Onmiddellijke actie<br />
En dan gaat het stormen. Noordwestenwind en springtij. Het<br />
is 31 januari 1953. De storm stuwt het water hoog op in de nog<br />
open zeearmen als de Grevelingen en de Oosterschelde. De<br />
dijken houden het niet. Grote delen van Zeeland en Zuid-Holland<br />
komen onder water te staan. De ramp vraagt om onmiddellijke<br />
actie. Rijkswaterstaat was allang op de hoogte van de potentieel<br />
onveilige situatie in dit deel van Nederland. Het Deltaplan<br />
moet nu versneld worden uitgevoerd. In het Waterloopkundig<br />
Laboratorium krijgen de ingenieurs het druk. Vrijwel elk onderdeel<br />
van de Deltawerken testen zij hier op schaal.<br />
1960 geldt als het omslagpunt in het werken met schaalmodellen in<br />
de openlucht. De nieuwste, steeds verfijndere elektronische meetapparatuur<br />
werkt alleen in een binnenruimte waarin je het klimaat<br />
kunt beheersen. Er verschijnen loodsen op het terrein, meestal voor<br />
zeer specifiek onderzoek naar een bepaald waterwerk. Zo komt er<br />
een speciale hal, van 2,5 hectare groot, om te onderzoeken hoe de<br />
Oosterschelde het beste afgesloten kan worden.<br />
Sluiting<br />
Vanaf 1978 komen er minder opdrachten binnen. De recessie dient<br />
zich aan. De Deltawerken zijn af. De grootste opdrachtgever van<br />
het laboratorium, de Deltadienst van Rijkswaterstaat, valt weg.<br />
In 1987 besluit de overheid het Waterloopkundig Laboratorium te<br />
»